PAR
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9
december 2009;
gelet op artikel 149 van de
Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;
b e
s l u i t :
vast te stellen de volgende:
Verordening voor de fiscale
handhaving op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen
voor het parkeren 2009
(Parkeerverordening
Delft 2009).
Definities en begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt, in
alfabetische volgorde, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald,
verstaan onder:
a. aannemersdagkaart:
een kaart, op kenteken, bestemd voor het bedrijf, dat het motorvoertuig bezigt bij het verrichten
van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, voor
zover dit motorvoertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de
onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie, op zowel belanghebbenden-
als parkeerapparatuurplaatsen, moet worden geparkeerd.
b. abonnement: een
bewijs van toestemming tot het parkeren van een motorvoertuig, op door het
college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, op door de raad
aan te wijzen parkeerapparatuurplaatsen en/of belanghebbendenplaatsen, zonder
dat parkeerapparatuur in werking wordt gesteld;
c. abonnementhouder: degene
aan wie een abonnement is verstrekt;
d. Algemene
wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
e. autodate: het herhaald en opeenvolgend
gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen
natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer
dan één huishouden;
f.
autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor
een motorvoertuig bestemd voor autodate.
g. BABW: Besluit
Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;
h. belanghebbendenplaats: een
parkeerplaats die:
1. is
aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV; of
2. is gelegen
binnen een zone, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV, met het
opschrift ”zone”, voorzover deze plaats niet is uitgezonderd; of
3. is gelegen
binnen de in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage vermelde
gebieden en welke als zodanig van gemeentewege zijn gemarkeerd en van bebording
zijn voorzien;
i.
bedrijfsparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bedrijven
en op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan
bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
j.
bewonerparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bewoners en
op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij
de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
k. dag: een
tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;
l.
dagkaart parkeerterreinplaats: kaart
waarmee houder blijk kan geven dat voor het motorvoertuig waarin, aan of bij de
kaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst, voor de op de kaart genoemde dag
parkeerbelasting is voldaan voor het parkeren van dat motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats;
m. dagkaart
vergunninghouderplaats: een bewijs van toestemming tot het parkeren op door
het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen
belanghebbendenplaatsen;
n. bezoekerskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke bezoek van een bewoner gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel bezoek van een bedrijf gevestigd in
artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied met
uitzondering van gebied B, mogelijkheid is verleend een motorvoertuig voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
bezoekerskaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst;
o. feestdag: de
landelijk erkende feestdagen: nieuwjaarsdag, eerste paasdag, tweede paasdag,
koninginnedag, hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste
kerstdag, tweede kerstdag, Bevrijdingsdag en Goede Vrijdag;
p. gehandicaptenparkeerkaart: hetgeen
daaronder wordt verstaan in artikel 49 van het BABW, alsmede gehandicapten
parkeerontheffingen (parkeerkaart) uitgegeven door of vanwege Kaderwetgebied
“Haaglanden”;
q. gehandicaptenparkeerplaats: een
parkeerplaats als bedoeld in artikel 26 RVV en aangeduid met bord E6 uit
bijlage I van het RVV;
r. houder: degene
die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd,
met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het
krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als
houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor motorvoertuig opgegeven
kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven;
s. Invorderingswet: de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
t. kraskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke een bedrijf van gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel een persoon die zich vanwege beroep
gevestigd heeft in dit gebied en dat beroep aldaar werkelijk uitoefent,
mogelijkheid is verleend een door dit bedrijf of de persoon die zich vanwege
beroep gevestigd heeft, aan te wijzen motorvoertuig, éénmalig en voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
kraskaart op de juiste wijze is bewerkt;
u. maand: een
tijdvak van op de kalender aangegeven niet rekenkundig één twaalfde deel van
een jaar, aanvangende op de als eerste benoemde dag van die periode op die
kalender om 0.00 uur;
v. motorvoertuig: hetgeen
daaronder wordt verstaan in het RVV;
w. Overallparkeerkaart:
parkeerabonnement waarmee in heel Delft op alle vergunning- en parkeerapparatuurplekken geparkeerd mag
worden;
x. parkeerapparatuur:
parkeerautomaten, parkeermeters, en hetgeen gewoonlijk naar maatschappelijke
opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
y. parkeerapparatuurplaats: een
parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
z. parkeergelegenheid
op eigen terrein: Onder een parkeerplaats op eigen terrein (POET)
wordt verstaan, een parkeerplaats (op een eigen terrein of in een garage):
1. waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van
eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving en dergelijke), of
2. welke de aanvrager kan huren in een garage of op een open perceel
grond welke (volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of
splitsingsakte, of een huur- of koopovereenkomst) bestemd is voor de woning van
de aanvrager, of die vermeld staat in het namens burgemeester en wethouders
door het Vakteamhoofd Mobiliteit vastgestelde overzicht van POET-plaatsen dat
ter inzage ligt bij de Publieksbalie aan Phoenixstraat te Delft;
aa. parkeerterrein: een door
het college als zodanig aangewezen terrein, bestemd voor het parkeren van
motorvoertuigen;
bb. parkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een
parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op
voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de
rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
cc. parkeren: het
gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor het en gebruikt wordt tot het
onmiddellijk in - of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of
lossen van goederen van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente
gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop
die doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
dd. runshopplaats: een
parkeerapparatuurplaats, waar de duur tot het parkeren van een motorvoertuig is
gemaximeerd tot een in de bijlage genoemd aantal minuten;
ee. RVV: het
Reglement verkeersregels en verkeerstekens (Stb. 1990, 459; 1996/ 557);
ff. vergunninghouder: de
natuurlijke of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;
gg. week: een
tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen, aanvangende te maandag 0.00 uur;
hh. Wegenverkeerswet: de
Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475; 1999, 30).
Aanwijzing van parkeergelegenheden, tijden en tarieven
1. Met
betrekking tot parkeerterreinen en weggedeelten welke in of krachtens de bij
deze verordening behorende bijlage zijn aangewezen voor parkeerdoeleinden,
stelt de raad vast op welke dagen, gedurende welke uren en tegen welk
parkeerbelastingtarief:
B. parkeren op een parkeerplaats aangemerkt als
een belanghebbendenplaats slechts is toegestaan aan degene aan wie een parkeervergunning
is verleend, dan wel op voorgeschreven wijze een kraskaart, bezoekerskaart,
gehandicaptenkaart, overallparkeerkaart of aannemersdagkaart gebruikt dan wel
zich tegen betaling van parkeerbelasting (als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening op
de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009) daartoe
een dagkaart vergunninghouderplaats heeft aangeschaft. Parkeren op
parkeerplaatsen aangewezen als autodateplaatsen is voorbehouden aan
motorvoertuigen bestemd voor autodate.
2. De raad kan voor parkeerapparatuurplaatsen
een maximaal toegestane inworp vaststellen.
3. Beslissingen als bedoeld
in voorgaande leden worden door het college van burgemeester en wethouders ter
openbare kennis gebracht.
4. Indien het verkeersbelang of andere
dringende omstandigheden zulks noodzakelijk maken is het college van
burgemeester en wethouders bevoegd, tijdelijk van de in het eerste lid bedoelde
beslissing afwijkende maatregelen te treffen.
5. Het college van burgemeester en
wethouders draagt er zorg voor dat op of bij parkeerapparatuurplaatsen en op of
bij belanghebbendenplaatsen wordt aangegeven waar en onder welke voorwaarden
krachtens deze verordening kan worden geparkeerd.
6. Het college van burgemeester en
wethouders draagt er zorg voor dat parkeerapparatuur is voorzien van
aanwijzingen omtrent het gebruik.
Parkeervergunningen
Artikel 3 Aanvragen
1. De
vergunningen genoemd in artikel 4 moeten worden aangevraagd d.m.v. een volledig
ingevuld, door het college van burgemeester en wethouders digitaal of papieren
aanvraagformulier.
2. Een
aanvraag tot een vergunning wordt niet eerder in behandeling genomen dan nadat
de leges als genoemd de vigerende legesverordening van de gemeente Delft is
voldaan. Indien de aanvraag tot een vergunning via Internet wordt gedaan,
worden de leges niet in rekening gebracht.
3. Het
college van burgemeester en wethouders beslist binnen zes weken nadat de
aanvraag om een parkeervergunning bij hen is binnengekomen.
4. Het
college van burgemeester en wethouders kan de in het vorig lid bedoelde termijn
met ten hoogste vier weken verlengen.
1.
Het college
van burgemeester en wethouders kan op een daartoe strekkende aanvraag een
parkeervergunning voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen verlenen aan:
A.
de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die bij het GBA
ingeschreven staat op een adres in een van de gebieden als bedoeld in artikel 1
van de bij deze verordening behorende bijlage, met dien verstande dat per
natuurlijk persoon niet meer dan één vergunning wordt verleend, te noemen
bewonersparkeervergunning;
B. de
eigenaar of houder van een motorvoertuig, die in het gebied als bedoeld in
artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage, een bedrijf gevestigd
heeft dat daadwerkelijk wordt uitgeoefend, dan wel zich vanwege beroep
gevestigd heeft en dit beroep aldaar werkelijk uitoefent, met dien verstande
dat per bedrijf c.q. beroepsvestiging niet meer dan twee parkeervergunningen
worden verleend, te noemen bedrijfsparkeervergunning;
C. degene, die
bij het GBA ingeschreven staat op een adres in een gebied waar het bij besluit
van de gemeenteraad is toegestaan aan degene die hem of haar bezoekt, onder
gebruikmaking van de vergunning geldig in de straten binnen dat gebied, te
parkeren op belanghebbendenplaatsen, te noemen bezoekerskaart;
2. Bij een
positief besluit op de aanvraag van een abonnement of een vergunning wordt het
abonnement of de vergunning niet eerder verleend dan nadat het in artikelen 8
of 9 van de bijlage bij deze verordening genoemde parkeerbelasting door de
gemeente is ontvangen.
