377259 PAR
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en
Wethouders van 26 augustus 2008;
gelet op artikel 149 van de
Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;
b e
s l u i t :
vast te stellen de
volgende:
Verordening voor de fiscale
handhaving op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen
voor het parkeren 2009
(Parkeerverordening
Delft 2009).
Definities en begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt, in
alfabetische volgorde, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald,
verstaan onder:
a. aannemersdagkaart:
een kaart, op kenteken, bestemd voor het bedrijf, dat het motorvoertuig
bezigt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te
stellen werkzaamheden, voor zover dit motorvoertuig voor het uitvoeren van die
werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie, op zowel
belanghebbenden- als parkeerapparatuurplaatsen, moet worden geparkeerd.
b. abonnement: een
bewijs van toestemming tot het parkeren van een motorvoertuig, op door het
college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, op door de raad
aan te wijzen parkeerapparatuurplaatsen en/of belanghebbendenplaatsen, zonder
dat parkeerapparatuur in werking wordt gesteld;
c. abonnementhouder: degene
aan wie een abonnement is verstrekt;
d. Algemene
wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
e. autodate: het
herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van
een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen
natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;
f.
autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen
voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.
g. BABW: Besluit
Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;
h. belanghebbendenplaats: een
parkeerplaats die:
1. is
aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV; of
2. is gelegen
binnen een zone, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV, met het
opschrift ”zone”, voorzover deze plaats niet is uitgezonderd; of
3. is gelegen
binnen de in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage vermelde
gebieden en welke als zodanig van gemeentewege zijn gemarkeerd en van bebording
zijn voorzien;
i.
bedrijfsparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bedrijven
en op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan
bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
j.
bewonerparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bewoners en
op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij
de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
k. dag: een
tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;
l.
dagkaart parkeerterreinplaats: kaart
waarmee houder blijk kan geven dat voor het motorvoertuig waarin, aan of bij de
kaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst, voor de op de kaart genoemde dag
parkeerbelasting is voldaan voor het parkeren van dat motorvoertuig op een
parkeerapparatuurplaats;
m. dagkaart
vergunninghouderplaats: een bewijs van toestemming tot het parkeren op door
het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen
belanghebbendenplaatsen;
n. bezoekerskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke bezoek van een bewoner gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel bezoek van een bedrijf gevestigd in
artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied met
uitzondering van gebied B, mogelijkheid is verleend een motorvoertuig voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
bezoekerskaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst;
o. feestdag: de
landelijk erkende feestdagen: nieuwjaarsdag, eerste paasdag, tweede paasdag,
koninginnedag, hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste
kerstdag, tweede kerstdag, Bevrijdingsdag en Goede Vrijdag;
p. gehandicaptenparkeerkaart: hetgeen
daaronder wordt verstaan in artikel 49 van het BABW, alsmede gehandicapten
parkeerontheffingen (parkeerkaart) uitgegeven door of vanwege Kaderwetgebied
“Haaglanden”;
q. gehandicaptenparkeerplaats: een
parkeerplaats als bedoeld in artikel 26 RVV en aangeduid met bord E6 uit
bijlage I van het RVV;
r. houder: degene
die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd,
met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het
krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als
houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor motorvoertuig opgegeven
kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven;
s. Invorderingswet: de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
t. kraskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke een bedrijf van gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel een persoon die zich vanwege beroep
gevestigd heeft in dit gebied en dat beroep aldaar werkelijk uitoefent,
mogelijkheid is verleend een door dit bedrijf of de persoon die zich vanwege
beroep gevestigd heeft, aan te wijzen motorvoertuig, éénmalig en voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
kraskaart op de juiste wijze is bewerkt;
u. maand: een
tijdvak van op de kalender aangegeven niet rekenkundig één twaalfde deel van
een jaar, aanvangende op de als eerste benoemde dag van die periode op die
kalender om 0.00 uur;
v. motorvoertuig: hetgeen
daaronder wordt verstaan in het RVV;
w. Overallparkeerkaart:
parkeerabonnement waarmee in heel Delft op alle vergunning- en parkeerapparatuurplekken geparkeerd mag
worden;
x. parkeerapparatuur:
parkeerautomaten, parkeermeters, en hetgeen gewoonlijk naar maatschappelijke
opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
y. parkeerapparatuurplaats: een
parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
z. parkeergelegenheid
op eigen terrein: Onder een parkeerplaats op eigen terrein (POET) wordt
verstaan, een parkeerplaats (op een eigen terrein of in een garage):
1. waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van eigendom,
erfpacht, huur, ingebruikgeving en dergelijke), of
2. welke de aanvrager kan huren in een garage of op een open perceel
grond welke (volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of
splitsingsakte, of een huur- of koopovereenkomst) bestemd is voor de woning van
de aanvrager, of die vermeld staat in het namens burgemeester en wethouders
door het Vakteamhoofd Mobiliteit vastgestelde overzicht van POET-plaatsen dat
ter inzage ligt bij de Publieksbalie aan Phoenixstraat te Delft;
aa. parkeerterrein: een door
het college als zodanig aangewezen terrein, bestemd voor het parkeren van
motorvoertuigen;
bb. parkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een
parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op
voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de
rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
cc. parkeren: het
gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor het en gebruikt wordt tot het
onmiddellijk in - of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of
lossen van goederen van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente
gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop
die doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
dd. runshopplaats: een
parkeerapparatuurplaats, waar de duur tot het parkeren van een motorvoertuig is
gemaximeerd tot een in de bijlage genoemd aantal minuten;
ee. RVV: het
Reglement verkeersregels en verkeerstekens (Stb. 1990, 459; 1996/ 557);
ff. vergunninghouder: de
natuurlijke of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;
gg. week: een
tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen, aanvangende te maandag 0.00 uur;
hh. Wegenverkeerswet: de
Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475; 1999, 30).
Aanwijzing van parkeergelegenheden, tijden en tarieven
1. Met betrekking tot parkeerterreinen en weggedeelten
welke in of krachtens de bij deze verordening behorende bijlage zijn aangewezen
voor parkeerdoeleinden, stelt de raad vast op welke dagen, gedurende welke uren
en tegen welk parkeerbelastingtarief:
B. parkeren op een parkeerplaats aangemerkt als
een belanghebbendenplaats slechts is toegestaan aan degene aan wie een
parkeervergunning is verleend, dan wel op voorgeschreven wijze een kraskaart,
bezoekerskaart, gehandicaptenkaart, overallparkeerkaart of aannemersdagkaart
gebruikt dan wel zich tegen betaling van parkeerbelasting (als
bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening op de heffing en de
invordering van parkeerbelastingen 2009) daartoe een dagkaart
vergunninghouderplaats heeft aangeschaft. Parkeren op parkeerplaatsen
aangewezen als autodateplaatsen is voorbehouden aan motorvoertuigen bestemd
voor autodate.
2. De raad kan voor parkeerapparatuurplaatsen
een maximaal toegestane inworp vaststellen.
3. Beslissingen
als bedoeld in voorgaande leden worden door het college van burgemeester en
wethouders ter openbare kennis gebracht.
4. Indien het verkeersbelang of andere
dringende omstandigheden zulks noodzakelijk maken is het college van
burgemeester en wethouders bevoegd, tijdelijk van de in het eerste lid bedoelde
beslissing afwijkende maatregelen te treffen.
5. Het college van burgemeester en wethouders
draagt er zorg voor dat op of bij parkeerapparatuurplaatsen en op of bij
belanghebbendenplaatsen wordt aangegeven waar en onder welke voorwaarden
krachtens deze verordening kan worden geparkeerd.
6. Het college van burgemeester en
wethouders draagt er zorg voor dat parkeerapparatuur is voorzien van
aanwijzingen omtrent het gebruik.
Parkeervergunningen
Artikel 3 Aanvragen
1.
De vergunningen genoemd in artikel 4 moeten worden
aangevraagd d.m.v. een volledig ingevuld, door het college van burgemeester en
wethouders digitaal of papieren aanvraagformulier.
2.
Een aanvraag tot een vergunning wordt niet eerder in
behandeling genomen dan nadat de leges als genoemd de vigerende
legesverordening van de gemeente Delft is voldaan. Indien de aanvraag tot een
vergunning via Internet wordt gedaan, worden de leges niet in rekening
gebracht.
3.
Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen
zes weken nadat de aanvraag om een parkeervergunning bij hen is binnengekomen.
4.
Het college van burgemeester en wethouders kan de in het
vorig lid bedoelde termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
1.
Het college van burgemeester en wethouders kan op een daartoe strekkende
aanvraag een parkeervergunning voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen verlenen
aan:
A. de
eigenaar of houder van een motorvoertuig, die bij het GBA ingeschreven staat op
een adres in een van de gebieden als bedoeld in artikel 1 van de bij deze
verordening behorende bijlage, met dien verstande dat per natuurlijk persoon
niet meer dan één vergunning wordt verleend, te noemen
bewonersparkeervergunning;
B.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die in het
gebied als bedoeld in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage,
een bedrijf gevestigd heeft dat daadwerkelijk wordt uitgeoefend, dan wel zich
vanwege beroep gevestigd heeft en dit beroep aldaar werkelijk uitoefent, met
dien verstande dat per bedrijf c.q. beroepsvestiging niet meer dan twee
parkeervergunningen worden verleend, te noemen bedrijfsparkeervergunning;
C.
degene, die bij het GBA ingeschreven staat op een adres in
een gebied waar het bij besluit van de gemeenteraad is toegestaan aan degene
die hem of haar bezoekt, onder gebruikmaking van de vergunning geldig in de
straten binnen dat gebied, te parkeren op belanghebbendenplaatsen, te noemen
bezoekerskaart;
2.
