Z E S D E  V E R G A D E R I N G

 

 

 

op donderdag 28 juni 2007 om 19.00 uur.

 

 

Overzicht van de verhandelende punten

 

 

                                                                                                                         

 

 

Stuknr.

 

 

 

 

 

133.

Opening en mededelingen

 

 

134.

Notulen

 

 

135.

Van anderen ingekomen stukken

 

 

136.

Voorstel inzake leerstoel knowlegde Management and Regional Economy / vaststelling van de 39e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

101

 

137.

Voorstel inzake gemeentelijke bijdrage aan “nieuw”agentschap DEA/EAZ / vaststelling van de 58e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

108

 

138.

Voorstel inzake kosten huisvesting groot gezin / vaststelling van de 37e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

103

 

139.

Voorstel inzake stimuleringssubsidie aanschaf fietskarren buitenschoolse opvang / vaststelling van de 49e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

104

 

140.

Voorstel inzake inkoopnota inburgeringsvoorzieningen / vaststelling van de 51e wijziging van de gemeentebegroting

109

 

141.

Voorstel tot vaststelling van de subsidieverordening Locatiegebonden Subsidies en de 52e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

110

 

142.

Voorstel tot het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ten behoeve van een onderwijsvoorziening in de Harnaschpolder / vaststelling van de 67e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

112

 

143.

Voorstel inzake de gevolgen van de WI op de WEB / vaststelling van de 60e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

113

 

144.

Voorstel inzake nota integrale jeugdgezondheidszorg Delft 2007 / vaststelling van de 69e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

115

 

145.

Voorstel inzake kredietaanvraag ten behoeve van de verplaatsing Dienstencentrum / vaststelling van de 48e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

116

 

146.

Voorstel inzake kredietaanvraag buurtgebouw Bomenwijk / vaststelling van de 14e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

106

 

147.

Voorstel tot instemming met de ontwerp-jaarrekening 2006, de ontwerpprogrammabegroting 2008 van de GGD Zuid-Holland West en met de concept-reactie aan het bestuur

117

 

148.

Voorstel tot vaststelling van de jaarstukken 2006 en de programmabegroting 2008-2012 van de gemeenschappelijke regeling Brandweer Delft-Rijswijk

120

 

149.

Voorstel tot wijziging van de afvalstoffenverordening in verband met de bevoegdheid van de reinigingsinspecteurs

99

 

150.

Voorstel inzake aanvraag reserve energiebesparende maatregelen voor aanbesteding Openbaar Vervoer concessies op aardgas / vaststelling van de 50e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

92

 

151.

Voorstel tot vaststelling van het verdeelvoorstel WWB Werkbudget 2007 / vaststelling van de 75e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

122

 

152.

Voorstel tot vaststelling van de eerste wijziging van de verordening Marktgelden 2007

123

 

153.

Voorstel tot vaststelling van de 2e Algemene Raads Begrotingswijziging en de 23e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

124

 

154.

Voorstel inzake aanschaf nieuwe RIS-module

121

 

155.

Voorstel tot vaststelling van het ontwikkelingsplan Studentenhuisvesting Rotterdamseweg 139

118

 

156.

Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2008 Bedrijvenschap Harnaschpolder

128

 

157.

Voorstel tot vaststelling van de 11e en 12e wijziging van de Bouwverordening Delft

129

 

158.

Voorstel tot het beschikbaar stellen van een rendabel krediet ad € 5,0 miljoen voor de verwervingen in de Spoorzone

131

 

159.

Motie van de fractie van Stadsbelangen inzake Randstad 380 kV-verbinding

 

 

160.

Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Noordoost

130

 

161.

Voorstel tot vaststelling van:

 

 

 

a. het Meerjarenprogramma Vastgoed 2007-2010

102

 

 

b. de 63e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
    2007

119

 

162.

Voorstel tot vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening 2007

125

 

163.

Voorstel tot vaststelling van de kadernota

126

 

164.

Voorstel tot vaststelling van de gewijzigde subsidiesystematiek en de kaderverordening subsidieverlening

127

 

165.

Voorstel tot vaststelling van het voorbereidingskrediet Nieuw Stadskantoor en de 57e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

132

 

166.

Voorstel inzake nota uitbreiden fietsparkeren station / vaststelling van de 71e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

111

 

167.

Voorstel inzake optimaliseren inrichting Bastiaanplein / vaststelling van de 72e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

114

 

168.

Voorstel tot vaststelling van de wijziging verordening voorzieningen politieke ambtsdragers

95

 

169.

Sluiting

 

 


Voorzitter: de heer mr. drs. G.A.A. Verkerk, burgemeester.

 

Aanwezig zijn: de heren De Bie, Blinker, Bot, Clason, Damen, mevrouw Dekker, de heer Van Doeveren, mevrouw Van Empel, de heren Guldemond en Harpe, mevrouw Van der Hoek, mevrouw Van Holst, mevrouw De Jong, mevrouw Junius, de heren Keuvelaar, Kiela, De Koning, Kroon, Van Leeuwen, Meuleman en Mousavi Gourabi, mevrouw Norbruis, de heer De Prez, mevrouw Van Rossum, de heer Sipkema, mevrouw Steffen, mevrouw Stolker, de heren Stoop, Tas, de heren Van Til, Van Tongeren en Vokurka, mevrouw Van der Werf, de heren De Wit en Witsenboer.

 

Raadsgriffier: mevrouw Y. van Delft

 

133. De VOORZITTER: Ik open de vergadering.

 

Eventuele hoofdelijke stemmingen beginnen vandaag bij nr. 11 van de presentielijst, de heer Witsenboer.

 

Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Stoelinga en mevrouw Thoolen, wegens ziekte. Mevrouw Dekker komt iets later.

 

Vanavond zijn uitgereikt: een definitieve bespreekagenda, een definitieve hamerstukkenagenda, een definitieve lijst ingekomen stukken, een definitieve lijst stukken in leesmap, een nieuw stuk 130 (voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Noordoost), een gewijzigde versie van het erratum behorende bij de vergadering van 4 juni 2007 en een motie van de fractie van Stadsbelangen inzake de Randstad 380 kV-verbinding. Ik zag ook nog twee andere papieren op mijn bureau liggen; die zult u ook hebben aangetroffen.

 

134. Handelingen van de gemeenteraadsvergaderingen van 31 mei 2007 + besloten gedeelte en 4 juni 2007 + besloten gedeelte.

 

De VOORZITTER: Ik maak hierbij de kanttekening dat uit de Handelingen van 4 juni 2007 is gebleken dat amendement A7 door mij verkeerd is afgeconcludeerd: het is aangenomen in plaats van verworpen. Dat is onbegrijpelijk. Tegen het amendement waren de fracties van GroenLinks, STIP, de SP en D66. Dat is dus in de Handelingen verwerkt.

 

Met deze wijziging worden de Handelingen vastgesteld.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Er zijn Handelingen van besloten delen. Die heb ik niet gekregen en die hebben wij niet gezien. Het gaat om dit principe: wanneer de besluiten over Avalex en Bacinol genomen zijn, ga ik ervan uit dat die Handelingen openbaar worden.

 

De VOORZITTER: Nee. In die vergadering heb ik al gezegd dat die Handelingen op een gegeven moment openbaar kunnen worden, wanneer het vertrouwelijke belang eraf is. Er komt dus een moment dat het vertrouwelijke belang er niet meer is. Dan zullen wij het openbaar maken. Die afspraak hebben wij toen gemaakt en die maken wij ook nu. Daar moet u dus even op wachten.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Wanneer is dat dan? Kunt u mij aangeven wanneer dat belang eraf is? Volgens mij is dat wanneer de deal gesloten is en wanneer de overdracht heeft plaatsgevonden.

De VOORZITTER: Dat zullen wij gezamenlijk in de raad vaststellen, want de raad heeft ook gezamenlijk besloten over de vertrouwelijkheid. Ik denk dat de raad ook gezamenlijk gaat besluiten over het openbaar maken. Er komt dus een moment waarop dat gebeurt, maar dat gaan wij wel gezamenlijk doen. Daar moeten wij dus nog even mee wachten.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): De besloten Handelingen komen dus nog terug op een agenda.

 

De VOORZITTER: Ooit zal dat gebeuren, denk ik.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Daar houd ik u aan.

 

De VOORZITTER: Om het openbaar te maken; dat wilt u toch?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ja.

 

De VOORZITTER: Dat doen we wanneer de tijd daar rijp voor is en dat doen wij met z'n allen hier in de raad.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Of wanneer ik vind dat de tijd daar rijp voor is.

 

De VOORZITTER: Ja, dat komt dus aan de orde.

 

135. Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken.

 

NR

DATUM

AFZENDER

ONDERWERP

AFDOENINGSVOORSTEL

59

29 mei 2007

Stadsgewest HaaglandenHollaZZZlachtofferhulp NEderland

Voorlopig ontwerp- Regionaal Milieuplan Haaglanden 2008 - 2012

Reeds geagendeerd in commissie EMCR, reactie uiterlijk 19 juli naar Stadsgewest

60

1 juni 2007

NUSO Speelruimte Nederland

Brief over financiële ondersteuning speeltuinen

Voor kennisgeving aannemen

61

31 mei 2007

LOC

Brief over problemen uitvoering huishoudelijke verzorging Wmo

Voor kennisgeving aannemen, desgewenst betrekken bij beleidsvoorbereiding

62

30 mei 2007

De heer R. Kiel

Evaluatie referendum camping Delftse Hout

Betrekken bij commissie extern over onderwerp ter zake

63

31 mei 2007

Aantal: 9

Reactie voortontwerp bestemmingsplan Zuidwest, dg 2

T.z.t. betrekken bij raadsvoorstel ter zake

64

30 mei 2007

Belangenvereniging TU-Noord

Brief over onttrekking aan de openbaarheid Mekelweg

Voor kennisgeving aannemen

65

31 mei 2007

Milieudefensie

Oproep om als gemeente mee te doen aan de dag van de vooruitgang

Voor kennisgeving aannemen

66

Juni 2007

Adviescommissie voor bezwaarschriften

Jaarverslag 2006

Doorverwijzen naar commissie BestWe

67

30 mei 2007

ARAG rechtsbijstand

Bezwaar tegen afwijzing planschadevergoeding; procedurele brief

In handen van Kamer I ACB stellen ter afdoening

68

7 juni 2007

Bewonersgroep Tegen Vliegtuigoverlast BTV

Brief over regeringsvluchten op Rotterdam Airport

Voor kennisgeving aannemen

69 niet in map

8 juni 2007

Deloitte

Rapport van bevindingen jaarrekening 2006 en accountantsverklaring jaarrekening

Reeds betrokken bij behandeling jaarrekening 2006

70

11 juni 2007

KNNV Delft

Brief aan college over flora en fauna Zuidplantsoen

Antwoord college in afschrift aan raad zenden

71

14 juni 2007

Mevrouw V. Hoogendoorn

Problemen aangepast vervoer voor schoolkinderen

In handen van het college steller ter afdoening, met afschrift aan de raad

72

18 juni 2007

Gemeente Opsterland

Motie vervroegen horecasluitingstijden ter voorkoming overmatig alcoholgebruik jongeren

Voor kennisgeving aannemen

73

15 juni 2007

ACB, Kamer I

Procedurele brief m.b.t. bezwaar afwijzing verzoek Planschade

Voor kennisgeving aannemen

74

19 juni 2007

ACB, Kamer I

Procedurele brief m.b.t. bezwaar afwijzing verzoek Planschade

Voor kennisgeving aannemen

75

19 juni 2007

Raad van State

Procedurele brief m.b.t. beroep tegen bp Gedeeltelijke herziening Schieoevers Noord en Zuid – omgeving station Delft Zuid

In handen van het college stellen ter afdoening

76

25 juni 2007

Platform detailhandel Nederland e.a.

Deelname verkiezing Beste Binnenstad 2007

In handen van het college stellen ter afdoening

 

Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders wordt besloten.

 

136.  Voorstel inzake leerstoel knowledge Management and Regional Economy / vaststelling van de 39e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 101 – 20238497).

 

137. Voorstel inzake gemeentelijke bijdrage aan “nieuw” agentschap DEA/EAZ / vaststelling van de 58e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 108 – 20280091).

 

138. Voorstel inzake kosten huisvesting groot gezin / vaststelling van de 37e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 103 – 20252617).

 

139. Voorstel inzake stimuleringssubsidie aanschaf fietskarren buitenschoolse opvang / vaststelling van de 49e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 104 – 20269492).

 

140. Voorstel inzake inkoopnota inburgeringsvoorzieningen / vaststelling van de 51e wijziging van de gemeentebegoting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 109 – 20269290).

 

141. Voorstel tot vaststelling van de subsidieverordening Locatiegebonden Subsidies en de 52e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 110 – 20268829).

 

142. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ten behoeve van een onderwijsvoorziening in de Harnaschpolder / vaststelling van de 67e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 112 – 20280727).

 

143. Voorstel inzake de gevolgen van de WI op de WEB / vaststelling van de 60e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 113 – 20256717).

 

144. Voorstel inzake nota integrale jeugdgezondheidszorg Delft 2007 / vaststelling van de 69e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 115 – 20281996).

 

145. Voorstel inzake kredietaanvraag ten behoeve van verplaatsing Dienstencentrum / vaststelling van de 48e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 116 – 20269137).

 

146. Voorstel inzake kredietaanvraag buurtgebouw Bomenwijk / vaststelling van de 14e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 106 – 20239791).

 

147. Voorstel tot instemming met de ontwerp-jaarrekening 2006, de ontwerp-programmabegroting 2008 van de GGD Zuid-Holland West en met de concept-reactie aan het bestuur.

(Stuk 117 – 20281192).

 

148. Voorstel tot vaststelling van de jaarstukken 2006 en de programmabegroting 2008-2012 van de gemeenschappelijke regeling Brandweer Delft-Rijswijk.

(Stuk 120 – 20282236).

 

149. Voorstel tot wijziging van de afvalstoffenverordening in verband met de bevoegdheid van de reinigingsinspecteurs.

(Stuk 99 – 20280903).

 

150. Voorstel inzake aanvraag reserve energiebesparende maatregelen voor aanbesteding Openbaar Vervoer concessies op aardgas / vaststelling van de 50e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 92 – 20270189).

 

151. Voorstel tot vaststelling van het verdeelvoorstel WWB Werkbudget 2007 / vaststelling van de 75e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 122 – 20283268)

 

152. Voorstel tot vaststelling van de eerste wijziging van de verordening Marktgelden 2007.

(Stuk 123 – 20283299).

 

153. Voorstel tot vaststelling van de 2e Algemene Raads Begrotingswijziging en de 23e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 124 – 20280399).

 

154. Voorstel inzake aanschaf nieuwe RIS-module.

(Stuk 121 – 20291088).

 

155. Voorstel tot vaststelling van het ontwikkelingsplan Studentenhuisvesting Rotterdamseweg 139.

(Stuk 118 – 20280061).

 

156. Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2008 Bedrijvenschap Harnaschpolder.

(Stuk 128 – 20282380).

 

157. Voorstel tot vaststelling van de 11e en 12e wijziging van de Bouwverordening Delft.

(Stuk 129 – 20282794).

 

158. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een rendabel krediet ad € 5,0 miljoen voor de verwervingen in de Spoorzone.

(Stuk 131 – 20286357).

 

Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb een stemverklaring over het voorstel inzake kosten huisvesting groot gezin / vaststelling van de 37e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007. Dat gaat over het grote gezin in de Dasstraat. De gemeente trekt daar 5600 euro voor uit. Wij zijn tegen dat voorstel, omdat wij vinden dat dit buiten het beleid valt. De gemeente zou immers in feite alleen urgenties moeten verlenen en geen financiële ondersteuning.

 

Ik heb ook een stemverklaring over het voorstel inzake aanvraag reserve energiebesparende maatregelen voor aanbesteding openbaarvervoerconcessies op aardgas. De fractie van Leefbaar Delft vindt dat dit gekoppeld is aan de concessie. Wij hebben ermee ingestemd dat het op aardgas mag, maar eigenlijk vonden wij dat het college in Haaglanden moest wachten, omdat een meerderheid van de Tweede Kamer, bestaande uit de PvdA, GroenLinks, de SP en de PVV, van mening lijkt te zijn dat aanbesteding van het openbaar vervoer in de grote steden niet verplicht is. Daarom zijn wij nu tegen, want anders lijkt het net alsof wij daarvoor zouden zijn. Wij vinden dus nog steeds dat het standpunt moet worden uitgesteld in afwachting van de Kameruitspraak.

 

De VOORZITTER: Uw fractie krijgt de aantekening dat zij geacht wenst te worden tegen deze voorstellen te hebben gestemd.

 

Ik heb een ordevoorstel over de bespreekagenda. Zoals u misschien bij de deur hebt gezien, zijn er burgers in deze stad die actie voeren tegen bovengrondse aanleg van de 380 kV-lijn. Daar is ook een motie over aangekondigd door de fractie van Stadsbelangen. Ik stel voor om die motie nu als eerste te behandelen en om bij de rest van de agenda het fietsparkeren, het Bastiaanplein en de Verordening voorzieningen politieke ambtsdragers naar achteren te schuiven, omdat zij uitstel kunnen lijden en de andere voorstellen eigenlijk niet.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Kunt u even aan de publieke tribune vragen of daar iemand voor het Bastiaanplein zit?

 

De VOORZITTER: Is er iemand voor het Bastiaanplein? Dat is niet het geval. Dat gaat dus goed. Dan gaan wij het dus doen overeenkomstig mijn voorstel.

 

159. Motie van de fractie van Stadsbelangen inzake Randstad 380 kV-verbinding.

 

De VOORZITTER: Door de fracties van Stadsbelangen, de PvdA, GroenLinks, het CDA, de ChristenUnie/SGP, D66 en Stadsbelangen is de volgende motie ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2007,

 

constaterende dat:

 

·        TenneT voornemens is om bovengronds een nieuwe 380 kV- hoogspanningsverbinding aan te leggen ten westen van Delft door het recreatiegebied Kerkpolder en ten zuiden van Delft door het recreatiegebied Abtswoude;

·        GS van Zuid-Holland in hun zienswijze op het kabinetsvoornemen planologische kernbeslissing 'PKB Randstad 380 kV-verbinding' pleit voor bovengrondse aanleg in het genoemde gebied;

·        het college van B&W door middel van het indienen van zienswijzen d.d. 9 januari 2007 (kenmerk 20194548) er met klem op heeft aangedrongen om dit tracé ondergronds aan te leggen;

 

overwegende dat:

 

·        een bovengrondse uitvoering kan leiden tot mogelijk schadelijke effecten door elektromagnetische velden;

·        dit niet acceptabel is in de nabijheid van gevoelige bestemmingen, zoals recreatiegebieden, woningen, sportfaciliteiten en kinderopvang;

·        het noodzakelijk is om de druk op te voeren ter ondersteuning van de ingediende zienswijze van het college;

 

draagt het college op, alle geëigende bestuurlijke middelen te ondernemen ten behoeve van een ondergrondse aanleg van de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Het is goed om te melden dat onze fractie de motie wel heeft ingediend, maar mede namens een aantal andere fracties in deze raad, namelijk de fracties van de PvdA, GroenLinks, het CDA, de ChristenUnie/SGP, D66 en Leefbaar Delft. Het is dus niet alleen een motie van de fractie van Stadsbelangen.

 

Ik kan kort zijn, want de motie verwoordt voldoende waarom wij haar hebben ingediend. Wij hebben het signaal gehoord dat dit eigenlijk een "open deur"-motie is. Daar is onze fractie het niet mee eens, want wij leven in een duaal stelsel. Een college kan een standpunt innemen, maar het is ook belangrijk dat een gemeenteraad een standpunt inneemt en elk signaal is er eentje.

 

Ik werd er door mijn technische buurman aan de rechterkant, de heer Guldemond, op gewezen dat de term "magnetische velden" niet zou inhouden dat zij schadelijk zijn. Er zijn immers ook magnetische velden die niet leiden tot schade. Hij opperde mij daarom om de term "elektromagnetische velden" te gebruiken. Ik wil dus graag "elektro" eraan toevoegen. Dan weten wij in ieder geval waarover wij het hebben.

 

De heer VOKURKA (D66): Mag ik de heer Guldemond een vraag stellen?

 

De VOORZITTER: Alleen over het woordje "elektro", want ik ben geneigd om de heer Meuleman te volgen.

 

De heer VOKURKA (D66): Ik ook, maar gaat de heer Guldemond de motie nu ook steunen? Behoort hij tot de mede-indieners of niet? Hij heeft nu immers een belangrijke toevoeging gedaan.

 

De VOORZITTER: Wij gaan eerst het procedurele punt afronden. Het woorddeel "elektro" wordt aan de motie toegevoegd, want dat is wetenschappelijk en technisch beter.

 

De motie wordt in die zin gewijzigd dat het woord "magnetische" wordt gewijzigd in "elektromagnetische".

 

De heer GULDEMOND (STIP): Ik wil de vraag van de heer Vokurka graag beantwoorden. Na deze cruciale aanvulling kan ik akkoord gaan met de motie.

 

De heer VOKURKA (D66): Daar ben ik erg blij mee.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Wij willen vanwege allerlei argumenten - schadelijke effecten et cetera - te allen tijde voorkomen dat zo'n hoogspanningskabel zo dichtbij woonwijken komt te liggen. Wij hechten er belang aan dat ook de Delftse gemeenteraad een uitspraak hierover doet als extra signaal, ook aan de bewoners van deze stad.

 

De VOORZITTER: Volgens mij is de hele raad het hiermee eens en het college ook. Wij zouden ons dus kunnen beperken in de woordvoering. Wil er toch nog iemand het woord?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij hebben in 2002 gewaarschuwd voor de verkoop van de aandelen TZH in het hoogspanningsnet. Wij hadden 10% van die aandelen. Met de verkoop van al die aandelen hebben wij onze zeggenschap verloren, net zoals bij de EZH. Deze hele raad heeft daar toen mee ingestemd. Die verkoop leverde 8 miljoen euro op. Toen is min of meer besloten dat het geld dat uit die pot zou komen, weer besteed zou worden in de energiebezuinigende sector. Mijn vraag aan het college is dan ook: op welke wijze kan die 8 miljoen euro ingezet worden om mogelijk tot een ondergrondse aanleg te komen? Dat geld zou daar immers in feite voor gereserveerd moeten zijn.

 

De VOORZITTER: Er zijn verder geen woordvoeringen. Ik denk dat de motie door een overweldigende meerderheid wordt gesteund. Er is nog een klein vraagje voor het college.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Het college beschouwt het belang van de gezondheid van onze inwoners natuurlijk als een van de belangen die wij dienen te steunen. Men heeft het college dan ook in verschillende vormen, via verschillende portefeuillehouders en op verschillende manieren kunnen zien in dit debat, ook ten aanzien van de inspraak. Daarmee zou je de motie, zoals de heer Meuleman het verwoordde, kunnen zien als een "open deur"-motie, maar ik begrijp dat er bij de gemeenteraad behoefte bestaat om toch nadrukkelijk aan te geven dat de gezondheid van onze inwoners en het openhouden van Midden-Delfland belangen zijn waar ook de gemeenteraad graag voor staat. Wij hopen dan ook van harte dat de gemeenteraad niet alleen deze motie, maar ook andere middelen - uiteraard geëigende bestuurlijke middelen - zal gebruiken om zijn mening naar voren te brengen en dezelfde oproep dus ook tot zichzelf richt.

 

Gelet op de nog lopende discussie en onderhandelingen, lijkt het mij niet erg verstandig om nu al te speculeren of wij gelden zouden moeten inzetten voor het ondergronds maken van het tracé. Het signaal van de fractie van Leefbaar Delft is helder: zij zou daar in principe geld voor over hebben. Dit lijkt mij echter niet iets waar wij nu al in alle openheid over moeten speculeren, waarbij wij aangeven hoeveel dat dan zou kunnen zijn en of wij daar op dit moment een meerderheid voor hebben.

 

De heer VOKURKA (D66): Ik denk dat het signaal van de hele raad duidelijk is: wij willen dat ding gewoon niet boven de grond. Ook mijn partij wil dat niet. Ik wil u wel een verzoek doen. Als u ondanks alle geëigende bestuurlijke middelen terugkomt met de mededeling dat u het niet hebt geregeld, stelt u ons dan ook voor wat het alternatief is, dus wat wij moeten gaan investeren om dat ding toch onder de grond te leggen? Wij willen dat ding immers gewoon niet boven de grond.

 

Wethouder KONING: Dat is helder. Mijn oproep aan u was om ook al uw middelen in te zetten om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Volgens mij bent u daar ook goed toe in staat, mijnheer Vokurka.

 

De heer VOKURKA (D66): Dank u wel.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb gezien dat het college in het dossier A4 80.000 euro heeft uitgetrokken om zich door een bureau te laten adviseren. Ik wil dat het college ook in dit dossier het uiterste doet, niet alleen in de vorm van bestuurlijke of politieke druk, maar ook in de vorm van het inhuren van expertise van een bureau. Ik weet niet of dat op dit moment al gebeurt, maar dat adviseer ik.

 

De heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Wij hebben gisteren een algemene bestuursvergadering van Haaglanden gehad. Het lijkt mij netjes om hier in de gemeenteraad te melden dat ik ook daar het standpunt heb benadrukt dat Delft heel blij is met het feit dat Haaglanden in het RSP dat ding ondergronds wil hebben.

 

De VOORZITTER: Zo werk je nog eens samen op diverse fronten.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Wij hebben besloten dat wij met name de hulp en expertise van onze kennisinstellingen zullen gebruiken om aantoonbaar te maken hoe het precies zit met gezondheidsrisico's en het verschil tussen bovengronds en ondergronds. De oproep van de heer De Wit was dus al een keuze van ons. Daarmee is hij dus direct bediend.

 

De VOORZITTER: Wij zien het als een ondersteuning van het te voeren beleid. Dank u zeer.

 

De motie wordt met algemene stemmen aangenomen.

 

160. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Noordoost.

(Stuk 130 - 20279235)

 

De heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Bij dit agendapunt gaat het voor de CDA-fractie feitelijk om twee aspecten. Het eerste punt is uiteraard het GGZ-terrein en het tweede aspect is de ecologische oever naast de Bieslandhof. Ik begin met het laatstgenoemde aspect. In de politiek gaat het vaak om afwegingen en dat was hier niet anders. Aan de ene kant is er de ecologische oever en aan de andere kant vindt de CDA-fractie het van groot belang dat de parkeernorm bij de Bieslandhof gehaald wordt. Het gaat hier namelijk vaak om zieke mensen, die dus niet zo snel "dan maar" de fiets nemen. Namens de bewoners ontving ik vandaag van mevrouw Pronk nog twee ingetekende voorstellen om aan te tonen dat het toch mogelijk is om op de Bieslandhof, met behoud van die 3 meter ecologische oever, het aantal parkeerplaatsen te halen. Ik heb grondig naar die voorstellen gekeken, maar toch kleven aan die beide voorstellen duidelijke bezwaren. Het ene voorstel legt de parkeerplaatsen gemiddeld een stuk verder weg van het medisch centrum. Dat vinden wij ongewenst. Het andere voorstel gaat uit van een parkeerdek op het niveau van de eerste verdieping, gedeeltelijk tegen de bebouwing aan. Dit voorstel gaat ten koste van groen op een andere plek en brengt bovendien grote extra kosten met zich mee voor de Bieslandhof. Onze afweging is dus uitgevallen in het voordeel van de versie die wij in het oorspronkelijke plan zien opgenomen.