3. Een parkeervergunning voor
belanghebbendenplaatsen wordt slechts verleend indien de aanvrager niet
beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, dan wel dat deze
parkeergelegenheid reeds door een motorvoertuig van de aanvrager of iemand van
zijn/haar huishouden in gebruik is.
4. Bij
het verlenen van een parkeervergunning voor belanghebbendenplaatsen wordt voor
bedrijven gevestigd en gelegen in de gebieden C tot en met F een maximum
gehanteerd van 3 per bedrijf c.q. beroepsvestiging, met dien verstande dat er
maximaal twee bezoekers- dan wel bedrijfsvergunningen kunnen worden verstrekt.
5. Het
college van burgemeester en wethouders kan aan de vergunning beperkingen
verbinden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen alsmede de
tijdstippen waarop de vergunning van kracht is;
6. Het
college van burgemeester en wethouders kan aan een vergunning nadere
voorschriften of beperkingen, anders dan bedoeld in het vorig lid, verbinden.
Deze voorschriften mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van de
beschikbare parkeerruimte.
7. In
afwijking van het voorgaande kan het college van burgemeester en wethouders
besluiten, bij een functiewijziging van een pand of object, het aantal toe te
kennen parkeerproducten te beperken tot het maximale aantal parkeerproducten
dat voor de functiewijziging ten behoeve van het betreffende pand of object kon
worden uitgegeven.
1. Het
college van burgemeester en wethouders kan besluiten het totaal aantal te
verstrekken parkeervergunningen te binden aan een maximum, dan wel geen
parkeervergunning te verstrekken, indien dit
noodzakelijk is in het belang van een goede verdeling van de beschikbare
parkeerruimte.
2. Bij toepassing van het eerste lid wordt
de volgorde van verlening van de vergunningen op de navolgende wijze bepaald:
A. in
eerste instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders
van een motorvoertuig, bedoeld in het eerste lid, die sociaal-medisch
afhankelijk zijn van het voertuig, waarbij volgorde van toekenning door het
college van burgemeester en wethouders wordt bepaald op basis van zowel de mate
van afhankelijkheid als de omvang van het daarmee gemoeide belang. De aanvrager
die voor een vergunning in eerste instantie in aanmerking wil komen dient de
reden van deze aanvraag zelf aannemelijk te maken. De aanvraag wordt in
behandeling genomen nadat de aanvrager het college van burgemeester en
wethouders toestemming heeft verleend de reden tot aanvraag te verifiëren;
B. in tweede
instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders van een
motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij per woonadres en/of per
bedrijf c.q. beroepsvestiging de verlening van vergunning zich beperkt tot de
eerste aanvraag vanuit dat woonadres c.q. bedrijf/ beroepsvestiging, in
volgorde van ontvangst van de aanvraag;
C. in derde
instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders van een
motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij per woonadres en/of per
bedrijf c.q. beroepsvestiging de verlening van vergunning zich beperkt tot de
tweede aanvraag vanuit dat woonadres c.q. bedrijf/ beroepsvestiging, in
volgorde van ontvangst van de aanvraag;
D. in vierde
instantie kan een vergunning worden verleend aan alle overige eigenaars of
houders van een motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij verlening
plaatsvindt in volgorde van ontvangst van aanvraag.
3. Het
college van burgemeester en wethouders beslist binnen twaalf weken na het in
het tweede lid bedoelde moment over de aanvraag voor een parkeervergunning.
4. Het
college van burgemeester en wethouders kan de in het vorig lid bedoelde termijn
met ten hoogste vier weken verlengen.
Artikel 6.
1. Een
parkeervergunning wordt verleend voor een bepaalde termijn.
2. De
parkeervergunning vermeldt ten minste:
a. naam en adres van
de vergunninghouder;
b. het kenteken van
het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend, met uitzondering van de
parkeervergunningen genoemd in artikel 13, lid 2 en 3 van de bijlage behorende bij deze verordening;
c. het tijdvak en het
gebied waarvoor de vergunning is verleend;
d. de periode waarvoor
de vergunning is verleend.
3. De
parkeervergunning gaat vergezeld van een bewijs van verlening welk op de
voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het
motorvoertuig bevestigd moet zijn.
4. Het bewijs van
verlening blijft eigendom van de gemeente Delft.
Artikel 7. Intrekken van de vergunning
1. Het college
van burgemeester en wethouders trekt de parkeervergunning in:
A. indien de
vergunninghouder hierom verzoekt;
B. indien de
vergunninghouder het gebied, waarop de vergunning betrekking heeft, metterwoon
verlaat of het daarin uitgeoefend bedrijf of beroep beëindigt;
C. ingeval van
overlijden van de vergunninghouder, met dien verstande dat de vergunning kan
worden overgeschreven op naam van een nabestaande, mits deze als belanghebbende
in de zin van artikel 4 lid 1 onderdeel a kan worden aangemerkt en het bepaalde
in artikel 4 lid 2 tot en met 5 zich daar niet tegen verzet;
D. indien de
vergunninghouder ophoudt eigenaar of houder te zijn van het motorvoertuig
waarvoor de vergunning is verleend;
E. indien de
vergunninghouder anderszins niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de
vergunning verleend is.
2. Het college
van burgemeester en wethouders kan de parkeervergunning intrekken:
A. indien
voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;
Artikel 8.
1. Indien de vergunninghouder het motorvoertuig
waarop de vergunning betrekking heeft, vervangt door een ander motorvoertuig,
wordt de vergunning op aanvraag door de gemeentelijke administratie
overeenkomstig aangepast.
2. Bij
toepassing van het vorig lid is de vergunninghouder de leges als genoemd in de
vigerende legesverordening verschuldigd.
Artikel
9.
1. Een kraskaart is alleen dan een
vergunning als bedoeld in de zin van deze verordening indien de kaart op
voorgeschreven wijze correct is bewerkt en op voorgeschreven wijze zichtbaar is
geplaatst in, op of bij het motorvoertuig.
2. Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels stellen inzake het verstrekken en het gebruik van
kraskaarten.
3. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bedrijf of een persoon die zich vanwege beroep gevestigd
heeft, de mogelijkheid ontnemen kraskaarten in bezit te hebben, te gebruiken of
aan een derde te verstrekken indien deze handelt in strijd met de aan de
kraskaart verbonden voorwaarden.
4. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bestuurder van een motorvoertuig het gebruik van een
kraskaart ontzeggen indien de bestuurder handelt in strijd met de aan de
kraskaart verbonden voorwaarden.
Artikel 10.
1. Een
bezoekerskaart is alleen dan een vergunning als bedoeld in de zin van deze
verordening indien de kaart op voorgeschreven wijze correct wordt gebruikt en
op voorgeschreven wijze zichtbaar is geplaatst in, op of bij het motorvoertuig.
2. Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels stellen inzake het verstrekken en het gebruik van
bezoekerskaarten.
3. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bewoner de mogelijkheid ontnemen bezoekerskaarten in bezit
te hebben, te gebruiken of aan een derde te verstrekken indien deze handelt in
strijd met de aan de bezoekerskaart verbonden voorwaarden.
4. Het college van burgemeester en
wethouders kan een bestuurder van een motorvoertuig het gebruik van een
bezoekerskaart ontzeggen indien de bestuurder handelt in strijd met de aan de
bezoekerskaart verbonden voorwaarden.
1. De houder van een
gehandicaptenparkeerkaart is voor het parkeren van het motorvoertuig op een
algemene gehandicaptenparkeerplaats, een parkeerterrein, alsmede een
parkeerapparatuurplaats niet zijnde een runshopplaats, geen parkeerbelasting
verschuldigd indien de gehandicaptenparkeerkaart op de voorgeschreven wijze
zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het voertuig is bevestigd.
2. De houder van een
gehandicaptenparkeerkaart is toegestaan het motorvoertuig te parkeren op een
belanghebbendenplaats (uitgezonderd autodateplaatsen) indien de
gehandicaptenparkeerkaart op de voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de
rechterachterzijde van het motorvoertuig is bevestigd.
3. De eigenaar of houder van
een motorvoertuig bestemd voor autodate is toegestaan het motorvoertuig te
parkeren op een door het college als belanghebbendenplaats voor autodate
aangewezen plaats, indien het motorvoertuig als motorvoertuig voor autodate
herkenbaar is.
Verbodsbepalingen
Artikel 12.
1. Het
is verboden, behoudens schriftelijke ontheffing van het college van
burgemeester en wethouders, enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te
plaatsen of te laten staan:
a. op een parkeerapparatuurplaats;
b. op een belanghebbendenplaats.
Dit verbod geldt niet op de
plaatsen en tijden dat op grond van de Marktverordening een markt wordt
gehouden en/of op de plaatsen en tijden dat op grond van een door het college
van burgemeester en wethouders verleende vergunning een evenement plaatsvindt.
