Van : college van B&W[GD1]
Datum : [GD2]22 januari 2009
Pfh. : Wethouder Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie
Steller : Michel Noordermeer
tel.nr. :
015-2195323
e-mail :
mnoordermeer@delft.nl[GD3]
Programma : Arbeidsmarkt, Inkomen en Emancipatie[GD4]
Registratie nr. : 913272
Stuk : Wordt ingevuld door Griffie[GD5]
Onderwerp : Verordening Langdurigheidstoeslag
Gevraagde beslissing:
1. Vaststellen verordening Langdurigheidstoeslag (LDT)
Door wetswijziging vaststellen Verordening Langdurigheidstoeslag op basis huidige beleidsregels plus verruiming van de doelgroep.
1. Aanleiding
Een belangrijk instrument i.h.k.v. armoedebestrijding is de langdurigheidstoeslag (LDT). Dit is een jaarlijkse toeslag voor mensen met een langdurig laag inkomen. De voorwaarden van de LDT zijn bij wet geregeld. Door een wetsvoorstel zijn gemeenten vanaf 01-01-09 verplicht een verordening te maken waarin zij zelf regelen:
2. Bevoegdheid
Het vaststellen van een verordening is een Raadsbevoegdheid. In dit geval ligt deze bevoegdheid vast in artikel 8 van de Wet Werk en Bijstand.
3. Historie
/ relatie met eerdere besluiten/ proces
In januari 2009 zijn gemeenten verplicht een verordening langdurigheidstoeslag te hebben. Om in het kader van het armoedebeleid zowel binnen het beleid, als binnen de begroting passende maatregelen te nemen is echter meer tijd nodig om te bezinnen op welke manier deze beleidsvrijheid kan worden ingevuld. Daarom wordt voorgesteld om voor ongeveer een half jaar een tijdelijke oplossing te kiezen: de huidige beleidsregels (vastgesteld mei 2007) vast te stellen in een tijdelijke verordening. Plus de doelgroep die voor de LDT in aanmerking komt te verruimen van alleen uitkeringsgerechtigden naar alle werkenden met een inkomen tot 105% van de geldende bijstandsnorm. In de komende periode zal een nieuwe verordening worden voorbereid.
De huidige voorwaarden in de vastgestelde beleidsregels:
Wanneer men WWB ontvangt als aanvulling op een parttime baan heeft men op dit moment geen rechtop de LDT. Men ontvangt immers inkomen uit arbeid. De situatie van deze mensen is qua inkomenssituatie niet wezenlijk anders dan die van mensen die een volledige uitkering ontvangen. Voor mensen met een kleine baan en een aanvulling vanuit de WWB of een andere bron van inkomsten voelt dit onrechtvaardig. Hier is sprake van een vorm van armoedeval. Voorgesteld wordt voorwaarde 1 te laten vervallen en de doelgroep te verruimen naar alle burgers met een laag inkomen ongeacht de bron van het inkomen. De bovengrens blijft 105% van de geldende bijstandsnorm.
Voorwaarde 2 komt te vervallen i.v.m. de wetswijziging per 01-01-09.
Voorwaarde 3 wordt als zeer onrechtvaardig gezien omdat wanneer men een maatregel opgelegd heeft gekregen men vijf jaar lang geen recht heeft op de toeslag. Men wordt dus als het ware dubbel gesanctioneerd.
Voorgesteld wordt de huidige beleidsregels (vastgesteld mei 2007) uitgezonderd voorwaarden 1 en 3 vast te leggen in een tijdelijke verordening en de doelgroep te verruimen naar alle burgers met een laag inkomen tot 105% van de geldende bijstandsnorm ongeacht de bron van het inkomen.
Voorwaarde 2 komt per 01-01-09 te vervallen i.v.m. de wetswijziging.
Bedrag
Voorheen werden de
bedragen halfjaarlijks vastgesteld vanuit het Rijk. Vanaf 1 januari 2009 zijn
gemeenten zelf verantwoordelijk voor het vaststellen van de bedragen. Het gaat
om drie verschillende normen, voor: alleenstaanden, alleenstaande ouders en
gehuwden. In de onderhavige verordening is gekozen voor het gebruik van
percentages van de norm, zodat deze bedragen automatisch mee worden genomen met
de ontwikkeling de bijstandsnorm. Deze percentages komen ongeveer neer op de
huidige bedragen.
4. Wat
willen we bereiken? (Beoogd effect)
Voldoen aan de wettelijke verplichting om een verordening vast te stellen en tegelijkertijd de ruimte te scheppen die nodig is voor een gedegen beleidsafweging. Plus in de tussenliggende periode voorwaarde 1 en 3 alvast te laten vervallen en de doelgroep te verruimen door niet alleen uitkeringsgerechtigden in aanmerking te laten komen voor de LDT.
5. Wat gaan
we daarvoor doen? (Oplossingsrichtingen / kanttekeningen)
Huidige beleidsregels uitgezonderd voorwaarden 1 en 3 vastleggen in een tijdelijke verordening. Plus doelgroepverbreding.
6. Wat mag
het kosten? (Financiële paragraaf )
[GD6]Door de verruiming van de doelgroep is de verwachting dat er meer aanvragen worden ingediend. Op dit moment is niet te overzien hoeveel extra aanvragen dit gaat opleveren. Gezien het feit dat medio 2009 er op basis van een gedegen beleidsafweging en ervaringen een nieuwe verordening komt wordt deze indien nodig vergezeld van een begrotingswijziging.
7. Communicatie
Bekendmaken van de verordening.
8. Verdere
procedure
Medio 2009 de verordening herzien.
Bijlagen:
· Verordening Langdurigheidstoeslag
Datum : 19 februari 2009
Registratie nr. : 913272
Stuk : Wordt ingevuld door Griffie[GD7]
Onderwerp : Verordening Langdurigheidstoeslag
De raad van de gemeente Delft;
Gelezen het voorstel van het college van 22 januari 2009,
BESLUIT:
Vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag Delft
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 februari 2009.
[GD1]In de meeste gevallen betreft dit het college van B&W, In sommige gevallen kan een voorstel ook afkomstig zijn van het presidium
[GD2]Dit betreft de datum van de vergadering van het Presidium, in principe de derde maandag voorafgaand aan de raad. (zie RIS) evt kan dit opengelaten worden dan vult de griffie dit in
[GD3]Het e-mail adres van de steller zodat een raadslid evt per mail contact op kan neme
[GD4]Hier komt de naam te staan van het betreffende programma uit de programmabegroting
[GD5]Dit betreft het raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in
[GD6]In dit deel worden de financiële consequenties beschreven. Het gaat hier om de dekking van het raadsvoorstel. Zijn er extra (structurele/incidentele) middelen voor nodig en waar wordt dat uit gedekt. Financiële afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting vergen te allen tijde een beslispunt in het voorstel. Zie bijlage voor verdere specificering
[GD7]Dit betreft het raadsstuknummer, de griffie vult dit nummer in