Samenvatting

Als gevolg van de invoering van de Wet inburgering (Wi) en de Regeling vrijwillige inburgering per 1 januari 2007 is de rijksbijdrage volwasseneneducatie (Wet educatie en beroepsonderwijs – WEB) verlaagd. Het gevolg hiervan is dat er keuzes gemaakt moeten worden, onder andere ten aanzien van de doelgroepen die we willen bedienen vanuit volwasseneneducatie.

 

1. Inleiding

In deze nota worden de gevolgen van de gewijzigde wetgeving rondom het aanbieden van taalscholing Nederlands als tweede taal (NT2) binnen de volwasseneneducatie nader uiteengezet. Tevens worden er voorstellen gedaan hoe hier in het overgangsjaar 2007 mee om te gaan, zowel voor wat betreft het te voeren beleid als voor de inzet van middelen.

 

Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de typen taalscholing NT2 die in 2007 mogen worden gefinancierd vanuit de geldstromen uit de WEB en Wi. Vervolgens wordt er nader ingegaan op de invulling van de opleiding NT2 alfabetisering ten behoeve van inburgeraars. Tenslotte wordt aangegeven welke gevolgen dit alles heeft voor het budget voor volwasseneneducatie in 2007 en de vanuit volwasseneneducatie te bedienen doelgroepen.

 

In de tweede helft van 2007 zal een beleidsnota volwasseneneducatie 2008-2011 volgen, waarin het gemeentelijk beleid rondom volwasseneneducatie voor de komende jaren uiteengezet wordt.

 

2. Taalscholing NT2 gefinancierd vanuit de WEB

Vòòr de invoering van de Wi per 1 januari 2007, en de daarmee samenhangende wijzigingen in de WEB, maakte taalscholing NT2 een belangrijk onderdeel uit van de volwasseneneducatie. Met de invoering van de Wi is het deel van het educatiebudget dat werd ingezet voor NT2, niveaus A1 en A2[1], overgeheveld naar het Ministerie van Justitie voor inburgering. Dit betekent een verlaging van de rijksbijdrage volwasseneneducatie. Voor 2007 is de rijksbijdrage volwasseneneducatie

€ 1.373.493,-. In 2006 was dit nog € 2.024.012,-. Dit is dus een forse bezuiniging.

 

Vanuit educatiemiddelen (WEB) mogen per 1 januari 2007 de volgende onderdelen van taalscholing NT2 structureel worden gefinancierd:

·         Taalscholing NT2, op niveau A1 en A2, voor inburgeringsbehoeftigen die nà het volgen van een inburgeringstraject zijn gezakt voor het inburgeringsexamen;

·         Taalscholing NT2, op niveau B1 en B2, voor burgers die aantoonbaar niet (meer) inburgeringsplichtig of –behoeftig zijn;

·         Alfabetiseringstrajecten NT2.

 

Voor deelnemers die vòòr 1 januari 2007 zijn gestart met een opleiding NT2, zijn er twee overgangsregelingen opgezet: de overgangsregeling-Wi en de overgangsregeling-WEB. Deze zullen hierna besproken worden.

 

3. Overgangsregeling-Wi

Voor inburgeringsplichtige en -behoeftige taalcursisten NT2, niveau A1 en A2, die vòòr 1 januari 2007 zijn gestart met hun taalscholing bij het ROC, is er een overgangsregeling-Wi, die het voor deze cursisten mogelijk maakt om hun taalscholing voort te zetten[2] tot uiterlijk 31 december 2007.

 

Concreet houdt deze overgangsregeling-Wi het volgende in:

·          Cursisten die vòòr 1 januari 2007 zijn gestart met taalscholing NT2 op niveau A1 kunnen gedurende 2007 hun traject op niveau A1 voortzetten, en desgewenst in 2007 ook doorstromen naar niveau A2;

·          Cursisten die vòòr 1 januari 2007 zijn gestart met taalscholing NT2 op niveau A2 kunnen gedurende 2007 hun traject op niveau A2 voortzetten;

·          Na het behalen van niveau A2 kunnen cursisten onder de overgangsregeling-Wi niet doorstromen naar een taaltraject B1;

·          Per 31 december 2007 stoppen alle trajecten NT2 die worden gefinancierd vanuit de overgangsregeling-Wi, zowel op niveau A1 als A2.