2. Het is verboden
parkeerapparatuur in werking te stellen of handelingen te verrichten met de
bedoeling parkeerapparatuur in werking te stellen:
A. op een andere wijze, met andere middelen of
met andere munten dan op de apparatuur staat aangegeven;
B. in strijd met enig op de parkeerautomaat
gegeven aanwijzing omtrent het gebruik van de automaat;
C. op een andere wijze dan naar maatschappelijke
opvatting als een juiste of logische wijze van inwerkingstelling kan worden opgevat.
3. Het
is verboden een vervoermiddel of ander enig voorwerp op zodanige wijze tegen of
bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan dat een normaal gebruik
ervan wordt belemmerd of verhinderd.
Artikel 13.
1. Het
college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing verlenen op het
gestelde verbod in artikel 12 lid 1. Deze ontheffing kan worden verleend op
schriftelijke aanvraag. Tegemoetkoming in gederfde inkomsten aan
parkeerbelasting als gevolg van het verlenen van de ontheffing kan deel
uitmaken van de voorwaarden waaronder de ontheffing wordt verleend.
2. Een aanvraag tot een ontheffing als
bedoeld in het vorige lid wordt niet eerder in behandeling genomen dan nadat de
leges als genoemd in de tarieventabel behorend bij de bij de legesverordening
gemeente Delft is voldaan.
Artikel 14.
1. Het
college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen voor het
parkeren van een voertuig op een belanghebbendenplaats op de dagen en uren dat
op deze plaats slechts met een vergunning, een kraskaart of een bezoekerskaart
kan worden geparkeerd, met dien verstande dat deze ontheffing alleen wordt
verleend:
A. aan de eigenaar of houder van een
motorvoertuig die werkzaamheden uitvoert op terreinen, aan of in gebouwde
onroerende zaken of aan de openbare weg, gelegen in de directe nabijheid van
belanghebbendenplaatsen; en
B. geen parkeerapparatuurplaatsen in de directe
omgeving aanwezig zijn; en
2. Bij gebruikmaking van deze ontheffing
moet het motorvoertuig voorzien zijn van een duidelijk zichtbaar door het
college van burgemeester en wethouders verstrekte aannemersdagkaart.
3. Ten
aanzien van de in het eerste lid bedoelde ontheffing is zijn de artikelen 3 tot
en met 9 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in
artikel 13 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie, als
bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 16 Toezichthouders
1.
Met
het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening
zijn belast de
personen
werkzaam in de functie van Controleur Openbare Ruimte van de Sector Toezicht
Openbare Ruimte.
2.
Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde
bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van burgemeester en wethouders
dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.
Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze verordening kan worden aangehaald als
“Parkeerverordening Delft 2009”.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang
van de eerste dag na die van bekendmaking.
Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 18
1. Met
ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de
Parkeerverordening gemeente Delft 2007.
2. Vergunningen
en ontheffingen welke krachtens de Parkeerverordening gemeente Delft 2007 zijn
verleend worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.
3. In
alle verordeningen van de gemeente Delft waarin de vermelding
“Parkeerverordening gemeente Delft 2007” is opgenomen dient met de
inwerkingtreding van deze verordening in plaats daarvan gelezen te worden
“Parkeerverordening gemeente Delft 2009”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 februari 2009.
De voorzitter,
De griffier,
PARBEL
De raad van de gemeente
Delft;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9 december 2009;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de
Parkeerverordening gemeente Delft 2009;
b e s l u i t
vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen
2009
(Parkeerbelastingverordening
Delft 2009).
Artikel 1
In deze verordening wordt, in
alfabetische volgorde, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald,
verstaan onder:
a. aannemersdagkaart:
een kaart, op kenteken, bestemd voor het bedrijf, dat het motorvoertuig bezigt bij het verrichten
van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, voor
zover dit motorvoertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de
onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie, op zowel belanghebbenden-
als parkeerapparatuurplaatsen, moet worden geparkeerd.
b. abonnement: een
bewijs van toestemming tot het parkeren van een motorvoertuig , op door het
college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, op het door de
raad aan te wijzen parkeerapparatuurplaatsen en/of belanghebbendenplaatsen,
zonder dat parkeerapparatuur in werking wordt gesteld;
c. abonnementhouder: degenen
aan wie een abonnement is verstrekt;
d. Algemene
wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);
e. autodate: het herhaald en
opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een
overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke
personen uit meer dan één huishouden;
f.
autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig
bestemd voor autodate.
g. BABW: Besluit
Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;
h. belanghebbendenplaats: een
parkeerplaats die:
1.
is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV; of
2.
is gelegen binnen een zone, aangeduid met bord E9 uit
bijlage I van het RVV, met het opschrift ”zone”, voorzover deze plaats niet is
uitgezonderd; of
3.
is gelegen binnen de in artikel 1 van de bij deze
verordening behorende bijlage vermelde gebieden en welke als zodanig van
gemeentewege zijn gemarkeerd en van bebording zijn voorzien;
i.
bedrijfsparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bedrijven
en op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan
bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
j.
bewonerparkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bewoners en
op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij
de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij
gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan
de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
k. dag: een
tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;
l.
dagkaart parkeerterreinplaats: kaart
waarmee houder blijk kan geven dat voor het motorvoertuig waarin, aan of bij de
kaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst, voor de op de kaart genoemde dag
parkeerbelasting is voldaan voor het parkeren van dat motorvoertuig op een
parkeerapparatuurplaats;
m. dagkaart
vergunninghouderplaats: een bewijs van toestemming tot het parkeren op door
het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen
belanghebbendenplaatsen;
n. bezoekerskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke bezoek van een bewoner gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel bezoek van een bedrijf gevestigd in
artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied met
uitzondering van gebied B, mogelijkheid is verleend een motorvoertuig voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
bezoekerskaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst;
o. feestdag: de
landelijk erkende feestdagen: nieuwjaarsdag, eerste paasdag, tweede paasdag,
Koninginnedag, hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste
kerstdag, tweede kerstdag, alsmede bevrijdingsdag ingeval viering hiervan
landelijk plaatsvindt;
p. gehandicaptenparkeerkaart: hetgeen
daaronder wordt verstaan in artikelen 49 van het BABW, alsmede gehandicapten
parkeerontheffingen (parkeerkaart) uitgegeven door of vanwege Kaderwetgebied
“Haaglanden”;
q. gehandicaptenparkeerplaats: een
parkeerplaats als bedoeld in artikel 26 RVV en aangeduid met bord E6 uit
bijlage I van het RVV;
r. houder: degene
die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd,
met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het
krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als
houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor motorvoertuig opgegeven
kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven;
s. Invorderingswet: de
Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
t. kraskaart: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens
welke een bedrijf van gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening
behorende bijlage genoemd gebied, dan wel een persoon die zich vanwege beroep
gevestigd heeft in dit gebied en dat beroep aldaar werkelijk uitoefent,
mogelijkheid is verleend een door dit bedrijf of de persoon die zich vanwege
beroep gevestigd heeft, aan te wijzen motorvoertuig, éénmalig en voor een
beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats,
gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de
kraskaart op de juiste wijze is bewerkt;
u. maand: een
tijdvak van op de kalender aangegeven niet rekenkundig één twaalfde deel van
een jaar, aanvangende op de als eerste benoemde dag van die periode op die
kalender om 0.00 uur;
v. motorvoertuig: hetgeen
daaronder wordt verstaan in het RVV;
w. Overallparkeerkaart:
parkeerabonnement waarmee in heel Delft op alle vergunning- en parkeerapparatuurplekken geparkeerd mag
worden;
x. parkeerapparatuur:
parkeerautomaten, parkeermeters, en hetgeen gewoonlijk naar maatschappelijke
opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
y. parkeerapparatuurplaats: een
parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;
z. parkeergelegenheid
op eigen terrein: Onder een parkeerplaats op eigen terrein (POET)
wordt verstaan, een parkeerplaats (op een eigen terrein of in een garage):
1. waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van
eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving en dergelijke), of
2. welke de aanvrager kan huren in een garage of op een open perceel
grond welke (volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of
splitsingsakte, of een huur- of koopovereenkomst) bestemd is voor de woning van
de aanvrager, of die vermeld staat in het namens burgemeester en wethouders
door het Vakteamhoofd Mobiliteit vastgestelde overzicht van POET-plaatsen dat
ter inzage ligt bij de Publieksbalie aan Phoenixstraat te Delft;
aa. parkeerterrein: een door
het college als zodanig aangewezen terrein, bestemd voor het parkeren van
motorvoertuigen;
bb. parkeervergunning: een door
het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor
parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een
parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op
voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de
rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een
motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;
cc. parkeren: het
gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig,
anders dan gedurende de tijd die nodig is voor het en gebruikt wordt tot het
onmiddellijk in - of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of
lossen van goederen van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente
gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop
die doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
dd. runshopplaats: een
parkeerapparatuurplaats, waar de duur tot het parkeren van een motorvoertuig is
gemaximeerd tot een in de bijlage genoemd aantal minuten;
ee. RVV: het
Reglement verkeersregels en verkeerstekens (Stb. 1990, 459; 1996/ 557);
ff. vergunninghouder: de
natuurlijke of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;
gg. week: een
tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen, aanvangende te maandag 0.00 uur;
hh. Wegenverkeerswet: de
Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475; 1999, 30).
