Op 1 januari 2007 is de Wet Inburgering (Wi)
ingevoerd, in combinatie met een vrijwillige regeling inburgering. Omdat de
invoeringstermijn voor de wet zeer kort was, heeft de gemeente Delft per 1
januari alleen die zaken geregeld die geregeld moesten zijn. Wij hebben u
daarover geïnformeerd middels nota 20177765.
In deze nota wordt de Raad in aanvulling op de
WI-verordening (20231514) gevraagd groepen inburgeraars
(inburgeringsplichtingen en – behoeftigen) aan te wijzen voor wie de gemeente
regels dient te stellen m.b.t. de informerende, een faciliterende en de handhavende
rol, zodat de uitvoering van het nieuwe inburgeringsstelsel ter hand kan worden
genomen.
Later
dit jaar verschijnt een nota over het integratiebeleid, waar het inburgeringsbeleid
integraal onderdeel van zal uitmaken.
2.Stand
van zaken tot nu toe:
Het
informatiepunt Wi is inmiddels ingericht. Burgers kunnen er terecht met vragen
die zij hebben over de Wi. Tevens is het communicatieplan Wi in de maak.
Er
zijn tot nu toe geen asielgerechtigde nieuwkomers naar Delft gekomen in 2007.
wel hebben zich 12 migrant nieuwkomers in 2007 in Delft gevestigd. Zij
ontvangen, nadat de verordening is vastgesteld, een uitnodiging voor een
intake.
Inmiddels
is bekend dat er 45 jongeren opgenomen zijn in het Bestand Potentieel
Inburgeringsplichtigen (BPI). Van deze 45 hebben er 7 een recente schoolvermelding. De overige 38 worden op
korte termijn opgeroepen.
Het
aantal geestelijk bedienaren wordt momenteel geïnventariseerd en vervolgens
worden zij opgeroepen.
De
werkprocessen Wi (in samenhang met de werkprocedures WWB en jongeren ) zijn zo
goed als beschreven, tevens wordt er gewerkt aan voorstellen voor de inrichting van de organisatie.
3.1
Inleiding
Het uitgangspunt van de gemeente is om de kansen
die de WI en de vrijwillige regeling biedt optimaal te benutten. Daar waar
nodig worden inburgeringsvoorzieningen aan Delftse burgers aangeboden om zo te
bereiken dat ook deze groep burgers deel kan nemen aan de (Delftse)
samenleving.
Voorgesteld wordt om op basis van de volgende criteria
doelgroepen te benoemen:
De doelgroepen moeten
·
vallen binnen de wettelijke kaders van de Wet inburgering
en de tijdelijke regeling inburgering en/of
·
aansluiten op het gemeentelijk beleid op het terrein van
jongeren, integratie, WWB, WEB en onderwijs;
Dit leidt tot de volgende prioritaire doelgroepen :
1
Nieuwkomers
2
Geestelijk bedienaren
3
Uitkeringsgerechtigden met een gemeentelijke uitkering
4
Overige groepen t.w. jongeren, inwoners van de wijk
Poptahof en opvoeders van minderjarige kinderen
Het voorstel is bij deze prioriteitsvolgorde geen
onderscheid te maken tussen inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen.
3.2.1
Nieuwkomers
De gemeente is verplicht asielgerechtigde nieuwkomers
direct een inburgeringsvoorziening te bieden en deze te financieren.
Migrant nieuwkomers moeten zich vanuit de Wi op eigen
gelegenheid voorbereiden op het inburgeringsexamen, tenzij zij geestelijk
bedienaar of uitkeringsgerechtigd zijn.
Inburgeringsbehoeftige nieuwkomers (burgers uit EU of
verdragslanden) kan de inburgeringsplicht niet opgelegd worden. Deze groep is
groeiende door de komst van (met name) burgers uit de Oost-Europese landen.
Voorgesteld wordt degenen onder hen die duurzaam in Nederland willen
verblijven vanuit de vrijwillige regeling een inburgeringsvoorziening aan te
bieden om nieuwe inburgeringsachterstanden te voorkomen.
3.2.2
Geestelijk bedienaren
Deze groep krijgt binnen het inburgeringsstelsel
prioriteit. De nieuwkomers onder hen moeten direct de landelijke voorziening
aangeboden krijgen vanuit de Wi of de vrijwillige regeling.
Delft kiest ervoor de groep oudkomers onder hen in 2007 het
landelijk inburgeringsprogramma aan te bieden en ,indien van toepassing, de
inburgeringsplicht op te leggen.
3.2.3
Uitkeringsgerechtigden met een gemeentelijke uitkering
Uitkeringsgerechtigden hebben er alle belang bij dat hun
maatschappelijke positie wordt versterkt. Om kans van slagen op de arbeidsmarkt
te hebben is beheersing van de Nederlandse taal op tenminste het niveau van het
inburgeringsexamen noodzakelijk. Vooralsnog wordt gestart met de mensen met een
gemeentelijke uitkering, later zullen afspraken gemaakt worden met het UWV over
de uitkeringsgerechtigden met een UWV-uitkering.
3.2.4
Overige doelgroepen oudkomers
Binnen de Wi en de vrijwillige regeling wordt als
prioritaire doelgroep de groep inburgeraars zonder inkomen uit betaalde arbeid
en uitkering genoemd.
Hiermee wordt gepoogd vooral de groep thuiszittende vrouwen
te bereiken.
De gemeente Delft kiest voor een bredere
doelgroepbenadering, omdat dit aansluit bij gemeentelijk beleid dat op andere
terreinen gevoerd wordt (bijvoorbeeld wijkbeleid)
Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen
bevolkingsgroepen. We kiezen voor de volgende groepen burgers:
3.2.4.1 Jongeren
Jongeren die nog niet voldaan hebben aan de
inburgeringsplicht, beschikken niet over een startkwalificatie. Het halen van
het inburgeringsexamen is in die situatie de eerste stap op weg naar een
startkwalificatie.
3.2.4.2 Bewoners van de Poptahof.
In de wijk Poptahof vindt een grote herstructurering
plaats. Als onderdeel van het sociaal economisch programma van de Poptahof
kiezen we in deze wijk voor een integrale benadering van burgers.. Het
inburgeringsbeleid sluit daarop aan.
3.2.4.3 Opvoeders van minderjarige kinderen.
Taalachterstand van ouders heeft een negatieve invloed op
de schoolprestaties van hun kinderen.
Daarom zullen alle ouders die een kind aanmelden voor
gesubsidieerde voorschool/peuterspeelzaal, primair of voortgezet onderwijs
gescreend worden in het kader van de Wi en de vrijwillige regeling.
Vanuit het Rijksvoorschot voor de
faciliterende rol kan in 2007 aan ongeveer 375 mensen een (al dan niet
gecombineerde) inburgeringsvoorziening worden aangeboden.
Om de financiële risico’s binnen de Wi te
beperken, stellen wij voor de gecombineerde trajecten zoveel mogelijk te
bekostigen vanuit de Wwb.
Voor de prioritaire doelgroepen (m.u.v.
migrant nieuwkomers) waarvan de inburgeringsvoorziening niet bekostigd mag
worden uit de Wi, de vrijwillige regeling en/of WWB zullen gemeentelijke
middelen worden ingezet.
Hiervoor is vooralsnog een bedrag van € 216.209,-
beschikbaar. Als het beschikbaar gemeentelijk bedrag uitgeput is, is dat een
reden om mensen geen voorziening meer aan te bieden.
Binnen de begroting zal het product 3004 Wet
inburgering worden toegevoegd.