Stuk 110 I Delft,
11 juni 2007.
20268829
Onderwerp: Vaststellen subsidieverordening Locatiegebonden
Subsidies.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
Inleiding.
Door het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden is
op 23 november 2005 de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005 vastgesteld. Deze
verordening is een uitvloeisel van de afspraken tussen het ministerie van VROM
en het stadsgewest over de realisatie van 34.000 woningen in de periode 2005
t/m 2009. Door VROM is voor deze taakstelling een subsidiebedrag beschikbaar
gesteld aan het stadsgewest van 43 miljoen op grond van het Besluit
Locatiegebonden Subsidies (BLS). In de stadsgewestelijke verordening is de taakstelling
over de gewest-gemeenten verdeeld. Delft heeft de taakstelling opgelegd
gekregen om binnen de BLS-periode van 2005 t/m 2009 4.000 woningen te
realiseren waarvan 1.290 in de sociale sector. Het voor Delft beschikbare
BLS-subsidiebedrag bedraagt ruim 7,5 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit de
sociale taakstelling maal het normbedrag ad 5.827,-.
Ingrijpend verbeterde woningen en studenten- en AWBZ
gerelateerde eenheden, waarbij twee eenheden tellen als ιιn woning, worden
meegeteld bij de sociale taakstelling van 1.290 woningen. Deze tellen echter
niet mee voor de totale taakstelling van 4.000 woningen.
Realiseert de gemeente minder dan 83% van de sociale
taakstelling, dus minder dan 1.071 sociale woningen, vervalt de gehele
BLS-bijdrage van 7,5 miljoen. Wordt meer dan 83% maar minder dan 100% van de
sociale taakstelling gerealiseerd dan wordt de BLS-bijdrage op het
gerealiseerde aantal vastgesteld (aantal maal 5.827,-). Wordt minder dan de
totale taakstelling van 4.000 woningen gerealiseerd, dan moet voor elke niet
gerealiseerde woning 1.607,- aan het stadsgewest worden teruggestort.
Voor het toekennen van de BLS-subsidie aan de Delftse
corporaties voor het realiseren van de sociale taakstelling (1.290 woningen) is
een gemeentelijke subsidieverordening vereist.
Deze BLS-verordening is besproken tijdens het bestuurlijk overleg met de
corporaties. De gemeentelijke Subsidieverordening Besluit Locatiegebonden
Subsidies leggen wij u hierbij ter vaststelling voor.
BLS-verordening in relatie tot Kaderverordening.
Het voorbereiden van de gemeentelijke BLS-verordening is
vertraagd doordat gelijktijdig het project Beleidskader/Kaderverordening werd
opgestart waarbinnen de gemeentelijke subsidiesystematiek wordt herijkt.
Nu blijkt dat de Kaderverordening niet eerder dan per 1
januari 2008 zal worden vastgesteld, is alsnog besloten om de gemeentelijke
BLS-verordening via uw college en de gemeenteraad te laten vaststellen. De
BLS-verordening kan daarna als beleidsregel in de Kaderverordening worden
meegenomen.
Instellen Voorziening BLS.
Voor het verstrekken van BLS-subsidie is een gemeentelijke
subsidieverordening vereist en moet een Voorziening BLS worden ingesteld.
Stuk 110 I pag.
2.
De van het stadsgewest ontvangen BLS-bijdrage over het jaar
2005 ten bedrage van 576.930,- is administratief niet juist verwerkt.
Het bedrag dient alsnog te worden gestort in de in te stellen Voorziening BLS.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de accountant van de
subsidieaanvraag aan het stadsgewest van de BLS-bijdrage over het jaar 2006
bedraagt deze 810.034,-. Ook dit bedrag moet worden gestort in de in te
stellen Voorziening BLS.
Gemeentelijke BLS-verordening.
