Regionaal
Beleids- en Implementatiekader
Integrale
Jeugdgezondheidszorg
2007
Regionaal Beleids- en implementatiekader Integrale
Jeugdgezondheidszorg 2007
van de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland,
Pijnacker-Nootdorp,
Rijswijk, Wassenaar, Westland, Delft, en Zoetermeer
6. Verantwoording en
rapportages in 2007
Bijlagen:
De 8 gemeenten hebben zich onder meer tot
doel gesteld op lokaal niveau betere zorg aan kinderen en hun ouders en
verzorgenden te geven, de bestaande knip op 4 jarige leeftijd op te heffen, een
(aan)sluitende registratie te realiseren en er voor te zorgen dat zorg niet
alleen vanuit het kind maar ook vanuit het gezin worden benaderd. Hierdoor
wordt vroegtijdige signalering van problemen moge-lijk. Om dit te realiseren
hebben de 8 gemeenten besloten de coördinatie van de uitvoering van de JGZ in
één hand te brengen en de uitvoering van de zorg van 0 tot 19 jaar binnen
integrale teams te organiseren die goed aansluiten bij het lokale zorgveld.
In dit eerste regionale beleidskader IJGZ
wordt richting gegeven aan de uitvoering en de inhoudelijke ontwikkeling van
Integrale Jeugdgezondheidszorg in 2007. Dit is wat betreft inhoud nog een smal
kader waarin m.n. ingegaan wordt op de implementatie van de organisatorische
wijzigingen en de inhoudelijke richting voor 2007.
In 2007 zal een traject naar
visieontwikkeling en beleidsvorming in de hele regio worden ingezet. De raden van de 8 gemeenten zullen nauw
betrokken worden bij de formulering van beleidsmatige kaders.
In paragraaf 2 wordt benoemd wat wordt beoogd
met het regionale beleidskader. In paragraaf 3 wordt een relatie gelegd naar de
wettelijke taken die gemeenten hebben uit te voeren en de landelijke ontwikkelingen
die invloed kunnen (gaan) hebben op de IJGZ. In paragraaf 4 wordt beschreven
welke doelen de gemeenten nastreven met de herinrichting van de JGZ en hoe de
nieuwe organisatie zal functioneren.
Paragraaf 5 is gewijd aan de inhoudelijke beleidsprioriteiten die
meegegeven worden aan de JGZ. De verantwoording en rapportages zoals de
gemeenten die willen ontvangen in 2007 staan beschreven in paragraaf 6. In 2007
zullen de 8 gemeenten een brede discussie entameren om met elkaar de volle
breedte van de IJGZ te bespreken en het beleidskader verder te ontwikkelen. In
paragraaf 7 van deze notitie staat de aanpak beschreven. In 2007 zal naast
bovenstaande ook de herinrichting van de I-JGZ ter hand worden genomen. Dit zal
de nodige inspanning vragen van de verschillende organisaties. In paragraaf 8
staan de eenmalige financiële gevolgen van het traject voor de gemeenten voor
het jaar 2007.
De 8 gemeenten, in casu de 8 wethouders, van de regio
GGD-ZHW zijn de opdrachtgevers voor de uitvoering van het uniform
basistakenpakket van de JGZ en het maatwerkdeel van het basistakenpakket.
De gemeenten zijn ook lokaal verantwoordelijk voor integraal
jeugdbeleid waarvan het beleid rondom de JGZ 0-19 jaar een onderdeel vormt. Op
het taakveld JGZ is gemeentelijke samenwerking en afstemming op regionaal
niveau nodig om lokaal een slagvaardig jeugdbeleid te kunnen neerzetten.
Grotendeels is sprake van een zelfde problematiek, zodat in gezamenlijkheid
efficiënt gewerkt kan worden aan een effectieve aanpak. De gemeenten behouden
de mogelijkheid om de lokale eigenheid vorm te geven.
Het regionaal beleidskader heeft tot doel om op basis van
een gemeenschappelijke visie van 8 gemeenten de integrale JGZ-organisatie aan
te sturen, zodat meer integraliteit gerealiseerd kan worden zowel op
organisatieniveau (teams, werkwijze, huisvesting, EKD enz.) alsmede in het
aanbod aan de klantgroep van de Jeugdgezondheidszorg.
Dit eerste regionale beleidskader betreft het
uitvoeringsjaar 2007. De gemeenten zullen in 2007 met elkaar een proces ingaan
om de visie omtrent de Integrale JGZ en de regionale samenwerking daaromtrent
verder te ontwikkelen.
3. Het wettelijk kader Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar en
landelijke ontwikkelingen
De Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) stelt de
gemeenten sinds 1 januari 2003 wettelijk verantwoordelijk voor de regie en
financiering van de totale integrale jeugdgezondheidszorg. Thuiszorg en GGD
moeten onder regie van de gemeenten een nauwe samenwerking aangaan en een goede
afstemming van basistaken en werkwijze realiseren. De zorg voor kinderen moet
een continuüm worden dat integraal en in samenhang met andere beleidsterreinen
(jeugdbeleid) wordt aangeboden. Daarbij dienen verbindingen te worden gelegd
met onder andere het lokale jeugdbeleid, voor- en vroegschoolse educatie,
opvoed en opgroeiondersteuning en de jeugdzorg.
