Handelingen Raadsvergadering - 5 november 1999 deel 1 uit 5 | ||
![]() naar agenda |
Elfde vergadering op donderdag 5 november 1998 om 19.30 uur in het stadhuis. Overzicht van de verhandelde punten. 203. Vaststelling van de concernbegroting 1999-2002 alsmede vaststelling van:
als onderdeel van de begroting 204. Bij de vaststelling van de concernbegroting 1999-2002 zal tevens betrokken worden het: Voorstel tot vaststelling van de belastingverordening Algemene en financiële beschouwingen (eerste termijn raad) VVD B.J. Boelens PvdA W.C. den Boef CDA M.E.H. Koop Groen Links W. Bot D66 C.E. Lourens Stadsbelangen A. Meuleman STIP A.H.R. Kleine RPF/GPV/SGP J. van den Doel "Dingler" R. Dingler Voorzitter: de heer mr. H.M.C.M. van Oorschot, burgemeester. Aanwezig zijn: de heren Aközbek, Baljé,
Den Boef, Boelens, mevrouw Bolten, de heren Bonthuis, Bot, Bouman, Castro, Dingler, Van
den Doel, Van Doeveren, mevrouw Edwards, de heren De Graaff, Grashoff, mevrouw Heuvelman,
de heer Van der Hout, mevrouw De Jongh Swemer, mevrouw Janssen, mevrouw Jonquière,
mevrouw Koop, de heren De Koning, Van Leeuwen, Meuleman, Van der Meij, mevrouw Lourens, de
heren Oosten, De Prez, Rensen, mevrouw Roorda van Eijsinga, de heer Scalzo, mevrouw
Steffen, de heren Van Tongeren, Torenstra, mevrouw Vlekke en mevrouw Zweekhorst. 202. De VOORZITTER: Ik open de vergadering en heet u allen welkom. Eventuele hoofdelijke stemmingen beginnen vanavond bij nr. 15, de heer Bonthuis. Met kennisgeving is afwezig de heer De Wit. Hedenavond is een gewijzigde agenda uitgereikt. De sprekers die hun tekst op papier hebben, maar nog geen exemplaar bij het Bureau Raad hebben afgegeven, wordt vriendelijk verzocht dit alsnog te doen zodat deze tekst gekopieerd kan worden. Elke fractie beschikt over een hoeveelheid spreektijd. Als er meer sprekers uit een fractie zijn, krijgt de tweede, en eventueel volgende, spreker pas het woord nadat van elke fractie een lid het woord heeft gevoerd. De medewerkers van het Bureau Raad zullen de lengte van de spreektijden registreren. Interrupties en andere onderbrekingen worden niet bij de spreektijd geteld. Dinsdagavond, 10 november, krijgen de fractievoorzitters bij aanvang van de vergadering een overzicht van de gebruikte en nog beschikbare spreektijd. Bij de spreektijdverdeling is uitgegaan van de volgende volgorde: als eerste de grootste oppositiepartij, vervolgens de overige partijen in volgorde van grootte. 203. Vaststelling van de concernbegroting 1999-2002 alsmede vaststelling van: - de risicoparagraaf - aktieplan Delft Kennisstad als onderdeel van de begroting. 204. Bij de vaststelling van de concernbegroting 1999-2002 zal tevens betrokken worden het: Voorstel tot vaststelling van de belastingverordening 1999. (Stuk 148) De heer BOELENS (VVD): Mijnheer de voorzitter. Kan men oppositie voeren als er geen opponent is? In het halfjaar dat dit college nu zit, valt het op dat u vooral uw public relations goed geregeld heeft. Maar wat heeft u gedaan? Er is een snelle start gemaakt met de wijkaanpak en, gezien de collegeonderhandelingen, verrassend genoeg ook met de binnenstad. Met de discussie over gemeentelijke herindeling en de positie van de provincie wordt onzes inziens te hard voor de troepen uitgelopen. Bepaald zwak is de uitwerking van de gewekte verwachtingen ten aanzien van het cultuurbeleid. Het Handboek Gemeentefinanciën ligt nog ongelezen onder het hoofdkussen. "Complimenten" verdient het college dat het binnen een halfjaar problemen met de DMZ heeft -- denk aan de collectieve verzekering en de WVG -- daar hadden andere colleges toch minstens 2 jaar voor nodig. En de coalitie? Tja, daar heeft de grootste verliezer ook de grootste mond. Het collegebeleid vertoont hier en daar wat ik nu maar even noem "Engelse" toestanden. Alsof voorgaande colleges, waarin u overigens in meerdere of mindere mate participeerde, niets goed hebben gedaan, zoals uw kritiek op de stijl van besturen impliceerde. Ik wijs op vigerend beleid dat radicaal wordt teruggedraaid, zoals de bezuiniging van uiteindelijk 5 ton op onderhoud wegen. Verder worden afspraken niet nagekomen, zoals de aangekondigde novelle op het Onderwijsbeleidsplan. Afspraken dreigen zonder deugdelijke besluitvorming in de gemeenteraad te worden genegeerd. Ik noem: Kerkpolder, Filmhuis, VAK-dependances, bewegingsonderwijs en schoolzwemmen. Wij vragen ons af of dit alles wel past in het beeld van de betrouwbare overheid, zoals die onder meer door Paars-II wordt gepropageerd De kwaliteit van de beleidsbegroting en van uw besluitvorming verdient meer aandacht: zij zijn op een aantal punten onduidelijk. Ik ga dan maar voorbij aan het kennelijk altijd noodzakelijke jargon: PIP is ontmoeting van HRM en ICT, en dan moeten we begrijpen, voorzitter, dat dit ook te maken heeft met KIS betaald uit de RAI. Belangrijker is dat de verschuiving van hard naar zacht moeilijk tot niet zichtbaar is. Wij vinden dat u die verschuiving, zo die al noodzakelijk of wenselijk is, expliciet moet maken en goed moet onderbouwen. Het gaat niet aan, het gebrek aan zo'n toelichting af te doen met de constatering dat het immers budgettair neutraal plaatsvindt. Onze indruk is overigens dat die verschuiving nog vooral gepaard gaat met veel stenen stapelen. Ook is de afstemming met andere stukken niet optimaal. Zo begrijpen wij uit de meerjarenraming stadsvernieuwing dat de monumentensubsidie op 1 mln. blijft, terwijl de beleidsbegroting een korting van 2 ton aankondigt. Als u in december alsnog met die korting komt, zal mijn fractie een amendement indienen om de monumentensubsidie op 1 mln. te handhaven. Merkwaardig ten slotte zijn bezuinigingen waar elders tegenvallers worden geaccepteerd, zoals de gladheidsbestrijding. Met name door het rente-effect van de nota Rentebeleid presenteert u een sluitende meerjarenbegroting. Is daarin het effect van het Kolpron-rapport over de "leegloop" van Delft verwerkt? Zo nee, waarom niet en zo ja, hoe groot is dat effect? Wij zijn overigens gecharmeerd van uw pogingen te komen tot meetbare respectievelijk concrete doelstellingen in de hoofdafspraken per dienst. Die sluitende meerjarenbegroting kan niet verhullen dat er nog wel een aantal in te vullen punten en mee te nemen risico's zijn. Ik noem er een paar. Bij WOC: 1 mln. tekort en 1 mln. risico bedrijfsvoering, zie de MARAP over het project risico's en remedies; 1 mln. personeelskosten Bestuursdienst, zie de MARAP. De WVG (o.m. collectieve zorgverzekering en dreigend ketenkaart-debacle) en de bijzondere bijstand. De 2,5 mln. extra bezuiniging op organisatie. En ten slotte nog de 5 mln. uit het reorganisatieproject NEON. En omdat dit een nettobedrag is, moeten daarvoor echt ambtenaren weg, wethouder van financiën!). Wij verlangen een concrete invulling van al deze posten bij de aanstaande Kadernota, met name voor de 8 mln. bezuiniging op de organisatie. Het zou handig zijn als u nu al in eerste termijn duidelijk maakt of deze bezuinigingen op de organisatie gepaard gaan met gedwongen ontslagen. Voorts verzoeken wij u het WOC-rapport Risico's en Remedies openbaar te maken. Wij houden u aan de toezegging om uiterlijk in januari 1999 inzicht te geven in het Parkeerfonds. Er is evenzeer inzicht nodig in de problematiek van het regionaal mobiliteitsfonds. Dat leidt tot een verdrievoudiging van de bijdrage per inwoner aan het Stadsgewest. Maar wat staat daar tegenover? De omvang van de problematiek van WVG en bijzondere bijstand leidt ertoe dat zo nodig ook het voorzieningenniveau ter discussie moet komen. Ten slotte vragen wij u, na alles wat er het afgelopen halfjaar weer is gebeurd, om binnen drie maanden te komen met een plan van aanpak voor de DMZ ter verbetering van de kwaliteit van de beleids- en besluitvoorbereiding. Ik dien daartoe een motie in. Dodelijk voor het budgetbeheer is de wijze waarop door afspraken terzake wordt heen gelopen. Ik doel hier natuurlijk vooral op de zogenoemde solidariteitsheffing ten behoeve van andere diensten van 4 maal 5 ton uit de dienstbedrijfsreserve van B&M en op de bezuinigingen op de gemeentelijke bijdrage aan de meerjarenraming stadsvernieuwing en aan het Parkeerbedrijf die de dotatie als gevolg van de nota Rentebeleid weer nagenoeg ongedaan maken. Daarmee zijn we weer terug bij af Wij vragen u, een nadere toelichting te geven op de bezuinigingen op de musea, op het onderhoud wegen, straten en pleinen en op de bijdrage aan het Parkeerbedrijf. Wij overwegen hieromtrent een amendement in te dienen. Uw voorstel voor de onroerendzaakbelasting wordt door ons gesteund. Wij gaan ervan uit dat u de bezuinigingsdoelstelling haalt en zo niet, dat dit niet leidt tot extra verhoging van de OZB. Het spreekt onzes inziens voor zich dat, wanneer u het rioolrecht kleine afvoeren uit de OZB zou halen, het OZB-tarief navenant naar beneden gaat. Nu de beleidsbegroting inhoudelijk weinig aangrijpingspunten heeft en er vooral moet worden gewacht op discussies in de commissies, beperken wij ons tot een aantal kanttekeningen op hoofdlijnen. Over uw credo "vernieuwing en bezuiniging" valt immers niet zoveel te zeggen. Het is inhoudelijk lucht als twee van de drie vernieuwingsvoorbeelden Binnenstadsmanagement en Kennisstad zijn en wat bezuinigen betreft: met uitzondering wellicht van de heer Bonthuis is er thans een generatie politici die nog nooit anders gedaan heeft. Het gaat niet goed met de regionale samenwerking. Eerst even een blik in het recente verleden. Ondanks de gesloten compromissen stemden o.m. Rijswijk, Voorburg en Wassenaar in 1995 tegen de nota De Instrumenten. Vervolgens startten zij een lobby tegen de stadsprovincie. Die was effectief, want de motie-Remkes maakte daaraan een eind, zij het met de opdracht aan de provincie om voor Den Haag gebiedsuitbreiding te regelen. Zo'n voorstel voor grenscorrecties is morgen in provinciale staten aan de orde. De colleges van met name Rijswijk, Voorburg en Nootdorp hebben daartegen buitenproportioneel geageerd. Zij misleidden de zaak door te spreken over annexaties, hielden een referendum terwijl de gemeenten er niet over besluiten en juridiseerden een in wezen politiek c.q. bestuurlijk probleem. Een slechte zaak voor het openbaar bestuur en voor de relatie burger-bestuur. Leidschendam zet de verhoudingen verder op scherp door op het laatste nippertje te proberen haar belang in Leidschenveen te verzilveren. Wassenaar zoekt inmiddels samenwerking met Voorschoten. En Delft? Delft pleit voor gemeentelijke herindeling en verklaart de provincie overbodig. Verkeert het Stadsgewest Haaglanden in ontbinding? Het gaat er nu om een visie uit te dragen op het bestuur in c.q. van de regio. Er is genoeg onderzocht, we moeten redden wat nodig is en uiteraard het Delftse belang in de gaten houden. De VVD-fractie bepleit de volgende vijfslag en vraagt daarop uw commentaar. 