06 augustus 2002

Handelingen Gemeenteraad - 25 maart 1999    ( deel 1 uit 2)
 


naar agenda
25 maar
t


agenda.gif (201 bytes)
naar deel 2

 

D E R D E V E R G A D E R I N G

op donderdag 25 maart 1999 om 20.00 uur in het stadhuis.

Overzicht van de verhandelde punten.

45. Opening en mededelingen
46. Van gedeputeerde staten ingekomen stukken
47. Van anderen ingekomen stukken
48. Tevens ter inzage gelegde stukken
49.

Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor het
Kruitmolenpad 26

(Stuk - 26)

50.

Voorstel tot vaststelling van de Algemene Huurvoorwaarden
van de gemeente Delft

(Stuk - 39)

51

Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f 90.000,--
voor het aanpassen van bussluizen

(Stuk - 42)

52.

Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f 608.114,--
ten behoeve van de verlenging van het fietspad langs de Rotterdamseweg

(Stuk - 43)

53.

Voorstel tot verkoop van een perceel grond gelegen op Delftech Park aan Van Haaren Beheer BV

(Stuk - 46)

54.

Voorstel tot verkoop van een perceel grond gelegen op Delftech Park aan het Samenwerkingsverband Kwadrant

(Stuk - 61)

55. Voorstel tot verkoop van pand Achterom 155

(Stuk - 49)

56.

Voorstel tot vaststelling van:
de 1e (integrale) wijziging
de aanvullende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsregio Haaglanden

(Stuk - 44)

57. Voorstel tot vaststelling van de 4e begrotingswijziging 1999

(Stuk - 48)

58. Voorstel inzake subsidie Stichting Vluchtelingenwerk Delft

(Stuk - 63)

59.

Voorstel tot instemming met de participatie van de gemeente Delft in een op te richten Stichting Voorbereiding Onderwijs Techno Centrum Haaglanden

(Stuk - 53)

60.

Voorstel tot vaststelling van de verordening tijdelijke regeling noodfonds studiefinanciering schooljaar 1999/2000

(Stuk - 56)

61. Voorstel inzake masterplan Bieslandse Bovenpolder

(Stuk - 52)

62.

Voorstel inzake het opnemen van de voormalige brugwachters- woningen in het register van rijksmonumenten

(Stuk - 54)

63.

Voorstel inzake RIO DWO

(Stuk - 62)

64.

Voorstel inzake besteding krediet MRSA 1999 nummer 2

(Stuk - 45)

65.

Voorstel inzake Stedenland West 2020, Delft, Zoetermeer, Den Haag 59

(Stuk - 22)

66.

Initiatiefvoorstel van de heer J.P. de Wit (SP), de heer A. Meuleman Stadsbelangen en de heer B.J. Boelens (VVD) tot wijziging van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Delft

(Stuk - 68)

67.

Voorstel tot benoeming van een lid en plaatsvervangend lid in het bestuur van de Stichting Voorbereiding Onderwijs Techno Centrum Haaglanden

(Stuk - 53)

68. Sluiting
Voorzitter: de heer mr. H.M.C.M. van Oorschot, burgemeester.
Aanwezig zijn: de heren Aközbek, Baljé, Den Boef, Boelens, mevrouw Bolten, de heren Bonthuis, Bot, Bouman, Castro, Dingler, Van den Doel, Van Doeveren, mevrouw Edwards, de heren De Graaff, De Graaf, Grashoff, mevrouw Heuvelman, mevrouw De Jongh Swemer, mevrouw Janssen, mevrouw Jonquière, mevrouw Koop, de heren De Koning, Van Leeuwen, Meuleman, Van der Meij, mevrouw Lourens, de heren Oosten, De Prez, Rensen, mevrouw Roorda van Eijsinga, de heer Scalzo, mevrouw Steffen, de heren Van Tongeren, Torenstra, mevrouw Vlekke, de heer De Wit en mevrouw Zweekhorst.

Secretaris: de heer mr. drs. N. Roos.

 

45. De VOORZITTER: Ik open de vergadering en heet u allen welkom.

Eventuele hoofdelijke stemmingen beginnen bij nr. 8, de heer Van Leeuwen.

Op uw tafel hebt u aangetroffen een bericht met betrekking tot de onderbouwing van het noodzakelijke bedrag voor een opbouwwerker. Verder zijn uitgereikt een gewijzigde pagina 3 van de agenda, een gewijzigde pagina 2 van de lijst van ingekomen stukken, een gewijzigd besluit met betrekking tot de brugwachterswoningen, een nagezonden stuk 52 (masterplan Bieslandse Bovenpolder) en een initiatiefvoorstel van de heer De Wit, de heer Meuleman en de heer Boelens met betrekking tot een wijziging van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad van Delft.

Ik benoem tot leden van het stembureau mevrouw Heuvelman (voorzitter) en de heren Meuleman, Van Doeveren en De Wit.


Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken:

46. Ingekomen van Gedeputeerde Staten:

de goedkeuring van het raadsbesluit van: 25 juni 1998:
Bestemmingsplan "Wippolder", bestaande uit plankaart, voorschriften en toelichting.