 

Na deelname aan de overgangsregeling-Wi kunnen cursisten, die kunnen aantonen dat zij hebben voldaan aan de inburgeringsplicht, deelnemen aan het reguliere WEB-aanbod NT2.

 

De kosten van de overgangsregeling-Wi worden gefinancierd vanuit een WEB-uitname uit de Wi-middelen. Gemeenten is gevraagd om middels een prognoseformulier dat voor 15 november 2006 moest worden ingediend bij het Ministerie van Justitie, aan te geven hoe groot deze WEB-uitname naar verwachting zou zijn. De gemeente Delft is uitgegaan van een eerste schatting van € 711.000,-, die mogelijk lager zou uitvallen[3]. Inmiddels is duidelijk dat het 199 Delftse deelnemers aan de WI-overgangsregeling betreft, wat overeenkomt met een WEB-uitname uit de Wi van € 641.178,-.

 

4. Overgangsregeling-WEB

Taalcursisten NT2, niveau B1 en B2, die al vòòr 1 januari 2007 waren gestart met hun taalscholing bij het ROC, doorlopen een opleiding die op grond van de Wi leidt tot een vrijstelling op het onderdeel taal. Voor deze doelgroep is er een overgangsregeling-WEB gekomen, waardoor deze cursisten gedurende 2007, met middelen uit de rijksbijdrage voor volwasseneneducatie, hun taaltraject kunnen afronden. Per gemeente dient te worden bepaald of en hoe er invulling wordt gegeven aan deze overgangsregeling.

 

De gemeente Delft vindt het belangrijk om deze doelgroep de mogelijkheid te geven om de scholing gedurende 2007 voort te zetten en zo mogelijk succesvol af te ronden. Dit geeft hen de mogelijkheid om op basis van deze opleiding op het onderdeel taal een vrijstelling voor de Wi te verkrijgen. Daarnaast vergroot de beheersing van  de Nederlandse taal op niveau B1 of B2 succesvolle deelname aan de maatschappij en op de arbeidsmarkt.

 

Voor de WEB is de gemeente Delft centrumgemeente in een samenwerkingsverband met de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Voor deze gemeenten samen zijn er 141 cursisten (waarvan 129 uit Delft en 12 uit Pijnacker-Nootdorp) die vòòr 1 januari 2007 zijn gestart met NT2 niveau B1 of B2 en die dus vallen onder de overgangsregeling-WEB.

 

Zoals gezegd, dient bepaald te worden hoe de gemeente Delft de overgangsregeling-WEB wenst in te vullen.

 

Optie 1: De overgangsregeling-WEB wordt opgezet conform de opzet van de overgangsregeling-Wi.

Dit houdt in dat alle cursisten die vòòr 1 januari 2007 zijn gestart met taalscholing NT2 op niveau B1 tot uiterlijk 31 december 2007 in staat worden gesteld om niveau B1 af te maken, en tevens desgewenst in 2007 door kunnen stromen naar niveau B2. De kosten voor deze optie zouden neerkomen op  € 325.000,- , wat neerkomt op 24% van de totale beschikbare WEB-middelen voor 2007. Dit is een fors percentage, gezien het feit dat de cursisten uit de overgangsregeling-WEB 13% uitmaken van het totaal aantal voor 2007 verwachte WEB-cursisten.

 

Optie 2: Er wordt een aantal begrenzingen ingevoerd, namelijk:

(a)     Geen mogelijkheid tot doorstroming van niveau B1 naar niveau B2.

Taalscholing stopt direct na het behalen van het eindniveau van het huidige traject. Doorstromen vanuit niveau B1 naar niveau B2 is niet mogelijk onder de overgangsregeling-WEB[4].

(b)     Het gelijkstellen van het einde van de onderwijsovereenkomst 2006-2007 (20 juli 2007) met de einddatum van de overgangsregeling-WEB.

