Projectplan BOS - Wippolder

 

1. Vooraf

 

BOS – projecten in Delft

 

De gemeente Delft meldde eerder  vijf BOS – projecten aan voor ondersteuning vanuit de BOS – Impuls. Bewust was daarbij gekozen om voor elk van de vijf benoemde gebieden een andere achterstand  te benoemen en de doelgroep te variëren. Dit  moet na afloop van de diverse projectperioden tot een samenhangend BOS – Model leiden, dat inzicht geeft in de waarde van het middel sport, spel en bewegen voor bepaalde achterstanden en doelgroepen. Een model dat vervolgens ook elders toegepast kan worden.

 

Reeds ingediende en door VWS gehonoreerde projecten:

 

Projectgebied

Doelgroep

Achterstand

Looptijd

Tanthof

4 - 12 jaar

Gezondheid fysiek

01-01-05 t/m 31-12-08

Hof van Delft/ Voordijkshoorn

13 - 19 jaar

Integratie en participatie

01-01-05 t/m 31-12-08

Vrijenban/ Brasserskade

16 en 17 jaar

Overlast

01-01-05 t/m 31-12-08

Voorhof/Poptahof

8 - 12 jaar

Onderwijs

01-01-06 t/m 31-12-09

Buitenhof/Rode Dorp/

Eraflats/Gillis/Fledderus

Allochtone meisjes

8  - 12 jaar

Sportdeelname

01-01-06 t/m 31-12-09

 

Aanvragen per 1 april 2006:

 

Projectgebied

Doelgroep

Achterstand

Looptijd

Poptahof Noord en Buitenhof Noord

4 – 8 jaar

Vitaliteit

01-08-06 t/m 31-12-09

Wippolder

10 - 19

Sportdeelname

01-08-06 t/m 31-12-09

Delft (uitgezonderd Vrijenban)

10 - 19 jaar

Sportdeelname +

Overlastgevende groepen jeugd en jongeren

01-08-06 t/m 31-12-09

 

Dit projectplan hoort bij de aanvraag voor BOS – Wippolder

 

 

 

 

 

 

2. BOS – project Wippolder

 

Het  BOS – project Wippolder is als volgt gedefinieerd:

 

Definitie project BOS – Wippolder

- achterstand: sportdeelname

 

- gebied: wijk Wippolder

 

- doelgroep: tieners en jongeren 10 – 19 jaar

 

- doelstellingen:

 

  hoofddoelstelling:

  - sportdeelname zodanig vergroten dat de doelgroep aan de norm gezond bewegen voldoet;

 

  subdoelstellingen:

  - vergroten participatie

  - verbeteren leefbaarheid in het gebied

  - bevorderen integratie

  - verbeteren sociale samenhang in het gebied

 

- tijdsduur: vier jaar

 

- aanpak:

  activiteiten ontwikkelen, organiseren en uitvoeren op het gebied van:

 

  - sport, spel en bewegen

  - elkaar ontmoeten, respecteren en waarderen

  - leefbaarheid in de wijk

  - sociale samenhang in de wijk

  - deskundigheidsbevordering

  - samenwerking

  - gezonde leefstijl

 

- partners: politie, Breed Welzijn Delft, scholen, sportorganisaties, commerciële sportinstellingen 

  buurt/wijkwerk, jongerenwerk, (naschoolse) opvangorganisaties, opleidingsinstituten, JGZ team

  Wippolder, TU Delft, zelforganisaties

 

Het project heeft raakvlakken met:

 

-          Project Sport en bewegen 50+ (ontwikkelen in 2006, uitvoering 2007 t/m 2009; raakvlakken op het gebied van voorzieningen, participerende organisaties en ontmoeting tussen jong en oud(er))

-          Dagarrangementen (ontwikkelen in 2006, uitvoering 2007 en verder; raakvlakken op het gebied van activiteiten, voorzieningen, participerende organisaties)

-          Wet Maatschappelijke Ondersteuning (prestatievelden 1 – bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid in de wijk, en 2 – op preventie gerichte ondersteuning van jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Wijkanalyse

 

Brede School

Uit cijfers van het project Brede School, dat inmiddels ook in de Wippolder activiteiten organiseert, blijkt dat de deelname aan sportactiviteiten in deze wijk fors achterblijft bij de andere wijken:

 

Programma najaar 2005 Programma voorjaar 2006

 

Wijk                 groep 7            groep 8            groep 7            groep 8

Tanthof             73                    67                    59                    42

Hof van Delft      61                    64                    65                    62

Buitenhof          51                    61                    32                    45

Binnenstad       38                    41                    47                    43

Voorhof             27                    42                    29                    40

Vrijenban          20                    29                    17                    13

-------------------------------------------------------------------------------------------------

Wippolder         14                    14                    15                      3

 

(Getallen in procenten)

 

Sportdeelname

De lijn van achterblijvende sportdeelname blijkt ook uit de JGZ – registratie 2003 – 2004. Gemiddeld doet 28% van de Delftse jongeren niet aan sport, in de Wippolder is dat percentage 34%. Slechts de wijken Voorhof en Buitenhof scoren nog slechter (respectievelijk 66% en 55%), hetgeen verklaarbaar is door het hoge aandeel allochtone bewoners in die wijken. 

 
Verkeer en speelplekken

De wijk Wippolder ligt ingesloten tussen grote en druk gebruikte verkeersroutes, ingeklemd tussen de A13, Kruithuisweg (verbinding A13 – A4), centrale aansluitingsweg van  Delft op A13 en het Schiekanaal. Het gaat om een compact woongebied, dat weinig ruimte voor buiten spelen overlaat. Dat blijkt ook uit de inventarisatie van het aantal speelplekken per wijk in de Stadsbarometer 2003. De Wippolder telt het laagste aantal speelplekken van alle Delftse wijken. In de Wijkbarometer 2006 verwachten Wippolderbewoners op termijn een tekort aan voorzieningen voor tieners en jongeren.