1. Gemeentelijke herindeling is op de lange termijn nodig, maar let op waar het ons wel of niet echt kan schelen. Sluit aan bij de knelpuntenanalyse die het ministerie van Binnenlandse Zaken ingevolge het regeerakkoord gaat uitvoeren. 2. Ook na herindeling blijven vormen van samenwerking nodig. Maak dus vrienden en bondgenoten, want er zijn genoeg tegenstrevers. Ga met nabuurgemeenten om als partners: liever fusie dan annexatie. Zorg voor win-win-situaties. 3. Hoewel wij structureel meer belang hebben bij ruimte dan bij geld, zijn grenscorrecties, wijzigingen in de verdelingscriteria van het Gemeentefonds of samenwerkingsafspraken als overbrugging aanvaardbaar. 4. Waar de negen oorspronkelijke Haaglanden-gemeenten 200 mln. in de Vinex-locaties bijdragen, is het reëel dat de nu blijkende winsten op die locaties, zoals de 190 mln. op Ypenburg, in de herijking worden meegenomen. 5. Wij zijn het eens met de overige inzet in de beleidsbegroting, kortheidshalve hier aangeduid met studie Hofland, G7, stedelijker denken van de provincie en samenwerking van Den Haag, Zoetermeer en Delft. Wij ontvingen recent uw hoofdlijnenbrief over de reorganisatie, intussen het project NEON geheten. Hoewel hierover op 2 december in de commissie wordt gedebatteerd, willen wij er niet aan voorbijgaan. Dat klemt temeer omdat die reorganisatie plaatsvindt onder de grote druk van inmiddels 8 mln. aan bezuinigingen. Cruciaal in de discussie lijkt ons de verhouding bestuur, ambtelijke organisatie en burgers. Met de kanteling van de organisatie lijken ambtenaren te worden aangestuurd door zowel politiek als burgers. Hoe zit het dan met de representatieve democratie, waarin politici democratisch gelegitimeerd beslissingen nemen en daarover verantwoording afleggen? Gaat de bureaucratie de politiek organiseren, en zo ja, wat is dan haar legitimatie? En welke opvatting over burgerschap ligt eigenlijk ten grondslag aan uw model? De discussie zal in elk geval moeten leiden tot duidelijke afspraken over de rollen en verantwoordingslijnen van de drie genoemde partijen. Doen we dat niet, dan kunnen we in "De sorry-democratie" van Van Thijn lezen wat er van komt. Verbazingwekkend is het voorgestelde cluster wijk/stadszaken. Dit cluster bestaat uit het voormalige Openbare Werken, thans Stadsontwikkeling en Beheer en Milieu, een deel van de dienst WOC en een deel van de Bestuursdienst. Hoewel de verhouding managementteam-clusterhoofd-wijkmanager nog niet geheel duidelijk is en de wijkmanager budgethouder schijnt te worden, is het ons niettemin duidelijk waar de macht in de organisatie komt te liggen. Wij staan daar zeer huiverig tegenover. Mede gezien het voorgaande vragen wij dan ook meer aandacht voor vroegere, maar wel waardevolle organisatieprincipes. Denk hierbij aan de checks and balances en aan aspecten van financieel beheer. Wij bepleiten voorts een beperking van het aantal interimmanagers en externe werving van de nieuwe clusterhoofden. Een nadere toelichting op de effecten van de informatietechnologie op de nieuwe organisatie is gewenst. Laten we vooral ook lering trekken uit de ervaringen in andere gemeenten. We gaan ervan uit dat de voormalige Tilburgse "changemaster" als voorzitter van deze raad mede zorgdraagt voor evenwicht in de organisatievoorstellen. Ook in de wijkaanpak lijkt een marginalisering van het bestuur aan de orde te zijn met overigens soms oude wijn in nieuwe zakken: samenlevingsopbouw en servicedienst. Onze insteek zou zijn: doe het wijksgewijs, voorkom vergroting van de bureaucratie, formuleer heldere randvoorwaarden, niet te veel nota's, niet te veel gebabbel. Zorg dat de burger ook echt bereikt wordt en niet alleen de gebruikelijke "vertegenwoordigers". Het mag duidelijk zijn dat wij in de commissie nog komen te spreken over de budgetverantwoordelijkheid, over de relatie met het buurt- en wijkwerk en de vensterschool. Ook hier geldt: laten wij leren van elders. Met het accent op de vier kernthema's van Delft Kennisstad en de veelheid aan onderzoek en communicatie in het Actieplan dreigt het economische deel van Delft Kennisstad: werk, werk en werk, en dan met name de hoogwaardige werkgelegenheid, wat onderbelicht te raken. En dat niettegenstaande uw hoge werkgelegenheidsdoelstelling elders. Wij dringen er dan ook bij u op aan om het verouderde en contraproductieve middel van de social return bij gronduitgiften niet in te voeren. Van groot belang is het accountmanagement. Wij dienen een amendement in om hiervoor extra geld ter beschikking te stellen. In het kader van onze internationale betrekkingen willen wij ook meer inzetten op kennis. Voor de lange termijn zullen sommige van onze zustersteden daar zeer mee gebaat zijn. Voor de korte termijn is onze zusterstad Esteli, getroffen door de cycloon Mitch, uiteraard slechts geholpen met noodhulp. Mede naar aanleiding van opmerkingen van de burgemeester in de Delftsche Courant circuleert in de raad een verzoek daartoe dat wij steunen. Delft kan alleen Kennisstad zijn als er ook een bloeiend cultureel leven bestaat. In de reactie van mijn fractie op de nota Van c-klein naar C-groot zijn daarvoor nog verdere suggesties gedaan. Denk hierbij aan het 4-jaren-spreidingsbeleid, een ruimer gebruik van het theater De Veste, een versterking van het Prinsenhof, culturele evenementen, profilering van onder meer architectuur en design, opdrachtenbeleid en aandacht voor de jongerencultuur. Wij zullen een amendement indienen om hiervoor extra geld ter beschikking te stellen. Waar ook het college een enkel piketpaaltje heeft geslagen voor de binnenstadsconferentie laten wij dat ook niet na. Willen we een bruisende binnenstad met een bloeiend midden- en kleinbedrijf, dan zijn naast een betrouwbare en inventieve overheid, vooral bereikbaarheid en parkeren noodzakelijke voorwaarden. Voor de VVD is de Marktgarage daarbij een belangwekkende bijdrage aan de oplossing van dit punt. In het kader van Delft Kennisstad behoeft de ontwikkelingsvisie verdere uitwerking. In de commissie zullen we te zijner tijd komen te spreken over de BI-locatie. Wij verbazen ons erover dat er kennelijk wordt gedacht over de bouw van een kinderboerderij of over een camping. Als dat zo is, waarom kunnen we er dan ook eigenlijk geen woningen bouwen voor de doelgroepen die we nu zo node missen in onze stad? En dan de RWZI, de rioolwaterzuiveringsinstallatie ofte wel de waterfabriek in de Harnaschpolder: inmiddels een half miljard duurder, maar geen heroverweging van de locatie? Wij zien nu in de krant een kleinere RWZI met een randje bedrijven of groen en dat is in elk geval een nieuw handvat voor een discussie over de verdere inrichting. De vraag is voorts hoe ver het college gevorderd is, onder meer in de discussie met de TUD, in de realisatie van het beoogde bedrijfsterreinlokatiebeleid. Het lijkt hiertoe tevens van belang dat de A4 nu zo spoedig mogelijk wordt afgemaakt. Ten slotte onze spoortunnel. We lijken er in het MIT weer een stapje verder mee te zijn, ware het niet dat er nieuwe onduidelijkheid is nu het MIT zich plots over 10 jaar uitstrekt. Het is goed dat er in de Tweede Kamer draagvlak lijkt te zijn voor het PPS-traject. Wij willen u aanbevelen u hierbij niet te beperken tot Nederland, maar ook bij Europese fondsen naar financieringsmogelijkheden te zoeken. In deze algemene beschouwingen heeft mijn fractie vooral een aantal schoten voor de boeg gegeven en aan politieke agendavorming gedaan. Het karakter van deze beleidsbegroting geeft daartoe aanleiding. Van ons dus geen tegenbegroting, die, waarschijnlijk ongelezen, wordt verworpen. Het komende jaar is er veel te doen, want u lijkt een ambitieus programma te hebben. Dat moesten we in 2000 misschien eens evalueren. De coalitie wilde een sterke oppositie. Zorg dan dat u met beleid komt. De VOORZITTER: Door de fractie van de VVD worden de volgende motie (MI) en amendementen (AI en AII) ingediend: Motie I. "De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 5, 10 en 12 november 1998, gezien de gang van zaken rondom de collectieve zorgverzekering voor uitkeringsgerechtigden, draagt het college op, uiterlijk 1 maart 1999 een plan van aanpak voor de DMZ te presenteren ter verbetering van de kwaliteit van de beleids-en besluitvoorbereiding en gaat over tot de orde van de dag." Amendement I: "Aan het structureel nieuw beleid wordt toegevoegd: f 85.000,-- cultuur ref.:Concernbegroting 1999 deel 1 pg 9. Dekking: 992.9, f 170.000,-- saldo gewone dienst ref.:Concernbegroting 1999 deel II pg 180". Amendement II: "Aan het structureel nieuw beleid wordt toegevoegd: f 85.000,-- acquisitie (versterking accountmanagement) ref.:Concernbegroting 1999 deel 1 pg 9 Dekking:992.9, f 170.000,-- saldo gewone dienst ref.: Concernbegroting 1999 deel II pg 180. De heer DEN BOEF (PvdA): Voorzitter. Voordat ik met mijn algemene beschouwing begin vraag ik, namens alle fracties in de raad uw aandacht voor de natuurramp waardoor Esteli, onze zusterstad in Nicaragua, is