Bij een positief besluit op de aanvraag van een abonnement
of een vergunning wordt het abonnement of de vergunning niet eerder verleend
dan nadat het in artikelen 8 of 9 van de bijlage bij deze verordening genoemde
parkeerbelasting door de gemeente is ontvangen.
3.
Een parkeervergunning voor
belanghebbendenplaatsen wordt slechts verleend indien de aanvrager niet
beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, dan wel dat deze
parkeergelegenheid reeds door een motorvoertuig van de aanvrager of iemand van
zijn/haar huishouden in gebruik is.
4.
Bij het
verlenen van een parkeervergunning voor belanghebbendenplaatsen wordt voor
bedrijven gevestigd en gelegen in de gebieden C tot en met F een maximum
gehanteerd van 3 per bedrijf c.q. beroepsvestiging, met dien verstande dat er
maximaal twee bezoekers- dan wel bedrijfsvergunningen kunnen worden verstrekt.
5.
Het college
van burgemeester en wethouders kan aan de vergunning beperkingen verbinden met
betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen alsmede de tijdstippen waarop de
vergunning van kracht is;
6.
Het college van burgemeester en wethouders kan aan een
vergunning nadere voorschriften of beperkingen, anders dan bedoeld in het vorig
lid, verbinden. Deze voorschriften mogen alleen strekken tot bescherming van
het belang van de beschikbare parkeerruimte.
7.
In afwijking van het voorgaande kan het college van
burgemeester en wethouders besluiten, bij een functiewijziging van een pand of
object, het aantal toe te kennen parkeerproducten te beperken tot het maximale
aantal parkeerproducten dat voor de functiewijziging ten behoeve van het
betreffende pand of object kon worden uitgegeven.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan
besluiten het totaal aantal te verstrekken parkeervergunningen te binden aan
een maximum, dan wel geen parkeervergunning te verstrekken, indien dit noodzakelijk is in het belang van een
goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
2. Bij toepassing van het eerste lid wordt
de volgorde van verlening van de vergunningen op de navolgende wijze bepaald:
A. in
eerste instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders
van een motorvoertuig, bedoeld in het eerste lid, die sociaal-medisch
afhankelijk zijn van het voertuig, waarbij volgorde van toekenning door het
college van burgemeester en wethouders wordt bepaald op basis van zowel de mate
van afhankelijkheid als de omvang van het daarmee gemoeide belang. De aanvrager
die voor een vergunning in eerste instantie in aanmerking wil komen dient de
reden van deze aanvraag zelf aannemelijk te maken. De aanvraag wordt in
behandeling genomen nadat de aanvrager het college van burgemeester en
wethouders toestemming heeft verleend de reden tot aanvraag te verifiëren;
B. in tweede
instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders van een
motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij per woonadres en/of per
bedrijf c.q. beroepsvestiging de verlening van vergunning zich beperkt tot de
eerste aanvraag vanuit dat woonadres c.q. bedrijf/ beroepsvestiging, in
volgorde van ontvangst van de aanvraag;
C.
in derde instantie kan een vergunning worden verleend aan
eigenaars of houders van een motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid,
waarbij per woonadres en/of per bedrijf c.q. beroepsvestiging de verlening van
vergunning zich beperkt tot de tweede aanvraag vanuit dat woonadres c.q.
bedrijf/ beroepsvestiging, in volgorde van ontvangst van de aanvraag;
D.
in vierde instantie kan een vergunning worden verleend aan
alle overige eigenaars of houders van een motorvoertuig als bedoeld in het
eerste lid, waarbij verlening plaatsvindt in volgorde van ontvangst van
aanvraag.
3. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen twaalf
weken na het in het tweede lid bedoelde moment over de aanvraag voor een
parkeervergunning.
4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorig
lid bedoelde termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
Artikel 6.
1. Een
parkeervergunning wordt verleend voor een bepaalde termijn.
2. De
parkeervergunning vermeldt ten minste:
a. naam en adres van
de vergunninghouder;
b. het kenteken van
het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend, met uitzondering van de
parkeervergunningen genoemd in artikel 13, lid 2 en 3 van de bijlage behorende bij deze verordening;
c. het tijdvak en het
gebied waarvoor de vergunning is verleend;
d. de periode waarvoor
de vergunning is verleend.
3. De
parkeervergunning gaat vergezeld van een bewijs van verlening welk op de
voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het
motorvoertuig bevestigd moet zijn.
4. Het bewijs van
verlening blijft eigendom van de gemeente Delft.
Artikel 7. Intrekken van de vergunning
1. Het college
van burgemeester en wethouders trekt de parkeervergunning in:
A. indien de
vergunninghouder hierom verzoekt;
B. indien de
vergunninghouder het gebied, waarop de vergunning betrekking heeft, metterwoon
verlaat of het daarin uitgeoefend bedrijf of beroep beëindigt;
C. ingeval van overlijden
van de vergunninghouder, met dien verstande dat de vergunning kan worden
overgeschreven op naam van een nabestaande, mits deze als belanghebbende in de
zin van artikel 4 lid 1 onderdeel a kan worden aangemerkt en het bepaalde in
artikel 4 lid 2 tot en met 5 zich daar niet tegen verzet;
D. indien de
vergunninghouder ophoudt eigenaar of houder te zijn van het motorvoertuig
waarvoor de vergunning is verleend;
E. indien de
vergunninghouder anderszins niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de
vergunning verleend is.
2. Het college
van burgemeester en wethouders kan de parkeervergunning intrekken:
A. indien
voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
Artikel 8.
1. Indien de vergunninghouder het motorvoertuig
waarop de vergunning betrekking heeft, vervangt door een ander motorvoertuig,
wordt de vergunning op aanvraag door de gemeentelijke administratie
overeenkomstig aangepast.
2. Bij toepassing van het vorig lid is de
vergunninghouder de leges als genoemd in de vigerende legesverordening
verschuldigd.
Artikel 9.
1. Een kraskaart is alleen dan een
vergunning als bedoeld in de zin van deze verordening indien de kaart op
voorgeschreven wijze correct is bewerkt en op voorgeschreven wijze zichtbaar is
geplaatst in, op of bij het motorvoertuig.
2. Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels stellen inzake het verstrekken en het gebruik van
kraskaarten.
3. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bedrijf of een persoon die zich vanwege beroep gevestigd
heeft, de mogelijkheid ontnemen kraskaarten in bezit te hebben, te gebruiken of
aan een derde te verstrekken indien deze handelt in strijd met de aan de
kraskaart verbonden voorwaarden.
4. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bestuurder van een motorvoertuig het gebruik van een
kraskaart ontzeggen indien de bestuurder handelt in strijd met de aan de
kraskaart verbonden voorwaarden.
Artikel 10.
1. Een bezoekerskaart is alleen dan een vergunning als
bedoeld in de zin van deze verordening indien de kaart op voorgeschreven wijze
correct wordt gebruikt en op voorgeschreven wijze zichtbaar is geplaatst in, op
of bij het motorvoertuig.
2. Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels stellen inzake het verstrekken en het gebruik van bezoekerskaarten.
3. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bewoner de mogelijkheid ontnemen bezoekerskaarten in bezit
te hebben, te gebruiken of aan een derde te verstrekken indien deze handelt in
strijd met de aan de bezoekerskaart verbonden voorwaarden.
4. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bestuurder van een motorvoertuig het gebruik van een
bezoekerskaart ontzeggen indien de bestuurder handelt in strijd met de aan de
bezoekerskaart verbonden voorwaarden.
1. De houder van een
gehandicaptenparkeerkaart is voor het parkeren van het motorvoertuig op een
algemene gehandicaptenparkeerplaats, een parkeerterrein, alsmede een
parkeerapparatuurplaats niet zijnde een runshopplaats, geen parkeerbelasting
verschuldigd indien de gehandicaptenparkeerkaart op de voorgeschreven wijze
zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het voertuig is bevestigd.
2. De houder van een gehandicaptenparkeerkaart
is toegestaan het motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenplaats
(uitgezonderd autodateplaatsen) indien de gehandicaptenparkeerkaart op de
voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het
motorvoertuig is bevestigd.
3. De eigenaar of houder van
een motorvoertuig bestemd voor autodate is toegestaan het motorvoertuig te
parkeren op een door het college als belanghebbendenplaats voor autodate
aangewezen plaats, indien het motorvoertuig als motorvoertuig voor autodate
herkenbaar is.
Verbodsbepalingen
Artikel 12.
1. Het is verboden, behoudens schriftelijke ontheffing
van het college van burgemeester en wethouders, enig voorwerp, niet zijnde een
motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:
a. op een parkeerapparatuurplaats;
b. op een belanghebbendenplaats.
Dit verbod geldt niet op de
plaatsen en tijden dat op grond van de Marktverordening een markt wordt
gehouden en/of op de plaatsen en tijden dat op grond van een door het college
van burgemeester en wethouders verleende vergunning een evenement plaatsvindt.
