Inleiding
en leeswijzer.
Voor u ligt de nota Aanval op de uitval, waarin voorstellen worden geformuleerd omtrent
de aanpak van voortijdig schoolverlaten.
De nota kent twee delen; het eerste deel waarin het
kader, de missie en ambitie van de gemeente Delft wordt beschreven. Het tweede
deel bestaat uit een activiteitenplan waarin wordt aangegeven hoe de gemeente
Delft deze missie en ambitie vertaalt in concrete plannen en activiteiten. De
nota eindigt met een financiële onderbouwing van de plannen. Een overzicht van
meetbare resultaten en ambities is opgenomen in hoofdstuk 5.
De
jeugd in Nederland en daarmee het jeugdbeleid krijgt een steeds prominentere
plaats in onze samenleving. Een succesvolle schoolloopbaan als de belangrijkste
succesfactor voor de jeugd, wordt alom als kern van het huidige jeugdbeleid
erkend.
De
landelijke aandacht voor de jeugd is zeker ook in Delft op zijn plaats als we
ons realiseren dat één op de vier ‘Delftenaren’ jonger is dan 23 jaar en één op
de zes inwoners van Delft tot de leeftijdscategorie van 12 tot 23 jaar behoort.
Het
centraal stellen van een succesvolle schoolloopbaan brengt met zich mee dat de
maatschappelijke aandacht voor de aanpak van voortijdig schoolverlaten
momenteel dan ook groot is. Het belang om jongeren middels het behalen van een
startkwalificatie de juiste bagage mee te geven voor het vinden en behouden van
een duurzame arbeidsplek, wordt breed gedragen. Bij het bestrijden van
jeugdwerkloosheid en het bevorderen van maatschappelijke participatie bij
jongeren tot 23 jaar, spelen de aanpak van voortijdig schoolverlaten en de
relatie onderwijs arbeidsmarkt een steeds grotere rol.
Delftse
jongeren moeten een goede start kunnen maken op de arbeidsmarkt door het
behalen van een startkwalificatie. Bij voorkeur via een ononderbroken leerlijn,
maar indien dit niet mogelijk is via tweede kans onderwijs.
De ambitie van Delft is om te komen tot een
sluitende aanpak van voortijdig schoolverlaten, waarbij de missie luidt:
Alle Delftse jongeren op school of aan het werk.
Voor de periode 2007-
2010 worden er vanuit de verschillende overheden extra impulsen gegeven, en
financiële middelen ter beschikking gesteld.
Het ministerie van
OC&W heeft het beleid voortijdig schoolverlaten voor de periode 2007-2010
beschreven in de perspectievennota “Aanval
op de uitval” . Het college van B&W van de gemeente Delft heeft in het
collegeprogramma 2006-2010 Ruimte zien en ruimte maken een aantal
ambities, doelstellingen en daarmee samenhangende acties geformuleerd. De
Provincie Zuid Holland heeft in het kader van arbeidsmarktbeleid een convenant onderwijs-arbeidsmarkt afgesloten met
het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Haaglanden (RPA).
De
nota ‘Aanval op de uitval’, die haar naam ontleent aan de perspectievennota van
het ministerie van OC&W (2006), bevat de maatregelen die de gemeente Delft
neemt om tot een effectieve aanpak van voortijdig schoolverlaten te komen.
Hierbij zijn de financiële middelen vanuit de drie genoemde bronnen gebundeld
om tot een éénduidige aanpak te komen.
In
Delft staat de aanpak van voortijdig schoolverlaten al enkele jaren volop in de
aandacht en is er al veel gerealiseerd zoals het vormgeven van het
Jongerenloket RMC. Hierbij is voortgebouwd op onder andere het projectplan Sluitende aanpak 16-23 jarigen en Leidraad voor Leerplicht en aanpak
voortijdig schoolverlaten. In hoofdstuk 4 van deze nota wordt een overzicht
gegeven van de belangrijkste activiteiten en inspanningen in Delft op het
terrein van voortijdig schoolverlaten.
‘ Aanval op de uitval’,
richt zich op de periode 2007–2010, waarbij de samenhang met het integraal
jeugdbeleid van de gemeente Delft zal worden beschreven in de Delftse
jeugdnota, die eind 2007 zal verschijnen. Aanvullende wets- en
beleidsvoorstellen voortkomend uit de perspectievennota Aanval op de uitval,
van het ministerie OC&W, in de jeugdnota een plaats krijgen. De genoemde
wets- en beleidsvoorstellen zullen naar verwachting medio 2007 door de
rijksoverheid worden gedaan.
Tevens
zullen samenhangende initiatieven vanuit de gemeentelijke programma’s veiligheid en integratie in de
jeugdnota een plaats krijgen.
Delft voorziet de activiteiten van de
uitvoeringsplannen in deze nota, waar mogelijk van meetbare en evalueerbare
doelstellingen.
Het niet succesvol afronden van een schoolloopbaan
vormt een groot risico voor jongeren, met name voor hen die ook op andere
leefgebieden minder kansrijk zijn. Zoals reeds gesteld moeten Delftse jongeren
een goede start kunnen maken op de arbeidsmarkt door het behalen van een
startkwalificatie. Van onze jonge inwoners brengt 60% een belangrijk deel van
hun schoolloopbaan door in het VMBO en vormt een belangrijk deel van de Delftse
toekomstige beroepsbevolking. Het is dan ook zaak om de focus waar het de
aanpak van voortijdig schoolverlaten betreft op deze groep jongeren te richten.
Betere aansluitingen tussen lokaal onderwijs en de lokale/regionale
arbeidsmarkt zijn hierbij onontbeerlijk.
Bij het zoeken naar
oorzaken van voortijdig schoolverlaten kunnen we een drietal elementen
onderkennen die bepalend zijn voor het ontstaan van voortijdig schoolverlaten:
risicofactoren, risicomomenten en risicogroepen.
Bij
de risicofactoren gaat het dan met name om schoolverzuim. Langdurig schoolverzuim
is de belangrijkste voorspeller van voortijdig schoolverlaten.
Bij
de risicomomenten zijn de overgangsmomenten tussen primair en voortgezet
onderwijs, en tussen voortgezet en vervolgonderwijs van belang.
Vooral
de overstap van voortgezet middelbaar beroeps onderwijs (VMBO) naar middelbaar
beroeps onderwijs(MBO) is een belangrijk risicomoment. Leerlingen met gedrags-
of justitiële problemen, nieuwkomers, langdurig verzuimers, leerlingen die vaak
van school wisselen en leerlingen die meerdere keren zijn blijven zitten lopen
de grootste kans de school voortijdig te verlaten en vormen de grootste risicogroepen.
Alvorens de maatregelen die Delft neemt om tot een
effectieve aanpak van voortijdig schoolverlaten te komen te beschrijven is het
goed om de juiste definitie van
voortijdig schoolverlaten te hanteren, enkele kengetallen te noemen en een
aantal omstandigheden die vragen om verbetering op een rij te zetten.