getroffen. De krantenberichten melden in dit verband bijna tweehonderd vermisten en ruim 8000 daklozen. terwijl de financiële schade wordt geschat op 35 mln. De Stichting Stedenband Delft-Esteli is inmiddels al met een inzamelingsactie begonnen en ik begrijp dat er ook in de boezem van het college wordt gesproken over financiële hulp. Namens alle fracties verzoek ik u met klem, Esteli te hulp te komen en daarvoor met spoed een substantieel bedrag ter beschikking te stellen. De raad denkt daarbij aan tenminste f 50.000,--, te dekken uit de omslagrente of uit de vrije beleidsruimte. Zonodig zal ik daarvoor in tweede termijn een motie indienen. Bij een nieuw en ambitieus college, hoort een ambitieuze begroting met een ambitieuze begroting met een nadere uitwerking van de doelstellingen die in het collegeprogramma Grensoverschrijdend zijn opgenomen. Ik noem de wijkaanpak, de leefbaarheid, versterking van de Delftse economie, Delft Kennisstad en een vernieuwende en open stijl van besturen. Onderwerpen die onze fractie na aan het hart liggen en die ook terug zijn te vinden in ons verkiezingsprogramma. Onze fractie ziet graag dat we in Delft in de komende vier jaar van een inspraakmodel naar een meespraakmodel groeien. Daarvoor dienen de inwoners van Delft meer betrokken te worden bij hun eigen leefomgeving. Zij dienen ook de middelen te krijgen aangereikt om daaraan binnen bepaalde grenzen zelf invulling te kunnen geven. Wat dat betreft, hebben wij er het volste vertrouwen in dat dit college gedurende deze collegeperiode de politiek en het besturen van de stad dichter bij de burgers zal brengen. Niet voor niets heeft de Partij van de Arbeid in het lokale verkiezingsprogramma juist die wijkaanpak en het vergroten van de betrokkenheid van de inwoners tot speerpunten van het beleid gekozen. Deze speerpunten zal ik ook als toetsingscriteria gebruiken bij het doornemen van de concernbegroting 1999 -2002. Ik noem de criteria: verbetering van de leefbaarheid door middel van de wijkaanpak, Delft als sociale stad, de kwaliteit van het dagelijks leven, de ontwikkeling, ontplooiing en educatie van mensen, de economie en werkgelegenheid in relatie tot Delft Kennisstad en een open, bestuurlijke cultuur. De inwoners van Delft dienen nadrukkelijk te worden betrokken bij het ontwikkelen van het beleid, het meedenken over oplossingen van problemen en de uitwerking daarvan in hun woonomgeving. Uit de eerste bijeenkomsten van het college met de buurten is gebleken, dat er veel belangstelling bestaat om mee te discussiëren en mee te denken. Van belang is dat beide partijen met de benen op de grond blijven staan en dat er niet te veel verwachtingen worden gewekt over hetgeen de overheid in dezen vermag te doen. Het verbeteren van de woon- en leefomgeving in Delft is naar ons oordeel niet uitsluitend een zaak voor de lokale overheid. Ook andere instanties, zoals woningbouwcorporaties, de politie, maatschappelijke instellingen en scholen dienen hieraan een bijdrage te leveren: inhoudelijk, zowel met menskracht als met financiën. Het gaat daarbij om wijkgerichte werkgelegenheid, met oog voor de diversiteit in de buurten en wijken en het vergroten van de betrokkenheid van minderheden in de wijk. Maar het gaat ook om de specifieke aandacht die jongeren en ouderen in de woon- en leefomgeving vragen. Met andere woorden, het gaat om het vergroten van de samenhang in de wijk. Bij die samenhang speelt de huidige woningverdeling een belangrijke rol. Het huidige systeem leidt in een aantal gevallen tot een grote concentratie van mensen met een laag inkomen in dezelfde wijk, buurt of flat. Onze fractie is voorstander van een evaluatie van dit woonverdeelsysteem. Zo kan bij grote concentraties worden overwogen om, voor de korte termijn, de inkomenstoets los te laten. Voor de langere termijn moet differentiatie in het kader van de herstructurering van de wijken een oplossing bieden. Een dergelijke vorm van betrokkenheid van bewoners, bedrijven en instellingen, zoals ook bij de laatste bijeenkomst van de commissie extern merkbaar was, vindt onze fractie van groot belang. Deze commissie kan zich wellicht ontwikkelen tot een soort platform, waarin een gedachtewisseling kan plaats vinden tussen alle betrokkenen in Delft over de toekomstvisie van Delft. Wij denken aan een soort "Delftse balie" naar analogie van die in Amsterdam om met de burgers inspiratie op te doen voor nieuw beleid op korte en lange termijn. Daarnaast denken wij aan de instelling van een Delftse zomeruniversiteit. In het kader van de kwaliteit van het dagelijks leven, ondersteunt de fractie van de PvdA ook het voornemen van het college om meer geld voor het maatschappelijk werk vrij te maken. Maar daarmee zijn we er nog niet. Onze fractie vindt het van belang dat de lange wachtlijsten worden teruggebracht. Een vergelijking met omliggende gemeenten leerde ons dat die ongeveer 14 gulden per inwoner uittrekken aan het terugbrengen van wachtlijsten. Voor Delft is het bedrag, ook na de nu voorgestelde verhoging voor 1999, f 9 à 10. Het besluit om het volgend jaar f 5 ton extra ter beschikking te stellen van de WVG vinden wij een goede zaak. Laat ik voorop stellen dat wij absoluut begrip hebben voor betrokkenen die graag meer hadden gewild. Weliswaar is het onlangs genomen raadsbesluit aanmerkelijk beter dan het voorstel dat in het voorjaar nog op tafel lag, maar de problemen zijn hiermee echter nog niet van de baan. Onze fractie staat eveneens positief t.o.v. uw voornemen om het aantal cliënten van de DMZ tijdens deze collegeperiode met 500 te verminderen. Ook het sociaal activeren van werkzoekenden is hierbij van groot belang. In dat verband zullen Arbeidsbureau en Werkplan veel moeten samenwerken met de gezondheidszorg nu daarvoor 'meer handen aan het bed' door de overheid wordt betaald. Voorzitter. De Partij van de Arbeid wil het huidige voorzieningenniveau voor de minima ten minste in stand houden en het liefst verbeteren. Dat houdt wat ons betreft in dat eventuele tekorten op de bijzondere bijstand uit de algemene middelen worden bijgepast en niet door middel van een 'verschraling' van de uitkering. Onze fractie doet daarvoor 3 suggesties, nl. beter gebruik van de Wet Inschakeling Werkzoekenden, het project Nederlands als tweede taal (NT2) en de huiswerkbegeleiding. De Wet Inschakeling Werkzoekenden (voorheen de banenpool) kent problemen vanwege de bezuinigingen uit het werkfonds van inleengelden voor de sociale sector. Om deze problemen het hoofd te kunnen bieden stellen wij uw college voor om hiervoor f 60.000,- beschikbaar te stellen. Een daartoe strekkende motie zal ik in tweede termijn indienen. Ten behoeve van het werk- en scholingplan wil onze fractie meer geld uitgetrokken zien voor het project Nederlands als tweede taal. Wij denken aan een bedrag van f 50.000,-- waarvoor ik in tweede termijn een amendement zal indienen. Ook voor de huiswerkbegeleiding voor kinderen uit de groepen 7 en 8 en uit het voortgezet onderwijs dient er naar onze mening structureel geld bij te komen en wel f 20.000,--. In tweede termijn zal ik daarvoor een amendement indienen. Met betrekking tot de kinderopvang -een onderdeel dat onlangs in de aandacht stond- vragen wij het college om nog eens goed na te gaan of de regeling voor opvang van kinderen van ambtenaren kan worden uitgebreid. Op dit moment neemt de openbare opvang een monopoliepositie in de stad in. Onze fractie is van mening dat ook andere vormen van kinderopvang, zoals de particuliere kinderopvang, het gastouderproject en de naschoolse opvang, structureel gefaciliteerd dienen te worden. Dat betekent dat de gemeente welwillend moet staan ten opzichte van initiatieven van anderen en dat zij duidelijkheid moet verschaffen aan ondernemers hoe zij zo'n onderneming kunnen starten. Een dergelijk beleid snijdt aan twee kanten. Het levert werkgelegenheid op in een groeisector, het verbetert het vestigingsklimaat en bevordert de arbeidsparticipatie van vrouwen. In het kader van de participatieverbetering vraag ik namens de PvdA ook uw aandacht voor de Delft Actief Pas, die de participatie van zoveel mogelijk Delftenaren aan diverse activiteiten in onze gemeente kan vergroten. Onze fractie dringt wel aan op haast bij de invoering, gezien de al jarenlange lopende discussie over dit onderwerp en wij verzoeken het college dan ook om deze pas daadwerkelijk in het komende begrotingsjaar in te voeren. Ook ziet onze fractie graag op korte termijn een voorstel tegemoet ten aanzien van het integraal jeugdbeleid in Delft. Niet alleen om een oplossing te vinden voor de problematische jongerengroepen, die wij ook in Delft kennen (ik breng daarbij de nota Problematische jongerengroepen in de regio Haaglanden' in herinnering die wij nog niet zo lang geleden in de commissie leefbaarheid hebben besproken), maar juist ook vanwege het ontbreken van nogal wat voorzieningen voor de jeugd in zijn algemeenheid in Delft. Jongeren hebben het recht om veilig op te groeien en op ruimte om te spelen, uit te gaan, te sporten, etc. De overheid, de ouders, de scholen en overige betrokken partijen, hebben daarin een belangrijke rol. Maar de voornaamste partij is de jeugd zelf. Zij dient dan ook nadrukkelijk bij de ontwikkeling van een integraal jeugdbeleid te worden betrokken. Wij hebben hiervoor in het verleden ooit een jeugd-gemeenteraad aangekaart. Wellicht is dat nu opnieuw actueel, zeker ook met de jongste wethouder van Nederland in ons midden. Voorzitter. Een eigen Delfts sportbeleid is onvoldoende ontwikkeld, aldus het collegeprogramma. Met name de participatie van achterstandsjongeren aan sport baart ons zorgen. Kijkend naar de bezettingsgraad van de gymzalen, zoals vermeld in de concernbegroting, dan wordt die voor 1998 op 25% geschat, naar onze mening bedroevend laag. Onze fractie meent dat de bezettingsgraad aanmerkelijk kan worden vergroot als de gymzalen zouden kunnen worden