Onder de naam “parkeerbelastingen” worden belastingen geheven ter zake
van:
a.
het parkeren van een voertuig op
een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen
door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en
wijze;
b.
een van gemeentewege verleende vergunning of abonnement,
mede inbegrepen een kraskaart, een bezoekerskaart of gebruik of doen gebruiken
van een parkeerservicesysteem, voor het parkeren van een voertuig op de in die
vergunning, abonnement aangegeven plaats en wijze.
Artikel 3
1.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft
geparkeerd.
2.
Als degene die het voertuig heeft
geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene, die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of
heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel
2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien
verstande dat:
1)
Indien een voor ten hoogste drie
maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten
tijden van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig
was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het
voertuig heeft geparkeerd:
2)
indien blijkt dat een ander in
het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt
als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
3.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a wordt niet geheven van degene die op de voet van het
tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt
aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een
ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit
gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning of het abonnement
heeft aangevraagd.
Vrijstelling gehandicapten
Artikel
4
Houders van een geldige Europese
Gehandicapten Parkeerkaart, landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zowel voor
bestuurders als passagiers), gewestelijke invalidenparkeerkaart of buitenlandse
gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld mits deze parkeerkaart met de
daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct
achter de voorruit van het voertuig is geplaatst. Indien geen voorruit aanwezig
is, dient de vergunning op een van buitenaf zichtbare plaats duidelijk leesbaar
te worden aangebracht. Deze vrijstelling geldt niet voor runshopplaatsen en
autodateplaatsen.
Grondslag
en maatstaf van de heffing
Artikel
5
De parkeerbelastingen worden geheven naar de maatstaven
opgenomen in de bijlage behorend bij deze verordening
Tarieven
Artikel
6
De
parkeerbelastingen worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze
verordening behorende bijlage.
Belastingtijdvak
Artikel
7
Het
belastingtijdvak is opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.
Wijze
van heffing
Artikel
8
De
belastingen als bedoeld in artikel 2 worden geheven bij wegen van voldoening op
aangifte of op andere wijze.
Ontstaan
van de belastingschuld
Artikel
9
1.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij aanvang van het parkeren.
2.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning of
het abonnement wordt verleend.
Tijdstip
van betaling en betaling in termijnen
Artikel
10
1.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, moet worden betaald bij aanvang van het parkeren,
tenzij bij besluit van het college van burgemeester en wethouders anders is
bepaald.
2.
De belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel b, moet worden betaald op het tijdstip waarop de
vergunning of het abonnement wordt verleend.
3.
Een naheffingsaanslag moet worden
betaald binnen twee dagen na de dagtekening van de naheffingsaanslag of vijf
weken na de dagtekening van de acceptgiro.
4.
Voor de toepassing van het eerste
lid wordt het inwerking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde
wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en
wethouders gestelde voorschriften als voldoening op aangifte aangemerkt.
Bevoegdheid
tot het aanwijzen van parkeerplaatsen.
Artikel
11
De
aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling
van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd
geschiedt door de raad bij openbaar te maken besluit.
Bevoegdheid
tot gebruik van wielklem en wegsleepregeling
Artikel
12
1.
Tot zekerheid van de betaling van
een naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2,
onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor
wordt verhinderd dat het voertuig wordt weggereden.
2.
Het college van burgemeester en
wethouders wijst bij openbaar te maken besluit de terreinen en weggedeelten aan
waar de wielklem wordt toegepast. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24
uren zijn verstreken, kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede
lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen
plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
Kosten
Artikel
13
De
kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende
bijlage.
Kwijtschelding
Artikel
14
Bij de
invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Restitutie
Artikel
15
1.
Ingeval een parkeervergunning
wordt ingetrokken op basis van het bepaalde in artikel 7, lid 1 van de
Parkeerverordening gemeente Delft 2007 vindt restitutie van de parkeerbelasting
plaats voor de tijdsperiode gelegen tussen het moment van expiratie van de
vergunning zoals dat is vastgesteld op het moment van verlening en het moment
van het besluit tot intrekken van de vergunning. De te restitueren
parkeerbelasting is het verschil tussen de parkeerbelasting die is voldaan bij
het moment van verlening van de vergunning en de belasting die voldaan had
moeten worden op dat moment indien de vergunning zou zijn verleend voor de
periode vanaf het moment van verlening tot het moment van intrekken.
2.
In de in artikel 7, lid 2 van de
Parkeerverordening gemeente Delft 2007 bedoelde gevallen vindt geen restitutie
van de parkeerbelasting plaats.
Nadere
regels door het college van burgemeester en wethouders
Artikel
16
Het
college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking
tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Citeertitel
Artikel
17
Deze
verordening kan worden aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen gemeente
Delft 2009”.
Inwerkingtreding
Artikel
18
Deze
verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van
bekendmaking.
Slotbepalingen
Artikel
19
Met de
inwerkingtreding van de verordening komt te vervallen de Verordening
parkeerbelastingen gemeente Delft 2007.
Artikel
20
In alle
verordeningen van de gemeente Delft waarin de vermelding “Verordening
parkeerbelastingen gemeente Delft 2003 dient met de inwerkingtreding van deze
verordening in plaats daarvan gelezen te worden “Verordening Parkeerbelastingen
gemeente Delft 2009”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 februari 2009.
De voorzitter,
De griffier,
PARBIJL
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9 december 2008;
gelet op artikel 225 van de
Gemeentewet, de “Parkeerverordening gemeente Delft 2009” en de “Verordening
parkeerbelastingen gemeente Delft 2009”;
b e s l u i t
vast te stellen
de bijlage behorend bij de Parkeerverordening gemeente Delft 2009 en de
Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2009.
1.
Ingevolge artikel 2, lid 1 aanhef
en sub b van de Parkeerverordening gemeente Delft 2009 worden aangewezen als
weggedeelten voor het parkeren van voertuigen van vergunninghouders alsmede als
weggedeelten waar mag worden geparkeerd tegen betaling van parkeerbelasting als
bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen
gemeente Delft 2009, naar het tarief zoals bepaald in artikel 7a van deze
bijlage, alle, behoudens de in lid 2 genoemde, openbare parkeerplaatsen gelegen
binnen een van de volgende gebieden:
Gebied B
het gebied, binnen (met
de wijzers van de klok mee, beginnend bij de Reineveldbrug):
a)
Reineveldbrug
midden;
b)
Rijn-Schiekanaal
tot en met Zuidkolk;
c)
de middenas
van de Westlandseweg tot de Prinses Irenetunnel;
d)
de as van het
spoor overgaand in het spoorviaduct tot en met Kampveldweg;
e)
de wegas
Kampveldweg;
f)
de wegas
Wateringsevest tot de Reineveldbrug midden.
Gebied C
het gebied omsloten door
(met de wijzers van de klok mee, beginnend bij het Bolwerk):
a)
vanaf het
Bolwerk het midden van de Westsingelgracht;
b)
de wegas van
de Westlandseweg tot en met de kruising van de Krakeelpolderweg;
c)
de
Krakeelpolderweg, inclusief Litouwen nummer 14 tot en met nummer 35;
d)
het
Westplantsoen;
e)
de Ruys de
Beerenbrouckstraat vanaf de kruising met het Westplantsoen tot de Kampveldweg;
f)
de wegas van
de Kampveldweg;
g)
de westzijde
van de Wateringsevest, tot het Kampveld;
h)
de as van het
spoorviaduct, vanaf het Kampveld tot
aan het Bolwerk.
Gebied D1
het gebied, binnen (met
de wijzers van de klok mee, beginnend bij de Kampveldweg):
a)
de wegas
Wateringsevest tot westelijke grens bebouwing aan Kalverbos (inclusief de
woonboten liggende daar);
b)
middenas van
de Watertorengracht tot midden Rijn-Schiekanaal;
c)
midden van het
Rijn-Schiekanaal tot de Reineveldbrug midden;
d)
de wegas
Wateringsevest.
Gebied D2
de straten:
a)
J.C. van
Markenplein;
b)
Laan van
Altena vanaf het begin tot en met nummer 32 (even) aan de noordzijde en nummer
63 (oneven) aan de zuidzijde;
c)
Goeman
Borgesiusstraat;
d)
Heemskerkstraat;
e)
Van
Houtenstraat;
f)
Donker
Curtiusstraat.
e)
Beyerinckstraat
f) Wallerstraat nummers 1, 3, 5 en 7
g) Zocherweg, tussen de Wallerstraat en het J.C. Van Markenplein
Gebied E1:
de Koepoortplaats.
Gebied E2:
de straten:
a)
de Hugo van Rijkenlaan;
b)
de Groenlandselaan;
c)
het Groenlandsepad;
d)
de Stalpaert van der Wieleweg;
e)
de Alyd Buserstraat;
f)
de Bieslandsekade tussen de Oostsingel en de Van Lodensteynstraat;
g)
de Genestetstraat;
h)
de Maria Duystlaan;
i)
de Clara van Sparwoudestraat;
j)
de Van Lodensteynstraat van de Maria Duystlaan tot en met het Jan
Joostenplein;
k)
de Pieter de Hooghstraat;
l)
het Maria Strickhof;
m)
de Van Renswoudestraat;
n)
de Gerard van Loonstraat;
o)
de Koepoortstraat;
p)
de Jan Verkoljestraat;
q)
de Leonard Bramerstraat;
r)
de Maria van Oosterwijckstraat;
s)
de Van Mierenveltlaan tussen de Maria Duystlaan en de
Tweemolentjeskade;
t)
de Willem van Aelststraat;
u)
de Fabritiusstraat;
v)
de Tweemolentjeskade tussen de Oostsingel en de Van Miereveltlaan;
w)
Aan het Verlaat tussen de Oostsingel en de Van Miereveltlaan;
x)
de Oostsingel tot St. Eustatiusstraat;
y)
de Vondelstraat van nummer 35 tot en met nummer 49;
z)
de Rubberplantage;
aa) Het Vrije Land;
bb) de Vermeerstraat.
cc) Rembrandtstraat;
dd) Palamedesstraat;
ee) Van Bronckhorststraat;
ff) Geertruyt van
Oostenstraat, tussen de Stalpaert van der Wieleweg en de Vondelstraat;
gg)
Van der Madestraat, tussen de Oostsingel en de Vondelstraat;
hh)
Dr. Schaepmanstraat
van nummer 3 tot en met nummer 57.
