Geacht college,

 

  1. Inleiding

 

Burgers moeten zoveel mogelijk zelf voorzien in hun kosten van bestaan. Het uitgangspunt van de Wet Werk en Bijstand is dan ook dat de afhankelijkheid van een uitkering zo kort mogelijk moet duren. Burgers die een uitkering ontvangen worden zo snel mogelijk doorgeleid naar een zelfstandige bestaansvoorziening. Indien dit noodzakelijk is biedt de gemeente hierbij hulp in de vorm van re-integratietrajecten.

 

Een van de voorwaarden voor het volgen en het slagen van een dergelijk traject is het bieden van voldoende mogelijkheden van kinderopvang.

 

Voor klanten die een uitkering ontvangen van de gemeente kunnen de kosten van de kinderopvang gedurende het re-integratietraject worden vergoed op basis van de Wet Kinderopvang.

Indien het traject succesvol wordt afgerond doordat de betrokkene er in slaagt, na of tijdens het traject werk te vinden, dan kan men gebruik blijven maken van de kinderopvang. Wel is dan sprake van een andere financieringssystematiek.

 

Een vrijwilliger, die in verband met de vrijwilligersactiviteiten kinderopvang nodig heeft, kan geen beroep doet op een vergoeding van de kosten van de kinderopvang op basis van de wet.

 

Doel van deze notitie is om een kader te geven waarmee vrijwilligers, onder bepaalde voorwaarden toch aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor de kosten van kinderopvang.

 

Deze notitie en dit voorstel heeft uitsluitend betrekking op burgers die een uitkering ontvangen van WIZ. Voor burgers die geen uitkering ontvangen van WIZ wordt een beleid ontworpen.


In dat nieuwe beleid wordt rekening gehouden met nieuwe ontwikkelingen rond vrijwilligerswerk (m.n. mantelzorgers) als gevolg van de totstandkoming van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

 

 

  1. Kinderopvang na het re-integratietraject

 

Niet alle re-integratietrajecten worden succesvol afgesloten, bijvoorbeeld omdat betaald werk niet haalbaar is voor de betrokkene. In die gevallen kan sociale activering, bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk wel een optie zijn. Sociale activering is een instrument om burgers actief bij de samenleving te (blijven) betrekken. De WIZ-klant die in het kader van sociale activering actief is kan geen vergoeding krijgen van de kosten voor kinderopvang.

 

Apart doelgroepenbeleid

In de Wet Kinderopvang zijn een aantal doelgroepen genoemd waarvoor de gemeente een deel van de kosten moet vergoeden. Het is de gemeente toegestaan om daarnaast nog andere doelgroepen te benoemen voor wie zij de kinderopvang mogelijk wil maken. De gemeente moet hiervoor haar eigen middelen aanwenden.

 

Geen bijzondere bijstand

Bij de invoering van de Wet Kinderopvang is besloten om de kosten van kinderopvang uitsluitend te vergoeden op basis van de Wet Kinderopvang of vanuit het gemeentelijk budget kinderopvang (eigen doelgroepen beleid).

 

Vanaf dat moment wordt niet langer bijzondere bijstand verstrekt voor de kosten van de kinderopvang. Bij de invoering van de Wet kinderopvang is een onderzoek gedaan naar het aantal gevallen waarin middels de bijzondere bijstand, in het geval van vrijwilligerswerk, een vergoeding werd verstrekt voor de kosten van kinderopvang. Daar was toen nauwelijks sprake van.

 

Vrijwilligers; sociale activering

Zoals reeds werd vermeld kunnen vrijwilligers of klanten in een traject naar sociale activering op dit moment geen aanspraak maken op een vergoeding van de kosten voor kinderopvang uit het budget kinderopvang.

De gemeente heeft een belang om kinderopvang ook voor deze groep mogelijk te maken. Deze nieuwe beleidslijn dient uit eigen middelen te worden bekostigd. De verwachting is dat in de toekomst incidenteel sprake zal zijn van een situatie waarin een klant een vergoeding voor kinderopvang nodig heeft tijdens vrijwilligerswerkzaamheden. De te verwachten financiële consequenties bedragen € 15.000,- tot maximaal € 30.000,- die binnen het bestaande budget opgevangen kunnen worden.

 

Eventuele partners

Als er sprake is van een werkende partner is een vergoeding kinderopvang niet aan de orde. De klant kan dan een beroep doen op de werkgever van de partner of de compensatieregeling via de belastingdienst.

 

Als er een niet-werkende partner is dan kan deze de zorg voor de kinderen op zich nemen, tenzij deze partner op dat moment een traject volgt.

 

3.       Werk boven inkomen

 

Werk boven Inkomen is het uitgangspunt van de Wet Werk en Bijstand en is het uitgangspunt voor gemeentelijk beleid. Echt werk gaat voor vrijwilligerswerk.

 

Dit betekent dat vóór dat een vergoeding wordt verstrekt voor de kosten van kinderopvang (in het geval van vrijwilligerswerk) vastgesteld moet zijn dat er op dat moment geen mogelijkheden zijn voor betaalde arbeid (bijvoorbeeld door een niet succesvol afgerond traject).

 

  1. Vergoeding kosten kinderopvang

 

De kosten van de kinderopvang worden gedurende een traject volledig vergoed. In het geval van een sociaal-medische indicatie betaalt de betrokkene 6% als eigen bijdrage. Als de klant werkt dan betaalt men een eigen bijdrage van 3,5% tot 7% afhankelijk van de situatie en het inkomen.

 

Er wordt voorgesteld om vrijwilligers die een beroep doen op de kosten van kinderopvang geen eigen bijdrage op te leggen. Enerzijds omdat de kosten niet opwegen tegen de opbrengsten, anderzijds omdat het opleggen van een eigen bijdrage niet stimulerend werkt voor het verkrijgen of behouden van vrijwilligerswerk.

 

  1. Voorstel

 

Resumerend wordt voorgesteld:

  1. Een bijdrage van 100% verstrekken voor de kosten van kinderopvang indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

o        de betrokkene is alleenstaand ouder of er is een partner die niet voor de kinderen kan zorgen omdat deze een traject volgt;

o        de kinderopvang heeft betrekking op kinderen tot maximaal 12 jaar;

o        de gevraagde vergoeding heeft geen betrekking op periodes die het kind (de kinderen) op school doorbrengen;

o        er is vastgesteld dat voor de betrokkene betaald werk niet tot de mogelijkheden behoort (bijvoorbeeld door het niet succesvol afronden van een traject, c.q. sociale activering);

o        de betrokkene ontvangt een uitkering via WIZ.

  1. Er wordt in deze gevallen geen eigen bijdrage opgelegd.
  2. De toetsing vindt plaats door het loket kinderopvang;
  3. De mogelijkheid van een registratie bezien in GWS;
  4. Onderzoek IC na 1 jaar;
  5. Het ontwerpen van een nieuw doelgroepenbeleid, rekening houdend met de WMO en de positie van mantelzorgers.

 

 

 

R. Diemers