 

Dan het GGZ-terrein. Als het akkoord tussen de GGZ en de gemeente er niet op tijd zou zijn geweest, zou het aannemen van een conserverend bestemmingsplan voor een aanzienlijke vertraging hebben gezorgd. Een akkoord was voor ons dus van heel groot belang, want een betere zorg hangt daar echt van af. Nu de GGZ Delfland en de gemeente Delft elkaar op alle punten gevonden hebben, staan wij dus positief tegenover het nieuwe bestemmingsplan, ook wat dit punt betreft. De CDA-fractie zal dan ook voor het voorgestelde bestemmingsplan stemmen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. In de commissie ben ik hier al behoorlijk op ingegaan. Ik vat dat even samen. Er verdwijnt groen voor auto's bij de Bieslandhof. Wij hebben vandaag inderdaad alternatieven ontvangen. Bij de Bieslandhof zijn wij voor een natuurvriendelijke oever, zoals overal in de stad. Ik roep de wethouder ertoe op om met een beetje creativiteit goed naar die voorstellen te kijken. Zo'n parkeerdek is wel een efficiënt ruimtegebruik. Het Yperdek hebben wij straks misschien ook niet meer nodig. Dat is dus ook in de aanbieding.

 

Wat het hotel betreft: ik heb al aangegeven dat wij moeite hebben met de hoogte en vooral met het feit dat er bovenin hotelappartementen komen. In 2004 is gezegd dat het hotel zo groot moest zijn vanwege de exploitatie: anders was het niet exploiteerbaar. In 2004 heeft de meerderheid van de fractie van Leefbaar Delft tegen dat ontwikkelingsplan gestemd. Er worden elf busparkeerplaatsen bij het hotel aangegeven. Dat zien wij echt niet zitten. Dat is veel te optimistisch. Er is dus geen goede oplossing voor het busparkeren. De vraag is of wij dat überhaupt nog wel willen aan die kant van de stad. Dat is dus onduidelijk. Wij hebben tegen het bestemmingsplan voor de Bomenwijk gestemd. Het is dus zeer consistent dat wij dit nu niet gaan goedkeuren in een ander bestemmingsplan.

 

Wat de GGZ betreft, heb ik mij een beetje geërgerd aan het bestuurslid van de GGZ mevrouw Bandoe, die tegen de gemeenteraad zegt dat wij haast moeten hebben omdat het opknappen geen uitstel kan velen, terwijl de GGZ de boel jarenlang heeft laten verpauperen. Mensen die het toch al zwaar hebben, zijn daarbij in mensonwaardige barakken ondergebracht. Mevrouw Bandoe moet dus niet ineens zeggen dat wij haast moeten maken. Dat argument verwerp ik dus.

 

In het kader van het feit dat Leefbaar Delft een consistent stemgedrag wil hebben, zie ik mij dus genoodzaakt om tegen dit bestemmingsplan te stemmen.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. In het bestemmingsplan hebben de fruittuinen, een uniek groengebied aan de Oostsingel, de bestemming ecologisch groen gekregen. Daar zijn wij natuurlijk heel blij mee. Op de valreep is gelukkig een overeenkomst gesloten met GGZ Delfland over de herstructurering van het St. Joristerrein. Het plan geeft GGZ Delfland door een meer compacte bebouwing de mogelijkheid om de locatie de facelift te geven die het zo nodig heeft. Tegelijkertijd bestemt het nieuwe plan veel groene ruimte, deels een ecologische zone, op het St. Joristerrein. Daar zijn wij heel blij mee en dat is prima, want het St. Joristerrein is een groene oase in Delft en dat willen wij graag zo houden. Daarom vinden wij de overeenkomst met GGZ Delfland een heel mooi resultaat.

 

Over een ander onderdeel van het bestemmingsplan is onze fractie minder positief, zoals in de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening al duidelijk werd. Dat betreft de wijziging op de plankaart van de groenstrook bij de Bieslandhof. In het voorontwerp uit mei 2005 was een strook openbaar groen voorzien van minimaal 6 meter. Op de nu bestaande strook - want er is nu al een groene strook - staan bomen en struiken en er leven heel veel vogels. Volgens de Vogelwacht leven er 22 soorten. In het nu vast te stellen plan is de situatie gewijzigd. De strook is gehalveerd tot 3 meter. Het college verdedigt dat door te stellen dat dat nodig is om parkeerplaatsen en een weg aan te leggen voor het medisch centrum dat in de Bieslandhof gevestigd wordt. Onze fractie vraagt zich af of het college, zoals bij het St. Joristerrein met GGZ Delfland, in overleg is gegaan met de betrokken partijen om tot een plan te komen waarin groen geen plaats hoeft te maken voor parkeerplaatsen. In de commissievergadering ging de discussie erg over de band van de parkeernormen, waar GroenLinks aan zou willen tornen. De fractie van GroenLinks stelt de parkeernorm echter niet ter discussie, maar vraagt zich af waarom niet voor een andere oplossing is gekozen dan het halveren van de groenstrook. Net zoals de parkeernormen zijn vastgesteld door de raad, heeft de raad immers ook een ecologieplan vastgesteld. Daarin staat dat er een project Bieslandhof is waarin natuurvriendelijke oevers worden ingericht.


Volgens de fractie van GroenLinks zijn op het terrein ook andere oplossingen voor het uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen denkbaar. Het was wat laat, maar vandaag hebben wij nog voorstellen van de omwonenden kunnen zien via de e-mail van de griffie. Een andere parkeeroplossing heeft echt grote voordelen voor de leefkwaliteit van de omwonenden en de ecologie in Delft. Ik zou heel graag van de wethouder horen wat zij van deze voorstellen vindt.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik ben het in beginsel met de heer Keuvelaar eens dat wij de Bieslandhof - het ging bij ons immers over de oevers - de ruimte moeten bieden om daar zelf keuzes in te maken. Ik wacht het antwoord van de wethouder af, zodat duidelijk wordt in hoeverre men met elkaar in overleg is gegaan en wat daaruit is gekomen. Dan bekijken wij wat mevrouw Norbruis gaat doen en daarna zien wij wel weer verder.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. De heer Vokurka maait het gras voor mijn voeten weg. Ik kan mij dus aansluiten bij de heer Vokurka en de heer Keuvelaar.

 

De heer KROON (PvdA): Voorzitter. In de commissie heb ik al gezegd dat wij positief tegenover dit plan staan. Ik kan mij volledig aansluiten bij de redenering van de heer Keuvelaar. Ik vind de door de omwonenden ingediende alternatieven op zich sympathiek, maar het is nog steeds aan de orde dat het aantal parkeerplaatsen bij het medisch centrum duidelijk lager is. In feite komt er een niet-doorgaande weg in de richting van de hoofdingang van de Bieslandhof. Dat vind ik in het geval van zieke ouders niet erg aantrekkelijk. Ik vind het door het college voorgestelde plan op dit moment dus het beste.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Ik heb toch echt een voorstel van de bewoners gezien waarin vlakbij het medisch centrum 176 parkeerplaatsen zijn voorzien. Dat zou voldoende zijn.

 

De heer KROON (PvdA): Dat zijn geen parkeerplaatsen vlakbij het medisch centrum, maar op het terrein zelf, dat ook aan de kant van de Bieslandhof ligt. Het komt ook niet overeen met de algemene norm voor het medisch centrum.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Jawel. In de variant zonder parkeerdek - dat was de laatste van de vier - zie ik toch duidelijk parkeren langs de ecologische zone.

 

De heer KROON (PvdA): Dat klopt, maar dan komt u nog niet aan de norm die daarvoor staat. Het komt op een veel lager aantal uit. Er is ook een onderbreking van de doorgang naar de hoofdingang van het verzorgingshuis, bijvoorbeeld voor zieke ouders.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Ik zie wat u bedoelt. Ik zie het gewoon als voorstellen, als varianten. Je kunt niet van omwonenden verwachten dat zij zonder ambtelijke ondersteuning met kant en klare voorstellen komen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat je vier of zes parkeerplaatsen opoffert, zodat je die doorgang wel hebt. Dan zit je ook alweer op 170 parkeerplaatsen. Het gaat om een denkrichting die aangeeft dat een alternatieve oplossing wellicht mogelijk is.

 

De VOORZITTER: Mijnheer Kroon, komt u er samen nog uit?

 

De heer KROON (PvdA): Ik denk dat wij er niet uit komen.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Wij zijn positief over dit vooral conserverende bestemmingsplan. Wij hebben goed geluisterd naar de kritische kanttekeningen die ook de insprekers naar voren hebben gebracht, maar wij vinden de antwoorden van de wethouder tot nu toe voldoende overtuigend. Wij hechten ook aan de parkeernorm; dat zal voor de collega van GroenLinks geen verrassing zijn. Voor het overige kan ik mij aansluiten bij de woorden van de heer Kroon van de PvdA-fractie.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik zal eerst zeggen waarom wij het niet met het bestemmingsplan eens zijn. Dat is eigenlijk bijna een herhaling van wat de heer De Wit zei, maar ik zal het toch even doen. Bij de locatie Koepoort was voor het hotel dat daar gaat komen, in het ontwikkelingsplan sprake van een hoogte tussen 22 en 31 meter. Veel fracties hebben toen aangegeven dat zij het hotel niet te hoog wilden hebben. De wethouder gaf aan dat de minimale hoogte nodig zou zijn om het hotel rendabel te kunnen realiseren. De intentie was dus: het maximum is 31 meter en het moet zo laag mogelijk worden voor een rendabel hotel, maar nu zien wij dat die 31 meter gewoon wordt opgevuld met appartementen. Dat is volgens mij niet in overeenstemming met de onderbouwing van het ontwikkelingsplan. Daar zijn wij het dus niet mee eens. Volgens mij zei de heer Meuleman toen: wij weten wel wat er gebeurt als wij 31 meter opschrijven. Hij heeft wat dat betreft gelijk gekregen.

 

Dan de oever bij de Bieslandhof. Wij vinden in principe dat zoveel mogelijk bestaand groen als groen moet worden bestemd. Dat zou volgens ons ook bij deze oever moeten gebeuren. Er wordt heel makkelijk voor gekozen om de parkeerplaatsen ten koste van het stuk oever te laten gaan. Voor ons is niet duidelijk of er geen andere oplossing mogelijk is. Misschien is die oplossing wat duurder, maar ik kan de afweging nu niet zien. Het andere kan nooit zo heel gek geweest zijn, want in het oorspronkelijke idee was die oever er nog wel.

 

Dan de Bomenwijk, volgens mij het belangrijkste punt. Wij zijn tegen de geplande sloop en nieuwbouw in die wijk, waardoor veel betaalbare woningen verloren gaan. Ook het totale aantal woningen neemt daardoor behoorlijk af. Dat in dit bestemmingsplan slechts een deel van die ontwikkelingen is opgenomen, maakt de uiteindelijke plannen voor de wijk onduidelijk. Ook daar waren wij tegen, maar dit is toch al een stap in die richting. Wij zijn het ook niet eens met de locatie van de supermarkt, want die past daar totaal niet.

 

Er zitten ook goede dingen in het plan. Het GGZ-terrein is daar een voorbeeld van, ook omdat het bestaande groen daar wél wordt bestemd als groen. Je moet kiezen of je voor of tegen het totale plan stemt. Voor ons zitten er genoeg dingen in waar wij het zodanig niet mee eens zijn dat wij ertegen zullen stemmen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zijn in de commissie al akkoord gegaan met dit bestemmingsplan en dat zullen wij ook vanavond doen. Ik sluit mij ook aan bij de woorden van de heer Keuvelaar over het terrein van de Bieslandhof. Wij denken dat de door de wethouder genoemde argumenten hout snijden. Vanmiddag laat is er nog een alternatief gekomen, maar dat hebben wij niet meer kunnen beoordelen. Bij dit soort zaken had een alternatief veel eerder onze kant op moeten komen om daar op dit moment iets van te kunnen vinden. Wij gaan dus akkoord met het bestemmingsplan.

 

Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ook wij hebben al aangegeven dat wij akkoord gaan met dit bestemmingsplan. Voor de rest sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Meuleman.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Ik begin bij de fracties van Leefbaar Delft en de SP. Het is helder dat de opgesomde nadelen voor die fracties echt nadelen zijn. Dat is al eerder in deze raadszaal, maar ook in de commissie gewisseld. Het college vindt het jammer dat die nadelen zo zwaar wegen dat zij voor die fracties leiden tot een stem tegen het bestemmingsplan, maar dat is een kwestie van keuzes maken. Soms kiest een fractie dan voor een tegenstem. Dat is in dit geval in ieder geval aangegeven door de fracties van Leefbaar Delft en de SP.

 

Met betrekking tot het vraagstuk over de parkeerplaatsen voor het gezondheidscentrum Bieslandhof wil ik een paar dingen meegeven. Het belang van de natuurvriendelijke oever in het ecologieplan is inderdaad helder. Het bestemmingsplan is ook niet strijdig met dat kader dat de raad aan ons heeft meegegeven. De raad mag ervan uitgaan - ik hoop dat de raad daarvan uitgaat - dat er maximaal wordt ingezet op het realiseren van dat kader. Wij hechten eraan dat de raad op dit moment goed van mij hoort dat wij, als het mogelijk is, eerder groen dan verkeersdoeleinden als bestemming opnemen. Helaas is ons gebleken dat de parkeernorm dat in dit geval niet mogelijk maakt. Dat heeft niet alleen met het aantal te maken, maar ook met een veilige route en de situering van die parkeerplaatsen.

 

Ik kan niet zeggen dat ik de vanmiddag rondgemailde alternatieven uitvoerig heb bestudeerd, maar wij hebben er wel naar gekeken. Daarbij viel op dat het grootste deel van de parkeerplaatsen op meer dan 100 meter van de ingang van het gezondheidscentrum is gesitueerd. Bij een normale situatie zou je dan kunnen denken: nou en? Juist voor personen die zich naar een gezondheidscentrum begeven, is het echter belangrijk dat, als men met de auto gaat, de afstand die lopend overbrugd moet worden, zo klein mogelijk moet zijn. Onze scan wijst uit dat de alternatieven ook veel meer zoekverkeer realiseren. Zoekverkeer is niet gewenst, want juist luchtkwaliteit is voor de bewoners een van de redenen geweest om te denken: kan het niet anders? De fractie van GroenLinks wil graag weten hoe het college aankijkt tegen de alternatieven. Allereerst zeg ik dat wij het ontzettend goed vinden dat bewoners zo betrokken zijn dat zij zo meedenken over de vraag of het niet anders kan. Wij zien echter niet dat dit alternatief een oplossing biedt voor het probleem. Wij hopen dat mensen altijd blijven meedenken, want ook voor ons is het belangrijk om situaties zo groen mogelijk in te richten. Daarbij wil ik de overweging meegeven dat een stuk grond dat de bestemming verkeersdoeleinden heeft gekregen, wel groen kan worden, maar andersom niet. Ik kan mij de woorden van mevrouw Norbruis wel voorstellen: het is misschien lastig om in korte tijd een alternatief helemaal uit te werken, maar voor zover wij alternatieven hebben gezocht, hebben wij die niet gevonden. Eerlijk gezegd verwacht ik dus niet dat er nog een alternatief bovenkomt dat uitvoerbaar is, maar als dat zo is, staat het bestemmingsplan dat in weze niet in de weg. Verkeersdoeleinden mogen immers ook groen ingericht worden. En nogmaals, ik begon al met de opmerking dat wij het wel waarderen dat mensen zo meedenken dat er nog opnieuw wordt bekeken of het niet anders kan.

 

Wat betreft groen in het algemeen en met name bij het GGZ-terrein, ben ik erkentelijk voor de opmerking dat met dit bestemmingsplan een aantal doelen worden bereikt. Natuurlijk is er een verbetering van de situatie voor de GGZ, met name voor de kwetsbare patiënten die daar gehuisvest moeten worden, maar er is daar ook groen "inbestemd". Ik denk dus inderdaad dat dat een verbetering is ten opzichte van het vorige bestemmingsplan. Ik denk dus dat het goed is dat wij dit op deze manier met elkaar gaan realiseren.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter, wij willen graag vijf minuutjes schorsen.

 

De VOORZITTER: Dat kan.

 

De vergadering wordt van 19.38 uur tot 19.43 uur geschorst.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. Wij hebben geconstateerd dat wij niet voldoende steun zullen krijgen voor een amendement dat wij in de hoed hadden. Wij zullen dus geen amendement indienen. Wij hebben gehoord dat de wethouder zei dat verkeersdoeleinden 1 groen kan worden en andersom niet. Daarom doen wij graag een beroep op de Facilitaire Stichting Gezondheidszorg, die het medisch centrum daar bouwt en organiseert, het college en de omwonenden om met elkaar in gesprek te gaan om te bekijken of een variant kan worden gevonden die het groen zoveel mogelijk spaart. Het totaal geeft de doorslag. Er zitten een heleboel positieve punten aan het plan en daar blijft het bij.

 

De VOORZITTER: Uw standpunt is voor mij glashelder.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Extra groen moet altijd afgewogen worden tegen andere functies, maar in onze ogen heeft de wethouder heel helder uiteengezet hoe zij dat proces voert. Daar krijgen wij een positief gevoel van en wij steunen het plan.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wethouder Koning vindt dat je met je auto niet meer dan 100 meter van een medisch centrum vandaan moet kunnen parkeren. Als je dat vergelijkt met het autoluwbeleid van de binnenstad … Toen werd gewoon gezegd dat men niet wilde dat mensen met de auto naar de huisarts zouden gaan. Dat argument kan ik dus absoluut niet volgen. Wat het zoekverkeer betreft: in de alternatieven zijn de loopafstanden allemaal zeer kort. Ook binnen het gebouw is het allemaal nog te belopen; je loopt dus nog droog ook. De bewoners hebben drie alternatieven. Het stoort mij mateloos dat de wethouder, zonder die alternatieven goed te hebben bestudeerd, nu al zegt dat zij daar geen oplossing in ziet. Dat tekent haar halsstarrigheid om ook maar iets van bewoners te willen aannemen. Dat vind ik echt heel jammer. In onze ogen is er best een oplossing mogelijk door 3 meter erbij te halen, met een combinatie van het plan van de wethouder en het plan van de bewoners. De argumenten van de wethouder zijn dus zwak en zij wil niet luisteren; zij heeft haar oren dicht. Wij zijn er dus nog meer van overtuigd dat wij tegen dit bestemmingsplan moeten stemmen. Dat is niet allen vanwege die 3 meter, maar ook vanwege de manier waarop de wethouder met de bewoners van de stad omgaat.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Volgens mij zijn in tweede termijn geen vragen gesteld waarop ik zou moeten reageren.

 

In stemming komt het voorstel.

 

Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar Delft en de SP tegen het voorstel hebben gestemd.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Volgens mij zit de fractie van GroenLinks te slapen.

 

De VOORZITTER: De stemming heeft plaatsgevonden. De fractie van GroenLinks heeft zich helder uitgedrukt in tweede termijn.

 


161. Voorstel tot vaststelling van:

a. het Meerjarenprogramma Vastgoed 2007-2010;

(Stuk 102 - 20278548)

b. de 63e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.

(Stuk 119 - 20278548)

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Wij hebben in de commissie en eigenlijk ook in het Meerjarenprogramma Vastgoed - hoewel het daar niet helemaal in thuishoort - kunnen constateren dat veel grote infrastructurele projecten niet lopen. Zij lopen vertraging op en kosten meer. Wij vinden dat buitengewoon zorgelijk. Wij hebben dinsdagavond een interessante discussie gevoerd over de vraag of het college niet te veel hooi op zijn vork heeft genomen; ik weet niet of wethouder Koning toen nog aanwezig was. Samen met de fractie van GroenLinks hadden wij het gevoel dat een aantal vertragingen vooral het gevolg zijn van gebreken in de uitvoering. De vraag was of dat eigenlijk niet wat breder moest worden getrokken: zijn een aantal van de grote projecten misschien niet goed in de papieren steigers gezet? Als dat het geval is, horen wij dat graag.

 

Wij hebben het ook even gehad over de risicoclassificaties, maar daar kom ik bij de begroting misschien op terug.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. In lijn met ons consistente stemgedrag zullen wij tegen dit MPV stemmen, want wij vinden het niet transparant genoeg voor de raad. Wij vinden de kwalificering van de risico's in "laag", "middelhoog" en "hoog" onwerkbaar, zeker bij grote projecten. Wij kunnen daar niets mee. Wij willen cijfers zien en wij willen ook een risicoanalyse zien. Wij hebben ook gezien dat er een risicoambtenaar of -manager is aangenomen. Het wordt tijd dat die eens iets gaat doen.

 

Het weerstandsvermogen is, voor zover ik dat in de stukken kan vinden, momenteel 25 miljoen euro. Dat is vooral bedoeld voor die risico's. Wij kunnen met deze MPV absoluut niet beoordelen of dat weerstandsvermogen genoeg is. Dat heeft ook weer een relatie met projecten die wij aangaan in de toekomst: moeten wij dat dan allemaal wel doen? Kunnen wij dat allemaal nog betalen? Dat is niet duidelijk. Wij willen ook het beginsaldo zien waarvoor een project in de boeken wordt gezet. Uiteindelijk willen wij ook de tussenstand en de eindstand zien. Dat hebben wij nodig om de wethouder te kunnen afrekenen op haar projecten.

 

Wat betreft het door GroenLinks ingebrachte Brouwerpand aan de Kruisstraat, de oude bibliotheek: dat moet niet worden gesloopt. Als het leegkomt, maak er dan een kunstgalerie van of verhuur het aan kunstenaars, maar maak er geen groen grasveldje van. Dat is dus een aanbeveling van ons. Ik hoop dat de wethouder daar iets over zegt.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Wij gaan hiermee instemmen als wij de toezegging krijgen dat er bij een volgend MPV meer duidelijkheid is, ook over de risico's en een duidelijkere onderbouwing van de planning, van begin en eind. Wij hebben het daar eerder bij de Harnaschpolder ook over gehad. Het is voor mij heel moeilijk om te beoordelen of de boel klopt en of wij het goed doen. Voor mij is dat met deze MPV in ieder geval niet te doen. Ik hoop dat die risico's de volgende keer wel worden uitgewerkt en niet als bijvoorbeeld "hoog" worden aangemerkt, want dat zegt natuurlijk vrij weinig. Het moet ook worden onderbouwd.

 

Ook wij zijn ertegen om in plaats van het Brouwerpand tijdelijk groen te realiseren. Je zou er misschien over kunnen nadenken om er vast groen te realiseren, maar in plaats van tijdelijk groen kun je volgens mij veel beter bekijken wat je in die tijd met dat gebouw kunt doen. Dat willen wij dus ook nog meegeven.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Ik begin met het laatstgenoemde onderwerp. De opmerking dat het voorstel over het Brouwerpand nog uitgewerkt zou moeten worden, roept bij een aantal mensen nu al de reactie op dat dat voorstel niet gemaakt hoeft te worden. Ik heb in de commissie al aangegeven dat ik er nog steeds van uitga dat de meerderheid van de raad het voorstel graag tot zich neemt. Ik kan mij wel voorstellen dat de meerderheid daarover nu nog geen oordeel wil vellen. Dat is ook terecht, want ik moet het voorstel nog aan de raad voorleggen. De fractie van GroenLinks heeft in de commissie gezegd dat het groen niet eens tijdelijk hoeft te zijn, maar permanent. Daarover zeg ik hetzelfde: ik hoop dat u het voorstel even kunt afwachten om te beoordelen wat u daarvan vindt.

 

Over de kwalificering van de risico's en de euro's die te maken hebben met de projecten, kan ik het volgende opmerken. Wij beoordelen altijd wat de eindstand is van een project om te realiseren wat er nodig is. Deze projecten staan natuurlijk niet op zich. De projecten, de grondexploitaties, worden geopend, in voorbereiding genomen, lopen en worden afgesloten omdat wij dingen willen bereiken in de stad. In de commissie gaf ik al aan dat wij vanaf vorig jaar, voordat projecten grondexploitatie worden, naar de raad komen en heel helder beschrijven dat wij het stuk grond in exploitatie nemen om bepaalde met name genoemde ambities te realiseren en wat dat de gemeenschap oplevert of kost. Meestal is het helaas "kost". Op dat moment is het aan de raad om af te wegen of hij het doel dat gerealiseerd gaat worden, die investering waard vindt. De raad kan ook zeggen: haal er maar een ambitie af, want dan levert het meer geld op of dan kost het minder. Op dat moment is dat soort afwegingen relevant. Wat de raad gevraagd heeft en wat de raad krijgt, is: twee keer per jaar een overzicht van de exploitaties zoals zij op dat moment zijn. Daarbij gaat het dus niet om de vraag of wij verder gaan, want dat komt afzonderlijk als raadvoorstel naar de raad. Tussentijds wil de raad graag zien hoe dat zich ontwikkelt. Die risicoprofielen hebben heel erg te maken met de lange looptijd: hoe langer de looptijd is, hoe groter het risicoprofiel. Om een inschatting te krijgen van de euro's, kan de raad telkens de netto contante eindwaarde bekijken.

 

Bij de beantwoording in eerste termijn over de Kadernota, toen ik inderdaad inmiddels al bij de commissie Wijk, Verkeer en Beheer zat, hebt u al gehoord dat het college net als de CDA-fractie meent dat heel goed gekeken moet worden naar de planningen en ramingen van de grote projecten. Aan de ene kant wil je immers graag voort omdat de doelen die je in de stad wilt bereiken, daarmee sneller gerealiseerd worden. Aan de andere kant: als je realistischer plant, gebeurt het ook niet meer dat je iets denkt te gaan doen wat je vervolgens niet doet, waarmee je eigenlijk onnodig geld hebt gevraagd bij de begroting. Realistisch ramen heeft daarmee in feite ook een besparende werking. In plaats van in het systeem waarbij telkens positief werd gedacht - in de zin van: dat gaat ons vast wel lukken - geloven wij op dit moment meer in realistisch ramen. Wij bekijken het dus ook echt tijdig: als bijvoorbeeld halverwege het jaar het bestek niet uit is gegaan, zal het waarschijnlijk ook niet meer uitgaan.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Bedoelt u dat in de papieren steigers waar de nodige grote projecten in zijn gezet, een heel sterk element van optimisme zit en minder realisme?