 

Ambulant Tiener- en Jongerenwerk

Het ambulant tiener – en jongerenwerk heeft dagelijks met jeugd en jongeren in de Wippolder te maken. Uit een interview blijkt dat er in ieder geval drie plekken in de wijk zijn waar overlast door jongeren regelmatig plaatsvindt. Daar zijn ongeveer 110 jongeren bij betrokken. Kenmerken van de jongeren uit die groepen: ze doen niet aan sport en zijn evenmin actief bij activiteiten in organisatorisch opzicht. De groep jeugd en jongeren die risico lopen om in een overlast gevende groep terecht te komen is overigens nog groter.

Het aantal meldingen van overlast in de wijk Wippolder bedraagt ruim 100 per jaar. Daarbij moet ingecalculeerd worden dat mensen na een paar keer melden, daarmee stoppen. Ook is er bij sommigen angst voor wraakacties van jeugd en jongeren, waardoor geen melding plaatsvindt. Meldingen van overlast komen binnen bij gemeente, politie en woningbouwvereniging. Daarbij ook meldingen van bewonersverenigingen, waarbij één melding dan veelal gebaseerd is op een reeks klachten van diverse personen.

De piek in het aantal meldingen van overlast ligt in de zomermaanden, hetgeen logisch is gezien de betere weersomstandigheden die in de openlucht vertoeven bevordert.

Naar het idee van de ambulant jongerenwerker is de situatie in de Wippolder slechter dan in andere wijken.

 

Inkomen

Uit het statisch Jaarboek 2004 van de gemeente Delft blijkt dat het gemiddeld inkomen van huishoudens in de Wippolder het laagst is van Delft (92,8 op een schaal van Nederland = 100). Het aantal huishoudens met een sociaal minimum inkomen is in de Wippolder 15,4%, het Delftse gemiddelde is 14,4%.

 

Gewogen leerlingen

Het aantal ‘gewogen leerlingen’ volgens het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid op de drie scholen in het projectgebied: Cornelis Musius 65% en Prins Maurits 29%. De Cornelis Musiusschool heeft daarmee de op vier-na-hoogste score in Delft (totaal 31 scholen). Het Delftse gemiddelde bedraagt 25%.

 

Jeugdgezondheidsprofiel

Voor de Wippolder is door een werkgroep van de Jeugdgezondheidszorg het ‘Jeugdgezondheidsprofiel 2003 – 2004’ als instrument ontwikkeld voor een analyse  van jeugd en jongeren van 0 – 19 jaar in die wijk. Een aantal kerncijfers daaruit:

-          het allochtone deel van de jeugd en jongeren bedraagt voor de hele wijk 17%; de buurt Wippolder Zuid is het percentage: 29%;

-          het aantal inwoners dat niet actief is in het arbeidsproces is voor de hele wijk 17%; voor de buurt Wippolder Zuid is dat 26%, voor de Professorenbuurt 25%;

-          het percentage huishoudens met lage inkomens is voor de gehele wijk 43%; in de buurt Wippolder Zuid is dat 49%, in de Professorenbuurt 50%;

-          het percentage huishoudens met hoge inkomens is gemiddeld 16%; voor Wippolder Zuid ligt dat op 11%, voor de Professorenbuurt 8%.

 

Opmerkingen in de rapportage over het Jeugdgezondheidsprofiel:

-          ‘Er vindt instroom plaats van mensen met een lage SES (Sociaal Economische Status) vanuit den Haag en Zoetermeer, terwijl uitstroom van mensen met een hoge SES plaatsvindt naar randgemeenten (Vinexwijken)’

-          ‘Binnen de wijk Wippolder wordt ervaren en geconstateerd door de professionals dat in bevolkingsgroepen met een lage SES soms sprake is van problemen op het gebied van opvoeding en gezondheid. En dat aanmelding bij het JGZ – centrum onvoldoende geschiedt’.

-          ‘Er zijn relatief meer één oudergezinnen dan in andere wijken en ouders met psychiatrische/verslavingsproblematiek’

-          ‘De professionals constateren dat er veel multiprobleemgezinnen voorkomen. Tevens is volgens de politie Haaglanden de criminaliteit binnen een gezinssituatie een verschijnsel dat optreedt’

-          ‘Kinderen van bewoners met een hoge SES gaan vaak naar een basisschool buiten de wijk’

-          ‘Binnen de wijk kan onderscheid gemaakt worden in de diverse culturele groepen: migranten, vluchtelingen en daarbij de landen van herkomst. Iedere groep vraagt een andere aanpak en binnen de groepen is de diversiteit ook groot’

-          ‘bij de tieners heeft 10% moeite in de omgang met leeftijdgenoten, zijn hyperactief of hebben concentratieproblemen. Tevens is er weinig ambitie en verlaagd toekomstperspectief. Dit kan leiden tot allerlei uitwerkingen en excessen’

 

Wijkcoördinator en Programmamakelaar Brede School

Hoofdpunten uit informatie vanuit het gemeentelijk vakteam Wijkzaken (wijkcoördinator) en het project Brede School (programmamakelaar) over de wijk Wippolder:

-          jeugd bivakkeert veel op straat

-          er is weinig speelgelegenheid

-          wel aanwezige voorzieningen (zoals een modern ingericht trapveld) worden onvoldoende gebruikt

-          er treedt groepsvorming op

-          sommige groepen gaan niet goed met elkaar om

-          groepen veroorzaken overlast

-          integratie lukt niet goed

 

Wijkprogramma’s

Jaarlijks wordt door de gemeente met de bewoners van de wijken een Wijkprogramma opgesteld, waarin aan de hand van geconstateerde knelpunten/geuite opmerkingen van bewoners acties voor het komende jaar worden aangegeven. Daaruit blijkt dat jongeren klagen dat er weinig voor hen te doen is, dat buurtbewoners over allerlei vormen van overlast klagen en dat men een teruglopende sociale samenhang tussen buurtbewoners opmerkt.