Gebied
F:
het gebied omsloten door (met de
wijzers van de klok mee, beginnend bij de Hooikade):
a)
oostzijde van de Hooikade;
b)
oostzijde van het Zuideinde;
c)
zuidzijde van de Abtswoudsweg inclusief de bebouwing;
d)
de wegas van de Engelsestraat.
en:
het gebied omsloten door de Hertog
Govertkade, de Kanaalweg, de Julianalaan (noord), de Schoemakerstraat, het
Zuidplantsoen, de Michiel de Ruyterweg en de Julianalaan (west), het
Abtswoudsepad, het Proosdijpad en de Scheepmakerij. Inclusief van de randen: de
Rotterdamseweg tot en met huisnummer 135 oneven en tot met huisnummer 170 even,
de hele Kanaalweg en de Julianalaan vanaf het Poortlandplein tot en met 165
oneven en tot en met 156 even.
Gebied H:
De
even zijde van de Reinier de Graafweg, gelegen tussen het Mozartpad en de
Witmolen, inclusief de parkeerplaatsen aan de noordzijde van de woningen
met huisnummers 2 tot en met 636.
Gebied Y: het terrein voor
begraafplaats Jaffa, ter hoogte van Jaffalaan 20
Gebied Z:
de
gebieden:
a) Martinus Nijhofflaan
tussen Aart van der Leeuwlaan en Delflandplein, inbegrepen de parkeerterreinen
noordelijk hiervan;
b) Minervaweg tussen
Delflandplein en H. Tollensstraat;
c) Papsouwselaan tussen
Delflandplein en kruising Papsouwselaan en Westlandseweg, doch uitgesloten de
parkeerterreinen westelijk hiervan;
d) zuidzijde Troelstralaan tussen de kruising Aart van
der Leeuwlaan en parkeerterrein ten noorden van Winkelcentrum ‘In de Hoven’,
inbegrepen het parkeerterrein zuidelijk hiervan doch uitgesloten het
parkeerterrein ten noorden van winkelcentrum ‘In de Hoven’ tussen Papsouwselaan
en Troelstralaan.
2. Binnen de onder lid 1 genoemd gebieden zijn niet aangewezen als
weggedeelten of parkeerplaatsen voor het parkeren van voertuigen voor
vergunninghouders:
a)
gebied Z én
b)
alle niet openbare parkeerplaatsen;
alle weggedeelten en/of alle parkeerplaatsen welke bij of krachtens een bepaling
in de parkeerverordening, bij of krachtens een bepaling in deze bijlage, bij of
krachtens een verkeersbesluit, bij of krachtens enig ander besluit van het
college van burgemeester en wethouders, dan wel bij of krachtens enig andere
aanwijzing van een bevoegd gezag, aan een andere categorie parkeerders of aan
andere weggebruikers is toegewezen; dan wel voor een andere categorie
parkeerders of andere weggebruikers is bestemd.
3. Ingevolge
artikel 2, lid 1 aanhef en sub b van de Parkeerverordening gemeente Delft 2008
worden, gedurende het tijdvenster van 19.00 uur tot 09.00 uur ook aangewezen
als weggedeelten voor het parkeren van voertuigen van vergunninghouders alle
openbare parkeerplaatsen, gemarkeerd in (een deel van) de stoep, gelegen in de:
a. De Vriesstraat;
b. Fransen
van der Puttenstraat;
c. Van
Heemstrastraat;
d. Van
Lynden van Sandenburgstraat;
e. Van
Hallstraat.
4. Ingevolge
artikel 2, lid 1 van de Parkeerverordening gemeente Delft 2008 worden ook
aangewezen als weggedeelten voor het parkeren van voertuigen van
belanghebbenden de autodateplaatsen te hoogte van:
-
Bikolaan 21 (2 plaatsen)
-
Edelhertlaan 91
-
Feldmannweg, thv Korvezeestraat 20
-
Frederik Hendrikstraat 78
-
Frisoplein 9
-
Herman Heyermanslaan 1
-
Mackaystraat 45
-
Montgomerylaan, ter hoogte van de
Buitenhofdreef
-
Papsouwselaan 444
-
Paulus Buijsstraat 1, parkeerterrein,
parkeerplaats thv de verkeerslichten
-
Soendastraat 7
Artikel 2. Parkeerapparatuurplaatsen, niet zijnde
runshopplaatsen en parkeerterreinen
Aangewezen als parkeerapparatuurplaatsen, niet zijnde
runshopplaatsen en parkeerterreinen, zijn binnen de gebieden genoemd in artikel
1.1:
Gebied B:
a)
de
parkeerplaatsen gelegen op het Vrouwenregt;
b)
de 9
parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van het Oosteinde, tussen de Oude
Langendijk en de Broerhuisstraat, ter hoogte van huisnummer 195 tot en met 227;
c)
de 8
parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Brabantse Turfmarkt ter hoogte
van de huisnummers 40 tot en met 62 en de 8 parkeerplaatsen aan de westzijde
ter hoogte van de huisnummers 15 tot en met 45;
d)
de 3
parkeerplaatsen gelegen aan het Achterom ter hoogte van de huisnummers 3 tot en
met 15;
e)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de Lange Geer tussen het Achterom en de Lange Geer
nummer 12
f)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de Westzijde van de Westvest tussen het Bolwerk en
de brug naar het Stationsplein;
g)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de Van Leeuwenhoeksingel
h)
alle
parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Nieuwe Plantage
i)
de
parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Nieuwe Plantage vanaf Klein Vrijenban
tot de Vrijenbansekade;
j)
de 50
parkeerplaatsen gelegen op de Nieuwe Langendijk;
k)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Phoenixstraat;
l)
de
parkeerplaatsen aan de Phoenixstraat gelegen op de middenberm;
m)
de parkeerplaatsen
gelegen aan de Phoenixstraat onder de oostzijde van het spoorviaduct;
n)
de
parkeerplaatsen gelegen op de Houttuinen;
o)
de
parkeerplaatsen aan de Voorstraat gelegen op het terrein voor de Max
Havelaarschool;
p)
de 5
parkeerplaatsen gelegen aan de Kolk zuidzijde;
q)
de 6
parkeerplaatsen op de Voorstraat westzijde ter hoogte van de huisnummers 89 tot
en met 107;
r)
de
parkeerplaatsen gelegen op de Oranje Plantage tussen de Hopstraat en de
Oranjestraat;
s)
de
parkeerplaatsen gelegen op het Laantje achter Wilhelmina;
t)
de 5 parkeerplaatsen
op de Verwersdijk oostzijde ter hoogte van de huisnummers 160 tot en met 174;
u)
de 4
parkeerplaatsen op de Oude Delft ter hoogte van de huisnummers 45 tot en met
51;
v)
de 5
parkeerplaatsen op het Noordeinde oostzijde ter hoogte van de huisnummers 48
tot en met 54;
w)
de
parkeerplaatsen op de Nieuwelaan, vanaf de Sint Sebastiaansbrug tot en met
huisnummer 176;
x)
de
parkeerplaatsen op de Vlamingstraat noordzijde vanaf het Vrouw Juttenland tot
en met huisnummer 36.
Gebied C:
a)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de Van Leeuwenhoeksingel
b)
de
parkeerplaatsen gelegen op de Houttuinen;
c)
de 3 parkeerplaatsen
gelegen op de Buitenwatersloot zuidzijde, de 9 parkeerplaatsen gelegen op de
Buitenwatersloot noordzijde (ten zuiden van het water) vanaf de Krakeelbrug en
de parkeerplaatsen gelegen op de Buitenwatersloot tussen de Bolkbrug en de
Graswinckelstraat;
d)
de parkeerplaatsen
gelegen aan de westzijde van de Coenderstraat;
e)
de parkeerplaatsen
gelegen aan de zuidzijde van de Havenstraat ter hoogte van het Hugo de
Grootplein, met uitzondering de parkeerplaats ter hoogte van huisnummer 24 en
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde van de Havenstraat;
f)
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde op de Hof van Delftlaan
tussen de huisnummers 54 tot en met 96,
de parkeerplaatsen gelegen op de middenberm en de parkeerplaatsen gelegen aan
de zuidzijde tussen de Van Hallstraat en de Van de Brugghenstraat;
g)
de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde en de parkeerplaatsen
gelegen aan de zuidzijde van de Hugo de Grootstraat exclusief de
parkeerplaatsen aan de Hugo de Grootstraat gelegen tussen de Spoorsingel en de
Havenstraat;
h)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Jacoba van Beierenlaan, oostelijk
gelegen van de Krakeelpolderweg;
c) de parkeerplaatsen
gelegen aan de westzijde en de parkeerplaatsen aan de oostzijde van de
Krakeelpolderweg;
d) de parkeerplaatsen
gelegen aan de zuidzijde van de Laan van Vollering tussen de Van
Bleiswijckstraat en het Lokomotiefpad;
i)
de parkeerplaatsen op de Pootstraat tussen de Van Bleiswijckstraat en de
Graswinckelstraat en 2 parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Pootstraat
vanaf de Graswinckelstraat tot huisnummer 42, oostelijk gelegen van de
Krakeelpolderweg;
l)
de parkeerplaatsen gelegen aan de Spoorsingel;
m)
de parkeerplaatsen gelegen aan het Westplantsoen tussen de Colijnlaan en
de Michiel ten Hovenstraat ;
n)
de parkeerplaatsen aan de Van Zuijlen van Nijeveltstraat;
o)
de parkeerplaatsen aan de Van Bossestraat tussen de Adriaan Pauwstraat
en de Loudonstraat;
p)
De parkeerplaatsen aan de Van Bleiswijckstraat tussen de Westlandseweg
en de Jacoba van Beierenlaan.
