Toelichting
bij de nieuwe
VERORDENING
regelende de instelling en de inrichting van de bestuurscommissie van de
openbare scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs het 'Grotius College'
alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de raad en het
college
Aan
de raad van de gemeente Delft wordt voorgesteld bovengenoemde verordening vast
te stellen, onder gelijktijdige intrekking van de bestaande verordening.
Er
zijn twee redenen om met een voorstel voor een nieuwe verordening te komen:
- de Wet dualisering
gemeentelijke medebewindsbevoegdheden
Kern van de wet is dat veel bestuurstaken die
voorheen nog door de gemeenteraad werden uitgeoefend, nu behoren tot de
competentie van het college van burgemeester en wethouders. De bestaande
verordening moest dus in ieder geval in technisch opzicht aan de gewijzigde
voorschriften worden aangepast. Het vaststellen van de verordening blijft een
taak van de gemeenteraad.
- een moderne
onderwijsbesturingsfilosofie
Deregulering en groeiende verantwoordelijkheid van
de scholen maken de noodzaak van een slagvaardiger bestuur dat zich op de
hoofdlijnen richt, steeds groter. Zo heeft ook de bestuurscommissie van het
Grotius College zich in de afgelopen periode geheroriënteerd op hun
bestuursvorm.
De nieuwe besturingsfilosofie komt er in grote
lijnen op neer dat de bestuurscommissie gaat over alles waar de school naar toe
moet, zowel op onderwijsgebied als met betrekking tot personeel en financiën
(het meerjarig beleidskader). Binnen die kaders is de rector verantwoordelijk
voor het realiseren van de doelstellingen die het bestuur voor de organisatie
vaststelt. De rector bereidt de besluitvorming voor en voert de genomen
besluiten uit. Daartoe wordt een managementstatuut opgesteld.
Bovengenoemde
redenen leiden tot de volgende wijzigingen (op hoofdlijnen):
- taken en bevoegdheden
binnen de relatie van gemeenteraad, college en bestuurscommissie zijn
aangepast aan de wet dualisering
- de raad blijft
verantwoordelijk voor het vaststellen van de verordening, het benoemen van
de leden van de bestuurscommissie en voor het vaststellen van begroting en
jaarrekening, alsmede voor een aantal noodmaatregelen voor het geval de
zaken niet lopen zoals we dat verwachten. Alle overige bevoegdheden liggen
bij het college.
- de gewijzigde besturingsfilosofie
vraagt om enigszins andere kwaliteiten van potentiële bestuursleden. Bij
werving en voordracht weegt de bestuurscommissie onder de nieuwe
verordening de volgende aandachtspunten mee: aantoonbare affiniteit met
het openbaar onderwijs, afspiegeling van de schoolpopulatie,
onafhankelijkheid enerzijds en binding met Delft anderzijds, alsmede
deskundigheid op de terreinen onderwijs, financiën, personeel, juridische
zaken en arbeidsmarkt.
- de bestuurscommissie
heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 156 van de
Gemeentewet, alle bevoegdheden, die bij of krachtens de wet aan het
bevoegd gezag van de school zijn toegekend, voorzover daarvan in deze
verordening niet is afgeweken. Was in de oude verordening de benoeming van
de rector nog voorbehouden aan de gemeenteraad, in deze nieuwe verordening
is ook deze bevoegdheid bij de bestuurscommissie gelegd. Daarmee wordt
voorkomen dat de gemeente, als het ware over de hoofden van de
bestuurscommissie heen, de rector aanstelt, waarmee de bestuurscommissie
moet werken. Wel is in de voorgestelde verordening opgenomen dat de
commissie in haar huishoudelijk reglement opneemt hoe de gemeente Delft
wordt betrokken bij benoeming, schorsing en ontslag van de rector.
31
mei 2006