Geacht college,

 

Zoals bekend, is bij de voorstellen nieuw beleid 2008 een voorstel in hoofdlijn ingediend over de invoering van een nieuwe schoolkostenregeling in het kader van de anti-armoede-aanpak. De besluitvorming hierover vindt definitief plaats bij de behandeling van de programmabegroting 2008 ev.

 

Deze voorstellen zijn uiteraard ambtelijk besproken met stichting Leergeld, omdat het voor hen uitvoeringstechnische consequenties heeft. Naar aanleiding van dit gesprek is het verzoek van Stichting Leergeld, de uitvoering van een nieuwe regeling zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de gemeente.

 

In deze notitie schetsen wij als eerste de achtergrond van de schoolkostenregeling, waarover bij de programmabegroting 2008 besluitvorming aan de orde is. ( hfdst 1 t/m 4.) Ten tweede informeren wij U over onze aanpak naar aanleiding van het verzoek van Stichting Leergeld voor de korte termijn. (hfdst 5 en 6) 

 

 

  1. Inleiding.

 

Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) werden de mogelijkheden voor gemeenten om categoriaal bijzondere bijstand toe te kennen beëindigd. Een tweetal uitzonderingen werden hierop gemaakt, namelijk:

-          de mogelijkheid om een collectieve ziektekostenverzekering aan te bieden;

-          de mogelijkheid om bijzondere bijstand toe te kennen aan chronisch zieken, gehandicapten en aangewezen groepen ouderen.

Tegelijk werd er van rijkswege flink gekort op het budget voor de bijzondere bijstand.

 

 

 

 

 

 

Ten tijde van de invoering van de WWB kende de gemeente Delft naast de collectieve ziektekostenverzekering een tweetal categoriale regelingen, namelijk:

-          de witgoedregeling

-          een regeling voor bijkomende studiekosten voor ouders van kinderen op het voortgezet onderwijs.

Bij het van kracht worden van de WWB werden beide regelingen in Delft, mede door deze beleidslijn van het Rijk, beëindigd. Bijzondere bijstand voor witgoed is nog steeds mogelijk, maar dan op individuele gronden en op grond van de regels van de WWB. Voor de bijkomende studiekostenregeling werd als alternatief samenwerking gezocht met de Stichting Leergeld.

 

Recent zijn de mogelijkheden om bijzondere bijstand te verlenen aan bepaalde groepen verruimd (zie hierna hfdst. 2). Dit is mede aanleiding voor de gemeente om zelf weer een schoolkostenregeling te introduceren. Dit vergroot de mogelijkheden voor de gemeente een actief anti-armoedebeleid te voeren.

 

  1. Doelgroepenbeleid

 

Zoals reeds beschreven is het de gemeente door de invoering van de WWB niet langer toegestaan om bijzondere bijstand categoriaal te verstrekken. Eind 2006 werd een motie aangenomen in de Tweede Kamer om toch een vorm te vinden die het gemeenten mogelijk moet maken om binnen de bijzondere bijstand bepaalde groepen aan te wijzen die op een eenvoudige en snelle manier een vergoeding kan worden verstrekt. Dit heeft geleid tot een doelgroepenbeleid binnen de bijzondere bijstand.

 

Net als binnen het categoriale beleid kunnen groepen worden benoemd waarvan zonder meer kan worden aangenomen dat zij bepaalde kosten maken die voor bijstand in aanmerking komen. Belangrijkste verschil ten opzichte van de categoriale bijstand is dat de gemeente wel verplicht is om op een of andere manier te controleren of deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. De gemeente hoeft niet alle toekenningen te controleren, maar kan volstaan met steekproeven. De gemeente is daarbij vrij de omvang en de criteria voor de steekproef te benoemen.

 

  1. Ervaringen Leergeld

 

Nadat de regeling bijkomende studiekosten door de gemeente werd beëindigd is door de gemeente samenwerking gezocht met de Stichting Leergeld. Leergeld is binnen Delft actief sinds mei 2006. Leergeld biedt een financiële ondersteuning aan ouders van kinderen die onderwijs volgen, zowel op de basisschool als het voortgezet onderwijs.

Om haar taak te kunnen uitvoeren heeft Leergeld van de gemeente in 2006 en in 2007 een subsidie ontvangen. Daarnaast heeft Leergeld ook andere sponsors gevonden die het mogelijk maakte deze taak uit te voeren.