ingezet t.b.v. de sportieve en andere recreatiedoeleinden. Nog afgelopen zondag stond in de krant te lezen dat de organisatoren van 'balspel' en 'speelbal' dringend behoefte hebben aan juist overdekte ruimten voor hun activiteiten. Kan het college, wellicht bij wijze van experiment, geld vrijmaken voor dit doel? Op deze wijze kunnen jongeren en ouderen 's avonds en in de weekends zinvol en sportief bezig zijn en van een zinvolle vrijetijdsbesteding genieten. Bovendien zou de georganiseerde sport daardoor nog een nieuwe markt van potentiële leden aanboren. Voorzitter. Bij een beleidsplan voor de toekomst past ook een visie op de sociale veiligheid. Hoe staat het in dat verband met de ontwikkeling van het integrale veiligheidsplan? Naar ik heb begrepen heeft de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken inmiddels alle gemeenten in Nederland het verzoek gedaan om daarvoor met voorrang een beleid te ontwikkelen. Daarbij dienen ook de bewoners actief betrokken te worden, want het gaat immers om hun woonomgeving. Ik herinner er maar aan hoe dat destijds in de Kromstraat is gegaan met bewoners, horeca-exploitanten en anderen die een bijzonder aantrekkelijk verbeteringsplan voor deze straat hebben ontwikkeld. In het kader van de ontwikkeling, ontplooiing en educatie van mensen zijn opvangklassen in de ogen van onze fractie een zaak voor het gehele onderwijs en niet uitsluitend voor het openbaar onderwijs. Na de opvangklas kunnen kinderen, ook over alle zuilen verspreid geplaatst worden, waardoor overbelasting bij één zuil kan worden voorkomen. Daarvoor zullen alle zuilen ook voor voldoende deskundigheid moeten zorgen. Wat het cultuurbeleid betreft zijn wij van mening dat behoedzaam en creatief dient te worden omgegaan met het budget dat voor dit doel in Delft wordt uitgetrokken. Wij hebben kennis genomen van het door u aangekondigde onderzoek om structureel f 0,5 tot 1 ton te bezuinigen bij de musea en wij zullen daarop zeker terugkomen bij het bespreken van de Kadernota. Overigens vindt onze fractie het van groot belang, dat in het cultuurbeleid van de gemeente ook de diversiteit van de Delftse samenleving tot uiting komt. Delft is niet alleen Kennisstad maar ook kleurrijke stad. Op het punt van de werkgelegenheid kiest het college voor de koers van participatie van de burgers. Wij willen toch een aantal mogelijkheden noemen in de sfeer van bedrijvigheid in de wijken. In uw 'grensverkenningen' geeft u aan te streven naar forse uitbreiding van de werkgelegenheid, met name voor die mensen met een lagere opleiding en juist ook in de marktsector. Het door u aangekondigde pakket van dienstverlening aan bedrijven kan daarbij een belangrijk hulpmiddel zijn. Onze fractie streeft echter ook naar nieuwe bedrijvigheid en dan met name in de wijken zelf. Zij verwacht van een dergelijke uitbreiding ook meer werkgelegenheid en dan met name voor mensen met een lagere opleiding en voor het nog steeds te grote aantal langdurig werklozen in onze gemeente. Omdat Delft toch al te kampen heeft met te krappe grenzen en uitbreiding van de bedrijvigheid daarom al een heikel punt is, dringt onze fractie er bij u op aan om nog eens goed te kijken naar een mogelijk behoud van enkele reeds bestaande kleinschalige locaties, zoals de Rotterdamseweg en in de omgeving van het station, en deze te bewaren voor bedrijvigheid. Onze fractie is ook voorstander van de mogelijkheid om langdurig werklozen als startende ondernemer een kans te bieden. Dat kan prima via een regeling die wordt uitgevoerd bij de DMZ, nl. het 'Besluit bijstandsverlening zelfstandigen'. Tot nog toe wordt daar veel te weinig gebruik van gemaakt, terwijl die zoveel mogelijkheden biedt. Een gemiste kans! Langdurig werklozen zouden actiever dan nu gebeurt, geattendeerd moeten worden op het bestaan van deze regeling. Ook voor jongeren is het extra belangrijk als zij tijdig kennis kunnen maken met betaalde arbeid. Dat geldt voor jongeren in het algemeen, maar met name ook voor de zgn. probleemjongeren. De schoolvakanties zouden hiervoor wellicht een mogelijkheid bieden. Onze fractie stelt daarom voor dat de gemeente aan jongeren in de wijken, via de jongerenwerkers, vakantiebaantjes aanbieden, bijvoorbeeld in de vorm van 'opzoomer'-projecten of via het participeren in de Klussendienst. Zo raken jongeren meer betrokken bij de eigen wijk en kunnen ze bovendien wat extra zakgeld mee verdienen. Bedrijven, met name ook het midden- en kleinbedrijf, spelen daarbij een voorname rol; zij zorgen voor werkgelegenheid en verbeteren de financiële positie van de stad, een voorwaarde om goed beleid voor de leefbaarheid te kunnen maken. Delft wil een starterscentrum oprichten. Een uitstekend idee om al het kennispotentieel in de stad binnen de stad te houden en te laten ontplooien. Maar wat doen wij met de ondernemers die uit hun startersjasje zijn gegroeid? Volgens de begroting niet veel. Ik vind dat bekeken moet worden hoe wij groeiende starters in de stad kunnen houden. Wellicht kan daarvoor een speciale consulent worden aangesteld die starters begeleidt, niet alleen bij maar ook juist na de eerste startproblemen. Uit een gesprek dat wij onlangs hadden met de Kamer van koophandel bleek namelijk dat de grootste uitval na een jaar plaatsvindt! Voorzitter. Zoals gezegd geeft u in uw grensverkenningen aan te streven naar een forse uitbreiding van de werkgelegenheid. Bij het creëren van meer werkgelegenheid gaat het ook om het vestigingsbeleid van de gemeente en om de huidige ruimtenood, ruime die Delft nodig heeft voor een leefbare en bloeiende samenleving. De raad heeft met overgrote meerderheid gekozen voor gemeentelijke herindeling. Zonder dat zal Delft een economisch sterfhuis worden. Laten wij wel lessen trekken uit de discussies die tot nu toe tussen Den Haag en de randgemeenten zijn gevoerd en laten wij vooral niet vergeten -zo hoorde ik net op de radio- om tijdig de adviezen van de ondernemingsraden in te winnen, want anders kan de besluitvorming in de provincie niet plaatsvinden. Met betrekking tot het openbaar vervoer vraagt onze fractie zich af of Delft nu inderdaad f 1,5 mln. per jaar betaalt aan het project Randstadrail, een openbaar-vervoersverbinding die op geen enkele manier aan Delft ten goede komt, het stopt niet in de stad en rijdt niet eens door de stad. Delft betaalt echter als braafste jongetje van de klas f 17,-- per Delftenaar voor een verbinding waar zij niets aan hebben! Delft wordt sowieso langzaam maar zeker een stad die steeds slechter bereikbaar wordt. In de ochtend- en avondspits is het tegenwoordig eerder regel dan uitzondering dat het verkeer tussen Rijswijk en Rotterdam vast staat, terwijl aan de andere kant ook de NS weinig soelaas bieden als het om hun plannen voor Delft gaat. Intercity-treinen rijden door, het centraal station wordt een boemelstationnetje om over Delft-Zuid maar helemaal niet te spreken. Wel krijgen wij er asfalt voor terug; de A4. Daartegenover staat dat, als ik de laatste berichten uit de pers mag geloven, Delft nu alsnog -op termijn- in aanmerking zou kunnen komen voor een spoortunnel. Kan het college hierover al wat meer duidelijkheid verschaffen? De heer BONTHUIS (Stadsbelangen): Hoe wilt u het probleem oplossen tussen Rotterdam en Rijswijk als u tegen asfalt bent? De heer DEN BOEF (PvdA): Wij zijn niet tegen asfalt, maar wel tegen nog meer asfalt en juist daarom zouden wij meer gebruik willen maken van het openbaar vervoer, dus dan ook treinen die dan wel in Delft stoppen! Voorzitter. Volgend jaar gaan wij als raad discussiëren over de toekomst van Delft Kennisstad. Dat project loopt nu al ruim 6 jaar en onze fractie zou graag inzicht krijgen in de effectiviteit, de doelmatigheid en de zinvolheid van de projecten die tot nu toe zijn opgestart. Wellicht zou dat een onderwerp voor de Rekenkamer kunnen zijn. De uitkomsten van dat onderzoek zouden te zijner tijd dan bij de discussie kunnen worden betrokken. Het college kondigt aan de bestaande dienstenstructuur te willen wijzigen. In dat kader zijn ook bezuinigingen aangekondigd op het apparaat ter grootte van f 8,1 mln. U stelt vervolgens dat over de uitwerking pas eind dit jaar meer bekend zal zijn. Onze fractie hoopt dat het ambtelijk apparaat bekend is met hoogte van de bezuinigingstaakstelling van uw college. In de nota waaraan de heer Boelens ook al refereerde wordt nog gesproken van een taakstelling van f 5 mln. Ik hoor graag van u of dit op een misverstand berust, of dat er nieuwe ontwikkelingen zijn, die nog niet in de risicoparagraaf zijn meegenomen. De PvdA-fractie onderschrijft het belang van de reorganisatie en uiteraard niet uitsluitend vanwege de bezuinigingstaakstelling, maar vooral om een andere werkwijze, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Wij verwachten dat uw college de toekomstige organisatie van de gemeente met doortastendheid aanpakt en zo spoedig mogelijk met nadere voorstellen richting raad zal komen. Wij willen graag wat meer druk op de ketel. Daar heeft ook het personeel recht op. Zij hebben eigenlijk al onaanvaardbaar lang in onzekerheid daarover moeten leven. Wij vragen dan ook aandacht voor de rechtspositionele aspecten en dringen nadrukkelijk aan op het voorkomen van gedwongen ontslagen. Ook 'gouden handdrukken' dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen, zodat er voldoende middelen overblijven voor scholing en de eventuele begeleiding naar nieuw werk. In de risicoparagraaf geeft het college een inschatting van de mogelijke financiële risico's. U geeft daarbij aan dat met name de zgn. 