terug naar agenda

 

Stuk 71 I Delft, 14 mei 1998.


Dienst Stadsontwikkeling

S98003498

 

Onderwerp: Verzoekschrift ex-artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (planschade).

 

Aan de gemeenteraad,

 

Geachte dames en heren,

De heer N. Struyk, eigenaar van het pand Rotterdamseweg 316, 2628 AT te Delft heeft bij schrijven gedateerd 24 november 1997, aangevuld bij schrijven van 6 januari 1998 een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) ingediend.

Verzoekschrift

De heer N. Struyk geeft aan sinds 1992 eigenaar/bewoner te zijn van het pand Rotterdamseweg 316 te Delft. Recent werd hij geconfronteerd met de realisatie van een drive-in-bouwmarkt van de Boo aan de noordzijde van zijn woonhuis. Het bouwplan behelst onder meer een luifel die vrijwel tegen zijn woning is gesitueerd.

Artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek (BW) waarin bepaald wordt dat het niet geoorloofd is binnen 2 m van de erfgrens werken op te richten die uitzicht geven op het naburig erf is derhalve niet in acht genomen. Overigens stelt de heer Struyk niet op de hoogte te zijn gebracht van de bouw van de luifel omdat die luifel niet is opgenomen in de bouwvergunning.

De heer Struyk stelt door de bouw van de bouwmarkt in zijn huidige vorm aanzienlijke schade te lijden doordat zijn woning sterk in waarde is gedaald.

Makelaardij B.V. Delfstreek schat de waardevermindering van het pand Rotterdamseweg 316 ten gevolge van de nieuwbouw in op ƒ 25.000,-- .

De heer N. Struyk verzoekt op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening toekenning van een schadevergoeding tot het bedrag van de waardedaling van zijn woning.

De bouwvergunning

In 1996 is aan de Boo bouwmaterialen B.V. gevestigd aan de Rotterdamseweg 274 een bouwvergunning verleend voor de bouw van de drive-in-bouwmarkt met luifel.

Ingevolge artikel 44 van de Woningwet dient een bouwaanvraag aan een vijftal criteria te worden getoetst waaronder het bestemmingsplan. Voldoet een bouwplan aan alle in artikel 44 van de Woningwet genoemde vereisten dan zijn wij eraan gehouden de gevraagde vergunning te verlenen.

Ter plaatse vigeert het bestemmingsplan Partentiële herziening van het Uitbreidingsplan Industrieterrein Schieoevers uit 1978. Het betreffende bestemmingsplan bevat geen bepalingen die het bouwen op de erfgrens beperken. Gelet ook op de overige criteria van artikel 44 van de Woningwet bestond er geen grondslag voor weigering van de bouwvergunning.

Uit het verzoekschrift valt op te maken dat de heer N. Struyk zich feitelijk beroept op artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek. Deze wet regelt de rechtsbetrekkingen tussen burgers onderling. Verzoek om schadevergoeding wegens het handelen in strijd met artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek dient in casu gericht te worden tot vergunninghouder en niet tot de gemeenteraad van Delft.

Artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening

Ingevolge artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kent de gemeenteraad, indien en voorzover blijkt dat een belanghebbende tengevolge van onder meer bepalingen van het bestemmingsplan schade lijdt die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijner laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, hem op verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.

Voor de beoordeling van een verzoek om schadevergoeding dient te worden bezien of sprake is van een wijziging van het planologisch regime waardoor verzoeker in een nadeliger positie is komen te verkeren. Hiertoe dienen de beweerdelijke schadeveroorzakende planologische maatregelen (zoals een wijziging van het bestemmingsplan of vrijstelling ex-artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) te worden vergeleken met het voordien geldende planologische regime.

Beslissing op het verzoek om schadevergoeding

Een verzoek om schadevergoeding ex-artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening komt slechts voor honorering in aanmerking indien de geleden schade een rechtstreeks gevolg is van een planologische maatregel die wijziging brengt in het bestaande planologische regime. Verzoeker heeft aangegeven het pand Rotterdamseweg 316 in 1992 in eigendom te hebben verworven. Op dat moment vigeerde reeds het in 1978 goedgekeurde Wijzigingsplan Uitbreidingsplan Industrieterrein Schieoevers. Ten tijde van aankoop van de woning had verzoeker zich op de hoogte kunnen stellen van de feitelijke bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. De schade die verzoeker stelt te lijden zijn het gevolg van deze feitelijke bouwmogelijkheden en niet het gevolg van een planologische maatregel.

Op grond van het bovenstaande stellen wij u voor, onder voorbehoud van een gunstig advies van de commissie de heer N. Struyk niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daartoe bieden wij u het mede overlegde ontwerp besluit ter bekrachtiging aan.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Delft,

H.M.C.M. van Oorschol ,burgemeester.

U. Sijtema ,secretaris.

 

Stuk 71 II


Dienst Stadsontwikkeling

S98003498

 

De raad der gemeente Delft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 1998;

overwegende:

- dat de heer N. Struyk een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten bedrage van ƒ 25.000,-- heeft ingediend;

- dat op grond van redenen, vermeld in bovenaangehaald voorstel van burgemeester en wethouders, welke de raad tot de zijne maakt, het verzoekschrift niet-ontvankelijk verklaard dient te worden;

 

gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

b e s l u i t :

Het verzoek van de heer N. Struyk ingevolge artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening niet-ontvankelijk te verklaren.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 1998.

burgemeester.
secretaris.