 

Wethouder KONING: Het gaat eerder om ambitie versus zorgvuldigheid. Dat zouden mijn woorden zijn, maar u kunt uw eigen woorden kiezen. Mij wordt toegefluisterd dat het misschien wel hetzelfde is. Wij kennen realisme op dit moment inderdaad een zware waarde toe.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. De wethouder wil mij niet toezeggen dat de risico's de volgende keer meer uitgewerkt in het MPV staan met bedragen, ondergrens, bovengrens en kansen. Het blijft dus bij alleen "hoog" of "laag". Heb ik dat goed begrepen?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. De projecten worden steeds groter: spoortunnel, stadskantoor, Harnaschpolder en Technopolis zijn geen kleine postzegeltjes meer. Het is dus van belang, misschien wel van levensbelang, voor het financieel overleven van de stad dat wij dat wel goed gaan doen. De wethouder zegt dat het college ambities realiseert. Dat klinkt mij zo vaag in de oren. Ik zit hier gewoon om haar beleid te controleren. De keuze die ik maak, is gewoon financieel. In de Harnaschpolder zet de wethouder bijvoorbeeld waterwoningen neer. Misschien kost dat alleen maar geld. In dat geval had ik gezegd dat wij het daar niet mee eens zijn. Bij het project Zuidpoort maakt de wethouder bij een busparkeerplaats een winkelcentrum. Het college presteert het om daarbij uit te komen op 7 miljoen euro negatief. Erg goed is het college in het verleden dus niet geweest met het ontwikkelen van projecten; laat staan in de toekomst. De Koepoortgarage zegt al genoeg, hoewel de wethouder zegt dat zij daar niet over gaat. Met andere woorden: wij vinden dit van groot belang en wij accepteren dit ook niet. Zeker bij de treintunnel hebben wij er een heel groot punt van gemaakt dat de risico's zonnig worden voorgesteld en dat het college deze bijvoorbeeld niet door een onafhankelijk extern bureau laat onderzoeken. Daar zouden wij helemaal voor zijn. Het is leuk dat het college die ambities heeft, maar een extern bureau moet bekijken of het allemaal realistisch is. Dat hebben wij ook al met de Bacinol-taxatie laten doen. Dat was ook al een teken dat er erg makkelijk met geld wordt omgegaan. Er zijn dus voorbeelden zat om ons standpunt kracht bij te zetten, niet omdat wij het niet eens zijn met de rapportage, maar vanwege de kwaliteit ervan.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Mijn fractie gaat akkoord met het voorstel.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. De fractie van Leefbaar Delft wil zaken alleen in grondexploitatie nemen om geld te maken, maar er zijn zaken in exploitatie genomen om dingen voor de stad te verbeteren. Wij geloven in de progressieve politiek, die in deze raad heel breed wordt onderschreven: je moet er soms gemeenschapsgeld voor over hebben om dingen te bereiken.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Leefbaar Delft zou dan zeggen: het geld dat je daarmee kunt verdienen, kun je weer aan de burgers geven via het sociale beleid. Wij vinden dus niet zozeer dat je geen verlies mag maken. Wij zouden zeggen: je moet winst maken op die projecten. Als je grond hebt en als je daar woningen op zet, moet je daar winst mee kunnen maken. Dat kan weer ten goede komen aan de mensen in de stad die het nodig hebben.

 

Wethouder KONING: Ik begrijp dat ik de heer De Wit niet kan overtuigen, maar wij vinden het realiseren van woningen bijvoorbeeld ook sociaal beleid. Dat probeerde ik te zeggen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dat zijn koopwoningen!

 

Wethouder KONING: Ik begrijp dat ik u niet kan overtuigen. Laten wij het daar dus bij laten.

 

Ik hoop dat wij als college de heer Sipkema kunnen bedienen met de programmabegroting. Ten aanzien van de risico's van grote projecten, maar ook van de kleinere projecten wordt immers in de paragraaf over de kapitaalgoederen aangegeven hoe het risicoprofiel zich ontwikkelt en wat de stand daarvan is, met een ondergrens en een bovengrens. Misschien horen wij nog van de heer Sipkema of dat de informatie is die hij zoekt, maar ik hoop dat hij het daar voldoende in verwerkt vindt, want het is wel onze insteek om het daar op te nemen.

 

De heer SIPKEMA (SP): Als het mogelijk is om het in de programmabegroting aan te geven, zou het ook mogelijk moeten zijn om het in de tussentijdse informatie over het MPV aan te geven. Het moet dan toch mogelijk zijn om te weten wat de ondergrens en de bovengrens van die risico's zijn en hoe dat uiteindelijk leidt tot reserves die wij moeten hebben?

 

Wethouder KONING: Ik heb niet ontkend dat dat mogelijk is. Ik heb alleen aangegeven dat volgens mij datgene wat u zoekt, voor de zomer uw kant op gaat. Ik hoop dat dat uw vraag beantwoordt.

 

De heer SIPKEMA (SP): Het gaat hier om een meerjarenplanning. Ik zou dus graag willen dat het hierin uitgelegd wordt. Die toezegging vraag ik van de wethouder: wil zij de risico's duidelijk in dit stuk zetten? Waarom wil de wethouder niet toezeggen dat de risico's er de volgende keer gewoon in staan?

 

De VOORZITTER: Volgens mij zijn wij klaar met de beraadslaging over dit stuk.

 

In stemming komt het voorstel.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik stem toch tegen, want ik had graag de toezegging gekregen dat die risico's er de volgende keer duidelijker in staan. Die toezegging krijg ik blijkbaar niet. Bij twijfel had ik in dit geval voor willen stemmen, maar als ik dat doe, heb ik de volgende keer weer twijfel. Ik had graag gezien dat dat er de volgende keer duidelijker in staat. Dat had gewoon met een toezegging gekund, maar nu stem ik tegen.

 

Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar Delft en de SP tegen het voorstel hebben gestemd.

 

162. Voorstel tot vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening 2007

(Stuk 125 - 20286353)

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Ik dien allereerst een amendement in om het voorstel gesplitst in stemming te brengen, zodat over de autorisatie van de post kinderopvang apart wordt gestemd.

 

Vorig jaar onthield de accountant zich van een oordeel over de Jaarrekening 2005, omdat hij de rechtmatigheid niet kon beoordelen. Wij vonden dat niet acceptabel en daarover is zowel in de commissie als de raadsvergadering flink gediscussieerd. In de herinnering van mijn fractie is toen besloten dat een onthouding van een oordeel door de accountant met betrekking tot de Jaarrekening 2005 nog werd geaccepteerd, maar dat wel vooruitgang moest worden geboekt. Over 2007 moest er een verklaring liggen van de accountant, zonder enig voorbehoud. Het jaar 2006 werd beschouwd als een tussenjaar waarover een verklaring onder enig voorbehoud werd geaccepteerd. Die ligt momenteel voor en daar zijn wij blij mee. Overigens vonden wij het, gelet op de discussie, vreemd dat de wethouder in de commissie op dit traject weer een voorbehoud leek te maken. Wij stemmen daar niet mee in. Wij houden vast aan een goedkeurende verklaring zonder enig voorbehoud voor de jaarrekening 2007. De raad moet zichzelf serieus blijven nemen in dit opzicht. Het kunnen vaststellen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de baten en lasten van de jaarrekening is een essentieel onderdeel van het budgetrecht.

 

Ik kan kort zijn over het proces. Wij zijn het geheel eens zijn met de constateringen van de Rekeningencommissie en de accountant. De constatering dat de informatieve waarde van de jaarrekening nog te beperkt is, vinden wij ernstig. Dat bemoeilijkt onze controlerende taak onnodig. Wij nemen aan dat de in de commissie gemaakte opmerkingen over leesbaarheid, conform de suggesties van de Rekeningencommissie en de accountant, serieus worden genomen. Wij wijzen in het bijzonder op de suggestie van het opnemen van vergelijkende cijfers over het voorgaande jaar.

 

Inhoudelijk zijn de nodige punten aan de orde geweest. Wij delen de zorg voor de reservepositie. Wij komen daarop terug bij de behandeling van de Kadernota. In de commissie is discussie ontstaan over een bedrag van 2,9 miljoen euro dat aan Parking BV zou zijn geleend. Wij komen daarop terug op 12 juli.

Ik zei al dat het allemaal zaken betreft die niet uit de lucht komen vallen. Deze zijn ook geconstateerd door de Rekeningencommissie en de accountant. Die adviezen nemen wij over. Om deze reden dien ik het amendement in over het apart stemmen over de kinderopvang. Daar is ongeautoriseerd geld naartoe gegaan. Er is een bedrag aan het kinderopvangloket besteed en er is een bedrag als werkgeversdeel gegeven aan Octopus. De raad heeft die bestedingen niet geautoriseerd. In de commissie verwees de wethouder naar het collegebesluit van juli 2006 en beriep zij zich op onbekendheid met het dossier en met de gang van zaken en op haar nieuwe rol als wethouder. Volledigheidshalve merk ik op dat de wethouder stelde dat het er helaas doorheen was geslipt. Zij bood haar excuses daarvoor aan. Wij vinden desalniettemin dat de wethouder voor beide uitgaven toestemming had moeten vragen aan de raad. Door dat niet te doen, heeft zij het budgetrecht van de raad geschonden. Dat is een heel essentieel recht. Bovendien is de wethouder niet zo heel lang geleden nauw betrokken geweest bij het dossier kinderopvang Octopus. Zij had dus kunnen weten hoe gevoelig dit dossier in de raad ligt. Een collegebesluit uit 2006 is geen voorstel dat naar de raad wordt gestuurd en waarover de raad kan besluiten. Het budgetrecht is natuurlijk heel gemakkelijk uit te hollen door steeds achteraf om autorisatie te vragen. Dat is geen goede gang van zaken. Wij blijven hier zeer alert op. Het gaat om een zeer ernstig punt. Wij vragen ons af in hoeverre deze handelwijze ons vertrouwen in deze wethouder heeft geschonden.

 

De VOORZITTER: Door de CDA-fractie wordt het volgende amendement (A-1) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

overwegende dat:

-        stuk 102 - 20278548 vier voorstellen bevat, te weten:

             1. de jaarrekening 2006 van de gemeente Delft vast te stellen;


          2. de kostenoverschrijdingen op het onderhoud van het openbaar groen ad

          €337.000 en op de personeelskosten van het loket Kinderopvang ad

          €112.000 alsnog te autoriseren;

          3. het positieve rekeningresultaat ad €400.000 toe te voegen aan de

          algemene reserve;

          4. kennis te nemen van het burgerjaarverslag 2006;

 

-        gehoord de discussie in de commissie Bestuur en Werk van 19 juni 2007, het wenselijk is om het voorstel op het punt van het loket Kinderopvang te splitsen in twee voorstellen, zodat apart daarover in de raad gestemd kan worden;

 

besluit om het voormelde voorstel bij de stemming als volgt te splitsen:

 

Voorstel A:

1. de jaarrekening 2006 van de gemeente Delft vast te stellen;

2. de kostenoverschrijdingen op het onderhoud van het openbaar groen ad €337.000 alsnog te autoriseren;

3. het positieve rekeningresultaat ad €400.000 toe te voegen aan de algemene reserve;

4. kennis te nemen van het burgerjaarverslag 2006;

 

Voorstel B:

1. de kostenoverschrijdingen op de personeelskosten van het loket Kinderopvang ad €112.000 alsnog te autoriseren,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. In de commissie is eigenlijk alles al gezegd. Ik heb in de commissie een aantal moties aangekondigd en die zal ik nu indienen. De wethouder zegt dat zij probeert om in 2008 een rechtmatigheidsverklaring over de jaarrekening van 2007 te krijgen. Het schort daar dit jaar nog fors aan; 5,6 miljoen euro is volgens de accountant niet rechtmatig. In 2005 kreeg 45% van alle gemeenten in Nederland een rechtmatigheidsverklaring. In 2006 zou dat 80% kunnen zijn. Delft loopt dus ver achter. Als grote steden als Rotterdam en Den Haag het kunnen, moet het Delft ook lukken. De heer Bot zei al dat Delft met 100.000 inwoners een mooi behapbare gemeente is. Waarom kan het hier dan niet? Waarom kon het dit jaar nog niet? Mijn fractie dient hierover een motie in waarin het college wordt opgedragen om uiterlijk volgend jaar over de jaarrekening 2007 een goedkeurende verklaring van de gemeenteraadsaccountant met betrekking tot getrouwheid en volledige rechtmatigheid aan de raad te overleggen. Deze motie is meeondertekend door de fracties van de SP en Stadsbelangen.

 

Ook het achterhouden van informatie neemt mijn fractie zeer hoog op. De wethouder is jarenlang raadslid geweest en had kunnen weten dat het dossier kinderopvang gevoelig is. Dat heeft in de raad zwaar onder vuur gelegen vanwege het gebrek aan transparantie. De wethouder is afgestudeerd op de verhoudingen in het gemeentebestuur en weet dus dat de raad uiteindelijk altijd de baas is. Zij is daar doctorandus in geworden. Zij kan dus niet zeggen: het spijt mij, het was vakantietijd. Mijn fractie accepteert dat niet.

 

In relatie tot Parking BV is door de accountant een bedrag van 2,9 miljoen euro gevonden. Ik krijg daarover ineens een heleboel stukken, tot het jaarverslag aan toe. Ik dank de wethouder daarvoor. Op 12 juli vraagt zij de raad echter om 17 miljoen euro voor de Koepoortgarage. Het feit dat de wethouder met een voorstel de raad om goedkeuring vraagt, betekent dat het bedrag van 2,9 miljoen euro zonder toestemming is uitgegeven. Zij had anders in juli geen toestemming hoeven vragen. Het college had ons moeten informeren, zeker wethouder Koning. Toen wij haar aanspraken op die Koepoortgarage, zei wethouder Koning dat zij daar niets mee te maken had omdat dat een private ontwikkeling was en omdat de gemeente die garage alleen turnkey zou afnemen, bij de gereedkoming ervan. De wethouder stelde dat de gemeente daar niets aan hoefde te doen. Nu blijkt dat de gemeente al 2,9 miljoen euro en 230.000 euro aan kosten heeft betaald. Het is een wirwar van argumenten.

 

Mijn fractie keurt de handelwijze van het college af. De partij Leefbaar Delft is consistent en doet wat zij zegt. Hetzelfde geldt voor Stadsbelangen. De motie van afkeuring die ik hierbij indien, wordt daarom ook gesteund door de fractie van Stadsbelangen.

 

De VOORZITTER: Door de fracties van Leefbaar Delft, Stadsbelangen en de SP wordt de volgende motie (M-1) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

constaterende dat:

·                 er totaal voor 5,6 mln. aan rechtmatigheidsfouten geconstateerd zijn door de accountant;

·                 voor 2006 geen rechtmatigheidsverklaring door accountant Deloitte is afgegeven;

·                 in 2005 45% van alle gemeenten een rechtmatigheidsverklaring kreeg;

 

overwegende dat:

·                 sinds 2004 de rechtmatigheid bij wet verplicht is;

·                 Delft zich nu al in de achterhoede wat betreft de rechtmatigheid bevindt ten opzichte van alle andere gemeenten;

·                 het aantal rechtmatigheidsfouten nog steeds substantieel is;

 

draagt het college op, uiterlijk over het volgende jaarverslag en jaarrekening 2007 een goedkeurende verklaring van de accountant van de gemeenteraad te verkrijgen wat betreft het onderdeel getrouwheid en volledige rechtmatigheid,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

Door de fracties van Leefbaar Delft en Stadsbelangen wordt de volgende motie (M-2) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

overwegende dat:

·                 de gemeenteraad niet tijdig geïnformeerd is en om toestemming is gevraagd over een extra budget van €112.000 voor de kinderopvang Octopus en het "Kinderloket";

·                 het college een voorschot van €2,9 mln. aan Parking BV voor de Koepoortgarage betaald heeft zonder de raad te informeren en toestemming te vragen;

 

keurt deze handelwijze af,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. De VVD-fractie zit op een iets andere toonhoogte. Destijds hebben wij met elkaar afspraken gemaakt over het traject op weg naar een goedkeurende verklaring, ook op het gebied van rechtmatigheid. De accountant en de Rekeningencommissie geven aan dat daarmee de juiste stappen zijn gezet naar een goedkeurende verklaring over 2007. De VVD-fractie is ervan overtuigd dat juist deze wethouder dat een heel belangrijke doelstelling vindt en dat derhalve een motie waarin zij wordt opgedragen om die verklaring binnen te halen, volstrekt overbodig is. Zij zal daar als eerste aan werken. Dat is althans de overtuiging van mijn fractie.

 

Dit wil niet zeggen dat alles goed is gegaan. Wij hebben het daar al uitvoerig over gehad. De wethouder heeft zich daar in de commissie ook al over uitgelaten. Voor de VVD-fractie is dat voldoende. Zij steunt dan ook de autorisatie.

 

Inhoudelijk is er al veel gezegd. De Rekeningencommissie heeft de adviezen uitgebracht en de VVD-fractie was blij te lezen dat het college in zijn brief dat advies grotendeels overneemt en daar ook een aantal toelichtingen op geeft, inclusief voorbeelden rondom bijvoorbeeld de grondexploitatie en de Koepoortgarage. De VVD-fractie is al met al tevreden met het verhaal dat voorligt.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik wil best geloven dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de baten en de lasten en van het vermogen. Het zou ook slecht zijn als dat niet zo was. Ik ga er gewoon van uit dat over 2007 een rechtmatigheidsverklaring van de accountant wordt verkregen. Ik ben daar zelfs zo zeker van dat ik de motie heb meeondertekend. Dat is een extra steuntje in de rug om die verwachting waar te maken. Ik zie het anders gebeuren dat de verklaring pas over het jaar 2008 wordt gehaald en dat is in de planning net niet de bedoeling.

 

Ik heb moeite met het bedrag van 2 miljoen euro aan onrechtmatig verstrekte subsidies en het bedrag van 450.000 euro aan uitgaven buiten de begroting. De wethouder heeft excuses aangeboden en ik ga ervan uit dat dergelijke situaties in de toekomst niet meer voorkomen. In het stuk van de accountant lees ik de opmerking dat het toetsen van afwijkingen van de begroting moeizaam is gegaan. In de praktijk blijkt niet altijd duidelijk te zijn of expliciet autorisatie door de raad heeft plaatsgevonden. Verder constateerde de accountant dat een aantal begrotingswijzigingen door het college was geautoriseerd in plaats van door de raad. Dergelijke opmerkingen lees ik liever niet. In de commissie is daar niet veel aandacht aan besteed, maar ik vind dat toch forse uitspraken. Die onduidelijkheid mag er niet zijn. Het moet altijd duidelijk zijn wanneer de raad opdracht geeft voor een bepaalde uitgave. Ik noem als voorbeeld het zojuist bij de hamerstukken alsnog goedgekeurde bedrag dat zonder toestemming van de raad door het college was bestemd voor gratis openbaar vervoer op zaterdag. Misschien valt de Koepoort hier niet onder, maar de onduidelijkheid is nog aanwezig. Dat soort dingen moet goed onderbouwd aan de raad worden gevraagd, want anders heeft het budgetrecht geen enkele waarde. Het gaat niet alleen om de beschikbaarheid van het budget, maar ook om de beschikking over het budget; als het college dat budget nodig heeft, moet het bij ons aankloppen.

 

De accountant merkt ook op dat het jaarverslag niet is opgezet volgens het Besluit begroting en verantwoording. Volgens het BBV is op onderdelen meer informatie noodzakelijk dan in de verantwoording staat. Er ontbreekt dus informatie. Dat is ook niet goed volgens mij. Op deze manier maakt het college het onnodig moeilijk om inzicht te krijgen in het gevoerde beleid. De verantwoording is vaak heel kort; een omschrijving van doelen of plannen van één of twee regels met een even korte verantwoording. Soms staat er slechts dat een plan wordt opgepakt in 2007. Soms staat er zelfs helemaal niets, bijvoorbeeld bij de doelstellingen over het milieu. Op dit punt is dus ruimte voor verbetering.

 

Het college moet zijn beleid in het jaarverslag en de jaarrekening verantwoorden, maar slaagt daar onvoldoende in. In relatie tot die 2,9 miljoen euro van de Koepoortgarage heb ik contact gehad met een ambtenaar die zei dat het bedrag niet meer is dan wat in de betalingsregeling is afgesproken. De uitgave is dus conform de gemaakte afspraak. Ik vraag mij dan af waarom de accountant opschrijft dat het niet klopt en waarom het college dat vervolgens niet probeert te weerleggen. Het kan niet allebei kloppen. Het is onmogelijk dat de accountant zegt dat het niet volgens de afspraken is gegaan, dat het geld zomaar is uitgegeven en dat de gemeente risico's loopt die de raad niet bekend waren, terwijl het college van het tegenovergestelde overtuigd is. Het moet duidelijk zijn waar het misgaat.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Voorzitter. Ook de fractie van de Partij van de Arbeid beschouwt de jaarrekening als een soort groeimodel; het gaat elk jaar beter en dat is prettig. Mijn fractie wil natuurlijk in de toekomst wel een goedkeurende verklaring van de accountant en daarom is het goed dat de wethouder heeft gezegd dat de aanbevelingen van Deloitte en de Rekeningencommissie worden overgenomen.

 

Ik vind het jammer om te lezen dat het beleid niet op alle delen is uitgevoerd. Er is nu weliswaar een nieuw college, maar mijn fractie wil dat wel graag anders zien. Ik roep het college op tot actie. Voer het beleid uit zoals het is afgesproken. Laten wij de mooie plannen voor de stad gewoon uitvoeren.

 

Ten aanzien van de risico's zeg ik straks iets bij de behandeling van de Kadernota. Een klein puntje is nog dat mijn fractie in de toekomst graag vergelijkende cijfers in de jaarrekening opneemt. De wethouder heeft duidelijk aangegeven in de commissie dat dat nu niet mogelijk is omdat wijzigingen hebben plaatsgevonden in het verleden waardoor niet gemakkelijk kan worden teruggegrepen. In de toekomst moet deze wethouder echter vergelijkend materiaal kunnen geven, want dat zou de vergelijkende taak enorm vergemakkelijken.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Wilt u daar een termijn aan verbinden? Het is tot nu toe niet gebeurd en in deze jaarrekening zijn dus geen vergelijkende cijfers opgenomen. Het idee is echter, op advies van de Rekeningencommissie, om te streven naar realisatie in de jaarrekening 2007.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Ik hoor net dat het de bedoeling is om dat te realiseren in de jaarrekening 2008. Ik begrijp dat u die cijfers graag ziet in de jaarrekening 2007? Ik ben graag realistisch. Als het pas in 2008 kan, komt het in 2008.

 

Ik dank de ambtenaren die onze 558 vragen met grote zorgvuldigheid hebben beantwoord.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Mijn fractie complimenteert het college met de kwaliteit van de jaarrekening. Die is wederom verbeterd ten opzichte van vorig jaar. Ook op het gebied van de rechtmatigheid is een flinke slag gemaakt. Het financieel beheer van de grondexploitatie is ook verbeterd. Ik maak wel een relativerende opmerking ten aanzien van het positieve resultaat van 400.000 euro. Dit wordt enerzijds veroorzaakt omdat binnen programma's minder voortgang is geboekt, zoals al door mevrouw Stolker is aangehaald. Anderzijds is de reservepositie met 16 miljoen euro afgenomen. Dat vervult mijn fractie met zorgen.

 

Ik kom ten slotte nog even te spreken over Octopus. De verwijzing naar het collegebesluit verdient niet de schoonheidsprijs. De wethouder heeft haar excuses gemaakt en het functioneert verder uitstekend. Daarmee is voor ons de kous af.

 

De heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de woorden van de heer Harpe. Ook mijn fractie is blij met de reactie van het college op het advies van de Rekeningencommissie. Met name de uitwerking van de twee voorbeelden was erg duidelijk.

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): Voorzitter. In de commissie hebben wij vragen gesteld over het gereserveerde inkomensdeel van 1 miljoen euro. Vanavond is daarover aanvullende informatie uitgedeeld. Het zou bestemd zijn geweest voor het bedrijfsverzamelgebouw, beveiliging en werkplekken. Wij kunnen momenteel niet achterhalen - wij nemen aan dat dat wel gebeurd is - of de raad dat geaccordeerd heeft en of het ging om incidenteel budget. Is dat nu doorgeschoven naar 2007? Wij konden deze technische vraag niet eerder stellen, omdat wij vanavond pas de informatie hierover kregen.

 

In de commissie is de jaarrekening 2006 uitvoerig besproken. Wij zullen die discussie niet overdoen. Stadsbelangen is zich er sterk van bewust dat ambtelijk enorm veel werk is verzet. Er moet nog heel veel gebeuren om de jaarbegroting en jaarrekening volgens de voorgeschreven regels in te richten. Van ons mag een kritisch volgen van het proces verwacht worden. Waar nodig zullen wij kritische kanttekeningen plaatsen. Er is in elk geval sprake van een flinke vooruitgang ten opzichte van het jaar ervoor, maar toch zijn er onrechtmatigheden geconstateerd. Wij hoeven niet alles over te doen, maar het gaat in elk geval om het subsidiebeleid en de inkoop en aanbesteding.

 

De kwesties van de Koepoortgarage, kinderopvang Octopus en het loket kinderopvang zijn ons goed bijgebleven. Wij begrijpen de uitleg van de wethouder in de commissie, maar vonden het niet sterk dat zij stelde dat de raad door het raadplegen van het Raads Informatie Systeem indirect op de hoogte had kunnen zijn van het collegebesluit. Dat is niet de geëigende weg. Het is ook geen relevant argument. Ook het argument dat de wethouder nieuw was en het college net was aangetreden, is niet valide. Dat kan allemaal wel zo zijn, maar wij hadden liever van de wethouder gehoord dat de raad haar terecht hierop aansprak. Zij had meteen haar excuses moeten maken. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Kom daar echter meteen mee en ga niet lopen draaien.

 

De heer BOT (GroenLinks): Ik ben niet bij de vergadering geweest, maar ik heb uit de verslagen, ook in de krant, niet anders begrepen dan dat de wethouder dat gedaan heeft.

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): De wethouder heeft wel meerdere malen haar excuses gemaakt in de commissie, maar aanvankelijk stelde zij dat de raad indirect op de hoogte is gesteld via het Raads Informatie Systeem. De commissie sloeg daarop aan, en wij ook.

 

De heer VOKURKA (D66): Mag ik een vraag stellen?

 

De VOORZITTER: U was niet bij de commissievergadering.