De definitie van voortijdig schoolverlaten luidt:
Een
jongere is een voortijdig schoolverlater als hij of zij het onderwijs verlaat
zonder minimaal een HAVO-diploma of diploma op niveau 2 conform de Wet Educatie
en Beroepsonderwijs(WEB), de zogenaamde startkwalificatie. Dus ook jongeren met
een VMBO diploma zijn voortijdig schoolverlater, indien zij geen
vervolgopleiding volgen die leidt tot een startkwalificatie.(bron:
Min.OC&W)
3.1
Kengetallen.
Als we de
totale groep Delftse jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot 23 jaar en de
groep voortijdig schoolverlaters nader bekijken, zijn de volgende kengetallen
van belang.
Toelichting: Delft
heeft een relatief gezien hoog percentage 18-23
jarigen vanwege het grote aantal
T.U.-studenten.
·
Van de Delftse jongeren van 16 tot 23 jaar volgen 2900
jongeren een opleiding binnen het voortgezet onderwijs en middelbaar
onderwijs. Onderverdeeld naar soorten
onderwijs kan de volgende verdeling worden gemaakt.
·
MBO |
65% |
·
HAVO/VWO |
20% |
·
VMBO |
10% |
·
Praktijkonderwijs/VSO |
5% |
·
Van de Delftse MBO-jongeren volgt 80% voltijdsonderwijs
middels een Beroeps opleidende leerweg (BOL) en 20 % deeltijdonderwijs middels
een Beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Van de Delftse jongeren die een MBO
opleiding volgen volgt 75% een opleiding bij de Mondriaan onderwijsgroep. De
overige 25% volgt een opleiding bij een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) in
Rotterdam, Westland, Leiden en Zoetermeer.
·
Op jaarbasis worden er in Delft bij het Jongerenloket RMC
ruim 500 voortijdig schoolverlaters geregistreerd. Ruim 300 jongeren ontvangen
door het Jongerenloket trajectbegeleiding richting school, werk en of
hulpverlening. De Delftse voortijdig schoolverlaters zijn voor 80% afkomstig
uit het MBO, ruim 15% is afkomstig uit het VMBO.
Toelichting: van de ruim 500 geregistreerde
voortijdig schoolverlaters zijn er ruim 300 aangemeld door scholen en
instanties, 200 voortijdig schoolverlaters worden geregistreerd als voortijdig
schoolverlater als gevolg van bestandsvergelijkingen.
De huidige capaciteit van het
Jongerenloket heeft hiermee de grens bereikt.
Toelichting:
In traject genomen jongeren: 302 jongeren.
·
Van de Delftse voortijdig schoolverlaters heeft 80% een laag
opleidingsniveau en is afkomstig uit opleidingen op niveau 1 en 2 van de wet
educatie en beroepsonderwijs (WEB).
3.2
Verbeterpunten aandachtsgebieden
Met
betrekking tot de aanpak van voortijdig schoolverlaten zijn er in Delft
onderverdeeld in 5 aandachtsgebieden 10 verbeterpunten te noemen:
3.2.1 Aandachtsgebied schoolverzuim en
registratie.
·
Het melden van schoolverzuim en het melden van
voortijdig schoolverlaten door scholen in het voortgezet onderwijs en het
middelbaar beroepsonderwijs dient met name door de ROC’s te worden verbeterd. Het betreft hier het aanscherpen van
het handhavingsbeleid naar ouders en leerlingen, als ook naar scholen toe.
Tevens betreft het hier
het melden van leerlingen uit het primair-
voortgezet- en speciaal onderwijs, die als gevolg van
gedragsmoeilijkheden wel staan ingeschreven op een school maar geen dagelijks
onderwijs meer volgen.
·
De registratie van de totale doelgroep voortijdig
schoolverlaters dient te worden verbeterd, om te komen tot een sluitend systeem
van:
melding à begeleiding àuitstroom àmonitoring.
3.2.2 Aandachtsgebied samenwerking leerplicht en
justitie.
·
Het bekorten van doorlooptijd binnen de justitiële
keten, als het gaat om het inzetten van
proces-verbaal bij schoolverzuim.
En het uitbreiden van
instrumenten, zoals bij de HALT-afdoening spijbelen en BASTA-leerstraf met als
doel het in een vroegtijdig stadium kunnen ingrijpen bij schoolverzuim, zodat
handhaving en maatschappelijke zorg
zoveel mogelijk hand in hand gaan.
·
Schooluitval als gevolg van de overstap VMBO-MBO.
Te
veel leerlingen stoppen na het VMBO zonder vervolgopleiding.
·
De aanpak van grote uitval van leerlingen in de
beginfase van het MBO. Te veel jongeren stoppen gedurende het eerste schooljaar
binnen het MBO.
·
Het ontbreken van meerdere instroommomenten binnen
het MBO. Jongeren kunnen niet of nauwlijks gedurende een schooljaar instromen.
·
De onderwijsinhoudelijke aansluiting VMBO-MBO m.n.
q
Informatie-uitwisseling met betrekking tot de
doorstroompraktijk;
q
begeleiding van VMBO-ers bij hun keuze voor
vervolgonderwijs in het MBO;
q
Gezamenlijk aannamebeleid;
q
Ontwikkeling van doorlopende leerlijnen.
·
Het optimaliseren van de zorgstructuur binnen het
MBO, m.n. het instellen c.q. bemensen van zorgadviesteams door het
Jongerenloket.
·
Opheffen van het tekort aan stageplaatsen en
leerbedrijven ten behoeve van VMBO-leerlingen en MBO-leerlingen.
3.2.5 Aandachtsgebied Jongerenloket RMC.
·
Onvoldoende capaciteit bij het Jongerenloket RMC
als gevolg van de invoering van de leer-kwalificatieplicht tot 18 jaar.
waar het gaat om:
q
handhaving en het toezicht op schoolverzuim.
q
begeleiding van voortijdige schoolverlaters met de
nadruk op de nodige nazorg na plaatsing op een school, traject of
arbeidsplaats.
q
Aansluiting van het Jongerenloket aan de
zorgstructuur, m.n. centra jeugd en gezin.
q
uitvoering van het project RMC wonen.
4. Voortijdig
schoolverlaten; een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een sluitende
aanpak.
Het
voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid, waarbij verschillende instanties goed dienen samen te
werken. Delft stimuleert het overleg tussen deze instanties en regisseert waar
nodig de samenwerking. Daarnaast houdt Delft middels het Jongerenloket RMC
toezicht op de groep voortijdig schoolverlaters.
De gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt in Delft
door alle betrokken partijen ook daadwerkelijk gevoeld en komt mede tot uiting
in het feit dat in de onderwijsagenda voor de toekomst de aansluiting tussen primair
onderwijs en voortgezet onderwijs door de gemeente Delft en de schoolbesturen
als een gezamenlijk speerpunt is benoemd. Een goede aansluiting tussen primair
en voortgezet onderwijs verkleint de kans dat jongeren op latere leeftijd
voortijdig het onderwijs verlaten.