In deze BLS-verordening is opgenomen hoe de Voorziening BLS
wordt gevoed, welke woningen in aanmerking komen, hoe de subsidie moet worden
aangevraagd, wat de voorwaarden en risicos zijn, hoe de verdeelsleutel naar de
woningen is en op welke wijze wordt afgerekend.
Voor BLS-subsidie komen alleen sociale woningen, sociale
eenheden, alsmede ingrijpende verbeteringen van sociale woningen in aanmerking.
Elke nieuw opgeleverde sociale woning komt in aanmerking
voor 3.000,-, elke wooneenheid en ingrijpend verbeterde woning voor
1.600,-.
Ruime sociale gezinswoningen van 85 m2 met 5-kamers of meer
van het woningtype eengezinswoning, grondgebonden of maisonnette ontvangen een
extra BLS-bijdrage van 3.000,-. Ingrijpend verbeterde ruime sociale
gezinswoningen ontvangen een extra BLS-bijdrage van 1.400,-.
Voorop staat dat de gemeente nooit meer BLS-subsidie zal
uitkeren dan vanuit het stadsgewest wordt ontvangen.
De BLS-bijdragen worden in de vorm van een voorschot
verleend.
Na afloop van de BLS-periode en na afrekening van de
BLS-bijdrage door het stadsgewest vindt definitieve vaststelling plaats. Dit
kan leiden tot herziening van de voorlopig vastgestelde BLS-bijdrage aan de
corporaties en zelfs tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van te veel
uitbetaalde
BLS-bijdrage.
Voorstel.
Wij stellen u voor:
-
de gemeentelijke Subsidieverordening Locatiegebonden
Subsidies vast te stellen;
-
het als bijlage 1 en bijlage 2 bij de hiervoor genoemde
subsidieverordening gevoegde aanvraagformulier en gereedmeldingsformulier vast
te stellen;
-
een Voorziening BLS voor de ontvangsten en doen van uitgaven
in het kader van de hiervoor genoemde subsidieverordening in te stellen;
-
de BLS-bijdrage van het stadsgewest over het jaar 2005 ad
576.930,- dat administratief niet juist is verwerkt, te storten in de in te
stellen Voorziening BLS;
-
de BLS-bijdrage van het stadsgewest over het jaar 2006 naar
raming ad 810.034,- te storten in de in te stellen Voorziening BLS;
-
de 52e wijziging van de gemeentebegroting voor
het dienstjaar 2007 vast te stellen.
Hoogachtend,
Het college van burgemeester en wethouders van Delft;
mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.
mr. drs. H.G.L.M.
Camps ,secretaris.
Stuk 110 II
20268829
De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 29 mei 2007;
gelet op het Besluit Locatiegebonden subsidies VINAC en de
Verordening BLS VINAC Haaglanden 2005;
b e s l u i t :
1. tot het instellen van een
Voorziening BLS ten behoeve van het boeken van de ontvangsten en het doen van
uitgaven in het kader van de onder 2. bedoelde verordening;
2. tot het vaststellen van de Subsidieverordening
Besluit locatiegebonden subsidie 2005
a. stadsgewest: stadsgewest Haaglanden;
b. dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van het
stadsgewest Haaglanden;
c. college: college van burgemeester en
wethouders van Delft;
d. bijdrage: bijdragen die het stadsgewest zal
storten in het kader van de Verordening BLS VINAC Haaglanden 2005;
e. toevoeging aan de woningvoorraad: elke door
nieuwbouw en door toevoeging anderszins
gerealiseerde
en bij het CBS gereedgemelde woning;
f. sociale
sector woning:
a)
huurwoningen met een rekenhuur tot de maximale huurgrens als bedoeld in de Wet
op de Huurtoeslag (artikel 13 eerste lid onder a en artikel 27 eerste lid onder
b). Prijspeil 1 juli 2007 621,78; het
bedrag wordt jaarlijks per 1 juli bij ministeriλle regeling aangepast door het
ministerie van VROM.
