Plan van aanpak

 

Integrale Jeugdgezondheidszorg

 

 

 

 

.

 

Opsteller:                      Coördinatiegroep IJGZ

 

Datum:                         13 november 2006

 

Document:                    Plan van aanpak I-JGZ

 

Versie:                         Concept 0.94

 

 

 

Inhoudsopgave

 

1     Inleiding.. 3

1.1      Beschrijving aanleiding en uitgangspunten van het project 3

2     Projectdefinitie. 6

2.1      Doel 6

2.2      Projectbegrenzing. 6

2.3      Start project 6

2.4      Risico’s. 6

2.5      Relaties met andere projecten. 6

2.6      Op te leveren resultaten. 6

2.7      Aanpak. 6

3     Projectinrichting.. 8

3.1      Rollen en taken. 9

4     Communicatie. 10

5     Beheersingsmechanismen. 11

5.1      Vervanging. 11

5.2      Overlegstructuur en rapportage. 11

5.3      Versiebeheer en projectarchief 11

6     Kwaliteitsplan. 12

7     Projectplanning.. 13

7.1      Externe afhankelijkheden. 13

7.2      Product decompositie, beschrijvingen en stroomdiagram.. 13

7.3      Planning. 15

7.4      Inzet 16

Voor het project organisatie is, voorzover nu te overzien, verder de inzet nodig van: 17

 


1           Inleiding

Dit plan van aanpak vormt de algemene basis van het project Integrale Jeugdgezondheidszorg.

 

Het Plan van aanpak beschrijft wat het projectdoel is, waarom het belangrijk is dit doel te bereiken, wie betrokken zijn bij het besturen van het project en wat hun verantwoordelijkheden zijn, hoe en wanneer het allemaal gaat gebeuren. Dit is een groeidocument. Er moet nog verder overleg plaatsvinden met de thuiszorgorganisaties en met de ambtelijke werkgroep die de juridische en financiële aspecten uitwerkt: de uitvoeringsregeling en het gemeentelijke beleidskader. Verder worden in de loop der tijd de deelprojectplannen toegevoegd.

 

1.1          Beschrijving aanleiding en uitgangspunten van het project

De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de integrale jeugdgezondheidszorg van de 0 tot 19 jarigen.  De zorg van de 4 tot 19 jarigen is van oudsher een taak van de gemeenten, die wordt uitgevoerd door de GGD Zuid-Holland West. Sinds de wijziging van de WCPV in 2003 zijn de gemeenten ook verantwoordelijk voor de 0 tot 4 jarigen zorg, die wordt uitgevoerd door de jeugdgezondheidszorg van de Thuiszorg. Om een betere doorlopende zorg aan kinderen en hun ouders en verzorgenden te kunnen bieden is een vergaande afstemming en samenwerking tussen GGD ZHW en de vier thuiszorgorganisaties die werkzaam zijn in het verzorgingsgebied noodzakelijk.

 

Vanaf januari 2007 is er in de regio Zuid-Holland West sprake van de start van een integrale uitvoering van de jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar onder coördinatie van de GGD ZHW. Om op regionaal niveau goed te kunnen samenwerken zijn de De colleges zijn voornemens de coördinatie over de uitvoering van de integrale JGZ een aantal taken aan de GGD over te dragen via een mandaatconstructie. Hiermee blijft de gemeente zelf (juridisch) verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg. De gemeenten stellen t dan ook een beleidskader op. Aan de hand daarvan stellen de  GGD ZHW en de thuiszorgorgansiaties een uitvoeringsplan op, waarbij de GGD coordineert. De GGD ZHW schakelt de vier betrokken thuiszorgorganisaties in de regio Zuid-Holland West in bij de uitvoering.

 

Als eerste zal de mandateringsregeling van de gemeenten door de colleges van B&W vastgesteld moeten worden en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsregeling. Daarna kan gestart worden met het inrichten van de contracten die de GGD afsluit met de gemeenten over de te leveren diensten. Het betreft hier diensten van 0 tot 19 jaar waarvoor deels de GGD en deels de thuiszorgorganisaties integraal verantwoordelijk zijn. Met de thuiszorgorganisaties worden daartoe door de GGD ZHW  uniforme contracten afgesloten.

 

Dit betekent dat:

·         elke gemeente jaarlijks met de GGD een contract afsluit over de te leveren diensten en producten.