Een
sluitende aanpak wordt mede mogelijk doordat scholen voor VMBO en MBO, het
praktijkonderwijs, de gemeente Delft, het bedrijfsleven en
(jeugd)zorginstanties nauw samenwerken aan het bestrijden van voortijdig
schoolverlaten. Met name binnen de
activiteiten van het Samenwerkingsverband V.O. – SVO en Samenwerkingsverband Onderwijs Bedrijfsleven (SOB) wordt
deze samenwerking zichtbaar.
In de
komende vier paragrafen wordt kort geschetst welke inzet er in Delft reeds is
gepleegd om voortijdig schoolverlaten te bestrijden.
4.1
Jongerenloket RMC.
Bij het realiseren van
doelstelling met betrekking tot het terugdringen van voortijdig schoolverlaten
neemt het Jongerenloket RMC een centrale plaats in. Het is dan ook goed om de
(wettelijke) taken van het Jongerenloket op een rij te zetten:
1.
toezicht op de leerplichtwet,
2.
uitvoering van de RMC-wetgeving, casemanagement
gericht op het behalen van een startkwalificatie voor jongeren tot 23 jaar.
3.
uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB);
casemanagement en handhaving WWB voor jongeren tot 23 jaar.
4.
individuele begeleiding vanuit het Jongerenwerk.
5.
aanbieden van woonbegeleiding in het kader van het
project RMC-wonen.
6.
uitvoeren van de gemeentelijke
leerlingadministratie.
7.
uitvoering van de gemeentelijke regeling
leerlingvervoer.
Binnen het jongerenloket RMC Delft vormen
leerplichtambtenaren,
casemanagers vanuit de RMC- en WWB wetgeving, en het
jongerenwerk
één team dat nauw samenwerkt met het CWI, ten einde
uitvoering te geven
aan de eerste vijf genoemde taken.
Het betreft hier taken ten behoeve van Delftse
jongeren in de leeftijd
(5) 12-23 jaar. Tevens wordt door het Jongerenloket
het RMC-
casemanagement
voortijdig schoolverlaten uitgevoerd voor jongeren
van 16-23
jaar, voor de regio Westland, Pijnacker-Nootdorp.
RMC staat voor Regionale Coördinatiefunctie
voortijdig schoolverlaten.
Doel van het Jongerenloket RMC is om voortijdige
schoolverlaters terug te geleiden naar school, door te geleiden naar werk of
een combinatie van school en werk, al dan niet in combinatie met verwijzingen
naar (jeugd)zorg. Dit wordt gedaan in de vorm van trajectbegeleiding en
casemanagement .
Vanuit het Jongerenloket RMC bestaat ook een
directe lijn naar Bureau Jeugd Zorg (BJZ) Politie en Justitie.
Een overzicht van recente
resultaten van het Jongerenloket kunt u vinden in het jaarverslag leerplicht
2005-2006, dat gelijktijdig met deze nota verschijnt.
4.2
Schoolloopbaan in relatie tot arbeidsmarkt.
In januari 2006 is
het Samenwerkingsverband Onderwijs Bedrijfsleven Delft (SOB) van start gegaan.
Onder regie van de gemeente Delft hebben twintig partijen in Delft zich
verenigd in dit samenwerkingsverband, om de volgende hoofddoelstellingen te
bereiken:
1)
het
bevorderen/versterken van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in
Delft;
2)
het bevorderen
van een betere aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Uitgangspunt van
het SOB in deze is dat de activiteiten zich met name richten op de risicogroep
van potentiële voortijdig schoolverlaters binnen de totale doelgroep van
VMBO-MBO leerlingen.
De doelstellingen
en uitgangspunt worden vertaald naar de hoofdfuncties voor het SOB :
·
Operationele functie:
opzetten activiteiten gericht op grote groepen leerlingen.
·
Makelaarsfunctie:
koppelen van onderwijsinstellingen (personen) aan bedrijven à
één op één relaties tussen scholen en bedrijven in Delft stimuleren en
realiseren.
Het SOB ontwikkelt haar activiteiten middels een
drietal werkgroepen:
4.2.1 SOB Werkgroep Keuze.
Eén
van de grootste problemen op het raakvlak onderwijs bedrijfsleven zit in de
beroepskeuze. Het blijkt dat leerlingen onvoldoende kiezen voor de branches
waarin arbeidsperspectieven gunstig zijn; een probleem dat groter wordt
naarmate het opleidingsniveau lager wordt. Ook is er grote uitval in het MBO als
gevolg van een verkeerde beroepskeuze. Leerlingen in het VMBO kiezen nauwelijks
bewust, dus op basis van
feiten of ervaringen, voor de verdere (school)loopbaan. De branches waarin een
tekort aan werknemers zal ontstaan op termijn (zorg, techniek en in mindere
mate horeca) onderkennen dit probleem. De oplossing is gelegen in een betere
beroepenoriëntatie in het voortgezet onderwijs, zowel voor de sectorkeuze als
erna. Activiteiten na de sectorkeuze zijn nodig om de gerichte doorstroom naar
MBO opleidingen te bevorderen. Het heeft een grote meerwaarde om bedrijven/
instellingen te betrekken bij beroepenoriëntatie activiteiten om een helder en
reëel beeld van het toekomstig werk te geven. Het streven van dergelijke
activiteiten is niet om scholieren naar bepaalde branches te `lokken´, maar om
scholieren ervan bewust te maken wat het werkveld achter een bepaalde
studiekeuze is. Doel hierbij is: de juiste
leerling op de juiste
(opleiding/werk)plaats.
4.2.2 SOB Werkgroep Plaatsing.
Een
tweede belangrijk probleemgebied op het raakvlak onderwijs-bedrijfsleven is
schooluitval en een vermeend tekort aan stageplaatsen/praktijkopdrachten. Het
leren in de praktijk middels stages en het benutten van Beroeps Begeleidende
Leerwegen (BBL-trajecten) spelen een steeds belangrijkere rol binnen
respectievelijk het voortgezet onderwijs (VO) en middelbaar beroepsonderwijs
(MBO). De verwachting is dat minder leerlingen voortijdig zullen uitvallen
wanneer ze aantrekkelijker, meer praktijkgericht onderwijs krijgen en op de
juiste stageplek terecht komen. Omdat de VMBO en MBO opleidingen steeds meer
praktijk in het onderwijs inpassen, moeten meer lokale bedrijven betrokken
worden bij de opleidingen. In een inventarisatie door de gemeente Delft in 2005
geven onderwijsinstellingen aan dat er vooralsnog voldoende stageplaatsen zijn
om leerlingen te plaatsen. Bepalend hierbij is dat de school veelal optreedt
als organisator van de stageplaats. Het kost de instellingen in vergelijking
met voorafgaande jaren wel meer moeite om dit te realiseren.