Jeugdgezondheidszorg is preventieve gezondheidszorg ten
behoeve van personen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Taken op dit terrein zijn in ieder geval: verwerven van
inzicht in de ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van
gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren, ramen van de behoefte aan
zorg, vroegtijdige opsporing en preventie van een aantal specifieke stoornissen
en het aanbieden van vaccinaties voortkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma,
geven van voorlichting, advies,
instructie en begeleiding en het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding
van gezondheidsbedreigingen.
In het basistakenpakket van de JGZ is de preventieve
gezondheidszorg voor elk in Nederland woonachtig kind omschreven. Binnen het
basistakenpakket is gedifferentieerd naar een uniform deel en een maatwerkdeel.
Het uniforme deel bestaat uit activiteiten die alle kinderen en jongeren op een
bepaalde leeftijd worden aangeboden. Het maatwerkdeel geeft de gemeente in
zekere mate beleidsvrijheid. Verder kan de gemeente kiezen voor het afnemen van
aanvullende diensten bij de GGD.
De taken van 0-19 jarigenzorg worden uitgevoerd door de GGD
en de 4 Thuiszorginstellingen. Financiering van het GGD-deel loopt via de
gemeenschappelijke regeling. De financiering van het TZ-deel loopt vanaf 2007
via de GGD middels de mandaatconstructie.
De Wet op de jeugdzorg (2005) regelt de financiering,
inrichting en kwaliteit van de geïndiceerde jeugdzorg. De zorg voor jeugdigen
is een keten die bestaat uit verschillende schakels. Ouders zijn zelf als
eerste verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Ze krijgen steun
van algemene voorzieningen als het consultatiebureau. Wanneer toch ernstige
problemen ontstaan kan Bureau Jeugdzorg beslissen dat geïndiceerde zorg nodig
is.
Gemeenten zijn ervoor verantwoordelijk dat er een goede
keten bestaat tussen lokaal zorgaanbod (waaronder de JGZ) en het bovenlokale
aanbod van instellingen voor jeugdzorg.
Ontwikkelingen:
Gemeenten ontvangen de financiële middelen voor de
uitvoering van de JGZ 0-4 jaar nu nog via een uitkering van het Rijk, de
regeling specifieke uitkering (Rsu) JGZ 0-4 jaar. Momenteel wordt de uitvoering
van de JGZ landelijk geëvalueerd. De verwachting is dat er wijzigingen zullen
plaatsvinden in de financieringssystematiek en dat deze vanaf 1 januari 2008
van kracht zullen worden.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt op 1
januari 2007 van kracht en is erop gericht het mogelijk te maken dat iedereen,
jong en oud, gehandicapt en niet gehandicapt, met en zonder problemen,
volwaardig aan de samenleving kan deelnemen. De WMO kent 9 prestatievelden,
waarvan nummer 2 betreft ‘op preventie
gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen bij het opgroeien en
ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden’. Het heeft betrekking op
de in de gemeenten wonende jeugdigen – en in voorkomende gevallen hun ouders-
bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om
ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar
voor wie zorg op grond van de Wet op de jeugdzorg niet nodig is dan wel
voorkomen kan worden. Dit beleidsterrein geldt als aanvulling op in andere
wetgeving, zoals de Wcpv en de Leerplichtwet, vastgelegde taken.
Het ligt voor de hand dat gemeenten bij dit beleidsterrein
aansluiting zoeken bij de door VWS, VNG, IPO en de MOgroep benoemde vijf
preventieve functies (lokale taken) die onder regie van de lokale overheid
moeten worden uitgevoerd, te weten:
-
Informatie
en advies
-
signaleren
van problemen
-
toegang
tot het hulpaanbod
-
licht
pedagogische hulp
-
coördinatie
van zorg.
Tenslotte zijn er diverse niet-wettelijke landelijke
ontwikkelingen die spelen en waar gemeenten lokaal beleid op zullen
ontwikkelen. Operatie Jong stelt het kind centraal en wil komen tot een
sluitende keten van jeugdvoorzieningen, duidelijke toedeling van
verantwoordelijkheden en het aanpakken van verkokering. In recente publicaties
als Koersen op het kind van Van Eijck en Opvoed- en opgroei-ondersteuning als
lokale basisvoorziening van de Gideonsgemeenten wordt een voorzet gegeven voor
een richting waarin het jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg zich mogelijk
verder kunnen ontwikkelen, waaronder het ontwikkelen van een centrum voor jeugd
en gezin. In haar brief aan de Tweede kamer van november 2006 schetst
staatssecretaris mevr. Ross-van Dorp, mede verwijzend naar bovengenoemde
documenten, welke richting de JGZ wat haar betreft op moet gaan binnen het
centrum voor Jeugd en gezin.
Scholen hebben vanaf 2010 een zorgplicht voor hun
leerlingen. Het is belangrijk dat deze zorgtaken goed aansluiten bij de zorg
zoals deze rond de scholen is georganiseerd en waarbinnen de JGZ een belangrijk
rol speelt.
Het mag duidelijk zijn dat JGZ niet op zichzelf staat, maar nauw
verbonden is met verschillende beleidsterreinen. In 2007 zullen bovenstaande
ontwikkelingen betrokken worden bij de gezamenlijke visieontwikkeling van de 8
gemeenten.
4.
Gemeentelijke voorwaarden met betrekking tot de herinrichting van de
I-JGZ-organisatie, organisatorische sturing
Om op regionaal niveau goed te kunnen
samenwerken hebben de 8 gemeenten besloten de coördinatie over de uitvoering
van de integrale JGZ aan de GGD over te dragen via een mandaatconstructie en
een daarbij behorende uitvoeringsregeling. Hiermee blijft de gemeente
(juridisch) verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg.
