December 2008
Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en
bijstand Delft
De raad van de gemeente
Delft;
Gelezen het voorstel van
het college van burgemeester en wethouders van 16 december, nr. 913272, inzake Verordening
Langdurigheidstoeslag
Gelet op artikel 36 van
de Wet werk en bijstand;
Besluit vast te stellen
de volgende verordening:
Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Delft
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze verordening wordt
verstaan onder:
a.
college: het college
van burgemeester en wethouders
b.
wet: de Wet werk en
bijstand
c.
WTOS: Wet
tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
d.
WSF 2000: Wet
Studiefinanciering
e.
bijstandsnorm: de
norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet
f.
peildatum: de datum
waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.
Artikel 2 Voorwaarden
Artikel 3 Hoogte van
de toeslag
Artikel 4 Onvoorziene
gevallen
In gevallen waarin deze
regeling niet voorziet, beslist het college
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt
in werking op 1 januari 2009.
Artikel 6 Citeertitel
Deze verordening kan
aangehaald worden als : Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand
gemeente Delft.
Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van <datum>.
De voorzitter, De griffier,
<naam> <naam>
Toelichting
Algemeen
Decentralisatie
langdurigheidstoeslag
Op 1 januari 2009 moet
een wetsvoorstel inwerking treden, waarmee de langdurigheidstoeslag wordt
gedecentraliseerd naar gemeenten. De huidige langdurigheidstoeslag vindt zijn
grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Daarin is nauw omschreven
in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in
aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen
die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte
hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.
In het Bestuursakkoord
Rijk-gemeenten uit 2007 (“Samen aan de slag”) is afgesproken dat de
langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd wordt naar gemeenten. Artikel 36 van de
wet blijft de basis, maar daarnaast wordt in artikel 8 een bepaling toegevoegd
waarin wordt bepaald dat gemeenten in een verordening de precieze voorwaarden
voor de langdurigheidstoeslag moeten vastleggen.
Op het moment van
schrijven van deze toelichting is het wetsontwerp in behandeling bij de Tweede
Kamer. Bij dit model is uitgegaan van dit wetsontwerp. Het amendement Spies (31441
nr 12) is in deze verordening verwerkt. Dit betekent dat gemeenten geen toets
hoeven te doen op het aanwezig zijn van arbeidsmarktperspectief.
Bevoegdheid gemeenten
In het nieuwe artikel 36,
eerste lid, is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen:
“Het college verleent op aanvraag
een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan
65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen
als bedoeld in artikel 34.”
In het nieuwe artikel 8
wordt bepaald dat de verordening in ieder geval betrekking moet hebben op de
hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven
aan de begrippen langdurig en laag inkomen.
Mogelijkheden voor
eigen beleid
In het kader van
armoedebestrijding ondersteunt Delft mensen met een laag inkomen zo optimaal
mogelijk. Belangrijke uitgangspunten bij het vormgeven van het
anti-armoedebeleid zijn de volgende uitgangspunten:
Op grond van de nieuwe
bevoegdheden van gemeenten, zijn er diverse mogelijkheden voor het invullen van
eigen beleid. De gemeente Delft zoekt een weg om de beleidsruimte die met het
nieuwe artikel 36 WWB is gecreëerd in te vullen op een manier die past bij deze
uitgangspunten, en die past binnen de begroting.
Doelgroep
In
deze verordening is vastgelegd dat de langdurigheidstoeslag van toepassing is
op burgers met een inkomen tot 105% van de voor hen geldende bijstandsnorm.
Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen het hebben van een uitkering
of inkomen uit arbeid. Gemeenten hebben beleidsruimte om de doelgroep
te verbreden.
Hoogte van de toeslag
Op dit moment is de
hoogte van de toeslag centraal bepaald. Het zijn vaste bedragen, als percentage
van de voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm. Gemeenten kunnen straks
zelf de hoogte van de toeslag bepalen. Daarbij moet een aantal zaken dingen bedacht
worden. Een te laag bedrag doet geen recht aan het karakter van de
langdurigheidstoeslag, namelijk dat deze is bedoeld voor mensen die financieel
geen mogelijkheden hebben gehad te reserveren voor onverwachte uitgaven. Een te
hoog bedrag kan leiden tot het optreden van de armoedeval. Immers, wordt op
enig moment een hoger inkomen bereikt, dan vervalt direct de hele toeslag.
Langdurig
De referte periode blijft
vooralsnog vijf jaar.
Laag inkomen
Gemeenten zijn vrij om
een eigen maximale inkomensgrens te hanteren. De gemeente Delft vult deze
beleidsvrijheid in door het recht op de toeslag open te stellen voor burgers
met een inkomen van niet meer dan 105% van de geldende bijstandsnorm.
Geen ambtshalve
verstrekking
In de wet wordt bepaald
dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid
voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om
een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval
beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.
Er zijn echter wel
mogelijkheden om de aanvraag te vereenvoudigen. Als uit de gemeentelijke
administratie blijkt dat in de situatie van betrokkene het afgelopen jaar geen
wijzigingen zijn opgetreden, dan kan een volledig ingevuld aanvraag formulier
toegezonden worden, waarna de betrokkene door het zetten van de handtekening de
aanvraag officieel maakt.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2
In dit artikel worden de
omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag
inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene
toepasselijke bijstandsnorm.
Artikel 3
In dit artikel wordt de
hoogte van de toeslag geregeld. Er wordt uitgegaan van een percentage van de
toepasselijke bijstandsnorm. Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet
jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging in de normbedragen van de WWB.
De genoemde percentages zijn de huidige percentages wanneer de bedragen van de
langdurigheidstoeslag worden afgezet tegen de bijstandsnormen.
Artikel 5
Bij de inwerkingtreding
is aangesloten bij de beoogde inwerkingtreding van het wetsontwerp, 1 januari
2009. In het wetsontwerp is een bepaling over overgangsrecht opgenomen, zodat
dit niet in de verordening geregeld hoeft te worden.