2. Het is
verboden parkeerapparatuur in werking te stellen of handelingen te verrichten
met de bedoeling parkeerapparatuur in werking te stellen:
A. op een andere wijze, met andere middelen of
met andere munten dan op de apparatuur staat aangegeven;
B. in strijd met enig op de parkeerautomaat
gegeven aanwijzing omtrent het gebruik van de automaat;
C. op een andere wijze dan naar maatschappelijke
opvatting als een juiste of logische wijze van inwerkingstelling kan worden
opgevat.
3. Het is verboden een vervoermiddel of ander enig
voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te
laten staan dat een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.
Artikel 13.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan een
ontheffing verlenen op het gestelde verbod in artikel 12 lid 1. Deze ontheffing
kan worden verleend op schriftelijke aanvraag. Tegemoetkoming in gederfde
inkomsten aan parkeerbelasting als gevolg van het verlenen van de ontheffing
kan deel uitmaken van de voorwaarden waaronder de ontheffing wordt verleend.
2. Een aanvraag tot een ontheffing als
bedoeld in het vorige lid wordt niet eerder in behandeling genomen dan nadat de
leges als genoemd in de tarieventabel behorend bij de bij de legesverordening
gemeente Delft is voldaan.
Artikel 14.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan
ontheffing verlenen voor het parkeren van een voertuig op een
belanghebbendenplaats op de dagen en uren dat op deze plaats slechts met een
vergunning, een kraskaart of een bezoekerskaart kan worden geparkeerd, met dien
verstande dat deze ontheffing alleen wordt verleend:
A. aan de eigenaar of houder van een
motorvoertuig die werkzaamheden uitvoert op terreinen, aan of in gebouwde
onroerende zaken of aan de openbare weg, gelegen in de directe nabijheid van
belanghebbendenplaatsen; en
B. geen parkeerapparatuurplaatsen in de directe
omgeving aanwezig zijn; en
2. Bij gebruikmaking van deze ontheffing
moet het motorvoertuig voorzien zijn van een duidelijk zichtbaar door het
college van burgemeester en wethouders verstrekte aannemersdagkaart.
3. Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde
ontheffing is zijn de artikelen 3 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in
artikel 13 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie, als
bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 16 Toezichthouders
1.
Met het toezicht op de
naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de
personen
werkzaam in de functie van Controleur Openbare Ruimte van de Sector Toezicht
Openbare Ruimte.
2.
Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde
bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van burgemeester en
wethouders dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.
Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze verordening kan worden aangehaald als
“Parkeerverordening Delft 2009”.
2. Deze
verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van
bekendmaking.
Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 18
1. Met
ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de
Parkeerverordening gemeente Delft 2007.
2. Vergunningen
en ontheffingen welke krachtens de Parkeerverordening gemeente Delft 2007 zijn
verleend worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
3. In alle verordeningen
van de gemeente Delft waarin de vermelding “Parkeerverordening gemeente Delft
2007” is opgenomen dient met de inwerkingtreding van deze verordening in plaats
daarvan gelezen te worden “Parkeerverordening gemeente Delft 2009”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van ……… 2008.
De voorzitter,
De griffier,
PARBEL
De raad van de gemeente
Delft;
gelezen het voorstel van
het college van Burgemeester en Wethouders van
26 augustus 2008;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de
Parkeerverordening gemeente Delft 2009;
b e s l u i t
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen
2009
(Parkeerbelastingverordening
Delft 2009).
Artikel 1
In deze verordening wordt, in
alfabetische volgorde, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald,
verstaan onder:
a. aannemersdagkaart:
een kaart, op kenteken, bestemd voor het bedrijf, dat het motorvoertuig
bezigt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te
stellen werkzaamheden, voor zover dit motorvoertuig voor het uitvoeren van die
werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie, op zowel
belanghebbenden- als parkeerapparatuurplaatsen, moet worden geparkeerd.
b. abonnement: een
bewijs van toestemming tot het parkeren van een motorvoertuig , op door het
college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, op het door de
raad aan te wijzen parkeerapparatuurplaatsen en/of belanghebbendenplaatsen,
zonder dat parkeerapparatuur in werking wordt gesteld;
c. abonnementhouder: degenen
aan wie een abonnement is verstrekt;
d. Algemene
wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
e. autodate:
het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond
van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen
natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;
f.
autodateplaats:
een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.
g. BABW: Besluit
Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;
h. belanghebbendenplaats: een
parkeerplaats die:
1.
is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV; of
2.
is gelegen binnen een zone, aangeduid met bord E9 uit
bijlage I van het RVV, met het opschrift ”zone”, voorzover deze plaats niet is
uitgezonderd; of
3.
is gelegen binnen de in artikel 1 van de bij deze
verordening behorende bijlage vermelde gebieden en welke als zodanig van
gemeentewege zijn gemarkeerd en van bebording zijn voorzien;
i.
bedrijfsparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bedrijven
en op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan
bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
j.
bewonerparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bewoners en
op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij
de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
k. dag: een
tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;
l.
dagkaart parkeerterreinplaats: kaart
waarmee houder blijk kan geven dat voor het motorvoertuig waarin, aan of bij de
kaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst, voor de op de kaart genoemde dag
parkeerbelasting is voldaan voor het parkeren van dat motorvoertuig op een
parkeerapparatuurplaats;
m. dagkaart
vergunninghouderplaats: een bewijs van toestemming tot het parkeren op door
het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen
belanghebbendenplaatsen;
n. bezoekerskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke bezoek van een bewoner gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel bezoek van een bedrijf gevestigd in
artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied met
uitzondering van gebied B, mogelijkheid is verleend een motorvoertuig voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
bezoekerskaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst;
o. feestdag: de
landelijk erkende feestdagen: nieuwjaarsdag, eerste paasdag, tweede paasdag,
Koninginnedag, hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste
kerstdag, tweede kerstdag, alsmede bevrijdingsdag ingeval viering hiervan
landelijk plaatsvindt;
p. gehandicaptenparkeerkaart: hetgeen
daaronder wordt verstaan in artikelen 49 van het BABW, alsmede gehandicapten
parkeerontheffingen (parkeerkaart) uitgegeven door of vanwege Kaderwetgebied
“Haaglanden”;
q. gehandicaptenparkeerplaats: een
parkeerplaats als bedoeld in artikel 26 RVV en aangeduid met bord E6 uit
bijlage I van het RVV;
r. houder: degene
die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd,
met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het
krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als
houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor motorvoertuig opgegeven
kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven;
s. Invorderingswet: de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
t. kraskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke een bedrijf van gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel een persoon die zich vanwege beroep
gevestigd heeft in dit gebied en dat beroep aldaar werkelijk uitoefent,
mogelijkheid is verleend een door dit bedrijf of de persoon die zich vanwege
beroep gevestigd heeft, aan te wijzen motorvoertuig, éénmalig en voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
kraskaart op de juiste wijze is bewerkt;
u. maand: een
tijdvak van op de kalender aangegeven niet rekenkundig één twaalfde deel van
een jaar, aanvangende op de als eerste benoemde dag van die periode op die
kalender om 0.00 uur;
v. motorvoertuig: hetgeen
daaronder wordt verstaan in het RVV;
w. Overallparkeerkaart:
parkeerabonnement waarmee in heel Delft op alle vergunning- en parkeerapparatuurplekken geparkeerd mag
worden;
x. parkeerapparatuur:
parkeerautomaten, parkeermeters, en hetgeen gewoonlijk naar maatschappelijke
opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
y. parkeerapparatuurplaats: een
parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
z. parkeergelegenheid
op eigen terrein: Onder een parkeerplaats op eigen terrein (POET)
wordt verstaan, een parkeerplaats (op een eigen terrein of in een garage):
1. waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van eigendom,
erfpacht, huur, ingebruikgeving en dergelijke), of
2. welke de aanvrager kan huren in een garage of op een open perceel
grond welke (volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of
splitsingsakte, of een huur- of koopovereenkomst) bestemd is voor de woning van
de aanvrager, of die vermeld staat in het namens burgemeester en wethouders
door het Vakteamhoofd Mobiliteit vastgestelde overzicht van POET-plaatsen dat
ter inzage ligt bij de Publieksbalie aan Phoenixstraat te Delft;
aa. parkeerterrein: een door
het college als zodanig aangewezen terrein, bestemd voor het parkeren van
motorvoertuigen;
bb. parkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een
parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op
voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de
rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
cc. parkeren: het
gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor het en gebruikt wordt tot het
onmiddellijk in - of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of
lossen van goederen van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente
gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop
die doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
dd. runshopplaats: een
parkeerapparatuurplaats, waar de duur tot het parkeren van een motorvoertuig is
gemaximeerd tot een in de bijlage genoemd aantal minuten;
ee. RVV: het
Reglement verkeersregels en verkeerstekens (Stb. 1990, 459; 1996/ 557);
ff. vergunninghouder: de
natuurlijke of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;
gg. week: een
tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen, aanvangende te maandag 0.00 uur;
hh. Wegenverkeerswet: de
Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475; 1999, 30).
Onder de naam “parkeerbelastingen” worden belastingen
geheven ter zake van:
a. het
parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de
daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te
bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b.
een van gemeentewege verleende vergunning of abonnement,
mede inbegrepen een kraskaart, een bezoekerskaart of gebruik of doen gebruiken
van een parkeerservicesysteem, voor het parkeren van een voertuig op de in die
vergunning, abonnement aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3
1. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die
het voertuig heeft geparkeerd.
2. Als
degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene,
die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting
te willen voldoen;
b. zolang
geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft
plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1)
Indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane
huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijden van het
parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de
houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft
geparkeerd:
2)
indien blijkt dat een ander in het kentekenregister
had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig
heeft geparkeerd.
3. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a wordt niet geheven van degene
die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig
heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde
van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik
gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die
de vergunning of het abonnement heeft aangevraagd.
Vrijstelling
gehandicapten
Artikel 4
Houders
van een geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke
gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor bestuurders als passagiers), gewestelijke
invalidenparkeerkaart of buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart zijn
vrijgesteld mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van
buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig
is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig is, dient de vergunning op een van
buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar te worden aangebracht. Deze
vrijstelling geldt niet voor runshopplaatsen en autodateplaatsen.
Grondslag en maatstaf van de
heffing
Artikel 5
De
parkeerbelastingen worden geheven naar de maatstaven opgenomen in de bijlage
behorend bij deze verordening
Tarieven
Artikel 6
De parkeerbelastingen worden
geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende
bijlage.
Belastingtijdvak
Artikel 7
Het belastingtijdvak is opgenomen
in de bij deze verordening behorende bijlage.
Wijze van heffing
Artikel 8
De belastingen als bedoeld in
artikel 2 worden geheven bij wegen van voldoening op aangifte of op andere
wijze.
Ontstaan van de belastingschuld
Artikel 9
1. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij aanvang
van het parkeren.
2. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het
tijdstip waarop de vergunning of het abonnement wordt verleend.
Tijdstip van betaling en betaling
in termijnen
Artikel 10
1. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet worden betaald bij
aanvang van het parkeren, tenzij bij besluit van het college van burgemeester
en wethouders anders is bepaald.
2. De
belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet worden betaald op het
tijdstip waarop de vergunning of het abonnement wordt verleend.
3. Een
naheffingsaanslag moet worden betaald binnen twee dagen na de dagtekening van
de naheffingsaanslag of vijf weken na de dagtekening van de acceptgiro.
4. Voor de
toepassing van het eerste lid wordt het inwerking stellen van de
parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door
het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften als
voldoening op aangifte aangemerkt.
Bevoegdheid tot het aanwijzen van
parkeerplaatsen.
Artikel 11
De aanwijzing van de plaats waar,
het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt door de raad bij
openbaar te maken besluit.
Bevoegdheid tot gebruik van
wielklem en wegsleepregeling
Artikel 12
1. Tot
zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting
als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem
worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het voertuig wordt
weggereden.
2. Het
college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit de
terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast. Indien na het
aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken, kan het voertuig naar een
door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde
gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden
gesteld.
Kosten
Artikel 13
De kosten van de
naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel
a, zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.
Kwijtschelding
Artikel 14
Bij de invordering van deze
belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Restitutie
Artikel 15
1. Ingeval
een parkeervergunning wordt ingetrokken op basis van het bepaalde in artikel 7,
lid 1 van de Parkeerverordening gemeente Delft 2007 vindt restitutie van de
parkeerbelasting plaats voor de tijdsperiode gelegen tussen het moment van
expiratie van de vergunning zoals dat is vastgesteld op het moment van
verlening en het moment van het besluit tot intrekken van de vergunning. De te
restitueren parkeerbelasting is het verschil tussen de parkeerbelasting die is
voldaan bij het moment van verlening van de vergunning en de belasting die
voldaan had moeten worden op dat moment indien de vergunning zou zijn verleend
voor de periode vanaf het moment van verlening tot het moment van intrekken.
2. In de in
artikel 7, lid 2 van de Parkeerverordening gemeente Delft 2007 bedoelde
gevallen vindt geen restitutie van de parkeerbelasting plaats.
Nadere regels door het college
van burgemeester en wethouders
Artikel 16
Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de
invordering van de parkeerbelasting.
Citeertitel
Artikel 17
Deze verordening kan worden
aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen gemeente Delft 2009”.
Inwerkingtreding
Artikel 18
Deze verordening treedt in
werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
Slotbepalingen
Artikel 19
Met de inwerkingtreding van de
verordening komt te vervallen de Verordening parkeerbelastingen gemeente Delft
2007.
Artikel 20
In alle verordeningen van de
gemeente Delft waarin de vermelding “Verordening parkeerbelastingen gemeente
Delft 2003 dient met de inwerkingtreding van deze verordening in plaats daarvan
gelezen te worden “Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2009”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2008.
De voorzitter,
De griffier,
PARBIJL
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van
het college van Burgemeester en Wethouders van
26 augustus 2008;
gelet op artikel 225 van de
Gemeentewet, de “Parkeerverordening gemeente Delft 2009” en de “Verordening
parkeerbelastingen gemeente Delft 2009”;
b e s l u i t
vast te stellen
de bijlage behorend bij de Parkeerverordening
gemeente Delft 2009 en de Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2009.
a. Ingevolge artikel 2, lid 1 aanhef en sub b van de
Parkeerverordening gemeente Delft 2009 worden aangewezen als weggedeelten voor
het parkeren van voertuigen van vergunninghouders alsmede als weggedeelten waar
mag worden geparkeerd tegen betaling van parkeerbelasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen gemeente Delft
2009, naar het tarief zoals bepaald in artikel 7a van deze bijlage, alle,
behoudens de in lid 2 genoemde, openbare parkeerplaatsen gelegen binnen een van
de volgende gebieden:
Gebied B
het
gebied, binnen (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij de
Reineveldbrug):
a)
Reineveldbrug midden;
b)
Rijn-Schiekanaal tot en met Zuidkolk;
c)
de middenas van de Westlandseweg tot de Prinses Irenetunnel;
d)
de as van het spoor overgaand in het spoorviaduct tot en met
Kampveldweg;
e)
de wegas Kampveldweg;
f)
de wegas Wateringsevest tot de Reineveldbrug midden.
Gebied C
het
gebied omsloten door (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij het
Bolwerk):
a)
vanaf het Bolwerk het midden van de Westsingelgracht;
b)
de wegas van de Westlandseweg tot en met de kruising van de
Krakeelpolderweg;
c)
de Krakeelpolderweg, inclusief Litouwen nummer 14 tot en met nummer 35;
d)
het Westplantsoen;
e)
de Ruys de Beerenbrouckstraat vanaf de kruising met het Westplantsoen
tot de Kampveldweg;
f)
de wegas van de Kampveldweg;
g)
vanaf de Kampveldweg de as van het spoorviaduct tot aan het Bolwerk.
Gebied D1
het
gebied, binnen (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij de Kampveldweg):
a)
de wegas Wateringsevest tot westelijke grens bebouwing aan Kalverbos
(inclusief de woonboten liggende daar);
b)
middenas van de Watertorengracht tot midden Rijn-Schiekanaal;
c)
midden van het Rijn-Schiekanaal tot de Reineveldbrug midden;
d)
de wegas Wateringsevest.
Gebied
D2
de
straten:
a)
J.C. van Markenplein;
b)
Laan van Altena vanaf het begin tot en met nummer 32 (even) aan de
noordzijde en nummer 63 (oneven) aan de zuidzijde;
c)
Goeman Borgesiusstraat;
d)
Heemskerkstraat;
e)
Van Houtenstraat;
f)
Donker Curtiusstraat.
e) Beyerinckstraat
f)
Wallerstraat nummers 1, 3, 5 en 7
Gebied E1:
de Koepoortplaats.
Gebied E2:
de straten:
a) de Hugo
van Rijkenlaan;
b) de
Groenlandselaan;
c) het
Groenlandsepad;
d) de
Stalpaert van der Wieleweg;
e) de Alyd
Buserstraat;
f)
de Bieslandsekade tussen de Oostsingel en de Van
Lodensteynstraat;
g) de
Genestetstraat;
h) de Maria
Duystlaan;
i)
de Clara van Sparwoudestraat;
j)
de Van Lodensteynstraat van de Maria Duystlaan tot en
met het Jan Joostenplein;
k) de
Pieter de Hooghstraat;
l)
het Maria Strickhof;
m) de Van
Renswoudestraat;
n) de
Gerard van Loonstraat;
o) de
Koepoortstraat;
p) de Jan
Verkoljestraat;
q) de
Leonard Bramerstraat;
r)
de Maria van Oosterwijckstraat;
s) de Van
Mierenveltlaan tussen de Maria Duystlaan en de Fabritiusstraat;
t)
de Willem van Aelststraat;
u) de
Fabritiusstraat;
v)
de Tweemolentjeskade tussen de Oostsingel en de Van
Miereveltlaan;
w) Aan het
Verlaat tussen de Oostsingel en de Van Miereveltlaan;
x) de
Oostsingel tot St. Eustatiusstraat;
y) de
Vondelstraat van nummer 35 tot en met nummer 49;
z) de
Rubberplantage;
aa) Het
Vrije Land;
bb) de
Vermeerstraat.
Gebied F
het gebied omsloten door (met de
wijzers van de klok mee, beginnend bij de Hooikade):
a)
oostzijde van de Hooikade;
b)
oostzijde van het Zuideinde;
c)
zuidzijde van de Abtswoudsweg inclusief de bebouwing;
d)
de wegas van de Engelsestraat.
en:
het gebied omsloten door de
Rotterdamseweg, de Kanaalweg, de Julianalaan (noord), de Schoemakerstraat, het
Zuidplantsoen, de Michiel de Ruyterweg en de Julianalaan (west). Inclusief van
de randen: de Rotterdamseweg vanaf de Hertog Govertkade tot en met huisnummer
25 oneven en tot met huisnummer 54 even, de hele Kanaalweg en de Julianalaan
vanaf het Poortlandplein tot en met 165 oneven en tot en met 156 even
daarnaast de straten:
Gebied H:
De even zijde van de Reinier de
Graafweg, gelegen tussen het Mozartpad en de Witmolen, inclusief de
parkeerplaatsen aan de noordzijde van de woningen met huisnummers 2 tot en met 636.