47. Ingekomen van anderen:

18. Kopie van een brief van Nauta Dutilh, gericht aan het college van burgemeester en wethouders, inzake de werkzaamheden ten behoeve van de bouw van Parkeergarage Phoenix en de risico’s voor de zettingen van het gebouw van de Delftsche Studenten Sociëteit Phoenix bij eventuele wijziging van de grondwaterstand.
Voorstel: het stuk voor kennisgeving aannemen.
19. Verzoek van de heer D. Poelman en mevrouw C.M.C. Spiegels (bewoners van het perceel gelegen aan de Rubberplantage no. 10) tot vergoeding van planschade ex art. 49 WRO voor genoemd perceel.
Voorstel: het stuk te zijner tijd betrekken bij de behandeling van het desbetreffende verzoek in de gemeenteraad.
20 Gelukwensen van de bewonersvereniging grachtengebied zuid met het besluit van de Tweede Kamer aanzienlijke geldmiddelen te reserveren voor de aanleg van een spoortunnel in Delft.
Voorstel: het stuk voor kennisgeving aannemen.
21. Kopie van een brief van Midden-Delfland Vereniging, gericht aan de fracties van de politieke partijen in de Tweede Kamer en in de Provinciale Staten van Zuid-Holland, inzake de aanleg van de A4.
Voorstel: het stuk voor kennisgeving aannemen.

22.

Brief van de stuurgroep Gulden Regels inzake de afstemming tussen de Sociale Dienst en maaltijdvoorziening.
Voorstel: het stuk in handen stellen van burgemeester en wethouders ter afdoening, met kennisgeving aan de commissie werk, zorg en onderwijs.

 

48. Tevens zijn in een aparte portefeuille ter inzage gelegd:

Nieuwsbrief milieu, toerisme en recreatie. Nr. 2, 15 februari 1999.
Brochures Vluchtelingenwerk n.a.v. invoering van de wet WIN (wet inburgering nieuwkomers.
Uitnodiging van het Instituut voor Publiek en Politiek voor de conferentie "de rol van de raad en raadsleden versterkt" op woensdag 7 april 1999 in het Atrium in Den Haag.

d. Uitnodiging van de Stichting Jeugd Nu voor het Symposium "Jeugd Nu, wat nu ….?!" Op woensdagmiddag 7 april 1999 in De Naald, Stokdijkkade 3 in Naaldwijk (u reeds toegezonden).
e. Uitnodiging van de Stichting Jambe voor het Literair Café op zondag 21 maart 1999 in de Vrije Akademie. Thema literair café: Van pen tot podium" (u reeds toegezonden).

De heer DE WIT (SP): Het ingekomen stuk onder nr. 19 is gewijzigd. Kunt u aangeven wanneer de behandeling zal plaatsvinden?


Wethouder GRASHOFF: Ik kan hierop nu geen antwoord geven en zal daarop in de commissie terugkomen.

Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders wordt besloten.

 

49. Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor het Kruitmolenpad.

(Stuk 26 - S99000181)


50. Voorstel tot vaststelling van de Algemene Huurvoorwaarden van de gemeente Delft.

(Stuk 39 - M98008099)


51. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f 90.000,-- voor het aanpassen van bussluizen.

- 17e wijziging van de gemeentebegroting 1999 -

(Stuk 42 - S98010357)


52. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ad f 608.114,-- ten behoeve van de verlenging van het fietspad langs de Rotterdamseweg.

- 15e wijziging van de gemeentebegroting 1999 -

(Stuk 43 - W99000748)


53. Voorstel tot verkoop van een perceel grond gelegen op Delftech Park aan Van Haaren Beheer BV.

(Stuk 46 - M99001400)


54. Voorstel tot verkoop van een perceel grond gelegen op Delftech Park aan het Samenwerkingsverband Kwadrant.

(Stuk 61 - M99002135)


55. Voorstel tot verkoop van pand Achterom 155.

(Stuk 49 - M99001647)


56. Voorstel tot vaststelling van:

de 1e (integrale) wijziging
de aanvullende wijziging

van de gemeenschappelijke regeling Hulpverleningsregio Haaglanden.

(Stuk 44 - M99001054 / M99001694)

 

57. Voorstel tot vaststelling van de 4e begrotingswijziging 1999.

- 4e wijziging gemeentebegroting 1999 -

(Stuk 48 - B99001035)

 

58. Voorstel inzake subsidie Stichting Vluchtelingenwerk Delft.

(Stuk 63 - D99001291)


59. Voorstel tot instemming met de participatie van de gemeente Delft in een op te richten Stichting Voorbereiding Onderwijs Techno Centrum Haaglanden.

(Stuk 53 - W99001251)

 

60. Voorstel tot vaststelling van de verordening tijdelijke regeling noodfonds studiefinanciering schooljaar 1999/2000.

(Stuk 56 - W99001273)

 

Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

 

61. Voorstel inzake masterplan Bieslandse Bovenpolder.

- 19e wijziging van de gemeentebegroting 1999 -

(Stuk 52-S99001355)

 

Mevrouw JONQUIÈRE (VVD): Voorzitter. Begin december 1998 spraken wij in de commissie Duurzaamheid over het eerste voorstel voor de Bieslandse Bovenpolder. Op grond van het grote aantal vragen en onduidelijkheden werd het voorstel teruggenomen. Wethouder Grashoff nam dit serieus en begin februari werd een excursie naar de polder georganiseerd voor de leden van de commissie Duurzaamheid.