 

 

 

 

Conclusies

 

Op basis van voornoemde gegevens kan een aantal conclusies getrokken worden. Er lijken te weinig voorzieningen voor tieners en jongeren en jongeren te zijn, hoewel het gebied wel twee buurthuizen (Wippolder en Onder de Schie), een jongerencentrum (Muyskenlaan) en de nodige omliggende sportvoorzieningen (Instructiebad en het recreatiegebied de Delftse Hout met diverse sportvoorzieningen, sportparken Pauwmolen en Kruithuisweg Oost en West – deze sportparken worden overigens van de wijk Wippolder gescheiden door snelwegen, hetgeen extra inspanning vergt om het deel van  doelgroep met een niet-actieve leefstijl die drempel te laten nemen) telt. Daarnaast nog de sportaccommodatie van de TU Delft en commerciële sportinstellingen als een sportschool, squashhal, tennishal.

Voor wat betreft de jongerencentra kan als verklaring worden opgemerkt dat deze door sommige groepen regelmatig gebruikt worden en wel zodanig dat andere groepen er niet welkom zijn. Tienergroepen zijn meer in buurthuizen te vinden.

De opmerkingen van de tieners en jongeren dat ‘er weinig te doen is’ past bij het feit dat de wijk het laagste aantal speelplekken van Delft heeft en de geconstateerde inactiviteit van de doelgroep. Dat laatste uit zich in zeer lage deelname aan Brede School sportactiviteiten en een beneden gemiddeld  aantal sporters onder de tieners en jongeren. Daarmee kunnen voorkomen van verveling en rondhangen, met de vaak daaropvolgende meldingen van overlast verklaard. Ook de aangegeven opvoedproblemen dragen hier aan bij. Dat leidt tot gedragsproblemen bij een deel van de doelgroep, en het niet goed met elkaar kunnen opschieten van verschillende tiener - en jongerengroepen in het gebied.

Tegelijk wordt de sociale samenhang, die vanouds in deze arbeiderswijk groot was, minder door de verhuisbewegingen. Alles bij elkaar leidt het tot een verminderde leefbaarheid in het gebied.

Er zijn dus wel voorzieningen, maar deze zijn of onvoldoende bekend, of dagen de doelgroep onvoldoende tot niet uit, of er worden onvoldoende passende activiteiten ontwikkeld. Daarnaast worden de  gebruiksmogelijkheden door ‘clanvorming’ beperkt. Ook lijkt er onvoldoende stimulans te zijn voor tieners en jongeren om een gezonde, sociale en actieve leefstijl te ontwikkelen. Dit alles leidt gemakkelijk tot de vicieuze cirkel: weinig ambitie – weinig kans – weinig uitdaging – weinig ambitie, waarbij tijd en energie vervolgens aan maatschappelijk minder wenselijke activiteiten worden besteed.

 

4. Kansen

Om tot een kansrijke aanpak van geconstateerde problematiek te komen, is het belangrijk de mening van de doelgroep daarbij te betrekken. In 2005 vond het Dimensus beleidsonderzoek plaats, waarin de centrale vraag was wat er bij jongeren tussen 13 en 17 jaar leefde. De favoriete vrijetijdsbesteding was uitgaan (50%), gevolgd door computeren (42%) en sporten (38%). Frappant was dat de nummer één behoefte ‘meer sporten’ was: 27% maakte die opmerking. Daarbij sloten de gewenste voorzieningen aan: meer en betere trapveldjes stelde 33% van de jongeren (in Wippolder 38%), als nummer één – wens. Een jongerencentrum (25%) was wens nummer twee. Op de vierde plaats van het wensenlijstje staat een basketballveld (23%) en als nummer acht een skatebaan (11% - in de Wippolder 13%).

Met behulp van projecten als Brede School, BOS, Dagarrangementen, waarin vernieuwing, stimulering, samenwerking, vraag- en gebiedsgericht werken centraal staan,  en mogelijke ondersteuning uit de WMO, is er perspectief op een betere toekomst te bieden. Bundeling van krachten uit het (professionele) buurt/wijk- , jongeren- en migrantenwerk, scholen, bewegingsonderwijs, (commerciële) sportorganisaties, kinderopvangorganisaties, opleidingsinstituten en gezondheidszorg moet voor deze kansen zorgen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5. Arrangement

Het arrangement dat ingezet wordt om verbetering te helpen brengen in de Wippolder – situatie beoogt de deelname aan sport, spel en bewegen te vergroten. Sporten bij (commerciële) sportorganisaties, spelen in de buurt en bewegen op school. Sport, spel en bewegen hebben immers gezonde (fysiek en mentaal), sociale en actieve elementen in zich en  leveren daarmee tevens een bijdrage aan integratie, participatie, leefbaarheid en sociale samenhang.

 

Partners

Het arrangement wordt samengesteld in samenwerking met partners op diverse terreinen.

 

Sport: sv Wippolder (voetbal), kv Fortuna Delft (korfbal), Blue Birds (honk- en softbal), dhc Hudito (hockey), DDS – LAGA – Proteus Eretes (roeien), Delft Dragons (American Football), wsd Plané (surfen, kanoën), Provinciale Sportraad Zuid-Holland;

Commerciële sport: Sportfondsenbad (zwemmen en squash), tennisschool Heiligers, sportschool Koster (taekwondo, aerobics), TU Sportstichting (fitness, schermen, volleybal, basketbal); 

Buurt/wijk- tiener- en jongerenwerk: Breed Welzijn Delft, buurtwerk Wippolder, jongerencentrum Muyskenlaan;

Migrantenwerk: zelforganisaties

Opleidingsinstituten: Sportstichting TU Delft, Haagse Hogeschool, Mondriaan Groep;

Scholen: Cornelis Musius, Prins Maurits

Kinderopvang: De Lange Keizer (nso)

Gezondheid: JGZ – centrum Wippolder

 

 

 

 

 

 

 

 


Hoofdlijnen arrangement project BOS – Wippolder

 

Sportdeelname

Participatie

Integratie

Leefbaarheid in de buurt

Sociale samenhang in de wijk

Doelstelling

Norm Gezond Bewegen

 

 

 

Jeugd en jongeren in staat stellen te kunnen voldoen aan de nationale norm.

Deelnemen – meehelpen –meedoen en mee leiding geven

 

 

Jeugd en jongeren nemen deel aan activiteiten, helpen vervolgens mee in bedenken en ontwikkelen daarvan, doen daarna mee in de organisatie en tenslotte aan de begeleiding van activiteiten.