Proces van beleidsvorming naar uitvoering
De gemeenten stellen een regionaal beleidskader op. Aan de
hand van dit beleidskader stelt de GGD
ZHW een uitvoeringsplan op, daarbij geadviseerd door de thuiszorg. Dit
uitvoeringsplan bevat:
-
een
inhoudelijk deel, nl. alle producten 0-19 jaar (raming)
-
een
financieel deel, de totale kostprijs van alle producten
-
een
overzicht van te rapporteren gegevens (op basis van het beleidskader)
De gemeenten accorderen dit uitvoeringsplan dan genoemd
uitvoeringsovereenkomst.
De GGD-ZHW geeft op basis van de uitvoeringsovereenkomst een
subsidiebeschikking af aan de vier betrokken thuiszorgorganisaties in de regio
Zuid-Holland West voor de uitvoering van hun deel van de zorg. De GGD is er aan
gehouden om de huidige Thuiszorgorganisaties te blijven inschakelen.
Financiële constructie voor de nieuwe JGZ organisatie:
Vanaf 2008 geldt dat de 8 gemeenten 1 gezamenlijke opdracht aan de GGD
geven middels het beleidskader voor de uitvoering van het uniforme deel van het
basistakenpakket JGZ 0-19 jaar. Dit betekent dat de GGD in de gehele regio
zorgdraagt voor een eenduidig en gelijkwaardig pakket aan dienstverlening aan uniforme
taken 0-19 jaar[3].
·
De
meerjarenbegroting van de I-JGZ-organisatie nieuwe stijl dient budgettair
neutraal te zijn. Dit betekent dat de uitvoering dient te geschieden binnen de
budgetten/geldstromen zoals die in 2006 bekend zijn en ingezet worden voor de
0-19 jarigen zorg. (Zie bijlage 4.)
·
Frictie kosten
vanwege het herinrichtingsproces dienen zoveel mogelijk beperkt te worden.
Verwachting is dat dit zich alleen kan voordoen bij het niveau van de
regiomanagers. Indien er sprake is van boven formativiteit dan wordt dit in 1
jaar afgebouwd.
Huisvesting van de nieuwe organisatie
De GGD stelt vast welk deel van haar huidige
huisvestingskosten verband houdt met de JGZ 4-19 jaar. De GGD deelt dit bedrag
toe naar elk van de 8 gemeenten op basis van aantal inwoners. De decentrale
huisvesting van de GGD medewerkers binnen de IJGZ-locaties wordt hieruit
betaald. Indien er nog budget resteert dan vloeit dit terug naar de 8
gemeenten.
Electronisch kinddossier (EKD)
Implementatie van het geschetste inrichtingsmodel van de
JGZ-organisatie zal in 2007 ter hand worden genomen. De GGD,
Thuiszorginstellingen en de gemeenten hebben in gezamenlijkheid een
projectstructuur ingericht die uitvoering gaat geven aan een gezamenlijk
implementatieplan. De GGD is de eindverantwoordelijke voor de implementatie.
5.
Beleidsuitgangspunten voor inhoudelijke sturing van de uitvoering
Bij de gemeenten staat jeugdbeleid hoog op de agenda. De
problemen onder de jeugd worden complexer en vragen een integrale aanpak. De
JGZ en het brede terrein van het jeugdbeleid moeten in samenhang worden bezien.
Dit hoofdstuk gaat in op de inhoudelijke kaderstelling en prioritering in de
JGZ taken.
De gemeenten geven vanuit hun inzicht in de
gezondheid(problemen) van kinderen en jongeren en vanuit hun eigen
beleidsprioriteiten aan welke problemen bij de kop gepakt dienen te worden door
de JGZ. De JGZ heeft de taak hieraan invulling en uitvoering te geven. Tevens
heeft zij de taken om de gemeenten informatie te verschaffen en de
effectiviteit van de gebruikte methodieken en interventies inzichtelijk te
maken.
Voor de bovenstaande werkwijze is het nu nog te vroeg. Deze
zal in 2007 verder worden uitgewerkt en vertaald worden naar een beleidsmatige
cyclus.
Voor 2007 willen de 8 gemeenten echter aan de JGZ 0-19 jaar
wel een aantal inhoudelijke prioriteiten meegeven. Hiermee beogen de gemeenten
een deel van de activiteiten van de JGZ concreter te richten en meer inzicht te
krijgen in de inhoudelijke ontwikkeling van werkwijzen voor die doelgroep en
het effect van de gebruikte methodieken.
Voor de inzet van de JGZ 0 tot 19 jaar hebben de 8 gemeenten
een aantal algemene uitgangspunten, die als leidraad moeten dienen binnen de
uitvoering en de productontwikkeling:
-
vroeger
signaleren van problemen en risico’s
-
aanpakken
van risico’s, door zelf te handelen en/of te verwijzen
-
vraaggericht
en vanuit de behoefte (van o.m. ouders en intermediairen) te werken
-
vindplaatsgericht
werken
-
integraal
werken met deskundigen en instellingen in de lokale omgeving daar waar dit
versterkend werkt. Dit betekent ook dat er goed moet worden samengewerkt met
relevante ketenpartners waaronder BJZ.
-
inspelen
op de (landelijke en anderszins) ontwikkelingen en trends.
