Stuk 84 I                                                                                                         Delft, 20 april 2004.

409747

                                            

Onderwerp: Vaststelling ontwikkelingsplan Van Foreestweg /  Van Kinschotstraat

 

 

Aan de gemeenteraad.

 

Geachte dames en heren,

 

In het noordwest kwadrant van Delft, direct grenzend aan de westzijde van de Provinciale weg ligt de Kuyperwijk. De wijk is gebouwd aan het eind van de jaren ’60. Op de hoek Provinciale weg – Van Foreestweg ligt een trapveld en een kleinschalige éénlaagse bebouwing. Deze open ruimte is hier niet op zijn plaats en vormt in feite een verstoring van de structuur van de wijk. Ontwikkeling van deze locatie biedt de mogelijkheid tot opwaarderen en afronden van dit deel van de Kuyperwijk en het benutten van de mogelijkheid om de ruimtelijke relatie met de (binnen)stad en ruimere omgeving te versterken. Invulling van een locatie als deze past ook binnen het principe van de compacte stad. Daarnaast noodzaken ontwikkelingen op de (woning)markt tot realiseren van gerichte voorzieningen en woningtypes. Hiervoor is de beschikbaarheid van een geschikte locatie een noodzaak.

 

Een ontwikkelaar heeft het initiatief genomen om op de locatie een nieuw woonzorgconcept te realiseren. Op dit moment is op deze plaats een buurtcentrum (Buurtraad ’75) en een peuterspeelzaal gevestigd en wordt het aanwezige groen als trapveldje gebruikt. Herontwikkeling van de locatie biedt de kans voor het bezien van mogelijkheden voor herhuisvesting van deze bestaande functies en toevoeging van andere gewenste voorzieningen. Over het algemeen hebben de bestaande woonblokken een hoogte van 4 woonlagen op een plint. Daarnaast is er sprake van hoogbouw in de vorm van galerijflats van 8 tot 12 lagen. Voor dit gebied zijn plannen in ontwikkeling die voorzien in de bouw van een woonzorgconcept met een maximum van 25 lagen. Tevens zijn er voorzieningen gewenst in de medische sector (een gezondheidscentrum) en een wijkcentrum.

 

De sterkte van de locatie is zijn prominente ligging aan een belangrijke kruising in het noordwestelijke deel van Delft. Het heeft een goede maat voor een robuuste ontwikkeling, die ook nodig is gezien de schaal van de verkeersruimte in de directe omgeving van het plangebied. De wens bestaat om hier een hoogte accent te realiseren dat onderdeel wordt van de al aanwezige hoogte accenten in Delft. Bij de keuze voor hoogbouw worden de stedenbouwkundige randvoorwaarden met name bepaald door de wenselijke landmarkwerking. Dit betekent een bouwhoogte van circa 25 lagen. Daarbij zijn schaduw-, wind- en visuele hinder belangrijke aspecten bij de uitwerking van de bouwplannen. Uit eerste verkennende onderzoeken is gebleken dat bij een ligging van de hogere bebouwing dicht bij de kruising van de provinciale weg geen hinder op bovengenoemde punten ontstaat, mits sprake is van een slanke toren. Bij de hogere bebouwing als accent hoort een lagere bebouwing voor het overige deel van het plangebied. Een zekere robuustheid van deze lagere bebouwing is wenselijk. Hierbij kan worden gedacht aan een bouwhoogte van 2 tot 4 bouwlagen.


De bestaande omgeving geeft aanleiding voor het hanteren van duidelijke rooilijn waarbinnen de nieuwe bebouwing zich moet bevinden. De ecologische functie van de groenstructuur aan twee zijden van het plangebied geven eveneens duidelijke randvoorwaarden ten aanzien van aan te houden afstanden. De locatie leent zich uitstekend om voorzieningen voor de buurt onder te brengen, bijvoorbeeld een gezondheidscentrum en wijkcentrum. Op deze wijze wordt ook een koppeling gelegd met het woonzorgconcept.

 

Noordwest Delft is een wijk die wat betreft zorg relatief weinig voorzieningen kent. Naast het gezondheids- en wijkcentrum is toewijzing van de woningen aan ouderen met een zorgindicatie dan ook een duidelijke wens bij ontwikkeling van het plangebied. Daarbij is het tevens wenselijk dat een deel van het totaal aantal te realiseren woningen in de sociale huursector wordt gerealiseerd.

 

Het plangebied ligt in het bestaand stedelijk gebied van Delft en maakt onderdeel uit van de Kuyperwijk. Het plangebied van deze ontwikkelingsvisie wordt afgebakend door de Van Foreestweg, de Provinciale weg, de Sasboutstraat en de Van Kinschotstraat. De gronden van het te ontwikkelen gebied zijn in eigendom van de gemeente Delft.

