Aandachtsgroep van beleid;
Wordt ook wel doelgroep van beleid genoemd. Alle
huishoudens die gezien hun inkomen in aanmerking komen voor huurtoeslag,
behoren tot de aandachtsgroep. Jaarlijks worden de grenzen geïndexeerd. Per 1
januari 2008 gelden de volgende grenzen:
-
alleenstaanden jonger dan 65 jaar en een inkomen
tot 20.600
-
meerpersoonshuishoudens tot 65 jaar en een inkomen
tot 27.950
-
alleenstaanden 65 jaar en ouder en een inkomen tot
18.525
-
meerpersoonshuishoudens 65 jaar en ouder en een
inkomen tot 24.625.
Aftoppingsgrens
Wanneer iemand die tot de aandachtsgroep behoort,
verhuist naar een woning met een huur boven de aftoppingsgrens, heeft hij/zij
geen recht op huurtoeslag. Per 1 juli is de aftoppingsgrens voor 1 en 2
persoonshuishoudens 491,64 per maand en voor meerpersoonshuishoudens 526,89
Bereikbare voorraad
Woningen met een huur tot de aftoppingsgrenzen.
Institutionele huishoudens
Huishoudens in woongebouwen waar derden voorzien in
de huisvesting en de verzorging van de dagelijkse levensbehoeften.
Kwaliteitskortings/jongerengrens;
De kwaliteitskortingsgrens is 343 euro. Tot deze
grens wordt het verschil tussen de normhuur (wat iemand zelf kan betalen obv
zijn/haar inkomen) tot 100% aangevuld, daarboven is dit aandeel lager (75%) en
betalen huurder meer mee aan de kwaliteit. Jongeren tot 23 jaar krijgen geen
huurtoeslag als zij woonruimte gaan huren met een hogere huur.
Sociale huursector
Alle woningen in beheer bij toegelaten
instellingen, zijnde de woningcorporaties
Sociale koopwoningen
Sociale koopwoningen hebben een kooprijs van
maximaal 168.000
Omschrijving van beleving van woonmilieus (figuur
3.4)
kleur |
buurt-
oriëntatie |
diversiteit
aan leefstijlen |
sfeer en
karakter |
status |
ontwikkeling |
benaming |
||
1 |
hoog |
klein |
hoog |
hoog |
neutraal tot positief |
‘statig’ |
||
Aan het als ‘statig’
getypeerde woonmilieu worden een hoge status, veel sfeer en een hoge
oriëntatie op de buurt toegekend, evenals een wat leefstijl betreft relatief
homogene bevolking. Echte
‘statige’ woonmilieus heeft Delft nauwelijks. Dat komt vooral doordat de
diversiteit aan leefstijlen in de meeste delen van Delft als vrij groot wordt
betiteld. Dat is niet vreemd voor een studentenstad, en maakt tevens dat veel
meer buurten als ‘gevarieerd’ getypeerd kunnen worden. |
||||||||
2 |
neutraal tot hoog |
neutraal tot klein |
neutraal tot hoog |
hoog |
neutraal tot positief |
‘sfeervol’ |
||
Ook van het
hier als ‘sfeervol’ getypeerde woonmilieu wordt de status als hoog
beleefd. Daarnaast hebben deze gebieden altijd wel één of meerdere kenmerken
van het hierboven beschreven ‘statige’ type, maar nooit allemaal in
combinatie met elkaar. Delft kent een aantal van deze
sterke woonmilieus. Het westelijk deel van de Verzetstrijdersbuurt is er een
voorbeeld van, en verder de typische jaren dertig buurten (in de wijken Hof
van Delft en de Indische Buurt) en de meest recente (binnenstedelijke)
nieuwbouw. Dit zijn de stadswijken waar veel mensen warm voor lopen. |
||||||||
3 |
hoog |
klein |
hoog |
neutraal tot laag |
varieert |
‘gezellig’ |
||
Het derde
type woonmilieu wordt als ‘gezellig’ beleefd: relatief veel sociale
contacten en ‑ wellicht mede daardoor ‑ sfeer en
karakter. Bovendien veel mensen met een gelijke leefstijl, terwijl de status
als niet bijzonder hoog wordt beleefd. Dit is typisch het profiel van de ‘ons
kent ons’ buurt, ook wel volksbuurt genoemd. De woonmilieus van dit type
concentreren zich in Delft-Oost, in de wijken Vrijenban en Wippolder. De
Indische buurt-Noord, Bomenwijk, Biesland, Heilige Land en Wippolder-Noord en
Zuid rekenen we ertoe, zij het met accentverschillen. Zo wordt alleen het
westelijk deel van Wippolder-Noord als sfeervol en karakteristiek betiteld,
terwijl Wippolder als geheel eigenlijk een te grote diversiteit aan
leefstijlen herbergt om van een echte ‘ons kent ons’ buurt te kunnen spreken.
Opvallend is Het Rode Dorp in de wijk Buitenhof. Qua stedenbouwkundige opzet
zou wellicht worden verwacht dat dit woongebied als een anonieme, sfeerloze
buurt functioneert, maar wat betreft woonmilieukenmerken schaart ze zich
onder de ‘gezellige’ buurten. Hét sterke punt van deze buurten zijn niet
zozeer de woningen of de woonomgeving maar de bewoners. Zij geven de buurt
kleur en karakter. Dat ze over het algemeen niet meer uit de wijk weg willen
zorgt wel voor vergrijzing. |
||||||||
4 |
varieert |
hoog |
hoog |
varieert |
positief |
‘levendig’ |
||
Als ‘levendig’
kunnen de woongebieden worden getypeerd die een combinatie laten zien van
uiteenlopende leefstijlen, veel sfeer en een positieve ontwikkeling. Dit is
een vrij zeldzame combinatie, die lijkt voorbehouden aan enkele steden. Een dergelijk
woonmilieu wordt gekenmerkt door veel variatie in leefstijlen, veel sfeer en
een positieve ontwikkelingsrichting. Die combinatie komt niet vaak voor, toch
beschikt Delft over een aantal buurten die er veel van weg hebben. Dat geldt
vooral het noordelijk deel van het Westerkwartier in de wijk Hof van Delft.
