Z E S D E V E R G A D E R I N G
op
donderdag 28 juni 2007 om 19.00 uur.
Overzicht
van de verhandelende punten
|
|
Stuknr. |
|
|
|
|
|
133. |
Opening en mededelingen |
|
|
134. |
Notulen |
|
|
135. |
Van anderen ingekomen stukken |
|
|
136. |
Voorstel inzake leerstoel knowlegde Management and
Regional Economy / vaststelling van de 39e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
101 |
|
137. |
Voorstel inzake gemeentelijke bijdrage aan
“nieuw”agentschap DEA/EAZ / vaststelling van de 58e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007. |
108 |
|
138. |
Voorstel inzake kosten huisvesting groot gezin /
vaststelling van de 37e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
103 |
|
139. |
Voorstel inzake stimuleringssubsidie aanschaf fietskarren
buitenschoolse opvang / vaststelling van de 49e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
104 |
|
140. |
Voorstel inzake inkoopnota inburgeringsvoorzieningen /
vaststelling van de 51e wijziging van de
gemeentebegroting |
109 |
|
141. |
Voorstel tot vaststelling van de subsidieverordening
Locatiegebonden Subsidies en de 52e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
110 |
|
142. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een
voorbereidingskrediet ten behoeve van een onderwijsvoorziening in de
Harnaschpolder / vaststelling van de 67e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
112 |
|
143. |
Voorstel inzake de gevolgen van de WI op de WEB /
vaststelling van de 60e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
113 |
|
144. |
Voorstel inzake nota integrale jeugdgezondheidszorg Delft
2007 / vaststelling van de 69e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
115 |
|
145. |
Voorstel inzake kredietaanvraag ten behoeve van de
verplaatsing Dienstencentrum / vaststelling van de 48e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
116 |
|
146. |
Voorstel inzake kredietaanvraag buurtgebouw Bomenwijk /
vaststelling van de 14e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
106 |
|
147. |
Voorstel tot instemming met de ontwerp-jaarrekening 2006,
de ontwerpprogrammabegroting 2008 van de GGD Zuid-Holland West en met de
concept-reactie aan het bestuur |
117 |
|
148. |
Voorstel tot vaststelling van de jaarstukken 2006 en de
programmabegroting 2008-2012 van de gemeenschappelijke regeling Brandweer
Delft-Rijswijk |
120 |
|
149. |
Voorstel tot wijziging van de afvalstoffenverordening in
verband met de bevoegdheid van de reinigingsinspecteurs |
99 |
|
150. |
Voorstel inzake aanvraag reserve energiebesparende
maatregelen voor aanbesteding Openbaar Vervoer concessies op aardgas /
vaststelling van de 50e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
92 |
|
151. |
Voorstel tot vaststelling van het verdeelvoorstel WWB
Werkbudget 2007 / vaststelling van de 75e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
122 |
|
152. |
Voorstel tot vaststelling van de eerste wijziging van de
verordening Marktgelden 2007 |
123 |
|
153. |
Voorstel tot vaststelling van de 2e
Algemene Raads Begrotingswijziging en de 23e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
124 |
|
154. |
Voorstel inzake aanschaf nieuwe RIS-module |
121 |
|
155. |
Voorstel tot vaststelling van het ontwikkelingsplan
Studentenhuisvesting Rotterdamseweg 139 |
118 |
|
156. |
Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2008
Bedrijvenschap Harnaschpolder |
128 |
|
157. |
Voorstel tot vaststelling van de 11e en 12e
wijziging van de Bouwverordening Delft |
129 |
|
158. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een rendabel
krediet ad € 5,0 miljoen voor de verwervingen in de Spoorzone |
131 |
|
159. |
Motie van de fractie van Stadsbelangen inzake Randstad 380
kV-verbinding |
|
|
160. |
Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan
Noordoost |
130 |
|
161. |
Voorstel tot vaststelling van: |
|
|
|
a. het Meerjarenprogramma Vastgoed 2007-2010 |
102 |
|
|
b. de 63e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar |
119 |
|
162. |
Voorstel tot vaststelling van het jaarverslag en de
jaarrekening 2007 |
125 |
|
163. |
Voorstel tot vaststelling van de kadernota |
126 |
|
164. |
Voorstel tot vaststelling van de gewijzigde
subsidiesystematiek en de kaderverordening subsidieverlening |
127 |
|
165. |
Voorstel tot vaststelling van het voorbereidingskrediet
Nieuw Stadskantoor en de 57e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
132 |
|
166. |
Voorstel inzake nota uitbreiden fietsparkeren station /
vaststelling van de 71e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
111 |
|
167. |
Voorstel inzake optimaliseren inrichting Bastiaanplein /
vaststelling van de 72e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
114 |
|
168. |
Voorstel tot vaststelling van de wijziging verordening
voorzieningen politieke ambtsdragers |
95 |
|
169. |
Sluiting |
|
|
Voorzitter:
de heer mr. drs. G.A.A. Verkerk, burgemeester.
Aanwezig zijn: de
heren De Bie, Blinker, Bot, Clason, Damen, mevrouw Dekker, de heer Van
Doeveren, mevrouw Van Empel, de heren Guldemond en Harpe, mevrouw Van der Hoek,
mevrouw Van Holst, mevrouw De Jong, mevrouw Junius, de heren Keuvelaar, Kiela,
De Koning, Kroon, Van Leeuwen, Meuleman en Mousavi Gourabi, mevrouw Norbruis,
de heer De Prez, mevrouw Van Rossum, de heer Sipkema, mevrouw Steffen, mevrouw
Stolker, de heren Stoop, Tas, de heren Van Til, Van Tongeren en Vokurka,
mevrouw Van der Werf, de heren De Wit en Witsenboer.
Raadsgriffier:
mevrouw Y. van Delft
133.
De VOORZITTER: Ik open de vergadering.
Eventuele
hoofdelijke stemmingen beginnen vandaag bij nr. 11 van de presentielijst, de
heer Witsenboer.
Bericht
van verhindering is ontvangen van de heer Stoelinga en mevrouw Thoolen, wegens
ziekte. Mevrouw Dekker komt iets later.
Vanavond
zijn uitgereikt: een definitieve bespreekagenda, een definitieve
hamerstukkenagenda, een definitieve lijst ingekomen stukken, een definitieve
lijst stukken in leesmap, een nieuw stuk 130 (voorstel tot vaststelling van het
bestemmingsplan Noordoost), een gewijzigde versie van het erratum behorende bij
de vergadering van 4 juni 2007 en een motie van de fractie van Stadsbelangen
inzake de Randstad 380 kV-verbinding. Ik zag ook nog twee andere papieren op
mijn bureau liggen; die zult u ook hebben aangetroffen.
134.
Handelingen van de gemeenteraadsvergaderingen van 31 mei 2007 + besloten
gedeelte en 4 juni 2007 + besloten gedeelte.
De
VOORZITTER: Ik maak hierbij de kanttekening dat uit de Handelingen van 4 juni
2007 is gebleken dat amendement A7 door mij verkeerd is afgeconcludeerd: het is
aangenomen in plaats van verworpen. Dat is onbegrijpelijk. Tegen het amendement
waren de fracties van GroenLinks, STIP, de SP en D66. Dat is dus in de
Handelingen verwerkt.
Met
deze wijziging worden de Handelingen vastgesteld.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Er zijn Handelingen van besloten
delen. Die heb ik niet gekregen en die hebben wij niet gezien. Het gaat om dit
principe: wanneer de besluiten over Avalex en Bacinol genomen zijn, ga ik ervan
uit dat die Handelingen openbaar worden.
De
VOORZITTER: Nee. In die vergadering heb ik al gezegd dat die Handelingen op een
gegeven moment openbaar kunnen worden, wanneer het vertrouwelijke belang eraf
is. Er komt dus een moment dat het vertrouwelijke belang er niet meer is. Dan
zullen wij het openbaar maken. Die afspraak hebben wij toen gemaakt en die
maken wij ook nu. Daar moet u dus even op wachten.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Wanneer is dat dan? Kunt u mij aangeven wanneer
dat belang eraf is? Volgens mij is dat wanneer de deal gesloten is en wanneer
de overdracht heeft plaatsgevonden.
De
VOORZITTER: Dat zullen wij gezamenlijk in de raad vaststellen, want de raad
heeft ook gezamenlijk besloten over de vertrouwelijkheid. Ik denk dat de raad
ook gezamenlijk gaat besluiten over het openbaar maken. Er komt dus een moment
waarop dat gebeurt, maar dat gaan wij wel gezamenlijk doen. Daar moeten wij dus
nog even mee wachten.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): De besloten Handelingen komen dus nog terug op
een agenda.
De
VOORZITTER: Ooit zal dat gebeuren, denk ik.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Daar houd ik u aan.
De
VOORZITTER: Om het openbaar te maken; dat wilt u toch?
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ja.
De
VOORZITTER: Dat doen we wanneer de tijd daar rijp voor is en dat doen wij met
z'n allen hier in de raad.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Of wanneer ik vind dat de tijd daar rijp voor is.
De
VOORZITTER: Ja, dat komt dus aan de orde.
135.
Vaststelling van de wijze van afdoening van ingekomen stukken.
NR |
DATUM |
AFZENDER |
ONDERWERP |
AFDOENINGSVOORSTEL |
59 |
29 mei 2007 |
Stadsgewest Haaglanden |
Voorlopig ontwerp- Regionaal Milieuplan Haaglanden 2008 -
2012 |
Reeds geagendeerd in commissie EMCR, reactie uiterlijk 19
juli naar Stadsgewest |
60 |
1 juni 2007 |
NUSO Speelruimte Nederland |
Brief over financiële ondersteuning speeltuinen |
Voor kennisgeving aannemen |
61 |
31 mei 2007 |
LOC |
Brief over problemen uitvoering huishoudelijke verzorging
Wmo |
Voor kennisgeving aannemen, desgewenst betrekken bij
beleidsvoorbereiding |
62 |
30 mei 2007 |
De heer R. Kiel |
Evaluatie referendum camping Delftse Hout |
Betrekken bij commissie extern over onderwerp ter zake |
63 |
31 mei 2007 |
Aantal: 9 |
Reactie voortontwerp bestemmingsplan Zuidwest, dg 2 |
T.z.t. betrekken bij raadsvoorstel ter zake |
64 |
30 mei 2007 |
Belangenvereniging TU-Noord |
Brief over onttrekking aan de openbaarheid Mekelweg |
Voor kennisgeving aannemen |
65 |
31 mei 2007 |
Milieudefensie |
Oproep om als gemeente mee te doen aan de dag van de
vooruitgang |
Voor kennisgeving aannemen |
66 |
Juni 2007 |
Adviescommissie voor bezwaarschriften |
Jaarverslag 2006 |
Doorverwijzen naar commissie BestWe |
67 |
30 mei 2007 |
ARAG rechtsbijstand |
Bezwaar tegen afwijzing planschadevergoeding; procedurele
brief |
In handen van Kamer I ACB stellen ter afdoening |
68 |
7 juni 2007 |
Bewonersgroep Tegen Vliegtuigoverlast BTV |
Brief over regeringsvluchten op Rotterdam Airport |
Voor kennisgeving aannemen |
69 niet in map |
8 juni 2007 |
Deloitte |
Rapport van bevindingen jaarrekening 2006 en
accountantsverklaring jaarrekening |
Reeds betrokken bij behandeling jaarrekening 2006 |
70 |
11 juni 2007 |
KNNV Delft |
Brief aan college over flora en fauna Zuidplantsoen |
Antwoord college in afschrift aan raad zenden |
71 |
14 juni 2007 |
Mevrouw V. Hoogendoorn |
Problemen aangepast vervoer voor schoolkinderen |
In handen van het college steller ter afdoening, met afschrift
aan de raad |
72 |
18 juni 2007 |
Gemeente Opsterland |
Motie vervroegen horecasluitingstijden ter voorkoming
overmatig alcoholgebruik jongeren |
Voor kennisgeving aannemen |
73 |
15 juni 2007 |
ACB, Kamer I |
Procedurele brief m.b.t. bezwaar afwijzing verzoek Planschade |
Voor kennisgeving aannemen |
74 |
19 juni 2007 |
ACB, Kamer I |
Procedurele brief m.b.t. bezwaar afwijzing verzoek
Planschade |
Voor kennisgeving aannemen |
75 |
19 juni 2007 |
Raad van State |
Procedurele brief m.b.t. beroep tegen bp Gedeeltelijke
herziening Schieoevers Noord en Zuid – omgeving station Delft Zuid |
In handen van het college stellen ter afdoening |
76 |
25 juni 2007 |
Platform detailhandel Nederland e.a. |
Deelname verkiezing Beste Binnenstad 2007 |
In handen van het college stellen ter afdoening |
Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders
wordt besloten.
136. Voorstel inzake leerstoel knowledge
Management and Regional Economy / vaststelling van de 39e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 101 – 20238497).
137.
Voorstel inzake gemeentelijke bijdrage aan “nieuw” agentschap
DEA/EAZ / vaststelling van de 58e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
108 – 20280091).
138. Voorstel
inzake kosten huisvesting groot gezin / vaststelling van de 37e wijziging van
de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
103 – 20252617).
139. Voorstel inzake
stimuleringssubsidie aanschaf fietskarren buitenschoolse opvang /
vaststelling van de 49e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
104 – 20269492).
140. Voorstel inzake inkoopnota
inburgeringsvoorzieningen / vaststelling van de 51e wijziging
van de gemeentebegoting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
109 – 20269290).
141. Voorstel tot vaststelling van
de subsidieverordening Locatiegebonden Subsidies en de 52e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
110 – 20268829).
142. Voorstel
tot het beschikbaar stellen van een voorbereidingskrediet ten behoeve van een
onderwijsvoorziening in de Harnaschpolder / vaststelling van de 67e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
112 – 20280727).
143. Voorstel inzake de gevolgen
van de WI op de WEB / vaststelling van de 60e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
113 – 20256717).
144. Voorstel inzake nota
integrale jeugdgezondheidszorg Delft 2007 / vaststelling van de 69e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
115 – 20281996).
145. Voorstel inzake
kredietaanvraag ten behoeve van verplaatsing Dienstencentrum /
vaststelling van de 48e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
116 – 20269137).
146. Voorstel inzake
kredietaanvraag buurtgebouw Bomenwijk / vaststelling van de 14e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
106 – 20239791).
147.
Voorstel tot
instemming met de ontwerp-jaarrekening 2006, de ontwerp-programmabegroting 2008
van de GGD Zuid-Holland West en met de concept-reactie aan het bestuur.
(Stuk 117 –
20281192).
148. Voorstel
tot vaststelling van de jaarstukken 2006 en de programmabegroting
2008-2012 van de gemeenschappelijke regeling Brandweer Delft-Rijswijk.
(Stuk 120 – 20282236).
149. Voorstel tot wijziging van de afvalstoffenverordening
in verband met de bevoegdheid van de reinigingsinspecteurs.
(Stuk 99 –
20280903).
150. Voorstel inzake aanvraag reserve energiebesparende
maatregelen voor aanbesteding Openbaar Vervoer concessies op aardgas /
vaststelling van de 50e wijziging van
de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 92 –
20270189).
151. Voorstel tot vaststelling van het verdeelvoorstel WWB
Werkbudget 2007 / vaststelling van de 75e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 122
– 20283268)
152. Voorstel tot vaststelling van de eerste wijziging van
de verordening Marktgelden 2007.
(Stuk 123
– 20283299).
153. Voorstel tot vaststelling van de 2e Algemene
Raads Begrotingswijziging en de 23e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 124
– 20280399).
154. Voorstel inzake aanschaf nieuwe RIS-module.
(Stuk 121 – 20291088).
155. Voorstel tot vaststelling van het ontwikkelingsplan
Studentenhuisvesting Rotterdamseweg 139.
(Stuk 118
– 20280061).
156. Voorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2008
Bedrijvenschap Harnaschpolder.
(Stuk 128
– 20282380).
157. Voorstel tot vaststelling van de 11e en 12e wijziging
van de Bouwverordening Delft.
(Stuk 129
– 20282794).
158. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een rendabel
krediet ad € 5,0 miljoen voor de verwervingen in de Spoorzone.
(Stuk 131
– 20286357).
Deze
voorstellen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder stemming
aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van stemverklaringen.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb een stemverklaring over het
voorstel inzake kosten huisvesting groot gezin / vaststelling van de 37e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007. Dat gaat over het
grote gezin in de Dasstraat. De gemeente trekt daar 5600 euro voor uit. Wij
zijn tegen dat voorstel, omdat wij vinden dat dit buiten het beleid valt. De
gemeente zou immers in feite alleen urgenties moeten verlenen en geen
financiële ondersteuning.
Ik
heb ook een stemverklaring over het voorstel inzake aanvraag reserve
energiebesparende maatregelen voor aanbesteding openbaarvervoerconcessies op
aardgas. De fractie van Leefbaar Delft vindt dat dit gekoppeld is aan de concessie.
Wij hebben ermee ingestemd dat het op aardgas mag, maar eigenlijk vonden wij
dat het college in Haaglanden moest wachten, omdat een meerderheid van de
Tweede Kamer, bestaande uit de PvdA, GroenLinks, de SP en de PVV, van mening
lijkt te zijn dat aanbesteding van het openbaar vervoer in de grote steden niet
verplicht is. Daarom zijn wij nu tegen, want anders lijkt het net alsof wij
daarvoor zouden zijn. Wij vinden dus nog steeds dat het standpunt moet worden
uitgesteld in afwachting van de Kameruitspraak.
De
VOORZITTER: Uw fractie krijgt de aantekening dat zij geacht wenst te worden
tegen deze voorstellen te hebben gestemd.
Ik
heb een ordevoorstel over de bespreekagenda. Zoals u misschien bij de deur hebt
gezien, zijn er burgers in deze stad die actie voeren tegen bovengrondse aanleg
van de 380 kV-lijn. Daar is ook een motie over aangekondigd door de fractie van
Stadsbelangen. Ik stel voor om die motie nu als eerste te behandelen en om bij
de rest van de agenda het fietsparkeren, het Bastiaanplein en de Verordening
voorzieningen politieke ambtsdragers naar achteren te schuiven, omdat zij
uitstel kunnen lijden en de andere voorstellen eigenlijk niet.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Kunt u even aan de publieke tribune
vragen of daar iemand voor het Bastiaanplein zit?
De
VOORZITTER: Is er iemand voor het Bastiaanplein? Dat is niet het geval. Dat
gaat dus goed. Dan gaan wij het dus doen overeenkomstig mijn voorstel.
159.
Motie van de fractie van Stadsbelangen inzake Randstad 380 kV-verbinding.
De
VOORZITTER: Door de fracties van Stadsbelangen, de PvdA, GroenLinks, het CDA,
de ChristenUnie/SGP, D66 en Stadsbelangen is de volgende motie ingediend:
"De
gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2007,
constaterende
dat:
·
TenneT
voornemens is om bovengronds een nieuwe 380 kV- hoogspanningsverbinding aan te
leggen ten westen van Delft door het recreatiegebied Kerkpolder en ten zuiden
van Delft door het recreatiegebied Abtswoude;
·
GS
van Zuid-Holland in hun zienswijze op het kabinetsvoornemen planologische
kernbeslissing 'PKB Randstad 380 kV-verbinding' pleit voor bovengrondse aanleg
in het genoemde gebied;
·
het
college van B&W door middel van het indienen van zienswijzen d.d. 9 januari
2007 (kenmerk 20194548) er met klem op heeft aangedrongen om dit tracé
ondergronds aan te leggen;
overwegende
dat:
·
een
bovengrondse uitvoering kan leiden tot mogelijk schadelijke effecten door
elektromagnetische velden;
·
dit
niet acceptabel is in de nabijheid van gevoelige bestemmingen, zoals
recreatiegebieden, woningen, sportfaciliteiten en kinderopvang;
·
het
noodzakelijk is om de druk op te voeren ter ondersteuning van de ingediende
zienswijze van het college;
draagt
het college op, alle geëigende bestuurlijke middelen te ondernemen ten behoeve
van een ondergrondse aanleg van de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding,
en
gaat over tot de orde van de dag."
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Het is goed om te melden dat onze
fractie de motie wel heeft ingediend, maar mede namens een aantal andere
fracties in deze raad, namelijk de fracties van de PvdA, GroenLinks, het CDA,
de ChristenUnie/SGP, D66 en Leefbaar Delft. Het is dus niet alleen een motie
van de fractie van Stadsbelangen.
Ik
kan kort zijn, want de motie verwoordt voldoende waarom wij haar hebben
ingediend. Wij hebben het signaal gehoord dat dit eigenlijk een "open
deur"-motie is. Daar is onze fractie het niet mee eens, want wij leven in
een duaal stelsel. Een college kan een standpunt innemen, maar het is ook belangrijk
dat een gemeenteraad een standpunt inneemt en elk signaal is er eentje.
Ik
werd er door mijn technische buurman aan de rechterkant, de heer Guldemond, op
gewezen dat de term "magnetische velden" niet zou inhouden dat zij
schadelijk zijn. Er zijn immers ook magnetische velden die niet leiden tot
schade. Hij opperde mij daarom om de term "elektromagnetische velden"
te gebruiken. Ik wil dus graag "elektro" eraan toevoegen. Dan weten
wij in ieder geval waarover wij het hebben.
De
heer VOKURKA (D66): Mag ik de heer Guldemond een vraag stellen?
De
VOORZITTER: Alleen over het woordje "elektro", want ik ben geneigd om
de heer Meuleman te volgen.
De
heer VOKURKA (D66): Ik ook, maar gaat de heer Guldemond de motie nu ook
steunen? Behoort hij tot de mede-indieners of niet? Hij heeft nu immers een
belangrijke toevoeging gedaan.
De
VOORZITTER: Wij gaan eerst het procedurele punt afronden. Het woorddeel
"elektro" wordt aan de motie toegevoegd, want dat is wetenschappelijk
en technisch beter.
De
motie wordt in die zin gewijzigd dat het woord "magnetische" wordt
gewijzigd in "elektromagnetische".
De
heer GULDEMOND (STIP): Ik wil de vraag van de heer Vokurka graag beantwoorden.
Na deze cruciale aanvulling kan ik akkoord gaan met de motie.
De
heer VOKURKA (D66): Daar ben ik erg blij mee.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Wij willen vanwege allerlei argumenten -
schadelijke effecten et cetera - te allen tijde voorkomen dat zo'n
hoogspanningskabel zo dichtbij woonwijken komt te liggen. Wij hechten er belang
aan dat ook de Delftse gemeenteraad een uitspraak hierover doet als extra
signaal, ook aan de bewoners van deze stad.
De
VOORZITTER: Volgens mij is de hele raad het hiermee eens en het college ook.
Wij zouden ons dus kunnen beperken in de woordvoering. Wil er toch nog iemand
het woord?
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij hebben in 2002 gewaarschuwd voor
de verkoop van de aandelen TZH in het hoogspanningsnet. Wij hadden 10% van die
aandelen. Met de verkoop van al die aandelen hebben wij onze zeggenschap verloren,
net zoals bij de EZH. Deze hele raad heeft daar toen mee ingestemd. Die verkoop
leverde 8 miljoen euro op. Toen is min of meer besloten dat het geld dat uit
die pot zou komen, weer besteed zou worden in de energiebezuinigende sector.
Mijn vraag aan het college is dan ook: op welke wijze kan die 8 miljoen euro
ingezet worden om mogelijk tot een ondergrondse aanleg te komen? Dat geld zou
daar immers in feite voor gereserveerd moeten zijn.