Gebied Z:
de gebieden:
a) Martinus
Nijhofflaan tussen Aart van der Leeuwlaan en Delflandplein, inbegrepen de
parkeerterreinen noordelijk hiervan;
b) Minervaweg
tussen Delflandplein en H. Tollensstraat;
c) Papsouwselaan
tussen Delflandplein en kruising Papsouwselaan en Westlandseweg, doch
uitgesloten de parkeerterreinen westelijk hiervan;
d) zuidzijde
Troelstralaan tussen de kruising Aart van der Leeuwlaan en parkeerterrein ten
noorden van Winkelcentrum ‘In de Hoven’, inbegrepen het parkeerterrein
zuidelijk hiervan doch uitgesloten het parkeerterrein ten noorden van winkelcentrum
‘In de Hoven’ tussen Papsouwselaan en Troelstralaan.
b.
Binnen de onder lid 1 genoemd gebieden
zijn niet aangewezen als weggedeelten of parkeerplaatsen voor het parkeren van
voertuigen voor vergunninghouders:
a)
gebied Z én
b)
alle niet openbare parkeerplaatsen;
alle weggedeelten en/of alle parkeerplaatsen welke bij of krachtens een
bepaling in de parkeerverordening, bij of krachtens een bepaling in deze
bijlage, bij of krachtens een verkeersbesluit, bij of krachtens enig ander
besluit van het college van burgemeester en wethouders, dan wel bij of
krachtens enig andere aanwijzing van een bevoegd gezag, aan een andere
categorie parkeerders of aan andere weggebruikers is toegewezen; dan wel voor
een andere categorie parkeerders of andere weggebruikers is bestemd.
c.
Ingevolge artikel 2, lid 1 aanhef en sub b van de
Parkeerverordening gemeente Delft 2008 worden, gedurende het tijdvenster van
19.00 uur tot 09.00 uur ook aangewezen als weggedeelten voor het parkeren van
voertuigen van vergunninghouders alle openbare parkeerplaatsen, gemarkeerd in
(een deel van) de stoep, gelegen in de:
a. De Vriesstraat;
b. Fransen
van der Puttenstraat;
c. Van
Heemstrastraat;
d. Van
Lynden van Sandenburgstraat;
e. Van
Hallstraat.
d.
Ingevolge artikel 2, lid 1 van de Parkeerverordening
gemeente Delft 2008 worden ook aangewezen als weggedeelten voor het parkeren
van voertuigen van belanghebbenden de autodateplaatsen te hoogte van:
-
Bikolaan 21 (2 plaatsen)
-
Edelhertlaan 91
-
Feldmannweg, thv Korvezeestraat 20
-
Frederik Hendrikstraat 78
-
Frisoplein 9
-
Herman Heyermanslaan 1
-
Mackaystraat 45
-
Montgomerylaan, ter hoogte van de Buitenhofdreef
-
Papsouwselaan 444
-
Paulus Buijsstraat 1, parkeerterrein, parkeerplaats thv
de verkeerslichten
-
Soendastraat 7
Artikel 2. Parkeerapparatuurplaatsen, niet zijnde
runshopplaatsen en parkeerterreinen
Aangewezen als parkeerapparatuurplaatsen, niet zijnde
runshopplaatsen en parkeerterreinen, zijn binnen de gebieden genoemd in artikel
1.1:
Gebied B:
a)
de parkeerplaatsen gelegen op het Vrouwenregt;
b)
de 9 parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van het Oosteinde, tussen
de Oude Langendijk en de Broerhuisstraat, ter hoogte van huisnummer 195 tot en
met 227;
c)
de 8 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Brabantse Turfmarkt
ter hoogte van de huisnummers 40 tot en met 62 en de 8 parkeerplaatsen aan de
westzijde ter hoogte van de huisnummers 15 tot en met 45;
d)
de 3 parkeerplaatsen gelegen aan het Achterom ter hoogte van de
huisnummers 3 tot en met 15;
e)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Lange Geer tussen het Achterom en de
Lange Geer nummer 12
f)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Westzijde van de Westvest tussen het
Bolwerk en de brug naar het Stationsplein;
g)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Van Leeuwenhoeksingel
h)
alle parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Nieuwe Plantage
i)
de parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Nieuwe Plantage vanaf Klein
Vrijenban tot de Vrijenbansekade;
j)
de 50 parkeerplaatsen gelegen op de Nieuwe Langendijk;
k)
de parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Phoenixstraat;
l)
de parkeerplaatsen aan de Phoenixstraat gelegen op de middenberm;
m)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Phoenixstraat onder de oostzijde van
het spoorviaduct;
n)
de parkeerplaatsen gelegen op de Houttuinen;
o)
de parkeerplaatsen aan de Voorstraat gelegen op het terrein voor de Max
Havelaarschool;
p)
de 5 parkeerplaatsen gelegen aan de Kolk zuidzijde;
q)
de 6 parkeerplaatsen op de Voorstraat westzijde ter hoogte van de
huisnummers 89 tot en met 107;
r)
de parkeerplaatsen gelegen op de Oranje Plantage tussen de Hopstraat en
de Oranjestraat;
s)
de parkeerplaatsen gelegen op het Laantje achter Wilhelmina;
t)
de 5 parkeerplaatsen op de Verwersdijk oostzijde ter hoogte van de
huisnummers 160 tot en met 174;
u)
de 4 parkeerplaatsen op de Oude Delft ter hoogte van de huisnummers 45
tot en met 51;
v)
de 5 parkeerplaatsen op het Noordeinde oostzijde ter hoogte van de
huisnummers 48 tot en met 54;
w)
de parkeerplaatsen op de Nieuwelaan, vanaf de Sint Sebastiaansbrug tot
en met huisnummer 176;
x)
de parkeerplaatsen op de Vlamingstraat noordzijde vanaf het Vrouw
Juttenland tot en met huisnummer 36.
Gebied C:
a)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Van Leeuwenhoeksingel
b)
de parkeerplaatsen gelegen op de Houttuinen;
c)
de 3 parkeerplaatsen gelegen op de Buitenwatersloot zuidzijde, de 9
parkeerplaatsen gelegen op de Buitenwatersloot noordzijde (ten zuiden van het
water) vanaf de Krakeelbrug en de parkeerplaatsen gelegen op de
Buitenwatersloot zuidzijde tussen de
Bolkbrug en de Graswinckelstraat;
d)
de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Coenderstraat;
e)
de parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Havenstraat ter
hoogte van het Hugo de Grootplein, met uitzondering de parkeerplaats ter hoogte
van huisnummer 24 en de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde van de
Havenstraat;
f)
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde op de Hof van Delftlaan
tussen de huisnummers 54 tot en met 96,
de parkeerplaatsen gelegen op de middenberm en de parkeerplaatsen gelegen aan
de zuidzijde tussen de Van Hallstraat en de Van de Brugghenstraat;
g)
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde en de parkeerplaatsen
gelegen aan de zuidzijde van de Hugo de Grootstraat exclusief de
parkeerplaatsen aan de Hugo de Grootstraat gelegen tussen de Spoorsingel en de
Havenstraat;
h)
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde en de parkeerplaatsen aan
de zuidzijde van de Jacoba van Beierenlaan, oostelijk gelegen van de
Krakeelpolderweg;
i)
de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde en de parkeerplaatsen aan de
oostzijde van de Krakeelpolderweg;
j)
de parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Laan van Vollering
tussen de Van Bleiswijckstraat en het Lokomotiefpad;
k)
de parkeerplaatsen op de Pootstraat tussen de Van Bleiswijckstraat en de
Graswinckelstraat en 2 parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Pootstraat
vanaf de Graswinckelstraat tot huisnummer 42, oostelijk gelegen van de
Krakeelpolderweg;
l)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Spoorsingel onder de westzijde van het
spoorviaduct;
m)
de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van het Westplantsoen tussen
de Colijnlaan en de Michiel ten Hovenstraat en de parkeerplaatsen gelegen aan
de oostzijde van het Westplantsoen tussen de Van der Helmstraat en de Michiel
ten Hovenstraat;
n)
de eerste 7 parkeerplaatsen aan de oostzijde van de Van Zuijlen van
Nijeveltstraat vanaf de Van Bossestraat;
o)
de parkeerplaatsen aan de zuidzijde van de Van Bossestraat tussen de Van
Zuijlen van Nijeveltstraat en de Loudonstraat.
Gebied
D:
de
parkeerplaatsen gelegen aan het Kalverbos.
Gebied E:
a)
de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de
Oostsingel tussen de Koepoortbrug en de Willem van Aelststraat;
b)
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde van de
Tweemolentjeskade tussen de Oostsingel en de Van Bronckhorststraat;
c)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Clara van Sparwoudestraat.