b) goedkope
koopwoningen waarvan de kosten voor het verkrijgen in eigendom niet hoger zijn
dan
163.508
(incl. BTW; peildatum 2006). Deze in het beleidskader ISV-2 bij de
outputindicator Fysiek/mutaties in de woningvoorraad opgenomen prijsgrens
voor nieuwbouw koopwoningen zal jaarlijks door het ministerie van VROM worden
geοndexeerd[1];
g. ingrijpende woningverbetering:
woningverbetering met een minimum aan verbeteringskosten van 22.689 per
woning (inclusief BTW, kostengrens wordt niet geοndexeerd)[2].
Na verbetering dienen de woningen te vallen binnen de onder f. vermelde
definitie van woningen in de sociale sector[3];
Stuk 110 II pag.
2.
h. sociale sector wooneenheid:
wooneenheid die alleen toegankelijk is
voor diegenen die is ingeschreven bij een onderwijsinstelling, alsmede AWBZ-gerelateerde
wooneenheden die minimaal voldoet aan de door het CBS gehanteerde criteria voor
een wooneenheid[4];
i. woonoppervlakte: het totaal van de
oppervlakten van vertrekken, zoals: woonkamer, keuken, badkamer/doucheruimte,
slaapkamer(s), zolderkamer indien bereikbaar via vaste trap en met ruime mate
van daglichtaanwezigheid. Overige ruimtes: kelder, bijkeuken, wasruimte,
bergruimte/schuur, ingebouwde kasten groter dam 2m2, garage, zolder niet zijnde
vertrek en verkeersruimten worden niet meegeteld.
j. A.S.V.: Algemene Subsidieverordening Delft;
1. Deze verordening dient
uitsluitend ter medefinanciering van projecten in het kader van het Convenant
woningbouwafspraken en de daaruit voortvloeiende sociale taakstelling zoals
deze door het stadsgewest aan de gemeente is opgelegd voor de periode
2005-2010. De taakstelling bestaat uit het realiseren van minimaal 4.000
woningen, waarvan tenminste 1.290 woningen in de sociale sector.
2. De subsidie is bestemd voor woningbouwprojecten
die bevorderen dat de onder artikel 2, lid 1 genoemde sociale taakstelling
wordt gehaald en die worden gerealiseerd in de periode 01.01.2005 tot en met 31.12.2009. Deze termijn kan
overeenkomstig artikel 2, lid 4 van de Verordening BLS VINAC Haaglanden 2005,
door het stadsgewest met ιιn jaar worden verlengd tot 31.12.2010, in welk geval
die uiterlijke termijn geldt volgens deze verlenging.
1. In de Voorziening BLS wordt de
bijdrage van het stadsgewest in het kader van de Verordening BLS VINAC
Haaglanden 2005 gestort. De hoogte van de bijdrage die wordt ontvangen van het
stadsgewest is afhankelijk van het aantal aan de woningvoorraad toegevoegde
sociale woningen, eenheden alsmede aan het aantal ingrijpend verbeterde sociale
woningen.
2. De in artikel 3, lid 1.
bedoelde bijdrage wordt ontvangen op basis van jaarlijkse subsidieverzoeken van
het college aan het dagelijks bestuur van het stadsgewest, zoals bedoeld in
artikel 7 van de stadsgewestelijke verordening.
Artikel 4. Subsidieplafond.
Voor de periode 2005 t/m 2009 (het tijdvak van de subsidie)
bedraagt het subsidieplafond van de van het stadsgewest te ontvangen
BLS-bijdrage 7.517.519,52. Dit bedrag wordt niet geοndexeerd.
Artikel 5. Subsidieaanvraag.
1. Alleen projecten voor sociale
woningen en sociale wooneenheden, alsmede voor het ingrijpend verbeteren van
sociale woningen in Delft komen in aanmerking voor subsidie, waaronder met
name:
-
Bomenwijk;
-
Poptahof;
-
Harnaschpolder;
-
T.U. wijk;
-
overige sociale woningbouwprojecten.