Verleden week dinsdag kregen wij een nieuw voorstel, voorafgegaan door een presentatie over ecologische bedrijfsvoering van BLW, biologische landbouw west. Duidelijk bleek rekening te zijn gehouden met de geuite wensen over de situering van het Beukenmonument. Het zicht op de afgeknotte molen blijft behouden. Meer dan een enkel paviljoentje aan de Korftlaan lijkt ons overigens te gekunsteld. De plannen voor natuurontwikkeling konden al in december op onze steun rekenen.

Grote problemen hebben wij gesignaleerd ten aanzien van de verkeersvoorstellen. Die staan nu niet ter bespreking, maar wij willen daar toch een enkel woord aan wijden. De fractie van de VVD vroeg zich met name af wie er bij de plannen waren betrokken. Ondernemers uit het gebied? Bewoners aan de Tweemolentjeskade? Sportverenigingen? De gemeente Pijnacker, de politie, de brandweer, de ambulancedienst? Eerst- en laatstgenoemden zouden op de hoogte zijn, toch hebben ondernemers van de Schaapskooi en KNUS tot op vandaag geen overleg gehad, terwijl ze dat wel degelijk op prijs stellen. Ook vandaag nog uitte de voorzitter van Horeca Nederland tegenover mij zijn bereidheid, een gesprek te voeren, juist omdat het gebruik van het Delftse Hout een regionaal karakter kent en de bereikbaarheid van de ondernemers van groot belang is. Is de raad wel correct geïnformeerd als de vraag wordt gesteld of er overleg is gevoerd met de ondernemers en hierop bevestigend wordt geantwoord?

Het verkeersgedeelte is nu geschrapt uit het ons gisterenmiddag per E-mail gezonden raadsvoorstel. Hiermee doet de wethouder zijn toezegging gestand en wij hopen een realistisch voorstel tegemoet te kunnen zien. Hierbij heeft onze fractie een indringend verzoek. Geef de commissie duidelijkheid. Gooi er nu eens een simpel informatieavondje tegenaan. Nodig expliciet alle betrokkenen uit en ook de wijkagent. Elegant zou ook een uitnodiging aan Pijnacker zijn. Stel je echt op de hoogte. Luister! Wij vinden nog steeds het argument om over te gaan tot afsluiting voor auto's van een gedeelte van de Korftlaan flinterdun, het is een bijna krampachtige behoefte. De ouders van zich onveilig voelende schoolkinderen uit Pijnacker zouden het wel eens veilig kunnen vinden dat zij daar niet zo eenzaam fietsen. Een alternatief wordt nota bene al aangeboden, het nieuwe iets zuidelijker geprojecteerde fietspad.

Wij moeten voorkomen dat ten koste van veel geld een ongewenste chaos wordt gecreëerd op grond van niet te meten vermoedens. Anders kan het geld beter besteed worden aan renovatie van bestaande paden en wegen. Wij zien graag een praktisch uitvoerbaar en breed gesteund voorstel tegemoet.

Over de pacht is uitgebreid gesproken. De pacht in dit gebied beheerst ook meer dan gronduitgifte. Juist gezien de ecologische bedrijfsvoering die daar zo gewenst is, speelt het educatieve element een grote rol. Daarom is het juist dat de commissie erbij betrokken wordt.

De wethouder heeft toegezegd dat de plannen van de resterende kandidaten door een onafhankelijke externe deskundige beoordeeld zullen worden. Wij horen graag bevestigd dat dit een externe deskundige zal zijn die met geen van de kandidaten eerder contact heeft gehad. Overigens benadrukken wij dat bij gelijke geschiktheid, de situering van het bedrijf in het poldergebied een absolute meerwaarde heeft voor goede bezoekmogelijkheden en bijvoorbeeld schoolkinderen. Overigens moeten wij ons ook realiseren dat, hoe beroerd ook, Pijnackerse agrariërs moeten wijken voor andere plannen in Pijnacker. Delft kan en mag deze ruimtelijke problemen voor hen niet oplossen. De Delftse schaarste op dat gebied behoeft geen toelichting. Ook zal bij de beoordeling van de plannen geen rol mogen spelen wie het eerst of het langst contact heeft met de initiatiefgroep milieubeheer. Tenslotte lijkt ook geen rol te spelen wie de langst pachtende agrariër op dit Delftse gebied is. Wij hebben al eerder geïnformeerd naar een gulden middenweg. Wij verwachten overigens wel dat gegadigden niet voor subsidie bij de gemeente zullen terugkomen. In de krant lezen wij dat er nog een kleine, natuurvriendelijke recreatieve pachter is die voor voortzetting van zijn bedrijf aan plusminus 4 hectare genoeg heeft. Wij moeten met de betrokkenen zorgvuldig omgaan. Wij zien een voorstel voor verpachting, voorzien van het advies van de externe onafhankelijke deskundige, graag terugkomen in de commissie en krijgen daarover graag een toezegging.