Voor het plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan “Uitbreidingsplan Kuyperweg” (vastgesteld 27 januari 1954 en goedgekeurd op 4 januari 1955). Dit bestemmingsplan heeft de basis gevormd voor de realisering van de wijk en geeft daarom grotendeels de bestaande situatie weer. Het plangebied heeft overwegend de bestemming ‘Bijzondere bebouwing’ en ‘tuin of open erf’. Binnen de bestemming ‘Bijzondere bebouwing’ mogen gebouwen worden opgericht met een openbaar of semi-openbaar karakter zoals kerkelijke gebouwen, scholen, wijkgebouwen, bejaardentehuizen en dergelijke. Daarbij zijn met vrijstelling bijbehorende woningen toegestaan. Een maximale bouwhoogte is niet voorgeschreven. Binnen de bestemming ‘tuin en open erf’ is geen bebouwing toegestaan met uitzondering van niet voor bewoning bestemde kleine bijgebouwen als bergingen en garages.  

 

Omdat de beoogde herontwikkeling niet past binnen de juridische regeling voor het gebied is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk, dan wel dient een vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te worden gevolgd.

 

Voor het plangebied is een concept-“Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat” opgesteld, waarin een beschrijving wordt gegeven van de bestaande situatie, de van toepassing zijnde regelgeving, het (gemeentelijk) beleid en de hieruit volgende gewenste ontwikkeling van het gebied. Het ontwikkelingsplan is de ruimtelijke onderbouwing voor de te volgen vrijstellingsprocedure als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De inhoud van het ontwikkelingsplan zal op termijn worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan voor de woonwijken in het noordwestelijke kwadrant van de gemeente Delft.

 

Van 8 december 2003 tot en met 5 januari 2004 heeft het ontwikkelingsplan

Van Foreestweg /Van Kinschotstraat voor inspraak ter inzage gelegen. Het concept-ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat  is op 17 december 2003 gepresenteerd tijdens een inloopbijeenkomst in de Altena Hoeve.

Het plan is toegelicht met tekeningen, foto’s en teksten op panelen. De presentielijst is door 27 insprekers getekend. Bij een zogenoemd inspraakloket is gelegenheid geboden mondeling een visie op het voorgenomen plan te geven. Van deze mondelinge inspraak is een verslag gemaakt.

 

De volgende personen hebben schriftelijk inspraak gegeven op het ontwikkelingsplan:

1.       mevrouw M. van der Tempel, Van Adrichemstraat 9, 2614 BJ Delft. Getekend op 17 december 2003, ingekomen op 22 december 2003;

1.       mevrouw J. van Dijk, van Groenewegenstraat 76, 2614 BH Delft. Getekend op 22 december 2003, ingekomen op 29 december 2003;

1.       E.J. Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25, 2614 XP Delft. Getekend op 28 december 2003, ingekomen op 30 december 2003;

1.       Gemeenschappelijke inspraakreactie van 2 januari 2004, ingekomen op 5 januari 2004. Ondertekend door 26 insprekers. De persoonsgegevens zijn toegevoegd in bijlage 1.

1.       H. Haakman, Van Adrichemstraat 339, 2614 BS Delft. Ingekomen op 5 januari 2004.

  1. M. van der Tempel, Van Adrichemstraat 9, 2614 BJ Delft. Getekend op 17 december 2003, ingekomen op 22 december 2003;
  2. J. van Dijk, van Groenewegenstraat 76, 2614 BH Delft. Getekend op 22 december 2003, ingekomen op 29 december 2003;
  3. E.J. Monteny-Lander, Van Kinschotstraat 25, 2614 XP Delft. Getekend op 28 december 2003, ingekomen op 30 december 2003;
  4. G. Abraham en F. Abraham-Ogterop en N. de Waal en E. de Waal mede ondertekend door 22 buurtbewoners (persoonsgegevens opgenomen in bijlage 1) van Kinschotstraat 17 en 19, 2614 XJ Delft van 2 januari 2004, ingekomen op 5 januari 2004.

Aangevuld bij schrijven van 26 februari 2004, mede ondertekend door 207 buurtbewoners.

  1. H. Haakman, Van Adrichemstraat 339, 2614 BS Delft. Ingekomen op 5 januari 2004.

 

In het kader van art. 10 Bro is het ontwikkelingsplan Van Foreestweg/ Van Kinschotstraat op 11 december 2003 naar de volgende instanties gestuurd:

1.       Stadsgewest Haaglanden Postbus 66, 2501 CB Den Haag;

2.       Centraal Overlegorgaan Woningcorporaties Delft, Marlotlaan 5, 2614 GV Delft;

3.       Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening in de provincie Zuid-Holland,        Postbus 1160, 2001 BD Haarlem;

4.       Hoogheemraadschap Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft;

5.       Provinciaal Planologische Commissie secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP    Den Haag;

 

Er zijn reacties binnengekomen van:

1.       Hoogheemraadschap van Delfland, Postbus 3061, 2601 DB Delft

                  Getekend 19 januari 2004, ingekomen 27 januari 2004;

2.       Provinciale Planologische Commissie, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Getekend 9 maart 2004, ingekomen 10 maart 2004.