Het sterke punt van dit type woonmilieu ligt zeker niet in de kwaliteit van
de woningen, die naar de huidige maatstaven vaak klein en in technisch
opzicht gebrekkig zijn. Het zou echter onverstandig zijn ze te vervangen want
ze bieden ruimte aan bewoners en gebruikers van verschillend pluimage, die er
wonen, werken en ontspannen in een informele sfeer die in een Kennisstad niet
gemist kan worden. |
||||||||
5 |
laag |
neutraal tot klein |
laag |
laag |
negatief |
‘anoniem’ |
||
Als ‘anoniem’
typeren we de woongebieden waar de betrokkenheid op elkaar, de sfeer en de
status als laag worden beleefd en de ontwikkeling als negatief wordt
beoordeeld. Deze woonmilieus zijn
geconcentreerd in de wijken Buitenhof en Voorhof en het oude Voordijkshoorn.
In Buitenhof zijn het met name de buurten Buitenhof-Noord, Gillisbuurt,
Fledderusbuurt en Pijperring die zich kenmerken door een anoniem karakter; in
Voorhof betreft het Poptahof-Noord en Zuid, de hoogbouw, Multatulibuurt en
het middendeel van de Roland Holstbuurt. Kuijperwijk-Noord en
Kuijperwijk-Zuid hebben veel kenmerken van een sfeerloze buurt. De oriëntatie
op de buurt is in Kuijperwijk-Zuid echter niet negatief. Voor Kuijperwijk-Noord
geldt dit voor de status van de buurt. Opvallend is dat de ontwikkeling
waarin Kuijperwijk-Noord zich bevindt – in de lift omhoog of naar
beneden ‑ zeer verschillend wordt beleefd. Hoe het ook zij, voor
al deze woonmilieus geldt dat het anonieme karakter vooral wordt bepaald door
de aard van de bebouwing: flats en portieketagewoningen. Een transformatie
daarvan ligt in de rede, waarbij aansluiting moet worden gezocht bij de kansen
die deze gebieden wel degelijk bieden. In Buitenhof gaat het dan om de ruime
en groene opzet van de wijk, in Voorhof om de ligging nabij het centrum en in
Kuyperwijk om het benutten van de sterkere woonmilieus waartussen het gebied
ligt ingeklemd. |
||||||||
6 |
laag |
klein |
laag |
hoog |
positief |
‘stil’ |
||
‘Stil’ kunnen we de gebieden noemen met
weinig sfeer en een anonieme sociale structuur van gelijksoortige bewoners
die weinig met elkaar hebben. Niettemin een hoge status en een wijk in
opkomst. Een typerende combinatie voor een pas opgeleverde nieuwbouwwijk:
misschien komt de sfeer later. Opvallend is
de positieve beleving van de Delftse binnenstedelijke nieuwbouw. Als
sfeerloze nieuwbouwbuurten, veelgehoorde kritiek op de vinex-wijken, worden ze zeker niet
beleefd. Slechts een kleine en alweer enkele jaren oude nieuwbouwlocatie in
de tu-wijk neigt er nog naar.
Voor het overige kenmerken de nieuwbouwontwikkelingen in Delft ‑ de
Hoornse Hof, Ecodus en de ontwikkelingen langs de Schie ‑ zich
juist door een relatief hoge mate van sfeer en karakter. Nieuwbouw ‘valt
goed’ in Delft! |
||||||||
7 |
neutraal |
zeer groot |
zeer hoog |
zeer hoog |
neutraal |
‘historisch’ |
||
De zeer grote
variatie in leefstijlen en de als zeer hoog beleefde sfeer en status vormen
een unieke combinatie van kenmerken die het ‘historische’ woonmilieu
typeren. In de
Binnenstad vinden we van alles wat, en bij elkaar vormt die menging hét
sterke punt van Delft, met de historische achtergrond ervan als voornaamste
aantrekkingskracht. Die aantrekkingskracht vormt wat marketingmensen een
‘unique sellingpoint’ noemen, waarvan het concurrentievoordeel in de overige
wijken geïncasseerd moet worden. |
||||||||
8 |
overige combinaties van kenmerken |
‘neutraal’ |
||||||
De meeste
woonwijken worden per saldo als ‘neutraal’ beleefd. Het zijn woonmilieus
zonder een uitgesproken profiel. De gewone
woonwijken zijn in de meerderheid. Tanthof wordt zo beleefd, de zuidelijke
delen van Hof van Delft en Voordijkshoorn ook. Soms zijn ze wat gedateerd,
maar grootschalige ingrepen zijn meestal niet aan de orde. De strategie zal
meer in de richting van opknappen, opplussen en opfrissen gaan. Niet alleen
van de woningen maar ook van de woonomgeving, die soms wat verschraald is. |
||||||||
Gegevens op buurtniveau
Aandeel corporatiewoningen per buurt
Aandeel meergezinswoningen per buurt
Aandeel vertrekkers op totaal inwoners per buurt
Aandeel mensen met niet westerse achtergrond
Inkomen per buurt
Aandeel huishoudens met een uitkering