'nul-lijn operatie', die door WOC en de Bestuursdienst gerealiseerd moet worden, een financieel risico inhoudt, dat door u wordt ingeschat op f 1 mln. Daarnaast zegt u dat niet is in te schatten of de structurele reserving voor de gemeentelijke (her)huisvesting voldoende zal blijken te zijn, evenals de geplande bezuiniging op Haaglanden. Bij de dienst Stadsontwikkeling vermeldt u dat geen voorziening is getroffen voor eventuele extra kosten met het oog op het oplossen van het millenniumprobleem. Hoe is dat bij de andere diensten geregeld? Hebben wij het daarmee over alle tegenvallers of hebben zich inmiddels nog andere (structurele) tegenvallers aangediend, zoals de steeds verder stijgende exploitatiebijdrage t.b.v. de GGD Delfland? Wij gaan ervan uit dat uw vernieuwingsvoornemens in balans blijven met de benodigde bezuinigingen en zullen daar zo nodig op terug komen bij de bespreking van de Kadernota. Voorzitter. In het begin van mijn betoog heb ik aangegeven dat de PvdA staat voor eerlijker delen, voor gelijkwaardigheid van alle burgers in de stad, voor tolerantie en voor vernieuwing. Vanuit dat kader zullen wij uw reactie dan ook met belangstelling afwachten en beoordelen. Dank u wel! De VOORZITTER: Ik dank u en geef het woord aan mevrouw Koop. Mevrouw KOOP (CDA): Mijnheer de voorzitter. Het college verdient een compliment dat het in zo'n korte tijd in staat is gebleken de raad een sluitende begroting aan te bieden, maar ondanks dat maken we ons grote zorgen. Deze begroting toont een beeld van behoorlijk wat uitstel van financieringsprogramma's, is boterzacht, bevat veel vaagheid en er wordt een grote hypotheek op de toekomst genomen. We hadden meer specifieke en duidelijke criteria en randvoorwaarden verwacht op basis waarvan wij als raad gedegen besluiten kunnen nemen en budgetten kunnen toedelen. Laten wij maar direct met de deur in huis vallen: over de begrotingsbehandeling, en meer specifiek de zorgportefeuille, hangt de schaduw van de NUTS-affaire. Een goede collectieve ziektekostenverzekering voor Delftse minima werd en wordt als doel raadsbreed ondersteund, maar is door gestuntel van dit college voorlopig om zeep geholpen. Kortom, veel ideeën, maar weinig uitvoering. Ik kan mij er nog kwaad om maken! De NUTS-affaire geeft aan dat de praktijk een harde leerschool is. Het CDA gunt elk college zijn eigen beginnersfouten, maar is van oordeel dat dit college had moeten weten dat grotere operaties bij de DMZ bijzondere aandacht verdienen. De onrust die dit bij de cliënten teweeg heeft gebracht, is enorm. Terwijl het college in het buurthuis op de koffie ging, liep de zaak op de Hooikade weer eens uit de hand! Voor het CDA telt dit zwaar. U zult wellicht wel begrijpen waarom. Het is niet veel meer dan een jaar geleden dat met name de partij van de huidige wethouder van zorg pretendeerde te weten hoe een wethouder de DMZ-portefeuille zou moeten managen. Dat blijkt allemaal nu toch wat minder makkelijk! Als het al niet lukt op een ordelijke manier een bedrag van enkele tonnen op de bijzondere bijstand te besparen, hoe moet dat dan wel niet gaan bij f 3,6 mln. bij de WVG? Ook daar voorzien we paniekvoetbal bij het college en onrust bij de cliënten. Anderhalve maand na de behandeling in de raad, voorzitter, liggen de rigoureuze bezuinigingen op de WVG het CDA nog steeds zwaar op de maag. Als we het nu van enige afstand bekijken, dan luidt de conclusie van de CDA-fractie nog steeds: het college is in zijn bezuinigingsdrift in deze sector te ver doorgeschoten. Die conclusie baseren we vooral op het onderdeel 'bovenregionaal vervoer'. Het college schrapt de individuele tegemoetkomingen en stelt in de plaats daarvan een ketenkaart ter beschikking. Die kaart kost Delft ongeveer f 700.000,--. Wij vinden dat nog steeds een onverstandig besluit. Wij hebben ons uitvoerig laten informeren door het ministerie van Sociale Zaken, door de VNG en het Interprovinciaal Overleg. En alles wijst in dezelfde richting: in 1999 komt er een landelijke ketenkaart, betaald door het rijk, waarschijnlijk per 1 juli. De offertes zijn al binnen en waarom zouden we dan zelf voor een halfjaar een contract met Transvision gaan afsluiten? Is een contract voor een halfjaar überhaupt wel mogelijk? Zoals het college nu handelt, krijgen we weer paniekvoetbal: mensen verliezen hun vergoedingen per 1 januari, het college moet zo snel mogelijk en onder druk een ketenkaartcontract afsluiten -hoe staat het overigens met de aanpassingen bij het station?- en vervolgens per 1 juli kan dat contract weer worden opgezegd, omdat blijkt dat de soep niet zo heet gegeten hoeft te worden als het college ze opdient. De CDA-fractie heeft geen behoefte aan een tweede NUTS-affaire. Er is de afgelopen tijd genoeg onrust onder DMZ-cliënten gezaaid. Ons dringend advies luidt daarom: laat de huidige voorzieningen voor bovenregionaal vervoer gewoon doorlopen, tot de ketenkaart van het rijk komt. Voor de geraamde besparingen hoeft dat geen probleem te zijn, omdat in de tweede helft van 1999 vrijwel alle kosten wegvallen. Ik verzoek het college een goed onderbouwde reactie op dit punt. Ook voor een ander punt uit de WVG vragen we nog eens de aandacht: de scootermobielen. Eigenlijk vinden we dat die thuishoren onder de rolstoelvoorzieningen en niet onder de vervoersvoorzieningen, maar daarvoor blijkt geen meerderheid in de raad voor te halen. We willen in ieder geval een poging doen de belangen van de huidige gebruikers veilig te stellen, want wij vinden het onacceptabel dat huidige gebruikers het risico lopen bij heronderzoek hun scootmobiel te moeten inleveren en stellen voor deze groep oude gevallen met rust te laten. We zullen hiervoor dan ook een amendement indienen. Een ander punt van zorg zijn voor ons de dak- en thuislozen. Het sociaal pension aan de Houttuinen zit in de problemen. Er is in de nachtelijke uren niemand aanwezig voor begeleiding en opvang, terwijl de meeste problemen in het leven toch 's nachts opdoemen. Het kan niet zo zijn dat juist in deze welvarende maatschappij de zwaksten worden vergeten. Wij pleiten dan ook voor f 50.000,-- erbij ten behoeve van nachtelijke opvang. Wij stellen voor dat te dekken uit het keurmerk particuliere kamerverhuur. Mijnheer de voorzitter. U heeft zich tot doel gesteld om het aantal bijstandscliënten met 500 te verminderen. Het is positief dat u hier eens een streefcijfer noemt, maar hoe denkt u die doelstelling te behalen? De cijfermatige presentatie is rommelig. Het zou -volgens uw toelichting- in de periode 2000-2002 gerealiseerd moeten worden via een jaarlijkse uitstroom van 125 cliënten. Echter, volgens ons sommetje is driemaal 125 toch 357. Ook het meerjarenoverzicht bij de begroting laat geen daling, maar een stabilisatie zien. Kan het college duidelijkheid geven over de cijfers en over de doelstelling? Mijn fractie heeft er wel enkele ideeën over. Het CDA hecht groot belang aan werk en werkgelegenheid, niet alleen om inkomen te verwerven, maar ook om talenten te ontwikkelen, sociale participatie, om welzijn en geluk bij mensen te bevorderen. Wij zien hiervoor een twee sporenbeleid, een pull en een push beleid. Het eerste spoor is mensen helpen aan een baan en het tweede even belangrijke spoor is werkgelegenheid vasthouden, versterken en hier halen. Eerst onze ideeën over het helpen van mensen aan een baan. Er staan nog ca. 3.500 werkzoekenden ingeschreven bij DMZ. Afgelopen jaren leverden Bureau Werkplan en GAB veel inspanningen. U wilt het vorig jaar gestarte onderzoek naar de bemiddelbaarheid in ieder geval voortzetten. Daarover hebben wij de volgende opmerkingen. Een goed bemiddelingstraject start bij de intake. Kijk daar waar iemands capaciteiten en interesses liggen. Nu nog wordt uitsluitend gekeken naar iemands financiële en privé-omstandigheden om voor uitkering in aanmerking te komen. Biedt iemand die een halfjaar in 'de bak' bij de SD zit, een assessment en eventueel opleiding aan, inclusief zo nodig Nederlandse taal. Daarbij moeten wij wel kijken naar de persoon, zijn talenten, belangstelling en motivatie. Het voorgestelde traject moet uiteraard een reële kans van slagen hebben, dus rendabel zijn. Bekijk de werkgelegenheid regionaal en niet alleen binnen Delft. Regionale koppeling van vraag en aanbod geeft een grotere kans op slagen. En kom nu alsjeblieft niet aan met het verhaal dat je mensen niet kunt wijzen op werken in de tuinbouw! Maar daarbij blijft het niet: geef mensen een prikkel om aan de slag te gaan. Dat kan op twee manieren. Speel ten eerste in op de veranderende arbeidsmarkt, die steeds meer een ander type arbeidscontract kent, zoals flexibele overeenkomsten, al dan niet met vooruitzicht op een vaste baan. Dat vraagt van de DMZ ook om een andere benadering. Wij pleiten voor een meer flexibele DMZ, waar een cliënt na afloop van een kortdurend contract niet weer de hele molen door moet. Maak het voor cliënten aantrekkelijk in te spelen op deze veranderende arbeidsmarkt. Een tweede prikkel is het voorkomen van de armoedeval. Natuurlijk is werk meer dan inkomen, maar het moet wel lonen. Het tweede spoor is het vasthouden en laten ontstaan van echte banen via het creëren en versterken van de juiste randvoorwaarden. We hebben hier twee krachtige pijlers: de aanwezigheid kennisinstituten en een historische binnenstad. Nauwe samenwerking is nodig met die instituten als strategische partner in ruimtelijk en werkgelegenheidsbeleid. Kijken we naar de kracht van de binnenstad, dan is dat onze tweede belangrijke economische pijler. Er werken tweeduizend mensen in de toeristische industrie en het is goed voor een omzet van f 150 mln. We moeten de kracht van de binnenstad benutten en versterken door ook het kennistoerisme te bevorderen. Delft moet verleidelijk blijven en niet verleppen. Het is toch te gek dat zaken die hier al meer dan 40 jaar gevestigd zijn verdwijnen. We moeten dus niet alleen met nieuwkomers praten, maar ook met wijkers'. Die zijn soms belangrijker dan nieuwkomers en blijvers, omdat zij kunnen uitleggen waarom ze verdwijnen. Dat levert nuttige informatie op. Een krantenlezer die zijn abonnement opzegt of een partijlid dat bedankt, krijgt bij jullie toch ook een gesprek? De heer BONTHUIS (Stadsbelangen): Volgens mij