Een klein gedeelte in het uit te geven gebied wordt apart geduid met: bestemd voor recreatieve doeleinden. Mocht dit gebied te zijner tijd een bouwbestemming krijgen, voor kinderboerderij of camping, dan zou -- zoals eerder gezegd -- even goed de bouw van huizen overwogen kunnen worden. De reeds aanwezige bungalows zijn ook uitstekend in het gebied ingepast.

Afrondend merk ik op dat het gaat om de Delftse Hout, de Bieslandse Bovenpolder, een natuur- en recreatiegebied waar veel mensen, jong en oud, vanuit Delft en daarbuiten op verscheidene manieren met veel plezier komen, waar bedrijvigheid plaatsheeft, waar mensen werken en recreëren. Dit stuk Delft verdient onze aandacht en daarom is het juist dat wij de plannen kritisch volgen.

Wethouder GRASHOFF: Voorzitter. Ik wijs erop dat in de commissie de discussie nog niet is afgerond en dat het daarom lastig is, dit in de raadsvergadering wel te doen. Het oorspronkelijke voorstel voor de verkeersafwikkeling is teruggenomen. Het maakt derhalve geen deel uit van de besluitvorming van vanavond. Ik loop dan ook niet vooruit op het voorstel dat ik straks in de commissie zal bespreken. Reagerend op de kritiek op het overleg met ondernemers, merk ik op dat ik in de commissie al heb aangegeven dat geen overleg gevoerd is.

Mevrouw JONQUIÈRE (VVD): Ik heb er tweemaal om gevraagd, in december en in maart.

Wethouder GRASHOFF: Volgens mij hebt u tweemaal hetzelfde antwoord gekregen. Verkeerd informeren kan dan ook niet aan de orde zijn, maar ik zeg u toe dat overleg zal worden gevoerd voordat een nieuw voorstel in de commissie zal worden besproken. U gaf een schot voor de boeg op het punt van de verkeersveiligheid. Een groot deel van de raadscommissie onderkende dat hier sprake is van een probleem dat een oplossing behoeft. In de commissie heb ik duidelijk gesteld dat ik een oplossing voor dat deel van de Korftlaan zal voorleggen. U vroeg min of meer of de situatie aldaar ongewijzigd kan blijven, maar die weg zal ik niet inslaan. Ik ben bang dat ik met een groot deel van de commissie en de raad in conflict kom als ik na eerdere uitdrukkelijke toezeggingen op dit punt op mijn schreden terugkeer. Maar, nogmaals, wij zullen de discussie hierover in de commissie voeren.

In de commissie heb ik toegezegd dat wij ten aanzien van de kwestie rondom de pacht een externe onafhankelijke deskundige zullen inschakelen voor de beoordeling van de twee resterende plannen voor het gebied. De belangrijkste reden daarvoor is dat wij binnen de gemeentelijke organisatie voor dit specifieke agrarische terrein onvoldoende expertise in huis hebben. Ik kan dan ook niet vooruitlopen op de resultaten van dat onderzoek. U beklemtoonde dat u een externe onafhankelijke deskundige hierover wil laten oordelen, maar tegelijkertijd lost u zelf een schot voor de boeg op het punt van de uitkomsten van dat onderzoek. Uw opmerking, gerelateerd aan de beide plannen die er al liggen, vind ik te gemakkelijk terug te voeren op de ene of de andere pachter. Blijkbaar hebt u al een voorkeur, terwijl ik die nog niet heb en dat vind ik, eerlijk gezegd, niet helemaal correct. Ik zal het externe advies en de keuze die daaruit blijkt aan de commissie voorleggen. In formele zin hebben wij te maken met een pachtcontract dat aangeeft dat een pachtprijs onder de 75.000 aan het college gemandateerd is. Daarboven is het een raadsbesluit. Ik zal, ongeacht het bedrag van de pacht, de kwestie aan de commissie voorleggen. Dit neemt niet weg dat de gangbare mandatering gehandhaafd blijft, maar ik heb u een commissieadvies toegezegd.

Ik denk dat wij enigszins van mening verschillen over de recreatieve doeleinden. Het gebied voor recreatieve doeleinden is nadrukkelijk bedoeld voor recreatieve doeleinden en niet voor wonen. Hoewel in het kader van die recreatieve doeleinden best enige bebouwing kan plaatsvinden, bijvoorbeeld het bouwen van een kinderboerderij of het toilettenblok van een camping, is dat zeker niet hetzelfde als een woonfunctie; het is daar ook niet mee te vergelijken. Het uitgangspunt van het college is dat recreatieve doeleinden niet verward moeten worden met een gedeeltelijke woonbestemming. Wij zullen die twee zaken strikt gescheiden houden.

Mevrouw JONQUIÈRE-KAMPS (VVD): Wij danken de wethouder voor zijn toezegging om ten behoeve van het verkeersplan een echt en breder overleg te voeren. Wij zien dit onderwerp graag terugkomen in de commissie.