De
VOORZITTER: Er zijn verder geen woordvoeringen. Ik denk dat de motie door een
overweldigende meerderheid wordt gesteund. Er is nog een klein vraagje voor het
college.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Het college beschouwt het belang van de gezondheid van onze
inwoners natuurlijk als een van de belangen die wij dienen te steunen. Men
heeft het college dan ook in verschillende vormen, via verschillende
portefeuillehouders en op verschillende manieren kunnen zien in dit debat, ook
ten aanzien van de inspraak. Daarmee zou je de motie, zoals de heer Meuleman
het verwoordde, kunnen zien als een "open deur"-motie, maar ik
begrijp dat er bij de gemeenteraad behoefte bestaat om toch nadrukkelijk aan te
geven dat de gezondheid van onze inwoners en het openhouden van Midden-Delfland
belangen zijn waar ook de gemeenteraad graag voor staat. Wij hopen dan ook van
harte dat de gemeenteraad niet alleen deze motie, maar ook andere middelen -
uiteraard geëigende bestuurlijke middelen - zal gebruiken om zijn mening naar
voren te brengen en dezelfde oproep dus ook tot zichzelf richt.
Gelet
op de nog lopende discussie en onderhandelingen, lijkt het mij niet erg
verstandig om nu al te speculeren of wij gelden zouden moeten inzetten voor het
ondergronds maken van het tracé. Het signaal van de fractie van Leefbaar Delft
is helder: zij zou daar in principe geld voor over hebben. Dit lijkt mij echter
niet iets waar wij nu al in alle openheid over moeten speculeren, waarbij wij
aangeven hoeveel dat dan zou kunnen zijn en of wij daar op dit moment een
meerderheid voor hebben.
De
heer VOKURKA (D66): Ik denk dat het signaal van de hele raad duidelijk is: wij
willen dat ding gewoon niet boven de grond. Ook mijn partij wil dat niet. Ik
wil u wel een verzoek doen. Als u ondanks alle geëigende bestuurlijke middelen
terugkomt met de mededeling dat u het niet hebt geregeld, stelt u ons dan ook
voor wat het alternatief is, dus wat wij moeten gaan investeren om dat ding
toch onder de grond te leggen? Wij willen dat ding immers gewoon niet boven de
grond.
Wethouder
KONING: Dat is helder. Mijn oproep aan u was om ook al uw middelen in te zetten
om het gemeenschappelijke doel te bereiken. Volgens mij bent u daar ook goed
toe in staat, mijnheer Vokurka.
De
heer VOKURKA (D66): Dank u wel.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb gezien dat het college in het
dossier A4 80.000 euro heeft uitgetrokken om zich door een bureau te laten
adviseren. Ik wil dat het college ook in dit dossier het uiterste doet, niet
alleen in de vorm van bestuurlijke of politieke druk, maar ook in de vorm van
het inhuren van expertise van een bureau. Ik weet niet of dat op dit moment al
gebeurt, maar dat adviseer ik.
De
heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Wij hebben gisteren een algemene
bestuursvergadering van Haaglanden gehad. Het lijkt mij netjes om hier in de
gemeenteraad te melden dat ik ook daar het standpunt heb benadrukt dat Delft
heel blij is met het feit dat Haaglanden in het RSP dat ding ondergronds wil
hebben.
De
VOORZITTER: Zo werk je nog eens samen op diverse fronten.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Wij hebben besloten dat wij met name de hulp en expertise
van onze kennisinstellingen zullen gebruiken om aantoonbaar te maken hoe het
precies zit met gezondheidsrisico's en het verschil tussen bovengronds en
ondergronds. De oproep van de heer De Wit was dus al een keuze van ons. Daarmee
is hij dus direct bediend.
De
VOORZITTER: Wij zien het als een ondersteuning van het te voeren beleid. Dank u
zeer.
De
motie wordt met algemene stemmen aangenomen.
160.
Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Noordoost.
(Stuk 130 - 20279235)
De
heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Bij dit agendapunt gaat het voor de
CDA-fractie feitelijk om twee aspecten. Het eerste punt is uiteraard het
GGZ-terrein en het tweede aspect is de ecologische oever naast de Bieslandhof.
Ik begin met het laatstgenoemde aspect. In de politiek gaat het vaak om
afwegingen en dat was hier niet anders. Aan de ene kant is er de ecologische
oever en aan de andere kant vindt de CDA-fractie het van groot belang dat de
parkeernorm bij de Bieslandhof gehaald wordt. Het gaat hier namelijk vaak om
zieke mensen, die dus niet zo snel "dan maar" de fiets nemen. Namens
de bewoners ontving ik vandaag van mevrouw Pronk nog twee ingetekende
voorstellen om aan te tonen dat het toch mogelijk is om op de Bieslandhof, met
behoud van die 3 meter ecologische oever, het aantal parkeerplaatsen te halen.
Ik heb grondig naar die voorstellen gekeken, maar toch kleven aan die beide
voorstellen duidelijke bezwaren. Het ene voorstel legt de parkeerplaatsen
gemiddeld een stuk verder weg van het medisch centrum. Dat vinden wij
ongewenst. Het andere voorstel gaat uit van een parkeerdek op het niveau van de
eerste verdieping, gedeeltelijk tegen de bebouwing aan. Dit voorstel gaat ten
koste van groen op een andere plek en brengt bovendien grote extra kosten met
zich mee voor de Bieslandhof. Onze afweging is dus uitgevallen in het voordeel
van de versie die wij in het oorspronkelijke plan zien opgenomen.
Dan
het GGZ-terrein. Als het akkoord tussen de GGZ en de gemeente er niet op tijd
zou zijn geweest, zou het aannemen van een conserverend bestemmingsplan voor
een aanzienlijke vertraging hebben gezorgd. Een akkoord was voor ons dus van
heel groot belang, want een betere zorg hangt daar echt van af. Nu de GGZ
Delfland en de gemeente Delft elkaar op alle punten gevonden hebben, staan wij
dus positief tegenover het nieuwe bestemmingsplan, ook wat dit punt betreft. De
CDA-fractie zal dan ook voor het voorgestelde bestemmingsplan stemmen.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. In de commissie ben ik hier al
behoorlijk op ingegaan. Ik vat dat even samen. Er verdwijnt groen voor auto's
bij de Bieslandhof. Wij hebben vandaag inderdaad alternatieven ontvangen. Bij
de Bieslandhof zijn wij voor een natuurvriendelijke oever, zoals overal in de
stad. Ik roep de wethouder ertoe op om met een beetje creativiteit goed naar
die voorstellen te kijken. Zo'n parkeerdek is wel een efficiënt ruimtegebruik.
Het Yperdek hebben wij straks misschien ook niet meer nodig. Dat is dus ook in
de aanbieding.
Wat
het hotel betreft: ik heb al aangegeven dat wij moeite hebben met de hoogte en
vooral met het feit dat er bovenin hotelappartementen komen. In 2004 is gezegd
dat het hotel zo groot moest zijn vanwege de exploitatie: anders was het niet
exploiteerbaar. In 2004 heeft de meerderheid van de fractie van Leefbaar Delft
tegen dat ontwikkelingsplan gestemd. Er worden elf busparkeerplaatsen bij het
hotel aangegeven. Dat zien wij echt niet zitten. Dat is veel te optimistisch.
Er is dus geen goede oplossing voor het busparkeren. De vraag is of wij dat
überhaupt nog wel willen aan die kant van de stad. Dat is dus onduidelijk. Wij
hebben tegen het bestemmingsplan voor de Bomenwijk gestemd. Het is dus zeer
consistent dat wij dit nu niet gaan goedkeuren in een ander bestemmingsplan.
Wat
de GGZ betreft, heb ik mij een beetje geërgerd aan het bestuurslid van de GGZ
mevrouw Bandoe, die tegen de gemeenteraad zegt dat wij haast moeten hebben
omdat het opknappen geen uitstel kan velen, terwijl de GGZ de boel jarenlang
heeft laten verpauperen. Mensen die het toch al zwaar hebben, zijn daarbij in
mensonwaardige barakken ondergebracht. Mevrouw Bandoe moet dus niet ineens
zeggen dat wij haast moeten maken. Dat argument verwerp ik dus.
In
het kader van het feit dat Leefbaar Delft een consistent stemgedrag wil hebben,
zie ik mij dus genoodzaakt om tegen dit bestemmingsplan te stemmen.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. In het bestemmingsplan hebben de
fruittuinen, een uniek groengebied aan de Oostsingel, de bestemming ecologisch
groen gekregen. Daar zijn wij natuurlijk heel blij mee. Op de valreep is
gelukkig een overeenkomst gesloten met GGZ Delfland over de herstructurering
van het St. Joristerrein. Het plan geeft GGZ Delfland door een meer compacte
bebouwing de mogelijkheid om de locatie de facelift te geven die het zo nodig
heeft. Tegelijkertijd bestemt het nieuwe plan veel groene ruimte, deels een
ecologische zone, op het St. Joristerrein. Daar zijn wij heel blij mee en dat
is prima, want het St. Joristerrein is een groene oase in Delft en dat willen
wij graag zo houden. Daarom vinden wij de overeenkomst met GGZ Delfland een
heel mooi resultaat.
Over
een ander onderdeel van het bestemmingsplan is onze fractie minder positief,
zoals in de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening al duidelijk
werd. Dat betreft de wijziging op de plankaart van de groenstrook bij de
Bieslandhof. In het voorontwerp uit mei 2005 was een strook openbaar groen
voorzien van minimaal 6 meter. Op de nu bestaande strook - want er is nu al een
groene strook - staan bomen en struiken en er leven heel veel vogels. Volgens
de Vogelwacht leven er 22 soorten. In het nu vast te stellen plan is de
situatie gewijzigd. De strook is gehalveerd tot 3 meter. Het college verdedigt
dat door te stellen dat dat nodig is om parkeerplaatsen en een weg aan te
leggen voor het medisch centrum dat in de Bieslandhof gevestigd wordt. Onze
fractie vraagt zich af of het college, zoals bij het St. Joristerrein met GGZ
Delfland, in overleg is gegaan met de betrokken partijen om tot een plan te
komen waarin groen geen plaats hoeft te maken voor parkeerplaatsen. In de
commissievergadering ging de discussie erg over de band van de parkeernormen,
waar GroenLinks aan zou willen tornen. De fractie van GroenLinks stelt de
parkeernorm echter niet ter discussie, maar vraagt zich af waarom niet voor een
andere oplossing is gekozen dan het halveren van de groenstrook. Net zoals de
parkeernormen zijn vastgesteld door de raad, heeft de raad immers ook een
ecologieplan vastgesteld. Daarin staat dat er een project Bieslandhof is waarin
natuurvriendelijke oevers worden ingericht.
Volgens
de fractie van GroenLinks zijn op het terrein ook andere oplossingen voor het
uitbreiden van het aantal parkeerplaatsen denkbaar. Het was wat laat, maar
vandaag hebben wij nog voorstellen van de omwonenden kunnen zien via de e-mail
van de griffie. Een andere parkeeroplossing heeft echt grote voordelen voor de
leefkwaliteit van de omwonenden en de ecologie in Delft. Ik zou heel graag van
de wethouder horen wat zij van deze voorstellen vindt.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik ben het in beginsel met de heer Keuvelaar
eens dat wij de Bieslandhof - het ging bij ons immers over de oevers - de
ruimte moeten bieden om daar zelf keuzes in te maken. Ik wacht het antwoord van
de wethouder af, zodat duidelijk wordt in hoeverre men met elkaar in overleg is
gegaan en wat daaruit is gekomen. Dan bekijken wij wat mevrouw Norbruis gaat
doen en daarna zien wij wel weer verder.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. De heer Vokurka maait het gras
voor mijn voeten weg. Ik kan mij dus aansluiten bij de heer Vokurka en de heer
Keuvelaar.
De
heer KROON (PvdA): Voorzitter. In de commissie heb ik al gezegd dat wij
positief tegenover dit plan staan. Ik kan mij volledig aansluiten bij de
redenering van de heer Keuvelaar. Ik vind de door de omwonenden ingediende
alternatieven op zich sympathiek, maar het is nog steeds aan de orde dat het
aantal parkeerplaatsen bij het medisch centrum duidelijk lager is. In feite
komt er een niet-doorgaande weg in de richting van de hoofdingang van de
Bieslandhof. Dat vind ik in het geval van zieke ouders niet erg aantrekkelijk.
Ik vind het door het college voorgestelde plan op dit moment dus het beste.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Ik heb toch echt een voorstel van de bewoners gezien
waarin vlakbij het medisch centrum 176 parkeerplaatsen zijn voorzien. Dat zou
voldoende zijn.
De
heer KROON (PvdA): Dat zijn geen parkeerplaatsen vlakbij het medisch centrum,
maar op het terrein zelf, dat ook aan de kant van de Bieslandhof ligt. Het komt
ook niet overeen met de algemene norm voor het medisch centrum.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Jawel. In de variant zonder parkeerdek - dat was de
laatste van de vier - zie ik toch duidelijk parkeren langs de ecologische zone.
De
heer KROON (PvdA): Dat klopt, maar dan komt u nog niet aan de norm die daarvoor
staat. Het komt op een veel lager aantal uit. Er is ook een onderbreking van de
doorgang naar de hoofdingang van het verzorgingshuis, bijvoorbeeld voor zieke
ouders.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Ik zie wat u bedoelt. Ik zie het gewoon als voorstellen,
als varianten. Je kunt niet van omwonenden verwachten dat zij zonder ambtelijke
ondersteuning met kant en klare voorstellen komen. Ik zou mij kunnen
voorstellen dat je vier of zes parkeerplaatsen opoffert, zodat je die doorgang
wel hebt. Dan zit je ook alweer op 170 parkeerplaatsen. Het gaat om een
denkrichting die aangeeft dat een alternatieve oplossing wellicht mogelijk is.
De
VOORZITTER: Mijnheer Kroon, komt u er samen nog uit?
De
heer KROON (PvdA): Ik denk dat wij er niet uit komen.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. Wij zijn positief over dit vooral conserverende
bestemmingsplan. Wij hebben goed geluisterd naar de kritische kanttekeningen
die ook de insprekers naar voren hebben gebracht, maar wij vinden de antwoorden
van de wethouder tot nu toe voldoende overtuigend. Wij hechten ook aan de
parkeernorm; dat zal voor de collega van GroenLinks geen verrassing zijn. Voor
het overige kan ik mij aansluiten bij de woorden van de heer Kroon van de
PvdA-fractie.
De
heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik zal eerst zeggen waarom wij het niet met het
bestemmingsplan eens zijn. Dat is eigenlijk bijna een herhaling van wat de heer
De Wit zei, maar ik zal het toch even doen. Bij de locatie Koepoort was voor
het hotel dat daar gaat komen, in het ontwikkelingsplan sprake van een hoogte
tussen 22 en 31 meter. Veel fracties hebben toen aangegeven dat zij het hotel
niet te hoog wilden hebben. De wethouder gaf aan dat de minimale hoogte nodig zou
zijn om het hotel rendabel te kunnen realiseren. De intentie was dus: het
maximum is 31 meter en het moet zo laag mogelijk worden voor een rendabel
hotel, maar nu zien wij dat die 31 meter gewoon wordt opgevuld met
appartementen. Dat is volgens mij niet in overeenstemming met de onderbouwing
van het ontwikkelingsplan. Daar zijn wij het dus niet mee eens. Volgens mij zei
de heer Meuleman toen: wij weten wel wat er gebeurt als wij 31 meter
opschrijven. Hij heeft wat dat betreft gelijk gekregen.
Dan
de oever bij de Bieslandhof. Wij vinden in principe dat zoveel mogelijk
bestaand groen als groen moet worden bestemd. Dat zou volgens ons ook bij deze
oever moeten gebeuren. Er wordt heel makkelijk voor gekozen om de
parkeerplaatsen ten koste van het stuk oever te laten gaan. Voor ons is niet
duidelijk of er geen andere oplossing mogelijk is. Misschien is die oplossing
wat duurder, maar ik kan de afweging nu niet zien. Het andere kan nooit zo heel
gek geweest zijn, want in het oorspronkelijke idee was die oever er nog wel.
Dan
de Bomenwijk, volgens mij het belangrijkste punt. Wij zijn tegen de geplande
sloop en nieuwbouw in die wijk, waardoor veel betaalbare woningen verloren
gaan. Ook het totale aantal woningen neemt daardoor behoorlijk af. Dat in dit
bestemmingsplan slechts een deel van die ontwikkelingen is opgenomen, maakt de
uiteindelijke plannen voor de wijk onduidelijk. Ook daar waren wij tegen, maar
dit is toch al een stap in die richting. Wij zijn het ook niet eens met de
locatie van de supermarkt, want die past daar totaal niet.
Er
zitten ook goede dingen in het plan. Het GGZ-terrein is daar een voorbeeld van,
ook omdat het bestaande groen daar wél wordt bestemd als groen. Je moet kiezen
of je voor of tegen het totale plan stemt. Voor ons zitten er genoeg dingen in
waar wij het zodanig niet mee eens zijn dat wij ertegen zullen stemmen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zijn in de commissie al akkoord
gegaan met dit bestemmingsplan en dat zullen wij ook vanavond doen. Ik sluit
mij ook aan bij de woorden van de heer Keuvelaar over het terrein van de
Bieslandhof. Wij denken dat de door de wethouder genoemde argumenten hout
snijden. Vanmiddag laat is er nog een alternatief gekomen, maar dat hebben wij
niet meer kunnen beoordelen. Bij dit soort zaken had een alternatief veel
eerder onze kant op moeten komen om daar op dit moment iets van te kunnen
vinden. Wij gaan dus akkoord met het bestemmingsplan.
Mevrouw
VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ook wij hebben al aangegeven dat wij akkoord gaan
met dit bestemmingsplan. Voor de rest sluit ik mij aan bij de woorden van de
heer Meuleman.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Ik begin bij de fracties van Leefbaar Delft en de SP. Het
is helder dat de opgesomde nadelen voor die fracties echt nadelen zijn. Dat is
al eerder in deze raadszaal, maar ook in de commissie gewisseld. Het college
vindt het jammer dat die nadelen zo zwaar wegen dat zij voor die fracties
leiden tot een stem tegen het bestemmingsplan, maar dat is een kwestie van
keuzes maken. Soms kiest een fractie dan voor een tegenstem. Dat is in dit
geval in ieder geval aangegeven door de fracties van Leefbaar Delft en de SP.
Met
betrekking tot het vraagstuk over de parkeerplaatsen voor het
gezondheidscentrum Bieslandhof wil ik een paar dingen meegeven. Het belang van
de natuurvriendelijke oever in het ecologieplan is inderdaad helder. Het
bestemmingsplan is ook niet strijdig met dat kader dat de raad aan ons heeft
meegegeven. De raad mag ervan uitgaan - ik hoop dat de raad daarvan uitgaat -
dat er maximaal wordt ingezet op het realiseren van dat kader. Wij hechten
eraan dat de raad op dit moment goed van mij hoort dat wij, als het mogelijk
is, eerder groen dan verkeersdoeleinden als bestemming opnemen. Helaas is ons
gebleken dat de parkeernorm dat in dit geval niet mogelijk maakt. Dat heeft
niet alleen met het aantal te maken, maar ook met een veilige route en de
situering van die parkeerplaatsen.
Ik
kan niet zeggen dat ik de vanmiddag rondgemailde alternatieven uitvoerig heb
bestudeerd, maar wij hebben er wel naar gekeken. Daarbij viel op dat het
grootste deel van de parkeerplaatsen op meer dan 100 meter van de ingang van
het gezondheidscentrum is gesitueerd. Bij een normale situatie zou je dan
kunnen denken: nou en? Juist voor personen die zich naar een gezondheidscentrum
begeven, is het echter belangrijk dat, als men met de auto gaat, de afstand die
lopend overbrugd moet worden, zo klein mogelijk moet zijn. Onze scan wijst uit
dat de alternatieven ook veel meer zoekverkeer realiseren. Zoekverkeer is niet
gewenst, want juist luchtkwaliteit is voor de bewoners een van de redenen
geweest om te denken: kan het niet anders? De fractie van GroenLinks wil graag
weten hoe het college aankijkt tegen de alternatieven. Allereerst zeg ik dat
wij het ontzettend goed vinden dat bewoners zo betrokken zijn dat zij zo
meedenken over de vraag of het niet anders kan. Wij zien echter niet dat dit
alternatief een oplossing biedt voor het probleem. Wij hopen dat mensen altijd
blijven meedenken, want ook voor ons is het belangrijk om situaties zo groen
mogelijk in te richten. Daarbij wil ik de overweging meegeven dat een stuk
grond dat de bestemming verkeersdoeleinden heeft gekregen, wel groen kan
worden, maar andersom niet. Ik kan mij de woorden van mevrouw Norbruis wel
voorstellen: het is misschien lastig om in korte tijd een alternatief helemaal
uit te werken, maar voor zover wij alternatieven hebben gezocht, hebben wij die
niet gevonden. Eerlijk gezegd verwacht ik dus niet dat er nog een alternatief
bovenkomt dat uitvoerbaar is, maar als dat zo is, staat het bestemmingsplan dat
in weze niet in de weg. Verkeersdoeleinden mogen immers ook groen ingericht
worden. En nogmaals, ik begon al met de opmerking dat wij het wel waarderen dat
mensen zo meedenken dat er nog opnieuw wordt bekeken of het niet anders kan.
Wat
betreft groen in het algemeen en met name bij het GGZ-terrein, ben ik
erkentelijk voor de opmerking dat met dit bestemmingsplan een aantal doelen
worden bereikt. Natuurlijk is er een verbetering van de situatie voor de GGZ,
met name voor de kwetsbare patiënten die daar gehuisvest moeten worden, maar er
is daar ook groen "inbestemd". Ik denk dus inderdaad dat dat een
verbetering is ten opzichte van het vorige bestemmingsplan. Ik denk dus dat het
goed is dat wij dit op deze manier met elkaar gaan realiseren.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter, wij willen graag vijf minuutjes schorsen.
De
VOORZITTER: Dat kan.
De
vergadering wordt van 19.38 uur tot 19.43 uur geschorst.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. Wij hebben geconstateerd dat wij niet
voldoende steun zullen krijgen voor een amendement dat wij in de hoed hadden.
Wij zullen dus geen amendement indienen. Wij hebben gehoord dat de wethouder
zei dat verkeersdoeleinden 1 groen kan worden en andersom niet. Daarom doen wij
graag een beroep op de Facilitaire Stichting Gezondheidszorg, die het medisch
centrum daar bouwt en organiseert, het college en de omwonenden om met elkaar
in gesprek te gaan om te bekijken of een variant kan worden gevonden die het
groen zoveel mogelijk spaart. Het totaal geeft de doorslag. Er zitten een
heleboel positieve punten aan het plan en daar blijft het bij.
De
VOORZITTER: Uw standpunt is voor mij glashelder.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Extra groen moet altijd afgewogen worden tegen
andere functies, maar in onze ogen heeft de wethouder heel helder uiteengezet
hoe zij dat proces voert. Daar krijgen wij een positief gevoel van en wij
steunen het plan.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wethouder Koning vindt dat je met je
auto niet meer dan 100 meter van een medisch centrum vandaan moet kunnen
parkeren. Als je dat vergelijkt met het autoluwbeleid van de binnenstad … Toen
werd gewoon gezegd dat men niet wilde dat mensen met de auto naar de huisarts
zouden gaan. Dat argument kan ik dus absoluut niet volgen. Wat het zoekverkeer
betreft: in de alternatieven zijn de loopafstanden allemaal zeer kort. Ook
binnen het gebouw is het allemaal nog te belopen; je loopt dus nog droog ook.