heeft die een fax gehad! Mevrouw KOOP (CDA): Binnenstadsmanagement biedt een kans wanneer het goed wordt omschreven en opgepakt. In de begroting zet u echter wel eenzijdig in op 'het autoluw maken van straten en pleinen'. Wij willen ervoor waarschuwen dat uitsluitend het weghalen van auto's de klanten naar andere winkelcentra jaagt, inclusief de werkgelegenheid. Een toeristische winkelroute bestaat niet uit uitzendbureaus bekijken. Mijn fractie heeft hooggespannen verwachtingen van de binnenstadsconferenties, maar we moeten daarbij die f 8 ton nu niet gebruiken voor het weghalen van auto's van de straat. Dan ben je een dief van je eigen portemonnee. Daarmee breng je het noordelijk winkelgebied niet in een nederwaartse spiraal, maar in een vrije val. Binnenstadsmanagement is samenwerken, investeren en investeringen stimuleren. Die f 8 ton kun je nu beter besteden aan investeringen die een aanjaageffect hebben op investeringen in de oude binnenstad, waarbij de charme van onze historische kern weer in de goede richting wordt hersteld. Wij zullen ook op dit punt een amendement indienen. Bereikbaarheid is een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en bewoners. In feite begint en eindigt dit thema met een goede treinverbinding. Ga door met de lobby. Hoe meer er moet worden overgestapt, hoe minder mensen gebruik zullen maken van het openbaar vervoer. Eigenlijk is overstappen een understatement voor al dat gedoe. Beter kun je spreken van overzeulen en oversjouwen in kou, door nattigheid, viezigheid en hanggroepjes. Toch zouden met een paar eenvoudige maatregelen veel meer mensen gebruik kunnen maken van het station Delft-Zuid. In dit weer is de neiging om de fiets te pakken of bij een bushalte te wachten onder autobezitters niet groot. Je krijgt ze er wel uit als ze op fatsoenlijke wijze hun auto kunnen stallen in de nabijheid van een station. Mijn fractie roept u op te bezien of het mogelijk is het terrein achter Energie Delfland te herinrichten voor parkeren voor mensen die Delft-Zuid als station gebruiken. Zorg er dan wel voor dat iedereen uit het zuidoosten van Delft makkelijk van de trein gebruik kan blijven maken en ga niet zoiets raars doen als de Voorhofdreef en Buitenhofdreef in tweeën knippen. Bovendien stuur je dan een groot deel van de Delftse bevolking direct naar De Boogaard, Rotterdam of Naaldwijk voor hun inkopen. Als je de mensen uit hun auto wilt krijgen, heb je goede parkeervoorzieningen nodig. Het college wil jaarlijkse een structurele verlaging van storting in het parkeerfonds van 2 ton naar 1 ton. Dat lijkt ons geen goede zaak. Door verlaging van de storting leg je wederom een zeer zware hypotheek op de toekomst. Bereikbaarheid betekent ook veilige fiets- en looproutes. Wij gaan ervan uit, dat die bij u wel in goede handen zijn, maar we willen u toch nog wat criteria meegeven. Ze moeten veilig, snel en comfortabel zijn. Dat betekent dus niet 20 keer stoppen, geen hobbels of blubber, beetje leuk, geen enge plekken, etc. Aan het begin en eind van de routes staan goede fietsenstallingen. Stel, dat iemand van de Lipkensstraat bijvoorbeeld op de fiets naar de binnenstad gaat. Die haalt zijn fiets uit de voormalige opslag van beheer en milieu, die onzes inziens stalling wordt, neemt een veilige, korte en leuke route naar de stad en zet zijn rijwiel in de ondergrondse stalling van de Markt. Bij een goed werkgelegenheidsbeleid horen ook bedrijventerreinen. Grond is nagenoeg op. Dat wil zeggen dat we ons vanaf nu moeten inspannen om werkgelegenheid op bestaande locaties te behouden, nauw samen te werken met de TU -- gezien de toekomstplannen -- en samenwerkingsverbanden aan te gaan met omliggende gemeenten. Grenscorrecties en herindeling zijn immers morgen niet geregeld. Formuleer gezamenlijke doelen en maak afspraken over de ontwikkeling van locaties en de verdeling van kosten en baten. Een stad waar het goed wonen en werken is, heeft ook goed onderwijs voor onze kinderen. De ouders moeten de keuze hebben naar welke school zij hun kinderen brengen. Dat betekent dat wij alle soorten onderwijs gelijkwaardig moeten behandelen. Het zou goed zijn als u het bijzonder onderwijs volwaardig betrekt bij het onderwijsbeleid. Per slot van rekening gaat ruim 65 % van de Delftse jeugd naar het bijzonder onderwijs. Het gevoel van een ongelijke behandeling bekruipt ons bij de vensterschool. Klopt het dat u een verzoek van het bijzonder onderwijs voor het oprichten van een vensterschool heeft geweigerd? De reorganisatie moet binnenkort maar eens worden afgerond. In de eerste plaats zeurt de onzekerheid voor veel ambtelijke medewerkers maar voort, die onder meer om die reden vertrekken Haaglanden, Hilversum of Apeldoorn. In de tweede plaats vraagt de reorganisatie veel vergadertijd van ambtenaren en helaas ook van raadsleden en ten derde kost het een vermogen aan interimmen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we ieder tijdelijk contract maar "interim" noemen en daar dan maar het drievoudige tarief voor betalen. Overigens, waaraan wordt gedacht om het "ijzeren tekort" op de personeelslasten op te lossen? U stelt dat u een oplossing wilt vinden. Waaraan denkt u? Een van de uitgangspunten van de reorganisatie was en is een betere klantgerichtheid en een cultuurverbetering via het weghalen van schotten. Het CDA maakt zich ernstige zorgen over de richting die de reorganisatie nu dreigt in te slaan en voorziet nieuwe eilandjes en winkeltjes binnen de organisatie. De schotten hiertussen worden steviger naarmate deze verschillende toko's meer budget en bevoegdheden gaan krijgen. Ik heb het hier over de wijken. Hoe zwaarder u de wijksegmenten wilt optuigen, des te groter de segmentatie in de organisatie. Op dit moment zijn daarvoor niet echt uitgangspunten vastgesteld door de raad. Bovendien hebben wij na lang puzzelen en optellen sowieso al een bedrag van 10 mln. in de begroting gevonden dat u alvast naar de wijken wilt doorsluizen. Hoeveel wilt u nu in het totaal aan de wijken toedelen? Dit gaat toch niet ten koste van onderhoud, want dat is het eerste waar mensen over vallen. We hadden graag een overzicht gehad in plaats van een puzzeltocht. Dit is nauwelijks te amenderen, hoewel dat wellicht voor u mooi meegenomen is. Zo ontdekte mijn fractie in de begroting dat u uit de MRSV 3,2 mln. wilt halen voor de wijken, om "strategische aankopen" te kunnen doen. Maar welke strategie staat u dan voor ogen? De onduidelijkheid over de bevoegdheden, verantwoordelijkheden en budgetten van wijkmanagers vinden wij uitermate storend. Wij missen de heldere uitgangspunten, die eerst de raad dient vast te stellen. Wij hopen niet dat deze werkwijze een voorbode is van het afbrokkelen van de democratische legitimatie en het primaat van de raad. Waar gaat het in Delft met de democratie heen? Mijn collega Niek van Doeveren zal hier op straks nog in gaan. Het CDA is absoluut geen tegenstander van wijkgericht werken. Integendeel. Maar dan wel op basis van gemeenschappelijke uitgangspunten van de raad. We willen alvast wel een voorzetje doen voor de discussie, die u ongetwijfeld zult gaan houden als extern gericht college. Beslissingen op wijkniveau mogen slechts gevolgen hebben voor een beperkte periode binnen het afgebakende gebied. Door nalaten of verrichten van bepaalde zaken mogen andere wijken en komende generaties niet met de problemen worden opgezadeld. Bovendien: wie handhaaft de afspraken die zijn afgesproken in het wijkoverleg? De wijkagent? Krijgen we dan straks een soort driehoeksoverleg op wijkniveau? Het is goed dat er iemand is die gekend wordt in de wijk voor de acute problemen, maar laat de wijkmanager a.u.b. geen wijkdirecteur worden met een wijkraad van toezicht boven hem of haar. We denken eerder aan een soort "wijkhuismeester". Wijkaanpak kan goed zijn, mits dit gebeurt vanuit een analyse en visie per wijk, een duidelijk beoogd resultaat en goede afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en budgetten. Voorop blijft staan: de raad blijft verantwoordelijk voor de hele stad. Dan wilt u ook circa 1 mln. steken voor sport in de wijken, terwijl u daarnaast de subsidie jeugd en jongerenwerk wil verhogen. Dat klinkt allemaal wel sympathiek, maar voorlopig hebben de verschillende winkelcentra last van grote groepen "hangjongeren". Reageer daar nou eens wat directer op. Zoek samenwerking met o.m. de sportverenigingen, want daar zit de expertise en het zo belangrijke vrijwillige kader. Spreek de opvoeders aan op hun verantwoordelijkheid en voorkom dat jonge kinderen en tieners te vroeg hun kansen op een toekomst verspijbelen, versnuiven en vergokken. Dit vraagt om een helder, slagvaardig en snel toe te passen jeugd- en jongerenbeleid, zo nodig toegespitst op de wijk, maar wel in samenwerking. De reorganisatie kent nog een ander punt van zorg: het vertrek van deskundige ambtenaren, met name uit het middenkader. Ik sprak er zojuist over. Vooral in deze tijd van een krapper wordende arbeidsmarkt zegt het iets over de positie van Delft als werkgever. Voorzitter, echt: in deze moeilijke tijden kunnen we niet zonder zeer deskundige ambtenaren. We hebben ze met elkaar vreselijk hard nodig. Willen wij aantrekkelijk worden en blijven als moderne werkgever, dan moeten we iets aan de secundaire arbeidsvoorwaarden doen. Wij denken hierbij aan uit uitbreiden van het huidige aantal kindplaatsen van 19,6 en daarmee aan het verkorten van de wachttijd. Het CDA ziet daarvoor de volgende mogelijkheden: zet 50% van het budget dat is toegekend aan de stadstelevisie in en maak per 1 januari a.s. gebruik van de verhoging en de verruiming van de fiscale voordelen voor werkgevers. Wij verwachten van u voorstellen over de extra kindplaatsen die dit oplevert. Dan wordt daarmee tevens ook de wachttijd voor wethouders verkort. Samenvattend wil mijn fractie duidelijker uitgangspunten en randvoorwaarden voor het toedelen van