Indien het beoogde eindniveau van het gevolgde taaltraject op 20 juli 2007 nog niet is behaald, stopt het traject. Aan die cursisten uit de overgangsregeling-WEB die inburgeringsplichtig of  –behoeftig zijn, en die vallen binnen de prioritaire doelgroepen zoals genoemd in de Wi-nota (kenmerk 20257008), kan een gemeentelijk aanbod worden gedaan. Deze cursisten worden  middels een verkort Wi-traject in gelegenheid gesteld om alsnog aan de inburgeringseis te voldoen.

 

Indien de overgangsregeling-WEB conform bovenstaande begrenzingen wordt uitgevoerd, betekent dit een kostenpost van € 213.176,- op het totale WEB-budget voor 2007. Dit komt neer op 16% van de beschikbare educatiemiddelen voor 2007, hetgeen dichter in de buurt ligt bij het eerder genoemde percentage van 13% (cursisten overgangsregeling-WEB in relatie tot het totaal aantal voor 2007 verwachte WEB-cursisten).

 

5. NT2 gericht op alfabetisering

 

5.1 Alfabetisering van inburgeraars

Bij de behandeling van de Wi in de Tweede Kamer is het amendement van het lid Sterk c.s. aangenomen. Dit betekent dat inburgeraars een alfabetiseringstraject mogen volgen met inzet van WEB-middelen,  voorafgaand of in combinatie met het inburgeringstraject.

 

Dit traject is bedoeld voor inburgeraars voor wie het noodzakelijk is om een alfabetiseringscursus te volgen om een goede start te kunnen maken met het inburgeringstraject. Het kan dus gaan om volledig analfabeten, maar ook om semi-analfabeten (volwassenen die een beetje kunnen lezen en schrijven, bijvoorbeeld de naam en losse woorden) of anders-analfabeten (volwassenen die geletterd zijn in een ander schrijft dan het Latijnse). Gemeenten dienen zelf een afweging te maken of het noodzakelijk is voor een inburgeraar om een alfabetiseringscursus te volgen voorafgaand aan of in combinatie met het inburgeringstraject.

 

5.2 Delftse doelgroepen van alfabetisering

De gemeente Delft hecht belang aan de inzet van scholing ten behoeve van armoedebestrijding en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Doelgroepen voor wie ondersteuning vanuit volwasseneneducatie met name van belang is, zijn burgers zonder werk, burgers met een zwakke positie op de arbeidsmarkt, jongeren zonder startkwalificatie, en analfabete autochtone Nederlanders[5]. Rondom deze laatste doelgroep is de gemeente Delft ook nauw betrokken bij de aanpak van laaggeletterdheid onder autochtone inwoners van de regio Haaglanden, inclusief gemeente Delft, via de regionale campagne alfabetisering autochtone Nederlanders 'Doe weer mee!'. Het ondersteunen van analfabete allochtonen, waaronder inburgeringsplichtigen en -behoeftigen, sluit hier nauw op aan. Daarom gaat de voorkeur er naar uit ervoor te kiezen deze doelgroep toegang te bieden tot alfabetiseringstrajecten gefinancierd vanuit de WEB.

 

Binnen de gemeente Delft hebben dan de volgende categorieën analfabete burgers toegang tot WEB-alfabetiseringstrajecten:

a)       Analfabete autochtonen;

b)       Analfabete allochtonen die niet inburgeringsplichtig of -behoeftig zijn;

c)       Analfabete allochtonen die inburgeringsplichtig of –behoeftig zijn.

 

Binnen alle drie bovengenoemde categorieën analfabete burgers zijn uitkeringsgerechtigden een aparte doelgroep. Voor hen geldt het leidende principe dat werk gaat boven scholing. Daarnaast stelt de Wi dat werk boven inburgering gaat. Hieruit volgt dat uitkeringsgerechtigden in een werktraject, die willen alfabetiseren, dit moeten doen parallel aan het werktraject. Om deze reden zijn de alfabetiseringstrajecten die zijn bestemd voor uitkeringsgerechtigden in een werktraject flexibel van opzet, zodat alfabetisering indien noodzakelijk in de avonduren gevolgd kan worden. Deelname aan een alfabetiseringstraject binnen een werktraject kan verplicht worden gesteld indien de laaggeletterdheid een belemmerende factor is binnen het werktraject.

