Communicatieplan

Brede School Voortgezet Onderwijs

voor de periode 2007 – 2010

GM/10 januari 2007

 

Betrokkenen

Portefeuillehouder

Dick Rensen

Ambtelijk verantwoordelijk

Rien Griep – projectleider

Communicatieadvies

Georgine Mol

 

Projectbeschrijving

Brede School Voortgezet Onderwijs (BSVO) is een breed scala aan verschillende activiteiten voor VMBO-leerlingen. Er worden workshops aangeboden op alledrie de scholen voor voortge­zet onderwijs in Delft. Het gaat om een najaars- en voorjaarsprogramma met sport, spel, mu­ziek, creativiteit en kunst. Leerlingen kunnen zelf workshops kiezen en hier voor inschrijven. De ouders moeten de inschrijving goedkeuren.

 

Daarnaast biedt BSVO nog zaken als huiswerkbegeleiding. Dit heeft een minder vrijblijvend ka­rakter. De activiteiten vinden voor een deel na schooltijd plaats en hebben tot doel om de kin­deren van de straat te houden en te helpen socialiseren. De gemeente Delft financiert en biedt ondersteuning. Het is echter de bedoeling dat de scholen het programma op eigen kracht uit­voeren.

 

Doelstellingen BSVO

Het doel van de BSVO is om te voorkomen dat leerlingen uitvallen en vervallen in criminalise­ring. Door de leerlingen na schooltijd een programma aan te bieden:

Leerlingen doen vaardigheden op waarmee ze verder kunnen in de maatschappij, zodat de kans geringer is dat ze af zullen glijden.

 

Wat is het probleem?

Het aantal deelnemers aan de BSVO-activiteiten moet omhoog. Van de 2000 VMBO-leerlingen doen er per programma slechts 200 mee aan een van de workshops. Vaak zijn dit de kinderen die al lid zijn van een sportclub of een muziekvereniging. De gemeente en de scholen willen juist kinderen bereiken die nog geen activiteit doen buiten schooltijd. In dit plan staat centraal hoe communicatie een bijdrage kan leveren om het aantal leerlingen omhoog te krijgen.

 

Langere termijn – tot 2010

Tot 2010 zal BSVO in elk geval doorgaan. In dit plan komen de hoofdlijnen voor communicatie tot 2010 aan de orde.

 

Om te bepalen waar behoefte aan is, hebben gesprekken met betrokkenen plaatsgevonden. Binnen de gemeente is gesproken met de projectleider, makelaar en de begeleider van het roeiproject.  Tevens is de mening van de aanbieders en de schooldirecteuren gevraagd.

 

Gedurende het traject is een aantal zaken belangrijk:

 

Doelgroepen en communicatiestrategie

Er zijn drie primaire doelgroepen te onderscheiden: leerlingen, ouders en docenten.

 

Communicatie moet hier in verschillende behoeften voorzien: informeren, overtuigen, stimule­ren en enthousiasmeren en corrigeren van gedrag. Idealiter zou een communicatiestrategie dit alles bevatten. Onderlinge aspecten binnen de communicatie moeten verbonden worden, waar­door ze elkaar kunnen versterken. Het staat of valt echter met enthousiasme.

 

Communicatiedoelstellingen

 

Kenmerken scholen

Elke schooldirectie blijkt duidelijk open te staan voor de BSVO. Elke school heeft echter eigen kenmerken.

 

Stanislas College

De ambitie van het Stanislas is om de stad de school in te halen. Het gaat dan onder andere om sport en cultuur. De school moet openstaan voor wat er in de stad is. Docenten hebben een enthousiaste houding, maar de kennis over de BSVO valt nog tegen. Voor andere projecten lo­pen  de docenten erg warm. Door kennis over de BSVO te verhogen, zou het gedrag kunnen veranderen.

Ouders zijn niet echt betrokken bij zaken als BSVO. Als het direct om leerprestaties van hun kinderen gaat zijn ze wel betrokken, maar verder niet. Opvallend is dat er drie vacatures zijn in de ouderraad. Het wil niet lukken om deze vacatures op te vullen.

Project met klas 1a en 1b – eerste 5 lesuren op school, 6e t/m 9e extern. Rekening mee houden met aanbod.

 

Grotius College

De docenten zijn niet of slecht op de hoogte van de doelstellingen van de Brede School. Deze school heeft veel allochtone leerlingen, ongeveer de helft is van buitenlandse komaf. Hier is het probleem dat ouders vaak niet toestemmen in deelname aan buitenschoolse activiteiten. Van de kinderen wordt verwacht dat ze uit school thuis komen en meehelpen in het huishouden of voor de kleinere kinderen zorgen. Deze kinderen worden door de ouders geïsoleerd van de buiten­wereld. Naschoolse activiteiten zijn nauwelijks bereikbaar voor sommigen.