Gebied D:
de parkeerplaatsen
gelegen aan het Kalverbos.
Gebied E:
a)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de Oostsingel tussen de Koepoortbrug en de Willem
van Aelststraat en de parkeerplaasten aan de Oostsingel tussen de
Rembrandtstraat en de Tweemolentjeskade;
b)
de
parkeerplaatsen gelegen aan de Tweemolentjeskade tussen de Oostsingel en de Van
Bronckhorststraat;
c) de
parkeerplaatsen gelegen aan de Clara van Sparwoudestraat.
Gebied F:
a.
de
parkeerplaatsen op het Plein Delftzicht tussen de Hooikade en deLaan van Van
der Gaag;
b.
de
parkeerplaatsen aan het Crommelinplein;
c.
de
parkeerplaatsen aan de Rotterdamseweg tussen de Hertog Govertkade en de Agatha
van Leidenlaan, inclusief de zijtakken van de Rotterdamseweg;
d.
de parkeerplaatsen
op het het terrein gelegen nabij de Groene Haven;
e.
de
parkeerplaatsen aan de Scheepmakerij
f.
de 18
parkeerplaatsen op de middenberm op de Julianalaan, ter hoogte van de
huisnummers 135 t/m 145.
g.
de
parkeerplaatsen aan de Engelsestraat op het terrein voor het complex met
huisnummers 63 t/m 141.
Gebied Y:
Het hele
gebied genoemd bij artikel 1.1 onder gebied Y.
Gebied Z:
Alle gebieden
genoemd bij artikel 1.1 onder gebied Z.
Ingevolge
artikel 2 lid 1 aanhef en sub a van de Parkeerverordening gemeente Delft 2008
worden aangewezen als parkeerterreinen:
Gebied B:
a.
Laan van Vollering (met
reguleringstijden van gebied C);
b.
Paardenmarkt, met uitzondering van de
7 vakken ter hoogte huisnummers 13 t/m 18 ;
c.
Gasthuisplaats.
a.
Laan van
Vollering (hoort zowel bij gebied B als bij gebied C).
Ingevolge
artikel 2 lid 1 aanhef en sub a van de Parkeerverordening gemeente Delft 2008,
worden van de onder artikel 1 van deze bijlage aangewezen weggedeelten voor
parkeren aangemerkt als runshopplaatsen in gebied B:
a. de 5 parkeerplaatsen
gelegen aan de oostzijde van de Koornmarkt, ter hoogte van de huisnummers 64
tot en met 76;
b. 5 parkeerplaatsen
gelegen aan de westzijde van de Koornmarkt, ter hoogte van huisnummer 81 tot en
met 95;
c. de eerste 4
parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Voorstraat te rekenen vanaf de
Poelbrug;
d. de eerste 4
parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Voorstraat, te rekenen vanaf de
Poelbrug;
e. 6
parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde Verwersdijk, ter hoogte van de
huisnummers 18a tot en met 32a;
f. de 8 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde
van het Vrouw Juttenland, ter hoogte van de huisnummers 8 tot en met 36;
g. de 2 parkeerplaatsen aan de
zuidzijde van het Rietveld, ter hoogte van de huisnummers 1 tot en met 7;
h. de 2 parkeerplaatsen aan de
noordzijde van het Rietveld, ter hoogte van de huisnummers 2 tot en met 6a.
1. Als weggedeelte voor parkeren van voertuigen
van vergunninghouders evenals voor parkeren van voertuigen waarvoor bij
parkeerapparatuur parkeergeld is betaald evenals voor parkeren van voertuigen
waarvoor door betaling van parkeergeld een dagkaart is aangeschaft is
aangewezen de parkeerterreinen en -plaatsen:
Gebied B:
a)
De
parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied B van g tot en met x;
b)
De
parkeerterreinen genoemd in artikel 3 onder gebied B.
Gebied C:
a.
De
parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied C;
b.
Het
parkeerterrein genoemd in artikel 3 onder gebied C.
Gebied D:
De
parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied D.
Gebied E:
De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2
onder gebied E.
Gebied F:
De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2
onder gebied F.
2. Binnen
de onder lid 1 genoemd gebieden zijn niet aangewezen als parkeerplaatsen
en -terreinen met een gecombineerde functie:
alle niet openbare parkeerplaatsen; alle weggedeelten
en/of alle parkeerplaatsen welke bij of krachtens een bepaling in de
parkeerverordening, bij of krachtens een bepaling in deze bijlage, bij of
krachtens een verkeersbesluit, bij of krachtens enig ander besluit van het
college van burgemeester en wethouders, dan wel bij of krachtens enig andere
aanwijzing van een bevoegd gezag, aan een andere categorie parkeerders of aan
andere weggebruikers is toegewezen; dan wel voor een andere categorie
parkeerders of andere weggebruikers is bestemd.
Ingevolge
artikel 2 lid 1 van de Parkeerverordening Gemeente Delft 2008, worden - van de
onder artikel 1 van deze bijlage aangewezen weggedeelten – aangewezen als
autodateplaats, de parkeerplaasten ter hoogte van:
-
Bikolaan 21 (2 plaatsen)
-
Edelhertlaan 91
-
Feldmannweg, thvKorvezeestraat 20
-
Frederik Hendrikstraat 78
-
Frisoplein 9
-
Harmenkokslaan 1
-
Herman Heyermanslaan 1
-
Jacoba van Beierenlaan thv.
Tingieterpad
-
Kruisstraat, hoek Yperstraat (2 stuks)
-
Mackaystraat 45
-
Montgomerylaan, ter hoogte van de
Buitenhofdreef
-
Oostsingel 57c
-
Paardenmarkt 1d en Paardenmarkt 18
-
Papsouwselaan 444
-
Paulus
Buijsstraat 1, parkeerterrein, parkeerplaats thv de verkeerslichten
-
Schutterstraat 1
-
Soendastraat 7
-
Spoorsingel 9
-
Stationsplein, thv Van
Leeuwenhoeksingel
-
Van der Brugghenstraat 9
-
Zusterlaan 110
Artikel 7 Parkeerbelasting voor het parkeren bij
parkeerapparatuur
1. Voor het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van deze
bijlage, op een parkeerplaats bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2
van deze bijlage, niet liggende op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3
van deze bijlage en niet zijnde runshopplaatsen als bedoeld in artikel 4 van
deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting:
- Gebied
B, met uitzondering van de Nieuwe Plantage, Laantje van Wilhelmina, de
Phoenixstraat, de Nieuwelaan, de Van Leeuwenhoeksingel en Houttuinen: € 2,30
per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20;
- Gebied C tot en met F en van gebied
B alleen de Nieuwe plantage, het
Laantje van Wilhelmina, de Phoenixstraat, de Nieuwelaan, de Van Leeuwenhoeksingel en Houttuinen: €
2,00 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20, uitgezonderd de
parkeerapparatuur op de Groene Haven waar een maximale inworp van € 6,00
geldt;
- Gebied Y: € 1,20 per 60 minuten, met een minimale inworp
van € 0,20, met een maximale inworp van € 3,60.
- Gebied Z : €
1,20 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20.
2. Voor het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van
deze bijlage, op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3 van deze bijlage,
bedraagt de te heffen parkeerbelasting € 1,90 per 60 minuten, met een
minimale inworp van € 0,20 met een maximum van € 11,00 per dag. Uitgezonderd
het parkeerterrein Laan van Vollering, waar op zaterdag gratis geparkeerd kan
worden.
3. Voor het parkeren op
tijden genoemd in artikel 14 van deze bijlage, op een runshopplaats als bedoeld
in artikel 4 van deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting € 2,30
per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20 en een maximale inworp van €
2,30.
Artikel 7a Dagkaart
vergunninghouderplaats
Voor het
parkeren ten tijde van de in artikel 14 van deze bijlage genoemde tijdstippen
op weggedeelten als genoemd in artikel 1, uitgesloten de autodateplaatsen zoals
genoemd in artikel 6 van deze bijlage, met een dagkaart vergunninghoudersplaats
wordt een belasting geheven van: €
18,00 per dag of gedeelte daarvan.