·         afspraken over het basistakenpakket (uniform, extra zorg en maatwerk) en eventuele extra diensten worden meegenomen in de jaarlijkse begrotingscyclus

·         de GGD de beschikking krijgt over het budget (het uniforme deel en het maatwerkdeel) dat de acht gemeenten voor de jeugdgezondheidszorg beschikbaar stellen voor de 0 tot 19 jarigen

·         de GGD gemandateerd wordt om de subsidierelatie te onderhouden met de thuiszorgorganisaties.de beschikking krijgt over het budget dat de 8 gemeenten voor de jeugdgezondheidszorg beschikbaar hebben

·         de taken die door de thuiszorgorganisaties worden uitgevoerd, zijn geborgd in de contracten die door de directeur van de GGD met de thuiszorgorganisaties zijn afgesloten.

 

 

Zowel Operatie Jong, het ministerie van VWS als de “Gideonsgemeenten” staan op front office niveau de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin per wijk of gemeente voor. Deze centra moeten een centraal punt voor alle vragen van gezinnen over opvoeden en opgroeien bieden voor de leeftijdscategorie van – negen maanden tot 23 jaar. In deze centra wordt met meer organisaties samengewerkt: de jeugdgezondheidszorg medewerkers, pedagogen, maatschappelijk werkers, de huisarts, de verloskundige en de peuterspeelzaal. De regio Zuid-Holland West zal zo veel als mogelijk meegroeien met deze landelijke ontwikkeling.

 

 

 

 

Het ligt dan ook in de rede om te werken met een groeiscenario. Hierbij kunnen voor de korte termijn  uitgangspunten geformuleerd worden ten aanzien van de inrichting van de organisatie, de teams en overige onderwerpen:

 
Uitgangspunten inrichting organisatie

 

De directeur GGD sluit uniforme contracten af met de vier Thuiszorgorganisaties en de directeur sluit contracten af met de gemeenten over de te leveren producten en diensten.

Er is sprake van gezamenlijk management: één sectormanager JGZ van de GGD en één sectormanager JGZ manager van de thuiszorgorganisaties.

De sectormanager JGZ van de GGD legt verantwoording af aan de directeur van GGD; de sectormanager JGZ van de TZ legt verantwoording af aan de directies JGZ van de thuiszorgorganisaties. De Raden van Bestuur van TZ dragen verantwoordelijkheid voor de rapportage over de uitvoeringsovereenkomst aan de directeur van de GGD.

De sectormanager JGZ van de GGD en de sectormanager JGZ van de thuiszorg sturen gezamenlijk de regiomanagers aan.

In gezamenlijkheid en gelijkwaardigheid Gezamenlijk geven de beide managers uitvoering aan het contract en creëren de randvoorwaarden die nodig zijn voor de regiomanagers en de integrale teams. Op langere termijn wordt gestreefd naar integratie van functies

Voor elke regio is een regiomanager verantwoordelijk. Deze regiomanagers worden geleverd door GGD en TZ in een nog af te spreken verhouding. Gezamenlijk moet worden bekeken welke uitgangspunten hierbij worden gehanteerd.  In de centra zijn integrale teams werkzaam die uitvoering geven aan de activiteiten zoals omschreven in de uitvoeringsovereenkomst. De regiomanager is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het centrum, zoals roosters, planningen, vakantiedagen, teamoverleg, casuïstiekoverleg, randvoorwaarden, functioneringsgesprekken e.d.

 
Uitgangspunten teams

 

De integraal werkende teams bestaan uit medewerkers van de in die gemeente werkende thuiszorgorganisatie en de GGD, eventueel aangevuld met lokaal wenselijk andere deelnemende partners. Het tempo waarin de teams worden gevormd is mede afhankelijk van lokale omstandigheden.

Alle medewerkers en managers blijven in dienst van hun eigen organisatie. Daarmee blijven de rechtspositionele aspecten gewaarborgd

De 0 tot 19 jarigen zorg wordt uitgevoerd door teams die decentraal worden gehuisvest. Bij voorkeur wordt gebruikt gemaakt van de bestaande huisvesting van de consultatiebureaus. Voor wat betreft de kosten is de peildatum 1 januari 2005. Tevens zullen de locaties voor de backoffices bepaald moeten worden. Gestreefd wordt naar een zo efficiënt mogelijke formatie.