Over het pachtvoorstel blijven wij met de wethouder van mening verschillen. Wij vinden dat het plan meer behelst dan alleen maar een gronduitgifte en dat het dus niet alleen een mandaat voor gronduitgifte betreft. Wij worden graag gekend in het voorstel, voorzien van een onafhankelijk deskundig advies; dat heeft de wethouder echter al toegezegd.

Bij de door de wethouder genoemde recreatieve doeleinden wordt er weliswaar voor recreatie gebouwd, maar het blijven voor ons gebouwen. Er is een groot tekort aan bouwlocaties en we hebben nog steeds de indruk dat het bouwen voor een camping of een kinderboerderij de rust minimaal net zo erg verstoort als het bouwen van toegevoegde woningen, waar wij een grote behoefte aan hebben.

Wethouder GRASHOFF: Voorzitter. Ik denk dat ik hierop niet meer hoef te reageren, want dat zou een herhaling van zetten worden. Zeker over het laatstgenoemde punt verschillen we van mening en verder heb ik toezeggingen gedaan.

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.


62. Voorstel inzake het opnemen van de voormalige brugwachterswoningen in het register van rijksmonumenten.

(Stuk 54 - S99001558)

Mevrouw DE JONGH SWEMER (CDA): Voorzitter. Ik wil min of meer een stemverklaring afleggen ter verduidelijking van het standpunt van de CDA-fractie. Wat het plaatsen van de brugwachterswoningen op de rijksmonumentenlijst betreft, is gebleken dat over ons standpunt een conclusie wordt getrokken die niet overeenkomt met wat wij werkelijk hebben gezegd. Met de plaatsing van de brugwachterswoningen op de rijksmonumentenlijst gaan wij akkoord, net zoals met het plaatsen van de brugwachterswoningen op de gemeentelijke monumentenlijst. Ik heb de band van de vergadering van de commissie op 16 maart afgeluisterd. Daarop was duidelijk te beluisteren dat de heer Van Koppen na de conclusie van de wethouder dat de CDA-fractie tegen het plaatsen van de brugwachterswoningen op de gemeentelijke monumentenlijst was, corrigerend zei dat dit punt naar de fractie werd teruggenomen. Bij de ontwikkeling moet rekening worden gehouden met de woningen en hun Delftse waarde; het moet dus niet andersom zijn en de brugwachterswoningen moeten dus niet afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de Zuidpoort. Die ontwikkeling moet juist worden aangepast aan deze historische Kop van Oost, met de gebouwen, de Nieuwelaan, de Oostpoort en de brugwachterswoningen.

De heer BOUMAN (VVD): Voorzitter. Het college legt de raad een vraag voor die al op een eerder moment op een soortgelijke manier ter discussie is geweest. Het zal u daarom niet verbazen dat deze fractie hetzelfde oordeel heeft als op dat eerdere moment.

Ik zal het kort houden en ik verwijs naar eerdere discussies. De VVD-fractie heeft de argumenten gewogen. Daarbij miskennen wij de bijzondere waarde van de brugwachterswoningen niet, maar dat neemt niet weg dat wij in onze uiteindelijke weging een aantal andere argumenten meenemen, waardoor wij tot het oordeel komen dat wij het niet verstandig vinden om de staatssecretaris te adviseren zoals door het college wordt voorgesteld. In dit geval speelt de bestuurlijke consistentie een belangrijke rol. Daarbij verwijs ik naar besluiten die eerder door de raad zijn genomen, bijvoorbeeld in het Plan van aanpak Zuidpoort; daarnaast wijs ik erop dat het hier geen unieke panden betreft, want er staan elders nog twee soortgelijke panden. Bovendien hecht deze fractie eraan om in een eindafweging in het kader van de ontwikkelingen in Zuidpoort de rol van deze brugwachterswoningen in dat plan nader af te wegen. Daarom eindig ik met de opmerking dat de VVD-fractie eraan hecht dat er in de discussie over Zuidpoort en het "Plan van aanpak plus" uiteindelijk een model zou moeten komen met brugwachterswoningen, maar dat daaraan ook een model zonder brugwachterswoningen toegevoegd zou moeten worden. Daarom geeft de VVD-fractie geen steun aan het advies dat het college bij de staatssecretaris wil indienen.

Mevrouw LOURENS (D66): Voorzitter. In november 1998 heeft de meerderheid van de raad aangegeven, de procedure te willen starten om de brugwachterswoningen op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Mijn fractie was hier om twee redenen tegen. Ten eerste geven wij de voorkeur aan een passender stedenbouwkundige afronding van de rand van de binnenstad en ten tweede hechten wij zeer aan de beginselen van zorgvuldig bestuur. In de discussies met betrekking tot het Zuidpoortgebied en zeker in de raadsdiscussie in juli 1995 over het Plan van aanpak Zuidpoort heeft het Delftse bestuur de richting aangegeven van sloop en nieuwbouw op die locatie. Het past een consistent bestuur niet om van koers te veranderen als er geen sprake is van nieuwe situaties en inzichten. Wij namen in november echter een minderheidsstandpunt in en het Delftse bestuur heeft toen een duidelijke uitspraak gedaan, namelijk: wij willen de brugwachterswoningen op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. De uitvoering van dat besluit is gestart en het voorliggende voorstel is daar een onderdeel van. Het voorstel is een logische stap als uitwerking van het besluit van november 1998. Het is ongepast om, als het bestuur eenmaal een besluit heeft genomen, bij iedere uitwerking van dat besluit het besluit weer ter discussie te stellen als er geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen. Dat zou leiden tot onhelder en inconsistent bestuur. Wij hebben het voorstel dan ook op twee punten getoetst: is het voorstel in lijn met het besluit van november en zijn er nieuwe ontwikkelingen die aanleiding geven om het besluit van november weer ter discussie te willen stellen? De eerste vraag hebben we met "ja" beantwoord, de tweede met "nee". Dientengevolge stemmen wij omwille van de consistentie van bestuur in met dit voorstel.

