Collegebesluit inzake de
eindrapportage plan “integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam” van de
stuurgroep IODS.
Het college van Delft:
1.
Stelt vast dat het thans
niet gaat om het accorderen van de aanleg van de A4 door Midden Delfland, noch
van het instemmen met nut en noodzaak van aanleg van deze weg,
2.
heeft waardering voor de
integrale, gebiedsgerichte benadering die in de rapportage wordt gekozen,
3.
benadrukt de in de
rapportage aangeduide onverbrekelijke band tussen de integrale en gelijktijdige
uitvoering van het kwaliteitsprogramma voor Midden Delfland en de eventuele
aanleg van de A4, voor welk kwaliteitsprogramma substantiele rijksbijdragen
nodig zijn,
4.
ziet in het
gepresenteerde kwaliteitsprogramma kansen voor een betere bescherming en versterking
van Midden Delfland in landschappelijke en ecologische zin,
5.
ziet kansen voor
verbetering van de leefbaarheid in een aantal stadsdelen van Delft en
Overschie, door afname van de verkeersdruk op de A13 en de Kruithuisweg,
6.
spreekt zijn zorg uit
over de gekozen strategie inzake de waterberging in het gebied en stelt dat dit
niet tot verlies van agrarische functie mag leiden danwel tot verlies van
waterkwaliteit in betreffende gebieden,
7.
stelt dat de 100 ha
natuurinvulling die onderdeel van het plan uitmaakt de openheid van het gebied
niet mag aantasten,
8.
stelt dat met de
rapportage vooral een gezamenlijk startpunt voor het verdere proces is
gemarkeerd, waarin nog vele vragen –bevredigend- beantwoord dienen te worden,
en dat daartoe met name de MER zorgvuldig dient te worden uitgevoerd, daarbij
verwijzend naar de lijst van nog te beantwoorden vragen in bijlage 4 van de
rapportage. Onder meer bestaat zorg of de weg met de in de rapportage
opgenomen, naar ons inzicht minimale, inpassingseisen daadwerkelijk voldoet aan
de gestelde zicht- en geluidgaranties,
9.
acht de in de rapportage
beschreven aanpak aanvaardbaar, onder de navolgende voorwaarden:
a. de door BGSV ontworpen inpassingsvariant, welke een
verdergaande inpassing van de weg aangeeft, wordt als aparte variant meegenomen
in de MER-studie, naast een 0-variant en de –reeds genoemde- “verlengde
veilingroute”-variant,
b. de verdiepte aanleg van de weg ter hoogte van de
aansluiting met de Kruithuisweg, zoals beschreven op blz 17 van de rapportage,
wordt beschouwd als vaststaand onderdeel van het plan, en is derhalve onderdeel
van de “basisvariant”,
10.
is bereid, indien met de
onder punt 9 gestelde voorwaarden wordt ingestemd, de eindrapportage met een
positief advies van het college voor te leggen aan de gemeenteraad van Delft,
11.
Zal het bovenstaande per
omgaande in een brief aan gedeputeerde Norder kenbaar maken.
Delft, 11 september 2001.
Burgemeester en wethouders,
,burgemeester.
,secretaris.