Gebied F:
a.
de parkeerplaatsen op het Plein Delftzicht tussen de Hooikade en de
Crommelinlaan;
b.
de parkeerplaatsen aan het Crommelinplein;
c.
de 5 parkeerplaatsen aan de westzijde van de Rotterdamseweg tegenover de
huisnummers 7 tot en met 11;
d.
de parkeerplaatsen op het het terrein gelegen nabij de Groene Haven;
e.
de 6 parkeerplaatsen aan de Scheepmakerij ter hoogte van de huisnummers
7 tot en met 10
f.
de 18 parkeerplaatsen op de middenberm op de Julianalaan, ter hoogte van
de huisnummers 135 t/m 145.
Gebied Z:
Alle
gebieden genoemd bij artikel 1.1 onder gebied Z.
Ingevolge
artikel 2 lid 1 aanhef en sub a van de Parkeerverordening gemeente Delft 2008
worden aangewezen als parkeerterreinen:
Gebied B:
a. Laan van Vollering (met reguleringstijden van gebied C);
b. Paardenmarkt, met uitzondering van de 7 vakken ter hoogte huisnummers
13 t/m 18 ;
c. Gasthuisplaats.
a.
Laan van Vollering (hoort zowel bij gebied B als bij gebied C).
Ingevolge
artikel 2 lid 1 aanhef en sub a van de Parkeerverordening gemeente Delft 2008,
worden van de onder artikel 1 van deze bijlage aangewezen weggedeelten voor
parkeren aangemerkt als runshopplaatsen in gebied B:
a. de 5
parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Koornmarkt, ter hoogte van de
huisnummers 64 tot en met 76;
b. 5
parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Koornmarkt, ter hoogte van
huisnummer 81 tot en met 95;
c. de
eerste 4 parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Voorstraat te rekenen
vanaf de Poelbrug;
d. de
eerste 4 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Voorstraat, te rekenen
vanaf de Poelbrug;
e. 6
parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde Verwersdijk, ter hoogte van de
huisnummers 18a tot en met 32a;
f. de 8 parkeerplaatsen
gelegen aan de oostzijde van het Vrouw Juttenland, ter hoogte van de
huisnummers 8 tot en met 36;
g. de
2 parkeerplaatsen aan de zuidzijde van het Rietveld, ter hoogte van de
huisnummers 1 tot en met 7;
h.
de 2 parkeerplaatsen aan de noordzijde van het Rietveld, ter hoogte van
de huisnummers 2 tot en met 6a.
1. Als weggedeelte voor parkeren van voertuigen
van vergunninghouders evenals voor parkeren van voertuigen waarvoor bij parkeerapparatuur
parkeergeld is betaald evenals voor parkeren van voertuigen waarvoor door
betaling van parkeergeld een dagkaart is aangeschaft is aangewezen de
parkeerterreinen en -plaatsen:
Gebied B:
a)
De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied B van g tot en met
x;
b)
De parkeerterreinen genoemd in artikel 3 onder gebied B.
Gebied
C:
a.
De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied C;
b.
Het parkeerterrein genoemd in artikel 3 onder gebied C.
Gebied
D:
De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied D.
Gebied
E:
De parkeerplaatsen genoemd
in artikel 2 onder gebied E.
Gebied
F:
De parkeerplaatsen genoemd
in artikel 2 onder gebied F sub b tot en met f.
2. Binnen
de onder lid 1 genoemd gebieden zijn niet aangewezen als parkeerplaatsen
en -terreinen met een gecombineerde functie:
alle niet openbare parkeerplaatsen; alle weggedeelten
en/of alle parkeerplaatsen welke bij of krachtens een bepaling in de
parkeerverordening, bij of krachtens een bepaling in deze bijlage, bij of
krachtens een verkeersbesluit, bij of krachtens enig ander besluit van het
college van burgemeester en wethouders, dan wel bij of krachtens enig andere
aanwijzing van een bevoegd gezag, aan een andere categorie parkeerders of aan
andere weggebruikers is toegewezen; dan wel voor een andere categorie
parkeerders of andere weggebruikers is bestemd.
Ingevolge
artikel 2 lid 1 van de Parkeerverordening Gemeente Delft 2008, worden - van de
onder artikel 1 van deze bijlage aangewezen weggedeelten – aangewezen als
autodateplaats, de parkeerplaasten ter hoogte van:
-
Bikolaan 21 (2 plaatsen)
-
Edelhertlaan 91
-
Feldmannweg, thvKorvezeestraat 20
-
Frederik Hendrikstraat 78
-
Frisoplein 9
-
Harmenkokslaan 1
-
Herman Heyermanslaan 1
-
Jacoba van Beierenlaan thv. Tingieterpad
-
Kruisstraat, hoek Yperstraat (2 stuks)
-
Mackaystraat 45
-
Montgomerylaan, ter hoogte van de Buitenhofdreef
-
Oostsingel 57c
-
Paardenmarkt 1d en Paardenmarkt 18
-
Papsouwselaan 444
-
Paulus Buijsstraat 1, parkeerterrein, parkeerplaats thv de verkeerslichten
-
Schutterstraat 1
-
Soendastraat 7
-
Spoorsingel 9
-
Stationsplein, thv Van Leeuwenhoeksingel
-
Van der Brugghenstraat 9
-
Zusterlaan 110
Artikel 7 Parkeerbelasting voor het parkeren bij
parkeerapparatuur
1. Voor het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van deze
bijlage, op een parkeerplaats bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2
van deze bijlage, niet liggende op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3
van deze bijlage en niet zijnde runshopplaatsen als bedoeld in artikel 4 van
deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting:
- Gebied
B, met uitzondering van de Nieuwe Plantage, Laantje van Wilhelmina, de
Phoenixstraat, de Nieuwelaan, de Van Leeuwenhoeksingel en Houttuinen: € 2,30
per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20;
- Gebied C
tot en met F en van gebied B alleen de
Nieuwe plantage, het Laantje van Wilhelmina, de Phoenixstraat, de
Nieuwelaan, de Van Leeuwenhoeksingel en
Houttuinen: € 2,00 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20,
uitgezonderd de parkeerapparatuur op de Groene Haven waar een maximale inworp
van € 6,00 geldt;
- Gebied Z : € 1,20 per 60 minuten, met een
minimale inworp van € 0,20.
2. Voor het parkeren op tijden genoemd in
artikel 14 van deze bijlage, op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3 van
deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting € 1,90 per 60 minuten,
met een minimale inworp van € 0,20 met een maximum van € 11,00 per dag.
Uitgezonderd het parkeerterrein Laan van Vollering, waar op zaterdag gratis
geparkeerd kan worden.
3. Voor
het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van deze bijlage, op een
runshopplaats als bedoeld in artikel 4 van deze bijlage, bedraagt de te heffen
parkeerbelasting € 2,30 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20 en
een maximale inworp van € 2,30.
Artikel 7a Dagkaart vergunninghouderplaats
Voor het
parkeren ten tijde van de in artikel 14 van deze bijlage genoemde tijdstippen
op weggedeelten als genoemd in artikel 1, uitgesloten de autodateplaatsen zoals
genoemd in artikel 6 van deze bijlage, met een dagkaart vergunninghoudersplaats
wordt een belasting geheven van: €
18,00 per dag of gedeelte daarvan.
Artikel 8 Abonnementen
1. Parkeerterreinen
Voor het parkeren op een parkeerterrein
als bedoeld in artikel 3 van deze bijlage,
kan een abonnement worden aangeschaft. De kosten daarvan zijn als volgt:
€
11,00 Per dag te verkrijgen
door inworp van dit bedrag bij de parkeerautomaat
€ 48,00 Per week, met een tevoren
aangeschaft weekabonnement
€ 127,00 Per maand, met een tevoren
aangeschaft maandabonnement
€ 1270,00 Per jaar, met een tevoren aangeschaft
jaarabonnement
€ 670,00 Per jaar, alleen van maandag 9:00
uur tot en met vrijdag 18:00 uur, met een
tevoren aangeschaft abonnement.
2. Gebied Z
Voor parkeren
in gebied Z is er de mogelijkheid een parkeerabonnement aan te schaffen. De
tarieven voor dit abonnement zijn als volgt:
€ 6,00 Per dag, te verkrijgen door
inworp van dit bedrag bij de parkeerautomaat
€
24,00 Per week, met een
tevoren aangeschaft weekabonnement
€
60,00 Per maand, met een
tevoren aangeschaft maandabonnement
€
600,00 Per jaar, met een
tevoren aangeschaft jaarabonnement
3. Speciale
abonnementen
Voor
bepaalde doelgroepen is er de mogelijkheid een speciaal abonnement of een
speciale vergunning aan te schaffen. Met een speciaal abonnement mag alleen
geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen zoals aangewezen in artikel 2 en
artikel 3 van deze bijlage. Met een speciale vergunning mag alleen geparkeerd
worden op vergunninghouderplaatsen zoals aangewezen in artikel 1 van deze
bijlage. Met deze abonnementen en vergunningen is het niet toegestaan te
parkeren op autodatelaatsen.
-
Het bedrijvenjaarabonnement:
bedrijven gevestigd in gebied C tot en met F (zoals omschreven in
artikel 1.1 van deze bijlage) kunnen een abonnement aanvragen om te parkeren op
parkeerapparatuurplaatsen.
-
De aannemersdagkaart: in het geval een aannemer van werk in een gebied
omschreven in artikel 1.1 van deze bijlage, de werkzaamheden alleen kan
uitvoeren als de auto dicht bij het werk staat. De aannemersdagkaart geldt in
tegenstelling tot bovengenoemde ook op vergunninghouderplekken (art 1.1).