 De heer KLEINE (STIP): Voorzitter. De fractie van STIP zal het voorstel niet steunen. Wij zijn trouwens ook tegen de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. Onze fractie hecht meer waarde aan volume en een goede afronding van het plan voor deze plek. De waarde van de brugwachterswoningen is voor ons, net als voor de heer Bouman, niet uniek en daarom wegen zij voor ons absoluut niet op tegen de mogelijke opwaardering die Veld 13 kan gebruiken en die het ook zeker nodig heeft.

De CDA-fractie heeft het bandje afgeluisterd; misschien moet ook ik dat maar even doen, want ik meen mij te herinneren dat de discussie afgesloten werd met de duidelijke constatering dat de CDA-fractie 180 graden gedraaid was ten aanzien van de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst; de heer Van Koppen voegde daaraan toe dat hij dat voor kennisgeving aannam en hij zei toen niets over "terugnemen naar de fractie".

Mevrouw DE JONGH SWEMER (CDA): Ik heb het bandje afgeluisterd en hij zei echt iets anders.

De heer KLEINE (STIP): Ik ga die discussie niet aan, want misschien moet ook ik het bandje even afluisteren. Ik blijf voorlopig bij mijn mening, totdat ik het bandje heb afgeluisterd.

De heer VAN DEN DOEL (RPF/GPV/SGP): Voorzitter. Mijn fractie zal het voorstel zoals het hier op tafel ligt, steunen, daar het niet gekoppeld is aan de plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst, zoals dat wel ten tijde van de commissievergadering het geval was; toen was mijn fractie voor plaatsing op de rijksmonumentenlijst en tegen plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. Omdat die twee voorstellen door de wethouder aan elkaar werden gekoppeld en ik daarom via A ook B moest zeggen, had ik niet de neiging om A te zeggen. In dit geval is er geen "B-voorstel", maar alleen een "A-voorstel"; daarop zal ik alleen maar "A" en dus "ja" zeggen.

De heer DEN BOEF (PvdA): Voorzitter. Wij hebben geen "bandparodie" nodig. De PvdA-fractie is van begin af aan voorstander geweest van het op die plek handhaven van de thans nog aanwezige historische stedelijke structuur langs het kanaal. De voormalige brugwachterswoningen zijn daarbij voor ons beeldbepalend en van bijzondere waarde. Daarom heeft onze fractie zich al bij meerdere gelegenheden in de commissie Duurzaamheid uitgesproken voor het opnemen van deze woningen in het register van beschermde rijksmonumenten en, als dat niet zou lukken, op de lijst van gemeentelijke monumenten. Dat standpunt nemen we ook nu in en we steunen het voorstel dan ook van harte. Daarbij constateren we overigens verheugd dat het voltallige college achter dit voorstel staat.

Mevrouw HEUVELMAN (GroenLinks): Voorzitter. Ik ben over de gang van zaken in de commissie bijgepraat door mijn fractie en ik wil ook "De Delftse streken" in de Delftse Courant niet als bron onvermeld laten.

De heer DINGLER: Zou mevrouw Heuvelman in de microfoon kunnen praten? Dan kan ik haar misschien verstaan.

Mevrouw BOLTEN (GroenLinks): Wat zegt u?

De VOORZITTER: Mevrouw Bolten, wilt u dat voortaan in de microfoon zeggen?

Mevrouw HEUVELMAN (GroenLinks): Ik weet niet wat u gemist heeft, mijnheer Dingler, maar ik zal mijn eerste zin voor u herhalen. Ik ben over de gang van zaken in de commissie bijgepraat door mijn fractie; daarna heb ik "De Delftse streken" gelezen in de Delftse Courant. Dat leek mij een aardige bronvermelding. Ik heb daaruit begrepen dat de discussie, zoals ook vanavond blijkt, voor een belangrijk deel gegaan is over consistent of inconsistent gedrag: op grond van welke argumenten moeten de brugwachterswoningen wel of niet behouden worden? De fractie van GroenLinks is op dit punt vanaf het begin zeer consistent geweest. Wij waren tegen sloop en voor behoud van de brugwachterswoningen op basis van hun monumentale waarde op met name een monumentale plek. Zo vlak bij de Oostpoort is dit voor ons beslist geen tochtgat. Wij hebben dit standpunt nog steeds en daarom stemmen we volledig in met de beide voorstellen inzake de rijksmonumentenlijst dan wel de eventueel vervangende gemeentelijke monumentenlijst.