 

Overige uitgangspunten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schematisch ziet de organisatie er als volgt uit:

 

 

Figuur 1: Organisatie Integrale Jeugdgezondheidszorg

 

 

 

 

 

Implementatie

Gedurende de implementatiefase wordt een projectorganisatie in het leven geroepen. In de volgende paragrafen worden onder andere de projectdefinitie, de projectinrichting en de projectplanning beschreven.

 

 


2           Projectdefinitie

 

2.1          Doel

De doelstelling van het project Integrale Jeugdgezondheidszorg luidt:

 

Er voor zorgdragen dat per 1 januari 2007 op basis van de gemeentelijke uitvoeringsregeling de contracten  tussen de GGD en de Raden van Bestuur van de Thuiszorg en de contracten tussen de GGD en de gemeenten zijn afgesloten en er naar toe werken dat er per 1 januari 2008 een naar behoren functionerende integrale Jeugdgezondheidszorg is. Dit betekent dat de uitvoeringsorganisatie is ingericht en gefaciliteerd conform de door de gemeenten geformuleerde uitgangspunten en het beleidskader.

 

2.2          Projectbegrenzing

Het project eindigt om het moment dat de beoogde organisatie van start gaat, behoudens nazorg activiteiten.

Het project richt zich uitsluitend op het regelen van die resultaten die ook in de uiteindelijk beoogde organisatie tot de verantwoordelijkheid van de directeur GGD ZHW kunnen worden gerekend.

 

2.3          Start project

Het project start na goedkeuring van dit plan van aanpak op de bijeenkomst op 27 september 2006. Op deze bijeenkomst zijn de Raden van Bestuur van de vier thuisorganisaties aanwezig, de vier betrokken wethouders en de directeur van de GGD. Op basis van deelopdrachten starten de deelprojecten en leveren volgens planning deelproject plannen op.

 

2.4          Risico’s

Er geldt een aantal randvoorwaarden om de doelstelling van het Project Integrale jeugdgezondheidszorg te kunnen behalen. De gemeentelijke beleidskaders en de gemeentelijke uitvoeringsregeling moeten voldoende handvatten bevatten voor de GGD ZHW om zowel contracten met de thuiszorgorganisaties te kunnen afsluiten als de contracten met de gemeenten. Door gedurende het project een risicologboek bij te houden kan de projectleider continu monitoren in hoeverre de doelstelling van het project wordt bedreigd en eventueel in samenspraak met de opdrachtgever maatregelen (doen) treffen. Een risico dat nu reeds te voorzien is de resterende tijd voor de invoering. Dit leidt al naar een gefaseerde invoering.

 

2.5          Relaties met andere projecten

Afstemming met de volgende projecten is van belang:

·         Landelijke invoering Elektronisch Kinddossier

·         Beleidsgroep Opvoed- en ontwikkelingsondersteuning: samenbrengen van alle opgroei- en opvoedingsactiviteiten waarbij de JGZ de “voordeur” is.

·         Wet Maatschappelijke Ondersteuning

·         Evaluatie Regeling Specifieke Uitkering (RSU) door het ministerie van VWS (september 2006)

·         KlokSlag : dit project is gericht op de versterking van de bedrijfsvoering van de GGD ZHW en heeft impact op de proces- informatie- en organisatiestructuur en de P&C cyclus van de GGDZHW.

 

2.6          Op te leveren resultaten

De doelstelling van het project Integrale Jeugdgezondheidszorg wordt bereikt door de oplevering van de volgende hoofdproducten:

 

In de deelprojecten worden de daaraan ten grondslag liggende producten verder beschreven en uitgewerkt.

 

2.7          Aanpak

Er is gezien de resterende tijd tot 1 januari 2007 sprake van een gefaseerde invoering. Als eerste stap moeten de contracten met de GGD en Thuiszorg afgesloten zijn en de contracten tussen de GGD en de gemeenten.

 

Contracten

In de uitvoeringsregeling die onder verantwoordelijkheid van de ambtelijke projectgroep tot stand zal komen, staan de financiële randvoorwaarden beschreven. Aan de hand hiervan kan de directeur van de GGD ZHW starten met het inrichten van de contracten die afgesloten moeten gaan worden met de thuiszorgorganisaties en met de gemeenten. Deze contracten komen tot stand onder verantwoordelijkheid van de directeur, die hiervoor van de benodigde financiële en juridische expertise gebruik zal maken.