Daarnaast
blijkt uit de inventarisatie dat het Jongerenloket RMC meer en meer wordt
geconfronteerd met jongeren die wel gemotiveerd zijn om een BBL-traject te
volgen maar dit niet kunnen effectueren door een tekort aan
BBL-opleidingsplaatsen en mogelijke discriminatie op de arbeidsmarkt.
Het
initiatief voor het verkrijgen van een erkende werkplek ligt bij de leerling
zelf, waarbij er vanuit de onderwijsinstelling ondersteuning wordt aangeboden.
Zonder
erkende werkplek kan er geen inschrijving plaatsvinden.
Het
is een goede kans om voor voortijdig schoolverlaters gerichte trajecten op te
zetten die via een BBL-opleiding leiden naar werk in een branche met goede
arbeidsperspectieven: trajecten richting zorg, techniek en (in mindere mate)
horeca. Het tegengaan van mogelijke
discriminatie op de arbeidsmarkt middels het ontwikkelen van een
handelingsprotocol bij het Jongerenloket is één van de activiteiten van de
werkgroep.
4.2.3 SOB Werkgroep Aanbod.
Een
derde aandachtsgebied is het opleidingsaanbod: bieden de (V)MBO-opleidingen in
regio Delft wel perspectief op de lokale arbeidsmarkt? Ongeveer 65% van de
lager opgeleide leerlingen komt op de lokale arbeidsmarkt terecht, dus het
belang van een goede aansluiting tussen het lokale opleidingsaanbod en de
behoeften van lokale werkgevers is groot. Vanuit de onderwijsinstellingen voor
VMBO is de bereidheid aangegeven de opleidingen aan te passen/maatwerk te
leveren. Motto is dan: beter een lokaal erkend diploma met passend werk dan
helemaal niets.
Om
een betere aansluiting te krijgen tussen de opleidingsinhoud en het
bedrijfsleven is meer contact tussenbeide onontbeerlijk: bedrijven moeten de
mogelijkheid krijgen input te leveren op de
onderwijsprogramma’s/praktijkopdrachten. Daarnaast moeten ook docenten
regelmatig op de werkvloer kijken om hun onderwijs up-to-date te houden.
4.2.4
Overige
activiteiten gericht op startkwalificatie/werk
Voor
jongeren die niet terug naar school willen en/of kunnen wordt door het
jongerenloket begeleiding geboden om hen te plaatsen op de arbeidsmarkt.
Dit gebeurt o.a. via specifiek op jongeren gerichte
reïntegratietrajecten, die ingekocht worden vanuit de WWB-middelen(Wet Werk en
Bijstand). Het gaat hierbij om
trajecten die de motivatie en weerbaarheid van jongeren versterken, hen helpen
gemotiveerd te kiezen voor een vervolg richting school of werk.
Het Jongerenloket heeft naast de voortijdig schoolverlaters ook de doelgroep de leerlingen die afkomstig zijn
uit het VSO(voortgezet speciaal onderwijs) en praktijkonderwijs die veelal niet
in staat zijn om een startkwalificatie te behalen. Deze jongeren zullen door
het Jongerenloket in samenwerking met het onderwijs, CWI, MEE en
UWV(Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen) worden doorgeleid richting
werk.
4.3
Zorgketen in Delft.
In
Delft is de zorg rondom jeugd en hun ouders georganiseerd rond een drietal
“eerstelijns knooppunten”. Deze
knooppunten zijn naar taak en positie verschillend. Een goede doorstroming
binnen de keten van knooppunten en ook goede afstemming met de partners er
achter is belangrijk. Om een
doorlopende zorgketen te realiseren wordt vanuit preventief oogpunt de afstemming onderwijs- (jeugd)hulpverlening
voor jeugdigen en jongeren, gerealiseerd middels de volgende eerstelijns
knooppunten:
1.
De
JGZ- wijkteams, voor de 0 -12 jarigen;
2.
De
Centrale Zorgcommissie voortgezet onderwijs voor de 12 – 16 jarigen;
3.
Het
Jongerenloket RMC Voortijdig Schoolverlaten voor de 16 jaar tot 23 jarigen.
Er
zijn een drietal functies die door de knooppunten worden vervuld.
1.
Eerstelijns
knooppunten zijn meldpunten waar burgers en instellingen uit Delft terecht
kunnen met vragen, signalen met betrekking tot jeugdzorg in relatie tot onderwijs.
2.
De
eerstelijns knooppunten zijn tevens de plaats waar activiteiten en initiatieven
met betrekking tot op uitvoerend niveau
in samenhang worden georganiseerd.
3.
Daarnaast
hebben de aangewezen eerstelijns knooppunten een eigen doelstelling, doelgroep.
Deze
“eerstelijns knooppunten” worden bemand door professionals en vormen de kern van
het jeugdzorgbeleid; hulp- vraag en aanbod komen hier samen, als mede signalen
uit de diverse domeinen waarbinnen de jeugdigen zich ontwikkelen.
Met
het instellen van deze eerstelijns knooppunten is de toegang naar onderwijs en
zorg voor Delftse jeugdigen en ouders geregeld. Op de aansluiting van de
eerstelijns knooppunten met de centra voor Jeugd en Gezin zal de komende periode extra in worden gezet.
De
gemeente Delft heeft in dit kader de
taak om lokaal 5 functies op het terrein van opvoed- en opgroeiondersteuning
uit te laten voeren. Deze taken zijn vastgelegd in de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning:
1.
Informatie
en advies
2.
Signalering
3.
Toeleiding
naar hulpaanbod
4.
Licht
pedagogische hulp
5.
Coördinatie
van zorg op lokaal niveau
Delft
wil bij deze ontwikkeling de centra voor Jeugd en Gezin een centrale rol geven waar het met name gaat om:
a)
zorgcoördinatie;
b)
harmonisering van onderwijs- en hulpverleningsindicatiestelling;
c)
aanmeldfunctie voor jongeren in het kader van detentie en
resocialisatie.
Met
name zorgcoördinatie is hierbij een speerpunt, waarover het volgende kan worden
gesteld.
Zorgcoördinatie
bevindt zich op het snijvlak van de functies die Bureau Jeugdzorg uitvoert en
die weer aansluiten op de justitieketen.
Over
de zorg aan gezinnen met problemen op meerdere leefgebieden en de
verantwoordelijkheid van gemeenten op dit vlak is één en ander vastgelegd.
Uitgangspunt is dat het van belang is om de zorg die vanuit diverse betrokken
instanties geboden wordt, te coördineren. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor
het (doen) realiseren van die coördinatie van zorg op lokaal niveau en dienen
inzet van menskracht financieel mogelijk te maken.[1]
Op
dit moment is nog onduidelijk , welke organisatie het voortouw neemt als er
geen zorginstellingen zijn betrokken bij een gezin, terwijl zich wel problemen
op diverse leefgebieden voordoen. De zorgcoördinator zou hier het voortouw in
moeten nemen.