De ingekomen reacties zijn samengevat en beantwoord in de Nota Inspraak en Overleg Ontwikkelingsplan Van Foreestweg/Van Kinschotstraat.

De aanvullende inspraakreactie (onder 4) is 8 weken na verstrijken van de inspraaktermijn ingekomen. Wegens deze forse termijnsoverschrijding en ter voorkoming van precedentwerking is deze reactieBuiten de inspraaktermijn zijn nog inspraakreacties binnengekomen, die wegens het overschrijden van deze termijn niet in de Nota Inspraak en overleg beantwoordzijn .

 

De reacties richten zich voornamelijk tegen de hoogbouw van de toren en de daarmee samenhangende windoverlast en het verlies van vrij uitzicht en zonlicht.

Verder voorzien insprekers verkeerstechnische problemen in de omgeving van de woonflat door de toe- en afvoer van verkeer. De overlegreacties hebben met name betrekking op de paragraaf milieu in het ontwikkelingsplan.

 

Woontoren

De geplande nieuwbouw heeft gevolgen voor het beeld van en uitzicht in het gebied. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan laat echter ter plaatse al bebouwing toe en stelt geen eisen aan de toegestane bouwhoogte. , doch dit is gelet op het bestemmingsplan en de stedelijke situatie aanvaardbaar. Intensivering van ruimtegebruik door middel van de woontoren past binnen het rijks-, provinciaal-, regionaal en gemeentelijke beleid om gebruik van grond te intensiveren op die plaatsen die passend worden geacht (die plaatsen die gelegen zijn in de directe omgeving van de binnenstad en die goed ontsloten zijn voor verkeer) en andere plaatsen juist ontzien (bijvoorbeeld het buitengebied).

Gegevenlet de op de bestaande bouwmogelijkheden in het thans geldende bestemmingsplan wordt de verandering van de bezonning niet onaanvaard­baar geacht. Gelet op de hoogte en afstand van de nieuwbouw tot bestaande bebouwing en vooral de draairichting van de zon blijkt niet dat de daglichttoetreding zodanig wordt beïnvloed dat onder normale omstandigheden overdag de verlichting aan hoeft.

Een nader windhinder onderzoek zal nog verricht worden bij de aanvraag van de bouwvergunning. Het windhinder onderzoek is in juli 2004 afgerond. Vrije uitzicht

 

Verkeer

Als gevolg van Door de realisatie van de Delftse woningbouwplannen in de Harnaschpolder en de woontoren zal het aantal verkeersbewegingen het wat drukker worden op de Van Foreestweg toenemen, maar niet zodanig dat het hinderlijk of onveilig wordt. Berekeningen met het verkeersmodel geven aan dat de Van Foreestweg de autostroom aankan. Het kruispunt Van Foreestweg - Provinciale Weg moet echter worden aangepast door middel van het verwijderen van de “vanglichten” op de kruising voor de linksaf-­bewegingen, het aanpassen van de rijstrookindelingen voor de verkeerslichten en het verlengen van een aantal opstelvakken.

Zodoende kan ruimte worden geboden voor betere en veilige verkeersregeling.

Op de pProvinciale wWeg zelf zullen zich, met een aangepaste kruising, hier ter plaatse geen problemen voordoen. De verkeersdrukte zal aldus toenemen op de Van Foreestweg en de provinciale weg maar deze toename zal gelet op de onderzoeksgegevens niet leiden tot een onveilige of anderszins onaanvaardbare situatie. De verkeerstoename als gevolg van het voorliggende bouwplan daarbij van zeer beperkte invloed zijn.

 

Om voornoemde redenen hebben deze inspraakreacties niet geleid tot aanpassing van het ontwikkelingsplan. De overlegreacties hebben geleid tot geringe aanpassingen van de milieuparagraaf van het ontwikkelingsplan.

 

Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie duurzaamheid stellen wij u voor het Ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat vast te stellen.

 

Hoogachtend,

 

Burgemeester en wethouders van Delft,

 

 

 

H.M.C.M. van Oorschot             ,burgemeester.

 

 

 

H.G.L.M. Camps                       ,secretaris.

 


Stuk 84 II

409747

 

 

De raad der gemeente Delft,

 

gelezen het voorstel van het college van 20 april 2004;

 

gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de nota “Evaluatie wijziging WRO” en met inachtneming van het advies van de commissie Duurzaamheid;

 

b e s l u i t:

 

het ontwikkelingsplan Van Foreestweg / Van Kinschotstraat vast te stellen.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 april 2004.

 

 

 

                                                           ,burgemeester.

 

 

 

                                                           ,griffier.