 

5.3 Alfabetiseren voorafgaand of in combinatie met Wi-trajecten

Voor de categorie analfabete inburgeringsplichtigen of –behoeftigen is een volgende vraag of de alfabetiseringstrajecten voorafgaand of in combinatie met inburgeringstrajecten zouden moeten worden aangeboden.

 

Indien ervoor wordt gekozen om alfabetiseringstrajecten voorafgaand aan inburgeringstrajecten aan te bieden, maakt alfabetisering géén deel uit van de inburgeringsvoorziening.

 

Het voordeel hiervan is dat de analfabete inburgeringsplichtige of –behoeftige eerst al zijn aandacht kan richten op het alfabetiseren, nog voordat de inburgeringstermijn van start gaat. Hierdoor kan hij zich gedurende inburgeringstermijn optimaal richten op de leerstof van het inburgeringstraject. Dit voordeel geldt overigens niet voor nieuwkomers (asielgerechtigd en migrant), omdat zij na het verkrijgen van hun verblijfsdocument automatisch inburgeringsplichtig zijn. Voor hen zal de alfabetiseringsperiode dus vallen binnen de inburgeringstermijn.

 

Een tweede voordeel dat wel voor alle analfabete inburgeringsplichtigen of –behoeftigen geldt, is dat na afronding van het alfabetiseringstraject beter beoordeeld kan worden welke type inburgeringsvoorziening het beste aansluit bij de betrokken inburgeraar. Daarmee neemt ook de kans toe dat de inburgeraar binnen de vastgestelde periode kan deelnemen aan het inburgeringsexamen. Gezien de output-financiering op de Wi neemt daarmee ook het financiële risico voor de gemeente af.

 

Een nadeel van alfabetiseringscursussen voorafgaand aan het inburgeringstraject, is dat analfabete inburgeringsplichtigen of –behoeftigen uit de prioritaire doelgroepen, die in aanmerking komen voor een gemeentelijk Wi-aanbod, binnen deze constructie twee maal een eigen bijdrage zullen moeten betalen (eerst de eigen bijdrage WEB à € 60,-  voor alfabetisering, en daarna de eigen bijdrage Wi à € 270,- voor inburgering). Overigens wordt de eigen bijdrage WEB door de gemeente Delft voor mensen met een inkomen lager dan 120% van de bijstandsnorm gecompenseerd. 

 

De voorkeur gaat uit naar het aanbieden van alfabetiseringscursussen voorafgaand aan het inburgeringstraject. Alfabetisering wordt dan voor alle analfabete inburgeringsplichtigen of –behoeftigen gefinancierd vanuit de WEB en de inburgeringstrajecten die hier eventueel op volgen worden gefinancierd vanuit de Wi, dan wel uit de Wi + het werkdeel van de WWB, of uit gemeentelijke middelen.

 

In de praktische uitwerking van het bovenstaande is het noodzakelijk een onderscheid te maken tussen twee categorieën analfabete inburgeringsplichtigen of -behoeftigen:

(1)     Nieuwkomers: Na het verkrijgen van hun verblijfsdocument zijn nieuwkomers (asielgerechtigd of migrant) automatisch inburgeringsplichtig. Daarmee gaat voor hen de inburgeringstermijn direct lopen en zal alfabetisering dus deel uitmaken van de inburgeringstermijn. Zij hebben dus minder tijd om te alfabetiseren, omdat zij zowel alfabetisering als inburgering binnen hetzelfde tijdspad dienen te voltooien.

(2)     Oudkomers: Voor oudkomers is de gemeente vrij om te bepalen wanneer de beschikking wordt afgegeven en daarmee wanneer voor hen de inburgeringstermijn van start zal gaan. Voor oudkomers is het dus mogelijk om een alfabetiseringstraject nog vòòr ingang van de inburgeringstermijn te volgen. Zij hebben dus meer tijd om te alfabetiseren, omdat zij eerst hun alfabetisering kunnen afronden voordat het tijdspad voor inburgering van start gaat.