De bewoners hebben drie alternatieven. Het stoort mij mateloos dat de
wethouder, zonder die alternatieven goed te hebben bestudeerd, nu al zegt dat
zij daar geen oplossing in ziet. Dat tekent haar halsstarrigheid om ook maar
iets van bewoners te willen aannemen. Dat vind ik echt heel jammer. In onze
ogen is er best een oplossing mogelijk door 3 meter erbij te halen, met een
combinatie van het plan van de wethouder en het plan van de bewoners. De
argumenten van de wethouder zijn dus zwak en zij wil niet luisteren; zij heeft
haar oren dicht. Wij zijn er dus nog meer van overtuigd dat wij tegen dit
bestemmingsplan moeten stemmen. Dat is niet allen vanwege die 3 meter, maar ook
vanwege de manier waarop de wethouder met de bewoners van de stad omgaat.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Volgens mij zijn in tweede termijn geen vragen gesteld
waarop ik zou moeten reageren.
In
stemming komt het voorstel.
Het
voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar
Delft en de SP tegen het voorstel hebben gestemd.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Volgens mij zit de fractie van GroenLinks te
slapen.
De
VOORZITTER: De stemming heeft plaatsgevonden. De fractie van GroenLinks heeft
zich helder uitgedrukt in tweede termijn.
161.
Voorstel tot vaststelling van:
a.
het Meerjarenprogramma Vastgoed 2007-2010;
(Stuk 102 - 20278548)
b.
de 63e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 119 - 20278548)
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Wij hebben in de commissie en eigenlijk
ook in het Meerjarenprogramma Vastgoed - hoewel het daar niet helemaal in
thuishoort - kunnen constateren dat veel grote infrastructurele projecten niet
lopen. Zij lopen vertraging op en kosten meer. Wij vinden dat buitengewoon
zorgelijk. Wij hebben dinsdagavond een interessante discussie gevoerd over de
vraag of het college niet te veel hooi op zijn vork heeft genomen; ik weet niet
of wethouder Koning toen nog aanwezig was. Samen met de fractie van GroenLinks
hadden wij het gevoel dat een aantal vertragingen vooral het gevolg zijn van
gebreken in de uitvoering. De vraag was of dat eigenlijk niet wat breder moest
worden getrokken: zijn een aantal van de grote projecten misschien niet goed in
de papieren steigers gezet? Als dat het geval is, horen wij dat graag.
Wij
hebben het ook even gehad over de risicoclassificaties, maar daar kom ik bij de
begroting misschien op terug.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. In lijn met ons consistente
stemgedrag zullen wij tegen dit MPV stemmen, want wij vinden het niet transparant
genoeg voor de raad. Wij vinden de kwalificering van de risico's in
"laag", "middelhoog" en "hoog" onwerkbaar, zeker
bij grote projecten. Wij kunnen daar niets mee. Wij willen cijfers zien en wij
willen ook een risicoanalyse zien. Wij hebben ook gezien dat er een
risicoambtenaar of -manager is aangenomen. Het wordt tijd dat die eens iets
gaat doen.
Het
weerstandsvermogen is, voor zover ik dat in de stukken kan vinden, momenteel 25
miljoen euro. Dat is vooral bedoeld voor die risico's. Wij kunnen met deze MPV
absoluut niet beoordelen of dat weerstandsvermogen genoeg is. Dat heeft ook
weer een relatie met projecten die wij aangaan in de toekomst: moeten wij dat
dan allemaal wel doen? Kunnen wij dat allemaal nog betalen? Dat is niet
duidelijk. Wij willen ook het beginsaldo zien waarvoor een project in de boeken
wordt gezet. Uiteindelijk willen wij ook de tussenstand en de eindstand zien.
Dat hebben wij nodig om de wethouder te kunnen afrekenen op haar projecten.
Wat
betreft het door GroenLinks ingebrachte Brouwerpand aan de Kruisstraat, de oude
bibliotheek: dat moet niet worden gesloopt. Als het leegkomt, maak er dan een
kunstgalerie van of verhuur het aan kunstenaars, maar maak er geen groen
grasveldje van. Dat is dus een aanbeveling van ons. Ik hoop dat de wethouder
daar iets over zegt.
De
heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Wij gaan hiermee instemmen als wij de toezegging
krijgen dat er bij een volgend MPV meer duidelijkheid is, ook over de risico's
en een duidelijkere onderbouwing van de planning, van begin en eind. Wij hebben
het daar eerder bij de Harnaschpolder ook over gehad. Het is voor mij heel
moeilijk om te beoordelen of de boel klopt en of wij het goed doen. Voor mij is
dat met deze MPV in ieder geval niet te doen. Ik hoop dat die risico's de volgende
keer wel worden uitgewerkt en niet als bijvoorbeeld "hoog" worden
aangemerkt, want dat zegt natuurlijk vrij weinig. Het moet ook worden
onderbouwd.
Ook
wij zijn ertegen om in plaats van het Brouwerpand tijdelijk groen te
realiseren. Je zou er misschien over kunnen nadenken om er vast groen te
realiseren, maar in plaats van tijdelijk groen kun je volgens mij veel beter
bekijken wat je in die tijd met dat gebouw kunt doen. Dat willen wij dus ook
nog meegeven.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Ik begin met het laatstgenoemde onderwerp. De opmerking dat
het voorstel over het Brouwerpand nog uitgewerkt zou moeten worden, roept bij
een aantal mensen nu al de reactie op dat dat voorstel niet gemaakt hoeft te
worden. Ik heb in de commissie al aangegeven dat ik er nog steeds van uitga dat
de meerderheid van de raad het voorstel graag tot zich neemt. Ik kan mij wel
voorstellen dat de meerderheid daarover nu nog geen oordeel wil vellen. Dat is
ook terecht, want ik moet het voorstel nog aan de raad voorleggen. De fractie
van GroenLinks heeft in de commissie gezegd dat het groen niet eens tijdelijk
hoeft te zijn, maar permanent. Daarover zeg ik hetzelfde: ik hoop dat u het
voorstel even kunt afwachten om te beoordelen wat u daarvan vindt.
Over
de kwalificering van de risico's en de euro's die te maken hebben met de
projecten, kan ik het volgende opmerken. Wij beoordelen altijd wat de eindstand
is van een project om te realiseren wat er nodig is. Deze projecten staan
natuurlijk niet op zich. De projecten, de grondexploitaties, worden geopend, in
voorbereiding genomen, lopen en worden afgesloten omdat wij dingen willen
bereiken in de stad. In de commissie gaf ik al aan dat wij vanaf vorig jaar,
voordat projecten grondexploitatie worden, naar de raad komen en heel helder beschrijven
dat wij het stuk grond in exploitatie nemen om bepaalde met name genoemde
ambities te realiseren en wat dat de gemeenschap oplevert of kost. Meestal is
het helaas "kost". Op dat moment is het aan de raad om af te wegen of
hij het doel dat gerealiseerd gaat worden, die investering waard vindt. De raad
kan ook zeggen: haal er maar een ambitie af, want dan levert het meer geld op
of dan kost het minder. Op dat moment is dat soort afwegingen relevant. Wat de
raad gevraagd heeft en wat de raad krijgt, is: twee keer per jaar een overzicht
van de exploitaties zoals zij op dat moment zijn. Daarbij gaat het dus niet om
de vraag of wij verder gaan, want dat komt afzonderlijk als raadvoorstel naar
de raad. Tussentijds wil de raad graag zien hoe dat zich ontwikkelt. Die
risicoprofielen hebben heel erg te maken met de lange looptijd: hoe langer de
looptijd is, hoe groter het risicoprofiel. Om een inschatting te krijgen van de
euro's, kan de raad telkens de netto contante eindwaarde bekijken.
Bij
de beantwoording in eerste termijn over de Kadernota, toen ik inderdaad
inmiddels al bij de commissie Wijk, Verkeer en Beheer zat, hebt u al gehoord
dat het college net als de CDA-fractie meent dat heel goed gekeken moet worden
naar de planningen en ramingen van de grote projecten. Aan de ene kant wil je
immers graag voort omdat de doelen die je in de stad wilt bereiken, daarmee
sneller gerealiseerd worden. Aan de andere kant: als je realistischer plant,
gebeurt het ook niet meer dat je iets denkt te gaan doen wat je vervolgens niet
doet, waarmee je eigenlijk onnodig geld hebt gevraagd bij de begroting.
Realistisch ramen heeft daarmee in feite ook een besparende werking. In plaats
van in het systeem waarbij telkens positief werd gedacht - in de zin van: dat
gaat ons vast wel lukken - geloven wij op dit moment meer in realistisch ramen.
Wij bekijken het dus ook echt tijdig: als bijvoorbeeld halverwege het jaar het
bestek niet uit is gegaan, zal het waarschijnlijk ook niet meer uitgaan.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Bedoelt u dat in de papieren steigers waar de nodige
grote projecten in zijn gezet, een heel sterk element van optimisme zit en
minder realisme?
Wethouder
KONING: Het gaat eerder om ambitie versus zorgvuldigheid. Dat zouden mijn
woorden zijn, maar u kunt uw eigen woorden kiezen. Mij wordt toegefluisterd dat
het misschien wel hetzelfde is. Wij kennen realisme op dit moment inderdaad een
zware waarde toe.
De
heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. De wethouder wil mij niet toezeggen dat de
risico's de volgende keer meer uitgewerkt in het MPV staan met bedragen,
ondergrens, bovengrens en kansen. Het blijft dus bij alleen "hoog" of
"laag". Heb ik dat goed begrepen?
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. De projecten worden steeds groter:
spoortunnel, stadskantoor, Harnaschpolder en Technopolis zijn geen kleine
postzegeltjes meer. Het is dus van belang, misschien wel van levensbelang, voor
het financieel overleven van de stad dat wij dat wel goed gaan doen. De
wethouder zegt dat het college ambities realiseert. Dat klinkt mij zo vaag in
de oren. Ik zit hier gewoon om haar beleid te controleren. De keuze die ik
maak, is gewoon financieel. In de Harnaschpolder zet de wethouder bijvoorbeeld
waterwoningen neer. Misschien kost dat alleen maar geld. In dat geval had ik
gezegd dat wij het daar niet mee eens zijn. Bij het project Zuidpoort maakt de
wethouder bij een busparkeerplaats een winkelcentrum. Het college presteert het
om daarbij uit te komen op 7 miljoen euro negatief. Erg goed is het college in
het verleden dus niet geweest met het ontwikkelen van projecten; laat staan in
de toekomst. De Koepoortgarage zegt al genoeg, hoewel de wethouder zegt dat zij
daar niet over gaat. Met andere woorden: wij vinden dit van groot belang en wij
accepteren dit ook niet. Zeker bij de treintunnel hebben wij er een heel groot
punt van gemaakt dat de risico's zonnig worden voorgesteld en dat het college
deze bijvoorbeeld niet door een onafhankelijk extern bureau laat onderzoeken.
Daar zouden wij helemaal voor zijn. Het is leuk dat het college die ambities
heeft, maar een extern bureau moet bekijken of het allemaal realistisch is. Dat
hebben wij ook al met de Bacinol-taxatie laten doen. Dat was ook al een teken
dat er erg makkelijk met geld wordt omgegaan. Er zijn dus voorbeelden zat om
ons standpunt kracht bij te zetten, niet omdat wij het niet eens zijn met de
rapportage, maar vanwege de kwaliteit ervan.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Mijn fractie gaat akkoord met het
voorstel.
Wethouder
KONING: Voorzitter. De fractie van Leefbaar Delft wil zaken alleen in
grondexploitatie nemen om geld te maken, maar er zijn zaken in exploitatie
genomen om dingen voor de stad te verbeteren. Wij geloven in de progressieve
politiek, die in deze raad heel breed wordt onderschreven: je moet er soms gemeenschapsgeld
voor over hebben om dingen te bereiken.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Leefbaar Delft zou dan zeggen: het geld dat je
daarmee kunt verdienen, kun je weer aan de burgers geven via het sociale
beleid. Wij vinden dus niet zozeer dat je geen verlies mag maken. Wij zouden
zeggen: je moet winst maken op die projecten. Als je grond hebt en als je daar
woningen op zet, moet je daar winst mee kunnen maken. Dat kan weer ten goede
komen aan de mensen in de stad die het nodig hebben.
Wethouder
KONING: Ik begrijp dat ik de heer De Wit niet kan overtuigen, maar wij vinden
het realiseren van woningen bijvoorbeeld ook sociaal beleid. Dat probeerde ik
te zeggen.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dat zijn koopwoningen!
Wethouder
KONING: Ik begrijp dat ik u niet kan overtuigen. Laten wij het daar dus bij
laten.
Ik
hoop dat wij als college de heer Sipkema kunnen bedienen met de
programmabegroting. Ten aanzien van de risico's van grote projecten, maar ook
van de kleinere projecten wordt immers in de paragraaf over de kapitaalgoederen
aangegeven hoe het risicoprofiel zich ontwikkelt en wat de stand daarvan is,
met een ondergrens en een bovengrens. Misschien horen wij nog van de heer
Sipkema of dat de informatie is die hij zoekt, maar ik hoop dat hij het daar
voldoende in verwerkt vindt, want het is wel onze insteek om het daar op te
nemen.
De
heer SIPKEMA (SP): Als het mogelijk is om het in de programmabegroting aan te
geven, zou het ook mogelijk moeten zijn om het in de tussentijdse informatie
over het MPV aan te geven. Het moet dan toch mogelijk zijn om te weten wat de
ondergrens en de bovengrens van die risico's zijn en hoe dat uiteindelijk leidt
tot reserves die wij moeten hebben?
Wethouder
KONING: Ik heb niet ontkend dat dat mogelijk is. Ik heb alleen aangegeven dat
volgens mij datgene wat u zoekt, voor de zomer uw kant op gaat. Ik hoop dat dat
uw vraag beantwoordt.
De
heer SIPKEMA (SP): Het gaat hier om een meerjarenplanning. Ik zou dus graag
willen dat het hierin uitgelegd wordt. Die toezegging vraag ik van de
wethouder: wil zij de risico's duidelijk in dit stuk zetten? Waarom wil de
wethouder niet toezeggen dat de risico's er de volgende keer gewoon in staan?
De
VOORZITTER: Volgens mij zijn wij klaar met de beraadslaging over dit stuk.
In
stemming komt het voorstel.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.
De
heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik stem toch tegen, want ik had graag de
toezegging gekregen dat die risico's er de volgende keer duidelijker in staan.
Die toezegging krijg ik blijkbaar niet. Bij twijfel had ik in dit geval voor
willen stemmen, maar als ik dat doe, heb ik de volgende keer weer twijfel. Ik
had graag gezien dat dat er de volgende keer duidelijker in staat. Dat had
gewoon met een toezegging gekund, maar nu stem ik tegen.
Het
voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
fracties van Leefbaar Delft en de SP tegen het voorstel hebben gestemd.
162. Voorstel tot
vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening 2007
(Stuk 125 - 20286353)
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Voorzitter. Ik dien allereerst een amendement in om het voorstel
gesplitst in stemming te brengen, zodat over de autorisatie van de post
kinderopvang apart wordt gestemd.
Vorig jaar onthield
de accountant zich van een oordeel over de Jaarrekening 2005, omdat hij de
rechtmatigheid niet kon beoordelen. Wij vonden dat niet acceptabel en daarover
is zowel in de commissie als de raadsvergadering flink gediscussieerd. In de
herinnering van mijn fractie is toen besloten dat een onthouding van een
oordeel door de accountant met betrekking tot de Jaarrekening 2005 nog werd
geaccepteerd, maar dat wel vooruitgang moest worden geboekt. Over 2007 moest er
een verklaring liggen van de accountant, zonder enig voorbehoud. Het jaar 2006
werd beschouwd als een tussenjaar waarover een verklaring onder enig voorbehoud
werd geaccepteerd. Die ligt momenteel voor en daar zijn wij blij mee. Overigens
vonden wij het, gelet op de discussie, vreemd dat de wethouder in de commissie
op dit traject weer een voorbehoud leek te maken. Wij stemmen daar niet mee in.
Wij houden vast aan een goedkeurende verklaring zonder enig voorbehoud voor de
jaarrekening 2007. De raad moet zichzelf serieus blijven nemen in dit opzicht. Het
kunnen vaststellen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de
doeltreffendheid van de baten en lasten van de jaarrekening is een essentieel
onderdeel van het budgetrecht.
Ik kan kort zijn over
het proces. Wij zijn het geheel eens zijn met de constateringen van de
Rekeningencommissie en de accountant. De constatering dat de informatieve
waarde van de jaarrekening nog te beperkt is, vinden wij ernstig. Dat
bemoeilijkt onze controlerende taak onnodig. Wij nemen aan dat de in de
commissie gemaakte opmerkingen over leesbaarheid, conform de suggesties van de
Rekeningencommissie en de accountant, serieus worden genomen. Wij wijzen in het
bijzonder op de suggestie van het opnemen van vergelijkende cijfers over het
voorgaande jaar.
Inhoudelijk zijn de
nodige punten aan de orde geweest. Wij delen de zorg voor de reservepositie.
Wij komen daarop terug bij de behandeling van de Kadernota. In de commissie is
discussie ontstaan over een bedrag van 2,9 miljoen euro dat aan Parking BV zou
zijn geleend. Wij komen daarop terug op 12 juli.
Ik zei al dat het
allemaal zaken betreft die niet uit de lucht komen vallen. Deze zijn ook
geconstateerd door de Rekeningencommissie en de accountant. Die adviezen nemen
wij over. Om deze reden dien ik het amendement in over het apart stemmen over
de kinderopvang. Daar is ongeautoriseerd geld naartoe gegaan. Er is een bedrag
aan het kinderopvangloket besteed en er is een bedrag als werkgeversdeel
gegeven aan Octopus. De raad heeft die bestedingen niet geautoriseerd. In de
commissie verwees de wethouder naar het collegebesluit van juli 2006 en beriep
zij zich op onbekendheid met het dossier en met de gang van zaken en op haar
nieuwe rol als wethouder. Volledigheidshalve merk ik op dat de wethouder stelde
dat het er helaas doorheen was geslipt. Zij bood haar excuses daarvoor aan. Wij
vinden desalniettemin dat de wethouder voor beide uitgaven toestemming had
moeten vragen aan de raad. Door dat niet te doen, heeft zij het budgetrecht van
de raad geschonden. Dat is een heel essentieel recht. Bovendien is de wethouder
niet zo heel lang geleden nauw betrokken geweest bij het dossier kinderopvang
Octopus. Zij had dus kunnen weten hoe gevoelig dit dossier in de raad ligt. Een
collegebesluit uit 2006 is geen voorstel dat naar de raad wordt gestuurd en
waarover de raad kan besluiten. Het budgetrecht is natuurlijk heel gemakkelijk
uit te hollen door steeds achteraf om autorisatie te vragen. Dat is geen goede
gang van zaken. Wij blijven hier zeer alert op. Het gaat om een zeer ernstig
punt. Wij vragen ons af in hoeverre deze handelwijze ons vertrouwen in deze
wethouder heeft geschonden.
De VOORZITTER: Door
de CDA-fractie wordt het volgende amendement (A-1) ingediend:
"De gemeenteraad
van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
overwegende dat:
- stuk
102 - 20278548 vier voorstellen bevat, te weten:
1.
de jaarrekening 2006 van de gemeente Delft vast te stellen;
2. de kostenoverschrijdingen op het onderhoud van het
openbaar groen ad
€337.000 en op de personeelskosten van
het loket Kinderopvang ad
€112.000 alsnog te autoriseren;
3. het positieve rekeningresultaat ad
€400.000 toe te voegen aan de
algemene reserve;
4. kennis te nemen van het
burgerjaarverslag 2006;
- gehoord
de discussie in de commissie Bestuur en Werk van 19 juni 2007, het wenselijk is
om het voorstel op het punt van het loket Kinderopvang te splitsen in twee
voorstellen, zodat apart daarover in de raad gestemd kan worden;
besluit om het
voormelde voorstel bij de stemming als volgt te splitsen:
Voorstel A:
1. de jaarrekening
2006 van de gemeente Delft vast te stellen;
2. de
kostenoverschrijdingen op het onderhoud van het openbaar groen ad €337.000
alsnog te autoriseren;
3. het positieve
rekeningresultaat ad €400.000 toe te voegen aan de algemene reserve;
4. kennis te nemen
van het burgerjaarverslag 2006;
Voorstel B:
1. de
kostenoverschrijdingen op de personeelskosten van het loket Kinderopvang ad
€112.000 alsnog te autoriseren,
en gaat over tot de
orde van de dag."
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Voorzitter. In de commissie is eigenlijk alles al gezegd. Ik
heb in de commissie een aantal moties aangekondigd en die zal ik nu indienen.
De wethouder zegt dat zij probeert om in 2008 een rechtmatigheidsverklaring
over de jaarrekening van 2007 te krijgen. Het schort daar dit jaar nog fors
aan; 5,6 miljoen euro is volgens de accountant niet rechtmatig. In 2005 kreeg
45% van alle gemeenten in Nederland een rechtmatigheidsverklaring. In 2006 zou
dat 80% kunnen zijn. Delft loopt dus ver achter. Als grote steden als Rotterdam
en Den Haag het kunnen, moet het Delft ook lukken. De heer Bot zei al dat Delft
met 100.000 inwoners een mooi behapbare gemeente is. Waarom kan het hier dan
niet? Waarom kon het dit jaar nog niet? Mijn fractie dient hierover een motie
in waarin het college wordt opgedragen om uiterlijk volgend jaar over de jaarrekening
2007 een goedkeurende verklaring van de gemeenteraadsaccountant met betrekking
tot getrouwheid en volledige rechtmatigheid aan de raad te overleggen. Deze
motie is meeondertekend door de fracties van de SP en Stadsbelangen.
Ook het achterhouden van
informatie neemt mijn fractie zeer hoog op. De wethouder is jarenlang raadslid
geweest en had kunnen weten dat het dossier kinderopvang gevoelig is. Dat heeft
in de raad zwaar onder vuur gelegen vanwege het gebrek aan transparantie. De
wethouder is afgestudeerd op de verhoudingen in het gemeentebestuur en weet dus
dat de raad uiteindelijk altijd de baas is. Zij is daar doctorandus in
geworden. Zij kan dus niet zeggen: het spijt mij, het was vakantietijd. Mijn
fractie accepteert dat niet.
In relatie tot
Parking BV is door de accountant een bedrag van 2,9 miljoen euro gevonden. Ik
krijg daarover ineens een heleboel stukken, tot het jaarverslag aan toe. Ik
dank de wethouder daarvoor. Op 12 juli vraagt zij de raad echter om 17 miljoen
euro voor de Koepoortgarage. Het feit dat de wethouder met een voorstel de raad
om goedkeuring vraagt, betekent dat het bedrag van 2,9 miljoen euro zonder
toestemming is uitgegeven. Zij had anders in juli geen toestemming hoeven
vragen. Het college had ons moeten informeren, zeker wethouder Koning. Toen wij
haar aanspraken op die Koepoortgarage, zei wethouder Koning dat zij daar niets
mee te maken had omdat dat een private ontwikkeling was en omdat de gemeente
die garage alleen turnkey zou afnemen, bij de gereedkoming ervan. De wethouder
stelde dat de gemeente daar niets aan hoefde te doen. Nu blijkt dat de gemeente
al 2,9 miljoen euro en 230.000 euro aan kosten heeft betaald. Het is een wirwar
van argumenten.
Mijn fractie keurt de
handelwijze van het college af. De partij Leefbaar Delft is consistent en doet
wat zij zegt. Hetzelfde geldt voor Stadsbelangen. De motie van afkeuring die ik
hierbij indien, wordt daarom ook gesteund door de fractie van Stadsbelangen.