Stuk 110 II pag.
3.
2. Subsidieaanvragen worden door
iedere woningcorporatie afzonderlijk voor het gehele tijdvak 2005 t/m 2009 in
ιιn keer ingediend bij het college. De subsidieaanvragen dienen uiterlijk 1 november
2007 bij het college te zijn ingediend;
3. Per sociaal woningbouwproject
dan wel sociaal ingrijpend
verbeteringsproject wordt de subsidieaanvraag ingediend op een volledig
ingevuld en ondertekend formulier zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze verordening.
Artikel 6. Subsidiegrondslag.
1. Elke nieuw opgeleverde
zelfstandige sociale woning komt na gereedmelding en na goedkeuring daarvan
door het college in aanmerking voor een basisbedrag van 3.000,-;
2. Elke nieuw opgeleverde
onzelfstandige sociale wooneenheid komt na gereedmelding en na goedkeuring
daarvan door het college in aanmerking voor een basisbedrag van 1.600,-;
3. Elke ingrijpend verbeterde
sociale woning komt na gereedmelding en na goedkeuring daarvan in aanmerking
voor een basis bedrag van 1.600,-;
4. Waar de in dit artikel
voorgestelde verdeling afwijkt van de eerder op 2 november 2006 ondertekende afspraken
tussen de gemeente Delft, Vestia, Vidomes en Woonbron over de inzet van
BLS-gelden in Harnaschpolder, vindt financiλle compensatie plaats tot de in
deze afspraken gemaakte hoogte van de BLS-bijdrage.
Artikel 7. Extra subsidiegrondslag.
1. Elke nieuw
opgeleverde ruime sociale gezinswoning vanaf 85 m2 woonoppervlakte en met 5
kamers of meer in de woningtypen eengezinswoning, grondgebonden woning en
maisonnette ontvangt extra subsidie ook indien het een ingrijpend verbeterde
sociale woning betreft die voldoet aan deze criteria;
2. Elke nieuw
opgeleverde ruime gezinswoning zoals omschreven in artikel 7, lid 1 komt boven
het basisbedrag in aanmerking voor een extra subsidiebedrag van 3.000,-;
3. Elke opgeleverde ingrijpend
verbeterde ruime sociale gezinswoning zoals omschreven in artikel 7, lid 1 komt
boven het basisbedrag in aanmerking voor een extra subsidiebedrag van
1.400,-;
4. Voor het optimaliseren van het
aantal te realiseren ruime gezinswoningen zoals hiervoor in artikel 7, lid 1
omschreven wordt in de Reserve BLS een bedrag gereserveerd van
1.500.000,-.
Artikel 8. Subsidieverlening.
1. Het college besluit binnen 8
weken na ontvangst van de subsidieaanvraag. In de subsidiebeschikking zal
gemotiveerd worden aangegeven op welk subsidiebedrag de subsidieaanvrager
maximaal per ingediend project een voorlopig recht heeft;
2. Het uit te keren subsidiebedrag per project
zal na gereedmelding voorlopig worden vastgesteld en betaalbaar worden gesteld.
Voor een nadere specificatie zie artikel 13 van deze verordening;
3. De definitieve subsidievaststelling vindt
plaats, nadat het stadsgewest de BLS-bijdrage aan de gemeente definitief heeft
vastgesteld. Zie ook artikel 14 van deze verordening.
Stuk 110 II pag.
4.
Artikel 9. Subsidievoorwaarden.