 

6. Budget 2007 en doelgroepen VE

Voor de financiering van volwasseneneducatie in 2007 ontvangt de gemeente Delft middelen van het Rijk vanuit de rijksbijdrage educatie

(€ 1.373.493,-) en vanuit de WEB-uitname uit de Wi (€  641.178,-). De WEB-uitname uit de Wi dient geheel ingezet te worden voor de bekostiging van de overgangsregeling-Wi. Alle overige vormen van volwassenen-onderwijs dienen te worden bekostigd vanuit de rijksbijdrage voor volwasseneneducatie voor 2007 (WEB).

 

Onderstaande tabel geeft weer wat de geraamde kosten zijn voor de verschillende categorieën scholing die in 2007 worden gefinancierd vanuit de WEB.


 

Categorie scholing

Geraamde kosten (in €)

Taalscholing NT2

NT2 alfabetisering

350.208,-

WEB-overgangsregeling

213.176,-

NT2 - A1 en A2

34.484,-

NT2 - B1 en B2

74.468,-

NT2 tijdelijken – A1 en A2

56.427,-

Breed Maatschappelijk Functioneren

563.854,-

Sociale Redzaamheid

215.413,-

Vavo

116.250,-

Service en dienstverlening

210.929,-

Mondriaan bijdrage PLC

- 90.656,-

Totaal

1.744.553,-

Beschikbaar budget rijksbijdrage WEB

1.373.493,-

Tekort

371.060,-

 

Uit deze tabel wordt duidelijk dat er voor 2007 een verwacht tekort is van

€ 371.060,- op het vanuit het rijk beschikbare budget voor volwassenen-educatie. Dit tekort is grotendeels toe te schrijven aan eenmalige kosten gerelateerd aan het overgangsjaar 2007, namelijk de kosten van de overgangsregeling-WEB, en de kosten van taalscholing NT2 aan cursisten die tijdelijk in Nederland zijn[6]. Dit tekort kan worden opgevangen door het bedrag van € 335.000,- dat de gemeente ter compensatie van het wegvallen van de Win-middelen[7] ter beschikking stelt voor reguliere educatie, en het bedrag dat is gereserveerd voor conversatiegroepen en taalstages.

 

Bovenstaande is echter wel aanleiding om eens nader te kijken naar de doelgroepen die de gemeente Delft wil bedienen vanuit de volwassenen- educatie. In 2006 stond deelname aan volwasseneneducatie  vrij voor alle burgers van Delft. Gezien de krapte in het budget voor 2007 wordt voorgesteld om hierin voor 2007 duidelijke keuzes te maken, zodat binnen de ruimte van de beschikbare financiële middelen, veiliggesteld kan worden dat die burgers van Delft die scholing het meest nodig hebben, hier ook toegang tot kunnen behouden.

 

In de nota ‘Arbeidsmarkt, inkomen en emancipatie 2007-2010’ wordt gesteld dat gemeente Delft de komende jaren scholing wil inzetten ten behoeve van armoedebestrijding en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Een aantal doelgroepen voor wie ondersteuning vanuit volwassenen-educatie met name van belang is, zijn burgers zonder werk, burgers met een zwakke positie op de arbeidsmarkt, jongeren zonder startkwalificatie, en analfabete autochtone Nederlanders. In hoofdstuk 5 van deze nota wordt aanbevolen om ook de groep analfabete inburgeringsplichtigen en –behoeftigen vanuit de WEB te ondersteunen.

 

Een categorie burgers die, zoals uit bovenstaande tabel blijkt, ook veelvuldig gebruik maakt van taalscholing NT2 vanuit WEB-middelen zijn cursisten die met een tijdelijk verblijfsdoel in Nederland zijn. De Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 stellen dat zij niet inburgeringsplichtig of –behoeftig zijn. Als zodanig kunnen zij, als gemeenten dit willen, gebruik blijven maken van taalscholing vanuit WEB-middelen. Echter, gezien de krapte van de financiële middelen beschikbaar voor volwasseneneducatie, is het de vraag of tijdelijken de categorie burgers is die gefaciliteerd zou moeten worden. Het bieden van scholing aan tijdelijken heeft niet de hoogste prioriteit, want zij zijn immers in Nederland met het doel weer te vertrekken.