De VOORZITTER: Door
de fracties van Leefbaar Delft, Stadsbelangen en de SP wordt de volgende motie
(M-1) ingediend:
"De gemeenteraad
van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
constaterende dat:
·
er totaal voor 5,6
mln. aan rechtmatigheidsfouten geconstateerd zijn door de accountant;
·
voor 2006 geen
rechtmatigheidsverklaring door accountant Deloitte is afgegeven;
·
in 2005 45% van alle
gemeenten een rechtmatigheidsverklaring kreeg;
overwegende dat:
·
sinds 2004 de
rechtmatigheid bij wet verplicht is;
·
Delft zich nu al in
de achterhoede wat betreft de rechtmatigheid bevindt ten opzichte van alle
andere gemeenten;
·
het aantal
rechtmatigheidsfouten nog steeds substantieel is;
draagt het college
op, uiterlijk over het volgende jaarverslag en jaarrekening 2007 een
goedkeurende verklaring van de accountant van de gemeenteraad te verkrijgen wat
betreft het onderdeel getrouwheid en volledige rechtmatigheid,
en gaat over tot de
orde van de dag."
Door de fracties van
Leefbaar Delft en Stadsbelangen wordt de volgende motie (M-2) ingediend:
"De gemeenteraad
van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
overwegende dat:
·
de gemeenteraad niet
tijdig geïnformeerd is en om toestemming is gevraagd over een extra budget van
€112.000 voor de kinderopvang Octopus en het "Kinderloket";
·
het college een
voorschot van €2,9 mln. aan Parking BV voor de Koepoortgarage betaald heeft
zonder de raad te informeren en toestemming te vragen;
keurt deze
handelwijze af,
en gaat over tot de
orde van de dag."
De heer HARPE (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie zit op een iets andere toonhoogte. Destijds hebben
wij met elkaar afspraken gemaakt over het traject op weg naar een goedkeurende
verklaring, ook op het gebied van rechtmatigheid. De accountant en de
Rekeningencommissie geven aan dat daarmee de juiste stappen zijn gezet naar een
goedkeurende verklaring over 2007. De VVD-fractie is ervan overtuigd dat juist
deze wethouder dat een heel belangrijke doelstelling vindt en dat derhalve een
motie waarin zij wordt opgedragen om die verklaring binnen te halen, volstrekt
overbodig is. Zij zal daar als eerste aan werken. Dat is althans de overtuiging
van mijn fractie.
Dit wil niet zeggen
dat alles goed is gegaan. Wij hebben het daar al uitvoerig over gehad. De
wethouder heeft zich daar in de commissie ook al over uitgelaten. Voor de
VVD-fractie is dat voldoende. Zij steunt dan ook de autorisatie.
Inhoudelijk is er al
veel gezegd. De Rekeningencommissie heeft de adviezen uitgebracht en de
VVD-fractie was blij te lezen dat het college in zijn brief dat advies
grotendeels overneemt en daar ook een aantal toelichtingen op geeft, inclusief
voorbeelden rondom bijvoorbeeld de grondexploitatie en de Koepoortgarage. De
VVD-fractie is al met al tevreden met het verhaal dat voorligt.
De heer SIPKEMA (SP):
Voorzitter. Ik wil best geloven dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van
de baten en de lasten en van het vermogen. Het zou ook slecht zijn als dat niet
zo was. Ik ga er gewoon van uit dat over 2007 een rechtmatigheidsverklaring van
de accountant wordt verkregen. Ik ben daar zelfs zo zeker van dat ik de motie
heb meeondertekend. Dat is een extra steuntje in de rug om die verwachting waar
te maken. Ik zie het anders gebeuren dat de verklaring pas over het jaar 2008
wordt gehaald en dat is in de planning net niet de bedoeling.
Ik heb moeite met het
bedrag van 2 miljoen euro aan onrechtmatig verstrekte subsidies en het bedrag
van 450.000 euro aan uitgaven buiten de begroting. De wethouder heeft excuses
aangeboden en ik ga ervan uit dat dergelijke situaties in de toekomst niet meer
voorkomen. In het stuk van de accountant lees ik de opmerking dat het toetsen
van afwijkingen van de begroting moeizaam is gegaan. In de praktijk blijkt niet
altijd duidelijk te zijn of expliciet autorisatie door de raad heeft
plaatsgevonden. Verder constateerde de accountant dat een aantal
begrotingswijzigingen door het college was geautoriseerd in plaats van door de
raad. Dergelijke opmerkingen lees ik liever niet. In de commissie is daar niet
veel aandacht aan besteed, maar ik vind dat toch forse uitspraken. Die
onduidelijkheid mag er niet zijn. Het moet altijd duidelijk zijn wanneer de
raad opdracht geeft voor een bepaalde uitgave. Ik noem als voorbeeld het zojuist
bij de hamerstukken alsnog goedgekeurde bedrag dat zonder toestemming van de
raad door het college was bestemd voor gratis openbaar vervoer op zaterdag.
Misschien valt de Koepoort hier niet onder, maar de onduidelijkheid is nog
aanwezig. Dat soort dingen moet goed onderbouwd aan de raad worden gevraagd,
want anders heeft het budgetrecht geen enkele waarde. Het gaat niet alleen om
de beschikbaarheid van het budget, maar ook om de beschikking over het budget;
als het college dat budget nodig heeft, moet het bij ons aankloppen.
De accountant merkt
ook op dat het jaarverslag niet is opgezet volgens het Besluit begroting en
verantwoording. Volgens het BBV is op onderdelen meer informatie noodzakelijk
dan in de verantwoording staat. Er ontbreekt dus informatie. Dat is ook niet
goed volgens mij. Op deze manier maakt het college het onnodig moeilijk om
inzicht te krijgen in het gevoerde beleid. De verantwoording is vaak heel kort;
een omschrijving van doelen of plannen van één of twee regels met een even
korte verantwoording. Soms staat er slechts dat een plan wordt opgepakt in
2007. Soms staat er zelfs helemaal niets, bijvoorbeeld bij de doelstellingen
over het milieu. Op dit punt is dus ruimte voor verbetering.
Het college moet zijn
beleid in het jaarverslag en de jaarrekening verantwoorden, maar slaagt daar
onvoldoende in. In relatie tot die 2,9 miljoen euro van de Koepoortgarage heb
ik contact gehad met een ambtenaar die zei dat het bedrag niet meer is dan wat
in de betalingsregeling is afgesproken. De uitgave is dus conform de gemaakte
afspraak. Ik vraag mij dan af waarom de accountant opschrijft dat het niet
klopt en waarom het college dat vervolgens niet probeert te weerleggen. Het kan
niet allebei kloppen. Het is onmogelijk dat de accountant zegt dat het niet volgens
de afspraken is gegaan, dat het geld zomaar is uitgegeven en dat de gemeente
risico's loopt die de raad niet bekend waren, terwijl het college van het
tegenovergestelde overtuigd is. Het moet duidelijk zijn waar het misgaat.
Mevrouw STOLKER
(PvdA): Voorzitter. Ook de fractie van de Partij van de Arbeid beschouwt de
jaarrekening als een soort groeimodel; het gaat elk jaar beter en dat is
prettig. Mijn fractie wil natuurlijk in de toekomst wel een goedkeurende
verklaring van de accountant en daarom is het goed dat de wethouder heeft
gezegd dat de aanbevelingen van Deloitte en de Rekeningencommissie worden
overgenomen.
Ik vind het jammer om
te lezen dat het beleid niet op alle delen is uitgevoerd. Er is nu weliswaar
een nieuw college, maar mijn fractie wil dat wel graag anders zien. Ik roep het
college op tot actie. Voer het beleid uit zoals het is afgesproken. Laten wij
de mooie plannen voor de stad gewoon uitvoeren.
Ten aanzien van de
risico's zeg ik straks iets bij de behandeling van de Kadernota. Een klein
puntje is nog dat mijn fractie in de toekomst graag vergelijkende cijfers in de
jaarrekening opneemt. De wethouder heeft duidelijk aangegeven in de commissie
dat dat nu niet mogelijk is omdat wijzigingen hebben plaatsgevonden in het
verleden waardoor niet gemakkelijk kan worden teruggegrepen. In de toekomst
moet deze wethouder echter vergelijkend materiaal kunnen geven, want dat zou de
vergelijkende taak enorm vergemakkelijken.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Wilt u daar een termijn aan verbinden? Het is tot nu toe niet gebeurd en
in deze jaarrekening zijn dus geen vergelijkende cijfers opgenomen. Het idee is
echter, op advies van de Rekeningencommissie, om te streven naar realisatie in
de jaarrekening 2007.
Mevrouw STOLKER
(PvdA): Ik hoor net dat het de bedoeling is om dat te realiseren in de
jaarrekening 2008. Ik begrijp dat u die cijfers graag ziet in de jaarrekening
2007? Ik ben graag realistisch. Als het pas in 2008 kan, komt het in 2008.
Ik dank de ambtenaren
die onze 558 vragen met grote zorgvuldigheid hebben beantwoord.
De heer VAN TIL
(ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Mijn fractie complimenteert het college met de
kwaliteit van de jaarrekening. Die is wederom verbeterd ten opzichte van vorig
jaar. Ook op het gebied van de rechtmatigheid is een flinke slag gemaakt. Het
financieel beheer van de grondexploitatie is ook verbeterd. Ik maak wel een
relativerende opmerking ten aanzien van het positieve resultaat van 400.000
euro. Dit wordt enerzijds veroorzaakt omdat binnen programma's minder voortgang
is geboekt, zoals al door mevrouw Stolker is aangehaald. Anderzijds is de
reservepositie met 16 miljoen euro afgenomen. Dat vervult mijn fractie met
zorgen.
Ik kom ten slotte nog
even te spreken over Octopus. De verwijzing naar het collegebesluit verdient
niet de schoonheidsprijs. De wethouder heeft haar excuses gemaakt en het
functioneert verder uitstekend. Daarmee is voor ons de kous af.
De heer GULDEMOND
(STIP): Voorzitter. Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de woorden van de heer
Harpe. Ook mijn fractie is blij met de reactie van het college op het advies
van de Rekeningencommissie. Met name de uitwerking van de twee voorbeelden was
erg duidelijk.
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): Voorzitter. In de commissie hebben wij vragen gesteld over het
gereserveerde inkomensdeel van 1 miljoen euro. Vanavond is daarover aanvullende
informatie uitgedeeld. Het zou bestemd zijn geweest voor het
bedrijfsverzamelgebouw, beveiliging en werkplekken. Wij kunnen momenteel niet
achterhalen - wij nemen aan dat dat wel gebeurd is - of de raad dat
geaccordeerd heeft en of het ging om incidenteel budget. Is dat nu
doorgeschoven naar 2007? Wij konden deze technische vraag niet eerder stellen,
omdat wij vanavond pas de informatie hierover kregen.
In de commissie is de
jaarrekening 2006 uitvoerig besproken. Wij zullen die discussie niet overdoen.
Stadsbelangen is zich er sterk van bewust dat ambtelijk enorm veel werk is
verzet. Er moet nog heel veel gebeuren om de jaarbegroting en jaarrekening
volgens de voorgeschreven regels in te richten. Van ons mag een kritisch volgen
van het proces verwacht worden. Waar nodig zullen wij kritische kanttekeningen
plaatsen. Er is in elk geval sprake van een flinke vooruitgang ten opzichte van
het jaar ervoor, maar toch zijn er onrechtmatigheden geconstateerd. Wij hoeven
niet alles over te doen, maar het gaat in elk geval om het subsidiebeleid en de
inkoop en aanbesteding.
De kwesties van de
Koepoortgarage, kinderopvang Octopus en het loket kinderopvang zijn ons goed
bijgebleven. Wij begrijpen de uitleg van de wethouder in de commissie, maar
vonden het niet sterk dat zij stelde dat de raad door het raadplegen van het
Raads Informatie Systeem indirect op de hoogte had kunnen zijn van het
collegebesluit. Dat is niet de geëigende weg. Het is ook geen relevant
argument. Ook het argument dat de wethouder nieuw was en het college net was
aangetreden, is niet valide. Dat kan allemaal wel zo zijn, maar wij hadden
liever van de wethouder gehoord dat de raad haar terecht hierop aansprak. Zij
had meteen haar excuses moeten maken. Waar gewerkt wordt, worden fouten
gemaakt. Kom daar echter meteen mee en ga niet lopen draaien.
De heer BOT
(GroenLinks): Ik ben niet bij de vergadering geweest, maar ik heb uit de
verslagen, ook in de krant, niet anders begrepen dan dat de wethouder dat
gedaan heeft.
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): De wethouder heeft wel meerdere malen haar excuses gemaakt in
de commissie, maar aanvankelijk stelde zij dat de raad indirect op de hoogte is
gesteld via het Raads Informatie Systeem. De commissie sloeg daarop aan, en wij
ook.
De heer VOKURKA
(D66): Mag ik een vraag stellen?
De VOORZITTER: U was
niet bij de commissievergadering.
De heer VOKURKA
(D66): Dat klopt, maar daar gaat het debat nu niet over. Dit is het hoogste
politieke podium in Delft. Als de wethouder nu, en plein public, haar excuses
zonder enig voorbehoud maakt, is het toch klaar?
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): Het is een gelopen race. In de commissie is hier uitvoerig bij
stilgestaan en ik wil niet vanavond de hele discussie overdoen. Als de
wethouder dit in de commissie direct had gedaan, was voor ons de kous af
geweest. In de vorige raadsvergadering kwam een andere wethouder ook pas na een
hoop getrek en geduw met excuses en informatie. Met het ondertekenen van de
motie van de fractie van Leefbaar Delft willen wij het signaal afgeven dat het
ons ernst is op het punt van het tijdig en proactief informeren van de raad.
De heer BOT
(GroenLinks): U houdt een mooi verhaal. U dient samen met Leefbaar Delft een
motie van afkeuring in, terwijl de door de accountant gesignaleerde fout in de
oplegnotitie door het college is toegegeven. Dat is aan het begin van dit stuk.
Daar wordt helemaal niet omheen gedraaid. De fout wordt gewoon toegegeven. Wat
wilt u nog meer?
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): De wethouder had direct vanaf het begin moeten aangeven hoe
het was gegaan in plaats van te verwijzen naar een nieuw college, het nieuwe
wethouderschap en het Raads Informatie Systeem. Dat is voor ons een zwaar punt.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): De accountant vindt een fout en vervolgens stuurt het college
een erratum. Het stond namelijk in het erratum, niet in het originele
jaarverslag. Zo kan ik ook mijn fouten corrigeren.
De heer BOT
(GroenLinks): Het staat in de oplegnotitie.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Het is pas na de constatering van de accountant verbeterd.
De heer BOT
(GroenLinks): Het staat in het stuk van 5 juni.
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): Het gaat er in elk geval om dat de raad tijdig geïnformeerd
wordt en serieus genomen wordt, zeker in relatie tot het budgetrecht. Wij
willen met het ondersteunen van de motie een sterk signaal afgeven. Wij wachten
het antwoord van de wethouder af op de vraag over het I-deel.
De heer BOT
(GroenLinks): Als die motie door de raad wordt aangenomen, moet de wethouder de
eer aan zichzelf houden. Dat is wel de betekenis van het soort motie dat u
samen met Leefbaar Delft hebt ingediend. Klopt dat?
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): Ja, dat zou kunnen.
De heer TAS (GroenLinks):
Voorzitter. De Rekeningencommissie heeft de jaarrekening onderzocht en is tot
de conclusie gekomen dat de kwaliteit van de jaarrekening wederom verbeterd is
ten opzichte van voorgaande jaren. De commissie heeft negen adviezen
uitgebracht. Mijn fractie staat volledig achter die adviezen. Ook de accountant
heeft geconstateerd dat de jaarrekening ten opzichte van 2005 verbeterd is; de
getrouwheid daarvan is vastgesteld.
Op het punt van de
kinderopvang sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Van Til. Wij gaan
akkoord met de jaarrekening en het jaarverslag.
Wethouder BOLTEN:
Voorzitter. In de commissie heb ik aangegeven dat de raad budgetrecht heeft en
dat het college het op een enkel onderdeel in het afgelopen jaar niet goed
gedaan heeft. Ik heb daarvoor mijn excuses aangeboden en dat doe ik bij dezen
opnieuw. Het betrof het onderwerp kinderopvangloket. Vorig jaar is het
kinderopvangloket uitgebreid. Daarvoor is geen toestemming gevraagd aan de
raad. Een bedrag van ongeveer 80.000 euro is besteed in verband met ziekte en
uitstroom en de invoering van een nieuwe wet vanaf 2005. Die 80.000 euro is
geheel in het verbeteren van de werkwijze van het kinderopvangloket gestoken.
Er is ook 30.000 euro besteed aan een tijdelijke voorziening omdat door de nieuwe
Wet kinderopvang mensen die bij ons in een reïntegratietraject zitten, in
problemen kwamen. De Belastingdienst was niet op tijd klaar met het afhandelen
van de belastingtoeslag. Mensen kwamen in problemen omdat zij de plek in de
kinderopvang konden verliezen. Via het kinderopvangloket is daarom uitgezocht
wat per persoon de stand van zaken was. Daar is 30.000 euro aan besteed. In
totaal is een bedrag van 112.000 euro kinderopvang onrechtmatig uitgegeven. Dit
heeft het college zelf in de jaarrekening geconstateerd en aan de accountant en
de raad gemeld. Het college heeft niet onrechtmatig geld uitgegeven aan een
kinderopvanginstelling. Er is alleen een uitgave naar voren gehaald die wel in
het jaar begroot was. In de jaarrekening staat ook niet dat onrechtmatig geld
is uitgegeven aan die instelling. Het gaat dus om geld voor ons eigen personeel
om het kinderopvangloket zo adequaat mogelijk te laten functioneren.
Tegen degenen die
bang zijn dat het college er niet aan werkt om over 2007 een volledige rechtmatigheidsverklaring
zonder enig voorbehoud te krijgen, zeg ik dat het college daar keihard aan
werkt. Het college heeft ook een aantal mogelijkheden ontdekt waar dingen er
doorheen zouden kunnen slippen. Die mogelijkheden zijn gerepareerd.
Tegenwoordig krijgt de raad geen voorstel meer zonder begrotingswijziging. De
raad krijgt op die manier direct inzicht in een en ander. Die verbeterslag is
vorig jaar ingezet en wordt dit jaar geëffectueerd.
Ook in de commissie
is gesproken over de informatieve waarde van de jaarrekening. Ik heb ook
geconstateerd dat de leesbaarheid daarvan te wensen overlaat. Er is daarom een
traject ingezet om de leesbaarheid van de komende jaarrekeningen aanzienlijk te
verbeteren. Ik betwijfel echter of het mogelijk is om direct vergelijkende
cijfers op te nemen omdat afgelopen jaar halverwege het jaar de programma's
zijn veranderd. Het is dus moeilijker om cijfers te vergelijken. Verder is er
een financieel ICT-programma veranderd waardoor niet alle cijfers in de
computer zijn opgeslagen. Vanaf de jaarrekening 2008 is het wellicht mogelijk
om vergelijkende cijfers op te nemen.
In de memo die de
raad gekregen heeft, staan de antwoorden op de vragen over Parking BV. Het gaat
om het voorschieten van de kosten die gemaakt moesten worden om de
Koepoortgarage te bouwen. Als de lening rond is, krijgt de gemeente dat
voorschot gewoon terug, inclusief rente. Dit besluit is al in 2005 genomen. In
de MPV is het aangekondigd. In 2006 is door de raad besloten om de lening
mogelijk te maken. Deze wordt dit jaar geëffectueerd.
Over het
bedrijfsverzamelgebouw, de sociale diensten, het miljoen en de zeven ton is een
vraag gesteld waarop ik niet direct antwoord kan geven. Ik zal het uitzoeken en
de raad daarover informeren. Ik neem aan dat de goedkeuring van de jaarrekening
niet van dit punt afhangt.
Ik ben het ermee eens
dat het RIS niet het geëigende orgaan is om de raad te laten weten dat de
begroting wordt overschreden. Toen ik in de commissie naar de besluitenlijst
van het college verwees, trachtte ik slechts in te gaan op wat in de dagen
ervoor in de publiciteit gezegd was, namelijk dat het college geen informatie
verstrekt had. Het was duidelijk dat het niet rechtmatig was, maar de suggestie
die in de publiciteit klonk, alsof het college welbewust informatie had
achtergehouden, wilde ik weerleggen. Daarmee is een en ander niet goedgepraat
maar wel uitgelegd. Dat was mijn intentie achter mijn verwijzing naar de
besluitenlijst van het college. Overigens zou dit besluit waarschijnlijk
sowieso achteraf worden voorgelegd aan de raad omdat het is genomen in de
recesperiode. Als in die periode het loket niet op die manier was versterkt,
waren de problemen van de kinderen en de ouders niet uitgezocht. Als pas bij
aanvang van het schooljaar daarmee was begonnen, was er een groot probleem
geweest met de kinderopvang. Daarom is er op deze manier mee omgegaan. Ik denk
dat ik in een dergelijk geval altijd achteraf bij de raad moet komen omdat ik
een beslissing moet nemen.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): U had dan natuurlijk meteen in de vergadering van augustus en uiterlijk
in die van september de raad om autorisatie kunnen vragen. U had kunnen zeggen:
er was een noodsituatie aan de orde en ik heb daar geld aan uitgegeven. Wij
leven nu al in juni 2007.
Wethouder BOLTEN:
Daar hebt u gelijk in. In augustus was mij echter nog verzekerd dat de extra
uitgave mogelijk was binnen het budget van het loket Kinderopvang. Later bleek
dat dat toch overschreden was. Om die reden is het er bij mij doorheen geslipt.
Ik heb daarover gezegd wat ik gezegd heb. Hiermee heb ik alle vragen
beantwoord.
De heer SIPKEMA (SP):
Kan de wethouder duidelijker ingaan op de Koepoort? Ik heb het idee dat daar
nog steeds onduidelijkheid over is. Die wordt door de wethouder niet echt
weggenomen. Het bedrag dat de accountant noemt, betreft het betalen door de
gemeente van 2,9 miljoen euro aan Koepoort VOF. Volgens mij sprak de wethouder
net echter over het voorschieten van een bedrag aan Parking BV. De verwarring
ligt in de uitspraken van de accountant die misschien niet kloppen. Dat zou dan
echter uitgesproken moeten worden, dus dat het niet klopt dat de gemeente
risico's loopt die niet afgesproken zijn. Ik heb begrepen dat Parking BV de
garage van de gemeente koopt volgens hetzelfde betalingsschema. Er zijn ook
facturen aan de gemeente gestuurd.
De VOORZITTER: Voor
een interruptie duurt dit wel erg lang.
De heer SIPKEMA (SP):
Ik vraag de wethouder om duidelijk te zijn over welke afspraken van de
accountant kloppen. Zijn daar ook uitspraken bij die niet kloppen? Dat moet
haast wel, want anders klopt het verhaal van de wethouder niet.
Wethouder BOLTEN: Er
kan op beide manieren naar gekeken worden. De Koepoortgarage moest gebouwd
worden door de VOF. De gemeente loopt daar geen risico in, omdat de Koepoort
VOF alle risico draagt. Met de bouw van de garage is evenwel begonnen toen de
lening nog niet rond was. Omdat de lening zou worden afgegeven, het gevolg van
de ontwikkelingovereenkomst voor de ontwikkeling van de garage enerzijds en de
daaraan verbonden verplichting van de gemeente anderzijds, moest gewoon betaald
worden wat betaald moest worden. Dat was dus een voorschot voor de parking, dat
de gemeente heeft overgemaakt als betaling aan de VOF.
De heer SIPKEMA (SP):
Ik denk niet dat het er duidelijker op wordt. Ik heb meerdere keren gevraagd of
de wethouder kan aangeven wat er van de beweringen van de accountant mogelijk
niet klopt. De gemeente koopt die garage en het gaat dus niet over Parking BV,
zoals de accountant zegt.