Respecteren en waarderen

 

 

 

Jeugd en jongerengroepen laten kennismaken met elkaar, vervolgens elkaar ontmoeten, van elkaar leren en met elkaar deelnemen en organiseren.

Samenleven en samenwerken

 

 

 

Jeugd en jongeren laten kennismaken met oudere wijkbewoners, betrekken bij het ontwikkelen/uitvoeren van en deelnemen aan activiteiten in de wijk.

Herstellen buurtgevoel

 

 

 

Jeugd en jongeren voelen zich thuis in hun buurt en spannen zich in om dat gevoel uit te dragen en te handhaven.

Activiteiten

-          Sporten

-          Spelen

-          Bewegen

-          Sporten/spelen/bewegen

-          Ontwikkelen

-          Organiseren

-          Sporten/spelen/bewegen

-          Muziek

-          Cultuur

-          Techniek

-          Sporten/spelen/bewegen

-          Ontmoeten

-          Gevoel voor elkaar

-          Samenwerken

-          Sporten/spelen/bewegen

-          Stimuleren

-          Controleren

Instrumenten

-          BOS

-          Brede School

-          Sportorganisaties

-          BOS

-          Brede School

-          Sportorganisaties

 

-          Kinderopvang

-          Naschoolse opvang

-          Tienerwerk

-          Jongerenwerk

-          BOS

-          Brede School

-          Sportorganisaties

 

-          Tienerwerk

-          Meidenwerk

-          Jongerenwerk

-          Migrantenwerk

-          BOS

-          Brede School

-          Sportorganisaties

 

-          Tienerwerk

-          Jongerenwerk

-          Buurt/wijkwerk

-          Ouderenwerk

-          BOS

-          Brede School

-          Sportorganisaties

 

-          Tienerwerk

-          Jongerenwerk

-          Buurt./wijkwerk

Partners

-          Scholen

-          Sportorganisaties

-          BWD

-          Prov. Sportraad ZH

-          JGZ

-          Commerciële sport

-          Scholen

-          Sportorganisaties

-          BWD

-          Commerciële sport

-          De Lange Keizer (opvang)

-          Scholen

-          Sportorganisaties

-          BWD

-          Commerciële sport

-          Scholen

-          Sportorganisaties

-          BWD

-          Commerciële sport

-          Stichting Ouderenwerk Delft

-          Scholen

-          Sportorganisaties

-          BWD

 

Meting

-          Onderzoek sportdeelname;

-          Onderzoek JGZ;

-          Aantal deelnemende organisaties;

-          Beweegdagboekje;

-          BOS Kompas;

-          Deelnemersaantallen BOS- en Brede Schoolactiviteiten;

-          Aantal activiteiten en deelnemers bij sportorganisaties.

-          Aantal deelnemende organisaties;

-          Aantal activiteiten die door jeugd en jongeren (mede) zijn georganiseerd;

-          Aantal jeugdigen en jongeren die opleiding volgen;

-          Aantal jeugdigen en jongeren die  participeren in organisatie, uitvoering en begeleiding.

-          Aantal deelnemende organisaties;

-          Aantal kontakten tussen groepen;

-          Aantal gezamenlijke activiteiten en deelname daaraan;

-          Tevredenheidsonderzoek

-          Aantal deelnemende organisaties;

-          Aantal kontakten tussen de groepen

-          Aantal gezamenlijke activiteiten;

-          Aantal deelnemers aan die activiteiten;

-          Tevredenheidsonderzoek;

-          Aantal meldingen van overlast.

-          Tevredenheidsonderzoek;

-          Aantal en inhoud van p.r. – uitingen.


Uitwerking arrangement project BOS – Wippolder

 

Zoals in het hoofdlijnenoverzicht aangegeven omvat het arrangement vijf categorieën waar actie wordt ondernomen. De rode draad wordt gevormd door sport-, spel- en beweegactiviteiten op scholen, in het Brede Schoolprogramma, de aanvullende BOS – activiteiten en de reguliere activiteiten van sportorganisaties.

-          Tot de schoolactiviteiten behoren de twee lessen bewegingsonderwijs per week per groep/klas, op de basisschool nog aangevuld met een uur zwemles voor groep 4.

-          Het Brede Schoolprogramma omvat activiteiten aansluitend aan de schooltijd, vastgelegd in een voorjaars- en najaarsprogramma.

-          De BOS – activiteiten zijn aanvullende activiteiten die ook onder schooltijd kunnen plaatsvinden en kunnen doorlopen in naschoolse activiteiten. In de projectperiode worden deze activiteiten verder uitgebreid met voorschoolse en tussenschoolse activiteiten, waarbij de kinderopvangorganisatie(s) een belangrijke partner zijn.

-          Tot de reguliere activiteiten van sportorganisaties behoort het standaardaanbod van  sportorganisaties. Inhoudelijk en organisatorisch worden deze voor nieuwe leden aangepast aan de Brede School en Bos – activiteiten, zodat een geleidelijke overgang kan plaatsvinden.

 

A. Sportdeelname

 De gemeente Delft wil jeugd en jongeren van 4- 19 jaar de mogelijkheden bieden om in 2009 aan de norm gezond bewegen te kunnen voldoen. Dat betekent dat er iedere dag gelegenheid moet zijn om een uur matig intensief te bewegen. Het daarvoor benodigde aanbod wordt opgebouwd met de lessen bewegingsonderwijs op school, sportactiviteiten in het Brede Schoolprogramma, sportactiviteiten in de buurt via het buurt/wijk- en tiener- en jongerenwerk (uitgevoerd door Breed Welzijn Delft), activiteiten van commerciële sportorganisaties en het reguliere aanbod van sportverenigingen. Invulling van de activiteiten in de Brede School, BOS, wijk/buurt en bij sportorganisaties vindt onder aansturing vanuit het project BOS – Wippolder  plaats.

Het Brede School – programma Wippolder voor de lente/zomerperiode 2006 is als voorbeeld bijgevoegd.

 

Activiteiten:

-          2006: Brede Schoolprogramma, BOS – activiteiten, wijk/buurt – activiteiten, activiteiten van

                (commerciële) sportorganisaties;

-          2007: idem

-          2008: idem

-          2009: idem

 

Resultaten:

-          In 2009 voldoet 50% van tieners  en jongeren in het projectgebied aan de norm gezond bewegen.