budgetten. Mijn fractie wil verder een tweesporenbeleid bij het versterken van de werkgelegenheid. Tevens willen wij dat de onrust verdwijnt die het laatste halfjaar bij de cliënten van de DMZ is ontstaan. Wij willen uitsluitend een budget naar de wijken op basis van duidelijke afspraken. Wij willen nog veel meer, maar daarvoor is de tijd te kort. Ik kom dus tot een afronding. Dank aan de bodes, de ambtenaren en de Almachtige, die ons toch weer de nodige inspiratie en kracht heeft gegeven. Voorzitter, leden van de raad, geachte aanwezigen, ik dank u voor uw aandacht. De VOORZITTER: Door de fractie van het CDA worden de volgende motie (MII) en amendementen (AIII t/m AVI) ingediend: Motie MII. "De gemeenteraad bijeen op 5, 10 en 12 november 1998, constaterende dat via binnenstadsmanagement het historisch centrum een extra impuls kan krijgen, in het noordelijk deel van de binnenstad de komende jaren diverse nieuwe ontwikkelingen zullen komen (zoals ontwikkeling van het Doelengebied, herontwikkeling Paulusmavoterrein, v.d. Woudenstichting), het autoluw maken van de binnenstad vooral het noordelijk winkelgebied in zijn voortbestaan bedreigt, overwegende dat, de historische stad een schat aan culturele rijkdom bezit dat ontwikkeld kan worden, meer gezamenlijke investeringen in het noordelijk gebied een win-win situatie oplevert, binnenstadsmanagement meer moet zijn dan pleinen en straten autovrij te maken, spreekt als zijn mening uit: dat investeringen moeten worden voorbereid om de bereikbaarheid van de binnenstad voor toeristen en andere bezoekers te verbeteren; hiervoor kan de gemeente om te beginnen de indicatieve investeringen voor het oostelijk gebied van f 2 mln. inzetten; dat de gemeente de sterke pijlers van de binnenstad verder uitbouwt en daarom niet bezuinigt op het Prinsenhof en monumentenbeleid, dat de gemeente met de Porceleyne Fles en de musea met spoed werkt aan het opzetten van een aardewerkcentrum in de binnenstad, dat de gemeente met het Legermuseum de mogelijkheden beziet om het huidige legerdepot aan de Paardenmarkt uit te bouwen tot tweede museum en daarvoor de infrastructuur nader onderzoekt, dat de gemeente verdere investeringen beziet in relatie tot behoud en versterking van het noordelijk winkelgebied en uitbreiding van de werkgelegenheid in de historische stad, en draagt het college op hiervoor met belangenorganisaties concrete plannen uit te werken." Amendement III. "De gemeenteraad bijeen op 5, 10 en 12 november 1998, Besluit: De geplande verlaging van de subsidie monumentenbeleid ad f 200.000,-- per 2000 ongedaan te maken en te handhaven op het huidige peil van f 1.000.000,--. Ter dekking de post bouwtrajecten buurtaccommodaties over de jaren 2000 en 2001 te verlagen van f 1.600.000,-- tot f 1.400.000,--." Amendement IV. "De gemeenteraad van Delft in vergadering bijeen op 5, 10 en 12 november 1998, Onderwerp: Begroting 1999-2002 Besluit Post 620.3 Maatschappelijke opvang (sociaal pension) ten behoeve van nachtopvang bij het sociaal pension te verhogen met f 50.000,--, te dekken uit het keurmerk kamerverhuurders. Toelichting Via bovengenoemde verhoging van het budget kan het sociaal pension nachtopvang blijven garanderen." Amendement V. "De gemeenteraad bijeen op 5, 10 en 12 november 1998, Besluit: De geplande bezuiniging op de gemeentemusea ongedaan te maken, omdat anders de activiteiten sterk worden gereduceerd. De kosten die hiermee gemoeid zijn te dekken uit de saldi van de meerjarenbegroting 1999 en navolgende jaren ten bedrage van f 50.000,-- voor 1999 en f 100.000,-- voor de volgende jaren." Amendement VI. "De gemeenteraad van Delft in vergadering bijeen op 5, 10 en 12 november 1998, Onderwerp: Begroting 1999-2002 Besluit Post 620.7 Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) ten behoeve van huidige scootmobielgebruikers te verhogen met f 50.000,--, te dekken uit het positief saldo 1999." De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Dit college presenteert zijn eerste begroting in een klimaat van onzekerheid. Onzekerheid over de economische ontwikkelingen en vooral ook over de politieke stabiliteit in de wereld. De euforie die ontstond na de val van de Muur heeft plaats gemaakt voor het besef dat we worden geconfronteerd met talloze lokale conflicten waar de wereld machteloos tegenover staat. Aan het eind van de twintigste eeuw beleven we niet het "einde van de geschiedenis", maar ervaren we opnieuw pijnlijk dat we leven in een "eeuw van uitersten". De trieste beelden van de vluchtelingen in Kosovo spreken wat dat betreft voor zich. Een gevolg van die onzekerheid is dat grote groepen mensen hun vaderland verlaten en hun toevlucht zoeken in wat zij zien als het Westerse paradijs. Het gaat om structurele migratiestromen, die door geen honderd verdragen van Schengen te keren zijn, laat staan door harde woorden uit de landelijke VVD. Na de recente tragikomedie met de tenten voor asielzoekers heeft GroenLinks er behoefte aan terug te komen op een tweetal besluiten van het college van deze zomer. U besloot geen toestemming te geven voor verlenging van de ligplaats voor de asielboot Friesland aan de Hooikade en u ging niet in op een verzoek om noodopvang te realiseren achter het station. GroenLinks steunde beide beslissingen, maar voelt zich wat ongemakkelijk bij uw argumentatie. Wij vonden deze specifieke noodopvang kwalitatief onder de maat en dat was voor ons doorslaggevend. U noemde dat argument ook, maar benadrukte toch vooral dat Delft al zoveel doet en daarvoor van het rijk onvoldoende middelen krijgt. Dat is waar, maar met dat argument begeeft u zich op glad ijs. Landelijk gezien gebruiken de mensen die het asielbeleid willen verscherpen immers hetzelfde argument, alleen is het dan dat Nederland al zoveel doet, terwijl andere Europese landen achterblijven. Van dit college verwacht GroenLinks een ruimhartig asielbeleid, in concreto medewerking aan verzoeken tot menswaardige noodopvang voor asielzoekers. Wij vragen u die bereidheid zonder reserves uit te spreken. Om door te gaan op het nieuwkomersbeleid: wij zijn uiteraard blij dat u een ton uittrekt voor nieuw beleid om de integratie van nieuwkomers te bevorderen. Door genoemde migratiestromen verandert de samenstelling van de Delftse bevolking ingrijpend en daarom is het de hoogste tijd voor een duidelijke visie op en nieuwe impulsen voor het nieuwkomersbeleid. De ton die u hiervoor uittrekt is maar een van de vele voorbeelden uit uw eerste begroting waar wij blij om zijn. Voor ons bent u met deze beleidsrijke begroting met vlag en wimpel geslaagd voor uw eerste examen. Ik start maar met een paar voorbeelden op het gebied van nieuw beleid die er voor ons uitspringen: de activiteiten voor jongeren, de Papaver -- die meer geld krijgt in plaats van dat bezuinigd wordt --, het poppodium, het terugdraaien van de bezuiniging op bewegings- en zwemonderwijs, nieuwe impulsen voor het emancipatiebeleid, het waterplan, het onderzoek naar de nul-energieflat in de Poptahof. U heeft veel extra geld voor nieuw beleid vrijgemaakt en uit de invulling van die 2,5 mln. spreekt een duidelijke en integrale politieke visie. De beloofde verschuiving van hard naar zacht maakt u volledig waar en het tempo waarin u dat doet is niet zacht maar hard. Het is een verademing na de verkokerende optelsommetjes van het vorige college. Dezelfde benadering zien wij bij uw investeringsplannen, waarmee u terecht niet heeft gewacht tot de Kadernota. Verheugd zijn wij in het bijzonder met de ecologische ontwikkeling van de locatie achter IKEA, de middelen voor het VVP-plus en vooral voor de centrale plaats van de fiets en het openbaar vervoer daarin en met het invullen van een bedrag van 2 mln. voor de ecologische hoofdstructuur in het indicatieve investeringsplan. Het vorige college liet die post vier jaar lang op PM staan onder het motto "ecologie zit nu eenmaal niet in de structuur van ons hoofd". Dezelfde visie bespeuren wij ook bij de aankondiging van een aantal beleidsvoornemens, zoals een delftaplan voor de zorg, een conferentie over de problematiek van de dagindeling en het idee omtrent social return (afspraken over arbeidsplaatsen bij gronduitgifte). Positief zijn wij ook over de stappen op weg naar de wijkaanpak zoals die in het collegeprogramma werd geschetst. Ogenschijnlijk gaat het misschien wat langzaam, maar het gaat dan ook om een gecompliceerd proces. Intensief overleg met het veld, de wisselwerking met de gemeentelijke reorganisatie, de noodzaak om in de raad als geheel een draagvlak op te bouwen voor een verandering die over deze collegeperiode heen gaat en de gevolgen voor de al in gang zijnde reorganisatie van het buurt- en wijkwerk. Dit zijn allemaal factoren die maken dat je heel zorgvuldig te werk moet gaan en dat kost tijd. Maar de bezuiniging op het buurt-en wijkwerk is teruggedraaid, er is 3 ton voor personele versterking van de wijkaanpak, er komen ontwikkelplannen in de proefwijken, de invulling van de Meerjarenraming Stadsvernieuwing is aangepast aan de wijkaanpak, leefbaarheid in de wijken wordt het centrale uitgangspunt bij het nieuwe milieubeleidsplan en, last but not least, u kondigt aan in vier jaar tijd 10% van de grote onderhoudsbudgetten in de harde sector vloeiend te maken ten gunste van de wijkaanpak. Daarmee is de dieseltrein van de wijkaanpak op gang gekomen. Al deze leuke dingen voor de mensen zijn uiteraard slechts mogelijk door een behoorlijke bezuinigingstaakstelling, oplopend van een kleine 4 mln. in 1999 tot 12 mln. in 2002. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om eerder vastgestelde bezuinigingen en om bezuinigingen op het ambtelijk apparaat. Over de precieze invulling en daarmee de haalbaarheid daarvan zullen we uiteraard nog komen te spreken. In de 5 ton bezuinigingen op activiteiten in 1999 zitten voor ons geen echte pijnpunten. Verder behoeft het geen betoog dat wij na de extra miljoenen die in de afgelopen jaren geïnvesteerd zijn in de kwaliteitsverbetering van de wegen geen moeite hebben met de overigens bescheiden bezuiniging op het miljoenenbudget voor wegenonderhoud. Wij vinden het van het grootste belang dat het college een creatieve oplossing heeft gevonden voor het overgrote deel van het structurele tekort in de bijzondere bijstand, zonder het voorzieningenniveau aan te tasten. De maximale inspanning die in het collegeprogramma was beloofd heeft u geleverd en dat was ook nodig. Voor GroenLinks zou het niet acceptabel zijn geweest wanneer het raadsbreed gedragen beleid van de afgelopen periode aan zijn eigen succes ten onder zou zijn gegaan. Er is mede op uitdrukkelijke aandrang van het rijk in plaatsen als Delft serieus werk gemaakt van het beter benutten van de bijzondere bijstand en van het opzetten van een armoedebeleid. Paars I en II hebben daarvoor wel extra middelen beschikbaar gesteld, maar die zijn volstrekt onvoldoende. In Delft hebben we het probleem voor 1999 nu opgelost, maar voor de jaren daarop zult u opnieuw een maximale inspanning moeten plegen. Wij verwachten dan ook dat de lobby richting het rijk op dit punt body krijgt, want de afschuifpolitiek richting gemeenten zet de geloofwaardigheid van het lokale bestuur onder druk. Verder dringen wij erop aan de vereenvoudiging van de bijzondere bijstand voortvarend ter hand te nemen, omdat daarmee aanzienlijke besparingen op de uitvoeringskosten te realiseren zijn. Het sociale tekort van Paars II geldt overigens ook voor de Wet Voorzieningen Gehandicapten, zoals ik in het debat daarover ook heb opgemerkt. Ik wil niet verhullen dat de bezuiniging op de WVG voor ons een zure appel was om doorheen te bijten. Dat deden wij overigens beslist niet met dollartekens in de ogen, maar wel in het besef dat zonder deze maatregelen er verder helemaal geen nieuw beleid mogelijk zou zijn geweest. Uit deze begroting blijkt dat het opheffen van de 5 ton bezuiniging in 1999 meer is dan een detail: het gaat om 20% van het totale bedrag dat beschikbaar is voor nieuw beleid. Ik hoop dat de partijen die in de vorige periode die bezuiniging van 5 ton hebben doorgevoerd en bovendien een miljoenentekort achterlieten op de rekening van 1997 zich dat ook realiseren. Maar misschien zijn ze die onaangename feiten wel vergeten, net zoals de nota uit maart van het vorige college zelfs door het voormalige wethouderstrio van CDA, VVD en Stadsbelangen vergeten is, in een verbijsterende vlaag van collectief geheugenverlies. De heer BOELENS (VVD): Vergeet u nu D66 niet in uw opsomming of hoorde ik het niet? De heer BOT (GroenLinks): Ik geloof niet dat zij die nota vergeten zijn. D66 heeft zich op het punt van de eigen bijdrage voor de ketenkaart neergelegd bij de andere mening van de meerderheid van de partijen in de nieuwe coalitie. Zo zie ik dat tenminste. De heer BONTHUIS (Stadsbelangen): Dus een geheugenverlies betreffende het eerder ingenomen standpunt van de desbetreffende wethouder. De heer BOT (GroenLinks): Nee, deze wethouder heeft zich in een andere coalitie bij andere politieke verhoudingen neergelegd op een klein onderdeel van de totale plannen. Verder kan hij dat zelf wel verdedigen, als hij daartoe aanleiding voelt. GroenLinks wil in ieder geval herhalen dat wij het schrappen van die bezuiniging van 5 ton ook in 2000 en verder aan de orde zullen stellen als de situatie daar aanleiding toe geeft. Overigens lijkt ons dat ook mogelijk gezien het positieve financiële meerjarenbeeld en de ruimte voor extra nieuw beleid die daardoor ontstaat. Voor ik toekom aan de externe oriëntatie en de gemeentelijke reorganisatie wil ik ingaan op een zevental concrete punten die voor ons belangrijk zijn en waarover we niet geheel tevreden zijn. In de eerste plaats de groening van de belastingen, meer specifiek het uit de OZB halen van het rioolrecht en tariefsdifferentiatie volgens het principe "de vervuiler betaalt" bij de reinigingsrechten. Voor beide onderdelen kondigt u een onderzoek aan, maar noemt u geen termijn. Wij dringen erop aan om uiterlijk bij de volgende begroting met voorstellen te komen. In de tweede plaats de automatische kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Ook hierover wordt nagedacht zonder dat een termijn wordt genoemd en ook hierover verwachten wij in 1999 voorstellen. Ten derde lezen wij met uitzondering van het onderzoek naar de nul-energieflat in de Poptahof nog geen concrete beleidsvoornemens om te komen tot een energiefonds voor de goedkope woningvoorraad. Voor onze fractie is dit een van de belangrijkste onderdelen van het collegeprogramma en daarom vragen wij ook op dit punt komend jaar actie. In de vierde plaats hebben wij niets kunnen vinden over de structurele financiering van de milieumonitor. Hoe staat het daarmee en wanneer verschijnt de volgende monitor? In de vijfde plaats het Filmhuis. In het collegeprogramma is dit lastige probleem niet opgelost en nu heeft u bij het indicatieve investeringsplan een wat mysterieuze PM-post opgenomen. Waaraan denkt u en op welke termijn? Ten zesde is naar aanleiding van het promotieonderzoek van wethouder Torenstra over de kinderopvang gebleken dat er te weinig kindplaatsen zijn voor het gemeentelijk personeel, met als gevolg een wachttijd van anderhalf jaar, en dat er bovendien een tekort aan accommodaties is voor de kinderopvang in Delft in het algemeen. Wij verwachten voor die problemen een snelle oplossing, want voor een college met zo'n progressieve signatuur moet dat vanzelfsprekend zijn. De promotie van wethouder Torenstra kan dan alsnog doorgaan en in dat geval is GroenLinks bereid om de paranimfen te leveren. Ten slotte -- en ik richt me nu niet tot het college maar tot de raad -- denken wij dat het tijd is voor een nieuw rekenkameronderzoek. Het laatste onderzoek dateert immers uit 1995. Wij vragen alle partijen in de raad om dit voorstel te ondersteunen en binnenkort in de commissie middelen verder te praten over de opzet en mogelijke onderwerpen. Ik besluit mijn bijdrage met een aantal opmerkingen over de externe oriëntatie en de gemeentelijke reorganisatie. Een vernieuwende en open stijl van besturen is hét uitgangspunt van het collegeprogramma. In onze ogen is die ambitie in uw eerste halfjaar niet over de hele linie volledig waargemaakt. Enerzijds zijn er heel positieve ervaringen, zoals de wijkgesprekken in het voorjaar, de opzet van de binnenstadsconferentie en de commissie extern over werkgelegenheidsbeleid. Daartegenover staan helaas ook minder positieve ervaringen. De structurering van de informatievoorziening aan de raad laat nogal wat te wensen over. In het WVG-debat heeft u zelf erkend dat het overleg met de belangenorganisaties vast kwam te zitten. In wat ik maar de NUTS-affaire zal noemen had een tijdig overleg met het Samenwerkingsverband Sociale Zekerheid veel problemen kunnen voorkomen. Ik wil het college dan ook vragen hoe het zelf achteraf tegen deze voorbeelden aankijkt. Voor de dag van morgen dringen wij aan op goed getimede vormen van overleg en interactief beleid; daaraan denken moet een tweede natuur worden, ook bij al langer lopende zaken en bij zogenaamd "kleine" voorstellen die soms hamerstukken lijken maar dat niet altijd blijken te zijn. Een paar suggesties voor de toekomst wil ik u wel aan de hand doen. In de eerste plaats voor het integratiebeleid dat ik aan het begin noemde komt een extern bureau met projectvoorstellen. Organiseer daarover een stadsgesprek voordat u tot besluitvorming overgaat, want dit is bij uitstek een onderwerp waarover de mening van Nederlanders en medelanders van belang is. Ten tweede, gebruik in de toekomst bij een onderwerp als de collectieve ziektekostenverzekering, dat duizenden mensen persoonlijk aangaat, het stadspanel om vooraf te weten te komen wat de betrokken burgers ervan vinden en ga er niet van uit dat "de politiek" dat wel weet. Om de externe oriëntatie handen en voeten te geven is het slagen van de gemeentelijke reorganisatie een noodzakelijke voorwaarde. Binnenkort bespreken we daarover voorstellen en het idee om het dienstenmodel te laten vallen spreekt ons daarbij in principe wel aan. Om de reorganisatie te kunnen doen slagen heeft u in onze ogen nu al een enorm winstpunt geboekt. De collegiale bestuursstijl en de integraliteit van het beleid laten aan het ambtelijke apparaat zien dat het menens is met de strijd tegen de verkokering. Iedereen voelt dat er een frisse wind waait door het Jongenshuis. De begroting bevat op tal van plaatsen in die 125 pagina's creatieve oplossingen. Een heel goed voorbeeld zijn de structurele problemen bij de personeelsbudgetten van de zogeheten "zachte" diensten. U wilt dat probleem via een nullijnoperatie structureel oplossen en zet daartoe jaarlijks 5 ton van de bedrijfsreserve van de dienst Beheer en Milieu in. Dat klinkt simpel, maar in de Delftse verhoudingen is dat niet minder dan een heuse doorbraak. Over de reorganisatie is gezegd: de organisatie moet kantelen en het bestuur moet meekantelen. Wij durven de stelling aan dat het college begonnen is met kantelen en dat de organisatie mee moet kantelen. In de komende maanden moet u die winst zien te boeken. Als dat lukt -- en eigenlijk is dat uw echte milleniumprobleem -- is GroenLinks ervan overtuigd dat u volgend jaar een begroting kunt presenteren die inhoudelijk even grensoverschrijdend is als de symboliek van het jaartal 2000. Mevrouw LOURENS (D66): Mijnheer de voorzitter, leden van de raad. Voor ons ligt een begroting met een financieel beeld waar we tevreden mee kunnen zijn. Het is een sluitende begroting, er is veerkracht ingebouwd om tegenvallers op te kunnen vangen en er zijn aanzienlijke reserves aanwezig. Toch even een kleine kanttekening. De huidige reserves zijn tezamen aanzienlijk, maar wij achten het niet verstandig om de algemene reserve veel kleiner te laten worden. |
|
![]() |
![]() |