1. Alleen
sociale woningen, sociale wooneenheden en ingrijpend verbeterde sociale woningen
die uiterlijk 31 december 2009 worden opgeleverd, dan wel die uiterlijk 31
december 2010 worden opgeleverd indien de termijn is verlengd zoals bedoeld in
artikel 2, lid 2, komen voor subsidie in aanmerking;
2. Definitieve vaststelling van de verleende subsidie vindt plaats in 2010 nadat het stadsgewest de aan de gemeente toegekende bijdragen definitief heeft vastgesteld. Indien verlenging van de uiterlijke termijn zoals bedoeld in artikel 2, lid 2 heeft plaatsgevonden, vindt de definitieve vaststelling van de verleende subsidie in 2011 plaats;
3. Aan het verlenen en vaststellen van de subsidie wordt de voorwaarde verbonden dat de woningen waarvoor de subsidie is verleend en vastgesteld minimaal 10-jaar deel blijven uitmaken van de sociale sector.
4. Alleen de
op basis van de stadsgewestelijke verordening ontvangen BLS-bijdragen worden
uitgekeerd in het kader van deze gemeentelijke verordening;
5. Er wordt
geen financiλle claim neergelegd bij ιιn van de partijen bij het niet behalen
van de taakstelling. Indien de door het stadsgewest definitief aan de gemeente toegekende BLS-bijdrage
lager is dan geraamd, wordt het tekort naar rato over alle subsidieontvangers
verdeeld;
Artikel 10. Intrekken en wijzigen van de verleende subsidie.
1. Het college kan zolang de
subsidie nog niet definitief is vastgesteld, de subsidieverlening al dan niet
op verzoek van de subsidieaanvrager intrekken of wijzigen indien niet wordt voldaan
dan wel redelijkerwijs kan worden verwacht dat niet kan worden voldaan aan de
doelstelling van deze subsidieregeling. Dit is eveneens van toepassing indien
het feitelijk gerealiseerde aantal sociale woningen, sociale wooneenheden en/
of ingrijpende verbeteringen van sociale woningen ten opzichte van de
subsidieaanvraag zijn gewijzigd;
2. Alvorens tot intrekking of
wijziging van de verleende subsidie over te gaan, wordt de subsidieaanvrager in
de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over het voornemen tot intrekking of
wijziging van de subsidie kenbaar te maken aan het college.
Artikel 11. Weigeringsgronden.
1. Zelfstandige sociale woningen
en onzelfstandige sociale eenheden die uiterlijk 31december 2005 zijn
opgeleverd en als zodanig aan het CBS zijn gemeld, komen niet voor subsidie in
aanmerking;
2. Ingrijpend verbeterde sociale
woningen en sociale wooneenheden die uiterlijk 31 december 2005 zijn opgeleverd
komen niet voor subsidie in aanmerking;
3. Zelfstandige sociale woningen
en onzelfstandige sociale wooneenheden waaraan op grond van de
Stadsgewestelijke verordening woninggebonden subsidies (BWS) subsidie is of
wordt verleend, komen niet voor subsidie in aanmerking;
4. Het college weigert een
(deel)subsidie als door het verlenen van de subsidie het subsidieplafond zoals
bedoeld in artikel 4 wordt overschreden.
Artikel 12.
Gereedmelding.
1. De gereedmelding van het project waarvoor
subsidie is verleend geschiedt op een door het college vastgesteld en door de
initiatiefnemer volledig ingevuld en ondertekend formulier zoals opgenomen in
bijlage 2 bij deze verordening
2. De gereedmelding is tevens een verzoek om
voorlopige vaststelling en uitbetaling van de verleende subsidie.
Stuk 110 II pag.
5.
Artikel 13.
Voorlopige vaststelling en uitbetaling subsidie.
1. Binnen 8 weken na ontvangst van de gereedmelding neemt het college
een besluit op het verzoek tot voorlopige vaststelling en uitbetaling van de
subsidie;
2. Dit besluit zal niet eerder plaatsvinden dan
nadat het sociale woningbouwproject bij het C.B.S. als opgeleverd is aangemeld.