 

De heer VOKURKA (D66): Dat klopt, maar daar gaat het debat nu niet over. Dit is het hoogste politieke podium in Delft. Als de wethouder nu, en plein public, haar excuses zonder enig voorbehoud maakt, is het toch klaar?

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): Het is een gelopen race. In de commissie is hier uitvoerig bij stilgestaan en ik wil niet vanavond de hele discussie overdoen. Als de wethouder dit in de commissie direct had gedaan, was voor ons de kous af geweest. In de vorige raadsvergadering kwam een andere wethouder ook pas na een hoop getrek en geduw met excuses en informatie. Met het ondertekenen van de motie van de fractie van Leefbaar Delft willen wij het signaal afgeven dat het ons ernst is op het punt van het tijdig en proactief informeren van de raad.

 

De heer BOT (GroenLinks): U houdt een mooi verhaal. U dient samen met Leefbaar Delft een motie van afkeuring in, terwijl de door de accountant gesignaleerde fout in de oplegnotitie door het college is toegegeven. Dat is aan het begin van dit stuk. Daar wordt helemaal niet omheen gedraaid. De fout wordt gewoon toegegeven. Wat wilt u nog meer?

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): De wethouder had direct vanaf het begin moeten aangeven hoe het was gegaan in plaats van te verwijzen naar een nieuw college, het nieuwe wethouderschap en het Raads Informatie Systeem. Dat is voor ons een zwaar punt.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): De accountant vindt een fout en vervolgens stuurt het college een erratum. Het stond namelijk in het erratum, niet in het originele jaarverslag. Zo kan ik ook mijn fouten corrigeren.

 

De heer BOT (GroenLinks): Het staat in de oplegnotitie.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Het is pas na de constatering van de accountant verbeterd.

 

De heer BOT (GroenLinks): Het staat in het stuk van 5 juni.

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): Het gaat er in elk geval om dat de raad tijdig geïnformeerd wordt en serieus genomen wordt, zeker in relatie tot het budgetrecht. Wij willen met het ondersteunen van de motie een sterk signaal afgeven. Wij wachten het antwoord van de wethouder af op de vraag over het I-deel.

 

De heer BOT (GroenLinks): Als die motie door de raad wordt aangenomen, moet de wethouder de eer aan zichzelf houden. Dat is wel de betekenis van het soort motie dat u samen met Leefbaar Delft hebt ingediend. Klopt dat?

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): Ja, dat zou kunnen.

 

De heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. De Rekeningencommissie heeft de jaarrekening onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de kwaliteit van de jaarrekening wederom verbeterd is ten opzichte van voorgaande jaren. De commissie heeft negen adviezen uitgebracht. Mijn fractie staat volledig achter die adviezen. Ook de accountant heeft geconstateerd dat de jaarrekening ten opzichte van 2005 verbeterd is; de getrouwheid daarvan is vastgesteld.

 

Op het punt van de kinderopvang sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Van Til. Wij gaan akkoord met de jaarrekening en het jaarverslag.

 

Wethouder BOLTEN: Voorzitter. In de commissie heb ik aangegeven dat de raad budgetrecht heeft en dat het college het op een enkel onderdeel in het afgelopen jaar niet goed gedaan heeft. Ik heb daarvoor mijn excuses aangeboden en dat doe ik bij dezen opnieuw. Het betrof het onderwerp kinderopvangloket. Vorig jaar is het kinderopvangloket uitgebreid. Daarvoor is geen toestemming gevraagd aan de raad. Een bedrag van ongeveer 80.000 euro is besteed in verband met ziekte en uitstroom en de invoering van een nieuwe wet vanaf 2005. Die 80.000 euro is geheel in het verbeteren van de werkwijze van het kinderopvangloket gestoken. Er is ook 30.000 euro besteed aan een tijdelijke voorziening omdat door de nieuwe Wet kinderopvang mensen die bij ons in een reïntegratietraject zitten, in problemen kwamen. De Belastingdienst was niet op tijd klaar met het afhandelen van de belastingtoeslag. Mensen kwamen in problemen omdat zij de plek in de kinderopvang konden verliezen. Via het kinderopvangloket is daarom uitgezocht wat per persoon de stand van zaken was. Daar is 30.000 euro aan besteed. In totaal is een bedrag van 112.000 euro kinderopvang onrechtmatig uitgegeven. Dit heeft het college zelf in de jaarrekening geconstateerd en aan de accountant en de raad gemeld. Het college heeft niet onrechtmatig geld uitgegeven aan een kinderopvanginstelling. Er is alleen een uitgave naar voren gehaald die wel in het jaar begroot was. In de jaarrekening staat ook niet dat onrechtmatig geld is uitgegeven aan die instelling. Het gaat dus om geld voor ons eigen personeel om het kinderopvangloket zo adequaat mogelijk te laten functioneren.

 

Tegen degenen die bang zijn dat het college er niet aan werkt om over 2007 een volledige rechtmatigheidsverklaring zonder enig voorbehoud te krijgen, zeg ik dat het college daar keihard aan werkt. Het college heeft ook een aantal mogelijkheden ontdekt waar dingen er doorheen zouden kunnen slippen. Die mogelijkheden zijn gerepareerd. Tegenwoordig krijgt de raad geen voorstel meer zonder begrotingswijziging. De raad krijgt op die manier direct inzicht in een en ander. Die verbeterslag is vorig jaar ingezet en wordt dit jaar geëffectueerd.

 

Ook in de commissie is gesproken over de informatieve waarde van de jaarrekening. Ik heb ook geconstateerd dat de leesbaarheid daarvan te wensen overlaat. Er is daarom een traject ingezet om de leesbaarheid van de komende jaarrekeningen aanzienlijk te verbeteren. Ik betwijfel echter of het mogelijk is om direct vergelijkende cijfers op te nemen omdat afgelopen jaar halverwege het jaar de programma's zijn veranderd. Het is dus moeilijker om cijfers te vergelijken. Verder is er een financieel ICT-programma veranderd waardoor niet alle cijfers in de computer zijn opgeslagen. Vanaf de jaarrekening 2008 is het wellicht mogelijk om vergelijkende cijfers op te nemen.

 

In de memo die de raad gekregen heeft, staan de antwoorden op de vragen over Parking BV. Het gaat om het voorschieten van de kosten die gemaakt moesten worden om de Koepoortgarage te bouwen. Als de lening rond is, krijgt de gemeente dat voorschot gewoon terug, inclusief rente. Dit besluit is al in 2005 genomen. In de MPV is het aangekondigd. In 2006 is door de raad besloten om de lening mogelijk te maken. Deze wordt dit jaar geëffectueerd.

 

Over het bedrijfsverzamelgebouw, de sociale diensten, het miljoen en de zeven ton is een vraag gesteld waarop ik niet direct antwoord kan geven. Ik zal het uitzoeken en de raad daarover informeren. Ik neem aan dat de goedkeuring van de jaarrekening niet van dit punt afhangt.

 

Ik ben het ermee eens dat het RIS niet het geëigende orgaan is om de raad te laten weten dat de begroting wordt overschreden. Toen ik in de commissie naar de besluitenlijst van het college verwees, trachtte ik slechts in te gaan op wat in de dagen ervoor in de publiciteit gezegd was, namelijk dat het college geen informatie verstrekt had. Het was duidelijk dat het niet rechtmatig was, maar de suggestie die in de publiciteit klonk, alsof het college welbewust informatie had achtergehouden, wilde ik weerleggen. Daarmee is een en ander niet goedgepraat maar wel uitgelegd. Dat was mijn intentie achter mijn verwijzing naar de besluitenlijst van het college. Overigens zou dit besluit waarschijnlijk sowieso achteraf worden voorgelegd aan de raad omdat het is genomen in de recesperiode. Als in die periode het loket niet op die manier was versterkt, waren de problemen van de kinderen en de ouders niet uitgezocht. Als pas bij aanvang van het schooljaar daarmee was begonnen, was er een groot probleem geweest met de kinderopvang. Daarom is er op deze manier mee omgegaan. Ik denk dat ik in een dergelijk geval altijd achteraf bij de raad moet komen omdat ik een beslissing moet nemen.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): U had dan natuurlijk meteen in de vergadering van augustus en uiterlijk in die van september de raad om autorisatie kunnen vragen. U had kunnen zeggen: er was een noodsituatie aan de orde en ik heb daar geld aan uitgegeven. Wij leven nu al in juni 2007.

 

Wethouder BOLTEN: Daar hebt u gelijk in. In augustus was mij echter nog verzekerd dat de extra uitgave mogelijk was binnen het budget van het loket Kinderopvang. Later bleek dat dat toch overschreden was. Om die reden is het er bij mij doorheen geslipt. Ik heb daarover gezegd wat ik gezegd heb. Hiermee heb ik alle vragen beantwoord.

 

De heer SIPKEMA (SP): Kan de wethouder duidelijker ingaan op de Koepoort? Ik heb het idee dat daar nog steeds onduidelijkheid over is. Die wordt door de wethouder niet echt weggenomen. Het bedrag dat de accountant noemt, betreft het betalen door de gemeente van 2,9 miljoen euro aan Koepoort VOF. Volgens mij sprak de wethouder net echter over het voorschieten van een bedrag aan Parking BV. De verwarring ligt in de uitspraken van de accountant die misschien niet kloppen. Dat zou dan echter uitgesproken moeten worden, dus dat het niet klopt dat de gemeente risico's loopt die niet afgesproken zijn. Ik heb begrepen dat Parking BV de garage van de gemeente koopt volgens hetzelfde betalingsschema. Er zijn ook facturen aan de gemeente gestuurd.

 

De VOORZITTER: Voor een interruptie duurt dit wel erg lang.

 

De heer SIPKEMA (SP): Ik vraag de wethouder om duidelijk te zijn over welke afspraken van de accountant kloppen. Zijn daar ook uitspraken bij die niet kloppen? Dat moet haast wel, want anders klopt het verhaal van de wethouder niet.

 

Wethouder BOLTEN: Er kan op beide manieren naar gekeken worden. De Koepoortgarage moest gebouwd worden door de VOF. De gemeente loopt daar geen risico in, omdat de Koepoort VOF alle risico draagt. Met de bouw van de garage is evenwel begonnen toen de lening nog niet rond was. Omdat de lening zou worden afgegeven, het gevolg van de ontwikkelingovereenkomst voor de ontwikkeling van de garage enerzijds en de daaraan verbonden verplichting van de gemeente anderzijds, moest gewoon betaald worden wat betaald moest worden. Dat was dus een voorschot voor de parking, dat de gemeente heeft overgemaakt als betaling aan de VOF.

 

De heer SIPKEMA (SP): Ik denk niet dat het er duidelijker op wordt. Ik heb meerdere keren gevraagd of de wethouder kan aangeven wat er van de beweringen van de accountant mogelijk niet klopt. De gemeente koopt die garage en het gaat dus niet over Parking BV, zoals de accountant zegt.

 

Wethouder BOLTEN: Ik betwist de opvatting van de accountant dat de gemeente risico loopt. De VOF loopt het risico. Voor het overige is het een kwestie van lenen aan Parking BV of betalen van de VOF. Uiteindelijk is een voorschot gegeven dat terugkomt via de lening aan Parking BV.

 

De VOORZITTER: Wij beginnen aan de tweede termijn.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter, ik verzoek u om een korte schorsing. Ik wilde even naar de ingediende moties kijken.

 

De vergadering wordt van 20.40 uur tot en met 20.50 uur geschorst.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. De Rekeningencommissie heeft zich in relatie tot de jaarrekening en de vergelijkende cijfers niet uitgelaten over 2007 of 2008. De wethouder heeft in de commissie gesproken over 2008. Met pijn in het hart kunnen wij daarmee akkoord gaan.

 

Ik hoor graag van de wethouder dat motie M-1 van de fracties van Leefbaar Delft, Stadsbelangen en de SP overbodig is. Ik ben het niet helemaal eens met alle overwegingen en constateringen in die motie, maar kan wel instemmen met het dictum. Mijn fractie is dus geneigd om die motie te steunen.

 

Mijn fractie houdt vast aan haar amendement om een onderscheid te maken in het voorstel bij de stemming. Als de raad dit amendement niet aanneemt, moet mijn fractie nader overleggen over hoe daarmee moet worden omgegaan. Mogelijk vraag ik dan om een korte schorsing.

 

De wethouder heeft ten aanzien van de kinderopvang een uitleg gegeven. Die staat in schril contrast met de uitleg die in de commissie is gegeven. Het was toch wat warrig. Het zij zo, het is een verklaring. Mijn fractie worstelt met de vraag in hoeverre fundamenteel de vertrouwenskwestie aan de orde is. De CDA-fractie heeft na overleg besloten om het te houden bij een gele kaart. Ik merk wel op dat twee keer geel rood is, maar die kleur kent de heer Bot ook. Met die overweging steunt mijn fractie niet de motie die op dit punt is ingediend.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Onze fractie ziet de motie van afkeuring juist als een gele kaart. Ik neem dus aan dat u die steunt.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Dat is de uitleg die u eraan geeft. U weet echter ook dat bij het aannemen van een motie van afkeuring de rode kaart wordt getoond. Ik ga er niet op voorhand van uit dat de motie niet wordt aangenomen. Ik laat het oordeel daarover graag aan de stemming in de raad.

 

De heer BOT (GroenLinks): Ik begrijp nu de opstelling van Stadsbelangen niet meer. Ik heb zojuist aan de heer De Koning gevraagd of hij vindt dat de wethouder de eer aan zichzelf moet houden als de motie van afkeuring wordt aangenomen. Zijn antwoord daarop was "ja". De motie is dus wel degelijk een rode kaart.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): De heer De Koning heeft uw vraag niet met "ja" beantwoord. Hij heeft gezegd: "dat zou kunnen". Dat is heel wat anders. Ik wijs erop dat een motie van afkeuring een andere impact heeft dan een motie van wantrouwen.

 

De heer BOT (GroenLinks): Dat is bepaald niet overtuigend.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Op het punt van Parking BV vraagt mijn fractie zich af of de wethouder heel veel duidelijkheid heeft geschapen. Ik zei echter al in eerste termijn dat ik daar graag op terugkom in de komende weken, wanneer het onderwerp uitgebreid aan de orde komt.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. In de uitleg van de wethouder op het punt van de rechtmatigheid heb ik ook niets geconstateerd. Ik had verwacht dat de wethouder zou zeggen dat het gaat gebeuren, dat de rechtmatigheid voor elkaar zou komen. Dan had zij durf getoond. Ik hoorde echter niets. Ik hoop dat de raad zo realistisch is om te zeggen dat Delft niet in de achterhoede kan blijven. Dat zegt toch ook iets over de capaciteit van onze wethouder van Financiën? In het totaal van Nederland mag Delft die positie niet hebben. Delft is al één van de duurste steden en dan komt dit er nog eens bij.

 

De redenen die de wethouder noemt waarom zij het geld aan Octopus en het kinderloket heeft gegeven, bestrijdt mijn fractie niet. Het gaat echter over het feit dat de raad niet geïnformeerd is.

 

De heer BOT (GroenLinks): Gaat het u om het feit dat de wethouder de raad niet geïnformeerd heeft of om het feit, zoals Stadsbelangen in de eerste termijn zei, dat zij in de commissie niet op tijd volmondig excuses heeft aangeboden? Dat zijn twee totaal verschillende dingen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): De wethouder heeft ons niet geïnformeerd en geen raadsbesluit gestuurd. Excuses zijn voor ons geen methode om eruit te komen. Dat is een politiek standpunt.

 

De heer BOT (GroenLinks): Ik constateer dat het Stadsbelangen wel om de excuses ging en dat er in de motie iets anders staat.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Fracties kunnen met andere argumenten tot dezelfde conclusie komen. Dat is niet zo raar.

 

De Koepoortgarage is een zeer risicovol project. Er is al een partij, aannemer Nijssen Bouw, failliet gegaan. Ceres kan ook ineens zeggen: wij kappen ermee. Dan is de gemeente overgeleverd aan de curatoren en is het geld weg. De wethouder zegt ook dat de raad indirect via allerlei verordeningen geldleningen heeft toegestaan. Omdat het een groot bedrag is en er sprake is van een groot risico, had de wethouder de raad moeten informeren over het feit dat die betalingen werden gedaan.

 

De heer Bot verbindt een bepaalde conclusie aan een motie van afkeuring. Voor mijn fractie wordt met een motie van afkeuring een signaal aan de wethouder afgegeven dat zij misschien een andere portefeuille moet nemen. Misschien is de portefeuille Financiën niet geschikt voor haar.

 

De VOORZITTER: U was bijna klaar?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): In wezen houden wij alles overeind. Wij brengen alles in stemming. Wij steunen ook het amendement van de CDA-fractie.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Het feit dat er fouten worden geconstateerd, vloeit logisch voort uit het feit dat de raad een accountant heeft ingehuurd met het verzoek om de boeken te controleren. Gelet op de complexiteit en de budgetten van de gemeente Delft, moeten wij daar niet al te veel van schrikken. Het gaat vooral om de wijze waarop daarmee is omgegaan. De wethouder van Financiën heeft daar op afdoende wijze verantwoording over afgelegd.

 

Over de motie van de fracties van Stadsbelangen en Leefbaar Delft zeg ik het volgende. Ik hoop het niet voor het college, maar ik kan mij voorstellen dat er in de resterende periode onderwerpen langskomen die zich meer lenen voor het inzetten van een motie met de strekking zoals in eerste termijn is uitgelegd door de heer De Koning. Als dat te vaak wordt gedaan, wordt zo'n instrument bot en gaat de effectiviteit ervan verloren. Mijn fractie zal de motie dan ook niet steunen.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): U kunt zich dat voorstellen?

 

De heer VOKURKA (D66): Waar doelt de heer Harpe op? Daar ben ik erg benieuwd naar. Hij kan schijnbaar in de toekomst kijken. Hij zegt dat er nog een paar leuke maanden aankomen en dat wij het nog zwaar gaan krijgen met elkaar. Ik ga straks op vakantie en wil graag weten waarop ik mij moet voorbereiden. Ik heb daar straks alle tijd voor.

 

De heer HARPE (VVD): Ik zou in elk geval een annuleringsverzekering afsluiten als u op vakantie gaat. Ik heb gezegd dat ik het niet hoop voor het college en de coalitie. Kijkend naar hoe de wethouder vanaf het moment dat de fout geconstateerd is, daarmee is omgegaan - daarover verschillen wij in deze zaal blijkbaar van gedachten - vind ik een motie van afkeuring een te zwaar middel om het debat mee af te ronden. Het past niet bij de discussie die tot nu toe gevoerd is. Dat is de mening van de VVD-fractie.

 

De heer VOKURKA (D66): Ik ben dat volledig met u eens. Volgens mij zit hier nog een extra dimensie aan. De heer De Koning doelde vooral op het proces dat er een voorbehoud was gemaakt ten opzichte van het excuus. Het lag aan het vorige college en noem het allemaal maar op. Mijn suggestie in eerste termijn was dan ook dat excuses in de raad, het hoogste politieke podium, voldoende moeten zijn. Dat is vorige maand ook gebeurd.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ik stel ook graag een vraag. Ik ga op vakantie, maar heb geen annuleringsverzekering.

 

De heer VOKURKA (D66): Die betaal ik voor u.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ik stel mijn vraag niet aan u. Betekent dit dat er binnen drie weken iets heel ernstigs gaat gebeuren?

 

De heer HARPE (VVD): Ik weet niet wat u hoorde toen ik die zinnen uitsprak, maar ik heb daar weinig aan toe te voegen. Ik heb duidelijk willen maken dat het instrument dat door u en Stadsbelangen wordt ingezet, in mijn ogen te zwaar is en niet past bij de discussie die gevoerd is. U gaat echter over uw eigen afweging. Wij maken een andere afweging.

 

De heer DE KONING (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik heb in relatie tot het bedrag van 1 miljoen euro voor het inkomensdeel uit de woorden van de wethouder begrepen dat het om een structureel budget gaat en dat wij daarop terugkomen in het kader van de beheersrapportage. Ik wil het daar voor nu bij laten.

 

Over de ingediende motie merk ik het volgende op. Als mijn fractie een motie van wantrouwen had ingediend, had zij min of meer het vertrouwen opgezegd in de wethouder. Zo ver is Stadsbelangen nog niet. De strekking van de ingediende motie is dat de gemeenteraad niet tijdig geïnformeerd is. Dat was de aanleiding voor de discussie. Bij de behandeling in de commissie begon de wethouder te veel te draaien en te verklaren waar het allemaal aan lag, waarbij zij ook zei dat wij het allemaal hadden kunnen weten. Er kwam toen wat gemor uit de commissie, waarna de wethouder het boetekleed aantrok en twee tot drie keer haar excuses aanbood. Om die redenen heeft mijn fractie de motie van afkeuring meeondertekend. Wij kunnen daarover van mening verschillen, maar in elk geval klinkt het signaal aan het college dat de raad tijdig en pro-actief geïnformeerd wordt. Wij zeggen dus niet dat wij niet het vertrouwen hebben dat de wethouder deze portefeuille aan kan.

 

Stadsbelangen gaat akkoord met de jaarrekening.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Ik ga nog wel even kort in op het Koepoortverhaal. De wethouder was niet erg duidelijk, maar mijnheer Harpe wist mij net te vertellen dat ik dat ook niet was. Ik zal daarom nog één keer zeggen waarop ik doelde en dan kom ik daarop terug in de volgende vergadering. Het ging mij om de vraag of het bedrag van 2,9 miljoen euro dat de gemeente betaald heeft aan Koepoort VOF een niet-afgesproken voorschot betrof, zoals de accountant stelde, of een afgesproken betaling. Het kan niet allebei waar zijn. Ik neem aan dat de wethouder daar in de volgende raadsvergadering op terugkomt.

 

Wethouder BOLTEN: Voorzitter. Ik begin met de opmerkingen van de fractie van Stadsbelangen. In relatie tot het bedrag van 1 miljoen euro en het inkomensdeel heb ik in de pauze inderdaad het woord "beheersrapportage" genoemd maar ik had het vorige week over "begroting". In elk geval wordt daar zeer binnenkort op teruggekomen.

 

In stemming komt amendement A-1.

 

Amendement A-1 wordt met algemene stemmen aangenomen.

 

In stemming komt motie M-1.

 

Motie M-1 wordt bij handopsteken verworpen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SP, Leefbaar Delft en Stadsbelangen voor de motie hebben gestemd.

 

In stemming komt motie M-2.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Een jaarrekening is een belangrijk document. Het budgetrecht van de raad is ook een zeer belangrijke zaak. Het inzetten van een zwaar middel als een motie van afkeuring is logisch als een accountant grote fouten constateert. Ik snap ook niet waarom dat zoveel beroering veroorzaakt bij de GroenLinks-fractie. De raad heeft nog maar zo weinig rechten. De meeste stukken worden slechts nog ter kennisname gestuurd. De raad zit er maar een beetje bij. Het enige recht dat de raad nog keihard heeft, is het budgetrecht. Als daaraan getornd wordt, krijgt men in elk geval met Leefbaar Delft te maken. Als men zich daar niet aan houdt, zeggen wij: het is mooi geweest, ga maar wat anders doen.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Mijn fractie zal de motie niet steunen. Ik kan mij voor een groot deel wel aansluiten bij de woorden van de heer De Koning, maar ik kan mij niet vinden in het dictum van de motie en ik vind het instrument te zwaar voor deze situatie.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Voorzitter. Wij vinden dit een vorm van motiedeflatie. Wij steunen geen rode of gele kaart; voor ons is "sorry" voldoende. Wij zullen de motie daarom niet steunen.

 

Motie M-2 wordt bij handopsteken verworpen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar Delft en Stadsbelangen voor de motie hebben gestemd.

 

Aangezien amendement A-1 is aangenomen, wordt het voorstel gesplitst in stemming gebracht. Het lijkt mij het handigst om eerst over voorstel B, de kostenoverschrijding op de personeelskosten van het loket Kinderopvang, te stemmen.

 

In stemming komt voorstel B.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Wij vinden dat dit een probleem is van de wethouder dat zij in beginsel binnen haar eigen begroting moet oplossen. Om het budgetrecht van de raad serieus te nemen, vragen wij het college om daar op deze manier mee om te gaan. Wij autoriseren deze uitgave niet achteraf.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij hanteren dezelfde argumentatie als de heer Van Doeveren. Achteraf autoriseren doen wij niet. Daar beginnen wij niet aan.

 

De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Wij autoriseren die uitgave wel. Partijen die daartegen stemmen, zeggen eigenlijk dat de mensen om wie het gaat, op straat gezet hadden moeten worden.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dat heb ik niet gezegd.

 

De VOORZITTER: Wij gaan niet in debat. Dit is allemaal gewisseld.

 

Voorstel B wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en Leefbaar Delft tegen voorstel B hebben gestemd.

 

In stemming komt Voorstel A over de vaststelling van de jaarrekening 2006, de kostenoverschrijdingen op het onderhoud van het openbaar groen, het toevoegen van het positieve rekeningresultaat aan de algemene reserve en het burgerjaarverslag 2006.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. U zult uit mijn termijn begrepen hebben dat wij niet tegen dat voorstel zijn. Wij stemmen voor het vaststellen van de jaarrekening en de daaraan gekoppelde voorstellen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Je kunt niet tegen een jaarrekening zijn. Het is wel duidelijk dat wij tegen de uitkomst ervan zijn. De jaarrekening is echter gewoon een beschrijvend document. Mijn fractie is daar niet tegen. Leefbaar Delft is het echter niet eens met wat daarna geconstateerd is door de accountant.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Wij stemmen wel tegen omdat de verantwoording die de jaarrekening moet zijn, onvoldoende is.

 

Voorstel A wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen voorstel A hebben gestemd.

 

163. Voorstel tot vaststelling van de Kadernota

(Stuk 126 -- 20286375)

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Voorzitter. In de commissie hebben wij onze waardering uitgesproken voor een groot aantal ambities dat door het college is neergelegd in de Kadernota. Wij vinden daar veel verkiezingspunten in terug en daar zijn wij natuurlijk heel blij mee. De punten Kennisstad en economie, Cultuur en Binnenstad kunnen in de programmabegroting wel wat concreter worden gemaakt. De ambities op die terreinen zijn niet altijd even duidelijk.

 

Ik kom terug op een viertal punten: het financieel meerjarenbeleid, de invulling van de bezuinigingen, Cultuur, Binnenstad en Kennisstad, en de werkwijze en procedure rond de bezuinigingen. In het financieel meerjarenbeleid is de belangrijkste vraag of de reserves in verhouding staan tot de risico's die de gemeente loopt met grote projecten. Delft is een ambitieuze stad waarin een aantal grote projecten loopt; een aantal staat nog op stapel. Het is goed dat het college kritisch beziet of daar genoeg reserve tegenover staat. De vraag blijft echter hoeveel genoeg is. Het is een beetje een slag in de lucht om te zeggen hoe groot de reserve precies moet zijn. De PvdA-fractie ziet er kritisch op toe dat hiermee verstandig wordt omgegaan. Wat de wethouder hierover in de commissie heeft gezegd, is vooralsnog voldoende.

