terug naar index

handelingen stuk 183

 

Stuk 183     Delft, 21 november 1995.

Onderwerp:    intrekking van de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de Algemene Bijstandswet" en de "IOAW" alsmede het verlenen van machtiging om te mandateren.

        

Aan de gemeenteraad.

Geachte dames en heren,

Hierbij doen wij u de volgende twee voorstellen:

1.    Intrekking van de ABW- en IOAW-verordening.

In de Algemene Bijstandswet was in artikel 29 bepaald: "De gemeenteraad stelt voorschriften vast betreffende de behandeling van aanvragen om bijstand."

Daartoe is de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de Algemene Bijstandswet" door de gemeenteraad vastgesteld (laatstelijk gewijzigd in de vergadering van 29 april 1992).

De op 1 januari 1996 van kracht wordende Algemene bijstandswet bevat geen bepaling zoals artikel 29 van de oude wet.

De wijze waarop aanvragen moeten worden behandeld, is thans vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. In aanvulling daarop bevat de nieuwe Algemene bijstandswet in de artikelen 67, 68 en 70 nog enige voorschriften voor burgemeester en wethouders.

Overigens was de Verordening ook in de praktijk een "dode" verordening. Door cliënten werd er nimmer een beroep op gedaan. Voor de medewerkers van de DMZ zijn uitvoeringsinstructies vastgelegd in het "handboek".

De Verordening voegt in feite ook niets toe.

Hetgeen hierboven is opgemerkt over de ABW-verordening, geldt eveneens voor de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de IOAW" (IOAW staat voor de "Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers").

Op grond van bovenstaande overwegingen stellen wij, mede uit een oogpunt van "deregulering", voor de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de Algemene Bijstandswet" en de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de IOAW" met ingang van 1 januari 1996 in te trekken.

2. Mandatering.

De uitvoering van de Algemene bijstandswet berust bij burgemeester en wethouders (artikel 116 Abw).

In artikel 120 Abw is bepaald:

"1. De gemeenteraad kan burgemeester en wethouders machtigen het nemen van besluiten inzake de verlening van bijstand op te dragen aan gemeenteambtenaren, zulks onder nader door burgemeester en wethouders te stellen regels en onder behoud van hun verantwoordelijkheid.

2. De in het eerste lid bedoelde opdracht kan zich niet uitstrekken tot het beschikken op bezwaarschriften en tot het instellen van beroep.

3. (...)".

De IOAW bevat een overeenkomstige bepaling.

In artikel 8 respectievelijk 9 van bovengenoemde ABW- respectievelijk IOAW-verordening was de machtiging aan burgemeester en wethouders opgenomen om het nemen van besluiten te mandateren aan ambtenaren van de DMZ.

Wij stellen voor om bij de intrekking van de Verordeningen tevens ons college te machtigen het nemen van besluiten met betrekking tot de Abw en de IOAW te mandateren aan de directeur van de DMZ, met de bevoegdheid van submandatering aan bepaalde door de directeur aan te wijzen medewerkers van de DMZ. Uitgezonderd van de mandatering is het beschikken op bezwaarschriften en het instellen van beroep.

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie zorg en milieu stellen wij u voor:

1.    In te trekken met ingang van 1 januari 1996: de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de Algemene Bijstandswet" en de "Verordening op de behandeling van aanvragen ingevolge de IOAW".

2.    Machtiging te verlenen aan burgemeester en wethouders om het nemen van besluiten in het kader van de Abw en IOAW te mandateren aan de directeur DMZ, met de bevoegdheid van submandatering (uitgezonderd het beschikken op bezwaarschriften en het instellen van beroep).

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.V. van Walsum        ,burgemeester.

U. Sijtema            ,secretaris.