Wethouder BOLTEN: Ik
betwist de opvatting van de accountant dat de gemeente risico loopt. De VOF
loopt het risico. Voor het overige is het een kwestie van lenen aan Parking BV
of betalen van de VOF. Uiteindelijk is een voorschot gegeven dat terugkomt via
de lening aan Parking BV.
De VOORZITTER: Wij
beginnen aan de tweede termijn.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Voorzitter, ik verzoek u om een korte schorsing. Ik wilde even naar de
ingediende moties kijken.
De vergadering wordt
van 20.40 uur tot en met 20.50 uur geschorst.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Voorzitter. De Rekeningencommissie heeft zich in relatie tot de
jaarrekening en de vergelijkende cijfers niet uitgelaten over 2007 of 2008. De
wethouder heeft in de commissie gesproken over 2008. Met pijn in het hart
kunnen wij daarmee akkoord gaan.
Ik hoor graag van de
wethouder dat motie M-1 van de fracties van Leefbaar Delft, Stadsbelangen en de
SP overbodig is. Ik ben het niet helemaal eens met alle overwegingen en
constateringen in die motie, maar kan wel instemmen met het dictum. Mijn
fractie is dus geneigd om die motie te steunen.
Mijn fractie houdt
vast aan haar amendement om een onderscheid te maken in het voorstel bij de
stemming. Als de raad dit amendement niet aanneemt, moet mijn fractie nader
overleggen over hoe daarmee moet worden omgegaan. Mogelijk vraag ik dan om een
korte schorsing.
De wethouder heeft
ten aanzien van de kinderopvang een uitleg gegeven. Die staat in schril
contrast met de uitleg die in de commissie is gegeven. Het was toch wat warrig.
Het zij zo, het is een verklaring. Mijn fractie worstelt met de vraag in
hoeverre fundamenteel de vertrouwenskwestie aan de orde is. De CDA-fractie
heeft na overleg besloten om het te houden bij een gele kaart. Ik merk wel op
dat twee keer geel rood is, maar die kleur kent de heer Bot ook. Met die
overweging steunt mijn fractie niet de motie die op dit punt is ingediend.
De heer MEULEMAN
(Stadsbelangen): Onze fractie ziet de motie van afkeuring juist als een gele
kaart. Ik neem dus aan dat u die steunt.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Dat is de uitleg die u eraan geeft. U weet echter ook dat bij het
aannemen van een motie van afkeuring de rode kaart wordt getoond. Ik ga er niet
op voorhand van uit dat de motie niet wordt aangenomen. Ik laat het oordeel
daarover graag aan de stemming in de raad.
De heer BOT
(GroenLinks): Ik begrijp nu de opstelling van Stadsbelangen niet meer. Ik heb
zojuist aan de heer De Koning gevraagd of hij vindt dat de wethouder de eer aan
zichzelf moet houden als de motie van afkeuring wordt aangenomen. Zijn antwoord
daarop was "ja". De motie is dus wel degelijk een rode kaart.
De heer MEULEMAN
(Stadsbelangen): De heer De Koning heeft uw vraag niet met "ja"
beantwoord. Hij heeft gezegd: "dat zou kunnen". Dat is heel wat
anders. Ik wijs erop dat een motie van afkeuring een andere impact heeft dan
een motie van wantrouwen.
De heer BOT
(GroenLinks): Dat is bepaald niet overtuigend.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Op het punt van Parking BV vraagt mijn fractie zich af of de wethouder
heel veel duidelijkheid heeft geschapen. Ik zei echter al in eerste termijn dat
ik daar graag op terugkom in de komende weken, wanneer het onderwerp uitgebreid
aan de orde komt.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Voorzitter. In de uitleg van de wethouder op het punt van de
rechtmatigheid heb ik ook niets geconstateerd. Ik had verwacht dat de wethouder
zou zeggen dat het gaat gebeuren, dat de rechtmatigheid voor elkaar zou komen.
Dan had zij durf getoond. Ik hoorde echter niets. Ik hoop dat de raad zo
realistisch is om te zeggen dat Delft niet in de achterhoede kan blijven. Dat
zegt toch ook iets over de capaciteit van onze wethouder van Financiën? In het
totaal van Nederland mag Delft die positie niet hebben. Delft is al één van de
duurste steden en dan komt dit er nog eens bij.
De redenen die de
wethouder noemt waarom zij het geld aan Octopus en het kinderloket heeft
gegeven, bestrijdt mijn fractie niet. Het gaat echter over het feit dat de raad
niet geïnformeerd is.
De heer BOT
(GroenLinks): Gaat het u om het feit dat de wethouder de raad niet geïnformeerd
heeft of om het feit, zoals Stadsbelangen in de eerste termijn zei, dat zij in
de commissie niet op tijd volmondig excuses heeft aangeboden? Dat zijn twee
totaal verschillende dingen.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): De wethouder heeft ons niet geïnformeerd en geen raadsbesluit
gestuurd. Excuses zijn voor ons geen methode om eruit te komen. Dat is een
politiek standpunt.
De heer BOT
(GroenLinks): Ik constateer dat het Stadsbelangen wel om de excuses ging en dat
er in de motie iets anders staat.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Fracties kunnen met andere argumenten tot dezelfde conclusie
komen. Dat is niet zo raar.
De Koepoortgarage is
een zeer risicovol project. Er is al een partij, aannemer Nijssen Bouw,
failliet gegaan. Ceres kan ook ineens zeggen: wij kappen ermee. Dan is de
gemeente overgeleverd aan de curatoren en is het geld weg. De wethouder zegt
ook dat de raad indirect via allerlei verordeningen geldleningen heeft
toegestaan. Omdat het een groot bedrag is en er sprake is van een groot risico,
had de wethouder de raad moeten informeren over het feit dat die betalingen
werden gedaan.
De heer Bot verbindt
een bepaalde conclusie aan een motie van afkeuring. Voor mijn fractie wordt met
een motie van afkeuring een signaal aan de wethouder afgegeven dat zij
misschien een andere portefeuille moet nemen. Misschien is de portefeuille
Financiën niet geschikt voor haar.
De VOORZITTER: U was
bijna klaar?
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): In wezen houden wij alles overeind. Wij brengen alles in
stemming. Wij steunen ook het amendement van de CDA-fractie.
De heer HARPE (VVD):
Voorzitter. Het feit dat er fouten worden geconstateerd, vloeit logisch voort
uit het feit dat de raad een accountant heeft ingehuurd met het verzoek om de
boeken te controleren. Gelet op de complexiteit en de budgetten van de gemeente
Delft, moeten wij daar niet al te veel van schrikken. Het gaat vooral om de
wijze waarop daarmee is omgegaan. De wethouder van Financiën heeft daar op
afdoende wijze verantwoording over afgelegd.
Over de motie van de
fracties van Stadsbelangen en Leefbaar Delft zeg ik het volgende. Ik hoop het
niet voor het college, maar ik kan mij voorstellen dat er in de resterende
periode onderwerpen langskomen die zich meer lenen voor het inzetten van een
motie met de strekking zoals in eerste termijn is uitgelegd door de heer De
Koning. Als dat te vaak wordt gedaan, wordt zo'n instrument bot en gaat de
effectiviteit ervan verloren. Mijn fractie zal de motie dan ook niet steunen.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): U kunt zich dat voorstellen?
De heer VOKURKA
(D66): Waar doelt de heer Harpe op? Daar ben ik erg benieuwd naar. Hij kan
schijnbaar in de toekomst kijken. Hij zegt dat er nog een paar leuke maanden
aankomen en dat wij het nog zwaar gaan krijgen met elkaar. Ik ga straks op
vakantie en wil graag weten waarop ik mij moet voorbereiden. Ik heb daar straks
alle tijd voor.
De heer HARPE (VVD):
Ik zou in elk geval een annuleringsverzekering afsluiten als u op vakantie
gaat. Ik heb gezegd dat ik het niet hoop voor het college en de coalitie.
Kijkend naar hoe de wethouder vanaf het moment dat de fout geconstateerd is,
daarmee is omgegaan - daarover verschillen wij in deze zaal blijkbaar van
gedachten - vind ik een motie van afkeuring een te zwaar middel om het debat
mee af te ronden. Het past niet bij de discussie die tot nu toe gevoerd is. Dat
is de mening van de VVD-fractie.
De heer VOKURKA
(D66): Ik ben dat volledig met u eens. Volgens mij zit hier nog een extra
dimensie aan. De heer De Koning doelde vooral op het proces dat er een
voorbehoud was gemaakt ten opzichte van het excuus. Het lag aan het vorige
college en noem het allemaal maar op. Mijn suggestie in eerste termijn was dan
ook dat excuses in de raad, het hoogste politieke podium, voldoende moeten zijn.
Dat is vorige maand ook gebeurd.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Ik stel ook graag een vraag. Ik ga op vakantie, maar heb geen
annuleringsverzekering.
De heer VOKURKA
(D66): Die betaal ik voor u.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Ik stel mijn vraag niet aan u. Betekent dit dat er binnen
drie weken iets heel ernstigs gaat gebeuren?
De heer HARPE (VVD):
Ik weet niet wat u hoorde toen ik die zinnen uitsprak, maar ik heb daar weinig
aan toe te voegen. Ik heb duidelijk willen maken dat het instrument dat door u
en Stadsbelangen wordt ingezet, in mijn ogen te zwaar is en niet past bij de
discussie die gevoerd is. U gaat echter over uw eigen afweging. Wij maken een
andere afweging.
De heer DE KONING
(Stadsbelangen): Voorzitter. Ik heb in relatie tot het bedrag van 1 miljoen
euro voor het inkomensdeel uit de woorden van de wethouder begrepen dat het om
een structureel budget gaat en dat wij daarop terugkomen in het kader van de
beheersrapportage. Ik wil het daar voor nu bij laten.
Over de ingediende
motie merk ik het volgende op. Als mijn fractie een motie van wantrouwen had
ingediend, had zij min of meer het vertrouwen opgezegd in de wethouder. Zo ver
is Stadsbelangen nog niet. De strekking van de ingediende motie is dat de
gemeenteraad niet tijdig geïnformeerd is. Dat was de aanleiding voor de
discussie. Bij de behandeling in de commissie begon de wethouder te veel te
draaien en te verklaren waar het allemaal aan lag, waarbij zij ook zei dat wij
het allemaal hadden kunnen weten. Er kwam toen wat gemor uit de commissie,
waarna de wethouder het boetekleed aantrok en twee tot drie keer haar excuses
aanbood. Om die redenen heeft mijn fractie de motie van afkeuring
meeondertekend. Wij kunnen daarover van mening verschillen, maar in elk geval
klinkt het signaal aan het college dat de raad tijdig en pro-actief
geïnformeerd wordt. Wij zeggen dus niet dat wij niet het vertrouwen hebben dat
de wethouder deze portefeuille aan kan.
Stadsbelangen gaat
akkoord met de jaarrekening.
De heer SIPKEMA (SP):
Voorzitter. Ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Ik ga nog wel even kort in op
het Koepoortverhaal. De wethouder was niet erg duidelijk, maar mijnheer Harpe
wist mij net te vertellen dat ik dat ook niet was. Ik zal daarom nog één keer
zeggen waarop ik doelde en dan kom ik daarop terug in de volgende vergadering.
Het ging mij om de vraag of het bedrag van 2,9 miljoen euro dat de gemeente
betaald heeft aan Koepoort VOF een niet-afgesproken voorschot betrof, zoals de
accountant stelde, of een afgesproken betaling. Het kan niet allebei waar zijn.
Ik neem aan dat de wethouder daar in de volgende raadsvergadering op terugkomt.
Wethouder BOLTEN:
Voorzitter. Ik begin met de opmerkingen van de fractie van Stadsbelangen. In
relatie tot het bedrag van 1 miljoen euro en het inkomensdeel heb ik in de
pauze inderdaad het woord "beheersrapportage" genoemd maar ik had het
vorige week over "begroting". In elk geval wordt daar zeer binnenkort
op teruggekomen.
In stemming komt
amendement A-1.
Amendement A-1 wordt
met algemene stemmen aangenomen.
In stemming komt
motie M-1.
Motie M-1 wordt bij
handopsteken verworpen.
De VOORZITTER: Ik
constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de SP, Leefbaar
Delft en Stadsbelangen voor de motie hebben gestemd.
In stemming komt
motie M-2.
De VOORZITTER: Ik
geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Voorzitter. Een jaarrekening is een belangrijk document. Het
budgetrecht van de raad is ook een zeer belangrijke zaak. Het inzetten van een
zwaar middel als een motie van afkeuring is logisch als een accountant grote
fouten constateert. Ik snap ook niet waarom dat zoveel beroering veroorzaakt
bij de GroenLinks-fractie. De raad heeft nog maar zo weinig rechten. De meeste
stukken worden slechts nog ter kennisname gestuurd. De raad zit er maar een
beetje bij. Het enige recht dat de raad nog keihard heeft, is het budgetrecht.
Als daaraan getornd wordt, krijgt men in elk geval met Leefbaar Delft te maken.
Als men zich daar niet aan houdt, zeggen wij: het is mooi geweest, ga maar wat
anders doen.
De heer VOKURKA
(D66): Voorzitter. Mijn fractie zal de motie niet steunen. Ik kan mij voor een
groot deel wel aansluiten bij de woorden van de heer De Koning, maar ik kan mij
niet vinden in het dictum van de motie en ik vind het instrument te zwaar voor
deze situatie.
Mevrouw STOLKER
(PvdA): Voorzitter. Wij vinden dit een vorm van motiedeflatie. Wij steunen geen
rode of gele kaart; voor ons is "sorry" voldoende. Wij zullen de
motie daarom niet steunen.
Motie M-2 wordt bij
handopsteken verworpen.
De VOORZITTER: Ik
constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar Delft en
Stadsbelangen voor de motie hebben gestemd.
Aangezien amendement
A-1 is aangenomen, wordt het voorstel gesplitst in stemming gebracht. Het lijkt
mij het handigst om eerst over voorstel B, de kostenoverschrijding op de
personeelskosten van het loket Kinderopvang, te stemmen.
In stemming komt
voorstel B.
De VOORZITTER: Ik
geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Voorzitter. Wij vinden dat dit een probleem is van de wethouder dat zij
in beginsel binnen haar eigen begroting moet oplossen. Om het budgetrecht van
de raad serieus te nemen, vragen wij het college om daar op deze manier mee om
te gaan. Wij autoriseren deze uitgave niet achteraf.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij hanteren dezelfde argumentatie als de heer
Van Doeveren. Achteraf autoriseren doen wij niet. Daar beginnen wij niet aan.
De heer BOT
(GroenLinks): Voorzitter. Wij autoriseren die uitgave wel. Partijen die
daartegen stemmen, zeggen eigenlijk dat de mensen om wie het gaat, op straat
gezet hadden moeten worden.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Dat heb ik niet gezegd.
De VOORZITTER: Wij
gaan niet in debat. Dit is allemaal gewisseld.
Voorstel B wordt bij
handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik
constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA en Leefbaar Delft
tegen voorstel B hebben gestemd.
In stemming komt
Voorstel A over de vaststelling van de jaarrekening 2006, de
kostenoverschrijdingen op het onderhoud van het openbaar groen, het toevoegen
van het positieve rekeningresultaat aan de algemene reserve en het
burgerjaarverslag 2006.
De VOORZITTER: Ik
geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De heer VAN DOEVEREN
(CDA): Voorzitter. U zult uit mijn termijn begrepen hebben dat wij niet tegen
dat voorstel zijn. Wij stemmen voor het vaststellen van de jaarrekening en de
daaraan gekoppelde voorstellen.
De heer DE WIT
(Leefbaar Delft): Voorzitter. Je kunt niet tegen een jaarrekening zijn. Het is
wel duidelijk dat wij tegen de uitkomst ervan zijn. De jaarrekening is echter
gewoon een beschrijvend document. Mijn fractie is daar niet tegen. Leefbaar
Delft is het echter niet eens met wat daarna geconstateerd is door de
accountant.
De heer SIPKEMA (SP):
Voorzitter. Wij stemmen wel tegen omdat de verantwoording die de jaarrekening
moet zijn, onvoldoende is.
Voorstel A wordt bij
handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik
constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen voorstel A
hebben gestemd.
163. Voorstel tot
vaststelling van de Kadernota
(Stuk 126 -- 20286375)
Mevrouw STOLKER
(PvdA): Voorzitter. In de commissie hebben wij onze waardering uitgesproken
voor een groot aantal ambities dat door het college is neergelegd in de
Kadernota. Wij vinden daar veel verkiezingspunten in terug en daar zijn wij
natuurlijk heel blij mee. De punten Kennisstad en economie, Cultuur en
Binnenstad kunnen in de programmabegroting wel wat concreter worden gemaakt. De
ambities op die terreinen zijn niet altijd even duidelijk.
Ik kom terug op een
viertal punten: het financieel meerjarenbeleid, de invulling van de
bezuinigingen, Cultuur, Binnenstad en Kennisstad, en de werkwijze en procedure
rond de bezuinigingen. In het financieel meerjarenbeleid is de belangrijkste
vraag of de reserves in verhouding staan tot de risico's die de gemeente loopt
met grote projecten. Delft is een ambitieuze stad waarin een aantal grote
projecten loopt; een aantal staat nog op stapel. Het is goed dat het college
kritisch beziet of daar genoeg reserve tegenover staat. De vraag blijft echter
hoeveel genoeg is. Het is een beetje een slag in de lucht om te zeggen hoe
groot de reserve precies moet zijn. De PvdA-fractie ziet er kritisch op toe dat
hiermee verstandig wordt omgegaan. Wat de wethouder hierover in de commissie
heeft gezegd, is vooralsnog voldoende.
De heer HARPE (VVD):
Ik probeer hier iets meer scherpte in te krijgen. Pleit u ervoor dat meevallers
in principe apart worden gezet?
Mevrouw STOLKER
(PvdA): De meevallers worden nu gebruikt om tegenvallers te dekken. Als alle
meevallers apart worden gezet, wordt door de tegenvallers een gat in de
begroting geslagen. De raad heeft budgetrecht. Een en ander wordt aan ons
voorgelegd en de PvdA-fractie zal dat kritisch volgen. Bij voorbaat zeggen dat
alle meevallers in een bepaalde risicoreserve gestopt moeten worden, vindt mijn
fractie op dit moment niet nodig.
Ik heb een vraag over
de bezuinigingen. Is het bezuinigingsbedrag van 3 miljoen euro structureel in
2010 en 2011, op pagina 23 van de nota, opgebouwd vanuit het bedrag van 2
miljoen euro uit de oude operatie, die bestond uit 10 miljoen euro, en een
nieuw bedrag van 1 miljoen euro?
Als derde punt ziet
mijn fractie graag dat er in de programmabegroting meer aandacht wordt besteed
aan water. Voor de PvdA-fractie is water een heel belangrijk thema. Met water
wordt zowel Delft Kennisstad als Delft toeristenstad gediend. Zeker het
toeristisch element is heel goed voor de werkgelegenheid. Mijn fractie hoopt
dus dat water een prominentere plaats krijgt in het economisch beleid. Ik dien
daarom een motie in om in de programmabegroting daarvoor geld te reserveren.
Mijn volgende punt
betreft de procedure rond bezuinigingen. Mijn fractie heeft in de commissie
gevraagd om scenario's ten aanzien van de bezuinigingen. Eerder is op die
manier gewerkt en dat is als heel prettig ervaren. Ik heb begrepen dat de
wethouder in de commissie heeft gezegd dat zij de ervaringen daarmee niet onverdeeld
positief vond. Er is nu een nieuwe raad en ik verzoek het college daarom om
daar toch mee aan de gang te gaan. Ik vind het in het dualistische systeem heel
goed passen om als raad te mogen kiezen uit meerdere scenario's.
Ik vraag ten slotte
hoe het zit met de beheerrapportage. De Kadernota schijnt voor een deel de
eerste beheerrapportage te bevatten. Vergeleken met de tweede beheerrapportage
van vorig jaar ontbreekt echter een aantal onderdelen. De wethouder heeft
gezegd dat er voor het bezuinigingsgedeelte later nog een stuk komt. Dat vindt
mijn fractie heel mooi. Hoe zit het dan echter met de begrote baten en lasten,
onttrekkingen aan de reserves, stortingen in de reserves, realisatie tot moment
van afsluiting, mee- en tegenvallers lopende het jaar enzovoort? Dat zijn
allemaal dingen die in de beheerrapportage te zien zijn. De combinatie van
bezuinigingsstuk en kadernota dekt naar de mening van mijn fractie niet de
beheerrapportage. Ik hoor daar graag meer over.
Het verheugt de
PvdA-fractie dat de wethouder de mogelijkheid wil onderzoeken om daklozen
tandartszorg te bieden. Dat kan een goede aanvulling zijn op het sociaal
beleid. Bedankt daarvoor, wethouder!
De VOORZITTER: Door
de fracties van de PvdA en de VVD is de volgende motie (M-3) ingediend:
"De gemeenteraad
van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
overwegende dat:
·
de bestuurlijke
opdracht "Delft maakt werk van water" van de PvdA en de VVD in
ontwikkeling is;
·
in september een
bijgestelde opdracht in de commissie EMCR ter bespreking zal worden aangeboden;
·
in de conceptopdracht
aangekondigd is dat een bedrag van drie maal 200.000 euro benodigd zal zijn
voor uitvoering van de opdracht;
·
nadere besluitvorming
door de raad zal volgen;
voorts overwegende
dat:
·
de bestuurlijke
opdracht "water" zowel aspecten van bevordering van kenniseconomie,
werkgelegenheid, toerisme en creatieve economie in zicht draagt;
·
Delft als kennisstad
op het gebied van watermanagement en ervaring met die projecten nu al veel
betekent;
·
ook in de sector van
de creatieve stad er mogelijkheden liggen op dit gebied (Water-Bacinol);
draagt het college
op:
·
in de
programmabegroting 2008 bovengenoemde middelen te reserveren voor een programma
"Delft maakt werk van water" over de komende drie jaar;
·
indien na indiening
van de bestuurlijke opdracht blijkt dat het gereserveerde bedrag niet of niet
geheel benodigd is, de gelden terug te laten vloeien naar de bronnen waaruit
het bedrag is samengesteld,
en
gaat over tot de orde van de dag."
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik ben terechtgekomen in een slagveld
tussen de coalitiepartijen. De ene fractie wil dit programmaatje, de
VVD-fractie wil zwembaden en de PvdA-fractie wil weer anoniem solliciteren. Wij
staan er als oppositiepartij gewoon buiten. Het moge duidelijk zijn dat het ons
niet bevalt dat weinig van onze ideeën zijn opgenomen in de Kadernota. Wij
willen vooral veel meer bezuinigen, zodat de lasten van de burgers omlaag gaan.
Die lastenverlichting is een beetje vaag. Er wordt gezegd "2,4%",
maar waarom wordt de OZB niet bevroren? Waarom gaan de lasten niet omlaag? Del
OZB is in Delft immers al zo hoog. Het college zegt alleen dat het die lasten
kan verhogen omdat de limitering vrij is. Dat zijn, vooral van deze wethouder
Financiën, open deuren. Ik kan daar niets mee. Dat is ook met die bezuinigingen
zo: wij moeten dit nu vaststellen, maar in de zomer gaat de coalitie verder
ruziën over die bezuinigingen. Die krijgen wij dus later. Ik mag in ieder geval
niet op vakantie van de heer Harpe.