 

De heer HARPE (VVD): Ik probeer hier iets meer scherpte in te krijgen. Pleit u ervoor dat meevallers in principe apart worden gezet?

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): De meevallers worden nu gebruikt om tegenvallers te dekken. Als alle meevallers apart worden gezet, wordt door de tegenvallers een gat in de begroting geslagen. De raad heeft budgetrecht. Een en ander wordt aan ons voorgelegd en de PvdA-fractie zal dat kritisch volgen. Bij voorbaat zeggen dat alle meevallers in een bepaalde risicoreserve gestopt moeten worden, vindt mijn fractie op dit moment niet nodig.

 

Ik heb een vraag over de bezuinigingen. Is het bezuinigingsbedrag van 3 miljoen euro structureel in 2010 en 2011, op pagina 23 van de nota, opgebouwd vanuit het bedrag van 2 miljoen euro uit de oude operatie, die bestond uit 10 miljoen euro, en een nieuw bedrag van 1 miljoen euro?

 

Als derde punt ziet mijn fractie graag dat er in de programmabegroting meer aandacht wordt besteed aan water. Voor de PvdA-fractie is water een heel belangrijk thema. Met water wordt zowel Delft Kennisstad als Delft toeristenstad gediend. Zeker het toeristisch element is heel goed voor de werkgelegenheid. Mijn fractie hoopt dus dat water een prominentere plaats krijgt in het economisch beleid. Ik dien daarom een motie in om in de programmabegroting daarvoor geld te reserveren.

 

Mijn volgende punt betreft de procedure rond bezuinigingen. Mijn fractie heeft in de commissie gevraagd om scenario's ten aanzien van de bezuinigingen. Eerder is op die manier gewerkt en dat is als heel prettig ervaren. Ik heb begrepen dat de wethouder in de commissie heeft gezegd dat zij de ervaringen daarmee niet onverdeeld positief vond. Er is nu een nieuwe raad en ik verzoek het college daarom om daar toch mee aan de gang te gaan. Ik vind het in het dualistische systeem heel goed passen om als raad te mogen kiezen uit meerdere scenario's.

 

Ik vraag ten slotte hoe het zit met de beheerrapportage. De Kadernota schijnt voor een deel de eerste beheerrapportage te bevatten. Vergeleken met de tweede beheerrapportage van vorig jaar ontbreekt echter een aantal onderdelen. De wethouder heeft gezegd dat er voor het bezuinigingsgedeelte later nog een stuk komt. Dat vindt mijn fractie heel mooi. Hoe zit het dan echter met de begrote baten en lasten, onttrekkingen aan de reserves, stortingen in de reserves, realisatie tot moment van afsluiting, mee- en tegenvallers lopende het jaar enzovoort? Dat zijn allemaal dingen die in de beheerrapportage te zien zijn. De combinatie van bezuinigingsstuk en kadernota dekt naar de mening van mijn fractie niet de beheerrapportage. Ik hoor daar graag meer over.

 

Het verheugt de PvdA-fractie dat de wethouder de mogelijkheid wil onderzoeken om daklozen tandartszorg te bieden. Dat kan een goede aanvulling zijn op het sociaal beleid. Bedankt daarvoor, wethouder!

 

De VOORZITTER: Door de fracties van de PvdA en de VVD is de volgende motie (M-3) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

overwegende dat:

·                 de bestuurlijke opdracht "Delft maakt werk van water" van de PvdA en de VVD in ontwikkeling is;

·                 in september een bijgestelde opdracht in de commissie EMCR ter bespreking zal worden aangeboden;

·                 in de conceptopdracht aangekondigd is dat een bedrag van drie maal 200.000 euro benodigd zal zijn voor uitvoering van de opdracht;

·                 nadere besluitvorming door de raad zal volgen;

 

voorts overwegende dat:

·                 de bestuurlijke opdracht "water" zowel aspecten van bevordering van kenniseconomie, werkgelegenheid, toerisme en creatieve economie in zicht draagt;

·                 Delft als kennisstad op het gebied van watermanagement en ervaring met die projecten nu al veel betekent;

·                 ook in de sector van de creatieve stad er mogelijkheden liggen op dit gebied (Water-Bacinol);

 

draagt het college op:

·                 in de programmabegroting 2008 bovengenoemde middelen te reserveren voor een programma "Delft maakt werk van water" over de komende drie jaar;

·                 indien na indiening van de bestuurlijke opdracht blijkt dat het gereserveerde bedrag niet of niet geheel benodigd is, de gelden terug te laten vloeien naar de bronnen waaruit het bedrag is samengesteld,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik ben terechtgekomen in een slagveld tussen de coalitiepartijen. De ene fractie wil dit programmaatje, de VVD-fractie wil zwembaden en de PvdA-fractie wil weer anoniem solliciteren. Wij staan er als oppositiepartij gewoon buiten. Het moge duidelijk zijn dat het ons niet bevalt dat weinig van onze ideeën zijn opgenomen in de Kadernota. Wij willen vooral veel meer bezuinigen, zodat de lasten van de burgers omlaag gaan. Die lastenverlichting is een beetje vaag. Er wordt gezegd "2,4%", maar waarom wordt de OZB niet bevroren? Waarom gaan de lasten niet omlaag? Del OZB is in Delft immers al zo hoog. Het college zegt alleen dat het die lasten kan verhogen omdat de limitering vrij is. Dat zijn, vooral van deze wethouder Financiën, open deuren. Ik kan daar niets mee. Dat is ook met die bezuinigingen zo: wij moeten dit nu vaststellen, maar in de zomer gaat de coalitie verder ruziën over die bezuinigingen. Die krijgen wij dus later. Ik mag in ieder geval niet op vakantie van de heer Harpe.

 

Wij vinden ook dat eerst het oude beleid geschrapt moet worden en dat er niet zomaar weer nieuw beleid of "oud voor nieuw" moet komen. Het is niet nieuwjaar. Wij vinden dat allemaal zo cryptisch. Maak gewoon een eind aan het oude beleid en misschien komt daardoor geld vrij. Die "meevaller" is natuurlijk allang achterhaald, want dat is natuurlijk helemaal geen meevaller: het college heeft de rechtszaken allemaal verloren, maar rekent zich nog steeds rijk met de OZB. Het college weigert mij te informeren over het teruggeven van de ouderwetse Zalmsnip in verband met het niet deugen van de aanslagen. Dat neem ik het college zeer kwalijk. Ik noem het dus eigenlijk de "geld zien en geld opmaken"-nota.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter, onze fractie is enigszins in verwarring geraakt. Ik dacht dat wij hier vanavond de tweede termijn zouden doen met betrekking tot dit stuk, maar begrijp ik nu dat wij toch gewoon een eerste en tweede termijn hebben?

 

De VOORZITTER: U doet uw best maar.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): In de commissie hebben wij afgesproken dat wij in de raad de tweede termijn zouden doen. Ik ben nu dus even in verwarring.

 

De VOORZITTER: Laten wij een volle termijn. Dan zien wij wel of er naar aanleiding van de beantwoording nog behoefte is aan nieuwe vragen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): "U doet uw best maar" klinkt een beetje alsof het er allemaal niet toe doet. Ik vind dat een beetje beledigend. Dat klinkt als: u kletst maar wat.

 

De VOORZITTER: U moet mij niet verkeerd begrijpen. De heer Meuleman vroeg of dit de tweede termijn is of niet. Ik zeg: laten wij gewoon een volle termijn doen in de raad. Dan zal de wethouder reageren en als er dan behoefte is om daarop terug te komen, moet dat kunnen, lijkt mij. U kunt dus gewoon voluit gaan, maar geen herhalingen van de commissie.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. De heer De Wit maakt ons erop attent dat hier iets in zou staan over een openluchtzwembad. Volgens mij was dat juist niet het geval, maar het is goed dat hij dat even heeft genoemd.

 

Wat ons betreft, praten wij over een gezonde financiële situatie. Dat nemen wij aan. Voor onderdelen is dat ook zo, maar laten wij wel vaststellen met elkaar - daar is ook mevrouw Stolker duidelijk over geweest - dat de laag dun is. Als er iets fout gaat, zijn de reserves niet al te groot. Vandaar mijn vraag hoe de PvdA-fractie wil omgaan met eventuele meevallers. Wat ons betreft, zetten wij die toch even apart, want ik wil ook even bekijken of een bepaalde tegenvaller direct met een meevaller moet worden afgedekt of dat wij daarover nog een discussie met elkaar moeten voeren.

 

De heer VOKURKA (D66): Dan krijgt u toch nog uw openluchtzwembad. Moet ik die opmerking in dat licht zien of niet?

 

De heer HARPE (VVD): Ik begrijp niet wat u bedoelt.

 

De heer VOKURKA (D66): Uw meevallerpotje. Komt u met een voorstel om dat vanavond te regelen?

 

De heer HARPE (VVD): Als er meevallers zijn, wilt u dan als volksvertegenwoordiger niet even …

 

De heer VOKURKA (D66): Wij hebben in de commissie al aangegeven dat wij heel die Kadernota niet willen. Ik vraag u nu iets anders. U zegt dat meevallers opgespaard moeten worden en dat wij in de raad gaan discussiëren over wat wij daarmee gaan doen. Dat vind ik een heel interessante gedachte, maar de Kadernota regelt dat niet. Ik vraag dus of u vanavond met een amendement komt om dat te regelen.

 

De heer HARPE (VVD): Nee.

 

De heer BOT (GroenLinks): Ik zou de heer Vokurka willen vragen of hij die discussie dan ook over de tegenvallers wil voeren.

 

De heer VOKURKA (D66): Dat is een interessante vraag en een interessante uitdaging.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Wij zijn natuurlijk heel nieuwsgierig naar de voorstellen van het college voor de invulling van de vrije beleidsruimte, dat eenmalige bedrag van 0,5 miljoen euro en het structurele bedrag van 1 miljoen. Wij zijn vooral ook benieuwd naar de eventuele extra middelen die vanuit het Haagse naar de stad vloeien onder de mooie naam "beleidsenveloppen". Wij zien dat dat 1 miljoen euro tot 2,5 miljoen euro zou kunnen worden. In dat kader willen wij kort enkele punten noemen waar dat heen zou kunnen gaan, rekeninghoudend met die enveloppen. Wij denken daarbij aan het tegengaan van overlast in de wijken, het ook op zondag schoonmaken van deze mooie stad en het intensiveren van cameratoezicht. Dat soort concrete zaken hebben wij niet gelezen, maar wij vinden dat wel belangrijk. Wij zouden het ook veel waard vinden als wij een eerste stap zouden zetten op weg naar de parkeergarage voor de noordelijke binnenstad. Ik verwijs de collega's van de coalitie naar wat wij daarover hebben afgesproken in het coalitieakkoord. Nog een belangrijk punt: een herprioritering van het aantal ambtenaren dat zich bezighoudt met het binnenhalen en binnenhouden van ondernemingen in deze stad, wat ons betreft binnen het totale formatieplaatje van de gemeente. Tot slot het water. Mevrouw Stolker heeft al gezegd dat de door haar genoemde motie ook door ons is ondertekend. Ook daar zouden wij graag iets over lezen. Wij zullen daar ongetwijfeld op terugkomen, ook al bij deze motie.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik zal niet herhalen wat wij in de commissie hebben gezegd over de Kadernota. Nogmaals: ik vind de gedachte van de heer Harpe interessant. Wellicht komen wij daar dus nog over te spreken.

 

Toen ik vanmiddag de bijlage van de Kadernota las, viel mij onder bolletje 3 van Ruimtelijke Ordening op dat de gemeente zich strategisch laat adviseren in het dossier met betrekking tot de snelwegen rondom Delft. "Om goed te kunnen positioneren in het complexe bestuurlijke en politieke krachtenveld, is in 2007 een extern bureau ingeschakeld om strategisch te ondersteunen." Dat kost 80.000 euro. Toen dacht ik: heeft het college een probleem op het punt van de snelwegendiscussie in Delft? Als dat zo is - ik denk dat dat zo is - waarom is dan ondersteuning nodig? Volgens mij is het coalitieakkoord ook daar immers klip en klaar over. Wij hebben het een aantal keren in de raad geprobeerd. Ik heb de heer Kiela daarbij ooit horen zeggen: "Wij leggen geen snelwegen aan en wij besluiten daar niet toe; dat doet de Tweede Kamer". Wat doet dit bureau, welke opdrachten heeft dit bureau en wanneer komt het college met de resultaten naar de raad? Ik ben daar razend nieuwsgierig naar. Daar krijg ik dus graag een reactie op.

 

Wat het waterverhaal betreft: wij waren in de commissie eerst wat kritisch. Dat zal ik uitleggen. Wij hadden het stuk goed bestudeerd en kwamen bijvoorbeeld tot de conclusie dat het Waterkader Haaglanden - een belangrijke club als het gaat om innovatie op het punt van water en de keuzes die op dat terrein gemaakt worden, die onder voorzitterschap staat van onze burgemeester - nauwelijks wordt genoemd. Als Delft zich wil profileren op het punt van water, wat ik op zich een heel spannende gedachte vind, moet je daar wel goed rekening mee houden. Daar is echter over gesproken en volgens mij is het duidelijk dat wij dat verder gaan ontwikkelen. Ik ga ervan uit dat dat helemaal goed komt.

 

Zoals de motie nu luidt, kan ik daar prima mee leven. Toen ik haar vanmiddag uitprintte, had ik wat moeite omdat bij de eerste twee bolletjes van de overwegingen staat "ontwikkeling" - dan denk ik: het is nog niet af - en er staat ook dat pas in september duidelijk is waarover wij het precies gaan hebben. Als wij nu zes ton reserveren en als wij er straks achterkomen dat het misschien maar vier of twee ton is of dat wij 1 miljoen euro nodig hebben, hebben wij te veel geld gereserveerd - en ik weet niet waar dat dan naar terugvloeit - of hebben wij een ander probleem. Ik heb ook een vraag aan de PvdA-fractie: waarom zes ton? Ik zeg niet dat ik daartegen ben, maar ik wil gewoon een redeneerslag over die zes ton. Ik ben blij met het geschrevene dat eronder staat. Nogmaals: ik ben erg benieuwd naar de antwoorden over het strategische adviesbureau.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik constateer in ieder geval dat wij in commissies geen afspraken meer hoeven te maken, want dat heeft blijkbaar weinig zin.

 

Mevrouw VAN DER HOEK (VVD): Ik voel mij als voorzitter van de commissie aangesproken.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): U bent toch geen voorzitter van de raad, of wel?

 

Mevrouw VAN DER HOEK (VVD): Nee, maar u refereert terecht aan een afspraak die wij in de commissie Bestuur en Werk hebben gemaakt om de tweede termijn in de raadsvergadering te doen. Ik wil u dus alleen maar steunen, mijnheer Meuleman.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik had niet anders verwacht, maar toch dank.

 

Desalniettemin zal ik mijn betoog toch kort houden. Wij hebben een aantal kritische kanttekeningen bij deze Kadernota geplaatst. Dat betreft het heel positieve element dat wij er goed voor staan, terwijl te weinig rekening wordt gehouden met het feit dat onze stad in de komende jaren heel veel bewuste financiële risico's gaat lopen. Wat ons betreft, zou daar veel meer aandacht voor moeten zijn. Er wordt gesteld dat het probleemoplossend vermogen verder moet worden vergroot. Daarvan heb ik in de commissie al gezegd dat het goed is dat dat wordt gedaan, maar dat het eigenlijk wel laat is. De dialoog met de burgers moet verbeterd worden. Daar staan wij helemaal achter, maar voorwaarde is dan wel dat de oude strategieën worden losgelaten.

 

Als je naar de bezuinigingstaakstelling kijkt, zie je dat in de afgelopen jaren op het punt van de bijstandsuitkering het aantal klanten met 600 is afgenomen en dat het aantal aanvragen op het punt van levensonderhoud met 13% is afgenomen. Dat zien wij vervolgens niet terug in het formatiebudget. Als het allemaal minder wordt, heb je ook minder mensen nodig voor de uitvoering. De wethouder probeert dat goed te praten met het argument dat de problematiek meervoudiger is geworden. Dergelijke argumenten spreken onze fractie niet aan. Wij vinden dus dat ook daar veel kritischer naar gekeken moet worden.

 

Ik heb al aangegeven dat wij het veel te voorbarig vinden om in 2008 de daadkrachtgrens al te verhogen naar 130%. Er is nu een onderbesteding van het WWB-inkomensdeel, maar de verwachting is zeer reëel dat dit inkomensdeel in de septembercirculaire naar beneden wordt bijgesteld. Wij zien dus geen enkele reden om er op dit moment toe te besluiten om in 2008 naar die 130% te gaan.

 

Ik heb al iets gezegd over de bezuinigingen. Bij de tegenvallers zie je een soort opplusactiviteit die binnen de gemeente Delft zo langzamerhand structureel aan het worden is: wij komen iets tekort; wij doen er dus wat geld bij. Zorg er nou eens voor dat dit soort activiteiten incidenteel van aard wordt. Dat betekent dat vooraf beter moet worden begroot wat je nodig hebt in plaats van achteraf steeds weer aan te moeten vullen.

 

Dan de watermotie. Onze fractie heeft begin deze week een andere motie langs zien komen. Die motie vonden wij beter, omdat het daarin ging om een bedrag dat er al is, met de vraag om dat bedrag alvast te labelen voor de kenniseconomie. Als dat straks inderdaad zou leiden tot een bestuurlijke opdracht in het kader van "Delft maakt werk van water", zouden wij in ieder geval dat bedrag daarvoor kunnen besteden. Nu zegt de motie eigenlijk: leg maar alvast 600.000 euro vast. Dat vinden wij de omgekeerde weg. Ten eerste moet nog bekeken worden of wij die opdracht straks gaan geven, waarbij ik wel wil aangeven dat onze fractie positief is over het conceptstuk dat wij hebben gezien; het moet echter uiteindelijk blijken uit de definitieve opdracht. Als wij de strategie volgen dat wij voor toekomstige opdrachten waarvan wij nu de inhoud nog niet kennen, enorme bedragen gaan reserveren, lijkt dat ons een omgekeerde weg. Ik heb dus enige moeite met deze motie.

 

De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Ik zal proberen om het kort te houden en om mijn eerste termijn niet te herhalen. Ik heb in die eerste termijn gezegd dat wij de Kadernota een goede inhoudelijke presentatie van de beleidsvoornemens vinden, zowel qua ambitieniveau als qua uitwerking van de programma's, en dat het financiële beeld er redelijk goed uit ziet. Ik wil ook hier benadrukken dat wij de indruk hebben dat de gemeenten van het huidige kabinet meer te verwachten hebben dan van de vorige kabinetten. Wij zijn wat dat betreft heel benieuwd naar de invulling van de enveloppen, maar datgene wat wij de afgelopen weken hebben gehoord over de 500 extra wijkagenten, maar ook over het opnieuw mogelijk maken van additionele banen in de vorm van conciërges en dergelijke stemt ons optimistisch.

 

Van groot belang vinden wij ook het realistisch plannen van de investeringen in de grote projecten. Wethouder Koning is daar vanavond op ingegaan in het kader van het Meerjarenprogramma Vastgoed. Wij onderschrijven volledig de ambitie van het college om tot een meer realistische planning te komen.

 

Inhoudelijk heb ik een vraag over de stadsvisie. Wij hebben erop aangedrongen om te bekijken of de stadsvisie eerder afgerond kan worden, het liefst al in het volgende kalenderjaar. Wethouder Bolten heeft gezegd dat zij liever een goede stadsvisie heeft die wat later af is dan eentje die afgeraffeld wordt. Dat is in principe natuurlijk waar, maar dat laat onverlet dat het, ook gelet op alles wat in onze omgeving gebeurt, wenselijk is om de stadsvisie toch in de loop van 2008 op een verantwoorde manier af te ronden. Wethouder Bolten zei dat zij dat niet gaat doen omdat de Commissaris van de Koningin toevallig een keer langs is geweest en daarom heeft gevraagd, maar ik vond dat de Commissaris daar op dat moment wel een verhaal bij had. Ik vraag het college dus om daar toch nog even op in te gaan.

 

Wat de watermotie betreft, zijn wij er nog niet helemaal uit, maar ik kan mij in ieder geval vinden in de bedenkingen van de heer Meuleman. Daar zitten voor onze fractie op dit moment de twijfels. Ik ben ook benieuwd wat daar vanachter de tafel over gezegd wordt.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Net als de fractie van GroenLinks zijn wij blij met dit nieuwe kabinet, dat een reëel accres beschikbaar stelt en gemeenten meer beleidsruimte biedt. Dit moet echter nog definitief worden in de meicirculaire, die in juli uitkomt. Als wij dit combineren met zorgen over de financiële positie van de gemeente, willen wij het college ertoe oproepen om de begroting behoedzaam te maken en om met name op het gebied van de beleidsruimte niet meteen de maximale ruimte te nemen.

 

Verder is onze fractie blij met de voorgenomen intensiveringen van het beleid op het gebied van de beleidsenveloppen en met de extra ondersteuning van daklozen en verslaafden om hen uit de "pappen en nathouden"-situatie te krijgen.

 

Wij vinden het af en toe wel een propagandastuk. Op het punt van het armoedebeleid wordt bijvoorbeeld gesproken van "het krachtig doorzetten van het beleid". Er is duidelijk geworden dat er ook het een en ander moet veranderen aan het beleid en dat het eenvoudiger en toegankelijker zou moeten worden. Af en toe een wat meer bezinnende of kritische opmerking zou naar onze mening op haar plaats zijn.

 

Tot slot de watermotie. Op zich zien wij daarin zeer positieve elementen, maar wij hebben ook bedenkingen en wachten nog even de reactie van de wethouder af.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Mevrouw Stolker maakte al heel duidelijk dat zij heel veel dingen van het coalitieakkoord en haar verkiezingsprogramma terugvindt in deze Kadernota. Daar gaat het natuurlijk ook om: het is een coalitieverhaal. Dat is niet erg, maar dat is wel een constatering. Met de Kadernota wordt eigenlijk ook een fors deel van de programmabegroting vastgelegd. De partijen die dit breeduit steunen of onderschrijven, zullen bij de behandeling van de programmabegroting alleen nog maar spreken over een stukje nieuw beleid, tussentijdse mee- en tegenvallers en nog wat restposten. Dat maakt de door de fracties van de VVD en de PvdA ingediende motie wel aardig, maar daar ga ik straks op in.

 

Wij vinden de Kadernota ook lastig als sturingselement, want je mist de hele integraliteit en budgetflexibiliteit - daarmee zou je nog duidelijker kunnen zien welke ruimtes er zitten en waar - die wij proberen te bereiken met de programmabegroting. Wij zullen bij de behandeling van de programmabegroting, waar nodig, los van de Kadernota met voorstellen komen, omdat je dan heel duidelijk de ruimte voor politieke keuzes ziet.

 

De heer Van Til zei het al: de toonzetting van de Kadernota is misschien overdreven positief. Als je dat afzet tegen de feiten, wordt dat optimisme niet helemaal gedragen. Uit de jaarrekening is gebleken dat een aantal zaken niet zijn uitgevoerd. Ook mevrouw Stolker waarschuwde voor overdreven ambities, maar de ambities stapelen zich wel erg op. De vraag is of je dan niet ten onder gaat aan je eigen ambities. Natuurlijk gaan er gelukkig ook een aantal zaken goed, maar een aantal zaken lopen niet goed. Dan heb ik het over het cultuurbeleid en het economische beleid die nog een slag scherper kunnen. Er is ook gesproken over grote projecten. Ook het weerstandsvermogen, waarover mevrouw Stolker al heeft gesproken, vinden wij een belangrijk punt. Een gemeente behoort zich te gedragen als een goede koopman. Die beginselen liggen ten grondslag aan het hele jaarrekeningrecht en aan de gemeentelijke jaarrekening. Een goede koopman is niet alleen ambitieus, maar ook voorzichtig. Het weerstandsvermogen vinden wij dus aan de magere kant, zeker gelet op de relatie met de grote projecten.

 

Dan nog een piketpaal die ook al door andere fracties is geslagen. In het bestuursakkoord op landelijk niveau wordt een limitering van de OZB geschrapt. Wij vinden dat dat voor Delft geen reden mag zijn voor een hogere stijging dan afgesproken in het coalitieakkoord. Dat coalitieakkoord hebben wij niet onderschreven, maar wij nemen aan dat partijen die daar hun handtekening onder hebben gezet, daar pal voor staan.

 

De heer HARPE (VVD): Vorig jaar maakte ik mijn eerste begrotingsdebat mee. Ik heb toen, onder andere in de richting van de oppositiepartijen en met name in de richting van de CDA-fractie, gezegd dat ik hun verhaal een beetje treurig vond. De CDA-fractie maakte toen ook een geslagen indruk: wij kunnen niets en wij staan machteloos, want het is een coalitiestuk. Ik had mij dus voor deze avond voorbereid op een kaderstellend CDA dat nu, gegeven de discussie van vorig jaar, wél de mogelijkheid zou oppakken om meer dan één piketpaaltje - en dat is nog een coalitiepaaltje ook! - te gaan slaan. Ik hoor u echter wederom hetzelfde zeggen. Toch weer een afwachtende houding, terwijl ik denk: kom met een aantal duidelijke kaders waarover wij tijdig kunnen nadenken en die de moeite van het discussiëren waard zijn. Als u verder niets inbrengt, krijgen wij net als vorig jaar een herhaling van zetten.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Daar hebt u, denk ik, gelijk in.

 

De heer HARPE (VVD): Dat is toch zonde?

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Dat is inderdaad zonde van uw en mijn energie. Zoals ik al zei, zullen wij hier bij de programmabegroting op terugkomen, maar de Kadernota is nu eenmaal een coalitiestuk. Wij zijn niet bij uw overleggen geweest.

 

De heer HARPE (VVD): Natuurlijk is het een coalitiestuk, in die zin dat er een college zit, maar wij hebben nu ook dualisme. U kunt vanuit uw dualistische opstelling dus met een verhaal komen. Of niet? Of hebben wij alle geloof in het systeem verloren?

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Ik weet niet wat uw opvatting is over het dualisme, maar het dualisme heeft in ieder geval coalitie en oppositie niet nader tot elkaar gebracht.

 

De heer VOKURKA (D66): Ik ben blij dat de VVD nu ineens voor dualisme is. Ik zie dat uw fractie daar wat verdeeld over denkt, maar dat geeft niet.

 

De heer HARPE (VVD): Een fractievoorzitter heeft altijd het recht om iets anders te vinden.

 

De heer VOKURKA (D66): Nou ja, wie is belangrijk?

