Vanwege het succes en de bijdrage aan de doelstelling van het project “Kinderen Veiliger door Delft” wil de gemeente een stimuleringssubsidie verstrekken voor de aanschaf van bakfietsen door instellingen voor buitenschoolse opvang.

 

“Een stad die veilig is voor kinderen, is een stad die veilig is voor alle kwetsbare verkeersdeelnemers. Kinderen moeten (weer) zelfstandig naar school, naar sportclubs, naar naschoolse opvang en naar buurthuizen gaan. Als dat lukt, doen kinderen op jonge leeftijd weer voldoende verkeerservaring op. Bovendien is fietsen naar school goed voor de gezondheid”.

 

Vanuit deze gedachte besteedt de gemeente Delft sinds de zomer van 2004 extra aandacht aan de verkeersveiligheid rond scholen, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang en aan kindveilige (school)routes. Veel ouders en scholen vinden de verkeerssituatie op en rond scholen onveilig. Het project ‘Kinderen veiliger door Delft’ moet de huidige vicieuze cirkel doorbreken: meer autogebruik = onveiliger = meer ongelukken = meer angstige ouders die de auto kiezen. Het project ‘Kinderen veiliger door Delft’ geeft aan wat de gemeente wil: dat kinderen (en hun ouders!) vertrouwen hebben om per fiets of als voetganger naar hun school, sportclub of naschoolse opvang te gaan.

 

De gemeente is - samen met andere partijen - diverse deelprojecten op verschillende scholen, locaties voor buitenschoolse opvang (BSO) en in de wijken gestart. Het gaat in elk deelproject om:

   (voorbeeld)gedrag van alle verkeersdeelnemers

   ruimtelijke ordening (maatregelen om de buurt veiliger te maken)

   handhaving (pakkans voor overtreders)

   communicatie (iedereen moet doordrongen zijn van het belang van verkeersveiligheid én sociale veiligheid)

   educatie (kinderen, en soms ook hun ouders, moeten leren hoe ze zich in het verkeer moeten gedragen)

   voorlichting (de maatregelen die helpen om de veiligheid te vergroten, moeten bekend zijn bij andere verkeersdeelnemers).

 

Er liggen meerdere initiatieven ten grondslag aan het project ‘Kinderen veiliger door Delft’. Zo zijn en waren er diverse kinderopvanginstellingen die zelf initiatief hebben genomen (of willen ne­men) om kinderen te laten fietsen van de school naar de bso en zich tot de gemeente hebben gewend om ondersteuning hierbij te krijgen. Binnen het project heeft dit structureel vorm gekregen in het deelproject ‘Van de achterbank op de fiets’. Ook is in de tussentijd een start gemaakt met het vervoeren van kinderen per bakfiets op de Kinderopvang ‘De Lange Keizer’ en ‘Jan, Loris en Marie’. Inmiddels blijkt dit initiatief een groot succes, vanwege een aantal factoren:

·         Kinderen vinden het heel leuk om op deze wijze vervoerd te worden

·         Ouders zijn enthousiast over deze oplossing van het vervoervraagstuk

·         Het is een veilige en milieuvriendelijke manier van kinderen vervoeren

·         De bakfietsen kunnen ook worden ingezet bij vervoer naar activiteiten buiten de schoollocatie en Brede School-activiteiten.

 

De gemeente wil een stimuleringssubsidie verstrekken voor de aanschaf van bakfietsen door instellingen voor buitenschoolse opvang.

 

Een goede, veilige en geschikte bakfiets kost tussen de € 2.500,- en

€ 3.000,-. De gemeente wil per aangeschafte bakfiets een bijdrage in de kosten geven van 50%, met een maximum van € 1.500 per bakfiets. Per locatie van buitenschoolse opvang kan maximaal twee keer een beroep worden gedaan op deze subsidieregeling.

 

Voorwaarden fietskar:

·         De fietskar wordt aangeschaft ter (gedeeltelijke) vervanging van het taxivervoer.

·         De fietskar wordt bij aanschaf en daarna jaarlijks gekeurd door de politie

·         De fietskar wordt bestuurd door daartoe geschikte en vaardige personen, die bij voorkeur daarvoor een fietsvaardigheidscursus hebben gevolgd

·         Het vervoer van kinderen met de fietskar behoeft de goedkeuring van de ouders

·         Voor het in bezit hebben en gebruiken van de fietskar moeten de daarvoor gebruikelijke verzekeringen worden afgesloten

·         De fietskar moet in incidentele gevallen – en na overleg - door de gemeente kunnen worden gebruikt voor kinder- en jeugdactiviteiten van maatschappelijk belang

 

Voorwaarden instelling voor buitenschoolse opvang:

·         De instelling staat geregistreerd bij de gemeente Delft

·         De instelling heeft een voldoende beoordeling in het kader van de risico-analyse “Veiligheid”

·         Bij faillissement of beëindiging van de werkzaamheden vervalt de fietskar aan de gemeente

 

 

Aanvraagprocedure

·         De gemeente gaat na of de instelling (nog) in aanmerking komt voor een subsidie en meldt dit aan de instelling

·         Na aanschaf van de fietskar vult de instelling een declaratieformulier “fietskar” in; hierbij worden de aankoopnota en het keuringsverslag van de politie gevoegd

·         De te betalen BTW komt alleen voor subsidie in aanmerking als die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht

 

Voorstel:

Akkoord te gaan met het reserveren van maximaal € 90.000 ten laste van de Reserve Kinderopvang (DR79902195) ten behoeve van het cofinancieren van de aanschaf van fietskarren voor het vervoer van kinderen van en naar school, buitenschoolse opvang en brede school activiteiten. De bijdrage in de aanschaf van fietskarren bedraagt 50% van de kosten tot een maximum van € 1.500 per bakfiets. Per locatie voor buitenschoolse opvang kunnen maximaal twee fietskarren worden aangeschaft.

Subsidiëring vindt plaats in het kader van de Verordening Maatschappelijke Activiteiten en valt onder de noemer Stimuleringssubsidies. In de nieuwe subsidiemethodiek (per 1.1.2008) zal op basis van deze nota een beleidsregel worden geformuleerd.

 

 

Etienne v.d. Horst, Mobiliteit

Theresia Kanij, Jeugd en Onderwijs