Preventieve taak van de JGZ
De basis van de preventieve taak van de JGZ 0-19 jarigen
ligt bij de uitvoering van een vastgesteld aantal contactmomenten in het kader
van het basistakenpakket (zie bijlage 3 voor uitgebreide informatie over het
basistakenpakket en het maatwerkdeel).
In de contactmomenten wordt gevolgd hoe de
ontwikkeling van een kind op een breed scala aan aspecten (medisch, sociaal
emotioneel etc.) verloopt. Indien er afwijkingen worden geconstateerd of
risico’s worden gesignaleerd wordt door de JGZ-professionals handelend
opgetreden.
De contactmomenten zijn dus belangrijke momenten
waarop vroegtijdig kan worden gesignaleerd of er redenen tot zorg zijn. Een
hoog bereik van de doelgroep tijdens de contactmomenten is van groot belang.
Gemeenten willen de uitvoerders van de JGZ aansturen op de bereikcijfers en
inzicht krijgen
in de risico’s en de effecten van het handelen.
Speerpunten in de uitvoering
Het benoemen van doelgroepen of risicogroepen binnen de JGZ
is een belangrijk deel van de ontwikkeling van beleid. Nadat de risicogroepen
gedefinieerd zijn, kan prioriteit gegeven worden aan bepaalde doelgroepen.
Voor 2007 kiezen wij
ervoor op grond van de in de regio beschikbare informatie drie
speerpunten te benoemen:
1. Vroegsignalering en doorverwijzing
2. Risicogedragingen- en factoren bij pubers (waarbij met
name psychische problemen, onveilig vrijen, overmatig alcohol gebruik, en
softdrugs gebruik)
3. Kinderen met overgewicht.
Ad 1: Vroegsignalering
Onder vroegsignalering wordt verstaan het zo vroeg mogelijk opsporen en onderkennen van
risicofactoren met betrekking tot de (psychische) gezondheid van jeugdigen. De
JGZ heeft als taak vanaf de geboorte adequate zorg en preventie te bieden aan
kinderen en ouders in risicosituaties. Zulke
risicozorg past in het wettelijk basistaken pakket.
De regiogemeenten
hechten grote waarde aan de volgende activiteiten van Vroegsignalering:
·
Het toe leiden van kinderen die in een dreigende achterstandsituatie
verkeren, naar de voor- en vroegschoolse educatie.
·
Het samenwerken en de samenwerking versterken met andere partners in het
veld die met kinderen werken.
Ad 2: Risicogedragingen- en factoren bij pubers:
Het gaat hier om die pubers die bedreigd wordt in hun
ontwikkeling als gevolg van bestaand risicogedrag en risicofactoren.
De risicogedragingen van pubers die er uitspringen zijn het
overmatig alcoholgebruik, drugsgebruik en onveilig vrijen, opvallendste
risicosituatie zijn de pubers met psychische stoornissen.
Ad 3: Kinderen met overgewicht
Een actueel en landelijk probleem onder kinderen en jongeren
is overgewicht. In de regio zijn cijfers bekend van de mate van overgewicht, op
basis van de Body Mass Index (BMI = gewicht/ lengte²).
Cijfers uit onderzoek laten zien dat van de meisjes één op
de zes overgewicht (13 % matig en 3 % ernstig) heeft en van de jongens een op
de acht (10 % matig en 3 % ernstig).
De gemeenten geven prioriteit aan het
ontwikkelen van uniform beleid binnen de I-JGZ betreffende de
signalering advisering/ voorlichting en interventie, en zonodig verwijzing van
kinderen met overgewicht.
Prestaties beleidsspeerpunten
Van de uitvoerders vragen we dat ze binnen het aanbod
(uniform en maatwerk) nadrukkelijk aandacht besteden aan bovenstaande
onderwerpen. De gemeenten beogen hiermee meer zicht te krijgen op de kwaliteit
van het aanbod en indien nodig een kwalitatieve impuls te geven aan de aanpak
van deze thema’s. Van de uitvoerders wordt een aantal prestaties gevraagd:
Met ingang van 2007 wordt een beleidsoverleg ingevoerd
tussen de 8 beleidsambtenaren JGZ, de sectormanagers JGZ en andere medewerkers
binnen de GGD en TZ die bij de beleidsontwikkeling betrokken zijn. Het doel van
het overleg is beleidsontwikkelingen, afstemming, terugkoppeling en
informatie-uitwisseling. (Hiermee zal het bestaande beleidsoverleg op DWO
niveau komen te vervallen).
Uitvoeringsplan van
GGD en TZ voor 2007
De plannings- en
verantwoordingscyclus begint met het regionaal beleidskader van de 8 gemeenten.
Op basis van het
beleidsplan formuleert de GGD, in samenspraak met de TZ-instellingen, jaarlijks
een uitvoeringsplan. In dit uitvoeringsplan formuleert de GGD op welke wijze de
beleidsmatige doelen aangepakt gaan worden. Dit uitvoeringsplan heeft zowel een
inhoudelijk deel, producten en diensten, alsmede een financieel deel; de kosten
van de uitvoering. Deze cyclus wordt in 2007 nader uitgewerkt.
Voor 2007 geldt dat de
gemeenten al afspraken hebben gemaakt voor het uniform deel van het
uitvoeringsplan. De inzet is gebaseerd op de geprognosticeerde grootte van de
doelgroep kinderen van 0 tot 19 jaar per gemeente per 1 januari 2007.