-          In 2009 is het aantal niet – sporters onder de doelgroep met 9% gedaald tot 25%.

 

B. Participatie

Delft heeft in het kader van het Europees Jaar van Opvoeding door Sport in opdracht van het ministerie van VWS in 2004 het BOS – J Model ontwikkelt. Dat model is in de praktijk tot stand gekomen met partners in het voortgezet onderwijs. Met name voor de groep 12 – 19 – jarigen biedt dit model aanknopingspunten. Succesvol bleek de stapsgewijze aanpak. In de eerste plaats het betrekken van jongeren in een vroeg stadium bij het meedenken over de vraag welke sport/beweegactiviteiten bij hun groep de grootste aantrekkingskracht zou uitoefenen (dat geschiedt inmiddels op alle scholen voor voortgezet onderwijs d.m.v. schoolsportraden, een afspiegeling van de schoolpopulatie). Als tweede stap volgde het meehelpen met het ontwikkelen van de activiteiten, betrokkenheid bij de vormgeving en het maken van afspraken met uitvoerende partners. De derde stap was het mee-organiseren van de activiteiten, het promoten ervan bij de doelgroep, het regelen van tijden en locaties. En als laatste stap: enthousiaste jongeren uit de doelgroep werden in staat gesteld zich te bekwamen om activiteiten mede te begeleiden (via b.v. RSLA – cursus en onder begeleiding van de vakdocent bewegingsonderwijs).

Voor het projectgebied Wippolder  wordt dit model ook toegepast. Een kinderactieraad voor de basisschool wordt ontwikkeld, het benaderen van tieners en jongeren tussen 10 en 19 jaar wordt in het wijkaanpakproces meegenomen. Dit zijn de ingangen om in eerste instantie het activiteitenaanbod af te stemmen op de vraag. Vervolgens wordt het bovenstaande recept verder gevolgd. Tieners en jongeren worden tenslotte uitgenodigd om een opleiding te volgen en de verworven vaardigheden vervolgens ook daadwerkelijk in te zetten.

 

Combinatiefunctie

In het projectgebied doet zich een bijzondere omstandigheid voor. Kinderopvangorganisatie De Lange Keizer vestigt met ingang van mei 2006 een naschoolse opvang op het sportcomplex van sv Wippolder (drie sportvelden, verenigingsaccommodatie en sporthal). De directie van de opvangorganisatie wil naast het bieden van naschoolse opvang ook nadrukkelijk een rol spelen bij dit BOS – project. Dat houdt in men actie onderneemt om voor jongeren uit het projectgebied een opleiding te verzorgen om mee te kunnen helpen om kinderen in de opvang te begeleiden. Daarbij wordt samengewerkt met de sv Wippolder (voetbalclub). De opleiding zal er nl. ook op gericht zijn om in begeleidende zin bij de sportclub actief te zijn. Hierdoor ontstaat het perspectief van gecombineerde activiteiten in de opvang en bij de sportclub: een combinatiefunctie in het kader van Dagarrangementen.  

 

Activiteiten:

-          2006: oprichten Kinderactieraad Wippolder

-          2006: afspraken maken met partners over activiteiten in 2007

-          2007: afspraken maken met partners over activiteiten in 2008

-          2007: organiseren RSLA - cursus

-          2008: afspraken maken met partners over activiteiten in 2009

-          2008: organiseren RSLA – cursus

-          2008: inzet opgeleide jongeren in naschoolse opvang/sportvereniging

-          2009: organiseren RSLA – cursus

-          2009: inzet opgeleide jongeren in naschoolse opvang/sportvereniging

 

Resultaten:

-          in 2009 bestaat de Kinderactieraad  Wippolder die voor raadpleging wordt gebruikt;

-          het aantal activiteiten met participatie van tieners en jongeren in het gebied groeit van 5 in 2007 naar 15 per jaar in 2009;

-          het aantal deelnemende organisaties aan activiteiten,  mede bedacht - ontwikkeld en op termijn ook mede begeleid door jongeren in het projectgebied, bedraagt in 2007 3, 2008 5 en 2009 7;

-          het aantal jongeren dat vanaf 2007 jaarlijks een RSLA – cursus volgt bedraagt 10;

-          het aantal jongeren dat ingezet wordt in de combinatie naschoolse opvang/sportvereniging bedraagt in 2008 3 en in 2009 5.

 

C. Integratie

Om integratie tot stand te kunnen brengen is respect en waardering tussen individuen en groepen een voorwaarde. Dat kan alleen groeien als men elkaar ontmoet en naar elkaar wil luisteren. Sport is een laagdrempelige activiteit om elkaar actief te ontmoeten, er gelden regels die over de hele wereld hetzelfde zijn, het is een taal die iedereen spreekt. Uit de analyse van het projectgebied blijkt dat het aan ontmoetingsmomenten schort. Reden om in het project BOS – Wippolder de sportieve ontmoetingsmogelijkheden te intensiveren. Omdat niet iedereen direct van sport houdt, worden daarbij ook aangrenzende activiteitengebieden benut. Zoals muziek (dj, disco) en dans (streetdance, breakdance). Ook de wereld van de techniek past daarbij. Zo kent Delft inmiddels een roeicompetitie voor jongeren in het voortgezet onderwijs m.b.v. roei-ergometers, wedstrijden die iedere jongere vanaf zijn eigen schoollocatie aangaat en via een internetverbinding met een andere locatie uitvecht. Door combinaties van activiteiten wordt een grotere groep jeugd en jongeren bereikt.

De activiteiten op scholen worden in het Brede Schoolprogramma ondergebracht (het brede Schoolprogramma is voor alle kinderen/jongeren toegankelijk, niet gebonden aan een school of wijk). In de buurt en op sportlocaties (zowel bij sportverenigingen als bij commerciële sportorganisaties worden andere op integratie gerichte activiteiten gestart.