Tot zeer kort geleden, namelijk vijf minuten geleden, meenden we te beseffen wat de aanleiding was om niet alleen over consistent, maar ook over inconsistent gedrag te praten. Wij hebben de band overigens niet afgeluisterd, maar ook bij onze fractie bestond de stellige mening dat de CDA-fractie een merkwaardige draai gemaakt had en dat er in die fractie in plaats van monumentale brugwachterswoningen sprake was van "brugwegterswoningen". Gelukkig is dat vanavond rechtgezet en blijft ook de CDA-fractie bij haar oorspronkelijke inzet voor het behoud van deze monumentale woningen.

Tot slot: we hebben begrepen dat in het kader van de ontwikkelingen van de Zuidpoort gekeken wordt naar een zorgvuldige inpassing van deze huizen bij de daarop aansluitende nieuwbouw. We gaan ervan uit dat ook de huidige bewoners daarbij nauw betrokken zullen zijn en blijven.

Wethouder GRASHOFF: Voorzitter. De verschillende wegingen van de monumentale waarde die diverse fracties maken, respecteer ik. Bij dit vraagstuk moesten appelen met peren vergeleken worden.

Monumentale waarde moest afgezet worden tegen nieuwbouwmogelijkheden en woningbehoefte. Ik merk op dat ik er bij de commissievergadering stellig van overtuigd was, dat het CDA een ander standpunt had ingenomen, maar ik neem graag kennis van de correctie die daarop nu wordt aangebracht. Ik herinner mij dat het CDA mij, als voorzitter van de commissie, desgevraagd antwoordde: neen, wij denken daar anders over. Wellicht had een groter stuk van de band afgeluisterd moeten worden zodat de context duidelijk was geworden. Laten we echter elkaar niet de zwartepiet toespelen; ik ben blij met het inmiddels weer consistente standpunt van het CDA.

Tot de heer Bouman merk ik op dat het plan van aanpak uit 1995 beide mogelijkheden in zich droeg. In dat opzicht was de discussie niet afgesloten. Zou een afsluiting hebben plaatsgevonden met een commissie- of raadsbesluit, dan was ik daarop uiteraard niet teruggekomen. Nu deed zich de omgekeerde situatie voor dat de raad nog altijd die discussie moest afronden, hetgeen hedenavond zal geschieden. Het college kan geen inconsistentie ten opzichte van het plan van aanpak uit 1995 worden verweten.

De heer Van den Doel steunt het advies tot plaatsing op de rijksmonumentenlijst. Ik herinner aan mijn opmerking in de commissie dat een advies aan het rijk om plaatsing op de monumentenlijst serieus moet zijn. Opportunistische redenen mogen hierbij geen rol spelen. Over de gemeentelijke monumentenlijst komen wij te zijner tijd nog te spreken.

Ik kan de fractie van GroenLinks toezeggen dat de bewoners bij de verdere inpassing betrokken worden. Eventuele misverstanden over nader te voeren overleg zal ik proberen recht te zetten.

Mevrouw DE JONGH SWEMER (CDA): Ik blijf erbij dat wij op 19 november voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst hebben gepleit.

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

De VOORZITTER: De heer Kleine verkrijgt op zijn verzoek aantekening van zijn stem tegen het voorstel.

 

63. Voorstel inzake RIO DWO.

- 20e wijziging gemeentebegroting 1999 -

(Stuk 62-D99001059)


De heer BOUMAN (VVD): Voorzitter. In de vergaderingen van de commissies Werk en Onderwijs van afgelopen dinsdag gaf ik aan dat mijn fractie een specifiek element uit het voorstel nogmaals wilde bekijken. Het ging hierbij om de begroting voor 1999 van het RIO.

Ik had het liever anders gezien en het zou een kroon op het vele werk van de afgelopen maanden zijn geweest, maar een onderdeel van de begroting bevat een element dat grote weerstand opleverde. Het betreft hier de uitspraak van de raad, een RIO in te stellen onder de voorwaarde dat dit budgettair-neutraal zal geschieden, terwijl uit het voorstel blijkt dat dit geenszins het geval kan zijn. Een aanzienlijk tekort wordt afgewenteld op de verschillende deelnemende gemeenten. De achtergrond van het tekort is duidelijk. De toelage van de rijksoverheid schiet volstrekt te kort. Wij hebben getracht, zoveel mogelijk "lucht" uit de begroting te halen. Naar aanleiding van de discussie in de commissie heeft het college aanvullende informatie verschaft in de vorm van een investeringsplanning met toelichting. Het gaat vooral om kapitaallasten die voortvloeien uit investeringen die op de begroting drukken. Amendering van de investeringsplanning kan op zijn minst tot een verkleining van het tekort leiden, zodat het beroep op de deelnemende gemeenten ook vermindert. Bij bestudering van de investeringsplanning viel het op dat een substantieel deel van de investering bestaat uit advieswerk en consultancy. De indruk ontstond dat de leverancier, It Cares, een aardige melkkoe heeft gehad aan het RIO.