 

De heer BOT (GroenLinks): Dat probleem heeft de heer Vokurka in ieder geval niet.

 

De heer VOKURKA (D66): Precies. Dat maakt het leven wel een stuk eenvoudiger!

 

Mevrouw STEFFEN (VVD): Ik wil even opmerken dat ik misschien wel belangrijk ben, maar als één van de vier. Ik leg mij dus neer bij de meerderheid.

 

De heer VOKURKA (D66): Dat weet ik. Ik ben het eens met de heer Harpe. De heer Van Doeveren constateert feitelijk dat wij hier vanavond voor 90% de zaken af zitten te tikken; dat is ook mijn probleem. Als je keuzes wilt maken, moet je die nu maken en dan kun je bij de programmabegroting in feite nog het een en ander in de marge doen. Mijnheer Van Doeveren, wellicht moeten wij daar samen nog even kritisch naar kijken. Ik ben het met u eens, maar ik ben het ook eens met de analyse van de heer Harpe.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Als u mij goed beluisterd hebt, hebt u gehoord dat ik mij ten aanzien van de programmabegroting vrij acht om daar fundamenteel op in te schieten, los van deze Kadernota. Ik neem echter aan dat de coalitiepartijen niet meer met heel mooie voorstellen komen die heel veel geld gaan kosten.

 

De heer BOT (GroenLinks): Waar baseert u dat op?

 

De VOORZITTER: De politieke posities zijn voldoende beproefd.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Zou ik in het kader van deze Kadernota kunnen voorstellen dat de heer Vokurka een microfoon krijgt die wel verstaanbaar is maar een zachter geluid produceert?

 

De heer VOKURKA (D66): Daar is vast nog wel ergens budget voor te vinden. Gelet op uw wens, zal ik die motie in ieder geval steunen.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter. Excuses voor mijn late aankomst vanavond. Ik heb eigenlijk een beetje hetzelfde verhaal als de heer Van Doeveren. Wij gaan met een halve begroting instemmen die niet zo goed onderbouwd is als een "hele" begroting. Mijn collega Sipkema heeft in de commissie al gezegd dat er punten in staan waarmee wij het eens zijn, maar ook punten waarmee wij het niet eens zijn, bijvoorbeeld als het over wonen, armoede, het cultuurbeleid en grote projecten gaat. Voor de heer Bot was de goede uitwerking van de beleidsvoornemens een reden om voor te stemmen. De PvdA-fractie was erg blij met een goede verwerking van coalitieplannen. Dat is voor ons een reden om ertegen te zijn.

 

Dan de motie "Delft maakt werk van water". Als ik het goed begrijp, gaan wij 600.000 euro uittrekken voor iets met water. Dat "iets" moet dan nog worden ingevuld. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma ook een aantal dingen over water staan. Ik ben dus heel benieuwd naar het plan, maar ik vind het voorbarig om nu in te stemmen met een motie of met het reserveren van geld, terwijl ik niet weet waarvoor dat gebruikt gaat worden. Ik ben dus heel benieuwd naar het plan.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Dit is een Kadernota. Wij stellen dus kaders vast. Het is ook een beetje lastig, want het stuk "Delft maakt werk van water" moet nog uitgewerkt worden. Wanneer die uitwerking er is, zijn wij ook toe aan de programmabegroting. Dan zou het te laat zijn om nog geld te gaan reserveren. U kunt nu instemmen met de motie; dan wordt er geld gereserveerd. Als u de uitwerking helemaal niets vindt, kunt u nog altijd zeggen dat u het niet wilt. Volgens mij is het steunen van de motie dus heel veilig.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Volgens mij is het doorgaans de gewoonte om het andersom te doen. Ik kan het mis hebben, maar volgens mij komt er dan eerst een plan. Daar ben je het mee eens en vervolgens is er geld. Ik vind dit echt een vreemde gang van zaken, hoewel ik mij in de ...

 

De heer VOKURKA (D66): U raakt een cruciaal punt. Volgens mij is dit de reden waarom het "Delft Kennisstad"-beleid niet van de grond komt. Wij zijn immers continu aan het wikken en wegen en proberen allerlei keuzes te onderbouwen met allerlei moeilijke rapporten. Niemand begrijpt het. Ik vind dat water genoeg potentie heeft om op dat punt een beetje risico te nemen. Wat mevrouw Stolker zegt, is bovendien ook waar: u neemt feitelijk helemaal geen risico, want het laatste zinnetje zegt dat het geld weer terugvloeit als wij het allemaal niets vinden.

 

Mevrouw DEKKER (SP): In het eerste voorstel, zoals dat in de commissie is behandeld, stonden dingen waarmee wij het eens waren en dingen waarmee wij het niet eens waren. Als het ongeveer bij dat voorstel ligt, kunnen wij nu dus sowieso tegen de motie stemmen en dan zullen wij ook tegen het plan stemmen.

 

De heer VOKURKA (D66): Als u goed naar mij hebt geluisterd, hebt u gehoord dat ik zojuist precies hetzelfde heb gezegd. Als ik er vanavond zes ton aan hang, ga ik mij er natuurlijk wel mee bemoeien.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Dan hoop ik dat ze naar u luisteren.

 

De heer VOKURKA (D66): Dat merken wij dan wel weer.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Ik wil graag weten wat mevrouw Dekker beter vond aan het eerdere voorstel. Daar ben ik zeer benieuwd naar.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Ik begrijp de vraag niet helemaal.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Ik begreep zojuist uit uw woorden dat u in eerste instantie van plan was om mee te gaan, maar dat u dat nu niet meer van plan bent.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Nee, ik vertelde dat in het plan dat in de commissie voorlag en waarover kort is gesproken, een aantal dingen stonden waarmee wij het eens waren, maar ook een flink aantal dingen waarmee wij het niet eens waren. Ik zie dat hier ook weer terugkomen, bijvoorbeeld het water-Bacinol. Ik heb werkelijk geen flauw idee wat daarmee bedoeld wordt. Wij waren dus niet blij met het plan zoals dat er lag, maar volgens mij heeft mijn collega Jansen dat ook gezegd.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Water-Bacinol is niets meer of minder dan dat je bedrijven die iets met water hebben, ruimte geeft in een gebouw om zich daar te vestigen. Dat is goed voor de werkgelegenheid; dat zou de SP toch moeten aanspreken. Ik zei al dat het plan nog uitgewerkt moet worden. Dat is volgens mij het moment waarop u de plannen heel inhoudelijk kunt verbeteren. Daar wil ik u dus graag toe uitnodigen.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Ik wil onze ideeën over water zeker met u delen. Dan zullen wij het daarna wel hebben over de vraag hoeveel geld dat kost.

 

Mevrouw STEFFEN (VVD): Dan heb je geen geld!

 

Mevrouw DEKKER (SP): Dan vraag ik mij werkelijk af wat wij straks bij de begrotingsbehandeling gaan doen. Die discussie heb ik vorig jaar ook met de heer Bot gevoerd. De heren De Wit en Van Doeveren hebben dus gelijk: wij stellen nu een halve begroting of misschien wel een hele begroting vast, zonder onderbouwing. Volgens mij worden politieke keuzes bij de begroting gemaakt en daar wil ik ze ook graag maken.

 

Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ik zal het kort houden, want wij waren ervan uitgegaan dat dit onze tweede termijn was. Wij hebben onze input al gegeven in de eerste termijn, in de commissievergadering. Wij waren tevreden met de beantwoording door het college. Op de vraag over extra aandacht voor studentenwoningen hebben wij geen antwoord gekregen, maar inmiddels hebben wij er vertrouwen in dat de wethouder daarmee bezig gaat zijn. Wij zullen de vorderingen op de voet volgen.

 

Wat de motie over water betreft: wij hebben er toch wel een beetje moeite mee dat er nog geen concreet plan ligt, maar dat wel een soort dekking gevraagd wordt. En wat gebeurt er nu allemaal al op het gebied van water? Wellicht kan het college daar nog antwoord op geven. Tot zover dan toch mijn eerste termijn, want wij mogen toch een tweede termijn houden.

 

De VOORZITTER: Dat was, wat mij betreft, de tweede termijn van de commissie en de eerste termijn van de raad. Ik zou mij kunnen voorstellen dat het college even wil nadenken over de reactie.

 

De vergadering wordt van 21.47 uur tot 21.57 uur geschorst.

 

Mevrouw BOLTEN: Voorzitter. Ik had even een schorsing nodig, omdat de raad op een aantal punten is ingegaan die bij de portefeuille van collega's horen. Ik wilde even checken of zij zelf het woord willen voeren of dat ik dat zou doen. De conclusie is dat ik over het algemeen de beantwoording zal doen, behalve over de motie inzake het water. Daarover zal collega Vuijk het woord voeren.

 

Er is een paar keer gepraat over de risico's die de gemeente loopt en de hoogte van de weerstandsreserve. Volgens het college is het weerstandsfonds, de vrije besteedruimte, voldoende. Wij hebben als eindcijfer van 2005, toen deze raadsperiode begon, ongeveer 15 miljoen euro in het weerstandsfonds aangetroffen. Nu zit er ongeveer 22 miljoen euro in. Wij hebben het dus aangevuld en er zit nu 7 miljoen euro meer in dan aan het eind van 2005. Daarnaast hebben wij voor de grote projecten Technopolis en Harnaschpolder een voorziening getroffen: 14 miljoen euro voor Technopolis en 8 miljoen euro voor Harnaschpolder. Wij denken dat wij daarmee risico's hebben afgedekt en dat de weerstandsreserve voldoende is.

 

De PvdA-fractie vroeg om scenario's inzake de bezuinigingen. Het college werkt op dit moment langs drie sporen. Het eerste spoor is het analyseren van de tegenvallers. Daarmee kom ik direct op de opmerking van de heer Meuleman. Wij zijn bezig met een analyse van hoe dit zo komt. Ons doel is uiteraard om geen structuraliteit in tegenvallers te laten bestaan. Het tweede spoor is het analyseren van de inkomstenkant om te bekijken hoe wij de inkomsten zo hoog mogelijk kunnen maken. Het derde spoor is realistischer plannen. Dat heeft de raad ook aangegeven: investeringen en begrotingen moeten meer in overeenstemming worden gebracht met de activiteiten die wij zullen ondernemen. Dat zijn de drie wegen waarlangs wij willen komen tot bezuinigingen. Daarmee zijn wij nu aan het werk. Het maken van meerdere scenario's lijkt ons moeilijk, maar de raad krijgt straks voorstellen voor de begroting. Daarbij kan de raad natuurlijk het budgetrecht gebruiken en dan kunnen eventueel amendementen worden ingediend.

 

Ik heb voorstanders en tegenstanders gehoord van iets doen aan de OZB. Vooralsnog volgen wij het coalitieakkoord, dat immers ten grondslag ligt aan dit college. Daarin staat dat de gezamenlijke woonlasten in deze gemeente niet hoger worden dan het inflatiecijfer.

 

Er ligt nog een motie bij ons over de parkeergarage voor de noordelijke binnenstad. Die motie van begin 2006 moet nog beantwoord worden. Dat antwoord komt binnenkort.

 

Er is een vraag gesteld naar de strategische advisering over de wegen rond Delft. Er zijn allerlei plannen met wegen langs Delft. Wij laten ons adviseren over de inpassing daarvan: hoe komt Delft daar het beste mee weg? Wanneer wij met andere overheden spreken, bijvoorbeeld over het Bereikbaarheidsoffensief Randstad of wanneer de heer Eurlings hier een bezoek brengt, komen wij dan goed beslagen ten ijs ten gunste van Delft? Dan gaat het bijvoorbeeld over overkapping, ondertunneling en dat soort zaken.

 

De heer VOKURKA (D66): Dat begrijp ik en daar ben ik blij mee, maar dit is een Kadernota en het gaat om een bedrag van 80.000 euro. Dat stelt in het grote kader niet zo heel veel voor. Wanneer de heer Eurlings hier langskomt, geeft u hem toch gewoon het coalitieakkoord om hem te laten zien dat het college al heeft nagedacht over de grote wegen? Ik had dit vage antwoord wel verwacht, maar stel nou dat het adviesbureau zegt dat een vergelijking tussen de A4 en de A13/A16 uitwijst dat de A13/A16 toch beter is, wat doet u dan met dat advies? Dat is dan immers een belangrijk strategisch advies.

 

Wethouder BOLTEN: Daar gaan wij helemaal niet over. Het Rijk beslist of die wegen er komen en wij bereiden ons voor op welke beslissing het Rijk dan ook neemt, zodat Delft daar niet slecht af komt. Als de A13 verdubbeld wordt omdat het Rijk daartoe beslist, overwegen wij welke consequenties daaruit zouden komen en hoe Delft daarvan zo weinig mogelijk schade ondervindt. Dat zijn onderwerpen waarover wij goede adviezen moeten hebben wanneer wij met onze gesprekspartners in gesprek zijn.

 

De heer VOKURKA (D66): Ik zal er nu mee ophouden …

 

Wethouder BOLTEN: Graag.

 

De heer VOKURKA (D66): … maar ik ga hier nog verder over nadenken en ik kom hierop terug.

 

Wethouder BOLTEN: Oké.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Mijnheer Vokurka, komt u nou met een kaderstellende motie?

 

De heer VOKURKA (D66): Vanavond niet, maar ik heb zojuist gezegd dat ik er nog wel op terugkom.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ja, maar dit is wel het juiste moment.

 

De heer VOKURKA (D66): Laat mij daar ook nog even over nadenken.

 

Wethouder BOLTEN: Er is gesproken over de dialoog met de burgers. De heer Bot pleit er nogmaals voor om in de loop van 2008 met de stadsvisie te komen. In het coalitieakkoord, dat ten grondslag ligt aan ons werk, staat 2009. Er is met de raad afgesproken dat wij de raad betrekken bij de dialoog. In de Kadernota staat dat wij met een procesvoorstel zullen komen, maar zolang wij dat procesvoorstel nog niet hebben ontwikkeld, gaan wij ervan uit dat 2009 een goede deadline is. Ik blijf bij mijn antwoord in de commissie: beter een goede stadsvisie langs een goed proces dan een snelle, onderuit te halen stadsvisie.

 

Er zijn ook opmerkingen gemaakt over de toonzetting van de nota. Sommigen maakten daarover een positieve opmerking en anderen vonden juist dat wij erg positief waren. Van beide opmerkingen neem ik momenteel kennis. In de begroting zult u zien hoe wij dat verder uitwerken.

 

Er zijn pleidooien gehouden voor goed koopmanschap en behoedzame begrotingen. U kent ons; dat doen wij. Dat brengt mij nog bij een antwoord aan mevrouw Stolker: met de 3 miljoen euro die wij in de Kadernota hebben opgenomen als bezuinigingsbedrag, is het inderdaad zoals zij zei. Daarvan moet 2 miljoen euro nog dit jaar bezuinigd worden; dat zijn oude bezuinigingen. De resterende 1 miljoen euro moet ook dit jaar bezuinigd worden, maar is gebaseerd op wat wij nu in de Kadernota hebben geschreven. Dat is dus een nieuwe bezuiniging. Wij zijn voornemens om de raad voor de vakantie een nota te doen toekomen waarin het bezuinigingsverhaal over dit jaar, wat de oude bezuinigingen betreft, wordt toegelicht. Dat verhaal zou u kunnen koppelen aan de lijst van mee- en tegenvallers in de Kadernota. Als u dat daarnaast koppelt aan de accountantrapportage en de jaarrekening hebt u, wat ons betreft, de beheersrapportage in feite in bezit. Wij hebben het alleen niet zo genoemd. Dat is met name een financiële rapportage, gebaseerd op de eerste helft van het jaar. De echte beheersrapportage, waarin ook beleidsmatige consequenties staan, komt in oktober uit, voor de algemene beschouwingen. Daarmee kan de raad dus rekening houden bij de algemene beschouwingen. Wij hebben de meicirculaire van het Rijk overigens nog steeds niet binnen. Wij kunnen dus nog niet alles met 100% zekerheid zeggen. Dat geldt ook voor dingen die nu in de nota staan: die zijn allemaal gebaseerd op het bestuursakkoord, maar nog niet op de verwerking daarvan in de meicirculaire.

 

Wethouder VUIJK: Voorzitter. Het water kent in Delft een geheel eigen dynamiek, die al een aantal jaren aan de gang is. Er gebeurt veel. Een specifieke vorm van die dynamiek is de wijze waarop het beleid inzake het water in deze stad langzaamaan vorm krijgt. Twee jaar geleden is dat met een initiatiefvoorstel vanuit de raad politiek geagendeerd en is het een belangrijk onderwerp geworden. Wij zien nu het tweede initiatiefvoorstel langzaam naderbij komen. Ik denk dat dat goed is.

 

De vraag is aan de orde geweest wat er eigenlijk allemaal op het water gebeurt. Het is misschien goed om daar langs drie lijnen drie korte opmerkingen over te maken. Ten eerste vindt op dit moment, ook naar aanleiding van eerdere acties, dwars door de verschillende portefeuilles heen een brede inventarisatie plaats van alles wat te maken heeft met vervoer over water. Daarbij wordt bekeken wat er speelt, hoe je daar integraal meer mee kunt doen en hoe je de effectiviteit van het beleid zeer kunt vergroten. Heel belangrijk daarbij zijn de bevoegdheden die Delft op het water kan, zou willen of zou moeten hebben die nu nog bij de provincie liggen. Daar wordt diep over nagedacht. Dat heeft te maken met heffen, maar ook met toezicht, het handhaven van regels enzovoort. De havendienst is bij de bespreking van Bacinol al eens uitgebreid aan de orde geweest. Wanneer die inventarisatie klaar is, ergens in het najaar, zal zij zo snel mogelijk in de commissie gebracht worden om daar met elkaar over te spreken.

 

Daarnaast zijn er het toerisme en het vervoer over water. Het is natuurlijk goed om de passantenhaven te noemen. Die ligt praktisch iedere dag vol en wordt dus goed gebruikt. Er wordt nagedacht over een watertaxi. Er wordt ook nagedacht over de ontwikkeling van de nieuwe haven en de omgeving daarvan. Dat is een wat groter project, dat plaatsvindt in het kader van Schieoevers. Er komt een groot investeringsprogramma van de provincie aan om de Vliet en de Schie te verbeteren. Daarbij worden moeilijke plekken aangepakt en hier en daar zal naar verbreding maar ook naar verdieping gekeken worden. Met dat soort zaken moeten zij nog beter bruikbaar worden gemaakt voor alle verschillende doeleinden waarvoor zij gebruikt worden. Er wordt ook nagedacht over een abstracter plan, namelijk over een roeibaan ten zuiden van Delft. Ik benadruk de buitengewoon interessante ontwikkeling van het ontstaan van regionale samenwerking, waarbij Delft een heel belangrijke trekkende rol vervult die ook door de provincie als zodanig wordt gezien, herkend en erkend en waar de provincie ook geld in steekt.

 

Daarnaast is er Kennisstad. Dat is al een paar keer genoemd. De PvdA-fractie heeft bij de motie een aantal opmerkingen over water en over Delft als Kennisstad gemaakt. Daarbij werd gerefereerd aan het Delfts cluster. Daar gebeurt veel. Die samenwerking kan sterk verbeteren. Ik wijs echter ook op Unesco IHE, dat in deze stad is gevestigd. Ik noem bijvoorbeeld ook het Delta-instituut, waar nu veel gebeurt. Dat betekent dat je op Technopolis het water echt zou kunnen concentreren en dat je daar zichtbaar zou kunnen maken dat Delft ook op het gebied van water heel veel kennis in huis heeft. Ook Rijkswaterstaat is een grote organisatie die in deze stad dingen doet en die bekijkt of daar wat meer geconcentreerd kan worden.

 

Die drie lijnen lopen. De hamvraag is natuurlijk hoe het college aankijkt tegen de motie "Delft maakt werk van water"; je moet het altijd even inleiden. De motie vraagt om in de programmabegroting van 2008 middelen te reserveren voor het programma "Delft maakt werk van water". In de Kadernota staat daarover al een opmerking: "De ambitie met betrekking tot het vervoer en het toerisme over water wordt samen met de regio en de provincie ingevuld". Ik zou hier willen opmerken dat aan die zin in het vervolg kan worden toegevoegd: "daarbij rekening houdend met de wensen en verlangens die daarover in de raad leven". Het college denkt dat het daarvoor in de volgende programmabegroting een bedrag in de ordegrootte van twee ton kan reserveren. Daarbij merk ik nadrukkelijk op dat wij dat wel lezen als indicatief. Volgens mij heb ik hiermee voldoende gereageerd op deze motie.

 

De VOORZITTER: Dat betekent dus dat het college geen bezwaar heeft tegen aanvaarding van de motie.

 

Wethouder VUIJK: Dat klopt.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Volgens mij gaat de motie uit van zes ton.

 

De VOORZITTER: Nee, met de interpretatie die door wethouder Vuijk gegeven is.

 

Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. De STIP-fractie is in de commissie kritisch geweest over de inhoud van het waterplan. Wij zijn erg benieuwd naar de bijgestelde opdracht die waarschijnlijk in september in de commissie zal worden besproken. Wij zijn in ieder geval positief over de opname van het water-Bacinol in de motie. De toevoeging door de heer Vokurka aan de motie - als het budget dat door deze motie wordt vrijgespeeld, niet nodig is, kan het terugvloeien - steunen wij zeer. Met een voorbehoud bij de uitkomst van de bijgestelde opdracht kunnen wij nu akkoord gaan met de motie.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik begrijp dat het nu de bedoeling is dat ik reageer op de motie.

 

De VOORZITTER: Dit is de tweede termijn van de raad.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): O, wij hebben zelfs een tweede termijn. Eerst dacht ik dat de motie over Al Gore en zijn Inconvenient Truth gaat, omdat wij de dijken gaan verhogen, maar nu komt er een heus plan met watertaxi's, roeibanen en veel bureaucratie. Ik las vandaag dat Delft 2 miljoen liter water moet oppompen bij DSM. Ik dacht: wij beginnen een bronwaterfabriek.

 

De VOORZITTER: Mijnheer De Wit, wilt u zich een beetje beperken tot het onderwerp van de motie?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Zo klinkt deze motie wel. Ik voeg daarom wat dingen toe. Ik vind dat je niet op deze manier moties kunt indienen. Het is veel te vaag. Ik kan mij voorstellen dat het college hier een beetje ruzie over heeft en dat nu ineens wordt gezegd: wij doen twee ton voor één jaar. Dat is volgens mij zojuist uit het debat op de gang gekomen. Ik vind het veel belangrijker dat er geld gaat naar sociale zaken, bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer voor ouderen, een snellere schuldsanering of de Voedselbank. Ik begrijp er helemaal niets van dat de PvdA-fractie met dit soort flauwekulmoties komt. Waar is het sociale gezicht van de PvdA? Volgens mij is zij dat helemaal kwijt. Dit zijn typische VVD-dingetjes.

 

De heer VOKURKA (D66): Waar zijn uw moties?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ik heb toch al gevraagd waar uw moties zijn?

 

De heer VOKURKA (D66): Ja, daar hebt u mij al op aangesproken. Dat is een goede toevoeging, maar u geeft nu heel duidelijk aan wat u wilt. U kunt de motie van de PvdA-fractie overnemen; dan zet u overal waar het woord "water" staat, datgene wat u belangrijk vindt en dan dient u die moties in.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dat is zonde van de tijd, net zoals uw bijdragen waarschijnlijk.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Het is mij even niet helder wat wethouder Vuijk exact toezegt. Ik begrijp dat hij voor 1 jaar 200.000 euro wil toezeggen, maar de motie vraagt om drie keer 200.000 euro. Ik ben dus ook nieuwsgierig hoe de PvdA-fractie hierop reageert.

 

Wethouder VUIJK: Misschien kan ik dat misverstand meteen uit de wereld helpen. Het gaat om drie keer 200.000 euro.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): De heer Meuleman vroeg ook hoe de indieners van de motie hierop reageren. Ik begrijp immers dat de motie in feite wordt overgenomen door het college. Als er een toezegging van de wethouder ligt, is die motie dan nog nodig?

 

De heer HARPE (VVD): Het lijkt mij toch zorgvuldiger om de motie gewoon in stemming te brengen en aan te nemen. Dan is het immers een uitspraak van de raad. Dat is toch ietsje sterker dan een toezegging van een wethouder? Of vergis ik me?

 

De VOORZITTER: Daar gaan wij het nog wel een keer over hebben.

 

De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Ik wil nog even kwijt hoe de fractie van GroenLinks tegen de motie aankijkt. Wij zullen haar steunen, maar met het uitdrukkelijke voorbehoud dat pas in september, bij de behandeling van het plan, blijkt hoe wij echt omgaan met de inhoudelijke keuzes. Voor ons is het bedrag dan ook slechts een indicatie. Dat kan naar boven of naar beneden ook aanzienlijk veranderen. In de commissievergadering waarin het initiatiefvoorstel behandeld is, stond echter een ruime meerderheid in principe heel positief tegenover het plan en wij snappen ook wel dat de indieners dan niet 16 maanden willen wachten voordat zij boter bij de vis kunnen krijgen. Het verdient misschien niet helemaal de schoonheidsprijs, maar wij zullen de motie dus toch steunen.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Voorzitter. Ik zit de hele tijd te bedenken hoe wij de heer Meuleman kunnen verleiden, maar daar kom ik niet uit. O, is er toch iets?

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Dat laat ik aan uw eigen creativiteit over.

 

Mevrouw STOLKER (PvdA): Oké. Ik wil ook even reageren op het betoog van de heer De Wit. Voor een sterk sociaal beleid hebben wij een sterke economie nodig.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Inhoudelijk vinden wij dit een sterke motie, maar de noodzaak van de motie zien wij niet helemaal. Wij hoorden zojuist van de wethouder dat er al veel gebeurt op het gebied van water. Het bedrag ziet hij als indicatief. Het is dus maar zeer de vraag of dat geld nodig is. Dan kun je je afvragen of het wel van goed koopmanschap getuigt om dit bedrag alvast aan de kant te zetten.

 

Het laatste punt is meer een procedureel punt. Wij voeren hier een kaderdiscussie. Dan vinden wij het niet gepast om voor heel concrete projecten alvast bedragen te gaan reserveren.

 

De VOORZITTER: Het college ziet geen aanleiding voor een verdere reactie.

 

In stemming komt motie M-3.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik heb begrepen dat mevrouw Stolker de heer De Koning heeft verleid.

 

De VOORZITTER: U gaat dus verdeeld stemmen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Nee, wij zullen de motie na de toezegging van de wethouder steunen, maar ik verwijs wel naar het betoog van de heer Bot in zijn tweede termijn. Dat geldt dus nadrukkelijk ook voor ons.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Ik zal de spanning wat minder laten oplopen. Eveneens met een nadrukkelijke verwijzing naar het betoog van de heer Bot - wat dat betreft, sluit ik mij aan bij de heer Meuleman - zullen wij de motie toch steunen, hoewel wij het eigenlijk een overbodige motie vinden. Er ligt immers een keiharde toezegging van de wethouder om dit in de programmabegroting op te nemen. Mijn fractie vindt eigenlijk ook dat de integrale afweging gemaakt had moeten worden bij de programmabegroting, want dan kun je het afzetten tegen allerlei andere programma's. Maar goed, wij zullen de motie wel steunen.