 

Activiteiten:

-2006:   - op scholen: bewegingsonderwijs, Brede Schoolprogramma

- in de buurt: op trapveldjes, op straat

§         sportieve ontmoetingen tussen groepen, straten, buurten in verschillende leeftijdscategorieën (b.v. een sportieve meerkamp)

- 2007:  - op scholen: bewegingsonderwijs, Brede Schoolprogramma

- in de buurt: op trapveldjes, op straat

§         organisatie van Speelstraatdagen (daar heeft Delft een eigen regeling voor zodat straten afgezet daarvoor kunnen worden, minimaal 4 maximaal 8 keer per jaar)

§         sportieve ontmoetingen tussen groepen, straten, buurten in verschillende leeftijdscategorieën

§         nog te ontwikkelen initiatieven

- bij sportorganisaties: op sportlocaties (velden, gymzalen, sporthallen, tennisbanen enz.)

- 2008:  - op scholen: bewegingsonderwijs, Brede Schoolprogramma

- in de buurt: op trapveldjes, op straat

§         organisatie van de Speelstraat (daar heeft Delft een eigen regeling voor zodat straten afgezet daarvoor kunnen worden, minimaal 4 maximaal 8 keer per jaar)

§         sportieve ontmoetingen tussen groepen, straten, buurten in verschillende leeftijdscategorieën

§         nog te ontwikkelen initiatieven

- bij sportorganisaties: op sportlocaties (velden, gymzalen, sporthallen, tennisbanen enz.)

- 2009   - op scholen: bewegingsonderwijs, Brede Schoolprogramma

- in de buurt: op trapveldjes, op straat

§         organisatie van de Speelstraat (daar heeft Delft een eigen regeling voor zodat straten afgezet daarvoor kunnen worden, minimaal 4 maximaal 8 keer per jaar)

§         sportieve ontmoetingen tussen groepen, straten, buurten in verschillende leeftijdscategorieën

§         nog te ontwikkelen initiatieven

- bij sportorganisaties: op sportlocaties (velden, gymzalen, sporthallen, tennisbanen enz.)

 

Tijden: de activiteiten vinden zowel onder als na schooltijd plaats, waar mogelijk en zinvol met doorloop van onder schooltijd naar na schooltijd. Weekend.

 

Resultaten:

2006:    aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 1 per maand; gemiddeld aantal deelnemers 15

            aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 1 per maand; gemiddeld aantal

             deelnemers 15

2007:    aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 2 per maand; gemiddeld aantal deelnemers 15

            aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 2 per maand; gemiddeld aantal

            deelnemers 15

2008:    aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 1 per week; gemiddeld aantal deelnemers 15

            aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 1 per week; gemiddeld aantal deelnemers

             20

2009:    aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 1 per week; gemiddeld aantal deelnemers 20

            aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 2 per week; gemiddeld aantal deelnemers

            25

 

D. Leefbaarheid in de buurt

Leefbaarheid in een buurt vraagt om samenleven en samenwerken. Om dit te bevorderen is onderling begrip tussen de verschillende groepen nodig, niet alleen tussen groepen tieners en jongeren, maar ook tussen de verschillende leeftijdsgroepen. Voor het scheppen van een positief klimaat zijn sport-, spel- en beweegactiviteiten een nuttig instrument. Overigens niet het enige instrument: ook culturele (b.v. muziek, dans, toneel) en recreatieve (b.v. barbecue) activiteiten kunnen ingezet worden. Het gaat om initiatieven op drie fronten:

-          vanuit de seniorengroep, voortkomend uit het project sport en Bewegen 50+. Hier wordt vanuit het BOS - projectplan niet op ingegaan;

-          vanuit doelgroep van het project BOS – Wippolder ; de doelgroep heeft het voortouw in het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van sportieve ontmoetingsactiviteiten (zie daarvoor ook B. Participatie)

-          vanuit de seniorengroep en doelgroep van het project BOS – Wippolder  gezamenlijk.

Als locaties dienen zowel typisch bij de desbetreffende groep horende voorzieningen (seniorencentrum, school – gymzaal b.v. - , jongerencentrum, kinderopvanglocatie), als voorzieningen in de buurt (trapveldjes, schoolplein, groenstroken, recreatieve voorzieningen in het gebied Delftse Hout  b.v.) en bij sportorganisaties (sportveld, hal, zwembad, commerciële sportvoorziening).

 

 

 

 

 

Activiteiten:

2007:                de doelgroep van het project BOS – Wippolder neemt deel aan sportieve/recreatieve activiteiten ontwikkeld, georganiseerd en begeleid door senioren uit de buurt; deelnemers komen uit beide groepen;

2007:                senioren uit de buurt nemen deel aan sportieve/recreatieve activiteiten ontwikkeld, georganiseerd en begeleid door de doelgroep van het project BOS – Wippolder/Heilige Land; deelnemers uit beide groepen;

2008 t/m 2009:  gezamenlijk ontwikkelen, organiseren, begeleiden van  en deelnemen aan

sportieve/recreatieve activiteiten.

 

Tijden: na schooltijd, weekend.

 

Resultaten:

2007:                - tieners en jongeren nemen deel aan 1 activiteit ontwikkeld, georganiseerd en 

                            begeleid door senioren uit de buurt - aantal deelnemers 20;

                         - tieners en jongeren ontwikkelen, organiseren en begeleiden 1 activiteit voor zowel

                           tieners, jongeren als senioren – aantal deelnemers 20;

2008:                - tieners en jongeren nemen deel aan 1 activiteit ontwikkeld, georganiseerd en

                           begeleid door senioren uit de buurt - aantal deelnemers 30;

                         - tieners en jongeren ontwikkelen, organiseren en begeleiden 1 activiteit voor zowel

                           tieners, jongeren als senioren – aantal deelnemers 30;

                        - tieners, jongeren, senioren ontwikkelen, organiseren, begeleiden en nemen

                           gezamenlijk deel aan 1 activiteit – aantal deelnemers 30;

2009:                - tieners, jongeren, senioren ontwikkelen, organiseren, begeleiden en nemen

                           gezamenlijk deel aan 3 activiteiten – totaal aantal deelnemers 150.