Wij
vinden ook dat eerst het oude beleid geschrapt moet worden en dat er niet
zomaar weer nieuw beleid of "oud voor nieuw" moet komen. Het is niet
nieuwjaar. Wij vinden dat allemaal zo cryptisch. Maak gewoon een eind aan het
oude beleid en misschien komt daardoor geld vrij. Die "meevaller" is
natuurlijk allang achterhaald, want dat is natuurlijk helemaal geen meevaller:
het college heeft de rechtszaken allemaal verloren, maar rekent zich nog steeds
rijk met de OZB. Het college weigert mij te informeren over het teruggeven van de
ouderwetse Zalmsnip in verband met het niet deugen van de aanslagen. Dat neem
ik het college zeer kwalijk. Ik noem het dus eigenlijk de "geld zien en
geld opmaken"-nota.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter, onze fractie is enigszins in verwarring
geraakt. Ik dacht dat wij hier vanavond de tweede termijn zouden doen met
betrekking tot dit stuk, maar begrijp ik nu dat wij toch gewoon een eerste en
tweede termijn hebben?
De
VOORZITTER: U doet uw best maar.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): In de commissie hebben wij afgesproken dat wij
in de raad de tweede termijn zouden doen. Ik ben nu dus even in verwarring.
De
VOORZITTER: Laten wij een volle termijn. Dan zien wij wel of er naar aanleiding
van de beantwoording nog behoefte is aan nieuwe vragen.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): "U doet uw best maar" klinkt een beetje
alsof het er allemaal niet toe doet. Ik vind dat een beetje beledigend. Dat
klinkt als: u kletst maar wat.
De
VOORZITTER: U moet mij niet verkeerd begrijpen. De heer Meuleman vroeg of dit
de tweede termijn is of niet. Ik zeg: laten wij gewoon een volle termijn doen
in de raad. Dan zal de wethouder reageren en als er dan behoefte is om daarop
terug te komen, moet dat kunnen, lijkt mij. U kunt dus gewoon voluit gaan, maar
geen herhalingen van de commissie.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. De heer De Wit maakt ons erop attent dat hier
iets in zou staan over een openluchtzwembad. Volgens mij was dat juist niet het
geval, maar het is goed dat hij dat even heeft genoemd.
Wat
ons betreft, praten wij over een gezonde financiële situatie. Dat nemen wij
aan. Voor onderdelen is dat ook zo, maar laten wij wel vaststellen met elkaar -
daar is ook mevrouw Stolker duidelijk over geweest - dat de laag dun is. Als er
iets fout gaat, zijn de reserves niet al te groot. Vandaar mijn vraag hoe de
PvdA-fractie wil omgaan met eventuele meevallers. Wat ons betreft, zetten wij
die toch even apart, want ik wil ook even bekijken of een bepaalde tegenvaller
direct met een meevaller moet worden afgedekt of dat wij daarover nog een
discussie met elkaar moeten voeren.
De
heer VOKURKA (D66): Dan krijgt u toch nog uw openluchtzwembad. Moet ik die
opmerking in dat licht zien of niet?
De
heer HARPE (VVD): Ik begrijp niet wat u bedoelt.
De
heer VOKURKA (D66): Uw meevallerpotje. Komt u met een voorstel om dat vanavond
te regelen?
De
heer HARPE (VVD): Als er meevallers zijn, wilt u dan als volksvertegenwoordiger
niet even …
De
heer VOKURKA (D66): Wij hebben in de commissie al aangegeven dat wij heel die
Kadernota niet willen. Ik vraag u nu iets anders. U zegt dat meevallers
opgespaard moeten worden en dat wij in de raad gaan discussiëren over wat wij
daarmee gaan doen. Dat vind ik een heel interessante gedachte, maar de
Kadernota regelt dat niet. Ik vraag dus of u vanavond met een amendement komt
om dat te regelen.
De
heer HARPE (VVD): Nee.
De
heer BOT (GroenLinks): Ik zou de heer Vokurka willen vragen of hij die
discussie dan ook over de tegenvallers wil voeren.
De
heer VOKURKA (D66): Dat is een interessante vraag en een interessante
uitdaging.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. Wij zijn natuurlijk heel nieuwsgierig naar de
voorstellen van het college voor de invulling van de vrije beleidsruimte, dat
eenmalige bedrag van 0,5 miljoen euro en het structurele bedrag van 1 miljoen.
Wij zijn vooral ook benieuwd naar de eventuele extra middelen die vanuit het
Haagse naar de stad vloeien onder de mooie naam "beleidsenveloppen".
Wij zien dat dat 1 miljoen euro tot 2,5 miljoen euro zou kunnen worden. In dat
kader willen wij kort enkele punten noemen waar dat heen zou kunnen gaan,
rekeninghoudend met die enveloppen. Wij denken daarbij aan het tegengaan van
overlast in de wijken, het ook op zondag schoonmaken van deze mooie stad en het
intensiveren van cameratoezicht. Dat soort concrete zaken hebben wij niet
gelezen, maar wij vinden dat wel belangrijk. Wij zouden het ook veel waard
vinden als wij een eerste stap zouden zetten op weg naar de parkeergarage voor
de noordelijke binnenstad. Ik verwijs de collega's van de coalitie naar wat wij
daarover hebben afgesproken in het coalitieakkoord. Nog een belangrijk punt:
een herprioritering van het aantal ambtenaren dat zich bezighoudt met het
binnenhalen en binnenhouden van ondernemingen in deze stad, wat ons betreft
binnen het totale formatieplaatje van de gemeente. Tot slot het water. Mevrouw
Stolker heeft al gezegd dat de door haar genoemde motie ook door ons is
ondertekend. Ook daar zouden wij graag iets over lezen. Wij zullen daar
ongetwijfeld op terugkomen, ook al bij deze motie.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik zal niet herhalen wat wij in de commissie
hebben gezegd over de Kadernota. Nogmaals: ik vind de gedachte van de heer
Harpe interessant. Wellicht komen wij daar dus nog over te spreken.
Toen
ik vanmiddag de bijlage van de Kadernota las, viel mij onder bolletje 3 van
Ruimtelijke Ordening op dat de gemeente zich strategisch laat adviseren in het
dossier met betrekking tot de snelwegen rondom Delft. "Om goed te kunnen
positioneren in het complexe bestuurlijke en politieke krachtenveld, is in 2007
een extern bureau ingeschakeld om strategisch te ondersteunen." Dat kost
80.000 euro. Toen dacht ik: heeft het college een probleem op het punt van de
snelwegendiscussie in Delft? Als dat zo is - ik denk dat dat zo is - waarom is
dan ondersteuning nodig? Volgens mij is het coalitieakkoord ook daar immers
klip en klaar over. Wij hebben het een aantal keren in de raad geprobeerd. Ik
heb de heer Kiela daarbij ooit horen zeggen: "Wij leggen geen snelwegen
aan en wij besluiten daar niet toe; dat doet de Tweede Kamer". Wat doet
dit bureau, welke opdrachten heeft dit bureau en wanneer komt het college met
de resultaten naar de raad? Ik ben daar razend nieuwsgierig naar. Daar krijg ik
dus graag een reactie op.
Wat
het waterverhaal betreft: wij waren in de commissie eerst wat kritisch. Dat zal
ik uitleggen. Wij hadden het stuk goed bestudeerd en kwamen bijvoorbeeld tot de
conclusie dat het Waterkader Haaglanden - een belangrijke club als het gaat om
innovatie op het punt van water en de keuzes die op dat terrein gemaakt worden,
die onder voorzitterschap staat van onze burgemeester - nauwelijks wordt
genoemd. Als Delft zich wil profileren op het punt van water, wat ik op zich
een heel spannende gedachte vind, moet je daar wel goed rekening mee houden.
Daar is echter over gesproken en volgens mij is het duidelijk dat wij dat
verder gaan ontwikkelen. Ik ga ervan uit dat dat helemaal goed komt.
Zoals
de motie nu luidt, kan ik daar prima mee leven. Toen ik haar vanmiddag
uitprintte, had ik wat moeite omdat bij de eerste twee bolletjes van de
overwegingen staat "ontwikkeling" - dan denk ik: het is nog niet af -
en er staat ook dat pas in september duidelijk is waarover wij het precies gaan
hebben. Als wij nu zes ton reserveren en als wij er straks achterkomen dat het
misschien maar vier of twee ton is of dat wij 1 miljoen euro nodig hebben,
hebben wij te veel geld gereserveerd - en ik weet niet waar dat dan naar
terugvloeit - of hebben wij een ander probleem. Ik heb ook een vraag aan de
PvdA-fractie: waarom zes ton? Ik zeg niet dat ik daartegen ben, maar ik wil
gewoon een redeneerslag over die zes ton. Ik ben blij met het geschrevene dat
eronder staat. Nogmaals: ik ben erg benieuwd naar de antwoorden over het
strategische adviesbureau.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik constateer in ieder geval dat wij
in commissies geen afspraken meer hoeven te maken, want dat heeft blijkbaar
weinig zin.
Mevrouw
VAN DER HOEK (VVD): Ik voel mij als voorzitter van de commissie aangesproken.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): U bent toch geen voorzitter van de raad, of wel?
Mevrouw
VAN DER HOEK (VVD): Nee, maar u refereert terecht aan een afspraak die wij in
de commissie Bestuur en Werk hebben gemaakt om de tweede termijn in de
raadsvergadering te doen. Ik wil u dus alleen maar steunen, mijnheer Meuleman.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik had niet anders verwacht, maar toch dank.
Desalniettemin
zal ik mijn betoog toch kort houden. Wij hebben een aantal kritische
kanttekeningen bij deze Kadernota geplaatst. Dat betreft het heel positieve
element dat wij er goed voor staan, terwijl te weinig rekening wordt gehouden
met het feit dat onze stad in de komende jaren heel veel bewuste financiële
risico's gaat lopen. Wat ons betreft, zou daar veel meer aandacht voor moeten
zijn. Er wordt gesteld dat het probleemoplossend vermogen verder moet worden
vergroot. Daarvan heb ik in de commissie al gezegd dat het goed is dat dat
wordt gedaan, maar dat het eigenlijk wel laat is. De dialoog met de burgers
moet verbeterd worden. Daar staan wij helemaal achter, maar voorwaarde is dan
wel dat de oude strategieën worden losgelaten.
Als
je naar de bezuinigingstaakstelling kijkt, zie je dat in de afgelopen jaren op
het punt van de bijstandsuitkering het aantal klanten met 600 is afgenomen en
dat het aantal aanvragen op het punt van levensonderhoud met 13% is afgenomen.
Dat zien wij vervolgens niet terug in het formatiebudget. Als het allemaal
minder wordt, heb je ook minder mensen nodig voor de uitvoering. De wethouder
probeert dat goed te praten met het argument dat de problematiek meervoudiger
is geworden. Dergelijke argumenten spreken onze fractie niet aan. Wij vinden
dus dat ook daar veel kritischer naar gekeken moet worden.
Ik
heb al aangegeven dat wij het veel te voorbarig vinden om in 2008 de
daadkrachtgrens al te verhogen naar 130%. Er is nu een onderbesteding van het
WWB-inkomensdeel, maar de verwachting is zeer reëel dat dit inkomensdeel in de
septembercirculaire naar beneden wordt bijgesteld. Wij zien dus geen enkele reden
om er op dit moment toe te besluiten om in 2008 naar die 130% te gaan.
Ik
heb al iets gezegd over de bezuinigingen. Bij de tegenvallers zie je een soort
opplusactiviteit die binnen de gemeente Delft zo langzamerhand structureel aan
het worden is: wij komen iets tekort; wij doen er dus wat geld bij. Zorg er nou
eens voor dat dit soort activiteiten incidenteel van aard wordt. Dat betekent
dat vooraf beter moet worden begroot wat je nodig hebt in plaats van achteraf
steeds weer aan te moeten vullen.
Dan
de watermotie. Onze fractie heeft begin deze week een andere motie langs zien
komen. Die motie vonden wij beter, omdat het daarin ging om een bedrag dat er
al is, met de vraag om dat bedrag alvast te labelen voor de kenniseconomie. Als
dat straks inderdaad zou leiden tot een bestuurlijke opdracht in het kader van
"Delft maakt werk van water", zouden wij in ieder geval dat bedrag
daarvoor kunnen besteden. Nu zegt de motie eigenlijk: leg maar alvast 600.000
euro vast. Dat vinden wij de omgekeerde weg. Ten eerste moet nog bekeken worden
of wij die opdracht straks gaan geven, waarbij ik wel wil aangeven dat onze
fractie positief is over het conceptstuk dat wij hebben gezien; het moet echter
uiteindelijk blijken uit de definitieve opdracht. Als wij de strategie volgen
dat wij voor toekomstige opdrachten waarvan wij nu de inhoud nog niet kennen,
enorme bedragen gaan reserveren, lijkt dat ons een omgekeerde weg. Ik heb dus
enige moeite met deze motie.
De
heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Ik zal proberen om het kort te houden en om
mijn eerste termijn niet te herhalen. Ik heb in die eerste termijn gezegd dat
wij de Kadernota een goede inhoudelijke presentatie van de beleidsvoornemens
vinden, zowel qua ambitieniveau als qua uitwerking van de programma's, en dat
het financiële beeld er redelijk goed uit ziet. Ik wil ook hier benadrukken dat
wij de indruk hebben dat de gemeenten van het huidige kabinet meer te
verwachten hebben dan van de vorige kabinetten. Wij zijn wat dat betreft heel
benieuwd naar de invulling van de enveloppen, maar datgene wat wij de afgelopen
weken hebben gehoord over de 500 extra wijkagenten, maar ook over
het opnieuw mogelijk maken van additionele banen in de vorm van conciërges en
dergelijke stemt ons optimistisch.
Van
groot belang vinden wij ook het realistisch plannen van de investeringen in de
grote projecten. Wethouder Koning is daar vanavond op ingegaan in het kader van
het Meerjarenprogramma Vastgoed. Wij onderschrijven volledig de ambitie van het
college om tot een meer realistische planning te komen.
Inhoudelijk
heb ik een vraag over de stadsvisie. Wij hebben erop aangedrongen om te
bekijken of de stadsvisie eerder afgerond kan worden, het liefst al in het
volgende kalenderjaar. Wethouder Bolten heeft gezegd dat zij liever een goede
stadsvisie heeft die wat later af is dan eentje die afgeraffeld wordt. Dat is
in principe natuurlijk waar, maar dat laat onverlet dat het, ook gelet op alles
wat in onze omgeving gebeurt, wenselijk is om de stadsvisie toch in de loop van
2008 op een verantwoorde manier af te ronden. Wethouder Bolten zei dat zij dat
niet gaat doen omdat de Commissaris van de Koningin toevallig een keer langs is
geweest en daarom heeft gevraagd, maar ik vond dat de Commissaris daar op dat
moment wel een verhaal bij had. Ik vraag het college dus om daar toch nog even
op in te gaan.
Wat
de watermotie betreft, zijn wij er nog niet helemaal uit, maar ik kan mij in
ieder geval vinden in de bedenkingen van de heer Meuleman. Daar zitten voor
onze fractie op dit moment de twijfels. Ik ben ook benieuwd wat daar vanachter
de tafel over gezegd wordt.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Net als de fractie van GroenLinks
zijn wij blij met dit nieuwe kabinet, dat een reëel accres beschikbaar stelt en
gemeenten meer beleidsruimte biedt. Dit moet echter nog definitief worden in de
meicirculaire, die in juli uitkomt. Als wij dit combineren met zorgen over de
financiële positie van de gemeente, willen wij het college ertoe oproepen om de
begroting behoedzaam te maken en om met name op het gebied van de beleidsruimte
niet meteen de maximale ruimte te nemen.
Verder
is onze fractie blij met de voorgenomen intensiveringen van het beleid op het
gebied van de beleidsenveloppen en met de extra ondersteuning van daklozen en
verslaafden om hen uit de "pappen en nathouden"-situatie te krijgen.
Wij
vinden het af en toe wel een propagandastuk. Op het punt van het armoedebeleid
wordt bijvoorbeeld gesproken van "het krachtig doorzetten van het
beleid". Er is duidelijk geworden dat er ook het een en ander moet
veranderen aan het beleid en dat het eenvoudiger en toegankelijker zou moeten
worden. Af en toe een wat meer bezinnende of kritische opmerking zou naar onze
mening op haar plaats zijn.
Tot
slot de watermotie. Op zich zien wij daarin zeer positieve elementen, maar wij
hebben ook bedenkingen en wachten nog even de reactie van de wethouder af.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Mevrouw Stolker maakte al heel duidelijk
dat zij heel veel dingen van het coalitieakkoord en haar verkiezingsprogramma
terugvindt in deze Kadernota. Daar gaat het natuurlijk ook om: het is een
coalitieverhaal. Dat is niet erg, maar dat is wel een constatering. Met de
Kadernota wordt eigenlijk ook een fors deel van de programmabegroting
vastgelegd. De partijen die dit breeduit steunen of onderschrijven, zullen bij
de behandeling van de programmabegroting alleen nog maar spreken over een
stukje nieuw beleid, tussentijdse mee- en tegenvallers en nog wat restposten.
Dat maakt de door de fracties van de VVD en de PvdA ingediende motie wel
aardig, maar daar ga ik straks op in.
Wij
vinden de Kadernota ook lastig als sturingselement, want je mist de hele
integraliteit en budgetflexibiliteit - daarmee zou je nog duidelijker kunnen
zien welke ruimtes er zitten en waar - die wij proberen te bereiken met de
programmabegroting. Wij zullen bij de behandeling van de programmabegroting,
waar nodig, los van de Kadernota met voorstellen komen, omdat je dan heel
duidelijk de ruimte voor politieke keuzes ziet.
De
heer Van Til zei het al: de toonzetting van de Kadernota is misschien
overdreven positief. Als je dat afzet tegen de feiten, wordt dat optimisme niet
helemaal gedragen. Uit de jaarrekening is gebleken dat een aantal zaken niet
zijn uitgevoerd. Ook mevrouw Stolker waarschuwde voor overdreven ambities, maar
de ambities stapelen zich wel erg op. De vraag is of je dan niet ten onder gaat
aan je eigen ambities. Natuurlijk gaan er gelukkig ook een aantal zaken goed,
maar een aantal zaken lopen niet goed. Dan heb ik het over het cultuurbeleid en
het economische beleid die nog een slag scherper kunnen. Er is ook gesproken
over grote projecten. Ook het weerstandsvermogen, waarover mevrouw Stolker al
heeft gesproken, vinden wij een belangrijk punt. Een gemeente behoort zich te
gedragen als een goede koopman. Die beginselen liggen ten grondslag aan het
hele jaarrekeningrecht en aan de gemeentelijke jaarrekening. Een goede koopman
is niet alleen ambitieus, maar ook voorzichtig. Het weerstandsvermogen vinden
wij dus aan de magere kant, zeker gelet op de relatie met de grote projecten.
Dan
nog een piketpaal die ook al door andere fracties is geslagen. In het
bestuursakkoord op landelijk niveau wordt een limitering van de OZB geschrapt.
Wij vinden dat dat voor Delft geen reden mag zijn voor een hogere stijging dan
afgesproken in het coalitieakkoord. Dat coalitieakkoord hebben wij niet
onderschreven, maar wij nemen aan dat partijen die daar hun handtekening onder
hebben gezet, daar pal voor staan.
De
heer HARPE (VVD): Vorig jaar maakte ik mijn eerste begrotingsdebat mee. Ik heb
toen, onder andere in de richting van de oppositiepartijen en met name in de
richting van de CDA-fractie, gezegd dat ik hun verhaal een beetje treurig vond.
De CDA-fractie maakte toen ook een geslagen indruk: wij kunnen niets en wij
staan machteloos, want het is een coalitiestuk. Ik had mij dus voor deze avond
voorbereid op een kaderstellend CDA dat nu, gegeven de discussie van vorig
jaar, wél de mogelijkheid zou oppakken om meer dan één piketpaaltje - en dat is
nog een coalitiepaaltje ook! - te gaan slaan. Ik hoor u echter wederom
hetzelfde zeggen. Toch weer een afwachtende houding, terwijl ik denk: kom met
een aantal duidelijke kaders waarover wij tijdig kunnen nadenken en die de
moeite van het discussiëren waard zijn. Als u verder niets inbrengt, krijgen
wij net als vorig jaar een herhaling van zetten.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Daar hebt u, denk ik, gelijk in.
De
heer HARPE (VVD): Dat is toch zonde?
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Dat is inderdaad zonde van uw en mijn energie. Zoals
ik al zei, zullen wij hier bij de programmabegroting op terugkomen, maar de
Kadernota is nu eenmaal een coalitiestuk. Wij zijn niet bij uw overleggen
geweest.
De
heer HARPE (VVD): Natuurlijk is het een coalitiestuk, in die zin dat er een
college zit, maar wij hebben nu ook dualisme. U kunt vanuit uw dualistische
opstelling dus met een verhaal komen. Of niet? Of hebben wij alle geloof in het
systeem verloren?
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Ik weet niet wat uw opvatting is over het dualisme,
maar het dualisme heeft in ieder geval coalitie en oppositie niet nader tot
elkaar gebracht.
De
heer VOKURKA (D66): Ik ben blij dat de VVD nu ineens voor dualisme is. Ik zie
dat uw fractie daar wat verdeeld over denkt, maar dat geeft niet.
De
heer HARPE (VVD): Een fractievoorzitter heeft altijd het recht om iets anders
te vinden.
De
heer VOKURKA (D66): Nou ja, wie is belangrijk?
De
heer BOT (GroenLinks): Dat probleem heeft de heer Vokurka in ieder geval niet.
De
heer VOKURKA (D66): Precies. Dat maakt het leven wel een stuk eenvoudiger!
Mevrouw
STEFFEN (VVD): Ik wil even opmerken dat ik misschien wel belangrijk ben, maar
als één van de vier. Ik leg mij dus neer bij de meerderheid.
De
heer VOKURKA (D66): Dat weet ik. Ik ben het eens met de heer Harpe. De heer Van
Doeveren constateert feitelijk dat wij hier vanavond voor 90% de zaken af
zitten te tikken; dat is ook mijn probleem. Als je keuzes wilt maken, moet je
die nu maken en dan kun je bij de programmabegroting in feite nog het een en
ander in de marge doen. Mijnheer Van Doeveren, wellicht moeten wij daar samen
nog even kritisch naar kijken. Ik ben het met u eens, maar ik ben het ook eens
met de analyse van de heer Harpe.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Als u mij goed beluisterd hebt, hebt u gehoord dat ik
mij ten aanzien van de programmabegroting vrij acht om daar fundamenteel op in
te schieten, los van deze Kadernota. Ik neem echter aan dat de coalitiepartijen
niet meer met heel mooie voorstellen komen die heel veel geld gaan kosten.
De
heer BOT (GroenLinks): Waar baseert u dat op?
De
VOORZITTER: De politieke posities zijn voldoende beproefd.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Zou ik in het kader van deze Kadernota kunnen
voorstellen dat de heer Vokurka een microfoon krijgt die wel verstaanbaar is
maar een zachter geluid produceert?
De
heer VOKURKA (D66): Daar is vast nog wel ergens budget voor te vinden. Gelet op
uw wens, zal ik die motie in ieder geval steunen.
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter. Excuses voor mijn late aankomst vanavond. Ik heb
eigenlijk een beetje hetzelfde verhaal als de heer Van Doeveren. Wij gaan met
een halve begroting instemmen die niet zo goed onderbouwd is als een
"hele" begroting. Mijn collega Sipkema heeft in de commissie al
gezegd dat er punten in staan waarmee wij het eens zijn, maar ook punten
waarmee wij het niet eens zijn, bijvoorbeeld als het over wonen, armoede, het
cultuurbeleid en grote projecten gaat. Voor de heer Bot was de goede uitwerking
van de beleidsvoornemens een reden om voor te stemmen. De PvdA-fractie was erg
blij met een goede verwerking van coalitieplannen. Dat is voor ons een reden om
ertegen te zijn.