In de Wet op de jeugdzorg
staat dat Bureau Jeugdzorg tot taak heeft om na te gaan of coördinatie van zorg
nodig is en zo ja, wie de coördinatie het beste kan uitvoeren. Deze bepaling
geldt zowel voor gezinnen, die contact hebben met BJZ en waarvoor Jeugdzorg
geïndiceerd is, alsmede voor gezinnen waar het contact niet geleid heeft tot
een indicatiestelling. Indien een gezin onder toezicht is gesteld (OTS) dan is
de gezinsvoogd de zorgcoördinator.
Bureau Jeugdzorg Haaglanden geeft aan dat voor gezinnen waar geen
gezinsvoogd bij betrokken is, het aanwijzen van zorgcoördinatoren eigenlijk
niet wordt gedaan.
4.4
Samenwerkingsverband VO-SVO.
Leerlingen
vallen ook uit door problemen die niet direct te maken hebben met het gevolgde
onderwijs. Voorbeelden zijn ziekteverzuim, schuldenproblematiek, woonproblemen,
psychische problemen en verslavingsproblematiek. Om dit soort uitval te
verminderen worden zorgleerlingen binnen multidisciplinaire zorgadviesteams op
de scholen van voortgezet onderwijs besproken en waar mogelijk begeleid.
Sommige
jongeren kunnen door individuele problemen, gedrag of crisisomstandigheden
tijdelijk niet binnen de school begeleid worden.
Voor
deze jongeren is bestaan er Reboundvoorzieningen, en specifieke trajecten als
Op de rails en herstart.
Zowel
de zorgadviesteams als de Reboundvoorziening functioneren onder
verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband V.O.-SVO, in nauwe
samenwerking met de scholen van voortgezet onderwijs en de school voor Zeer
Moeilijk Opvoedbare Kinderen (ZMOK), die in dit kader verantwoordelijk is voor
het project Op de rails.
Reboundvoorziening Leerlingen die binnen het reguliere voortgezet onderwijs
met hun gedrag de veiligheid van medeleerlingen en docenten negatief
beïnvloeden. |
Programma Combinatie
van: 1.
Onderwijsprogramma 2.
Hulpverleningsprogramma 3. Buitenschoolsprogramma |
Doelstelling 1.
Aanbieden van een niet vrijblijvend programma, buiten de eigen
locatie, om binnen een periode van enkele maanden een nieuwe start te maken
op de school van herkomst met het oog op het vervolgen van de schoolloopbaan. 2.
Geven van ‘lucht’ aan school
en leerling. |
Aantal
50
op jaarbasis. |
Project
Op de rails Leerplichtige leerlingen
vanaf 10+ met ernstige gedragsproblematiek, zonder dat die problematiek
direct te herleiden is tot een geclassificeerde stoornis en waarbij
onduidelijkheid bestaat of de leerling valt onder de ZMOK-onderwijs. |
Programma 1.
Analyseren van gedrag 2.
Analyseren van de mogelijkheden van gedrag 3.
Analyseren van de mogelijkheden onderwijs 4.
Opstellen handelingsplan en overleg met ouders 5.
Uitvoeren handelingsplan: reguleren gedrag en aanleren sociale
vaardigheden, continueren van onderwijs. 6.
Voorbereiden op (re)integratie in regulier onderwijs. |
Doelstelling 1.
Aanbieden van een opvangmogelijkheid waarin gedragsregulatie en
onderwijskansen centraal staan. 2.
Oplossen van problemen bij gedragsmatig moeilijke jongeren, dan wel
het voorkomen van problemen. |
Aantal 20
op jaarbasis. |
Meer
informatie over deze en andere activiteiten en ontwikkelingen op dit terrein
kunt u o.a. vinden in het jaarverslag leerplicht 2005-2006.
5. Convenant Voortijdig schoolverlaten; de
ambities van Delft
In
de perspectievennota ‘Aanval op de uitval’ van OC&W (2006) wordt een
scala van maatregelen aangekondigd met als doel het aantal Voortijdig
Schoolverlaters (VSV-ers) terug te dringen.
Naast
de structurele middelen die in de nota worden aangekondigd is er in de
voorjaarsbegroting 2006 van het Rijk incidenteel 16 miljoen vrijgemaakt om een
convenant op te stellen met de top 12 regio’s die het hoogste aantal VSV-ers
hebben. Doel is het aantal VSV-ers in de regio’s met minimaal 10% te
verminderen aan het eind van het schooljaar 2006-2007. De contactgemeente Den
Haag is in dit kader benaderd voor het sluiten van een convenant in de regio
Haaglanden.
In het convenant zijn afspraken gemaakt over de
inzet van extra middelen ter vermindering van het aantal VSV-ers. De regio
Haaglanden dient het aantal VSV-ers terug te brengen met 636 jongeren. Hiervoor
stelt het ministerie € 1,2 miljoen euro ter beschikbaar in het schooljaar
2006-2007. Middelen van gelijke omvang komen naar verwachting structureel
beschikbaar na een positieve evaluatie van de convenanten met de regio’s.
De RMC-regio Haaglanden is onderverdeeld in drie
Subregio’s, waarbij de middelen als volgt zijn verdeeld:
SMC-Den Haag:
336 VSV-ers voor een bedrag van € 672.000;
SMC-Delft: 150 VSV-ers voor een bedrag van € 300.000;
SMC-Zoetermeer: 150 VSV-ers voor een bedrag
van € 300.000.
Delft
heeft als contactgemeente van de subregio Delft Westland, Pijnacker-Nootdorp
met de regiogemeenten: Westland, Midden Delfland en Pijnacker-Nootdorp een
principeakkoord bereikt over de gezamenlijke inzet van de beschikbare
Rijksmiddelen. Alle deelnemende gemeenten onderschrijven het belang van
samenwerking bij het besteden van de middelen. Regionale samenwerking bij de
aanpak van voortijdig schoolverlaten is mede gezien het regionale karakter van
belangrijke partners in deze zoals
scholen Voorgezet Onderwijs in Delft, Regionale Opleidings Centra (ROC),
Centrum Werk Inkomen (CWI), Bureau Jeugd Zorg (BJZ), van groot belang. Dit
belang wordt door de regiogemeenten onderschreven.
Deze
gezamenlijke inzet heeft betrekking op de bestedingsperiode 2007 en houdt in
uitbreiding van het bestaande RMC
casemanagement t.b.v. de regio bij het Jongerenloket RMC Delft.
De gemaakte afspraken over de extra inzet op het
verminderen van het aantal VSV-ers sluiten goed aan bij het gemeentelijke
beleid, zoals vastgelegd in het collegeprogramma 2006-2010 Ruimte zien en
ruimte maken, en de programmabegroting Jeugd en Onderwijs 2007-2010, en
sluiten aan bij de bestaande afspraken die zijn gemaakt in het kader van het
onderwijsbeleidsplan 2005-2008.
Door koppeling van de Rijksmiddelen met de
gemeentelijke en provinciale middelen kan het beleid in Delft worden
geïntensiveerd en kunnen de doelstellingen met betrekking tot het verminderen
van schoolverzuim en het aantal VSV-ers worden gehaald.