-
Marktkooplieden kunnen een maandabonnement kopen wat hen het recht geeft
om op speciale tijden (donderdag en/ of zaterdag) op daarvoor speciaal
aangewezen parkeerplaatsen te parkeren. De prijs van het marktabonnement is
opgenomen in de tabel horend bij dit artikel.
-
GGD-Abonnement. voor medisch ambulant personeel van de GGD is het
mogelijk een abonnement te krijgen
alleen voor het parkeerterrein aan de Laan van Vollering. Er worden maximaal 70
abonnementen aan GGD-medewerkers uitgegeven.
-
Schooljaarabonnement: met een schooljaarabonnement kan geparkeerd worden
bij parkeerapparatuurplaatsen zoals genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in
het reguleringsgebied waar de betreffende school ligt. Het schooljaarabonnement
is geldig van maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot 18:00 uur.
In onderstaande tabel staan de tarieven
behorend bij bovengenoemde abonnementen.
Bedrijvenabonnement |
€ 320,00 per jaar |
Aannemersdagkaart |
€ 10,00 per dag |
Marktkooplieden |
€ 19,00 per maand |
GGD abonnement |
€ 51,00 per jaar |
Schooljaarabonnement gebied B |
€ 530,00 per jaar |
Schooljaarabonnement overige gebieden |
€ 320,00 per jaar |
Artikel 9 Parkeerbelasting
vergunninghouders
1.
Voor het parkeren, in gebied B
genoemd in artikel 1 lid 1 van deze
bijlage voor de periode 1 januari tot en met 31 december binnen de
tijdsvensters van het betreffende gebied genoemd in artikel 14 van deze
bijlage, doch niet op een feestdag, op weggedeelten door vergunninghouders als
bedoeld in artikel 4 lid 1 van de parkeerverordening gemeente Delft 2008
bedraagt de te heffen parkeerbelasting:
Vergunning op kenteken voor bewoners, voor
het eerste kenteken per woonadres:
€ 127,80 per jaar;
€ 10,65 per maand, of gedeelte daarvan.
€ 255,60 per jaar;
€ 21,30 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het eerste kenteken:
€ 204,60 per jaar;
€ 17,05 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor
het tweede kenteken:
€ 409,20 per jaar;
€ 34,10 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken van maandag tot en met vrijdag
voor bedrijven, voor het eerste kenteken:
€ 171,00 per jaar;
€ 14,25 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken van maandag tot en met
vrijdag voor bedrijven, voor het tweede kenteken:
€ 342,00 per jaar;
€ 28,50 per maand, of gedeelte daarvan.
2.
Voor het parkeren, in gebied C
tot en met H genoemd in artikel 1 lid 1
van deze bijlage voor de periode 1 oktober tot en met 30 september in gebied C,
de periode 1 maart tot en met 28 februari of in een schrikkeljaar 29 februari
in gebied D1 en D2, de periode 1 mei tot en met 30 april in gebied E en de
periode 1 juli tot en met 30 juni in gebied F, de periode 1 maart tot en met 28
februari of in een schrikkeljaar 29 februari in gebied H, binnen de
tijdsvensters van het betreffende gebied genoemd in artikel 14 van deze
bijlage, doch niet op een feestdag, op weggedeelten door vergunninghouders als
bedoeld in artikel 4 lid 1 van de parkeerverordening gemeente Delft 2008
bedraagt de te heffen parkeerbelasting:
a)
Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het eerste kenteken per
woonadres:
€ 58,80 per jaar;
€ 4,90 per maand, of gedeelte daarvan.
b)
Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het tweede kenteken per
woonadres:
€ 117,60 per jaar;
€ 9,80 per maand, of gedeelte daarvan.
c)
Voor gebied D, E en F, H vergunning op kenteken voor
bewoners, voor het derde en daarop volgende kenteken per woonadres:
€ 117,60 per jaar;
€ 9,80 per maand, of gedeelte daarvan.
d) Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het eerste kenteken:
€ 94,20 per jaar;
€ 7,85 per maand, of gedeelte daarvan.
e)
Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het tweede kenteken:
€ 188,40 per jaar;
€ 15,70 per maand, of gedeelte daarvan.
3.
Indien een eerste vergunning wordt opgezegd, wordt de tweede vergunning
daarmee automatisch eerste vergunning (op een adres of voor een bedrijf) en
wordt op verzoek restitutie verleend voor het tarief van de tweede vergunning.
1. Het
college van burgemeester en wethouders stelt bezoekerskaarten ter beschikking
als bedoeld in artikel 10 van de parkeerverordening aan bewoners in de gebieden
B, C, D, E, F en H genoemd in artikel 1 van deze bijlage, met dien verstande
dat
a.
per woonadres niet meer dan 1 bezoekerskaart wordt verstrekt
b.
een belasting wordt geheven van:
-
Gebied B: € 50,00 per bezoekerskaart voor de periode genoemd in artikel
9 lid 1 of korter;
-
Gebied C tot en met H: € 25,05 per bezoekerskaart voor de periode
genoemd in artikel 9 lid 2 of korter.
2. Het
college van burgemeester en wethouders stelt bezoekerskaarten ter beschikking
als bedoeld in artikel 1 van de parkeerverordening aan bedrijven in de gebieden
C, D, E, F en H genoemd in artikel 1 van deze bijlage, met dien verstande dat:
a. per
bedrijf niet meer dan 2 bezoekerskaarten worden aangeschaft, indien maximaal 1
bedrijfsvergunning is uitgegeven en per bedrijf niet meer dan 1 bezoekerskaart
wordt aangeschaft, indien maximaal 2 bedrijfsvergunningen zijn uitgegeven;
b. voor gebruik in gebieden
C, D, E, F, H als genoemd in artikel 1 van deze bijlage voor bezoekerskaarten
ten behoeve van bedrijven een belasting wordt geheven van:
€
46,75 per bezoekerskaart voor de
periode genoemd in artikel 9 lid 2 of korter.
3. Voor gebruik van de
bezoekerskaart geldt:
a. voor bewoners dat deze
alleen geldig is in het gebied waarin het adres ligt waarop de aanvrager
volgens het GBA is ingeschreven;
b. voor de bezoekerskaart
voor bedrijven dat deze alleen geldig is in het gebied waar het bedrijf gevestigd is;
c. dat het voertuig in de
gebieden B, D, E, F, H maximaal drie en in C maximaal vier achtereenvolgende
uren binnen de bloktijd mag worden geparkeerd met de bezoekerskaart.
Artikel 11 Definitie huishouden
1.
Wanneer aangetoond kan worden dat meerdere huishoudens op 1
woonadres gevestigd zijn, wordt voor elk huishouden voor de eerste vergunning
op kenteken het lage tarief gerekend en wordt elk huishouden behandeld als
woonde het op een apart adres.
2.
Een huishouden zoals bedoeld in dit artikel wordt als volgt
gedefinieerd:
Eén of meerdere personen die
samen op één adres wonen en er samenleven, in de zin van samen in hun
dagelijkse levensbehoefte voorzien, vormen een huishouden.”
3. Indien meerdere
huishoudens op één adres wonen dient aangetoond te worden dat er tussen deze
huishoudens onderling geen familie- en/ of samenlevingsverband is. Dit kan
door:
- als hoofdbewoner (huishouden)
aan te tonen dat huurcontracten zijn gesloten met andere bewoners (huishoudens)
op hetzelfde adres;
- als huurder, een huurcontract
met de hoofdbewoner te overleggen;
- aan te tonen dat er geen
samenlevingscontract, huwelijksverband of familieverband bestaat tussen de
huishoudens onderling.
4. Het
college van B&W is bevoegd nadere regels te stellen omtrent de definitie
van een huishouden.
Artikel 12 Maximaal uit te geven aantal tweede vergunningen
1. Het aantal uit te geven tweede vergunningen op
kenteken per woonadres in gebied C wordt aan een maximum gebonden. De eerste
vergunning wordt ten alle tijden verstrekt, onverminderd het feit dat het
aantal actieve eerste vergunningen het aantal van 3000 te boven gaat. Jaarlijks
op 1 mei wordt vastgesteld hoeveel tweede vergunningen op kenteken voor
bewoners er dat jaar vanaf 1 oktober worden uitgegeven. Dit aantal wordt als
volgt berekend:
Tt10jn = 3000 – Et5jn
a. Tt10jn = Maximaal
aantal uit te geven tweede vergunningen op kenteken voor bewoners per 1 oktober
van jaar n
b. Et5jn = Aantal uitgegeven eerste
vergunningen op 1 mei van jaar n
2. Als er op een moment in een bepaald jaar het
aantal van 3000 uitgegeven vergunningen overschreden is worden er vanaf dat
moment geen “tweede vergunningen” op een woonadres meer verstrekt.
3. Indien het aantal aanvragen voor een tweede
vergunning op kenteken meer is dan het aantal uit te geven volgens de
berekening als bedoeld in lid1, wordt er een wachtlijst ingesteld.
a. De volgorde van de wachtlijst wordt
bepaald door de volgorde van binnenkomst van de aanvragen;
b. Zodra er een tweede vergunning wordt
opgezegd komt de bovenste van de wachtlijst in aanmerking voor een tweede
vergunning op kenteken.
1. Vervallen.
1.