Dan
de motie "Delft maakt werk van water". Als ik het goed begrijp, gaan
wij 600.000 euro uittrekken voor iets met water. Dat "iets" moet dan
nog worden ingevuld. Wij hebben in ons verkiezingsprogramma ook een aantal
dingen over water staan. Ik ben dus heel benieuwd naar het plan, maar ik vind
het voorbarig om nu in te stemmen met een motie of met het reserveren van geld,
terwijl ik niet weet waarvoor dat gebruikt gaat worden. Ik ben dus heel
benieuwd naar het plan.
Mevrouw
STOLKER (PvdA): Dit is een Kadernota. Wij stellen dus kaders vast. Het is ook
een beetje lastig, want het stuk "Delft maakt werk van water" moet
nog uitgewerkt worden. Wanneer die uitwerking er is, zijn wij ook toe aan de
programmabegroting. Dan zou het te laat zijn om nog geld te gaan reserveren. U
kunt nu instemmen met de motie; dan wordt er geld gereserveerd. Als u de
uitwerking helemaal niets vindt, kunt u nog altijd zeggen dat u het niet wilt.
Volgens mij is het steunen van de motie dus heel veilig.
Mevrouw
DEKKER (SP): Volgens mij is het doorgaans de gewoonte om het andersom te doen.
Ik kan het mis hebben, maar volgens mij komt er dan eerst een plan. Daar ben je
het mee eens en vervolgens is er geld. Ik vind dit echt een vreemde gang van
zaken, hoewel ik mij in de ...
De
heer VOKURKA (D66): U raakt een cruciaal punt. Volgens mij is dit de reden
waarom het "Delft Kennisstad"-beleid niet van de grond komt. Wij zijn
immers continu aan het wikken en wegen en proberen allerlei keuzes te
onderbouwen met allerlei moeilijke rapporten. Niemand begrijpt het. Ik vind dat
water genoeg potentie heeft om op dat punt een beetje risico te nemen. Wat
mevrouw Stolker zegt, is bovendien ook waar: u neemt feitelijk helemaal geen
risico, want het laatste zinnetje zegt dat het geld weer terugvloeit als wij
het allemaal niets vinden.
Mevrouw
DEKKER (SP): In het eerste voorstel, zoals dat in de commissie is behandeld,
stonden dingen waarmee wij het eens waren en dingen waarmee wij het niet eens
waren. Als het ongeveer bij dat voorstel ligt, kunnen wij nu dus sowieso tegen
de motie stemmen en dan zullen wij ook tegen het plan stemmen.
De
heer VOKURKA (D66): Als u goed naar mij hebt geluisterd, hebt u gehoord dat ik
zojuist precies hetzelfde heb gezegd. Als ik er vanavond zes ton aan hang, ga
ik mij er natuurlijk wel mee bemoeien.
Mevrouw
DEKKER (SP): Dan hoop ik dat ze naar u luisteren.
De
heer VOKURKA (D66): Dat merken wij dan wel weer.
Mevrouw
STOLKER (PvdA): Ik wil graag weten wat mevrouw Dekker beter vond aan het
eerdere voorstel. Daar ben ik zeer benieuwd naar.
Mevrouw
DEKKER (SP): Ik begrijp de vraag niet helemaal.
Mevrouw
STOLKER (PvdA): Ik begreep zojuist uit uw woorden dat u in eerste instantie van
plan was om mee te gaan, maar dat u dat nu niet meer van plan bent.
Mevrouw
DEKKER (SP): Nee, ik vertelde dat in het plan dat in de commissie voorlag en
waarover kort is gesproken, een aantal dingen stonden waarmee wij het eens
waren, maar ook een flink aantal dingen waarmee wij het niet eens waren. Ik zie
dat hier ook weer terugkomen, bijvoorbeeld het water-Bacinol. Ik heb werkelijk
geen flauw idee wat daarmee bedoeld wordt. Wij waren dus niet blij met het plan
zoals dat er lag, maar volgens mij heeft mijn collega Jansen dat ook gezegd.
Mevrouw
STOLKER (PvdA): Water-Bacinol is niets meer of minder dan dat je bedrijven die
iets met water hebben, ruimte geeft in een gebouw om zich daar te vestigen. Dat
is goed voor de werkgelegenheid; dat zou de SP toch moeten aanspreken. Ik zei
al dat het plan nog uitgewerkt moet worden. Dat is volgens mij het moment
waarop u de plannen heel inhoudelijk kunt verbeteren. Daar wil ik u dus graag
toe uitnodigen.
Mevrouw
DEKKER (SP): Ik wil onze ideeën over water zeker met u delen. Dan zullen wij
het daarna wel hebben over de vraag hoeveel geld dat kost.
Mevrouw
STEFFEN (VVD): Dan heb je geen geld!
Mevrouw
DEKKER (SP): Dan vraag ik mij werkelijk af wat wij straks bij de
begrotingsbehandeling gaan doen. Die discussie heb ik vorig jaar ook met de
heer Bot gevoerd. De heren De Wit en Van Doeveren hebben dus gelijk: wij
stellen nu een halve begroting of misschien wel een hele begroting vast, zonder
onderbouwing. Volgens mij worden politieke keuzes bij de begroting gemaakt en
daar wil ik ze ook graag maken.
Mevrouw
VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ik zal het kort houden, want wij waren ervan
uitgegaan dat dit onze tweede termijn was. Wij hebben onze input al gegeven in
de eerste termijn, in de commissievergadering. Wij waren tevreden met de beantwoording
door het college. Op de vraag over extra aandacht voor studentenwoningen hebben
wij geen antwoord gekregen, maar inmiddels hebben wij er vertrouwen in dat de
wethouder daarmee bezig gaat zijn. Wij zullen de vorderingen op de voet volgen.
Wat
de motie over water betreft: wij hebben er toch wel een beetje moeite mee dat
er nog geen concreet plan ligt, maar dat wel een soort dekking gevraagd wordt.
En wat gebeurt er nu allemaal al op het gebied van water? Wellicht kan het
college daar nog antwoord op geven. Tot zover dan toch mijn eerste termijn,
want wij mogen toch een tweede termijn houden.
De
VOORZITTER: Dat was, wat mij betreft, de tweede termijn van de commissie en de
eerste termijn van de raad. Ik zou mij kunnen voorstellen dat het college even wil
nadenken over de reactie.
De
vergadering wordt van 21.47 uur tot 21.57 uur geschorst.
Mevrouw
BOLTEN: Voorzitter. Ik had even een schorsing nodig, omdat de raad op een
aantal punten is ingegaan die bij de portefeuille van collega's horen. Ik wilde
even checken of zij zelf het woord willen voeren of dat ik dat zou doen. De
conclusie is dat ik over het algemeen de beantwoording zal doen, behalve over
de motie inzake het water. Daarover zal collega Vuijk het woord voeren.
Er
is een paar keer gepraat over de risico's die de gemeente loopt en de hoogte
van de weerstandsreserve. Volgens het college is het weerstandsfonds, de vrije
besteedruimte, voldoende. Wij hebben als eindcijfer van 2005, toen deze
raadsperiode begon, ongeveer 15 miljoen euro in het weerstandsfonds
aangetroffen. Nu zit er ongeveer 22 miljoen euro in. Wij hebben het dus
aangevuld en er zit nu 7 miljoen euro meer in dan aan het eind van 2005.
Daarnaast hebben wij voor de grote projecten Technopolis en Harnaschpolder een
voorziening getroffen: 14 miljoen euro voor Technopolis en 8 miljoen euro voor
Harnaschpolder. Wij denken dat wij daarmee risico's hebben afgedekt en dat de
weerstandsreserve voldoende is.
De
PvdA-fractie vroeg om scenario's inzake de bezuinigingen. Het college werkt op
dit moment langs drie sporen. Het eerste spoor is het analyseren van de
tegenvallers. Daarmee kom ik direct op de opmerking van de heer Meuleman. Wij
zijn bezig met een analyse van hoe dit zo komt. Ons doel is uiteraard om geen
structuraliteit in tegenvallers te laten bestaan. Het tweede spoor is het
analyseren van de inkomstenkant om te bekijken hoe wij de inkomsten zo hoog
mogelijk kunnen maken. Het derde spoor is realistischer plannen. Dat heeft de
raad ook aangegeven: investeringen en begrotingen moeten meer in
overeenstemming worden gebracht met de activiteiten die wij zullen ondernemen.
Dat zijn de drie wegen waarlangs wij willen komen tot bezuinigingen. Daarmee
zijn wij nu aan het werk. Het maken van meerdere scenario's lijkt ons moeilijk,
maar de raad krijgt straks voorstellen voor de begroting. Daarbij kan de raad
natuurlijk het budgetrecht gebruiken en dan kunnen eventueel amendementen
worden ingediend.
Ik
heb voorstanders en tegenstanders gehoord van iets doen aan de OZB. Vooralsnog
volgen wij het coalitieakkoord, dat immers ten grondslag ligt aan dit college.
Daarin staat dat de gezamenlijke woonlasten in deze gemeente niet hoger worden
dan het inflatiecijfer.
Er
ligt nog een motie bij ons over de parkeergarage voor de noordelijke
binnenstad. Die motie van begin 2006 moet nog beantwoord worden. Dat antwoord
komt binnenkort.
Er
is een vraag gesteld naar de strategische advisering over de wegen rond Delft.
Er zijn allerlei plannen met wegen langs Delft. Wij laten ons adviseren over de
inpassing daarvan: hoe komt Delft daar het beste mee weg? Wanneer wij met
andere overheden spreken, bijvoorbeeld over het Bereikbaarheidsoffensief
Randstad of wanneer de heer Eurlings hier een bezoek brengt, komen wij dan goed
beslagen ten ijs ten gunste van Delft? Dan gaat het bijvoorbeeld over
overkapping, ondertunneling en dat soort zaken.
De
heer VOKURKA (D66): Dat begrijp ik en daar ben ik blij mee, maar dit is een
Kadernota en het gaat om een bedrag van 80.000 euro. Dat stelt in het grote
kader niet zo heel veel voor. Wanneer de heer Eurlings hier langskomt, geeft u
hem toch gewoon het coalitieakkoord om hem te laten zien dat het college al
heeft nagedacht over de grote wegen? Ik had dit vage antwoord wel verwacht,
maar stel nou dat het adviesbureau zegt dat een vergelijking tussen de A4 en de
A13/A16 uitwijst dat de A13/A16 toch beter is, wat doet u dan met dat advies?
Dat is dan immers een belangrijk strategisch advies.
Wethouder
BOLTEN: Daar gaan wij helemaal niet over. Het Rijk beslist of die wegen er
komen en wij bereiden ons voor op welke beslissing het Rijk dan ook neemt,
zodat Delft daar niet slecht af komt. Als de A13 verdubbeld wordt omdat het
Rijk daartoe beslist, overwegen wij welke consequenties daaruit zouden komen en
hoe Delft daarvan zo weinig mogelijk schade ondervindt. Dat zijn onderwerpen
waarover wij goede adviezen moeten hebben wanneer wij met onze gesprekspartners
in gesprek zijn.
De
heer VOKURKA (D66): Ik zal er nu mee ophouden …
Wethouder
BOLTEN: Graag.
De
heer VOKURKA (D66): … maar ik ga hier nog verder over nadenken en ik kom hierop
terug.
Wethouder
BOLTEN: Oké.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Mijnheer Vokurka, komt u nou met een
kaderstellende motie?
De
heer VOKURKA (D66): Vanavond niet, maar ik heb zojuist gezegd dat ik er nog wel
op terugkom.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ja, maar dit is wel het juiste moment.
De
heer VOKURKA (D66): Laat mij daar ook nog even over nadenken.
Wethouder
BOLTEN: Er is gesproken over de dialoog met de burgers. De heer Bot pleit er
nogmaals voor om in de loop van 2008 met de stadsvisie te komen. In het
coalitieakkoord, dat ten grondslag ligt aan ons werk, staat 2009. Er is met de
raad afgesproken dat wij de raad betrekken bij de dialoog. In de Kadernota
staat dat wij met een procesvoorstel zullen komen, maar zolang wij dat
procesvoorstel nog niet hebben ontwikkeld, gaan wij ervan uit dat 2009 een
goede deadline is. Ik blijf bij mijn antwoord in de commissie: beter een goede
stadsvisie langs een goed proces dan een snelle, onderuit te halen stadsvisie.
Er
zijn ook opmerkingen gemaakt over de toonzetting van de nota. Sommigen maakten
daarover een positieve opmerking en anderen vonden juist dat wij erg positief
waren. Van beide opmerkingen neem ik momenteel kennis. In de begroting zult u
zien hoe wij dat verder uitwerken.
Er
zijn pleidooien gehouden voor goed koopmanschap en behoedzame begrotingen. U
kent ons; dat doen wij. Dat brengt mij nog bij een antwoord aan mevrouw
Stolker: met de 3 miljoen euro die wij in de Kadernota hebben opgenomen als
bezuinigingsbedrag, is het inderdaad zoals zij zei. Daarvan moet 2 miljoen euro
nog dit jaar bezuinigd worden; dat zijn oude bezuinigingen. De resterende 1
miljoen euro moet ook dit jaar bezuinigd worden, maar is gebaseerd op wat wij
nu in de Kadernota hebben geschreven. Dat is dus een nieuwe bezuiniging. Wij
zijn voornemens om de raad voor de vakantie een nota te doen toekomen waarin
het bezuinigingsverhaal over dit jaar, wat de oude bezuinigingen betreft, wordt
toegelicht. Dat verhaal zou u kunnen koppelen aan de lijst van mee- en
tegenvallers in de Kadernota. Als u dat daarnaast koppelt aan de
accountantrapportage en de jaarrekening hebt u, wat ons betreft, de
beheersrapportage in feite in bezit. Wij hebben het alleen niet zo genoemd. Dat
is met name een financiële rapportage, gebaseerd op de eerste helft van het
jaar. De echte beheersrapportage, waarin ook beleidsmatige consequenties staan,
komt in oktober uit, voor de algemene beschouwingen. Daarmee kan de raad dus
rekening houden bij de algemene beschouwingen. Wij hebben de meicirculaire van
het Rijk overigens nog steeds niet binnen. Wij kunnen dus nog niet alles met
100% zekerheid zeggen. Dat geldt ook voor dingen die nu in de nota staan: die
zijn allemaal gebaseerd op het bestuursakkoord, maar nog niet op de verwerking
daarvan in de meicirculaire.
Wethouder
VUIJK: Voorzitter. Het water kent in Delft een geheel eigen dynamiek, die al
een aantal jaren aan de gang is. Er gebeurt veel. Een specifieke vorm van die
dynamiek is de wijze waarop het beleid inzake het water in deze stad
langzaamaan vorm krijgt. Twee jaar geleden is dat met een initiatiefvoorstel
vanuit de raad politiek geagendeerd en is het een belangrijk onderwerp
geworden. Wij zien nu het tweede initiatiefvoorstel langzaam naderbij komen. Ik
denk dat dat goed is.
De
vraag is aan de orde geweest wat er eigenlijk allemaal op het water gebeurt.
Het is misschien goed om daar langs drie lijnen drie korte opmerkingen over te
maken. Ten eerste vindt op dit moment, ook naar aanleiding van eerdere acties,
dwars door de verschillende portefeuilles heen een brede inventarisatie plaats
van alles wat te maken heeft met vervoer over water. Daarbij wordt bekeken wat
er speelt, hoe je daar integraal meer mee kunt doen en hoe je de effectiviteit
van het beleid zeer kunt vergroten. Heel belangrijk daarbij zijn de
bevoegdheden die Delft op het water kan, zou willen of zou moeten hebben die nu
nog bij de provincie liggen. Daar wordt diep over nagedacht. Dat heeft te maken
met heffen, maar ook met toezicht, het handhaven van regels enzovoort. De
havendienst is bij de bespreking van Bacinol al eens uitgebreid aan de orde
geweest. Wanneer die inventarisatie klaar is, ergens in het najaar, zal zij zo
snel mogelijk in de commissie gebracht worden om daar met elkaar over te
spreken.
Daarnaast
zijn er het toerisme en het vervoer over water. Het is natuurlijk goed om de
passantenhaven te noemen. Die ligt praktisch iedere dag vol en wordt dus goed
gebruikt. Er wordt nagedacht over een watertaxi. Er wordt ook nagedacht over de
ontwikkeling van de nieuwe haven en de omgeving daarvan. Dat is een wat groter
project, dat plaatsvindt in het kader van Schieoevers. Er komt een groot
investeringsprogramma van de provincie aan om de Vliet en de Schie te
verbeteren. Daarbij worden moeilijke plekken aangepakt en hier en daar zal naar
verbreding maar ook naar verdieping gekeken worden. Met dat soort zaken moeten
zij nog beter bruikbaar worden gemaakt voor alle verschillende doeleinden
waarvoor zij gebruikt worden. Er wordt ook nagedacht over een abstracter plan,
namelijk over een roeibaan ten zuiden van Delft. Ik benadruk de buitengewoon
interessante ontwikkeling van het ontstaan van regionale samenwerking, waarbij
Delft een heel belangrijke trekkende rol vervult die ook door de provincie als
zodanig wordt gezien, herkend en erkend en waar de provincie ook geld in
steekt.
Daarnaast
is er Kennisstad. Dat is al een paar keer genoemd. De PvdA-fractie heeft bij de
motie een aantal opmerkingen over water en over Delft als Kennisstad gemaakt.
Daarbij werd gerefereerd aan het Delfts cluster. Daar gebeurt veel. Die
samenwerking kan sterk verbeteren. Ik wijs echter ook op Unesco IHE, dat in
deze stad is gevestigd. Ik noem bijvoorbeeld ook het Delta-instituut, waar nu
veel gebeurt. Dat betekent dat je op Technopolis het water echt zou kunnen
concentreren en dat je daar zichtbaar zou kunnen maken dat Delft ook op het
gebied van water heel veel kennis in huis heeft. Ook Rijkswaterstaat is een
grote organisatie die in deze stad dingen doet en die bekijkt of daar wat meer
geconcentreerd kan worden.
Die
drie lijnen lopen. De hamvraag is natuurlijk hoe het college aankijkt tegen de
motie "Delft maakt werk van water"; je moet het altijd even inleiden.
De motie vraagt om in de programmabegroting van 2008 middelen te reserveren
voor het programma "Delft maakt werk van water". In de Kadernota
staat daarover al een opmerking: "De ambitie met betrekking tot het
vervoer en het toerisme over water wordt samen met de regio en de provincie
ingevuld". Ik zou hier willen opmerken dat aan die zin in het vervolg kan
worden toegevoegd: "daarbij rekening houdend met de wensen en verlangens
die daarover in de raad leven". Het college denkt dat het daarvoor in de
volgende programmabegroting een bedrag in de ordegrootte van twee ton kan reserveren.
Daarbij merk ik nadrukkelijk op dat wij dat wel lezen als indicatief. Volgens
mij heb ik hiermee voldoende gereageerd op deze motie.
De
VOORZITTER: Dat betekent dus dat het college geen bezwaar heeft tegen
aanvaarding van de motie.
Wethouder
VUIJK: Dat klopt.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Volgens mij gaat de motie uit van zes ton.
De
VOORZITTER: Nee, met de interpretatie die door wethouder Vuijk gegeven is.
Mevrouw
VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. De STIP-fractie is in de commissie kritisch
geweest over de inhoud van het waterplan. Wij zijn erg benieuwd naar de
bijgestelde opdracht die waarschijnlijk in september in de commissie zal worden
besproken. Wij zijn in ieder geval positief over de opname van het
water-Bacinol in de motie. De toevoeging door de heer Vokurka aan de motie -
als het budget dat door deze motie wordt vrijgespeeld, niet nodig is, kan het
terugvloeien - steunen wij zeer. Met een voorbehoud bij de uitkomst van de
bijgestelde opdracht kunnen wij nu akkoord gaan met de motie.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik begrijp dat het nu de bedoeling is
dat ik reageer op de motie.
De
VOORZITTER: Dit is de tweede termijn van de raad.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): O, wij hebben zelfs een tweede termijn. Eerst
dacht ik dat de motie over Al Gore en zijn Inconvenient Truth gaat, omdat wij
de dijken gaan verhogen, maar nu komt er een heus plan met watertaxi's,
roeibanen en veel bureaucratie. Ik las vandaag dat Delft 2 miljoen liter water
moet oppompen bij DSM. Ik dacht: wij beginnen een bronwaterfabriek.
De
VOORZITTER: Mijnheer De Wit, wilt u zich een beetje beperken tot het onderwerp
van de motie?
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Zo klinkt deze motie wel. Ik voeg daarom wat
dingen toe. Ik vind dat je niet op deze manier moties kunt indienen. Het is
veel te vaag. Ik kan mij voorstellen dat het college hier een beetje ruzie over
heeft en dat nu ineens wordt gezegd: wij doen twee ton voor één jaar. Dat is
volgens mij zojuist uit het debat op de gang gekomen. Ik vind het veel belangrijker
dat er geld gaat naar sociale zaken, bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer voor
ouderen, een snellere schuldsanering of de Voedselbank. Ik begrijp er helemaal
niets van dat de PvdA-fractie met dit soort flauwekulmoties komt. Waar is het
sociale gezicht van de PvdA? Volgens mij is zij dat helemaal kwijt. Dit zijn
typische VVD-dingetjes.
De
heer VOKURKA (D66): Waar zijn uw moties?
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ik heb toch al gevraagd waar uw moties zijn?
De
heer VOKURKA (D66): Ja, daar hebt u mij al op aangesproken. Dat is een goede
toevoeging, maar u geeft nu heel duidelijk aan wat u wilt. U kunt de motie van
de PvdA-fractie overnemen; dan zet u overal waar het woord "water"
staat, datgene wat u belangrijk vindt en dan dient u die moties in.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dat is zonde van de tijd, net zoals uw bijdragen
waarschijnlijk.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Het is mij even niet helder wat
wethouder Vuijk exact toezegt. Ik begrijp dat hij voor 1 jaar 200.000 euro wil
toezeggen, maar de motie vraagt om drie keer 200.000 euro. Ik ben dus ook
nieuwsgierig hoe de PvdA-fractie hierop reageert.
Wethouder
VUIJK: Misschien kan ik dat misverstand meteen uit de wereld helpen. Het gaat
om drie keer 200.000 euro.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): De heer Meuleman vroeg ook hoe de indieners van de
motie hierop reageren. Ik begrijp immers dat de motie in feite wordt
overgenomen door het college. Als er een toezegging van de wethouder ligt, is
die motie dan nog nodig?
De
heer HARPE (VVD): Het lijkt mij toch zorgvuldiger om de motie gewoon in
stemming te brengen en aan te nemen. Dan is het immers een uitspraak van de
raad. Dat is toch ietsje sterker dan een toezegging van een wethouder? Of
vergis ik me?
De
VOORZITTER: Daar gaan wij het nog wel een keer over hebben.
De
heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Ik wil nog even kwijt hoe de fractie van
GroenLinks tegen de motie aankijkt. Wij zullen haar steunen, maar met het
uitdrukkelijke voorbehoud dat pas in september, bij de behandeling van het
plan, blijkt hoe wij echt omgaan met de inhoudelijke keuzes. Voor ons is het
bedrag dan ook slechts een indicatie. Dat kan naar boven of naar beneden ook
aanzienlijk veranderen. In de commissievergadering waarin het
initiatiefvoorstel behandeld is, stond echter een ruime meerderheid in principe
heel positief tegenover het plan en wij snappen ook wel dat de indieners dan
niet 16 maanden willen wachten voordat zij boter bij de vis kunnen krijgen. Het
verdient misschien niet helemaal de schoonheidsprijs, maar wij zullen de motie
dus toch steunen.