5.1
Inzet op thema’s.
Om de Delftse missie en ambitie op het terrein van
voortijdig schoolverlaten te verwezenlijken wordt overeenkomstig de onder 3.2
genoemde aandachtsgebieden in ‘Aanval op
de uitval’ ingezet op de volgende
thema’s:
5. Versterken Jongerenloket RMC.
5.2
Activiteitenplan;van ambitie naar resultaat.
De huidige aanpak van
voortijdig schoolverlaten in Delft heeft al de nodige resultaten opgeleverd en
is er hard gewerkt aan de missie:
Alle Delftse jongeren op school of aan het werk.
Delft heeft echter de
ambitie om tot een sluitende aanpak van voortijdig schoolverlaten te komen.
Door de huidige aanpak te intensiveren en met name te investeren bij het
Jongerenloket kunnen de doelstellingen op dit terrein de komende jaren worden
behaald.
De
hoofddoelstelling van Delft is enerzijds preventief; het voorkomen van
voortijdig schoolverlaten, anderzijds curatief; het terugleiden van voortijdig
schoolverlaters naar het onderwijs om daar alsnog een startkwalificatie te laten behalen. Om de ambitie en
hoofddoelstelling te bereiken is een activiteitenplan ontwikkeld.
Het
activiteitenplan is opgebouwd rond de onder 5.1 genoemde thema’s.
Van
ieder thema wordt een korte beschrijving gegeven van de inhoud, doelstelling,
inzet en te verwachten resultaten. Aan het eind van dit activiteitenplan wordt
een overzicht gegeven van de evalueerbare en meetbare doelstellingen en
productieafspraken.
5.3
Optimaliseren van een sluitende registratie van
schoolverzuim
en voortijdig
schoolverlaten en het aanscherpen van het
handhavingsbeleid rond schoolverzuim.
Om
voortijdig schoolverlaters terug te kunnen leiden naar het onderwijs is het
noodzakelijk dat bekend is om welke jongeren het gaat, en hoe hun
onderwijsgeschiedenis er uit ziet. De Leerlicht / RMC-registratie vormt
hiervoor een goede basis. Het melden
van voortijdig schoolverlaten door
scholen in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs
dient met name door de ROC’s te worden
verbeterd.
Gezien
het feit dat de uitval binnen het MBO momenteel het grootst is, gaat Delft in
samenwerking met m.n. Mondriaan onderwijsgroep de meldingen en registratie van
voortijdig schoolverlaters verbeteren. Met een sluitende registratie is het
bovendien mogelijk beter zicht te krijgen op de doelgroepen waarop het
Jongerenloket zich moet richten.
5.3.1 Plan van aanpak voortijdig schoolverlaten
in beeld.
In dit kader is een plan van aanpak voortijdig
schoolverlaten in beeld
opgesteld.
Doelstelling:
·
Het terugdringen van het aantal voortijdig
schoolverlaters woonachtig in Delft, middels het inzicht krijgen in de
kwantitatieve en kwalitatieve gegevens van Delftse voortijdig schoolverlaters
afkomstig van de Mondriaan Onderwijsgroep.
Wat
gaan we er voor doen:
·
Managementrapportage betreffende omvang en aard van
Delftse voortijdige schoolverlaters worden door Mondriaan aan het Jongerenloket
geleverd.
·
Voorlichting aan m.n. MBO-scholen m.b.t. het melden
van verzuim van leerplichtigen en voortijdig schoolverlaters wordt
geintensiveerd.
·
Regionale bijeenkomsten met als thema ‘ Aanval op
de uitval’ worden jaarlijks gehouden; bijeenkomsten met Mondriaan , V.O.
-scholen, Leerplicht/RMC en ketenpartners met
voortijdig schoolverlaten als thema.
·
Mondriaan onderwijsgroep wordt als participant
opgenomen binnen toekomstig bedrijfsverzamelgebouw (BVG). Planning BVG Delft
is zomer 2007.
·
Uitbreiding
registratiefunctie bij het Jongerenloket.
Verwachte
resultaten:
·
Sluitende registratie van voortijdig
schoolverlaters.
·
Meer inzicht in aard en omvang voortijdig
schoolverlaten.
5.3.2
Versterken van handhavingsbeleid en toezicht op verzuim.
Schoolverzuim is één van de belangrijkste
voorspellers van voortijdig
schoolverlaten. Waar het schoolverzuim betreft zijn er een tweetal
verbeterpunten:
·
Het melden van schoolverzuim en het melden van
voortijdig schoolverlaten door scholen
in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs dient met name
de ROC’s te worden verbeterd. Het betreft hier het aanscherpen van het
handhavingsbeleid naar ouders en leerlingen, als ook naar scholen.
·
De invoering van een volledige
leer-kwalificatieplicht met ingang van het schooljaar 2007-2008 vergroot het
belang om extra in te zetten op het het MBO.
De kwalificatieplicht
moet gezien worden als aanvulling op de leerplicht. De volledige Leerplicht
geldt voor alle jongeren tot het eind van het schooljaar waarin zij 16 jaar
worden. De kwalificatieplicht is van toepassing op jongeren tot 18 jaar die nog
geen startkwalificatie hebben verworven. In vergelijking met de bestaande
situatie verdwijnt de partiële leerplicht. In de handhavingsystematiek sluit de
kwalificatieplicht aan bij de bestaande handhavingsystematiek van de
leerplichtwet.
Doel van de maatregelen:
Bestrijden
van schoolverzuim en voorkomen van schoolverlaten onder alle jongeren tot 23
jaar. Verzuim onder de leerplichtige jongeren wordt meer dan voorheen aangepakt
door een strengere handhaving van de Leerplichtwet. Jongeren die uitvallen
begeleiden en op traject plaatsen om terugkeer naar onderwijs en/of werk te
realiseren.
Wat gaan we daar voor doen:
·
opstellen en invoeren van verzuim- en meldprotocol
en striktere handhaving van verzuim. Door striktere handhaving zullen de
jongere, hun ouders en de MBO scholen meer dan voorheen worden aangesproken op
hun verantwoordelijkheid;
·
capaciteitsuitbreiding leerplicht/ RMC zodat de
meldingen van verzuim direct opgepakt kunnen worden in samenwerking met school
en ouders;
·
deelname zorgadviesteam binnen het MBO door
leerplichtambtenaren en RMC-casemanagers;
·
intensieve voorlichting aan docenten en mentoren op
het MBO over aanpak verzuim.
5.4 Samenwerking leerplicht en justitie.
Uitgangspunt
voor Delft bij het toezicht op de leerplichtwet is het hand in hand gaan van
maatschappelijke zorg en handhavingsbeleid. Belangrijke ketenpartners bij deze
samenwerking zijn het Openbaar ministerie, Raad voor de Kinderbescherming en
Halt Haaglanden
5.4.1 Structurele
inbedding Halt-schoolverzuim
Om de doorlooptijd binnen de justitiële keten te
kunnen verkorten en in een vroegtijdig stadium in te kunnen grijpen bij
schoolverzuim wordt voorgesteld om het project Halt-schoolverzuim in Delft
structureel in te voeren. Met ingang van het schooljaar 2006-2007 is met
onderstaande werkwijze een aanvang gemaakt.
