Op 15 maart 2005 vond van 19:00 tot 20:30 de hoorzitting plaats van het bestemmingsplan Harnaschpolder Delft. Gedurende deze hoorzitting hebben 11 personen hun zienswijzen mondeling toegelicht. Hiervan is verslag gemaakt.  In het onderstaande wordt er ingegaan op die onderdelen van de mondelinge toelichtingen die naar ons oordeel onvoldoende aan de orde in gekomen in de nota zienswijzen.

 

Algemeen wordt opgemerkt dat de verwijzingen in de Nota Zienswijzen zijn gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd.

 

Convenant

De gemeente Delft is van mening dat het voorliggende bestemmingsplan past binnen de afspraken zoals overeengekomen in het convenant met de gemeente Schipluiden van augustus 2000. De opmerking van EBH advocaten dat die stelling onvoldoende gemotiveerd is, wordt niet onderbouwd en kan derhalve niet leiden tot aanpassingen.

 

Hoogteaccenten

De verschillende mogelijkheden voor de plaatsing van hoogteaccenten zijn bestudeerd. Ter verduidelijking zijn de tekeningen van deze studie bijgevoegd. Dit heeft ertoe geleid dat er voor het accent is gekozen zoals deze is aangegeven in het vast te stellen bestemmingsplan. Wij zijn van mening dat het accent past binnen de gedachte van het convenant gezien de gehele opbouw van de wijk.

 

Ontsluiting

De opmerking dat de ontsluiting van het plangebied onduidelijk is, wordt door de gemeente niet gedeeld. Het plangebied zal door middel van een hoofdweg via de Kristalweg ontsloten worden. Deze ontsluiting zal ten hoogte van de Dijkshoornseweg voorzien zijn van een knip voor autoverkeer. Het westelijk deel van het plangebied zal in ieder geval ontsloten worden middels een weg aangesloten op de hoofdontsluiting binnen de buurgemeente Midden-Delfland. De verdere ontsluiting van het plangebied is onderdeel van nadere uitwerking en zodoende geen onderdeel van een globaal bestemmingsplan.

 

Woongebied WIII zal ontsloten worden via de Kristalweg. Daarnaast zal er ten noorden van het plangebied een ontsluiting komen op de Zuidweg, zodra deze weg is aangelegd vanaf de A4 tot de Provinciale Weg.

 

Privaatrechtelijke bedingen

Door de gemeente is bij de zienswijzen van de heer Nowee verwezen naar een uitspraak van 24 november 1994 (AB 1995/349). In deze uitspraak is bij Koninklijk Besluit bepaald dat het ruimtelijke ordeningsrecht er niet toe dient om op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst verkregen persoonlijke rechten zakelijke werking te verlenen door overneming ervan in een bestemmingsplan. Uit deze uitspraak kan geconcludeerd worden dat privaatrechtelijke zaken, zoals een kettingbeding opgenomen in een koopovereenkomst, niet over genomen dienen te worden in een bestemmingsplan.

 

Situering school

De exacte locatie van de school is onderwerp van nadere studie. In de uitwerkingsplannen zal hierin een keuze worden gemaakt. De bestemming uit te werken woongebied als onderbreking van het lint is als zodanig opgenomen omdat de locatie onderdeel uit maakt van het uit te werken gebied.

 

Watergangen

In de commissie Duurzaamheid is het onderdeel eigendomsverhoudingen met betrekking tot het openbaar water aan de orde geweest.

In hoofdzaak betreft dit privaatrechtelijke zaken die het eigendomsrecht en niet het wateroppervlak en gebruiksbepalingen regelen.

 

Het volgende is aan de orde met betrekking tot het privaatrechtelijke deel :

-                      waar er openbaar water wordt aangelegd in aansluiting op water wat in privé eigendom is uitgegeven, zal het  bestaande eigendomsrecht worden gerespecteerd. Het aanvullende water zal in principe niet in eigendom worden uitgegeven waarbij het onderhoud en de daarmee gemoeide kosten zullen worden verdeeld over tussen de eigenaar en de gemeente. Hierover dienen afspraken gemaakt te worden los van de opname in het bestemmingsplan.

-                      Als er water volledig in eigendom is dan blijft dit zo.

-                      Als er volledig nieuw water wordt aangelegd dan blijft dit openbaar gebied.

 

Waterwoningen

 

Onderzoek en opdracht

De verantwoordelijk wethouder (C. Baljé) heeft mandaat om uitvoering te geven aan het collegeprogramma. Als daarin staat dat er een onderzoek moet komen, is het aan de wethouder hiertoe daadwerkelijk gericht opdracht te geven. Die opdracht is op basis van de notitie van 8 januari 2004 rechtstreeks verstrekt aan de projectgroep Harnaschpolder. De studie naar locatiemogelijkheden voor waterwoningen is uitgevoerd in de werkgroep uitwerking deelgebieden. Dit heeft geleid tot de benoemde locaties met waterwoningen.

 

Conclusie:

Ondanks het feit dat de waterwoningen niet zijn opgenomen in het masterplan is de realisatie van waterwoningen mogelijk op twee locaties in Harnaschpolder Delft. Dit is op verzoek van het college en door voortschrijdend inzicht onderzocht en mogelijk gebleken.

 

 

Met de vrees voor inbreuk op privacy van de bewoners van Hof van Azuur 27 t/m 49 is rekening gehouden door:

·         het reduceren van het aantal waterwoningen

·         het wijzigen van de ligging

·         het reduceren van de afmetingen

 

De argumenten om eventueel geen waterwoningen te realiseren kunnen zijn:

·         te verwachten financiële opbrengst

·         onderbreking ecologische structuur

·         ingaan op blijvende bezwaren van bewoners

 

Werken met maquette

Betreffende de maquette wordt aangegeven dat het gebruikelijk is dat in een dergelijk groot project maquettes worden gemaakt als studiemateriaal. Hiermee kan de haalbaarheid van een globaal bestemmingsplan bestudeerd worden. Zoals reeds aangegeven in de commissie is deze maquette slechts een studieobject en zal het in de verdere publicaties verwijdert worden.

 

Woningaantallen

In de gehele planvorming van het bestemmingsplan is er aangegeven dat er 1300 woningen worden gerealiseerd met vrijstellingsmogelijkheid. De vrijstellingmogelijkheid van 50 woningen staat aangegeven in artikel 14 lid 1 onder a.