 

Daarnaast worden onder verantwoordelijkheid van projectleider de volgende deelprojecten gestart.

 

Deelprojecten

De uitvoering van het project zal plaatsvinden in een aantal parallelle deelprojecten. Elk deelproject richt zich op de oplevering van een van de hoofdproducten van dit project. Aldus worden de volgende deelprojecten onderscheiden:

1.       Organisatie

2.       Elektronisch Kinddossier (EKD)

3.       Samenwerking en dienstverlening

4.       Huisvesting

 

Per deeltraject wordt door de desbetreffende deelprojectleider een volledig deelprojectplan opgesteld waarin staat aangegeven welke producten en tussenproducten worden opgeleverd, welke aanpak wordt gehanteerd, welke planning wordt gehanteerd en welke middelen worden ingezet. Deze deelprojectplannen worden na definitieve vaststelling bijgevoegd als bijlage bij dit Plan van aanpak.

 

Fasering

In de eerste plaats ten behoeve van de beheersing is het project opgedeeld in fases. Conform de Prince 2 methode voor projectmanagement is tussen de fases ruimte voor bezinning. Dit komt er concreet op neer dat de projectleider per fase expliciete toestemming van de opdrachtgever nodig heeft om te mogen starten. De opdrachtgever neemt dit besluit op basis van een door de projectleider opgestelde rapportage over de afgelopen fase en een detailplanning en een eventueel bijgesteld plan van aanpak voor de volgende fase. Hierbij toetst de opdrachtgever met name of het project nog voldoende bijdraagt aan de geformuleerde hoofddoelstelling en of de aanpak en de daarvoor door de projectleider gevraagde middelen nog in verhouding staan tot het doel.

 

Fase 1: Analyse

In deze fase worden de bestaande en de gewenste situatie beschreven en worden uitspraken gedaan over de te verwachten impact van de benodigde veranderingen. De bevindingen worden besproken met de opdrachtgever en de coördinatiegroep. De analyse van de situatie vormt de basis voor de volgende fase.

Product(en): Analyse van de situatie

 

Fase 2: Inrichting

In deze stap worden de daadwerkelijke producten ontwikkeld en eventueel getest door het projectteam.

Product(en): Producten conform (aangepast) deelprojectplan.

 

Fase 3: Invoering

In de laatste stap worden de ontwikkelde producten overgedragen aan de organisatie. Eventueel worden medewerkers aanvullend opgeleid of getraind.

Product(en): Doelstellingen deeltraject bereikt.


3           Projectinrichting

In het onderstaande schema is weergegeven volgens welke projectstructuur aan de Integrale Jeugdgezondheidszorg wordt gewerkt. De gemeenten enerzijds en de thuiszorgorganisaties en de GGD anderzijds gaan in parallelle, maar nauw met elkaar verbonden trajecten aan de slag met de voorbereidingen.

 

Figuur 2: Projectorganisatie Integrale Jeugdgezondheidszorg GGD ZHW


 

 


De in grijs weergegeven elementen vallen buiten de reikwijdte van dit plan van aanpak.

 

 

3.1          Rollen en taken

 

Bestuur GGD ZHW c.q wethoudersoverleg

Het bestuur is initiator van de integrale jeugdgezondheidszorg, maar valt buiten het beschouwinggebied van dit plan van aanpak.

 

Opdrachtgever:

De opdrachtgever is eerste belanghebbende bij het projectresultaat en bewaakt of de door het project opgeleverde resultaten in voldoende mate bijdragen aan de hoofddoelstelling. De opdrachtgever stelt de projectleider c.q. opdrachtnemer in staat zijn opdracht uit te voeren door middel van het beschikbaar stellen van voldoende middelen. De rol van opdrachtgever wordt ingevuld door de Directeur GGD ZHW, Mw. M.T. Greidanus. De opdrachtgever vraagt advies aan de begeleidingscommissie en motiveert haar besluit in het geval van het niet opvolgenvan dit advies

De directeur is tevens verantwoordelijk voor de totstandkoming van de contracten met de thuiszorgorganisaties en acht gemeenten.