Het Openbaar Ministerie heeft haar
afdoeningmogelijkheden uitgebreid met Halt Haaglanden voor het uitvoeren van
een alternatieve strafafdoening van artikel 2 lid 3 van de Leerplichtwet 1969
door jeugdigen. De Leerplichtambtenaren van de gemeente Delft, die tevens
bijzonder opsporingsambtenaar zijn, worden door het OM bevoegd om overtredingen
door jeugdigen te seponeren indien de leerplichtige naar tevredenheid heeft voldaan
aan de aanwijzingen en opdracht gesteld door Halt Haaglanden. Scholen in Delft
maken melding wanneer sprake is van wettelijk verzuim door een leerling. Er is
dan sprake van matig verzuim door een leerling. Vanaf het moment dat scholen
het schoolverzuim constateren zetten zij zich, samen met de ouders, in om het
kind terug op school te krijgen.
Doel maatregel:
·
verkorten doorloopsnelheid justitiële keten.
·
voeren van een lik op stuk beleid m.b.t. de aanpak
van schoolverzuim
Wat gaan we voor doen:
·
Het Jongerenloket verwijst 45 ‘spijbelaars’ naar
Halt Haaglanden.
·
Structureel inbedden van de afdoening
Halt-schoolverzuim in de werkprocessen van het Jongerenloket.
5.5
Verbeterde doorstroom van VMBO – MBO leerlingen
Zoals
in hoofdstuk 3 aangegeven is het belangrijkste risicomoment de overstap van
voortgezet middelbaar beroeps onderwijs (VMBO) naar middelbaar beroeps
onderwijs(MBO). Nog te veel leerlingen vervolgen hun schoolloopbaan niet op het
MBO. Een startkwalificatie blijft van het grootste belang en de beste garantie
op een duurzame arbeidsplaats.
Voortijdig schoolverlaters
vormen een moeilijke groep jongeren die zonder diploma vaak buiten de reguliere
arbeidsmarkt vallen. Jongeren met een startkwalificatie vinden veel vaker een
baan (85%) dan jongeren zonder startkwalificatie (68%). (Bron:Factsheets voortijdig schoolverlaten, April
2006, Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap.)
5.5.1 Doorstroom VMBO-MBO.
Het project doorstroom VMBO-MBO richt zich op doorstroom van
eindexamenkandidaten van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs naar
beroepsonderwijs. Onderdelen van dit project worden vanaf 2003 reeds uitgevoerd
in Delft. Het project doorstroom
VMBO-MBO zal in samenwerking met Mondriaan onderwijsgroep de en de werkgroepen
van het Samenwerkingsverband Onderwijs (SOB) Delft worden uitgevoerd.
Doelstelling:
·
Het voorkomen van schoolverlaten door m.n.
examenkandidaten van het VMBO ondersteuning aan te bieden bij de overgang naar
het MBO.
Wat gaan we er voor doen:
·
afspraken maken met VMBO-scholen over het in beeld
brengen van risico-overstappers;
·
aanschrijven van alle VMBO-eindexamenkandidaten en
aan de hand van een vragenformulier in beeld brengen welke leerlingen
risico-overstappers zijn;
·
begeleiding aanbieden aan jongeren die hulp vragen
en aan jongeren waarvan de school aangeeft dat ze een risico-overstapper zijn;
·
afspraken maken met ROC’s over
informatie-uitwisseling met betrekking tot aanmelding en aanname/afwijzing van
de overstappende leerlingen (warme overdracht);
·
afstemming met activiteiten die op dit terrein
worden ondernomen door VMBO-scholen en Mondriaan onderwijsgroep.
·
voorlichting over leerplicht- en RMCwetgeving aan
leerlingen, ouders en onderwijzend personeel;
·
in kaart brengen van de huidige loopbaanbegeleiding
binnen het VMBO en indien nodig voorstellen doen voor aanpassing beleid hieromtrent.
Verwachte
resultaten:
·
Het streven is om in Delft minimaal 100
risico-overstappers te begeleiden, hiervan worden er minimaal 60 geplaatst op
het MBO.
5.6 Verbeteren zorgstructuur MBO.
Activiteiten:
·
De zorgstructuur van Mondriaan onderwijsgroep wordt
versterkt, door RMC-casemanagers te laten deelnemen aan de zorgadviesteams van
het MBO. Tevens zal in het kader van de Regionale Agenda Samenleven van de
provincie Zuid Holland de bestaande leerlingzorg worden versterkt. Daartoe
zullen er door RMC Haaglanden afspraken met ROC Mondriaan en het ID College
worden gemaakt.
·
Vanuit het Jongerenloket RMC zal een specifieke
leerplichtambtenaar voor 16-17 jarigen worden aangesteld, met specifiek oog
voor verzuimbeleid binnen het MBO.
Verwachte resultaten:
·
Meer leerlingen in de beginfase van het MBO binnen
het onderwijs houden.
·
Afname uitvalpercentage met 5% per jaar tot 10% in
2009.
5.7 Versterken Jongerenloket.
Om
het Jongerenloket in staat te stellen om voldoende schoolverlaten te begeleiden
dan wel binnen het onderwijs te houden is er voldoende begeleidings- en
handhavingcapaciteit nodig. Tevens zal het Jongerenloket de komende periode
jongeren toeleiden naar vormen van woonbegeleiding in combinatie met een
opleiding en werk. Dit gebeurt binnen het kader van het project RMC-wonen.
Daarnaast dienen (jeugd)zorginstellingen te gaan participeren binnen het
Jongerenloket, zodat er voor jongeren en hun ouders een integraal loket
ontstaat waar zij voor vragen omtrent onderwijs, werk in combinatie met
hulpverlening terecht kunnen.
Wat
gaan we daar voor doen:
·
Uitbreiding van het Jongerenloket met extra
leerplichtfunctie, casemanagement en
registratiefunctie, inclusief regiofunctie met
in totaal 5
FTE.
·
Uitvoeren van het Project Jongeren in beeld met
perspectief
Uit het Delftse leerlingenadministratiesysteem blijkt dat er 1000 jongeren zijn in de
leeftijdscategorie 16 tot 23 jaar, die geen onderwijs meer volgen en waarvan
niet bekend is of ze een startkwalificatie hebben. Het betreft de zogenoemde
“uit beeld geraakte jongeren”. De verwachting is dat een deel van deze jongeren
wel over een startkwalificatie beschikt.
·
Uitvoeren huidige project RMC-wonen, en doorontwikkelen van
deze aanpak.
·
Aansluiting (jeugd)zorginstelling bij het
Jongerenloket als eerstelijns-knooppunt, middels aansluitingsafspraken met
betrokken instanties.