Voordat wij ons eindoordeel over het voorstel geven, vragen wij of de portefeuillehouder nogmaals de investeringsplanning en de verschillende onderdelen daarvan wil belichten.

De heer VAN DEN DOEL (SGP/GPV/RPF): Ook ik had in de commissie om aanvullende informatie gevraagd. Gisteren ontving ik een stuk, waarvoor dank. Het geeft inzicht in de knelpunten. Ik kan mij op dat punt aansluiten bij de woorden van de heer Bouman. Ook ik ben geschrokken van de hoge kosten van consultancy die in het geheel zitten. Is gecontroleerd of deze kosten daadwerkelijk nodig waren voor het inrichten van een betrekkelijk klein kantoor?

Wethouder RENSEN: Voorzitter. Reagerend op de vragen naar de kosten van inrichting van het RIO, merk ik op dat het een ingewikkelde klus was. Het RIO is een geheel nieuwe organisatie die moest worden ingericht naar passende standaarden. Nadrukkelijk is geïnventariseerd hoe de overgang vanuit de aanleverende organisaties, ook in het kader van de automatisering, tot stand moest worden gebracht. Bekeken is wat het RIO nodig had en wat de GGD en de gemeente konden leveren en wat het zou kosten om het RIO op korte termijn op poten te zetten. In deze fase zijn vele uren gestoken. Consultancy is inderdaad een interessante zaak en er worden hogere prijzen voor betaald dan wij binnen de gemeente gewend zijn aan onze gemeentelijke automatiseerders te betalen. Dit dreef de kosten, naast de inspanningen uit de eerste fase, aanzienlijk op. Voor de tweede fase is nog geen opdracht verleend. Ik ben nog in gesprek met It Cares over een realistische begroting. Dit zal in het bijzonder betrekking hebben op het projectmanagement. Het totaalbedrag voor de tweede fase is met 50.000 verlaagd. U vindt dit nog steeds een interessant bedrag, maar het gaat om een inzet gedurende een behoorlijke periode.

Men moet ervoor zorgen dat de betrokkenen met de automatiseringssystemen kunnen werken. Nogmaals, de opdracht is nog niet getekend en ik houd uw kritische noten in het achterhoofd. Ik zie echter vooralsnog weinig reden om het bedrag op dit ogenblik te verlagen.

De heer KLEINE (STIP): U zegt dat het stuk nog niet getekend is maar in het voorstel staat dat op 1 maart hardware geïnstalleerd wordt.

Wethouder RENSEN: Dat heeft betrekking op de eerste fase die bijna is afgerond. Voor de tweede fase is nu de opdrachtverlening aan de orde en de daadwerkelijke uitvoering daarvan.

De heer BOUMAN (VVD): Ik volsta met het uitspreken van de hoop en de verwachting dat het deel onder ICT.2 lager uitvalt dan op dit moment aangekondigd staat. Ik hoop ook dat daardoor het tekort kleiner wordt, maar ik begrijp wat de wethouder zei. Het gaat niet om een triviale kwestie, maar om een relatief complexe zaak. Dit neemt niet weg dat wij erop vertrouwen dat de wethouder alle "lucht" uit de investeringsplanning haalt.

Ik merk nog op dat het voor onze uiteindelijke afweging gemakkelijker was geweest als wij over alle stukken hadden beschikt. De afweging in dit geval was moeilijk.

Hierbij speelde ook een rol dat de commissievergadering waarin het advies over dit voorstel werd behandeld erg kort voor de raadsvergadering was gepland en het moeilijk was een moment te vinden om met de fractie over dit voorstel van gedachten te wisselen. Het voorstel had haast omdat het RIO volgende week start en volgens mij is een groot deel van de plannen al ingevuld. Het was netter geweest als het college eerder de commissie de gelegenheid had gegeven om over dit voorstel van gedachten te wisselen. Ik hoop dat in de toekomst met dit soort zaken beter rekening wordt gehouden. Ons eindoordeel is dat wij instemmen met de begroting voor 1999, met inbegrip van onze kritische opmerkingen. Wij zien uit naar een terugkoppeling in de commissie over de voortgang van de investeringsplanning.

De heer VAN DEN DOEL (SGP/GPV/RPF): Voorzitter. Ook ik vind het jammer dat wij de kwestie niet eerder besproken hebben. Nu spreken wij over dingen die al in gang gezet zijn zodat wij deels voor een fait accompli worden gesteld. U hebt de zaken doorgelicht en de begroting is bijgesteld. Daarom kan mijn fractie voor het voorstel stemmen, waarbij ik wel opmerk dat bij dit soort zaken kritisch naar de investeringen gekeken moet worden.

Wethouder RENSEN: Voorzitter. Ik dank de raad voor zijn steun en ik zal de commissie over de nadere resultaten inlichten. Ik heb begrip voor de kritiek op de gang van zaken, maar ik verzeker u dat wij nog maar heel kort gereed zijn met het in kaart brengen van het geheel. Dit geldt ook voor de aanpak van de tweede fase waaraan op dit moment nog steeds gewerkt wordt.

Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

terug naar boven