 

Leergeld werkt uitsluitend met vrijwilligers. Nadat zij een opleiding hebben gehad worden door hen de aanvragen afgehandeld. Om de aanvragen af te handelen wordt bij iedere aanvrager een huisbezoek afgelegd. Daarbij bleek de problematiek van veel gezinnen erg belastend voor de vrijwilligers van Leergeld.

 

De stichting is niet bij alle Delftse burgers bekend. Het aantal aanvragen dat werd ingediend was, ondanks de publiciteit, onder andere in de Stadskrant en de klantenkrant van WIZ (KWIZ) lager dan voorheen bij WIZ. In veel gevallen werd geen aanvraag ingenomen, maar werd bemiddeld naar de landelijke studiekostenregelingen zoals de Wet Studiefinanciering (WSF) en de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS).

 

Mede doordat het aantal aanvragen minder was dan was voorzien heeft Leergeld niet het gehele subsidiebedrag gebruikt. Dit is inmiddels verrekend.

 

De gemeente is van mening dat het bieden van een inkomensvoorziening voor schoolkosten, gelet op de nieuwe beleidslijn van het Rijk, een taak is voor een overheidsorgaan, c.q. door de gemeente uitgevoerd moet worden. Het bestuur van de stichting Leergeld is deze mening ook toegedaan.

 

Leergeld heeft tijdelijk een moeilijke taak op zich genomen in een periode dat de gemeente geen regeling kende voor schoolkosten. De gemeente is Leergeld dan ook zeer erkentelijk dat zij deze moeilijke taak heeft uitgevoerd.

 

  1. Een nieuwe schoolkostenregeling.

 

In het gemeentelijke anti-armoedebeleid vormen kinderen een belangrijke doelgroep. Voorkomen moet worden dat kinderen in armoede opgroeien.

 

Vanaf de start van het onderwijs worden ouders geconfronteerd met kosten die verbonden zijn aan het volgen van onderwijs. Deze kosten kunnen worden verdeeld in de zgn. directe kosten, zoals de aanschaf leermaterialen en de bijkomende kosten, zoals het al dan niet verplichte schoolgeld of leerlingenbijdrage, overblijfkosten, regenkleding, schoolreisjes of –kampen, culturele en sportieve verplichtingen etc. Voor de directe schoolkosten bestaat voor kinderen op het voortgezet onderwijs een voorziening (WTOS en WSF).

 

Kinderen moeten op school aan alle activiteiten deel kunnen nemen. Financiële redenen mogen geen reden zijn te kiezen niet aan bepaalde schoolactiviteiten deel te nemen, te kiezen voor een kortere of goedkopere opleiding of scholing voortijdig af te breken.

 

Op basis van de mogelijkheden die worden geboden door het zgn. doelgroepenbeleid, wordt zo een nieuwe schoolkostenregeling tot stand gebracht.  De regeling wordt enerzijds gekenmerkt door het vaststellen van een doelgroep van wie wordt aangenomen dat zij kosten maken voor hun schoolgaande kinderen, een eenvoudige en snelle verwerking van de aanvragen, een declaratiesysteem en anderzijds door een steekproefsgewijze controle op de besteding.

 

De regeling moet worden gezien als een aanvulling op de ondersteuning die vanuit het Rijk wordt geboden voor de directe schoolkosten (WTOS en WSF).

 

De regeling zal na afloop van elk schooljaar worden geëvalueerd.

 

  1. de doelgroep

De doelgroep wordt gevormd door ouders van schoolgaande kinderen (zowel basisschool als voortgezet onderwijs) met een inkomen tot maximaal 120% van de voor hen geldende bijstandnorm. Hiermee wordt aangesloten bij het huidige gemeentelijke beleid.

 

  1. de kosten

De kosten waarvoor bijstand wordt verleend zijn die kosten die niet vergoed worden op grond van de WTOS en de WSF. Via deze rijksregelingen worden de directe schoolkosten vergoed, zoals de noodzakelijke boeken.

Middels de regeling kunnen de meer indirecte studiekosten worden gedeclareerd, zoals:

-          de vrijwillige ouderbijdrage;

-          de kosten van schoolreisjes en schoolkampen;

-          de kosten die gemaakt moeten worden ivm culturele activiteiten op school, zoals bezoek theater of concerten;

-          noodzakelijke sportkleding;

-          kosten deelname aan bepaalde door school georganiseerde evenementen;

-          regenkleding;

-          papier en inkt voor een printer;

-          rekenmachine;

-          overblijfkosten;

-          schooltas;

-          huurkosten van een kluisje;

-          internetabonnement.