Verantwoordelijkheid bij coördinatoren – hoe kun je mensen zo goed mogelijk bereiken.

Deelname hoog – vorig jaar 50 a 60 %.

 

Christelijk Lyceum Delft (CLD)

Een klein deel van de docenten is betrokken, betrokkenheid valt tegen en breidt zich bijna niet uit. Voor veel docenten valt het buiten de belevingswereld en ze ervaren het voornamelijk als extra werk. De mentoren hebben een rol in het aanspreken van leerlingen. Door het verhaal vaak op een enthousiaste manier te vertellen zou het aan moeten slaan. Veel kinderen doen al buitenschoolse activiteiten, zij zijn echter niet de doelgroep. CLD heeft in verge­lijking met de andere scholen minder doelgroepkinderen, deze groep wordt wel steeds groter. Sommige ou­ders hebben bezwaren, na schooltijd wordt van de kinderen verwacht dat ze zich richten op ge­zin en huishouden. Deze groep wordt geïsoleerd door de ouders.

BSVO is in het belang van de kinderen, is bedoeld voor alle kinderen, wat zijn de mogelijkhe­den. Naschoolse activiteiten zijn nauwelijks bereikbaar voor sommigen. De mogelijkheid bestaat om zaken binnen schooltijd te realiseren, kinderen op weg te helpen richting verenigingen en fondsen. Ook kunnen ouders uitgenodigd worden om ze over de streep te trekken. Dit kan echter niet zonder de medewerking van het docentenkorps.

 

Samengevat:

Er is sprake van een kennisachterstand bij docenten en over de hele linie ontbreekt de enthou­siaste houding bij docenten. Door de kennis bij docenten te verhogen, kunnen houding en ver­volgens gedrag beïnvloed worden. Docenten zouden daarnaast beter gefaciliteerd kunnen wor­den, zodat er geen extra inzet van hen gevraagd wordt. Dit kan bijvoorbeeld door programma’s tijdens schooltijd aan te bieden en te integreren in het lesprogramma.

 

Communicatieboodschappen
Docenten
Ouders
Leerlingen

 

Communicatiemiddelen

Om de doelgroepen kennis te laten nemen van de BSVO en hier enthousiast over te worden kunnen de volgende middelen ingezet worden:

 

-          als school regelmatig aandacht besteden in het teamoverleg aan de BSVO

-          in nieuwsbrief/weekbericht regelmatig aandacht besteden aan de BSVO

-          presentaties van de gemeente in reguliere teamoverleggen van de scholen om aan­dacht te vragen voor de doelstellingen van het project

-          presentatie door gemeente en aanbieders en stand op de onderwijsdag waar het hele werkveld vertegenwoordigd is

-          netwerkbijeenkomst op het Stanislas College, waarbij docenten van de andere twee scholen uitgenodigd worden

-          docenten zelf workshops laten verzorgen – Stanislas verwacht enthousiaste reac­ties van de docenten

-          docenten deel laten nemen aan workshops, zodat ze zelf kunnen ervaren wat het is en hoe het is

-          artikelen in vakbladen

-          programmaboekje

-          Kick off

-          BSVO- aanwezigheid op open dagen

-          brieven aankondiging BSVO-programma + uitleg belang voor kinderen om mee te doen

-          programmaboekje

-          voorlichtingsavonden

-          open dagen

-          gesprekken door docenten over deelname aan de BSVO – ouders structureel uitno­digen

-          informatiebulletins/digitale nieuwsbrief/themabrief

-          websites scholen

-          aandacht in de pers (zowel free publicity, interviews als advertenties)

-          inzetten leerlingenraad voor promotieactiviteiten

-          artikelen schoolkrant

-          klassenbezoek door programmamakelaar brede school

-          spetterende kick off

-          website BSVO

-          knallend eindfeest

-          posters

-          programmaboekje

-          driehoeksborden rond scholen

-          lichtkrant

 

Algemeen

 

Planning – nader te bepalen

Wat

Wanneer

Wie

 

 

 

 

 

 

 

Budget

P.m.

 

Evaluatie

Het effect is naar verwachting dat de kennis bij de docenten op een veel hoger niveau zal ko­men te liggen en dat het enthousiasme bij deze groep ook duidelijk toegenomen is. Ouders zullen, doordat ze nut en noodzaak zien, eerder toestemmen om hun kind deel te laten nemen aan BSVO-activiteiten. De leerlingen zullen zelf enthousiast worden voor de activiteiten en dit wordt gestimuleerd door zowel ouders als leerkrachten.

Aan het eind van het schooljaar zal weer een evaluatie gehouden worden, waar de eerste ef­fecten gemeten worden. Afhankelijk van de resultaten kan de strategie zo nodig bijgesteld wor­den.