 

E. Sociale samenhang in de wijk

De sociale samenhang in de Wippolder  was vanouds altijd sterk. In de Wippolder, wijk uit de jaren dertig van de vorige eeuw met veel sociale woningbouw, was het ‘wij-gevoel’ altijd sterk ontwikkeld. Door uitstroom van jongere, hoger opgeleide, generaties en daaropvolgende instroom in het projectgebied van migranten (laatste decennia vorige eeuw) en uit o.a. Den Haag, naast de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen als voortschrijdende individualisering, is dat gevoel onder druk komen te staan. Het is een uitdaging om de sociale samenhang in het projectgebied weer te bevorderen. Tieners en jongeren moet zich thuisvoelen in ‘hun’ buurt, hun identiteit daar deels aan ontlenen. Een dergelijk gevoel voorkomt spanningen. Om hen bij de buurt te betrekken is het organiseren van  en deelnemen aan activiteiten op en rond school, in het buurthuis, het jongerencentrum, in de buurt op straat en bij sportorganisaties een goed bind – middel. Het project BOS – Wippolder levert daar een bijdrage aan.

 

Activiteiten:

2006:    Brede Schoolprogramma, BOS – activiteiten, wijk/buurt – activiteiten, activiteiten van 

            (commerciële) sportorganisaties;

 2007:   idem

 2008:   idem

 2009:   idem

 

Resultaat:

In 2009 is 50% van de tieners en jongeren in het projectgebied tevreden over het activiteitenaanbod.

 

F. Organisatie

Het project BOS – Wippolder  is een deelproject van het totale BOS – project in de gemeente Delft. Er is een deelprojectleider voor Wippolder . Deze vormt met vertegenwoordigers van de gebieden sport, onderwijs, bewegingsonderwijs, buurtwerk en jongerenwerk een projectteam. Dat team heeft het projectplan als leidend kader en bewaakt de voortgang van het deelproject. Indien nodig, en passend binnen het kader, worden acties bijgesteld, geïntensiveerd of beëindigd. Het projectteam formeert werkgroepen die de projectthema’s vertalen in activiteitenplannen en voor uitvoering afspraken maken projectpartners.

Deze partners rapporteren over voortgang en effecten terug aan de werkgroep, waar eventueel afspraken bijgesteld kunnen worden, mits passend binnen het algemeen kader van het deelproject. De werkgroepen rapporteren terug aan het projectteam. Daar worden de evaluaties opgesteld. Tenslotte legt de deelprojectleider verantwoording af aan de Bos – projectleider, die zorgdraagt voor de advisering en verantwoording aan het gemeentebestuur en het ministerie van VWS.   

 

Activiteiten

2006:    projectleider benoemd

projectteam samengesteld

werkgroepen samengesteld

activiteitenplannen door werkgroepen opgesteld

2007:    rapportages

2008:    tussenevaluatie en rapportages

2009:    rapportages en eindevaluatie

 

Resultaten

2006:    projectorganisatie

2008:    tussenevaluatie

2009:    eindevaluatie

 

G. Totaal resultaten

De resultaten van het arrangement op een rijtje:

 

2006    

-          projectorganisatie

-          aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 1 per maand; gemiddeld aantal deelnemers 15

-          aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 1 per maand; gemiddeld aantal

      deelnemers 15

 

2007

-          tieners en jongeren nemen deel aan 1 activiteit ontwikkeld, georganiseerd en begeleid door senioren uit de buurt - aantal deelnemers 20;

-          tieners en jongeren ontwikkelen, organiseren en begeleiden 1 activiteit voor zowel tieners, jongeren als senioren – aantal deelnemers 20;

-          aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 2 per maand; gemiddeld aantal deelnemers 15;

-          aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 2 per maand; gemiddeld aantal deelnemers 15;

-          aantal activiteiten met participatie van tieners en jongeren in het gebied:  5;

-          het aantal deelnemende organisaties aan activiteiten,  mede bedacht – ontwikkeld  en op termijn ook mede begeleid door jongeren in het projectgebied bedraagt 3;

-          het aantal jongeren dat een RSLA – cursus volgt bedraagt 10;

 

2008

-     tussenevaluatie

-          tieners en jongeren nemen deel aan 1 activiteit ontwikkeld, georganiseerd en begeleid door senioren uit de buurt - aantal deelnemers 30;

-          tieners en jongeren ontwikkelen, organiseren en begeleiden 1 activiteit voor zowel

      tieners, jongeren als senioren – aantal deelnemers 30;

-          tieners, jongeren, senioren ontwikkelen, organiseren, begeleiden en nemen  gezamenlijk deel aan 1 activiteit – aantal deelnemers 30;

-          aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 1 per week; gemiddeld aantal deelnemers 15;

-          aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 1 per week; gemiddeld aantal deelnemers

20;

-          het aantal deelnemende organisaties aan activiteiten mede bedacht, ontwikkelt en op termijn ook mede begeleid door jongeren in het projectgebied bedraagt 5;

-          het aantal jongeren dat een RSLA – cursus volgt bedraagt 10;

-          het aantal jongeren dat ingezet wordt in de combinatie naschoolse opvang/sportvereniging bedraagt: 3;

 

 

2009

-          eindevaluatie

-          50% van de tieners en jongeren in het projectgebied tevreden over het activiteitenaanbod.

-          tieners, jongeren, senioren ontwikkelen, organiseren, begeleiden en nemen gezamenlijk deel aan 3 activiteiten – totaal aantal deelnemers 150;

-          aantal activiteiten in de buurt – gemiddeld 1 per week; gemiddeld aantal deelnemers 20;

-          aantal activiteiten bij sportorganisaties – gemiddeld 2 per week; gemiddeld aantal deelnemers

25;

-          Kinderactieraad  Wippolder voor raadpleging;

-          het aantal activiteiten met participatie van tieners en jongeren in het gebied: 15;

-          het aantal deelnemende organisaties aan activiteiten mede bedacht, ontwikkelt en op termijn ook mede begeleid door jongeren in het projectgebied bedraagt: 7

-          het aantal jongeren dat een RSLA – cursus volgt bedraagt 10;

-          het aantal jongeren dat ingezet wordt in de combinatie naschoolse opvang/sportvereniging bedraagt 5;

-          50% van tieners  en jongeren in het projectgebied aan de norm gezond bewegen.