Bovenstaande lijst is niet limitatief.

 

  1. de vergoeding

De vergoeding die wordt verstrekt is afhankelijk van de kosten die worden gedeclareerd. Voorgesteld wordt de vergoeding te maximeren op een bedrag van € 250,- per schooljaar per kind op het voortgezet onderwijs en maximaal € 100,- per schooljaar per kind op de basisschool.

 

  1. declaratiesystematiek

Uitgangspunt binnen de WWB is dat de betrokkene een aanvraag indient. Alle klanten van WIZ die kinderen hebben in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar zullen worden aangeschreven. De aanschrijving bevat een beschikking waarin wordt bevestigd dat men tot de doelgroep behoort en dat men in beginsel in aanmerking komt voor deze schoolkostenvergoeding. Tevens wordt bij de aanschrijving een eenvoudig aanvraagformulier en declaratieformulieren gevoegd. De klant kan dan het declaratieformulier, op elk gewenst moment gedurende het schooljaar het formulier invullen. Zodra het formulier is ontvangen wordt binnen een periode van enkele dagen de betalingen gedaan.

 

Overige inwoners die menen in aanmerking te komen zullen in eerste instantie via de media en intermediairs worden uitgenodigd een aanvraag in te doen. Onderzocht wordt de mogelijkheid om via bestandskoppelingen deze personen bij aanvang van het nieuwe schooljaar direct aan te schrijven als een vorm van pro-actief anti-armoedebeleid.

 

  1. controle

In tegenstelling tot de vroegere categoriale bijzondere bijstand moet er wel een controle plaatsvinden op de besteding van deze gelden. Hiervoor zal een controleplan worden geschreven. Voorgesteld wordt om controle streeksproefgewijs uit te voeren om daarmee het gebruik maximaal te stimuleren. Indien uit controle blijkt dat er in misbruik wordt gemaakt van de regeling zal de declaratiesystematiek worden aangepast.

 

  1. Verzoek van Stichting Leergeld voor het jaar 2007.

 

Zoals hierboven omschreven is na een bestuurlijk overleg, ook ambtelijk uitgebreid overleg gevoerd met Stichting Leergeld. Hun verzoek is nu of wij, als sector WIZ,  reeds bij de start van het schooljaar 2007 deze regeling kunnen invoeren. Gezien de huidige omstandigheden, is de sector WIZ daar ook toe in staat. Feitelijk betekent het voor dit jaar dat wij de uitvoeringsverantwoordelijkheid van Stichting Leergeld overnemen en kwa uitvoering ambtelijk anticiperen op de besluitvorming, die aan de orde komt bij de programmabegroting 2008.

 

 

6.    Kosten en dekking en invoeringsaspecten.

 

Met het hanteren van een inkomensgrens van 120% van de bijstandsnorm is op jaarbasis een bedrag noodzakelijk van ca. € 260.000,00.

Besluitvorming over deze schoolkostenregeling 2008 staat gepland bij de behandeling van de programmabegroting 2008.

 

Gezien de wens van Stichting Leergeld om deze regeling zo spoedig mogelijk in te voeren zal de sector WIZ de uitvoering van de stichting Leergeld zsm overnemen en daartoe een schoolkostenregeling 2007 voorbereiden/ vaststellen.

 

Voor de implementatie van deze regeling is voor het resterende begrotingsjaar 2007, naar schatting een bedrag noodzakelijk van

€ 180.000,00.  De begrote subsidie aan stichting Leergeld over de jaren 2006 en 2007 is immers ook lager dan oorspronkelijk gepland. Mede hierdoor is de verwachting dat voor deze voorstellen dekking gevonden kan worden binnen het huidige budget bijzondere bijstand.

 

 

  1. Voorstel

 

In deze notitie hebben wij U geïnformeerd over:

1)       De achtergronden van de invoering van een nieuwe schoolkostenregeling 2008. De besluitvorming hieromtrent vindt plaats bij de programmabegroting 2008.

2)       Onze aanpak ( van de sector WIZ) op het verzoek van Stichting Leergeld de uitvoerende dienstverlening van stichting Leergeld over te nemen.

 

Voorgesteld wordt:

 

-          Kennis te nemen van deze notitie.

-          De raad eveneens hieromtrent te informeren.