Dit geldt niet voor ingrijpende woningverbeteringen;
3. Het college kan een besluit als bedoeld in het
eerste lid steeds met 8 weken verdagen indien de controle op de juistheid van
de gegevens daartoe aanleiding geeft, of de melding aan het C.B.S. nog niet
heeft plaatsgevonden
4. Indien het college instemt met het verzoek tot
voorlopige vaststelling, stelt zij de subsidie voorlopig vast;
5. Uitbetaling van de voorlopig vastgestelde
subsidie vindt plaats binnen 8 weken na het besluit tot voorlopige vaststelling
en uitbetaling zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, mits voldoende middelen in
de Reserve BLS beschikbaar zijn. Indien onvoldoende middelen in de Reserve BLS
beschikbaar zijn vindt uitbetaling plaats op het moment dat er voldoende
middelen beschikbaar zijn.
Artikel 14.
Definitieve subsidievaststelling.
1. Nadat na afloop van de BLS-periode het
stadsgewest de BLS-bijdrage aan de gemeente definitief heeft vastgesteld, stelt
het college per woningcorporatie afzonderlijk de verleende subsidie definitief
vast op basis van:
a. het aantal door
de corporatie uiterlijk per 31 december 2009 opgeleverde zelfstandige sociale
woningen. Indien de termijn volgens artikel 2,lid 2 met ιιn jaar is verlengd
tot 31 december 2010 dan geldt deze uiterlijke termijn;
b. het aantal door
de corporatie uiterlijk per 31 december 2009 opgeleverde onzelfstandige sociale
wooneenheden. Indien deze termijn volgens artikel 2,lid 2 met ιιn jaar is
verlengd tot 31 december 2010 dan geldt deze uiterlijke termijn;
c. het aantal door
de corporatie uiterlijk per 31 december 2009 opgeleverde ingrijpend
verbeterde sociale woning. Indien deze
termijn volgens artikel 2,lid 2 met ιιn jaar is verlengd tot 31 december 2010
dan geldt deze uiterlijke termijn;
d. de door het
stadsgewest voor Delft definitief vastgestelde BLS-bijdrage zoals bedoeld in
artikel 4 van deze verordening.
2. Definitieve vaststelling van de subsidie door
het college kan leiden tot herziening van het eerder door het college verleende
subsidie dan wel voorlopig vastgestelde en uitbetaalde subsidie en/of tot
gehele of gedeeltelijke terugvordering van te veel uitbetaalde subsidie. [5]
Artikel 15.
Onvoorziene omstandigheden.
1. In gevallen waarin deze verordening niet
voorziet, beslist het college.
2. In bijzondere gevallen en met inachtneming van
het doel van deze verordening, kan het college gemotiveerd afwijken van deze
verordening.
3. In het geval dat na definitieve vaststelling
door het stadsgewest van de BLS-bijdrage voor Delft en na definitieve
vaststelling door het college van de subsidie nog sprake is van een overschot,
zal dit overschot volgens de bepalingen van deze verordening ten goede komen
aan het in 2005 gereedgekomen ingrijpend verbeter project waaraan geen subsidie
is verleend.
Artikel 16.
Inwerkingtreding en verordening en fonds.
Deze verordening treedt in
werking de dag na publicatie van het besluit en werkt terug tot en met 1
januari 2006.
Stuk 110 II pag.
6.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Subsidieverordening Besluit Locatiegebonden Subsidies.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
28 juni 2007.
,burgemeester.
,griffier.
Stuk 110 II pag.
7.
Postbusnummer :
Postcode+plaats :
Telefoonnummer :
Rekeningnummer :
Contactpersoon :
2. Gegevens omtrent
de nieuwbouwwoningen en de ingrijpende woningverbeteringen.
a. Naam van het bouwplan :
b. Locatiebeschrijving :
c. Straat en huisnummers :
d. Aard werkzaamheden :
o nieuwbouw
:
o ingrijpende woningverbetering
e. Aantal woningen :
meergezins
:
eengezins
f. Aantal wooneenheden :
meergezins
:
eengezins
g. categorie :
o sociale huur
:
o sociale koop
g. geplande startdatum :
h. geplande oplevering :
Stuk 110 II pag.
