Algemene toelichting

 

De aanleiding

De aanleiding tot het intrekken van de huidige Telecomverordening en het vaststellen van deze verordening ondergrondse infrastructuren, heeft haar oorsprong in de aanpassing van hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet per 1 juli 2007. Hiermee komt de oude verordening te vervallen die per 1 juni 1999 in werking trad. Ook de invoering van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netwerken (grondroerdersregeling) per 1 oktober 2008 gaf aanleiding tot het wijzigen van de oude verordening. Daarnaast was een betere regievoering gewenst op het meldingsproces voor het uitvoeren van graafwerkzaamheden.

 

Toepassingsgebied

Deze verordening heeft betrekking op alle ondergrondse infrastructuren van netbeheerders welke niet in eigen beheer zijn van de gemeente.

 

Werking

Met deze nieuwe verordening zullen zowel de telecom- als de aanbieders van nutsvoorzieningen op een zelfde wijze worden benaderd voor de wijze waarop en wanneer werkzaamheden gemeld dienen te worden en de wijze waarop de kosten voor het verrekenen van het straatwerk plaatsvindt. Deze verordening maakt het voor de gemeente tevens mogelijk om beter te sturen op waar en wanneer er gegraven worden, zodat overlast kan worden teruggedrongen van het slecht achterlaten van het straatwerk door deze netbeheerders. Daarnaast maakt deze verordening het mogelijk om projectgebonden afspraken te maken rondom kabels en leidingen voor bijvoorbeeld het project Spoorzone.

 

Handhaving op de verordening

De handhaving op de verordening is georganiseerd door middel van de inzet van toezichthouders. De toezichthouders hebben de beschikking over de locaties van de gemelde werkzaamheden. Het toezicht richt zich op de juistheid en volledigheid van de melding en de kwaliteit van het straatwerk. Het toezicht is tevens de basis voor de op te stellen verrekening voor degeneratiekosten. De netbeheerder is verantwoordelijk voor het herstel van de verharding van de kabel en leiding werkzaamheden, volgens de kwaliteitseisen welke door de gemeente gesteld wordt. De openbare gronden worden na voltooiing van de werkzaamheden in de vooraf aangetroffen staat teruggebracht. Om te kunnen bepalen in welke staat het straatwerk verkeerde wordt voorafgaand aan de werkzaamheden een foto gemaakt. Indien er graafwerkzaamheden worden uitgevoerd, welke niet zijn gemeld zal  de toezichthouder hierop handhaven en kan volgens artikel 24 van deze verordening een boete worden opgelegd.