Huurautovergunning: bewoners in
gebied B tot en met H die aantoonbaar (minimaal 3 facturen van het afgelopen
half jaar) regelmatig een auto huren kunnen een vergunning voor huurauto’s
aanvragen. Er wordt maximaal 1 vergunning voor een huurauto per adres
uitgegeven en alleen als op dat adres maximaal 1 vergunning op kenteken en een
bezoekerskaart is uitgegeven. Voor de vergunning voor huurauto’s wordt een
belasting geheven van:
per jaar gebied B: € 255,60,
per maand of gedeelte daarvan: € 21,30
per jaar gebied
C tot en met H: € 117,60, per maand of gedeelte daarvan: € 9,80.
2.
Hulpverlenervergunning: artsen, verloskundigen en medewerkers van de
alarmopvolging van Maatzorg kunnen een vergunning aanvragen en met deze
vergunning parkeren op vergunninghouderplaatsen zoals genoemd in artikel 1 van
deze bijlage, maar niet op parkeerapparatuurplaatsen zoals genoemd in artikel 2
van deze bijlage en niet op autodateplaatsen zoals genoemd in artikel 6 van
deze bijlage. Deze vergunning wordt onder de volgende voorwaarden
verleend:
a. dat de arts, de verloskundige of de
medewerker van de alarmopvolging van Maatzorg ingeschreven staat in het
beroepsregister BIG voor artsen respectievelijk verloskundigen;
b. dat de praktijk van de arts, verloskundige
of medewerker van “de alarmopvolging”
van Maatzorg gevestigd is in Delft;
c. dat artsen en verloskundigen de vergunning
altijd gebruiken in combinatie met een esculaap;
d. dat de arts, de verloskundige of medewerker
van “de alarmopvolging” van Maatzorg de vergunning uitsluitend gebruikt wanneer
hij/zij bezig is met zijn/haar beroepsuitvoering.
Voor deze vergunning wordt een belasting
geheven van:
€ 237,00 per
kalenderjaar of €19,75 per kalendermaand.
3. Overallparkeerkaart: Voor het parkeren van maandag tot en met zondag,
bij wege van een overallparkeerkaart op kenteken op alle vergunning- en
parkeerapparatuurplaatsen, wordt een belasting geheven van:
€ 130,= per maand
of gedeelte daarvan.
5. Kraskaart: Het
college van burgemeester en wethouders stelt kraskaarten als bedoeld in artikel
9 van de parkeerverordening ter beschikking aan bedrijven, die vanwege beroep
gevestigd zijn in gebied B genoemd in artikel 1 van deze bijlage en aan
huisartsen en verloskundigen, met dien verstande dat:
a. per
bedrijf dat zich vanwege beroep gevestigd heeft of per huisarts of
verloskundige niet meer dan 50 kraskaarten per kalenderjaar worden verstrekt;
b. Voor de aanvraag en het gebruik van de kraskaart door artsen en
verloskundigen gelden dezelfde voorwaarden als voor de hulpverlenervergunning;
c.
een belasting wordt geheven van: € 5,30 per kraskaart;
d.
per kraskaart één voertuig geparkeerd kan worden op een parkeerplaats
gelegen in gebied B zoals beschreven in artikel 1 van deze bijlage, niet zijnde
een parkeerplaats als bedoeld in artikel 2 van deze bijlage, van maandag tot
zaterdag voor een dagdeel van 10:00 tot 14.00 uur of 13.00 tot 18.00 uur of
17.00 uur tot 22.00 uur of een deel van dit dagdeel en op zondag van 14.00 tot
18.00 uur of 17.00 tot 22.00 uur;
e.
eenmaal aangeschafte kraskaarten niet meer geretourneerd kunnen worden.
Kraskaarten zijn geldig tot en met 31 december van het jaar waarin ze zijn
aangeschaft.
6.
GGD-artsenvergunning: Voor parkeren van voertuigen van
GGD-artsen op parkeerplaatsen aangegeven in artikel 6 van deze bijlage wordt een belasting geheven van: € 51,10
per vergunningjaar.
Artikel 14 Tijdsperiode parkeren bij parkeerapparatuur en op
parkeerplaatsen voor vergunninghouders
1. Per gebied, als
bedoeld in artikel 1 lid 1 en artikel 3 en 4 van deze bijlage gelden de
volgende tijdvensters (bloktijden), waarbinnen parkeerbelasting wordt geheven:
-
Gebied E1: van maandag tot en met
zondag van 10:00 uur tot 22:00 uur;
-
Gebied B: van
maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur en op zondag van 14:00
tot 20:00;
-
Gebied C:
1.
de
Spoorsingel van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00
uur;
2.
de Houttuinen, het Stationsplein,
Laantje van Mater en de van Leeuwenhoeksingel: van maandag tot en met
zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur en op zondag van 14.00 tot 20.00;
3.
overig gebied C: van
maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00 uur tot
22:00 uur;
-
Gebied D1:van maandag tot en met zaterdag van 9:00 uur tot
11:00 uur en van 16.00 uur tot 20.00 uur;
-
Gebied D2: van maandag tot en met
vrijdag van 16:00 uur tot 22:00 uur en op zaterdag van 12:00 tot 22:00 uur;
-
Gebied E2: van maandag tot en met
vrijdag van 16.00 uur tot 20.00 uur, op zaterdag van 12.00 tot 20:00 uur;
-
Gebied F:van maandag tot en met
vrijdag van 9:00 uur tot en met 11:00 uur en van 16.00 uur tot 20.00 uur, op
zaterdag van 12.00 tot 18.00 uur;
-
Gebied H van maandag tot en met
vrijdag van 9:00 uur tot en met 19.00 uur, op zaterdag van 15.00 tot 19.00 uur;
-
Gebied Z: van
maandag tot en met donderdag van 9:00 uur tot 17:00 uur en vrijdag en zaterdag
van 9:00 tot 22:00 uur.
2.
Op feestdagen worden geen parkeerbelastingen geheven.
Voor een tijdelijke
ontheffing als bedoeld in artikel 12 van de Parkeerverordening, is bedoelde
houder of eigenaar van het motorvoertuig waartoe de ontheffing wordt
aangevraagd, een belasting verschuldigd van:
-
€ 11,00 per dag of gedeelte daarvan op
een parkeerapparatuurplaats;
-
€ 18,00 per dag of gedeelte daarvan op
een belanghebbendenplaats.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de
belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening
parkeerbelastingen gemeente Delft 2009, bedragen
€ 50,00.
1. Deze
bijlage treedt in werking per 1 januari 2009.
2. Met
ingang van de datum van inwerkingtreding vervalt de bijlage bij de
parkeerverordening en de parkeerbelastingverordening zoals deze laatstelijk is
vastgesteld.
Artikel 18 Slotbepaling.
Deze bijlage behoort bij en maakt
deel uit van het gelijktijdig genomen raadsbesluit tot vaststelling van de
Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2009, alsmede de
Parkeerverordening gemeente Delft 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van …….
2008.
De voorzitter,
De griffier,
TOELICHTING
op de Parkeerverordening gemeente Delft 2009, de Verordening Parkeerbelastingen
gemeente Delft 2009 en de
bijbehorende bijlage.
De parkeerverordening en
parkeerbelastingverordening en bijbehorende bijlage moeten worden aangepast om
de hierna genoemde redenen. Ook wijzigingen die reeds waren verwerkt op basis
van raadsbesluiten het afgelopen jaar worden hier nogmaals genoemd.
-
Aanpassing
van de tarieven voor het vergunningparkeren, op basis van berekeningen met het
kostprijscalculatiemodel en opgenomen in de nota nominale ontwikkelingen 2009
-
Toevoeging
van gebied H, het gereguleerde gebied rond het Reinier de Graafziekenhuis
-
Toevoeging
van de Vermeerstraat aan gebied E
-
Opheffen
strijdigheid parkeerverordening en bijlage mbt vrijstelling betaling voor
gehandicapten. Verordeningstekst blijft ongewijzigd. Tekst in de bijlage is
aangepast. Gehandicapten kunnen vrij parkeren op vergunninghouderplaatsen en
betaald parkeerplaatsen met uitzondering van runshopplaatsen en autodateplaatsen. Deze situatie is conform de
bestaande communicatie op de website en in folders.
-
Verduidelijken
tariefstelling Van Leeuwenhoeksingel en Houttuinen. Deze straten horen bij
vergunninggebied B en C, maar hebben het tarief van gebied C.
-
Wijzigen
minimum inworp in verordening, overeenkomstig situatie bij de automaat van € 0,10
naar € 0,20. Bij een uurtarief van €
2,00 per uur koopt een parkeerder bij inworp van € 0,10 slechts 3 minuten aan
parkeertijd. Binnen deze tijd is het onmogelijk om het parkeerticket op het
dashboard te leggen, de auto af te sluiten en snel een boodschap te doen. Om te
voorkomen dat in veel van deze situaties een naheffing parkeerbelasting
geschreven moet worden, is bewust gekozen voor een minimale inworp van € 0,20.
dit is echter tot op heden niet gewijzig in verordening.
-
Aanpassen huisnummering mixparkeerplaatsen Julianalaan
conform situatie op straat.
-
Aanpassen mixfunctie Scheepmakerij en Julianalaan conform
situatie op straat
-
Opnemen autodateplaatsen
-
Vervallen GGD plaatsen Crommelinplein, en overzetten gehele
Crommelinplein in mixparkeren
-
Aanduiding mixparkeerplaatsen Oostsingel conform situatie op
straat
-
Hernoemen dagvergunning tot dagkaart vergunninghouderplaats
en opnemen onder betaald parkeerproducten. De dagkaart
vergunninghoudersplaatsen is in zijn aard namelijk een parkeerkaartje en geen vergunning.