 

Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ook wij sluiten ons aan bij de woorden van de heer Bot over het voorbehoud van de bijgestelde opdracht.

 

De motie wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, Leefbaar Delft en de ChristenUnie/SGP tegen de motie hebben gestemd.

 

In stemming komt het voorstel.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. De heer Harpe constateerde al dat wij wat droevig waren. Dat zijn wij nog altijd. Hij maakte een vergelijking met vorig jaar. Toen was het nog veel droeviger, maar wij vragen ons echt oprecht af wat de functie van de Kadernota is in het kader van ons budgetrecht. Er zijn ook andere gemeenten die geen Kadernota kennen. Om onze handen vrij te houden, zullen wij dus tegen deze Kadernota stemmen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zullen om dezelfde reden ook tegen de Kadernota stemmen.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Volgens mij moet de hele oppositie tegen de Kadernota stemmen. Dat geldt dus ook voor ons.

 

De VOORZITTER: Nou mevrouw Dekker, dan moet u ook.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter. Ik ga daar gelukkig zelf over, hoewel ik vanavond soms het idee krijg dat de heer Vokurka woordvoerder van de PvdA is geworden. Ook wij zullen echter om dezelfde reden tegen de Kadernota stemmen.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Onze fractie neemt haar verantwoordelijkheid in plaats van te kiezen voor het vrijhouden van haar handen en zal daarom voor deze nota stemmen.

 

Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SP, Leefbaar Delft, D66 en Stadsbelangen tegen het voorstel hebben gestemd.

 

164. Voorstel tot vaststelling van de gewijzigde subsidiesystematiek en de kaderverordening subsidieverlening

(Stuk 127 -- 20282238)

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij hebben in de commissie al aangegeven dat wij wat moeite hebben met artikel 2 van de verordening. Het gaat om de bevoegdheid van het college om subsidies te verstrekken in uitzonderingssituaties. De wethouder heeft aangegeven dat zij daarover in de richting van haar collega's wel wat wilde roepen. Ik heb haar gevraagd of zij bereid was om iets in de toelichting bij de verordening te zetten. Ik hoor graag een antwoord op die vraag.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Wij hebben onze pijnpunten duidelijk over het voetlicht gebracht. In de kern is het stuk naar onze mening veel te ingewikkeld; met name zaken rond inkoop of subsidie kunnen een stuk eenvoudiger geregeld worden. Wij stonden echter uiteindelijk alleen met dit standpunt en wij vonden het daarom belangrijker om te kijken naar hoe er verder mee moet worden omgegaan. Wij krijgen nog allerlei beleidsnotities over aparte subsidieregelingen en dat is goed. Bovendien wordt met het aannemen van deze systematiek de behandeling van de nota Fluiten voor een cent niet belemmerd of gefrustreerd. Ook dat vinden wij belangrijk. Wij geven het college daarom maar het voordeel van de twijfel.

 

De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Wij waren aanvankelijk bang dat de raad erg op afstand van dit beleidsveld werd gezet. Aangezien echter beleidsregels vooraf in de raad kunnen worden besproken, zien wij een wat nauwere betrokkenheid van de gemeenteraad bij het subsidiebeleid. Wij zijn verder blij dat het nieuwe systeem na één of twee jaar wordt geëvalueerd.

 

De heer Meuleman heeft gesproken over bijzondere uitzonderingssituaties. Ik wacht de reactie van het college daarop af.

 

De heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. Het doel van de verordening is transparantie en overzichtelijkheid. Naar mijn mening is dat het college goed gelukt. Ik maak één opmerking waaraan een amendement is gekoppeld. Het betreft artikel 4 van de verordening. Met dit artikel wordt geregeld aan wie subsidie toegekend wordt. In de regel wordt subsidie verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Met artikel 4 wordt daarop een uitzondering gemaakt indien het doelmatig en doeltreffend is en als eenmalig subsidie toegekend wordt. Mijn fractie vindt dat te beperkt. Ook natuurlijke rechtspersonen moeten de mogelijkheid hebben om meerdere keren subsidie aan te vragen. Ik dien een amendement in waarmee beoogd wordt om dat artikel te wijzigen op het punt van "eenmalig". Dat geeft wat meer ruimte aan natuurlijke rechtspersonen. Zij kunnen dan per beleidsterrein meerdere keren subsidieaanvragen doen.

 

De VOORZITTER: Door de fractie van GroenLinks is het volgende amendement (A-4) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

overwegende dat de Kaderverordening Subsidie gemeente Delft 2008 in artikel 4 sub 2 aan natuurlijke personen slechts eenmalig subsidie toekent;

 

van mening dat het, gehoord de discussie in de commissie Bestuur en Werk van 26 juni 2007, wenselijk is om de mogelijkheid van incidentele subsidie aan de natuurlijke personen niet beperkt te houden tot "eenmalig";

 

besluit om aan het artikel 4 sub 2 tussen de woorden "college" en "eenmalig" de woorden "per beleidsterrein" toe te voegen,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik hoor graag de reactie op de vraag van de heer Meuleman. Ik heb in de commissie al gezegd dat ik het stuk met een positief gevoel zou terugnemen naar de fractie. Ik heb ook gezegd dat mijn fractie moeite heeft met het uitgangspunt dat leningen en garanties onder subsidies vallen. Ik heb als voorbeeld de moskeeën genoemd. De bankgarantie die daarvoor wordt afgegeven, wordt als subsidie gezien. Mijn fractie blijft bij dat standpunt en hoopt dat de raad in het vervolg goed geïnformeerd wordt over de subsidieverstrekking aan organisaties. In de commissie heeft mijn fractie al aangegeven dat de raad ook geïnformeerd moet worden over bevoorschotting van subsidie want daarbij kan het ook om grote bedragen gaan.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter. De SP-fractie is positief over het stuk. Mijn fractie heeft de discussie over artikel 4 goed gevolgd in de commissie. Uit de uitleg van de wethouder leek naar voren te komen dat een natuurlijk persoon wel voor verschillende activiteiten eenmalig subsidie kan aanvragen en dat de term "eenmalig" betrekking heeft op een eventuele herhaling van hetzelfde evenement. Daar zitten zowel voor- als nadelen aan maar alles overwegende kan mijn fractie zich in die argumentatie vinden. De SP-fractie wacht het amendement van GroenLinks even af en moet nog even bespreken of dat gesteund kan worden.

 

De heer TAS (GroenLinks): Ik geef daar graag een reactie op. De wethouder heeft dit inderdaad toegezegd maar voor de burgers vind ik het duidelijker als in de tekst komt te staan wat de bedoeling is. Er kunnen anders misverstanden ontstaan. Als ik dit zo lees, lees ik toch echt "eenmalig". Als daarin een nuance wordt gebracht, is dat alleen maar duidelijker en helderder voor de burgers.

 

De heer GULDEMOND (STIP): Ik was zelf niet bij de commissiebehandeling maar ik heb begrepen dat de wethouder gezegd heeft dat van een persoon na het organiseren van een succesvol evenement wordt verwacht dat hij na een jaar een rechtspersoon opricht, zoals een stichting. Dat maakt het makkelijker om vorderingen te doen bij het niet nakomen van prestaties. Bovendien wordt daarmee de kans op rechtmatigheid vergroot. Dat heeft de wethouder gezegd en dat pleit tegen het ingediende amendement.

 

De heer TAS (GroenLinks): Het lijkt mij het beste om de wethouder straks zelf te laten toelichten wat zij heeft toegezegd. Het gaat vaak om één soort activiteiten, vaak kleinschalig van aard, bijvoorbeeld straatfeesten, waarmee kleinere bedragen gemoeid zijn. Het is niet reëel om van een natuurlijke persoon te verwachten dat daarvoor een stichting of vereniging wordt opgericht. Dat brengt alleen maar extra kosten met zich mee. Dat moeten wij niet willen.

 

Wethouder BOLTEN: Voorzitter. Ik heb in de commissievergadering drie toezeggingen gedaan, alle drie met betrekking tot de toelichting. Op artikel 4 zou ik een aanvullende tekst opstellen die ik hier zou voorlezen. Ik heb het amendement van GroenLinks nog niet gezien maar ik heb wel mijn huiswerk gemaakt. Die aanvullende tekst luidt: "De genoemde eenmalige mogelijkheid ziet op dezelfde soort subsidie. Voor een ander soort subsidie kan zonder meer een nieuwe aanvraag ingediend worden." Ik vermoed dat het amendement met deze tekst overbodig wordt, hoewel ik dat nog niet heb gelezen.

 

De heer TAS (GroenLinks): Deze tekst wordt opgenomen in de toelichting. Ik denk niet dat iedereen die een verordening leest, de toelichting erbij pakt. In de optiek van mijn fractie is het veel beter om deze tekst in artikel 4 van de verordening te verwerken. Dat is heel simpel te doen door twee woorden toe te voegen.

 

Wethouder BOLTEN: Ik zal straks het amendement lezen.

 

De tweede toezegging is gedaan aan de heer Stoop. In de toelichting staat het woord "kredieten". Dat wordt gewijzigd in "leningen". De derde toezegging is gedaan aan de heer Meuleman. Deze gaat over artikel 15. In de toelichting wordt de volgende nieuwe tekst opgenomen: "Artikel 15: Hardheidsclausule. Gebruikelijk uit een oogpunt van regelgevingtechniek is dat een verordening een zogeheten "hardheidsclausule" bevat. Dat geldt ook voor de Kaderverordening subsidies. De betreffende bepaling biedt het college de mogelijkheid om met name op ondergeschikte punten van de verordening af te wijken als daar redenen toe zijn. Veelal zal het daarbij gaan om praktische zaken. Voor substantiële zaken is deze bepaling niet bedoeld."

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Wij gaan ermee akkoord dat uitzonderingssituaties - ik doel niet op detailzaken maar op zaken die zich onderscheiden in aard en omvang zoals met betrekking tot de waarderingssubsidie - onder de uitvoeringsbevoegdheid van het college vallen. Wij zullen daar niet aan tornen. Wij willen wel dat de wethouder over dat soort uitzonderingssituaties met de commissie overlegt. De uitvoering blijft bij het college, maar het college komt wel naar de commissie voor overleg in dat soort situaties. Dat wil ik graag van de wethouder horen.

 

Wethouder BOLTEN: Dat heb ik ook bedoeld met de toelichtende tekst. Dat was precies de bedoeling. Het college gaat er alleen van uit dat dit soort uitzonderingssituaties onwenselijk is. Daarom staat in de laatste zin: "Voor substantiële zaken is deze bepaling niet bedoeld." Bij een substantiële zaak die een uitzondering op de verordening vergt, zal het college een voorstel aan de raad doen om de verordening te wijzigen. Deze verordening is bedoeld om dergelijke dingen niet te doen, om transparant op te treden. Ik denk dat wij hetzelfde bedoelen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik ben nu even in verwarring. U noemt artikel 15 maar verwijst in de nota naar artikel 2. Hoe zit dat dan?

 

Wethouder BOLTEN: Ik heb het over het artikel hardheidsclausule en de rol van de raad, in artikel 15. Als het helpt, ben ik bereid om in de toelichting van artikel 2 een verwijzing daarnaar op te nemen. De bedoeling is in elk geval dat het college bevoegdheid heeft in uitzonderingssituaties, zoals overschrijding van een datum om een echt goede reden. Het gaat niet om substantiële zaken.

 

Ik ben bang dat de heer Van Doeveren mij verkeerd verstaan heeft toen hij hoorde dat beleidsregels vooraf in de raad worden behandeld. Ik bedoelde te zeggen dat op de verschillende beleidsterreinen beleidsnotities bestaan of in ontwerp zijn. Als zij bestaan en zijn vastgesteld, worden de beleidsregels daarop gebaseerd, door het college. Als zij binnenkort worden vastgesteld, zoals de Cultuurvisie, worden na vaststelling beleidsregels gemaakt door het college op basis van de door de raad vastgestelde kaders. Dat is dus uitvoering van het beleid van de raad.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik dien graag een amendement in.

 

De VOORZITTER: Door de fractie van Stadsbelangen wordt het volgende amendement (A-4) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

voegt toe aan de toelichting van artikel 2 en/of artikel 15 van de Kaderverordening subsidies gemeente Delft 2008:

"Het college zal bij uitzonderingssituaties die betrekking hebben op aard en omvang van de gevraagde subsidie, vooraf met de betreffende vakcommissie overleggen alvorens tot uitvoering van de gevraagde subsidie over te gaan.",

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

Wethouder BOLTEN: Voorzitter. Het college neemt niet het amendement van de fractie van GroenLinks over. Het leidde wel even tot een discussie achter deze tafel over wat ik net voorgelezen heb als toelichting. Ik heb net voorgelezen dat voor een ander soort subsidie zonder meer een nieuwe aanvraag kan worden ingediend. Het amendement van de GroenLinks-fractie is gericht op een ander soort activiteit, niet om een ander soort subsidie. Het woord "subsidie" zou in de toelichting veranderd kunnen worden in "activiteit". De tekst is er echt één voor een toelichting en een toelichting hoort bij de verordening. Het is altijd mogelijk om de toelichting in de verordening te zetten maar wij hebben juist afgesproken dat wij dat soort dingen niet zouden doen. Het college ontraadt daarom het aannemen van dit amendement, hoewel het de bedoeling ervan kan begrijpen.

 

Er ontstond ook nog even discussie over de straatfeesten. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat straatfeesten eenmalig worden georganiseerd. De vraag is of iemand elke keer voor een straatfeest een subsidie kan aanvragen.

 

De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voor straatfeesten is al budget.

 

Wethouder BOLTEN: Dat klopt. Het is mogelijk om subsidie voor straatfeesten aan te vragen. Als je artikel 4 letterlijk neemt, zou steeds een andere bewoner van een straat de subsidie moeten aanvragen terwijl het natuurlijk goed mogelijk is dat steeds dezelfde persoon dat feest organiseert. Ik zal kijken hoe het zodanig geregeld kan worden dat op dat punt geen onnodige belemmering wordt opgeworpen. Ik denk dat ik tegemoetkom aan de wensen van de fracties die spraken over natuurlijke personen, maar uitsluitend in relatie tot de straatfeesten.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Als een buurt een buurtfeest organiseert dat verder gaat dan alleen een barbecue onder een partytent, zou je toch ook willen dat een buurt op een gegeven moment een rechtspersoon daarvoor opricht? Daar kunnen bandjes en podia en dergelijke aan te pas komen. Voor een buurtbarbecue hoeft geen subsidie aangevraagd te worden, neem ik aan.

 

Wethouder BOLTEN: Er bestaat een regeling om straat- en buurtfeesten te organiseren met subsidie. Het heeft onze voorkeur dat organisators bij herhaling van een feest een rechtspersoon oprichten. Er kunnen echter redenen zijn om dat niet te doen, zoals een te kleine straat. Wij moeten daar even naar kijken. Ik kan mij voorstellen dat het college in dergelijke gevallen de uitzonderingsregeling, met toestemming van de raad, mag toepassen.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Het gaat toch niet over de grootte van de straat? Het gaat om de grootte van het feest. Ik begrijp het punt van de GroenLinks-fractie niet zo goed.

 

Wethouder BOLTEN: Het is niet alleen een punt van de GroenLinks-fractie, maar een punt dat al eerder aan de orde is geweest. In de subsidieverordening worden principieel rechtspersonen gesubsidieerd, geen natuurlijke personen. In de huidige situatie komt het voor dat steeds dezelfde persoon subsidie aanvraagt voor een jaarlijkse of tweejaarlijkse activiteit. Voor die gevallen wordt een uitzondering bepleit. Het college zou daarin de bevoegdheid hebben. Het gaat dan echter alleen om de straatfeesten.

 

De heer Meuleman en ik hebben even langs elkaar heen gepraat. Ik zal proberen op te helderen wat de bedoeling is van dit subsidiekader en de verordening. Het is de bedoeling dat geen uitzonderingen op de regel worden toegestaan, zeker geen substantiële uitzonderingen. Heel af en toe is een kleine uitzondering nodig. Ik heb het voorbeeld genoemd van spullen die op de eerste van de maand moeten zijn ingeleverd maar door omstandigheden op de derde van de maand worden ingeleverd. De raad wil daar niet vooraf over moeten beslissen en dat wordt dus overgedragen aan het college. Als het college een substantiële uitzondering op de regel maakt, moet het daarmee naar de raad toe, want dan wordt buiten de kaders van de verordening getreden. De raad heeft dan budgetrecht. Er is net bij de behandeling van de jaarrekening 2006 uitvoerig over het budgetrecht van de raad gesproken. Het college kan niet anders dan de raad raadplegen als een situatie een optreden vergt dat buiten de kaders van de verordening ligt. Als mij iets geleerd is in de laatste weken, is dat het wel. Volgens mij is het amendement van Stadsbelangen dan ook overbodig; de toelichting op artikel 15 die ik heb voorgelezen, volstaat.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): De wethouder geeft nu duidelijker dan in de commissie aan hoe het college hiermee omgaat. Dat ligt nu ook vast in de Handelingen. In combinatie met de toevoeging aan de toelichting vind ik dat voldoende. Ik trek daarom amendement A-4 in.

 

De VOORZITTER: Aangezien amendement A-4 is ingetrokken, maakt het geen onderdeel meer uit van de beraadslaging.

 

Het woord is aan de raad in tweede termijn.

 

De heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. Mijn fractie handhaaft het door haar ingediende amendement, ook als dat alleen maar zou zijn om het dualisme een dienst te bewijzen.

 

De heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. Ik ben helaas niet overtuigd door het argument van de heer Tas en volg de redenering van wethouder Bolten.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Mijn fractie volgt de redenering van de wethouder. Ik stel nog wel een vraag. Bouwt zij de mogelijkheid in dat het systeem in deze raadsperiode nog wordt geëvalueerd?

 

Wethouder BOLTEN: Ook dat had ik al toegezegd in de commissie.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter. Wij steunen niet het amendement van de GroenLinks-fractie. Wij gaan akkoord met de uitleg van de wethouder.

 

De heer BLINKER (PvdA): Voorzitter. Na de uitleg van de wethouder kunnen wij het amendement van de GroenLinks-fractie niet steunen, ook niet als wij dat zouden willen.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. In het licht van het dualisme steunt mijn fractie het amendement niet.

 

De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij steunen niet het amendement van de GroenLinks-fractie.

 

In stemming komt amendement A-2.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zien geen aanleiding om dit amendement te steunen. Overigens zouden wij het gewoon steunen als wij dat zouden willen.

 

Het amendement wordt bij handopsteken verworpen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks voor het amendement hebben gestemd.

 

In stemming komt het voorstel.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Om wethouder Bolten een beetje tegemoet te komen, stemmen wij niet tegen dit stuk. Wij leggen er wel de nadruk op - ondanks de excuses die zij eerder in de vergadering heeft gemaakt en alles wat daarbij gezegd is - dat wij niet kunnen begrijpen dat een lening als een subsidie wordt beschouwd. Wethouder Bolten kan zeggen dat dat landelijk beleid is en dat is mooi, maar wij zijn het er niet mee eens dat een lening wordt verstrekt die wordt terugbetaald met geld dat in de toekomst mogelijk wordt geschonken. Omdat met het stuk op zich vooruitgang wordt geboekt, gaan wij daar wel mee akkoord.

 

Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen.

 

165. Voorstel tot vaststelling van het voorbereidingskrediet Nieuw Stadskantoor en de 57e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

(Stuk 132 -- 20279135)

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Wij vinden de onderbouwing van het krediet een beetje mager gelet op de hoogte van het bedrag. De wethouder heeft aangegeven in het vervolg uitvoeriger aan te geven waarop het bedrag gebaseerd is en hoe dat past in het grotere geheel. Wij zullen toekomstige voorstellen op die toezegging toetsen. Wij steunen het voorstel.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ook wij waren wat teleurgesteld over het oorspronkelijke stuk. Met de uitleg van de wethouder en de context die de heer Van Tongeren schetst, steunen wij echter het voorstel.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Het gaat om 900.000 euro, een groot bedrag. De uitleg die daarbij hoort, kregen wij pas vanavond. Het is niet eens een uitleg. In de commissie zei wethouder Vuijk nog dat het allemaal geheim was. Dat is toch ook opvallend. Nu kan de wethouder wel vertellen dat het ontwerp uit zes punten bestaat als situatieschets ten aanzien van de kostenraming. Wij vinden desalniettemin dat wij een plakje salami krijgen en dat het grote overzicht over die hele selectieprocedure ontbreekt. Wij gaan van vier naar één en wij zien ook graag het tussenstuk. Wat zijn bijvoorbeeld de extra kosten tot nu toe geweest van de verlengde selectieprocedure? Wat gaat het definitieve ontwerp kosten? Hoe ziet het er ten aanzien van de definitieve tekeningen uit? Wij zijn niet overtuigd door het memootje dat wij vanavond hebben gehad. Daar worden wat onderwerpen in genoemd maar weer niet de kosten. De kosten van de architect bedragen 750.000 euro en de proceskosten 150.000 euro. Het blijft allemaal een beetje vaag. Vanwege deze kosten en de manier waarop de wethouder daar tot nu toe mee omgaat, stemmen wij niet in met dit voorstel.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik had in de commissie al gezegd dat ik, als ik niet tegen het stadskantoor was geweest, toch tegen het voorbereidingskrediet was geweest omdat de onderbouwing daarvan niet goed is. De wethouder heeft een poging gedaan om een onderbouwing daarvan te geven. Ik heb nog niet goed kunnen beoordelen of dat voldoende is. Ik hoop dat de onderbouwing de volgende keer bij het stuk zit. Mijn fractie stemt nu tegen omdat zij tegen het stadskantoor is.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Ik maak één korte opmerking. Het voorlopig ontwerp kent een kostenraming van de bouwkosten. Ik heb de wethouder gevraagd of het mogelijk is om een begin van de exploitatiekosten mee te nemen in dat verhaal. Bouwkosten is één, maar het gaat toch vooral om de exploitatiekosten.

 

Wethouder VUIJK: Voorzitter. Er is een aantal opmerkingen gemaakt over de onderbouwing. Ik heb daar in de commissie al opmerkingen over gemaakt en toezeggingen gedaan. Daaraan is in eerste aanleg door de heer Van Tongeren gememoreerd. Ik sta daar nog steeds achter.

 

Ik heb een memootje op tafel laten leggen waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende kosten. Daarover is op dit moment niet veel nauwkeuriger iets te zeggen. Onder het kopje van de kosten architect is nog wel een keer aangegeven wat voor dat geld wordt verkregen. Het is mogelijk om daar na afloop van het proces samen nog eens goed naar te kijken. Het gaat om een set concrete producten, die straks te bekijken en te beoordelen is.

 

De heer De Wit merkte op dat de verhouding met allerlei andere zaken onduidelijk is. De raad ontvangt binnenkort de investeringsbegroting. Daarin zal ook iets staan over de exploitatie. De raad krijgt deze in september onder ogen. Dit voorstel gaat om het voorlopig ontwerp. Er komt nog een definitief ontwerp, waarna er nog een bestek en bestektekeningen moeten worden gemaakt. Aansluitend daarop worden werktekeningen gemaakt. Dit is de volgorde van allerlei werkzaamheden die van de architecten worden gevraagd. Deze worden in aparte fases in opdrachten opgenomen en afgerekend.

 

Ik heb hiermee ook gereageerd op de vraag van de heer De Wit hoe het zit met al die verschillende vormen. Voorafgaand aan het voorlopig ontwerp wordt de selectieprocedure gevolgd die inmiddels praktisch is afgerond.

 

De heer Harpe vraagt naar de exploitatiekosten. Dat punt past eigenlijk niet goed in de bespreking van het voorliggende stuk. Over de exploitatie kan uitgebreid gesproken worden bij de investeringsbegroting, waaraan exploitatiebegrotingen zijn toegevoegd.

 

De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Ik geef graag een korte reactie op het antwoord van de wethouder. Kan in september dan gezegd worden dat een bepaald voorlopig ontwerp wellicht aantrekkelijk is wat de bouwkosten betreft maar op basis van de exploitatiekosten niet aantrekkelijk is? Welke ruimte is er in dat geval nog om te praten over de link tussen ontwerp en exploitatiekosten?

 

Wethouder VUIJK: Voorzitter. Als de heer Harpe vraagt of het dan nog mogelijk is om van architect te veranderen, moet ik daarop "nee" antwoorden. In de bespreking in september zal er geen directe relatie zijn tussen het ontwerp dat door de architect is aangereikt en de exploitatiebegroting. Er wordt dan gepraat over kengetallen, dus over genormeerde bedragen. In de maanden daarna zal naar aanleiding van het voorlopig ontwerp specifieker gesproken worden over de exploitatie. Dan gaan wij met elkaar de discussie aan over de specifieke hoogte van de exploitatie en hoe een en ander doorwerkt.

 

De heer HARPE (VVD): Als wij niet meer van architect kunnen wisselen, wijs ik erop dat er veel voorbeelden te geven zijn van goede ontwerpen die passen binnen het bouwbudget maar exploitatietechnisch zeer slecht hebben uitgepakt. Ik zou het daar in de discussie met de architect toch eens over hebben.

 

In stemming komt het voorstel.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij zijn niet tegen het voorlopig ontwerp maar wij vinden de transparantie in deze zaak, waarin het college tot nu toe echt aan het blunderen is, heel belangrijk. Dit stuk voldoet daar niet aan en daarom stemmen wij tegen.

 

Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar Delft en de SP tegen het voorstel hebben gestemd.

 

166. Voorstel inzake nota uitbreiden fietsparkeren station/vaststelling van de 71e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

(Stuk 111 -- 20281870)

 

De heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. STIP vindt dat wij goed bezig zijn in het stationsgebied. Eerder is besloten om 400 extra stallingen te realiseren en dat gebeurt nu weer. Er worden ruim 400 stallingen gerealiseerd en daar komt ook nog eens de weesfietsactie bij, een idee van STIP dat een groot succes is. Het is goed dat het vaker gebeurt, maar laat het niet worden gedaan in de TU-vakanties.