De GGD/TZ brengen de
aantallen per gemeente in beeld en vertalen deze naar de inzet van reguliere
contactmomenten (aantal), andere uniforme taken (bv spreekuren, vaccinatie
uren) en extra zorg taken (bv huisbezoeken op indicatie).
Daarnaast worden per
gemeente de afspraken over maatwerkactiviteiten opgenomen in het uitvoeringsplan.
Elke gemeente stelt dit door de GGD opgestelde uitvoeringsplan vast.
Verantwoording en
rapportages
Vanwege het uitvoeringsjaar 2007 zullen met de GGD en de TZ,
op basis van onderstaande bedrijfsvoeringsgegevens en gezondheidsinformatie,
nog nader afspraken gemaakt worden hoe de rapportages er in 2007 uit gaan zien.
Bereikgegevens
(definitie bereik in begrippenoverzicht, bijlage 3)
Bereikcijfers van
contactmomenten en vaccinaties: % bereik per genoemd item
Doelstelling
van de bereikcijfers:
Aanvaardbaar
is een minimaal bereik van 95% van de zuigelingen, 90% van de peuters, 90% bij
leeftijd 5 tot 14 jaar en 90% voor de vaccinaties 0-4 jaar 95% en 5-19 jaar
90%. Daar waar de bereikcijfers in 2006 hoger zijn, dienen deze op hetzelfde
niveau te blijven vanaf 2007.
Gezondheidsinformatie
De onderzoeken en de contactmomenten binnen de JGZ 0-19 jaar
hebben tot doel om een gezond opgroeien en een gezonde ontwikkeling van
kinderen te bewaken en om afwijkingen of risico’s vroeg-tijdig te onderkennen.
Hiertoe screenen de professionals van de JGZ op methodische wijze op een groot
aantal problemen en risico’s.
De 8 gemeenten willen 2 keer per jaar ( in april en
augustus) inzicht krijgen in de gesignaleerde gezondheidsrisico’s bij de groep
0 tot 19 jarigen. Daarnaast is het ook belangrijk om inzicht te krijgen in de
wijze waarop men op de signalering heeft gereageerd door zelf handelend op te
treden, dan wel te verwijzen.
In ieder geval worden de volgende gezondheidsgegevens
aangeleverd:
-
Het
aantal bereikte en gesignaleerde kinderen 0-19 jaar dat wordt aangemerkt als
risicokind, alsmede de reden daartoe.
Het overzicht bevat in ieder geval informatie over problemen en/of
risico’s omtrent: taalachterstand, gezondheid, gedrag, opvoeding, meervoudige
problematiek etc.
-
aantal
en soort handelingen/acties die de JGZ heeft ondernomen n.a.v. de signalering
van risico’s en problemen. Deze informatie bevat in ieder geval inzicht in:
eigen acties JGZ, aantal
verwijzingen naar soort instellingen (voorscholen, BJZ, huisartsen,
zorgadviesteams etc.).
-
een
indicatie van de belangrijke trends in de gezondheidstoestand van kinderen van
0 tot 19 jaar in de regio en per gemeente
Aanleveren
van bedrijfsvoeringsgegevens en gezondheidsinformatie
Bovenstaande
formatie wordt 2 keer per jaar door de GGD aangeleverd middels een
managementrapportage per gemeente op 1 april en 1 augustus. Hierin zijn ook de
financiële resultaten opgenomen. Naar aanleiding van de managementrapportages
vindt een overleg plaats tussen de gemeente en de sectormanager en
JGZ-regiomanager.
Middels
een jaarverantwoording worden de bedrijfsvoeringsgegevens en de financiële
resultaten door de GGD inzichtelijk gemaakt.
Procesevaluatie
De wethouders van de 8 gemeenten zullen geïnformeerd worden
over de voortgang van het implementatie- en ontwikkelingsproces. Deze
periodieke terugkoppeling zal ingaan op de ontwikkelingen binnen de werkgroepen
zoals genoemd in het “Plan van aanpak IJGZ” alsmede op de ontwikkelingen die in
dit beleids- en implementatiekader zij genoemd.
De terugkoppeling vindt plaats in april en augustus
gekoppeld aan de managementrapportages.
7. Aanpak in 2007
t.b.v. regionaal beleidskader voor de jaren 2008 en 2009
In 2007 wordt een nieuw en uitgebreider regionaal
beleidskader opgesteld, voor de jaren 2008 en 2009.
In het regionale beleidskader
2008-2009 komt te staan:
Ø
Aanleiding/inleiding
Ø
Wat houdt het regionaal beleidskader in
Ø
Wettelijk
kader JGZ 0-19 jaar en ontwikkelingen
Ø
Visie omtrent integrale JGZ en Opdracht/doel van de
integrale JGZ
Ø
Regierol gemeente
Ø
Relatie tussen het regionale en het lokale beleid.
Ø
Uitgangspunten, taken en verantwoordelijkheden van de
integrale JGZ
Ø
Netwerkontwikkeling en ketenvorming
Ø
Monitoring van de gezondheidssituatie onder de jeugd en
de inzet van beleidsadvisering (beleids-cyclus)
Ø
Uitvoering JGZ
·
Productenboek 0-19 jaar, keuze voor inzet producten uit
basistakenpakket, maatwerk etc. vanuit de beleidscyclus
·
Bedrijfsvoeringcyclus: productbegroting en financiën.