8.
a. Gemiddelde grootte van de woning in m2 gebruikoppervlakte :
b. Aantal kamers na nieuwbouw/ingrijpende verbetering :
c. Aanvangshuur na nieuwbouw/ingrijpende verbetering :
d. Kosten verkrijgen in eigendom bij koop :
e. Kosten ingrijpende verbetering gemiddeld per woning :
4. Verklaring van de initiatiefnemer.
De initiatiefnemer verklaart:
a.
dat hem bekend is dat de gemeentelijke Subsidieverordening
Locatiegebonden Subsidie 2005 en de Verordening BLS VINAC Haaglanden 2005 van
toepassing zijn,
b.
dat hij de daarin genoemde voorwaarden kent.
De initiatiefnemer verklaart het aanvraagformulier naar
waarheid te hebben ingevuld.
Plaats en datum :
Handtekening :
Stuk 110 II pag.9.
Postbusnummer :
Postcode+plaats :
Telefoonnummer :
Rekeningnummer :
Contactpersoon :
2. Gegevens omtrent
de nieuwbouwwoningen en de ingrijpende woningverbeteringen.
a. Naam van het bouwplan :
b. Locatiebeschrijving :
c. Straat en huisnummers :
d. Aard werkzaamheden :
o nieuwbouw
:
o ingrijpende woningverbetering
e. Aantal woningen :
meergezins
:
eengezins
f. Aantal wooneenheden :
meergezins
:
eengezins
g. Categorie :
o sociale huur
:
o sociale koop
g. Gemiddelde datum
oplevering :
a. Gemiddelde grootte van de woning in m2 gebruikoppervlakte :
b. Aantal kamers na nieuwbouw/ingrijpende verbetering :
Stuk 110 II pag.
10.
c. Aanvangshuur na nieuwbouw/ingrijpende verbetering :
d. Kosten verkrijgen in eigendom woning bij koop :
e. Kosten ingrijpende verbetering gemiddeld per woning :
4. Verklaring van de initiatiefnemer.
De initiatiefnemer verklaart:
De initiatiefnemer verklaart het gereedmeldingsformulier
naar waarheid te hebben ingevuld.
Plaats en datum :
Handtekening :
[1] Aangesloten wordt bij de omschrijving/definitie en
indexering die door het ministerie van VROM voor ISV2 nog vastgelegd wordt in
het aan te passen Besluit verantwoording stedelijke vernieuwing.
[2] Deze definitie (vastgelegd bij de afspraken over 30%
sociaal in het kader van de Woonvisie, en bij het voorstel hoofdlijnen
besteding BLS Vinac) sluit niet aan bij de definitie zoals gehanteerd in het
kader van ISV-2 (Fysiek/outputindicator mutaties in de woningvoorraad): Van
ingrijpende woningverbetering is sprake als de aanneemsom of de kostenraming
minimaal 50.000 (excl. BTW) bedraagt. De kostengrens wordt in ISV2
overigens ook niet geοndexeerd.
[3] Hierbij dient te worden
gekeken naar de waarde van de woning voor de ingrijpende verbetering
(bijvoorbeeld met behulp van de WOZ administratie) plus de gemaakte
verbeteringskosten (minimaal 22.689),
tenzij de gemeente op een andere manier kan aantonen dat de woning binnen de
sociale sector beschikbaar komt.
[4] Conform de Handleiding
Administratieve Woningtelling, versie 2, CBS 1992 (par. 3.4 wooneenheden).
[5]
Gedeeltelijke of gehele terugvordering van de subsidie kan plaatsvinden indien
de taakstelling bestaande uit het realiseren van 1.290 sociale woningen niet
wordt gehaald respectievelijk lager is dan 83% daarvan.