 

Mijn collega Van der Poel heeft een nieuw initiatief gelanceerd, namelijk het dubbellaags fietsparkeren in de nieuwe kelder van het station. Dat is een heel goed idee en het is positief dat de wethouder daarover enthousiast is. Wij zijn benieuwd naar de uitwerking die samenhangt met het laatste puntje in de motie dat nog moet worden uitgevoerd, namelijk het onderzoek naar de capaciteit van de nieuwe kelder. Het dubbellaags parkeren kan daarin mooi worden meegenomen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Onze inbreng kan worden beschouwd als een stemverklaring. Wij hebben in de commissie al aangegeven tegen dit stuk te stemmen. Wij zijn niet tegen de maatregelen die ten aanzien van het stationsgebied worden voorgesteld, maar wij vinden het bezwaarlijk dat de wethouder op geen enkele wijze een alternatief aandraagt voor de 30 parkeerplaatsen die worden opgeheven. Om die reden stemmen wij tegen dit stuk.

 

De heer KIELA (PvdA): Voorzitter. Ik houd het ook bij een stemverklaring. Mijn fractie stemt voor dit stuk. Zij vindt het een goed voorstel. Er is netjes uitgezocht hoe de buurt erover denkt, er zijn alternatieven voor de parkeerplaatsen aangedragen en het is belangrijk dat er fietsen kunnen komen.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Ook onze inbreng heeft min of meer het karakter van een stemverklaring. In eerdere fasen ging onze voorkeur uit naar het handhaven van de parkeerplaatsen maar wij hebben bezettingscijfers gezien waaruit blijkt dat die plaatsen maar zeer beperkt gebruikt worden. Wij geven de voorkeur aan een efficiënter gebruik en stemmen dus in met het inzetten ervan voor uitbreiding van de capaciteit voor het fietsparkeren.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik sluit mij aan bij het betoog van de heer Guldemond.

 

De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Bij het aanvaarden van autoluw fase 4 is afgesproken dat niet nog meer autoparkeerplaatsen verwijderd zouden worden. Nu wordt echter toch voorgesteld om er een aantal weg te halen. Wij zijn daartegen. Het argument dat automobilisten wel kunnen lopen vanaf de Laan van Vollering, vind ik onzin. Fietsers kunnen ook lopen. Het is bovendien vreemd dat auto's steeds verder weg moeten staan en steeds meer moeten betalen terwijl fietsers steeds dichterbij en gratis kunnen parkeren. Fietsen mogen bijna op het perron geplaatst worden terwijl auto's steeds verder weg moeten worden geparkeerd. Wij zijn daar volledig tegen.

 

Het plan van STIP om dubbellaags fietsparkeren in de kelders te realiseren, lijkt ons heel mooi. Daar kunnen wij mee instemmen.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Uit tellingen blijkt dat er helemaal geen tekort aan parkeerplaatsen ontstaat. Ik snap het probleem dus niet.

 

De heer VAN LEEUWEN (VVD): Er mag gewoon geen enkele parkeerplaats meer verdwijnen. Klaar.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Dat is een opmerkelijk standpunt.

 

De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Wij zijn voor dit voorstel. Het is goed dat er iets gedaan wordt om de situatie bij het station te verbeteren. Ik maak nog wel een opmerking over het handhaven. Het college heeft om het probleem bij het station op te lossen vooral ingezet op handhaven. Het gaat dan om het weghalen van fietsen die naast de rekken staan. Dat is geen oplossing en is ook niet in lijn met de eerder gedane toezegging dat dat pas zou gebeuren als er voldoende stallingen zijn. De 444 en 294 eerdere extra plaatsen bij het station zijn een reactie op tellingen van de SP, waaruit bleek dat er een enorm tekort aan fietsenstalling was bij het station.

 

De heer GULDEMOND (STIP): Volgens mij is het een reactie op een motie die is ingediend door de fracties van STIP en GroenLinks.

 

De heer SIPKEMA (SP): Die 294 plaatsen zijn eerder gerealiseerd, naar aanleiding van een motie die door de SP-fractie is ingediend en in reactie op tellingen die door mijn fractie zijn gedaan. Het oorspronkelijke voorstel van het college voorzag niet in extra stalling bij het station. De motie om extra fietsenstalling te realiseren, is ingediend door de SP-fractie, eind vorig jaar. Met de extra plaatsen wordt enerzijds een aanzienlijke verbetering bereikt en anderzijds aangetoond dat er lange tijd een structureel tekort was van honderden plaatsen. In de motie van de fracties van GroenLinks en STIP, waaraan de heer Guldemond refereerde, werd dat ontkend. In die motie werd het college overigens ook opgedragen om door te gaan met het handhaven, terwijl er zelfs na het plaatsen van ruim 700 extra stallingen waarschijnlijk nog sprake is van een tekort. In dat licht vind ik het vreemd dat het normaal wordt gevonden om fietsen weg te halen. De SP-fractie is steeds tegen het weghalen van naast de rekken staande fietsen geweest zolang daarvoor geen plaats is in de rekken. Mensen worden anders gedwongen om op een andere manier dan met de fiets naar het station te komen. Als mensen te weinig ruimte wordt geboden en als vervolgens wordt gezegd dat fietsen worden weggehaald als zij naast de rekken worden geplaatst, hebben zij geen andere keuze dan met de voet te gaan of de auto te nemen in plaats van de trein.

 

Mijn fractie vindt dat de extra plaatsen betaald moeten worden uit de reserve Parkeren. Ik dien daartoe een amendement in.

 

De VOORZITTER: Door de fractie van de SP wordt het volgende amendement (A-5) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2007,

 

besluit in stuk 111 II bij het voorstel Uitbreiden fietsparkeren op het station onder punt D, de deking te wijzigen van "de voorziening Openbaar Vervoer" naar "de reserve Parkeren",

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. De fractie van GroenLinks vindt het voorstel een goed uitvloeisel van de motie die zij heeft ingediend met de fractie van STIP. De uitbreiding van het aantal fietsparkeerplaatsen is positief; daarmee zijn in korte tijd ruim 1000 fietsparkeerplaatsen extra gerealiseerd. Dat is een mooi resultaat.

 

De heer SIPKEMA (SP): In de motie die volgens u heeft geleid tot de extra plaatsen, staat dat de fietsparkeerplaatsen op piekmomenten vrijwel volledig bezet zijn. Daarmee wordt dus gezegd dat deze op piekmomenten niet allemaal bezet zijn. Wij hebben de plaatsen geteld en geconstateerd dat er een tekort is van honderden plaatsen. In de motie wordt ontkend dat sprake is van een structureel tekort en vervolgens gezegd dat door moet worden gegaan met het weghalen van fietsen die naast de rekken staan.

 

De heer GULDEMOND (STIP): Ik stel graag een vraag aan de heer Sipkema. Is hij van plan om elke twee maanden de discussie over fietsparkeren opnieuw te voeren of komt hij een keer met voorstellen die daadwerkelijk iets opleveren? Dat zou hem sieren.

 

De heer SIPKEMA (SP): Ik meen dat de stallingen die nu worden geplaatst, voortvloeien uit het voorstel van de SP-fractie dat eind vorig jaar in een motie is verwoord.

 

De heer GULDEMOND (STIP): Dit is pertinent niet waar. Wij dienen al veel langer dan de SP-fractie moties in voor extra ruimte. Dat hebben wij enige tijd geleden weer gedaan. Die motie is niet ondersteund door de SP-fractie. Ik zou echt graag zien dat de heer Sipkema eens met een oplossing komt en meedenkt in plaats van alleen dingen te roepen en daar spandoeken over op te hangen.

 

De heer SIPKEMA (SP): Ik constateer dat uw partij fietsen blijft weghalen terwijl er onvoldoende stallingen zijn. Op die manier werd het college op geen enkele wijze onder druk gezet om voldoende fietsparkeerplaatsen te realiseren. Ik benadruk dat mijn fractie nooit tegen het weesfietsenplan of het bijplaatsen van fietsen heeft gestemd.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Ik weet niet wat de leeftijd van deze gemeenteraadsleden is, maar ik vind de discussie nogal kinderachtig.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Het lijkt mij nuttig om mij in mijn reactie te beperken tot het ingediende amendement, ook al heb ik dat nog niet onder ogen gekregen. De heer Sipkema heeft duidelijk gemaakt wat met dat amendement wordt beoogd. Het college stelt voor om de dekking te halen uit de voorziening openbaar vervoer aangezien het fietsparkeren een duidelijke relatie heeft met het toegenomen gebruik van en het reizen naar het station. Door een aantal fracties in de raad is meermalen gezegd dat de reserve Parkeren wel heel vaak wordt ingezet op andere terreinen dan automobiliteit terwijl de reserve wel door automobilisten gevuld wordt. Er zijn bijvoorbeeld bijdragen aan Bicyclette op die reserve verhaald. Nu wij toch gratis zendtijd hebben, herinner ik er nog maar even aan dat daar het eerste uur gratis en de rest van de dag voor €0,50 per uur kan worden geparkeerd. Uit de discussie blijkt dat een groot aantal mensen betrokken is bij het fietsparkeren in deze stad. Dat blijft mij verheugen.

 

De VOORZITTER: Wilt u nog ingaan op het amendement?

 

Wethouder KONING: Ik heb dat gedaan zonder de tekst van het amendement onder ogen te hebben gezien. Ik heb die inmiddels voor mij liggen en ik ontraad nogmaals het aannemen van dit amendement.

 

De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Wij zijn natuurlijk tegen het amendement. Wij zijn juist blij dat een en ander uit het parkeerfonds gehaald is en zaken een keer niet door de automobilist betaald hoeven te worden. Wij zijn dus absoluut tegen deze motie. Met dankbaarheid constateren wij dat een keer dekking is gevonden in een ander potje.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. De fractie van Leefbaar Delft steunt het amendement van de SP-fractie, omdat zij altijd het idee heeft gehad dat met het verwijderen van de auto uit de binnenstad, via het autoluwbeleid, het fietsgebruik aldaar wordt bevorderd. De relatie tussen niet met de auto en wel met de fiets wordt op die manier aangemoedigd. Ik heb altijd begrepen dat de fractie van GroenLinks voorstander was van fietsgebruik. Het lijkt mij ook dat de kosten worden verhaald op het Parkeerfonds. De automobilisten betalen via accijnzen veel geld.

 

De heer VAN LEEUWEN (VVD): En dit kan er dus ook wel bij? Moeten de automobilisten gewoon alles betalen?

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ik verschil daarin inderdaad van het standpunt van de VVD-fractie. Mijn fractie steunt het amendement dus.

 

In stemming komt amendement A-5.

 

Het amendement wordt bij handopsteken verworpen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en Leefbaar Delft voor het amendement hebben gestemd.

 

In stemming komt het voorstel.

 

Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Stadsbelangen en de VVD tegen het voorstel hebben gestemd.

 

167. Voorstel inzake optimaliseren inrichting Bastiaanplein/vaststelling van de 72e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007

(Stuk 114 -- 20282434)

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ook bij dit onderwerp houd ik het bij een stemverklaring. In de commissie heeft mijn fractie al aangegeven tegen dit stuk te stemmen omdat de wethouder voorbij is gegaan aan wensen van bewoners rond het Bastiaanplein. Zij zijn naar de mening van Stadsbelangen een zeer belangrijke partij. Zij hebben vanaf het begin constructief meegedacht over de opwaardering van het plein. Overigens is mijn fractie het daar wel mee eens. Het college noemt in de Kadernota het voornemen om meer te maken van het contact met de burger, maar in het onderhavige voorstel is dat onvoldoende terug te zien. Om die reden stemt mijn fractie tegen.

 

De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Mijn fractie sluit zich aan bij de bijdrage van Stadsbelangen. Ik voeg daaraan toe dat de overlastproblemen moeten worden opgelost voordat nieuwe zit- en hanggelegenheden worden gecreëerd.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter. Het plein is overduidelijk toe aan een herinrichting. Het is wel jammer dat een deel van de bewoners niet is betrokken bij het overleg. Ik ben blij met de toezegging dat er een evaluatiemoment komt. Ik dacht althans dat die toezegging in de commissie is gedaan. Mijn fractie stemt voor het voorstel.

 

De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. De VVD-fractie is voor het voorstel om de uitstraling van het plein te verfraaien, de fietsparkeerplekken te verplaatsen en er bomen neer te zetten. Uit de inspraak bleek echter dat veel mensen bang zijn voor overlast van hangjongeren. Mijn fractie vindt dat de veiligheid van de bewoners van het Bastiaanplein, en natuurlijk overal in de stad, hoog op de prioriteitenlijst moet staan. Zitmogelijkheden voor het winkelend publiek, onder wie bejaarden en gehandicapte bezoekers, zijn echter zeer gewenst. Hiervoor is het Bastiaanplein ontzettend geschikt. Dat geldt natuurlijk tijdens de openingstijden van de winkels. In de avonduren zal eveneens gebruik gemaakt worden van de bankjes op het plein door het wandelend publiek en door jongeren. De jongeren vermaken zich op het plein. Als er geen bankjes geplaatst worden, gaan zij op de grond of op hun fiets zitten. De VVD-fractie verwacht niet dat er meer jongeren op het plein komen omdat er bankjes staan. Het is trouwens maar de vraag of de veiligheid op het plein verstoord wordt door de jongeren. Zij maken weliswaar herrie en het kan bedreigend overkomen als een groep jongeren voor de woning staat, maar als zij mensen lastig vallen, moet onmiddellijk de politie worden gebeld en dan moet er gehandhaafd worden. Het standpunt van de VVD-fractie luidt dan ook: plaats de bomen en de bankjes, zodat het winkelend publiek gastvrij ontvangen wordt. Als de onveiligheid van het plein hierdoor toeneemt en er sprake is van overlast, kunnen de bankjes altijd nog verwijderd worden.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Ook de CDA-fractie vindt dat het Bastiaanplein nog niet is wat het zou moeten zijn. Het is dan ook verstandig dat maatregelen worden genomen om het plein beter in te richten. Het is echter minder verstandig om bij de bomen bankjes te plaatsen. Dat heeft weliswaar voordelen maar daaraan kleeft ook een aantal nadelen. Iedereen die de binnenstad van Delft een beetje kent, weet dat er een aantal koffieshoproutes doorheen loopt. Eén van die routes loopt van de halte van lijn 1 bij het Centraal Station via de Barbarasteeg naar de Breestraat. Daar wordt het spul aangeschaft, waarna op het Bastiaanplein de consumptie kan plaatsvinden.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): U kent die route wel heel erg goed.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Ik ken er nog veel meer. Ik nodig u uit om die een keer met mij te lopen. Uitgerekend op het eindpunt van die route worden bankjes geplaatst door het college. Bewoners maken daar terecht bezwaar tegen. Ik dien daarom een wijzigingsvoorstel in om de bankjes niet te plaatsen.

 

De heer VAN LEEUWEN (VVD): Denkt u echt dat als die bankjes er niet staan er geen jongeren komen op dat plein?

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Je kunt het ze natuurlijk makkelijker of moeilijker maken. Wij vinden dat het niet makkelijker moet worden gemaakt.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Bent u er dan voor om overal de bankjes weg te halen? Ik gun u ook een rustpunt aan het eind van uw route, als u klaar bent met het langslopen van al die koffieshops.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Ik maak daar geen gewoonte van.

 

De VOORZITTER: Maar het komt voor.

 

Door de fractie van het CDA wordt het volgende amendement (A-6) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,

 

besluit stuk 114 II zodanig aan te passen dat de zitelementen bij de bomen komen te vervallen,

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

De heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. Ik wil de discussie in de commissie niet overdoen. Mijn fractie is erg positief over dit plan, maar heeft het stuk mee teruggenomen vanuit de commissie, omdat er wat vraagtekens werden gezet bij de financiering. Daarover heeft uitgebreid contact plaatsgevonden met Vastgoed en de financieel raadadviseur. Het blijft een wat rare constructie, maar ergens moet dekking worden gevonden. Gelet op de positieve houding van mijn fractie, steunt zij dit voorstel.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Het Bastiaanplein verdient een impuls omdat daar niet alleen winkels liggen; ook de modernste bibliotheek van de wereld is in de buurt gevestigd. Daar hoort geen kaal en kil plein thuis. Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de heer Van Leeuwen. Laten wij het gewoon maar gaan doen; dan kijken wij wel. Als inderdaad overlast wordt veroorzaakt, moet harder worden gehandhaafd. De D66-fractie steunt het voorstel.

 

Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. In de commissievergadering heeft mijn fractie zich positief uitgelaten over het voorstel. Ons oordeel is nog steeds positief. Het plein heeft duidelijk een facelift nodig. De GroenLinks-fractie steunt het voorstel.

 

Ik kom nog wel even terug op de aandacht voor de verlichting. De wethouder heeft in de commissie de toezegging gedaan, verder te praten met de omwonenden om de verlichting aan te pakken en te bekijken of er alternatieven zijn voor de huidige verlichting.

 

De heer DAMEN (PvdA): Voorzitter. Laten wij de discussie niet langer maken dan nodig, want deze is al gevoerd in de commissie. Ik ben het niet met de heer Meuleman eens dat met de bewoners niet gepraat is en dat met hen niet naar oplossingen is gezocht. Volgens mij is dat wel gebeurd. Volgens mij heeft de wethouder aangegeven dat bewoners en college het uiteindelijk niet met elkaar eens geworden zijn over een oplossing. Om die reden is ervoor gekozen om na een jaar nog eens te bekijken hoe groot de problemen daadwerkelijk zijn. Ik sluit mij op dit punt kortheidshalve graag bij de woorden van de heer Van Leeuwen aan. Ik moet nog maar zien dat de problemen groter, kleiner of anders worden, want volgens mij worden die niet beïnvloed door bankjes rond bomen. Bovendien heeft het college aangegeven dat deze weggehaald kunnen worden als zij problemen opleveren. Mijn fractie steunt het voorstel.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Bankjes veroorzaken geen problemen. Problemen worden veroorzaakt door mensen. Als mensen willen zitten, zeker jonge mensen, hebben zij inderdaad helemaal geen bankjes nodig. De heer Van Leeuwen wist dat beeldend naar voren te brengen. De heer Van Tongeren geeft aan dat er nu bankjes worden geplaatst op het Bastiaanplein, maar er zijn al lang bankjes. Deze staan nu alleen nog op andere plaatsen. Door een aantal bewoners is aangegeven dat rond die plaatsen 's avonds soms overlast veroorzaakt wordt. In reactie daarop heeft het college gezegd dat met de politie moet worden overlegd over de inzet van andere middelen om ervoor te zorgen dat jongeren die nu negatieve beelden en ervaringen oproepen bij mensen die langslopen, een ander beeld gaan oproepen.

 

Ik ben blij met de opmerking van sommige leden dat het plein verfraaiing kan gebruiken. Daarmee wordt aangegeven dat het een goed idee is om die verfraaiing aan te brengen.

 

Uit mijn woorden kan worden opgemaakt dat het op dit moment wat vroeg is om te stellen dat met het niet plaatsen van zitelementen problemen in de toekomst worden voorkomen. Het is wat voorbarig om op die manier te redeneren. De commissie heeft aangegeven serieus te willen bezien of het probleem verandert en misschien zelfs vermindert, ondanks de verplaatsing van de bankjes. Om die reden is ook aangegeven dat na een jaar de situatie wordt bezien. Het is dan altijd nog mogelijk om de zitelementen te verwijderen. Als het college in de tussentijd constateert dat er gigantische rampen ontstaan, wacht het natuurlijk niet tot de raad de evaluatie heeft gezien. De betrokkenheid van het college bij de stad is bekend.

 

De verlichting is een element dat met elkaar wordt verkend.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Als het succes van een ontwerp zwaar leunt op handhaving, moet het wellicht veranderd worden. Een ontwerp moet als het ware zelfregulerend zijn.

 

De heer DAMEN (PvdA): Dat zijn toch aannames die u niet kunt staven op basis van ervaring? U weet toch helemaal niet of problemen hiermee in de hand worden gewerkt? Dat is gewoon een onderbuikgevoelen.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Ik kan natuurlijk ook het tegenovergestelde tegen u zeggen. Wij maken de keuze anders. Wij hebben gehoord wat de bewoners hiervan vinden en zijn van mening dat het stuk zwaar leunt op handhaving. Naar onze mening moet een dergelijk ontwerp zichzelf reguleren.

 

De heer DAMEN (PvdA): U bent van mening dat het stuk zwaar leunt op handhaving. Of het dat ook doet, is zeer de vraag. Ik ben er voorstander van om gewoon te bekijken wat er gebeurt in plaats van te anticiperen op gevoelens.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik vind dat op die manier met de kop in het zand naar dingen wordt gekeken. Er zijn wel degelijk voorbeelden te noemen van een ruimtelijke inrichting waar bewoners uiteindelijk overlast van ondervinden, zoals de speelplek bij het Dirk Costerplein. Van dat soort situaties moet worden geleerd. Er wordt nu politiek gevoerd van "wij doen het gewoon en dan zien wij wel". Als achteraf maatregelen nodig blijken, heeft het ontzettend lang geduurd voordat dingen zijn recht gezet. Ik heb niet zoveel vertrouwen in handhaving, want dat levert vaak ook allerlei problemen op. Het is beter om wat voorzichtiger om te gaan met dit soort zaken. Dat heeft niets met onderbuikgevoelens te maken; dat is gewoon een kwestie van realiteit.

 

De heer DAMEN (PvdA): U zegt dat er dingen gerealiseerd zijn die tot problemen hebben geleid, maar er zijn ook dingen gerealiseerd die niet tot problemen hebben geleid. Ik zou het echt verkeerd vinden om bij alles te anticiperen op mogelijke problemen. Volgens mij zijn er minstens zoveel voorbeelden te noemen, misschien zelfs meer, van probleemloze plekken. Het gaat mij gewoon veel te ver om daarop te anticiperen.

 

De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik denk dat de bewoners van het Bastiaanplein u dankbaar zijn voor deze uitspraak.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. De posities zijn zo ongeveer ingenomen. Die zullen niet veel meer veranderen. Ik houd het dus hierbij.

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter. Ik zeg nog graag tegen de heer Van Tongeren dat mensen die alcohol gebruiken, of misbruiken, meer overlast veroorzaken dan mensen die blowen. Zij zijn in elk geval een stuk luidruchtiger. Volgens mij heeft de wethouder in de commissie toegezegd een gesprek aan te gaan met de C1000 aldaar. Het niet handhaven van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol aan jongeren is naar mijn inschatting een groter probleem. Ik hoor graag van de wethouder of dat gesprek inderdaad zal worden gevoerd.

 

Wethouder KONING: Voorzitter. Ik vind het belangrijk voor de Handelingen om aan te geven dat het college het onderwerp "overlast" serieus neemt. Op bezorgdheid over overlast is op verschillende manieren gereageerd. Er wordt bijvoorbeeld een gesprek gevoerd met de eigenaar van de C1000 en het toezicht op het Bastiaanplein wordt versterkt. Daarnaast zijn er nog andere methodes, maar die heb ik al aangegeven. Het college wil gevoelens niet wegwimpelen, ook al denkt het college niet dat de situatie op het plein zal verslechteren met de optimalisering van de inrichting. Anders had het college het voorstel niet gedaan aan de raad.

 

De heer VAN TONGEREN (CDA): Ik vind het heel mooi dat het college gaat praten met de C1000, maar de verwachtingen van mijn fractie zijn niet al te hoog gespannen. De breezers worden waarschijnlijk niet uit de schappen gehaald na dat gesprek.

 

In stemming komt amendement A-6.

 

De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

 

De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Angst is een slechte raadgever. Ik steun dit amendement niet.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Leefbaar Delft is voor bomen; die verhogen de leefbaarheid. Bankjes doen dat ook. Wij hebben ook gepleit voor bankjes op de Markt en die hebben geen overlast veroorzaakt. Wij steunen daarom niet dit amendement.

 

Het amendement wordt bij handopsteken verworpen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie/SGP en Stadsbelangen voor het amendement hebben gestemd.

 

In stemming komt het voorstel.

 

Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie/SGP en Stadsbelangen tegen het voorstel hebben gestemd.

 

168. Voorstel tot vaststelling van de wijziging verordening voorzieningen politieke ambtsdragers.

(Stuk 95 – 20277684)

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb een amendement ingediend.

 

De VOORZITTER: Ja, dat is onderweg.

 

De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dit is best wel een leuk puntje om af te sluiten, want misschien haal ik hiermee iets binnen. De laatste tijd is sprake van bedreigingen en een grotere kans op politiek molest, waarbij raadsleden in elkaar worden geslagen en schade ondervinden die door geen enkele verzekering wordt betaald. Ook je huis kan beklad worden. Het college heeft zich wel verzekerd. Ik wil in de verordening laten opnemen dat ook raadsleden verzekerd zijn tegen dit soort schade, want die kan best wel eens fors zijn, bijvoorbeeld in het geval van brandschade. Wij hebben nu ook heel veel toestanden met rechtszaken en wij zijn niet verzekerd wanneer een burger ons aanklaagt. Wij hebben immers geen rechtsaansprakelijkheidsverzekering. Daar kom ik later op terug, maar ik vind dit belangrijk, ook gelet op de beveiligingswagens die door de stad rijden en de beveiliger op de tribune. In dat licht beveel ik de raad aan om een verzekering af te sluiten.

 

De VOORZITTER: Door de fractie van Leefbaar Delft is het volgende amendement (A-3) ingediend:

 

"De gemeenteraad van Delft, bijeen op 28 juni 2007,

 

besluit in de Verordening voorzieningen politieke ambtsdragers" het onderstaande artikel 11c toe te voegen aan Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden:

 

'Artikel 11c Secundaire voorziening

 

Leden van de raad zijn verzekerd tegen politiek molest door een van gemeentewege afgesloten verzekering',

 

en gaat over tot de orde van de dag."

 

Mevrouw DEKKER (SP): Voorzitter, ik wil het amendement even kunnen lezen.

 

De vergadering wordt van 23.47 uur tot 23.50 uur geschorst.

 

De VOORZITTER: Ik heb zojuist ambtelijk contact gehad over enkele aspecten met betrekking tot het amendement. Mij is gemeld dat aannemen van het amendement zou leiden tot een kostenpost van 25 euro per jaar per raadslid. Het is nog niet helemaal helder of dit ook kan voor commissieleden. Het zijn dus overzienbare kosten. De wethouder Financiën meldt mij dat dit zou moeten worden gedekt uit het budget voor de raad. Ik vermoed dat daarin dekking te vinden is. In financieel opzicht lijkt dit dus een overzienbaar amendement. De raad moet maar even afwegen of de raad dit wil.

 

In stemming komt amendement A-3.

 

Het amendement wordt bij handopsteken aangenomen.

 

De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de SP-fractie tegen het amendement hebben gestemd.

 

In stemming komt het gewijzigde voorstel.

 

Het gewijzigde voorstel wordt zonder stemming aangenomen.

 

De VOORZITTER: Wij hebben hard gewerkt. De stad kan weer een poosje vooruit. Wij zien elkaar op 12 juli.

 

169. De vergadering wordt om 23.52 uur gesloten.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 september 2007.

 

 

 

, voorzitter.

 

 

 

, griffier.