·
Het maken van productafspraken
·
Effectiviteit van programma’s meten
Ø
Verantwoording en afstemming
·
Vastleggen van productafspraken per jaar
·
Rapportages en periodiciteit
Ø Borging
regionale beleidscyclus (beschrijving beleidskader)
Het beleidskader zal elke 2 jaar
vernieuwd worden. De opzet van het eerste beleidskader 2008-2009 zal een
blauwdruk zijn voor de volgende cyclus van 2 jaar enz., enz.
Aanpak van de totstandkoming van de nota:
Deze nota wordt op integrale wijze opgesteld. Dat wil zeggen
dat alle 8 ambtenaren JGZ erbij betrokken worden, de wethouders JGZ en de
raadsleden van de 8 gemeenten.
De GGD en de TZ-instellingen worden ook betrokken bij de
inhoudelijke ontwikkelingen.
Eind 2007 dient de nota gereed te zijn.
Wat |
Wie |
Wanneer |
Verzamelen
ingrediënten en kaders voor de nota |
Werkgroep
Beleidskader en de andere ambtenaren JGZ |
Jan- febr
2007 |
Opstellen
van een discussienota |
Werkgroep
Beleidskader |
Febr 2007 |
Verkenningsbijeenkomst
wethouders 8 gemeenten |
Werkgroep
Beleidskader, en de andere ambtenaren JGZ |
Maart
2007 |
Visie
vormende conferentie voor de raadsleden van de 8 gemeenten |
Werkgroep
Beleidskader en de andere ambtenaren JGZ |
April
2007 |
Opstellen
conceptnota regionaal beleidskader |
Werkgroep
Beleidskader |
Maart-
juni 2007 |
Conceptnota
bespreken met de coördinatiegroep (TZ en GGD) |
Ambtelijke
projectgroep |
Juli 2007 |
Richtinggevend
advies wethouders JGZ |
Werkgroep
Beleidskader |
Aug 2007 |
Besluitvormingstraject College
en raad per gemeente |
Lokale
ambtenaren JGZ |
Sept/
okt/ nov 2007 |
Aanbieden
van de nota aan de GGD en TZ organisaties. |
Werkgroep
Beleidskader |
November
2007 |
8
Financiële
paragraaf
In 2007 zullen een aantal zaken opgepakt worden in het kader
van de regionale ontwikkeling van de I-JGZ waarvoor door de gemeenten middelen
ingezet dienen te worden.
Implementeren plan van aanpak
I-JGZ
In 2007 zal het plan van aanpak I-JGZ in de regio worden
uitgewerkt. Dit betreft een aantal werkgroepen onder aansturing van een
projectleider van de GGD. Vanaf maart 2007 zullen de beide sectormanagers van
de IJGZ de leiding van de werkgroepen overnemen. De werkgroepen gaan voor de
hele regio integrale plannen uitwerken op de terreinen:
-
organisatie
-
huisvesting
-
dienstverlening
-
communicatie
De werkgroepen worden aangestuurd door deelprojectleiders.
De deelnemers aan de werkgroepen zijn afkomstig uit de verschillende
organisaties. Uitgangspunt daarbij is dat de deelname aan de werkgroepen zoveel
mogelijk uit de staande formatie wordt gedaan.
Voor de bekostiging van een deel van het
deelprojectleiderschap is aanvullende financiering nodig. Dit bedraagt voor de
gehele regio €50.000. Alle gemeenten dragen daar naar rato van het aantal
inwoners aan bij.
Uitwerken beleidskader 2007
Voor het organiseren en uitwerken van het proces om in 2007
het regionale beleidskader voor 2008 en 2009 uit te werken, wordt een post
opgenomen van €20.000 voor externe ondersteuning. Deze externe ondersteuning
zal onder meer ingezet worden voor het schrijven van de nota en organisatie van
een conferentie IJGZ.
Activiteit |
Kosten |
Deelprojectleiderschap
plan van aanpak |
€ 50.000 |
Externe
ondersteuning regionaal beleidskader 2 2008-2009 |
€ 20.000 |
Totaal |
€ 70.000 |
Ontwikkelingen:
Gemeenten ontvangen de financiële middelen voor de
uitvoering van de JGZ 0-4 jaar nu nog via een uitkering van het Rijk, de
regeling specifieke uitkering (Rsu) JGZ 0-4 jaar. Momenteel wordt de uitvoering
van de JGZ landelijk geëvalueerd. De verwachting is dat er wijzigingen zullen
plaatsvinden in de financieringssystematiek en dat deze vanaf 1 januari 2008
van kracht zullen worden.
In bijlage 4 staan de voorwaarden
t.a.v. financiën en huisvesting.
In bijlage 5 staat een overzicht van
de toerekening van deze kosten per gemeente.
Bijlage 1:
Overzicht
regioteams
Regioteam |
Inwoners |
Formatie fte |
Westland
en Midden-Delfland |
115.000 |
23 |
Delft |
95.000 |
19 |
Rijswijk
en Pijnacker Nootdorp |
90.000 |
18 |
Leidschendam-Voorburg
Wassenaar |
100.000 |
20 |
Zoetermeer |
125.000 |
25 |
Totaal |
525.000 |
105 |
Bijlage 2:
Organigram
I-JGZ-organisatie.