Verwachte
resultaten:
·
Voldoende capaciteit om jongeren te begeleiden en toezicht
schoolverzuim te handhaven.
·
Toename van het aantal in traject genomen jongeren van 320
in 2006 tot 450 in 2009.
·
Integrale aanpak voortijdig schoolverlaten en
jongerenproblematiek
·
Het aanschrijven van 1000 jongeren in Delft,van
deze groep worden
200 jongeren actief
benaderen middels huisbezoeken en groepsactiviteiten. 100 jongeren worden
daadwerkelijk getraceerd.
·
Van deze 100 jongeren worden 60 jongeren in begeleiding
genomen en trajecten aangeboden om terugkeer naar onderwijs en/of werk te
realiseren.
5.8 Voortijdig
schoolverlaten; meetbare resultaten.
De ambitie van Delft is om te komen tot een
sluitende aanpak van voortijdig schoolverlaten. Om dit beleid rond voortijdig
schoolverlaten naar de toekomst toe te kunnen evalueren en waar wenselijk bij
te stellen, zijn de activiteiten in deze nota waar mogelijk van meetbare
doelstellingen en verwachte resultaten en productieafspraken voorzien.
5.8.1 Verwachte
resultaten en productieafspraken Jongerenloket
Verwachte resultaten en
produktieafspraken |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
Aantal jongeren dat gemeld wordt bij het
jongerenloket (jaarcijfers) |
535 |
555 |
500 |
450 |
Aantal jongeren van jongerenloket in
traject.(jaarcijfers ) Risico-overstappers geplaatst in MBO Halt-Spijbelen aantal verwijzingen BASTA
aantal verwijzingen |
319 20 20 20 |
350 60 45 20 |
400 60 45 20 |
450 60 45 20 |
Toelichting:
de verwachte afname van het aantal gemelde voortijdig schoolverlaters bij het
Jongerenloket in 2009 houdt verband met de verwachting dat de preventieve
maatregelen in 2009 resultaat opleveren.
5.8.2 Doelstellingen aanpak voortijdig
schoolverlaten.
Doelstelling |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
|
|
|
|
|
Schoolverzuim VMBO Schoolverzuim MBO Uitvalpercentage voortijdig
schoolverlaten MBO (percentage) VMBO-MBO risico-overstappers
in begeleiding Aantal voortijdig
schoolverlaters (Bron:
Aanval op de uitval) (Bron:
Programmabegroting 2007-2010)
|
24 30 520 |
nulmeting nulmeting 19 100 -10% |
-10% -10% 14 100 |
-10% -10% 10 100 |
6.
Voortijdig schoolverlaten: inzet van middelen.
Samengevat
kan de inzet van de financiële middelen vanuit het Rijk, de Provincie en de
gemeente Delft als volgt worden weergegeven:
·
Rijksmiddelen
2006-2007: €
300.000
2007-2010: P.M.
·
Gemeentelijke middelen
2007-2010: €
120.000
·
Provinciale
middelen
2007
€ 50.000
2007-2010
P.M.
6.1
Rijksmiddelen.
Op basis van de
beschikbare middelen en inhoudelijke keuzes wordt voorgesteld om de middelen
als volgt te besteden
Functie |
Omvang |
Budget |
Toelichting |
Formatieuitbreiding
Jongerenloket Regio. |
1 FTE |
65.000 |
Uitbreiding
casemanagement |
Formatieuitbreiding
Jongerenloket Delft. |
1 FTE |
65.000 |
Uitbreiding
casemanagement |
Leerplichtambtenaar
Delft |
1 FTE |
65.000 |
Optimaliseren
handhavingsbeleid |
Registratie
functionaris Kwaliteitsmedewerker |
0,5 FTE |
35.000 |
Verbeteren doorstroom
VMBO-MBO |
Project
Halt-schoolverzuim |
|
20.000 |
Projectkosten
Halt-schoolverzuim |
Ontwikkelingsbudget Jongerenloket |
|
50.000 |
Aansluiting
Jongerenloket bij centra Jeugd en Gezin. Uitbreiding RMC-wonen. |
Totaal |
|
300.000 |
|
6.2
Gemeentelijke middelen.
Vanuit
de gemeentelijke programmabegroting is in totaal € 120.000 beschikbaar.
Lasten |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
Capaciteit
Jongerenloket |
80.000 |
80.000 |
80.000 |
80.000 |
Nieuw
Beleid |
|
|
|
|
Formatie
Jongerenloket |
40.000 |
40.000 |
40.000 |
40.000 |
(Bron: Programmabegroting
Jeugd en Onderwijs 2007-2010)
Voorstel
om de beschikbare middelen als volgt in te zetten.
Functie |
Omvang |
Budget |
Doelstelling |
Leerplichtambtenaar |
1,0
FTE |
65.000 |
Leerplichtambtenaar voor doelgroep 16-18
jarigen. |
Casemanager
Jongerenloket |
0,8
FTE |
55.000 |
Uitbreiding
nazorg Jongerenloket |
Totaal |
|
120.000 |
|
De
gemeente Delft wil dat de interventies gericht op toeleiding van jongeren naar
onderwijs en werk een structurele oplossing bieden; hiervoor dient de nazorg te
worden gegarandeerd.
6.3 Provincie
Vanuit
de provincie Zuid Holland is voor 2007 € 50.000 beschikbaar.
Voorstel
om de beschikbare middelen als volgt in te zetten.
Functie |
Omvang |
Budget |
Doelstelling /
Activiteit |
Project Jongeren in
beeld met perspectief; |
|
€ 50.000 |
Uitvoering project
conform projectplan, |
Coördinator |
0,1 FTE |
€ 5.000 |
Projectcoördinatie |
Casemanager |
0,4 FTE |
€ 22.000 |
Huisbezoeken/groepsactiviteiten |
Registratiefunctie |
0,4 FTE |
€ 23 000 |
Optimaliseren
registratie vsv |
Totaal |
|
€ 50.000 |
|
Toelichting:
De gemeentelijke middelen
hebben een structureel karakter, de Rijksmiddelen een incidenteel karakter naar
grote waarschijnlijkheid een structureel karakter krijgen. De provinciale
middelen zijn incidenteel, met uitzicht op een structureel karakter als er voor
de periode 2007-2011 een vernieuwd convenant Onderwijs-Arbeidsmarkt wordt
afgesloten.
7. Voortijdig schoolverlaten:
besluitvorming.
Hierbij
stelt het college van B&W voor om in te stemmen met de inhoudelijke keuzes
zoals in de nota Aanval op de uitval zijn beschreven en in te stemmen met het
bestedingsvoorstel zoals dit in hoofdstuk 6 is beschreven.
[1] De verantwoordelijkheid is vastgelegd in
de Wet op de jeugdzorg in de zogenaamde 5 gemeentelijke functies. Die functies
zijn onderdeel van prestatieveld 2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning:
op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien
en van ouders met problemen met opvoeden.