 

Begeleidingscommissie

De begeleidingscommissie wordt ingesteld door de besturen van de GGD ZHW en de Thuiszorgorganisaties en heeft als taak om vanuit een onafhankelijke positie (d.w.z. niet als onderdeel van de formele projectorganisatie) toe te zien op de kwaliteit van de door het project opgeleverde resultaten. Zij kijkt mee en brengt gevraagd, maar desgewenst ook ongevraagd advies uit aan de opdrachtgever. Bij elke overgang naar de volgende fase heeft de commissie een duidelijke rol.

De commissie bestaat uit de volgende leden: vertegenwoordiger van de Raad van Bestuur van de Thuiszorgorganisaties, twee wethouders en een lid van het Managementteam van de GGD. De projectleider I-JGZ neemt op uitnodiging als adviseur deel aan de vergaderingen van de begeleidingscommissie.

 

Opdrachtnemer c.q. /projectleider

De projectleider is de opdrachtnemer en is verantwoordelijk voor het behalen van het eindresultaat van het project. De opdrachtnemer draagt zorg voor de oplevering van de in het projectplan geformuleerde resultaten c.q. producten (tijdig, binnen budget en van voldoende kwaliteit). De projectleider wordt tot 1 maart 2007 aangesteld. Daarna wordt bekeken of een separate projectleider nog nodig is of dat de twee sectormanagers JGZ deze taak gezamenlijk kunnen overnemen.

 

Ambtelijke werkgroep

De ambtelijke projectgroep ontwikkelt vanuit de gemeenten en in nauwe samenwerking met het project I-JGZ van de GGD het beleidsmatig kader, de juridische aspecten, de financiële cyclus, het mandateringsbesluit en de uitvoeringsregeling. Dit vormt de basis voor het contract tussen GGD ZHW en thuiszorgorganisaties en de contracten tussen de GGD ZHW en de gemeenten.. De werkgroep bestaat uit Olga Lemmen (gemeente Pijnacker-Nootdorp), Marc Verkerk (gemeente Delft) en Erwin Knevelbaard (gemeente Wassenaar). De werkgroep overlegt regelmatig met de andere beleidsambtenaren van de betrokken gemeenten.

 

Coördinatiegroep

De coördinatiegroep bestaat uit sleutelfunctionarissen uit de betrokken organisaties, in ieder geval de twee sectormanagers JGZ . Vanuit de gemeenten is in elk geval de ambtelijke werkgroep vertegenwoordigd. Voorstellen vanuit de deelprojecten worden door deze groep besproken. Doel is een platform te creëren waarin de resultaten en vorderingen van het project kunnen worden besproken. Door gedurende de projectuitvoering regelmatig te overleggen met de coördinatiegroep moet inhoudelijke en procesmatige aansluiting worden gecreëerd/behouden tussen de organisaties en het project.

 

Projectondersteuning

Beheer projectarchief, organisatie en verslaglegging bijeenkomsten, communicatie, voortgangscontrole.

 

Deelprojectleider

De deelprojectleiders zijn onder directe aansturing van de projectleider en aan de hand van vooraf goedgekeurde deelprojectplannen verantwoordelijk voor de realisatie van bepaalde producten.

 

Projectmedewerker

De daadwerkelijke realisatie van de producten van het project wordt verzorgd door projectmedewerkers. Dit doen zij onder aansturing van een van de deelprojectleiders.

 

De ambtelijke projectgroep stelt de projectopdrachten vast voor de ambtelijke werkgroepen uitvoeringsregeling  IJGZ en het beleidskader IJGZ en bewaakt de voortgang. De voorstellen van deze werkgroepen worden in de coördinatiegroep besproken.


 

4                    Communicatie

 

Uitgangspunten voor de communicatie over de voortgang van de implementatie zijn:

 

 

 

De communicatie wordt nog verder uitgewerkt.


 

5           Beheersingsmechanismen

 

De projectleiders en deelprojectleiders werken op basis van vooraf vastgestelde plannen. Zij rapporteren tussentijds aan hun respectievelijke opdrachtgevers.  

 

5.1          Vervanging

De projectleider wordt bij afwezigheid vervangen door de opdrachtgever. De deelprojectleiders worden bij afwezigheid vervangen door de projectleider.

 

5.2          Overlegstructuur en rapportage

Rapportage en afstemming vinden plaats via de onderstaande overleg- en rapportagestructuur.