Bijlage 3:
Basistakenpakket en begrippenlijst
In het Basistakenpakket is de preventieve gezondheidszorg
voor elk in Nederland woonachtig kind omschreven. Het basistakenpakket JGZ
bestaat uit zes productgroepen die uitgevoerd worden en die onlosmakelijk met
elkaar zijn verbonden:
1. Monitoring en signalering
2. Inschatten zorgbehoefte
3. Screeningen en vaccinaties
4. Voorlichting, advies, instructie en begeleiding
5. Beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen
6. Zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking.
Deze productgroepen worden uitgevoerd in zowel het
uniforme deel van het basistakenpakket als wel het maatwerkdeel. Gemeenten
hebben in het maatwerkdeel
keuzevrijheid bij de mate waarin en de wijze waarop zij de
maatwerkproducten aanbieden. Gemeenten moeten het zorgaanbod afstemmen op
de zorgbehoeften van groepen kinderen en op de gezondheidssituatie van de
kinderen in de gemeentelijke regio.
Contactmomenten
De basis van de preventieve taak van de JGZ 0-19 jarigen
ligt bij de uitvoering van een vastgesteld aantal contactmomenten in het kader
van het basistakenpakket.
De frequentie van de contactmomenten bij de 0 tot 4 jarigen
is elf keer. Bij de 4 tot 19 jarigen is dat drie keer. Bij de 0 tot 4 jarigen
ligt de nadruk bij het basistakenpakket. Bij de 4 tot 19 jarigen zorg ligt de
nadruk bij het maatwerkdeel.
Begrippenlijst
Aanwijzingsbevoegdheid |
De
bevoegdheid van de directeur van de GGD om JGZ-medewerkers per direct in te
zetten voor specifieke taken ingeval van calamiteiten. De directeur legt
hierover later verantwoording af. |
GGD |
De Gemeenschappelijke
Gezondheidsdienst Zuid-Holland West. |
JGZ 0-4 |
Jeugdgezondheidszorg
voor de 0 tot 4 jarigen in de regio. |
JGZ 4-19 |
Jeugdgezondheidszorg
voor de 4 tot 19 jarigen in de regio. |
I-JGZ |
Integrale
jeugdgezondheidszorg voor de 0 tot 19 jarigen in de regio. |
Regio |
De regio
Zuid-Holland West bestaande uit de gemeenten Leidschendam-Voorburg,
Pijnacker-Nootdorp, Midden Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland, Delft en
Zoetermeer. |
Rsu JGZ |
De
tijdelijke Regeling specifieke uitkering Jeugdgezondheidszorg. |
thuiszorgorganisaties |
De
thuisorganisaties in de Regio, te weten Zorgring, Florence, Valent RDB en
Maatzorg/de Werven. |
Beleidskader (regionaal) |
2 jaarlijks kader waarin de 8 gemeenten van de regio ZHW
schetsen welke doelen zij nastreven en welke taak/opdracht zij hiervoor
neerleggen bij de JGZ 0-19 jaar. |
Aanvullende Kaderstellende uitgangspunten |
Bijlage bij het beleidskader waarin een aantal
uitgangspunten zijn verduidelijk. |
Uitvoeringsplan |
Op basis van het beleidskader stellen de uitvoerders per
gemeente een plan op waarin wordt aangegeven op welke wijze ze de doelen van
de gemeenten denken te realiseren. Dit plan omvat een inhoudelijk doel, een
overzicht van producten, een begroting en een overzicht van rapportages. Dit
document heet uitvoeringsplan. |
Uitvoeringsovereenkomst |
In elke gemeente stelt het college van B&W het
uitvoeringsplan jaarlijks vast. De college mandateren de ondertekening van de
uitvoeringsovereenkomst (= positief besluit over uitvoeringsplan) aan de
wethouders. |
Mandaatbesluit |
Het besluit van de afzonderlijke gemeenten waarin zij de
bevoegdheid tot het beschikken op aanvragen om subsidies in het kader van de
JGZ mandateren aan directeur van de GGD. |
Uitvoeringsregeling mandaat JGZ |
Afspraken tussen de wethouders van de acht gemeenten en de
GGD inzake het waarborgen van de kwaliteit van de uitvoering van de
jeugdgezondheidszorg 0-4 jarigen en de wijze waarop de GGD zich verantwoordt
richting de gemeenten t.a.v. de I-JGZ. |
PGO |
Preventief gezondheidsonderzoek. |
Bereik |
het percentage
kinderen van 0 tot 4 jaar dat in zorg is ten opzichte van het aantal kinderen
woonachtig in een gemeente |
Aanvullende diensten |
Naast het Basistakenpakket kent de GGD Zuid-Holland
West aanvullende diensten. De aanvullende diensten zijn activiteiten die de
GGD op verzoek van gemeenten en derden kan leveren boven op de uitvoering van
het Basistakenpakket. Aan de aanvullende diensten zijn bepaalde voorwaarden
verbonden en er worden bepaalde tarieven voor gerekend; het bestuur stelt
deze tarieven jaarlijks bij de begrotingsbehandeling vast. De afspraken over
een aanvullende dienst worden in een contract vastgelegd. |
Maatwerkdiensten |
Taken die
het basistakenpakket aanvullen met het doel invulling en uitvoering te geven
aan lokale beleidsprioriteiten. |
Risicokind |
Een kind
van 0 tot 4 jaar dat wordt bedreigd in zijn ontwikkeling tot een zelfstandig
volwassene. |
Wmo |
Wet
maatschappelijke ondersteuning. |
WCPV |
Wet
collectieve preventie volksgezondheid. |
Bijlage 4:
Algemeen financieel:
1. De volgende
geldstromen worden onderscheiden:
1.