Artikel 8 Abonnementen
1. Parkeerterreinen
Voor het parkeren op een parkeerterrein
als bedoeld in artikel 3 van deze bijlage,
kan een abonnement worden aangeschaft. De kosten daarvan zijn als volgt:
€ 11,00 Per dag te verkrijgen door inworp van dit bedrag
bij de parkeerautomaat
€ 48,00 Per week, met een tevoren aangeschaft
weekabonnement
€ 127,00 Per maand, met een tevoren aangeschaft
maandabonnement
€ 1270,00 Per jaar, met een tevoren aangeschaft
jaarabonnement
€ 670,00 Per jaar, alleen van maandag 9:00 uur tot
en met vrijdag 18:00 uur, met een
tevoren aangeschaft abonnement.
2. Gebied Z
Voor
parkeren in gebied Z is er de mogelijkheid een parkeerabonnement aan te
schaffen. De tarieven voor dit abonnement zijn als volgt:
€ 6,00 Per dag, te verkrijgen door
inworp van dit bedrag bij de parkeerautomaat
€
24,00 Per week, met een
tevoren aangeschaft weekabonnement
€
60,00 Per maand, met een
tevoren aangeschaft maandabonnement
€
600,00 Per jaar, met een
tevoren aangeschaft jaarabonnement
3. Speciale abonnementen
Voor bepaalde doelgroepen is
er de mogelijkheid een speciaal abonnement of een speciale vergunning aan te
schaffen. Met een speciaal abonnement mag alleen geparkeerd worden op
parkeerapparatuurplaatsen zoals aangewezen in artikel 2 en artikel 3 van deze
bijlage. Met een speciale vergunning mag alleen geparkeerd worden op
vergunninghouderplaatsen zoals aangewezen in artikel 1 van deze bijlage. Met
deze abonnementen en vergunningen is het niet toegestaan te parkeren op
autodatelaatsen.
-
Het
bedrijvenjaarabonnement: bedrijven
gevestigd in gebied C tot en met F (zoals omschreven in artikel 1.1 van deze bijlage)
kunnen een abonnement aanvragen om te parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.
-
De
aannemersdagkaart: in het geval een aannemer van werk in een gebied omschreven
in artikel 1.1 van deze bijlage, de werkzaamheden alleen kan uitvoeren als de
auto dicht bij het werk staat. De aannemersdagkaart geldt in tegenstelling tot
bovengenoemde ook op vergunninghouderplekken (art 1.1).
-
Marktkooplieden
kunnen een maandabonnement kopen wat hen het recht geeft om op speciale tijden
(donderdag en/ of zaterdag) op daarvoor speciaal aangewezen parkeerplaatsen te
parkeren. De prijs van het marktabonnement is opgenomen in de tabel horend bij
dit artikel.
-
GGD-Abonnement.
voor medisch ambulant personeel van de GGD is het mogelijk een abonnement te krijgen alleen voor het parkeerterrein
aan de Laan van Vollering. Er worden maximaal 70 abonnementen aan
GGD-medewerkers uitgegeven.
-
Schooljaarabonnement: met een schooljaarabonnement kan
geparkeerd worden bij parkeerapparatuurplaatsen zoals genoemd in artikel 2 van
deze bijlage, in het reguleringsgebied waar de betreffende school ligt. Het
schooljaarabonnement is geldig van maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot
18:00 uur.
In onderstaande tabel staan de tarieven behorend bij bovengenoemde
abonnementen.
Bedrijvenabonnement |
€ 320,00 per jaar |
Aannemersdagkaart |
€ 10,00 per dag |
Marktkooplieden |
€ 19,00 per maand |
GGD abonnement |
€ 51,00 per jaar |
Schooljaarabonnement gebied B |
€ 530,00 per jaar |
Schooljaarabonnement overige gebieden |
€ 320,00 per jaar |
Artikel 9 Parkeerbelasting vergunninghouders
1.
Voor het
parkeren, in gebied B genoemd in artikel 1 lid 1 van deze bijlage voor de
periode 1 januari tot en met 31 december binnen de tijdsvensters van het
betreffende gebied genoemd in artikel 14 van deze bijlage, doch niet op een feestdag,
op weggedeelten door vergunninghouders als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de
parkeerverordening gemeente Delft 2008 bedraagt de te heffen parkeerbelasting:
Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het eerste kenteken per
woonadres:
€ 127,80 per jaar;
€ 10,65 per maand, of gedeelte daarvan.
€ 255,60 per jaar;
€ 21,30 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het eerste kenteken:
€ 204,60 per jaar;
€ 17,05 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het tweede kenteken:
€ 409,20 per jaar;
€ 34,10 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken van maandag tot en met vrijdag
voor bedrijven, voor het eerste kenteken:
€ 171,00 per jaar;
€ 14,25 per maand, of gedeelte daarvan.
Vergunning op kenteken van maandag tot en met vrijdag voor bedrijven,
voor het tweede kenteken:
€ 342,00 per jaar;
€ 28,50 per maand, of gedeelte daarvan.
2.
Voor het
parkeren, in gebied C tot en met H
genoemd in artikel 1 lid 1 van deze
bijlage voor de periode 1 oktober tot en met 30 september in gebied C, de
periode 1 maart tot en met 28 februari of in een schrikkeljaar 29 februari in
gebied D1 en D2, de periode 1 mei tot en met 30 april in gebied E en de periode
1 juli tot en met 30 juni in gebied F, de periode 1 maart tot en met 28
februari of in een schrikkeljaar 29 februari in gebied H, binnen de
tijdsvensters van het betreffende gebied genoemd in artikel 14 van deze
bijlage, doch niet op een feestdag, op weggedeelten door vergunninghouders als
bedoeld in artikel 4 lid 1 van de parkeerverordening gemeente Delft 2008
bedraagt de te heffen parkeerbelasting:
a)
Vergunning op
kenteken voor bewoners, voor het eerste kenteken per woonadres:
€ 58,80 per jaar;
€ 4,90 per maand, of gedeelte daarvan.
b)
Vergunning op
kenteken voor bewoners, voor het tweede kenteken per woonadres:
€ 117,60 per jaar;
€ 9,80 per maand, of gedeelte daarvan.
c) Voor
gebied D, E en F, H vergunning op kenteken voor bewoners, voor het derde en
daarop volgende kenteken per woonadres:
€ 117,60 per jaar;
€ 9,80 per maand, of gedeelte daarvan.
d)
Vergunning op kenteken voor bedrijven,
voor het eerste kenteken:
€ 94,20 per jaar;
€ 7,85 per maand, of gedeelte daarvan.
e)
Vergunning op
kenteken voor bedrijven, voor het tweede kenteken:
€ 188,40 per jaar;
€ 15,70 per maand, of gedeelte daarvan.
3.
Indien een
eerste vergunning wordt opgezegd, wordt de tweede vergunning daarmee
automatisch eerste vergunning (op een adres of voor een bedrijf) en wordt op
verzoek restitutie verleend voor het tarief van de tweede vergunning.
1. Het
college van burgemeester en wethouders stelt bezoekerskaarten ter beschikking
als bedoeld in artikel 10 van de parkeerverordening aan bewoners in de gebieden
B, C, D, E, F en H genoemd in artikel 1 van deze bijlage, met dien verstande
dat
a. per
woonadres niet meer dan 1 bezoekerskaart wordt verstrekt
b. een
belasting wordt geheven van:
-
Gebied B: €
50,00 per bezoekerskaart voor de periode genoemd in artikel 9 lid 1 of korter;
-
Gebied C tot
en met H: € 25,05 per bezoekerskaart voor de periode genoemd in artikel 9 lid 2
of korter.
2. Het
college van burgemeester en wethouders stelt bezoekerskaarten ter beschikking
als bedoeld in artikel 1 van de parkeerverordening aan bedrijven in de gebieden
C, D, E, F en H genoemd in artikel 1 van deze bijlage, met dien verstande dat:
a. per
bedrijf niet meer dan 2 bezoekerskaarten worden aangeschaft, indien maximaal 1
bedrijfsvergunning is uitgegeven en per bedrijf niet meer dan 1 bezoekerskaart
wordt aangeschaft, indien maximaal 2 bedrijfsvergunningen zijn uitgegeven;
b. voor gebruik in gebieden C, D, E, F, H als genoemd
in artikel 1 van deze bijlage voor bezoekerskaarten ten behoeve van bedrijven
een belasting wordt geheven van:
€ 46,75 per
bezoekerskaart voor de periode genoemd
in artikel 9 lid 2 of korter.
3. Voor gebruik van de bezoekerskaart geldt:
a. voor bewoners dat deze alleen geldig is in het
gebied waarin het adres ligt waarop de aanvrager volgens het GBA is
ingeschreven;
b. voor de bezoekerskaart voor bedrijven dat deze
alleen geldig is in het gebied waar het
bedrijf gevestigd is;
c. dat het voertuig in de gebieden B en H
maximaal drie en in C, D, E, F maximaal vier achtereenvolgende uren binnen de
bloktijd mag worden geparkeerd met de bezoekerskaart.
Artikel 11 Definitie huishouden
1. Wanneer
aangetoond kan worden dat meerdere huishoudens op 1 woonadres gevestigd zijn,
wordt voor elk huishouden voor de eerste vergunning op kenteken het lage tarief
gerekend en wordt elk huishouden behandeld als woonde het op een apart
adres.
2. Een huishouden zoals bedoeld in dit artikel wordt als volgt gedefinieerd:
Eén of meerdere personen die samen op één
adres wonen en er samenleven, in de zin van samen in hun dagelijkse
levensbehoefte voorzien, vormen een huishouden.”