 

Opdrachtgeveroverleg

De opdrachtgever en de projectleider overleggen elke twee weken. Indien gewenst (door de opdrachtgever en/of de begeleidingscommissie) schuift bij dit overleg ook de voorzitter van de begeleidingscommissie aan. Van het opdrachtgeveroverleg wordt ten behoeve van de deelnemers een puntsgewijs verslag gemaakt.

 

Begeleidingscommissie

De begeleidingscommissie komt zo vaak bijeen als zij dit zelf nodig acht, maar ten minste bij elke faseovergang.

 

Projectgroep

De projectgroep houdt op weekbasis een voortgangsoverleg op basis van door de deelprojectleiders opgestelde voortgangsverslagen. Daarnaast zal m.n. in de opstartfase veelvuldig inhoudelijk afstemmingsoverleg nodig zijn. In het projectteam wordt een actie- en aandachtpuntenlijst bijgehouden.

 

Coördinatiegroep

De coördinatiegroep komt maandelijks bijeen en extra op initiatief van de projectleider of een van de deelprojectleiders als er zich een te bespreken onderwerp aandient. Van de overleggen van de coördinatiegroep wordt een verslag opgesteld.

 

Projectrapportage

De projectleider stelt telkens twee dagen voorafgaand aan het opdrachtgeveroverleg een korte projectvoortgangsrapportage op conform een sjabloon.

 

Voortgangsrapportage deelprojecten

De deelprojectleiders stellen telkens de dag voorafgaand aan het overleg van de projectgroep een korte voortgangsrapportage op (volgens sjabloon) en sturen deze aan de overige leden van de projectgroep.

 

5.3          Versiebeheer en projectarchief

De projectdocumentatie is toegankelijk voor alle projectleden via de L-schijf. Voor elk deelproject is een afzonderlijke map beschikbaar. Elk formeel projectdocument (product) is voorzien van versiebeheer op de wijze zoals toegepast in dit plan van aanpak. Conceptversies hebben als versienummer 0.x. Definitieve (d.w.z. door de opdrachtgever geaccepteerde) documenten zijn te herkennen aan het versienummer 1.x.

 

De deelprojectleiders zijn verantwoordelijk voor het beheer van de documentatie van hun deelproject. De projectleider beheert het archief van door de opdrachtgever geaccepteerde documenten (producten).


6           Kwaliteitsplan

 

In het algemeen geldt dat de projectleider respectievelijk de deelprojectleiders verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de opgeleverde producten. Per product wordt in een productbeschrijving opgenomen welke kwaliteit- c.q. acceptatiecriteria worden gehanteerd.

 

Dit wordt nog verder uitgewerkt.


 

7           Projectplanning

 

7.1          Externe afhankelijkheden

De ambtelijke werkgroep levert de uitvoeringsregeling op en het beleidskader 2007.

 

 

7.2          Product decompositie, beschrijvingen en stroomdiagram

 

Het onderstaande schema geeft aan welke hoofdproducten worden opgeleverd en welke producten uit de deelprojecten (voor zover nu reeds bekend). 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.3          Planning

 

Fase 0 – geplande datum gereed: 15 november 2006

 

go/no go- beslissing door opdrachtgever

 

Fase 1 – geplande datum gereed: 1 december 2006

·         Door colleges vastgestelde mandateringsbesluit

·         Uitvoeringsregeling mandaat IJGZ (op te leveren door ambtelijke werkgroep)

·         Opdrachtformulering deelprojecten

·         Afgeronde inventarisatie namen deelnemers aan werkgroepen

 

go/no go- beslissing door opdrachtgever

 

Fase 2 - geplande datum gereed: 1 januari 2007

 

Fase 3 - geplande datum gereed: 1 maart 2007

·         Plan van aanpak invoering

 

go/no go- beslissing door opdrachtgever

 

Fase 4  - geplande datum gereed: 1 januari 2008

Fase 5

 

 

 

 

 

 

 

7.4          Inzet

 

Naam

Functie/Rol

Periode

Inzet p.w.