Voorgesteld wordt om tijdelijken voortaan geen toegang meer tot de WEB te verlenen. Zittende cursisten kunnen hun huidige traject afronden of voortzetten, tot uiterlijk 20 juli 2007 oftewel tot het einde van de onderwijsovereenkomst. Daarna zal deze groep taalscholing op eigen kosten moeten volgen. 

 

7. Conclusie

De invoering van de Wi en de Regeling vrijwillige inburgering 2007 per 1 januari 2007 heeft, door de gewijzigde regelgeving rondom het aanbieden van taalscholing NT2, grote gevolgen voor het volwassenenonderwijs. De voornaamste consequenties zijn dat de vrijwillige deelname aan taalscholing NT2 onder de WEB is vervangen door een verplichte deelname onder de Wi. Daarnaast  is taalscholing onder de WEB niet langer toegankelijk voor bepaalde doelgroepen door de beperkingen op het WEB-budget.

 

8. Gevraagde besluiten

U wordt gevraagd in te stemmen met de volgende voorstellen:

 

q       In de opzet van de overgangsregeling-WEB mogen, omwille van inperking van de kosten voor deze regeling, de cursisten alleen hun huidige taaltraject  voortzetten. Zij krijgen hierbij niet de mogelijkheid tot doorstroming van niveau B1 naar niveau B2. Daarnaast wordt de einddatum van de overgangsregeling gelijkgesteld aan de einddatum van de onderwijsovereenkomst, namelijk 20 juli 2007.

 

q       Alfabetiseringstrajecten worden vanuit de WEB aangeboden aan alle inburgeringsplichtige of -behoeftige analfabeten.

 

q       Alfabetiseringstrajecten worden aangeboden aan inburgeringsplichtige of -behoeftige analfabeten voorafgaand aan het inburgeringstraject of de handhavingsbeschikking. Dus eerst alfabetiseren en dan pas inburgeren.

 

q       Bij het aanbieden van alfabetiseringstrajecten aan inburgeringsplichtige of -behoeftige analfabeten wordt onderscheid gemaakt tussen nieuwkomers, voor wie alfabetisering deel zal uitmaken van de inburgeringstermijn, en oudkomers, voor wie de inburgeringstermijn pas van start zal gaan direct of op een later tijdstip na afronding van het alfabetiseringstraject, namelijk na de oproep van de gemeente.

 

q       Aan tijdelijken wordt geen toegang meer te verleend tot WEB-taalscholing. Zittende cursisten kunnen hun huidige traject afronden of voortzetten, tot uiterlijk 20 juli 2007 oftewel tot het einde van de onderwijsovereenkomst. Daarna zal deze groep taalscholing op eigen kosten moeten volgen. 

 

q       De begrotingswijziging voorleggen aan de raad.

 

 



[1] Taalscholing NT2 is onderverdeeld in zes Europese taalniveaus: A1, A2, B1, B2, C1 en C2. Op het laagste niveau (A1) kan iemand zich in heel eenvoudige situaties redden. Op niveau B kan iemand zich goed redden. Op niveau C beheerst iemand de taal op moedertaalniveau.

[2] De duur van een taaltraject NT2 niveau A1 kan variëren van 1 tot 3 jaar. Voor NT2 niveau A2 geldt een duur van 1 tot 2 jaar.

[3] Zie nota ‘Financiering volwasseneneducatie 2007 en prognoseformulier Wi’ (kenmerk 20170067, november 2006)

[4] Onder reguliere WEB-bepalingen is het mogelijk om taalscholing NT2 op de niveaus A1-A2-B1-B2 te volgen, maar alleen voor die deelnemers die kunnen aantonen dat ze niet (meer) inburgeringsplichtig of –behoeftig zijn.

 

[5] Zie nota ‘Arbeidsmarkt, inkomen en emancipatie 2007-2010’ (notanummer 20163790)

[6] Tijdelijke cursisten zijn burgers van buiten de EU, Zwitserland en overige verdragslanden die met een tijdelijk verblijfsdoel in Nederland zijn (au pairs, studenten, expats, etc.).

[7] Zie nota 20054987 ‘Productovereenkomst ROC’