3. Indien meerdere
huishoudens op één adres wonen dient aangetoond te worden dat er tussen deze
huishoudens onderling geen familie- en/ of samenlevingsverband is. Dit kan
door:
- als hoofdbewoner (huishouden)
aan te tonen dat huurcontracten zijn gesloten met andere bewoners (huishoudens)
op hetzelfde adres;
- als huurder, een huurcontract
met de hoofdbewoner te overleggen;
- aan te tonen dat er geen
samenlevingscontract, huwelijksverband of familieverband bestaat tussen de
huishoudens onderling.
4.
Het college van B&W is bevoegd nadere regels te stellen omtrent de
definitie van een huishouden.
Artikel 12 Maximaal uit te geven aantal tweede vergunningen
1. Het aantal uit te geven tweede vergunningen op
kenteken per woonadres in gebied C wordt aan een maximum gebonden. De eerste
vergunning wordt ten alle tijden verstrekt, onverminderd het feit dat het
aantal actieve eerste vergunningen het aantal van 3000 te boven gaat. Jaarlijks
op 1 mei wordt vastgesteld hoeveel tweede vergunningen op kenteken voor
bewoners er dat jaar vanaf 1 oktober worden uitgegeven. Dit aantal wordt als
volgt berekend:
Tt10jn = 3000 – Et5jn
a. Tt10jn = Maximaal
aantal uit te geven tweede vergunningen op kenteken voor bewoners per 1 oktober
van jaar n
b. Et5jn = Aantal uitgegeven eerste
vergunningen op 1 mei van jaar n
2. Als er op een moment in een bepaald jaar het
aantal van 3000 uitgegeven vergunningen overschreden is worden er vanaf dat
moment geen “tweede vergunningen” op een woonadres meer verstrekt.
3. Indien het aantal aanvragen voor een tweede
vergunning op kenteken meer is dan het aantal uit te geven volgens de
berekening als bedoeld in lid1, wordt er een wachtlijst ingesteld.
a. De volgorde van de wachtlijst wordt
bepaald door de volgorde van binnenkomst van de aanvragen;
b. Zodra er een tweede vergunning wordt
opgezegd komt de bovenste van de wachtlijst in aanmerking voor een tweede
vergunning op kenteken.
1. Vervallen.
1.
Huurautovergunning: bewoners in gebied B tot en met H die aantoonbaar
(minimaal 3 facturen van het afgelopen half jaar) regelmatig een auto huren
kunnen een vergunning voor huurauto’s aanvragen. Er wordt maximaal 1 vergunning
voor een huurauto per adres uitgegeven en alleen als op dat adres maximaal 1
vergunning op kenteken en een bezoekerskaart is uitgegeven. Voor de vergunning
voor huurauto’s wordt een belasting geheven van:
per jaar gebied B: € 255,60,
per maand of gedeelte daarvan: € 21,30
per jaar gebied C tot en met H:
€ 117,60, per maand of gedeelte daarvan: € 9,80.
2. Hulpverlenervergunning: artsen, verloskundigen en medewerkers van de alarmopvolging van Maatzorg kunnen een vergunning aanvragen en met deze vergunning parkeren op vergunninghouderplaatsen zoals genoemd in artikel 1 van deze bijlage, maar niet op parkeerapparatuurplaatsen zoals genoemd in artikel 2 van deze bijlage en niet op autodateplaatsen zoals genoemd in artikel 6 van deze bijlage. Deze vergunning wordt onder de volgende voorwaarden verleend:
a. dat de arts, de verloskundige of de
medewerker van de alarmopvolging van Maatzorg ingeschreven staat in het
beroepsregister BIG voor artsen respectievelijk verloskundigen;
b. dat de praktijk van de arts, verloskundige
of medewerker van “de alarmopvolging”
van Maatzorg gevestigd is in Delft;
c. dat artsen en verloskundigen de vergunning
altijd gebruiken in combinatie met een esculaap;
d. dat de arts, de verloskundige of medewerker
van “de alarmopvolging” van Maatzorg de vergunning uitsluitend gebruikt wanneer
hij/zij bezig is met zijn/haar
beroepsuitvoering.
Voor deze vergunning wordt een belasting
geheven van:
€ 237,00 per
kalenderjaar of €19,75 per kalendermaand.
3.
Overallparkeerkaart: Voor het parkeren
van maandag tot en met zondag, bij wege van een overallparkeerkaart op kenteken
op alle vergunning- en parkeerapparatuurplaatsen, wordt een belasting geheven
van:
€ 130,= per maand
of gedeelte daarvan.
5. Kraskaart: Het
college van burgemeester en wethouders stelt kraskaarten als bedoeld in artikel
9 van de parkeerverordening ter beschikking aan bedrijven, die vanwege beroep
gevestigd zijn in gebied B genoemd in artikel 1 van deze bijlage en aan
huisartsen en verloskundigen, met dien verstande dat:
a.
per bedrijf dat zich vanwege beroep gevestigd heeft of per
huisarts of verloskundige niet meer dan 50 kraskaarten per kalenderjaar worden
verstrekt;
b.
Voor de aanvraag en het gebruik van de
kraskaart door artsen en verloskundigen gelden dezelfde voorwaarden als voor de
hulpverlenervergunning;
c. een
belasting wordt geheven van: € 5,30 per kraskaart;
d.
per kraskaart
één voertuig geparkeerd kan worden op een parkeerplaats gelegen in gebied B
zoals beschreven in artikel 1 van deze bijlage, niet zijnde een parkeerplaats
als bedoeld in artikel 2 van deze bijlage, van maandag tot zaterdag voor een
dagdeel van 10:00 tot 14.00 uur of 13.00 tot 18.00 uur of 17.00 uur tot 22.00
uur of een deel van dit dagdeel en op zondag van 14.00 tot 18.00 uur of 17.00
tot 22.00 uur;
e.
eenmaal
aangeschafte kraskaarten niet meer geretourneerd kunnen worden. Kraskaarten
zijn geldig tot en met 31 december van het jaar waarin ze zijn aangeschaft.
6. GGD-artsenvergunning:
Voor parkeren van voertuigen van GGD-artsen op parkeerplaatsen aangegeven in
artikel 6 van deze bijlage wordt een belasting
geheven van: € 51,10 per vergunningjaar.
Artikel 14 Tijdsperiode parkeren bij parkeerapparatuur en op
parkeerplaatsen voor vergunninghouders
1.
Per gebied, als bedoeld in
artikel 1 lid 1 en artikel 3 en 4 van deze bijlage gelden de volgende tijdvensters
(bloktijden), waarbinnen parkeerbelasting wordt geheven:
-
Gebied E1: van maandag tot en met
zondag van 10:00 uur tot 22:00 uur;
-
Gebied B: van
maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur en op zondag van 14:00
tot 20:00;
-
Gebied C:
1. de Spoorsingel van
maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur;
2. de Houttuinen, het Stationsplein, Laantje van Mater en de van
Leeuwenhoeksingel: van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot
22:00 uur en op zondag van 14.00 tot 20.00;
3. overig
gebied C: van maandag tot en met
vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;
-
Gebied
D1: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00
uur tot 22:00 uur;
-
Gebied D2: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur,
zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;
-
Gebied E2: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur,
zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;
-
Gebied F: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur,
zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;
-
Gebied H van maandag tot en met
vrijdag van 9:00 uur tot en met 19.00 uur, op zaterdag van 15.00 tot 19.00 uur;
-
Gebied Y van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot
17.00 uur;
-
Gebied Z: van
maandag tot en met donderdag van 9:00 uur tot 17:00 uur en vrijdag en zaterdag
van 9:00 tot 22:00 uur.
2. Op feestdagen worden geen parkeerbelastingen geheven.
Voor een tijdelijke ontheffing als bedoeld in artikel 12
van de Parkeerverordening, is bedoelde houder of eigenaar van het motorvoertuig
waartoe de ontheffing wordt aangevraagd, een belasting verschuldigd van:
-
€ 11,00 per dag of gedeelte daarvan op
een parkeerapparatuurplaats;
-
€ 18,00 per dag of gedeelte daarvan op
een belanghebbendenplaats.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen gemeente Delft
2009, bedragen
€ 50,00.
Artikel 17 Inwerkingtreding
1.
De wijzigingen in deze bijlage onder artikel 1 onder gebied C treden in
werking op 1 mei 2009
2.
De wijzigingen in deze bijlage onder artikel 2 onder gebied C treden in
werking per 1 oktober 2009
3.
De wijzigingen in deze bijlage onder artikel 1 onder gebied D en onder
artikel 14 lid 1 met betrekking tot gebied D treden in werking op 1 mei 2009
4.
De wijzigingen in deze bijlage onder artikel 1 onder gebied E en onder
artikel 2 onder gebied E en onder artikel 14 lid 1 met betrekking tot gebied E
treden in werking per 1 mei 2009
5.
De wijzigingen in deze bijlage onder artikel 1 onder gebied F en onder
artikel 2 onder gebied F en onder artikel 5 onder gebied F en onder artikel 14
lid 1 met betrekking tot gebied F treden in werking per 1 juli 2009
6.
De wijzigingen in deze bijlage onder artikel 1 onder gebied Y en
artikel 2 onder gebied Y en artikel 7 onder gebied Y en onder artikel 14 lid 1
met betrekking tot gebied Y treden in werking per 1 april 2009
Artikel 18 Slotbepaling.
Deze bijlage behoort bij en maakt
deel uit van het gelijktijdig genomen raadsbesluit tot vaststelling van de
Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2009, alsmede de
Parkeerverordening gemeente Delft 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19
februari 2009.
De voorzitter,
De griffier,