Kosten

Te financieren uit:

Petra van Bommel

Ondersteuning contracten

Oktober 2006 tot januari 2007

3 dagen

xxxx

Reserves begroting GGD

Mariette Crasborn

Projectleider

Oktober 2006 t/m maart 2007

2 dagen

xxxx

Reserves begroting GGD

Francis van der Wilden

Projectondersteuning

mei 2006 t/m februari 2008

1 dag

-----------

Verschuiving taken binnen GGD

Marianne Engels

Deelprojectleider EKD (digitaliseren dossiers)

mei 2006 t/m februari 2008

2 dagen

------------

Verschuiving taken binnen GGD

Brigitte Prevos (GGD)

 

 

PM  (Thuiszorg)

Deelprojectleider organisatie

 

Deelprojectleider organisatie

mei 2006 t/m februari 2008

 

 

december 2006 t/m mei 2007

2 dagen

 

 

2 dagen

 

 

 

50.000 euro, te financieren door de 8 gemeenten

Verschuiving taken binnen GGD

p.m.

Deelprojectleider huisvesting/projectleider

Maart 2007 t/m februari 2008

2 dagen

p.m.

p.m.

p.m.

Deelprojectleider  samenwerking en dienstverlening/ sectormanager

Maart 2007 t/m februari 2008

2 dagen

p.m.

p.m.

 

Betrokkenheid van allle organisaties is van belang. De deelname van medewerkers in werkgroepen en dergelijken zal zoveel mogelijk georganiseerd worden in bestaande structuren. De personele invulling in het project zal dus uit de bestaande capaciteit gehaald worden en zo efficient mogelijk. 

 

 

Voor het project organisatie is, voorzover nu te overzien, verder de inzet nodig van:

De inschatting is 0.5 tot 1dag per maand per medewerker.

 

 

Voor het project EKD, is voorzover nu te overzien, verder de inzet nodig van:

De inschatting is 0.5 tot 1 dag per maand per medewerker

Indien gekozen wordt voor het digitaliseren van bestaande dossiers in 2007, wordt daar een separaat deelprojectplan voor opgesteld.

 

 

Deelproject Huisvesting

Op dit moment is niet exact duidelijk in welke gemeenten al locaties zijn gerealiseerd en of de inrichting voldoet aan het programma van eisen. De GGD werkt, samen met de verantwoordelijke portefeuillehouder,  aan een notitie huisvesting waarin duidelijk gemaakt wordt hoeveel formatie er per gemeente op termijn beschikbaar is en welke consequenties dit heeft voor de centrale huisvesting in Delft, Zoetermeer en Rijswijk.
Per GGD regio moet er een handboek huisvesting komen.
Voorstel is om drie werkgroepen huisvesting op te zetten waarin de TZ en de GGD vertegenwoordigd zijn. De TZ zal voorzitter zijn van de werkgroepen. De ervaringen in Delft worden meegenomen.
De werkgroep opdracht moet krijgen om te beschrijven wat op korte, middellange en lange termijn gerealiseerd moet zijn.
Voorstel:

- per GGD regio een werkgroep huisvesting ( 3 werkgroepen)
- in het programma van eisen wordt geregeld: huisvesting, financiën, inrichting, programma van eisen en de taken en rollen
- het voorzitterschap is in handen van de TZ
- de projectleider zorgt voor het contact tussen de werkgroepen en de afdelingen facilitaire zaken van de gemeenten
- de projectleider verstrekt de opdracht en bewaakt het proces

Dienstverlening en Samenwerking /Deelplan Communicatie

De ambtelijke werkgroep stelt voor eind december 2006 een kort beleidskader op voor 2007.  In de loop van volgend jaar wordt er een rijker beleidskader opgesteld voor de komende jaren. Dan zal ook het concept dienstverlening en samenwerking verder uitgewerkt kunnen worden.
Belangrijk hierin is de visie van de gemeenten op het integraal werken.
Input vanuit de medewerkers is belangrijk daarom wordt er begin 2007 een startconferentie georganiseerd. Dit moet nog uitgewerkt worden door de nieuwe sectormanagers.

Voorstel is dat:
- de sectormanagers de opdracht krijgen om te beginnen met de werving van de regiomanagers. Streven is dat de sectormanagers op 1 januari 2006 starten en dat de regiomanagers, voor zover mogelijk per maart 2007 geworven zullen zijn. Dit zou kunnen omdat de regiomanagers uit de interne organisatie komen.
- de werkgroep communicatie zal begin volgend jaar een regionale werkconferentie voorbereiden en gedurende het hele traject zorgen dat de medewerkers geïnformeerd worden
- de projectleider IJGZ Mariëtte Crasborn beschrijft de opdracht.