Als inleiding hield mevrouw Emmy Klooster, directeur Breed Welzijn Delft (BWD), een presentatie over onder meer de kerngegevens BWD, de geschiedenis van de organisatie, de toekomst van het welzijnswerk, de wijkgerichte organisatiestructuur en koerswijzigingen op bepaalde producten. De presentatie is op het RIS geplaatst bij de vergaderstukken van 5 juni.

 

Wethouder Rensen geeft een korte toelichting op de huidige stand van zaken als het gaat om het welzijnswerk. Hij geeft aan dat de nota Knopen in de wijken recent is vervangen door de door de raad vastgestelde nota Wonen, zorg en welzijn. Daarbij geeft hij aan dat de BWD zich inmiddels heeft aangepast aan het nieuwe beleid(skader) en niet is blijven hangen in de oude structuren.

Hij kan zich voorstellen dat er in de periode rond 2004 een moment had moeten zijn dat de Delftse politiek de kaders van het welzijnswerk had moeten bespreken.

 

De leden van de commissie stellen de navolgende zaken aan de orde:

 

Van der Hoek

-        BWD is niet de enige partij met een rol in het Delftse welzijnsbeleid.

-        Relatie met andere “outreachende teams”, zoals Duit.

-        Openingstijden faciliteiten / gebouwen.

-        Doelgroepen “lokken” naar wijkcentra.

-        Nieuwe initiatieven m.b.t. welzijnsbeleid – dichter bij huis.

-        Gebruik van clubhuizen en sporthuizen – progammering en beheer.

 

Ten aanzien van de relatie met andere “outreachende teams” geeft mevrouw Klooster aan dat er goede samenwerking met andere instellingen is, waarbij taken en diensten vraaggericht worden afgestemd.

 

Stoop

-        Tendens welzijn: van dienst- naar hulpverlening.

-        Omslag in het welzijnswerk – ruimte voor fitness in relatie tot sportscholen.

-        Meer denken mét jongeren in plaats van vóór jongeren.

-        Jongeren meer begeleiden naar de reguliere sportclubs, verenigingen, etc.

-        Relatie met de Wmo.

 

Thoolen

-        Mogelijkheid tot samenwerken met Duit als het gaat om  het Delftse minimabeleid.

 

Van der Poel

-        Buddy-projecten – koppelen van jongeren aan een rol-model, in andere steden goede resultaten behaald.

-        De preventieve werking die ervan uit gaat.

 

Ten aanzien van de Buddy-projecten geeft mevrouw Klooster aan dat deze op kleine schaal plaatsvinden. Daarnaast vinden in het onderwijs mentorprojecten plaats, die hetzelfde doel beogen.

 

De Jong

-        Welzijn beschouwen als een primaire levensbehoefte.

-        Intensief samenwerken met bestaande organisaties.

-        Meer activiteiten voor állen organiseren, in plaats voor alleen een bepaalde doelgroep.

-        Inzicht in de resultaten.

 

Mevrouw Klooster geeft aan dat met betrekking tot het organiseren van activiteiten hierin ook nu al een wisselwerking is.

 

Bennebroek

-        Vertrouwensrol die een jongerenwerker heeft.

-        “Slachtoffer- of daderbenadering”.

-        Omschrijving van het moderne welzijnswerk.

 

Junius

-        Hoe krijgt de commissie grip op de invulling van het moderne welzijnswerk.

-        Hoe kan de commissie vervolgens haar controlerende taak uitoefenen.

 

Wethouder Rensen

-        De commissie dient niet mee te besturen, maar moet de doelstellingen aangeven

-        In 2008 vindt een 0-meting plaats, via de jaarlijkse rapportages kan de commissie controleren of de doelstellingen worden gehaald.

 

Van der Pot

-        Degenen die in een sociaal isolement zitten, dienen door het welzijnswerk te worden bereikt. Dat is belangrijker dan de vraag hoeveel het er precies zijn.

-        Participatie als een van de prestatievelden van de Wmo.

 

 

Meuleman

-        Er is ook een taak voor de gemeenteraad om te bezien of alle voorzieningen optimaal worden benut.

 

Mevrouw Klooster geeft aan dat de openingstijden van bepaalde centra worden aangepast aan de vraag. Er wordt in dat opzicht wijkgericht maatwerk geleverd.

 

 

CONCLUSIE

De uitkomsten van de bijeenkomst zullen (procedureel) worden besproken in de eerstvolgende vergadering van de commissie WIJZO. Daar zal het vervolgtraject inzake de modernisering van het welzijnsbeleid worden afgesproken.