Bijgaand
treft u het gemeentelijk jaarverslag inspecties kinderopvang 2006 van de
gemeente Delft aan de Inspectie Werk en Inkomen. Bovendien sturen wij u een
toelichting daarop. Beide documenten zijn voor 1 juli 2007 aan de Inspectie Werk
en Inkomen verstuurd.
Graag willen wij beide
documenten in een volgende bestuursvergadering bespreken. Ons doel daarbij is
te verkennen of de collegabestuurders en de directie van de GGD een aantal van
de knelpunten ten aanzien van de inspecties en de door de gemeente uit te
voeren handhavingstaken herkent. Mogelijk dat wij in gezamenlijk overleg tot
verbeterpunten in de uitvoering kunnen komen (ieder vanuit onze eigen
verantwoordelijkheid).
De knelpunten/problemen
die wij het afgelopen jaar hebben ervaren spitsen zich toe op het volgende
aspect:
·
De volgens de Wet Kinderopvang gescheiden
verantwoordelijkheden ten aanzien van de kwaliteit, de inspectie- en
handhavingstaken leiden tot onevenredig veel administratieve handelingen bij
zowel de kinderopvangondernemer, de GGD als de gemeentes.
Als basisgegeven is een
gescheiden rolverdeling een correcte. Wij zouden, na een jaar intensief
inspecteren en handhaven toch willen voorstellen om op maat te versoepelen in
de strikte scheiding van verantwoordelijkheden. Aan de hand van een aantal
voorbeelden willen wij dat illustreren. Ons doel daarbij is dat er minder
onvoldoendes hoeven te worden uitgeschreven en de deskundigheid van de
inspecteurs beter wordt benut. Bovendien komt een open houding de wederzijdse
verhoudingen ten goede. Wij nemen nu een toenemende frustratie bij alle
partijen waar.
Voorbeeld 1:
Een
kinderopvangondernemer sluit in een risico-inventarisatie uit dat een kind kan
verbranden door de zon. Dat doen zij omdat er een protocol is, dat door alle
leidsters wordt nageleefd, als de zon schijnt alle kinderen een petje op
krijgen, ingesmeerd worden met zonnebrandcrème en na een half uur weer naar
binnen gaan. De GGD beoordeelt dat item op basis van landelijk vastgestelde
instructies onvoldoende. Verbranding door de zon kan nooit uitgesloten worden.
De gemeente moet op grond van een onvoldoende handhaven.
Suggestie: Wij zouden er
voor willen pleiten dat dit soort punten in een vroegtijdig stadium
kortgesloten worden tussen de kinderopvangondernemer en de inspecteur van de
GGD.
Voorbeeld 2:
De GGD beoordeelt een
aspect onvoldoende maar geeft in de toelichting aan dat de
kinderopvangondernemer goed op weg is. Regelmatig legt de GGD daarbij
schriftelijk vast op welke termijn een item in orde moet zijn. Vervolgens is
het advies van de GGD aan de gemeente om te handhaven volgens het gemeentelijk
handhavingsbeleid.
Suggestie: Wij pleiten er
voor dat in die situaties de GGD gebruik maakt van hun bevoegdheid om aan de
gemeente te adviseren “licht te handhaven”. Dat biedt ons de mogelijkheid om af
te wijken van het gemeentelijk handhavingsbeleid. Op een overtreding in de
categorie hoog, kan dan worden gehandhaafd als waren het een overtreding in de
categorie middel. Dat biedt ruimte in de manier van handhaven en in een
hersteltermijn die recht doet aan de impact van een overtreding.
Daarnaast zouden wij met
de collegabestuurders en de GGD van gedachten willen wisselen op welke manier
we de mogelijk beperkende regelgeving van de kinderopvang met de vaak hoge ambities
van te creëren uitdagende brede scholen kunnen matchen.
Wij hopen op een
interessante discussie met u allen.
Hoogachtend,
het
college van burgemeester en wethouders van Delft
,
burgemeester
,
secretaris