Uniformdeel
btp (basistakenpakket) 0-4 jaar: Tijdelijke regeling specifieke uitkering
(Rsu).
2.
Uniformdeel
btp 4-19 jaar binnen GGD-begroting.
3.
Maatwerk
0-19 jaar: voorheen TRV-regeling nu onderdeel van gemeentefonds.
4.
Maatwerkdeel
btp 4-19 jaar opgenomen in de GGD-begroting.
5.
Middelen
voor aanvullende diensten, zoals opgenomen in de GGD-begroting. (Deze worden
verder buiten beschouwing gelaten).
Uitzondering hierop zijn de middelen onder
punt 1, nummer 3: maatwerkmiddelen 0-19 jaar. Gemeenten stellen jaarlijks het
bedrag vast dat zij inzetten t.b.v. maatwerk 0-19 jaar.
De extra zorg is onderdeel van de
uniforme taken. Indien een gemeente andere afspraken wil dan de standaard
methode, kunnen alleen afspraken gemaakt worden over aanpassing de werkwijze.
Afspraken tussen
gemeente en GGD over inzet van maatwerk en aanvullende producten 0-19 jaar:
Jaarlijks wordt het gemeentelijke
budget voor maatwerk en aanvullende diensten binnen de GGD-begroting vast
gesteld.
Leidraad voor de invulling van deze producten
zijn het regionale beleidskader, het lokale beleid en vastgestelde
doelen/prioriteiten.
Gemeenten maken met de sectorleiding
en de regiomanager jaarlijks afspraken over de productinzet. Op basis van
product x prijs.
GGD-producten van andere sectoren
die betrekking hebben op de jeugd worden in deze product-beschrijvingen en
productbegroting betrokken (GVO, epidemiologie, GB en beleids-advisering etc.)
Uniforme taken en maatwerktaken en
aanvullende diensten. De uniform- en maatwerk-producten zijn wettelijk
vastgelegd en gemeenten zijn verplicht ze af te nemen. Bij maatwerk-taken is
sprake van beleidsvrijheid van gemeenten.
-Producten van 0-4 jaar: toerekening naar de uniforme taken van het basistaken-pakket.
Voor maatwerkproducten geldt dan een marginaal tarief.
-Producten van 4-19 jaar:
toerekening naar uniforme en maatwerktaken van het basistaken-pakket. Voor
aanvullende diensten/producten geldt een marginaal tarief.
De I-JGZ gaat binnen de huidige budgetten integrale functies voor arts,
verpleegkundige en assistent 0-19 jaar realiseren. Mogelijk dat om dit te
realiseren binnen deze functies meer diversiteit nodig is.
Andere aanpassingen binnen de formatie en inzet van functies die leiden
tot meer efficientie dienen ook aangepakt te worden.
Daarbij wordt ingezet op het optrekken alle dienstverbanden binnen de
IJGZ naar de GGD-norm van minimaal 0,5 FTE. Voorts kan gekeken worden naar de
inzet van functies op de basistaken. Dit is niet landelijk vastgelegd voor alle
taken.
Doel van bovenstaande is om efficiency voordeel te
realiseren. Het efficiency voordeel zal ingezet worden voor het verbeteren van
de kwaliteit, waaronder het integreren van functies.
Hiertoe dient een
plan van aanpak uitgewerkt te worden door de organisaties.
10. Een gebleken overschot op de
exploitatie van de begroting voor de jeugdgezondheidszorg vloeit terug naar de
gemeenten in de Regio die het aangaat of wordt in overleg met deze gemeenten
ten behoeve van de jeugdgezondheidszorg aangewend.
Huisvesting:
Bijlage 5:
Toerekening financiële middelen voor implementatie
Toerekening per gemeente van de benodigde financiële
middelen voor de implementatie van het plan van aanpak I-JGZ en het proces van
regionale visievorming en beleidsformulering 2007.
Gemeente |
Percentage |
Bedrag € |
Delft |
18,6 |
13.020 |
Leidschendam-Voorburg |
14,5 |
10.150 |
Midden-Delfland |
3 |
2.100 |
Pijnacker-Nootdorp |
7,8 |
5.460 |
Rijswijk |
9,3 |
6.510 |
Wassenaar |
5 |
3.500 |
Westland |
19,1 |
13.370 |
Zoetermeer |
22,7 |
15.890 |
Totaal |
100 |
70.000 |
#
[1] Sturingsadvies van Operatie Jong
[2] Leidschendam-Voorburg volgt vanaf 01-01-2008
[3] Op dit moment is in de regio
spraken van voor- en nadeel gemeenten m.b.t. inzet van RSU-middelen voor 0-4
jaar[3].
Deze voor- en nadelen zijn het gevolg van de toerekeningscriteria die VWS
hanteert en de negatieve effecten die dit heeft op de gemeenten met veel
vinex-locaties. Momenteel wordt de Rsu op inhoud en financiën geëvalueerd door
het rijk. In de evaluatie zal bovenstaande problematiek nadrukkelijk aan de
orde komen. De verwachting is dat vanaf 01-01-08 de toerekening naar gemeenten
zodanig zal worden aangepast dat de effecten van voor- en nadeel verdwijnen.
Er wordt daarom voorzien dat alleen in 2007 in onze regio nog sprake is van voor- en nadeel gemeenten
[4] Bureau Jeugdzorg, Schoolmaatschappelijkwerk/Algemeen Maatschappelijkwerk, Geestelijke Gezondheidszorg, Verloskundigen