-          Het aantal niet – sporters onder de doelgroep is met 9% gedaald tot 25%.

 

Resultaat: combinatie - effect

In 2009 heeft het project BOS Wippolder naast het antwoord op de achterstand Sportdeelname, ook voor positieve effecten op het gebied van andere achterstanden (participatie, integratie, leefbaarheid in de wijk en sociale samenhang) gezorgd. 

 

 

6. De leefwereld en leefomgeving van de doelgroep

 

Om de activiteiten deel uit te kunnen laten maken van het leefpatroon van de betrokken tieners en jongeren, is het noodzakelijk dat de activiteiten zoveel mogelijk:

 

-        worden georganiseerd in de voor de doelgroep vertrouwde en vertrouwelijke omgeving;

-    inhoudelijk vooral gericht zijn op het krijgen/houden van plezier in bewegen;

-        aansluiten bij de belangstelling van de doelgroep;

-        in samenspraak met de doelgroep worden georganiseerd;

-        de doelgroep betrekken bij de uitvoering van de activiteiten;

-        aansluiten op schooltijden en waar mogelijk onder schooltijd

plaatsvinden (met mogelijke doorloop van onder-schooltijd naar na-schooltijd);

-        qua inhoud worden afgestemd op de (on)mogelijkheden van de doelgroep;

-        uitdaging aan de doelgroep bieden om zich ook als mede-ontwkkelaar,  -organisator, en -begeleider te kunnen ontplooien;

-        rekening houden met de verschillende culturele achtergronden binnen de doelgroep

-        samenwerking stimuleren;

-        het leggen, ontwikkelen en behouden van kontakten met andere doelgroepen bevorderen;

-        een actieve leefstijl helpen ontwikkelen;

-        begrip voor de belangstelling en leefstijl van de doelgroep bevorderen

 

7. Evaluatie

De volgende meetinstrumenten leveren input leveren voor de rapportages en evaluaties:

 

1.       Het instrument Wijkbarometer kent iedere twee jaar een nieuwe editie. Betrokken worden de edities 2006 en 2008. Met de gegevens worden de ontwikkelingen in de wijken gevolgd. Er is een hoofdstuk aan kinderen en jongeren gewijd.

2.       Het instrument Wijkverslag kent jaarlijks een nieuwe editie, met daarin ook aandacht voor jeugd en jongeren.

3.       Uiteraard vormen ervaringen van de BOS – partners een belangrijk gegeven voor de

      evaluatie. Interviews met partners bieden inzicht in de ontwikkeling van het project. 

      Deze interviews vinden plaats bij de tussen- en eindevaluatie.

4.       De uitvoerende BOS – partners houden ieder een administratie bij over de activiteiten die zij ontplooien. De gegevens daaruit worden betrokken bij rapportages en evaluaties van het BOS – project.

5.       Ook ervaringen van deelnemers aan de activiteiten leveren inzicht in de ontwikkeling van het project op. Interviews met deelnemers bieden inzicht in de ontwikkeling van het project. Deze interviews vinden plaats bij de tussen- en eindevaluatie.

6.       Participatiegegevens van het project Brede School (voorjaars- en najaarsprogramma)

7.       Breed Welzijn Delft als uitvoerder van het professionele buurt/wijk- en jongerenwerk rapporteert jaarlijks over de met de gemeente gemaakte produktafspraken op deze gebieden;

8.       het Beweegdagboekje van de Provinciale Sportraad Zuid Holland dat de leerlingen van de deelnemende scholen regelmatig bijhouden. Daaruit valt af te leiden valt welke kinderen wel/niet aan de Nationale Norm Gezond Bewegen voldoen;

9.       De gemeente Delft houdt een aantal keren per jaar via het Delfts Internet Panel (DIP) een onderzoek over uiteenlopende onderwerpen. In de looptijd van het BOS – project worden tweejaarlijks vragen gesteld over sport, spel en bewegen. De verkregen gegevens zijn stedelijk maar kunnen op wijknivo uitgesplitst worden. Door de continuïteit kunnen ontwikkelingen in kaart gebracht worden. In ieder geval gaat het om sportparticipatiegegevens van de doelgroep;

10.   Het door de NISB ontwikkelde en door de gemeente Delft gedigitaliseerde BOS - Kompas meet per individu in zeven modules naast de algemene situatie de stand van zaken op het gebied van onderwijs, opvoeding, welzijn, sport en bewegen, gezondheid. Door dit jaarlijks te herhalen ontstaat inzicht in ontwikkelingen op genoemde gebieden;

11.   Gegevens van het JGZ – team in het projectgebied

 

De tussentijdse evaluatie, aan de hand van gegevens uit bovenstaande instrumenten, vindt plaats begin 2008, de eindevaluatie eind 2009. De laatste evaluatie richt zich ook op het vervolg na het BOS – project.  Jaarlijks wordt een inhoudelijke en financiële voortgangsnotitie van het BOS – project gemaakt.

 

 

Delft, 30 maart 2006

 

 

 

 

 

 

 

 

Bewegen is niet alleen goed voor de lichamelijke conditie, maar scherpt ook de geest. Lichamelijke activiteit verhoogt de vorming van nieuwe hersencellen en verbetert zowel het leervermogen als het langetermijngeheugen “Lichamelijke activiteit bevordert de vorming van nieuwe neuronen in de hippocampus. Als je muizen een loopwiel geeft zodat ze kunnen rennen, stijgt het aantal nieuwe neuronen aanzienlijk. Laat je deze muizen daarna in een doolhof naar eten zoeken, dan lukt ze dat sneller dan muizen die geen extra beweging hebben gehad. Hun leervermogen wordt dus versterkt door die nieuwe hersencellen. Laat je ze twee weken later opnieuw zoeken, dan weten ze nog precies waar het eten ligt. Dus ook hun langetermijngeheugen is er op vooruitgegaan. Overigens gaat het om vrijwillige beweging: als je muizen dwingt om te rennen, leidt dat alleen tot stress en niet tot extra neuronen”.

Karin van der Borght, Groningen 2006