Mevrouw
STOLKER (PvdA): Voorzitter. Ik zit de hele tijd te bedenken hoe wij de heer
Meuleman kunnen verleiden, maar daar kom ik niet uit. O, is er toch iets?
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Dat laat ik aan uw eigen creativiteit over.
Mevrouw
STOLKER (PvdA): Oké. Ik wil ook even reageren op het betoog van de heer De Wit.
Voor een sterk sociaal beleid hebben wij een sterke economie nodig.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Inhoudelijk vinden wij dit een
sterke motie, maar de noodzaak van de motie zien wij niet helemaal. Wij hoorden
zojuist van de wethouder dat er al veel gebeurt op het gebied van water. Het
bedrag ziet hij als indicatief. Het is dus maar zeer de vraag of dat geld nodig
is. Dan kun je je afvragen of het wel van goed koopmanschap getuigt om dit
bedrag alvast aan de kant te zetten.
Het
laatste punt is meer een procedureel punt. Wij voeren hier een kaderdiscussie.
Dan vinden wij het niet gepast om voor heel concrete projecten alvast bedragen
te gaan reserveren.
De
VOORZITTER: Het college ziet geen aanleiding voor een verdere reactie.
In
stemming komt motie M-3.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik heb begrepen dat mevrouw Stolker
de heer De Koning heeft verleid.
De
VOORZITTER: U gaat dus verdeeld stemmen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Nee, wij zullen de motie na de toezegging van de
wethouder steunen, maar ik verwijs wel naar het betoog van de heer Bot in zijn
tweede termijn. Dat geldt dus nadrukkelijk ook voor ons.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Ik zal de spanning wat minder laten
oplopen. Eveneens met een nadrukkelijke verwijzing naar het betoog van de heer
Bot - wat dat betreft, sluit ik mij aan bij de heer Meuleman - zullen wij de
motie toch steunen, hoewel wij het eigenlijk een overbodige motie vinden. Er
ligt immers een keiharde toezegging van de wethouder om dit in de
programmabegroting op te nemen. Mijn fractie vindt eigenlijk ook dat de
integrale afweging gemaakt had moeten worden bij de programmabegroting, want
dan kun je het afzetten tegen allerlei andere programma's. Maar goed, wij
zullen de motie wel steunen.
Mevrouw
VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ook wij sluiten ons aan bij de woorden van de
heer Bot over het voorbehoud van de bijgestelde opdracht.
De
motie wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP,
Leefbaar Delft en de ChristenUnie/SGP tegen de motie hebben gestemd.
In
stemming komt het voorstel.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een stemverklaring.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. De heer Harpe constateerde al dat wij wat
droevig waren. Dat zijn wij nog altijd. Hij maakte een vergelijking met vorig
jaar. Toen was het nog veel droeviger, maar wij vragen ons echt oprecht af wat
de functie van de Kadernota is in het kader van ons budgetrecht. Er zijn ook
andere gemeenten die geen Kadernota kennen. Om onze handen vrij te houden, zullen
wij dus tegen deze Kadernota stemmen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zullen om dezelfde reden ook
tegen de Kadernota stemmen.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Volgens mij moet de hele oppositie tegen de
Kadernota stemmen. Dat geldt dus ook voor ons.
De
VOORZITTER: Nou mevrouw Dekker, dan moet u ook.
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter. Ik ga daar gelukkig zelf over, hoewel ik vanavond soms
het idee krijg dat de heer Vokurka woordvoerder van de PvdA is geworden. Ook
wij zullen echter om dezelfde reden tegen de Kadernota stemmen.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Onze fractie neemt haar
verantwoordelijkheid in plaats van te kiezen voor het vrijhouden van haar
handen en zal daarom voor deze nota stemmen.
Het
voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA,
de SP, Leefbaar Delft, D66 en Stadsbelangen tegen het voorstel hebben gestemd.
164.
Voorstel tot vaststelling van de gewijzigde subsidiesystematiek en de
kaderverordening subsidieverlening
(Stuk 127 -- 20282238)
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij hebben in de commissie al
aangegeven dat wij wat moeite hebben met artikel 2 van de verordening. Het gaat
om de bevoegdheid van het college om subsidies te verstrekken in
uitzonderingssituaties. De wethouder heeft aangegeven dat zij daarover in de
richting van haar collega's wel wat wilde roepen. Ik heb haar gevraagd of zij
bereid was om iets in de toelichting bij de verordening te zetten. Ik hoor
graag een antwoord op die vraag.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. Wij hebben onze pijnpunten duidelijk over het
voetlicht gebracht. In de kern is het stuk naar onze mening veel te
ingewikkeld; met name zaken rond inkoop of subsidie kunnen een stuk eenvoudiger
geregeld worden. Wij stonden echter uiteindelijk alleen met dit standpunt en
wij vonden het daarom belangrijker om te kijken naar hoe er verder mee moet
worden omgegaan. Wij krijgen nog allerlei beleidsnotities over aparte
subsidieregelingen en dat is goed. Bovendien wordt met het aannemen van deze
systematiek de behandeling van de nota Fluiten voor een cent niet belemmerd of
gefrustreerd. Ook dat vinden wij belangrijk. Wij geven het college daarom maar
het voordeel van de twijfel.
De
heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter. Wij waren aanvankelijk bang dat de raad
erg op afstand van dit beleidsveld werd gezet. Aangezien echter beleidsregels
vooraf in de raad kunnen worden besproken, zien wij een wat nauwere
betrokkenheid van de gemeenteraad bij het subsidiebeleid. Wij zijn verder blij
dat het nieuwe systeem na één of twee jaar wordt geëvalueerd.
De
heer Meuleman heeft gesproken over bijzondere uitzonderingssituaties. Ik wacht
de reactie van het college daarop af.
De
heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. Het doel van de verordening is transparantie
en overzichtelijkheid. Naar mijn mening is dat het college goed gelukt. Ik maak
één opmerking waaraan een amendement is gekoppeld. Het betreft artikel 4 van de
verordening. Met dit artikel wordt geregeld aan wie subsidie toegekend wordt.
In de regel wordt subsidie verstrekt aan privaatrechtelijke rechtspersonen. Met
artikel 4 wordt daarop een uitzondering gemaakt indien het doelmatig en
doeltreffend is en als eenmalig subsidie toegekend wordt. Mijn fractie vindt
dat te beperkt. Ook natuurlijke rechtspersonen moeten de mogelijkheid hebben om
meerdere keren subsidie aan te vragen. Ik dien een amendement in waarmee beoogd
wordt om dat artikel te wijzigen op het punt van "eenmalig". Dat
geeft wat meer ruimte aan natuurlijke rechtspersonen. Zij kunnen dan per
beleidsterrein meerdere keren subsidieaanvragen doen.
De
VOORZITTER: Door de fractie van GroenLinks is het volgende amendement (A-4)
ingediend:
"De
gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
overwegende
dat de Kaderverordening Subsidie gemeente Delft 2008 in artikel 4 sub 2 aan
natuurlijke personen slechts eenmalig subsidie toekent;
van
mening dat het, gehoord de discussie in de commissie Bestuur en Werk van 26
juni 2007, wenselijk is om de mogelijkheid van incidentele subsidie aan de
natuurlijke personen niet beperkt te houden tot "eenmalig";
besluit
om aan het artikel 4 sub 2 tussen de woorden "college" en
"eenmalig" de woorden "per beleidsterrein" toe te voegen,
en
gaat over tot de orde van de dag."
De
heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik hoor graag de reactie op de vraag
van de heer Meuleman. Ik heb in de commissie al gezegd dat ik het stuk met een
positief gevoel zou terugnemen naar de fractie. Ik heb ook gezegd dat mijn fractie
moeite heeft met het uitgangspunt dat leningen en garanties onder subsidies
vallen. Ik heb als voorbeeld de moskeeën genoemd. De bankgarantie die daarvoor
wordt afgegeven, wordt als subsidie gezien. Mijn fractie blijft bij dat
standpunt en hoopt dat de raad in het vervolg goed geïnformeerd wordt over de
subsidieverstrekking aan organisaties. In de commissie heeft mijn fractie al
aangegeven dat de raad ook geïnformeerd moet worden over bevoorschotting van
subsidie want daarbij kan het ook om grote bedragen gaan.
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter. De SP-fractie is positief over het stuk. Mijn fractie
heeft de discussie over artikel 4 goed gevolgd in de commissie. Uit de uitleg
van de wethouder leek naar voren te komen dat een natuurlijk persoon wel voor
verschillende activiteiten eenmalig subsidie kan aanvragen en dat de term
"eenmalig" betrekking heeft op een eventuele herhaling van hetzelfde
evenement. Daar zitten zowel voor- als nadelen aan maar alles overwegende kan
mijn fractie zich in die argumentatie vinden. De SP-fractie wacht het
amendement van GroenLinks even af en moet nog even bespreken of dat gesteund
kan worden.
De
heer TAS (GroenLinks): Ik geef daar graag een reactie op. De wethouder heeft
dit inderdaad toegezegd maar voor de burgers vind ik het duidelijker als in de
tekst komt te staan wat de bedoeling is. Er kunnen anders misverstanden
ontstaan. Als ik dit zo lees, lees ik toch echt "eenmalig". Als
daarin een nuance wordt gebracht, is dat alleen maar duidelijker en helderder voor
de burgers.
De
heer GULDEMOND (STIP): Ik was zelf niet bij de commissiebehandeling maar ik heb
begrepen dat de wethouder gezegd heeft dat van een persoon na het organiseren
van een succesvol evenement wordt verwacht dat hij na een jaar een
rechtspersoon opricht, zoals een stichting. Dat maakt het makkelijker om
vorderingen te doen bij het niet nakomen van prestaties. Bovendien wordt
daarmee de kans op rechtmatigheid vergroot. Dat heeft de wethouder gezegd en
dat pleit tegen het ingediende amendement.
De
heer TAS (GroenLinks): Het lijkt mij het beste om de wethouder straks zelf te
laten toelichten wat zij heeft toegezegd. Het gaat vaak om één soort
activiteiten, vaak kleinschalig van aard, bijvoorbeeld straatfeesten, waarmee
kleinere bedragen gemoeid zijn. Het is niet reëel om van een natuurlijke
persoon te verwachten dat daarvoor een stichting of vereniging wordt opgericht.
Dat brengt alleen maar extra kosten met zich mee. Dat moeten wij niet willen.
Wethouder
BOLTEN: Voorzitter. Ik heb in de commissievergadering drie toezeggingen gedaan,
alle drie met betrekking tot de toelichting. Op artikel 4 zou ik een
aanvullende tekst opstellen die ik hier zou voorlezen. Ik heb het amendement
van GroenLinks nog niet gezien maar ik heb wel mijn huiswerk gemaakt. Die
aanvullende tekst luidt: "De genoemde eenmalige mogelijkheid ziet op
dezelfde soort subsidie. Voor een ander soort subsidie kan zonder meer een
nieuwe aanvraag ingediend worden." Ik vermoed dat het amendement met deze
tekst overbodig wordt, hoewel ik dat nog niet heb gelezen.
De
heer TAS (GroenLinks): Deze tekst wordt opgenomen in de toelichting. Ik denk
niet dat iedereen die een verordening leest, de toelichting erbij pakt. In de
optiek van mijn fractie is het veel beter om deze tekst in artikel 4 van de
verordening te verwerken. Dat is heel simpel te doen door twee woorden toe te
voegen.
Wethouder
BOLTEN: Ik zal straks het amendement lezen.
De
tweede toezegging is gedaan aan de heer Stoop. In de toelichting staat het
woord "kredieten". Dat wordt gewijzigd in "leningen". De
derde toezegging is gedaan aan de heer Meuleman. Deze gaat over artikel 15. In
de toelichting wordt de volgende nieuwe tekst opgenomen: "Artikel 15:
Hardheidsclausule. Gebruikelijk uit een oogpunt van regelgevingtechniek is dat
een verordening een zogeheten "hardheidsclausule" bevat. Dat geldt
ook voor de Kaderverordening subsidies. De betreffende bepaling biedt het
college de mogelijkheid om met name op ondergeschikte punten van de verordening
af te wijken als daar redenen toe zijn. Veelal zal het daarbij gaan om
praktische zaken. Voor substantiële zaken is deze bepaling niet bedoeld."
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Wij gaan ermee akkoord dat
uitzonderingssituaties - ik doel niet op detailzaken maar op zaken die zich
onderscheiden in aard en omvang zoals met betrekking tot de waarderingssubsidie
- onder de uitvoeringsbevoegdheid van het college vallen. Wij zullen daar niet
aan tornen. Wij willen wel dat de wethouder over dat soort
uitzonderingssituaties met de commissie overlegt. De uitvoering blijft bij het
college, maar het college komt wel naar de commissie voor overleg in dat soort
situaties. Dat wil ik graag van de wethouder horen.
Wethouder
BOLTEN: Dat heb ik ook bedoeld met de toelichtende tekst. Dat was precies de
bedoeling. Het college gaat er alleen van uit dat dit soort
uitzonderingssituaties onwenselijk is. Daarom staat in de laatste zin:
"Voor substantiële zaken is deze bepaling niet bedoeld." Bij een
substantiële zaak die een uitzondering op de verordening vergt, zal het college
een voorstel aan de raad doen om de verordening te wijzigen. Deze verordening
is bedoeld om dergelijke dingen niet te doen, om transparant op te treden. Ik
denk dat wij hetzelfde bedoelen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik ben nu even in verwarring. U noemt artikel 15
maar verwijst in de nota naar artikel 2. Hoe zit dat dan?
Wethouder
BOLTEN: Ik heb het over het artikel hardheidsclausule en de rol van de raad, in
artikel 15. Als het helpt, ben ik bereid om in de toelichting van artikel 2 een
verwijzing daarnaar op te nemen. De bedoeling is in elk geval dat het college
bevoegdheid heeft in uitzonderingssituaties, zoals overschrijding van een datum
om een echt goede reden. Het gaat niet om substantiële zaken.
Ik
ben bang dat de heer Van Doeveren mij verkeerd verstaan heeft toen hij hoorde
dat beleidsregels vooraf in de raad worden behandeld. Ik bedoelde te zeggen dat
op de verschillende beleidsterreinen beleidsnotities bestaan of in ontwerp
zijn. Als zij bestaan en zijn vastgesteld, worden de beleidsregels daarop
gebaseerd, door het college. Als zij binnenkort worden vastgesteld, zoals de
Cultuurvisie, worden na vaststelling beleidsregels gemaakt door het college op
basis van de door de raad vastgestelde kaders. Dat is dus uitvoering van het
beleid van de raad.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik dien graag een amendement in.
De
VOORZITTER: Door de fractie van Stadsbelangen wordt het volgende amendement
(A-4) ingediend:
"De
gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
voegt
toe aan de toelichting van artikel 2 en/of artikel 15 van de Kaderverordening
subsidies gemeente Delft 2008:
"Het
college zal bij uitzonderingssituaties die betrekking hebben op aard en omvang
van de gevraagde subsidie, vooraf met de betreffende vakcommissie overleggen
alvorens tot uitvoering van de gevraagde subsidie over te gaan.",
en
gaat over tot de orde van de dag."
Wethouder
BOLTEN: Voorzitter. Het college neemt niet het amendement van de fractie van
GroenLinks over. Het leidde wel even tot een discussie achter deze tafel over
wat ik net voorgelezen heb als toelichting. Ik heb net voorgelezen dat voor een
ander soort subsidie zonder meer een nieuwe aanvraag kan worden ingediend. Het
amendement van de GroenLinks-fractie is gericht op een ander soort activiteit,
niet om een ander soort subsidie. Het woord "subsidie" zou in de
toelichting veranderd kunnen worden in "activiteit". De tekst is er
echt één voor een toelichting en een toelichting hoort bij de verordening. Het
is altijd mogelijk om de toelichting in de verordening te zetten maar wij
hebben juist afgesproken dat wij dat soort dingen niet zouden doen. Het college
ontraadt daarom het aannemen van dit amendement, hoewel het de bedoeling ervan
kan begrijpen.
Er
ontstond ook nog even discussie over de straatfeesten. Het is natuurlijk niet
de bedoeling dat straatfeesten eenmalig worden georganiseerd. De vraag is of
iemand elke keer voor een straatfeest een subsidie kan aanvragen.
De
heer STOOP (Leefbaar Delft): Voor straatfeesten is al budget.
Wethouder
BOLTEN: Dat klopt. Het is mogelijk om subsidie voor straatfeesten aan te
vragen. Als je artikel 4 letterlijk neemt, zou steeds een andere bewoner van
een straat de subsidie moeten aanvragen terwijl het natuurlijk goed mogelijk is
dat steeds dezelfde persoon dat feest organiseert. Ik zal kijken hoe het
zodanig geregeld kan worden dat op dat punt geen onnodige belemmering wordt
opgeworpen. Ik denk dat ik tegemoetkom aan de wensen van de fracties die
spraken over natuurlijke personen, maar uitsluitend in relatie tot de
straatfeesten.
Mevrouw
DEKKER (SP): Als een buurt een buurtfeest organiseert dat verder gaat dan
alleen een barbecue onder een partytent, zou je toch ook willen dat een buurt
op een gegeven moment een rechtspersoon daarvoor opricht? Daar kunnen bandjes
en podia en dergelijke aan te pas komen. Voor een buurtbarbecue hoeft geen
subsidie aangevraagd te worden, neem ik aan.
Wethouder
BOLTEN: Er bestaat een regeling om straat- en buurtfeesten te organiseren met
subsidie. Het heeft onze voorkeur dat organisators bij herhaling van een feest
een rechtspersoon oprichten. Er kunnen echter redenen zijn om dat niet te doen,
zoals een te kleine straat. Wij moeten daar even naar kijken. Ik kan mij
voorstellen dat het college in dergelijke gevallen de uitzonderingsregeling,
met toestemming van de raad, mag toepassen.
Mevrouw
DEKKER (SP): Het gaat toch niet over de grootte van de straat? Het gaat om de
grootte van het feest. Ik begrijp het punt van de GroenLinks-fractie niet zo
goed.
Wethouder
BOLTEN: Het is niet alleen een punt van de GroenLinks-fractie, maar een punt
dat al eerder aan de orde is geweest. In de subsidieverordening worden
principieel rechtspersonen gesubsidieerd, geen natuurlijke personen. In de
huidige situatie komt het voor dat steeds dezelfde persoon subsidie aanvraagt
voor een jaarlijkse of tweejaarlijkse activiteit. Voor die gevallen wordt een
uitzondering bepleit. Het college zou daarin de bevoegdheid hebben. Het gaat
dan echter alleen om de straatfeesten.
De
heer Meuleman en ik hebben even langs elkaar heen gepraat. Ik zal proberen op
te helderen wat de bedoeling is van dit subsidiekader en de verordening. Het is
de bedoeling dat geen uitzonderingen op de regel worden toegestaan, zeker geen
substantiële uitzonderingen. Heel af en toe is een kleine uitzondering nodig.
Ik heb het voorbeeld genoemd van spullen die op de eerste van de maand moeten
zijn ingeleverd maar door omstandigheden op de derde van de maand worden
ingeleverd. De raad wil daar niet vooraf over moeten beslissen en dat wordt dus
overgedragen aan het college. Als het college een substantiële uitzondering op
de regel maakt, moet het daarmee naar de raad toe, want dan wordt buiten de
kaders van de verordening getreden. De raad heeft dan budgetrecht. Er is net
bij de behandeling van de jaarrekening 2006 uitvoerig over het budgetrecht van
de raad gesproken. Het college kan niet anders dan de raad raadplegen als een
situatie een optreden vergt dat buiten de kaders van de verordening ligt. Als
mij iets geleerd is in de laatste weken, is dat het wel. Volgens mij is het
amendement van Stadsbelangen dan ook overbodig; de toelichting op artikel 15
die ik heb voorgelezen, volstaat.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): De wethouder geeft nu duidelijker dan in de
commissie aan hoe het college hiermee omgaat. Dat ligt nu ook vast in de
Handelingen. In combinatie met de toevoeging aan de toelichting vind ik dat
voldoende. Ik trek daarom amendement A-4 in.
De
VOORZITTER: Aangezien amendement A-4 is ingetrokken, maakt het geen onderdeel
meer uit van de beraadslaging.
Het
woord is aan de raad in tweede termijn.
De
heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. Mijn fractie handhaaft het door haar
ingediende amendement, ook als dat alleen maar zou zijn om het dualisme een
dienst te bewijzen.
De
heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. Ik ben helaas niet overtuigd door het
argument van de heer Tas en volg de redenering van wethouder Bolten.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. Mijn fractie volgt de redenering van de
wethouder. Ik stel nog wel een vraag. Bouwt zij de mogelijkheid in dat het
systeem in deze raadsperiode nog wordt geëvalueerd?
Wethouder
BOLTEN: Ook dat had ik al toegezegd in de commissie.
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter. Wij steunen niet het amendement van de
GroenLinks-fractie. Wij gaan akkoord met de uitleg van de wethouder.
De
heer BLINKER (PvdA): Voorzitter. Na de uitleg van de wethouder kunnen wij het
amendement van de GroenLinks-fractie niet steunen, ook niet als wij dat zouden
willen.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. In het licht van het dualisme steunt mijn
fractie het amendement niet.
De
heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij steunen niet het amendement van de
GroenLinks-fractie.
In
stemming komt amendement A-2.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zien geen aanleiding om dit
amendement te steunen. Overigens zouden wij het gewoon steunen als wij dat
zouden willen.
Het
amendement wordt bij handopsteken verworpen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks
voor het amendement hebben gestemd.
In
stemming komt het voorstel.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De
heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Om wethouder Bolten een beetje
tegemoet te komen, stemmen wij niet tegen dit stuk. Wij leggen er wel de nadruk
op - ondanks de excuses die zij eerder in de vergadering heeft gemaakt en alles
wat daarbij gezegd is - dat wij niet kunnen begrijpen dat een lening als een subsidie
wordt beschouwd. Wethouder Bolten kan zeggen dat dat landelijk beleid is en dat
is mooi, maar wij zijn het er niet mee eens dat een lening wordt verstrekt die
wordt terugbetaald met geld dat in de toekomst mogelijk wordt geschonken. Omdat
met het stuk op zich vooruitgang wordt geboekt, gaan wij daar wel mee akkoord.
Het
voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen.
165.
Voorstel tot vaststelling van het voorbereidingskrediet Nieuw Stadskantoor en
de 57e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007
(Stuk 132 -- 20279135)
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Wij vinden de onderbouwing van het krediet
een beetje mager gelet op de hoogte van het bedrag. De wethouder heeft
aangegeven in het vervolg uitvoeriger aan te geven waarop het bedrag gebaseerd
is en hoe dat past in het grotere geheel. Wij zullen toekomstige voorstellen op
die toezegging toetsen. Wij steunen het voorstel.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ook wij waren wat teleurgesteld over het
oorspronkelijke stuk. Met de uitleg van de wethouder en de context die de heer
Van Tongeren schetst, steunen wij echter het voorstel.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Het gaat om 900.000 euro, een groot
bedrag. De uitleg die daarbij hoort, kregen wij pas vanavond. Het is niet eens
een uitleg. In de commissie zei wethouder Vuijk nog dat het allemaal geheim
was. Dat is toch ook opvallend. Nu kan de wethouder wel vertellen dat het
ontwerp uit zes punten bestaat als situatieschets ten aanzien van de
kostenraming. Wij vinden desalniettemin dat wij een plakje salami krijgen en
dat het grote overzicht over die hele selectieprocedure ontbreekt. Wij gaan van
vier naar één en wij zien ook graag het tussenstuk. Wat zijn bijvoorbeeld de
extra kosten tot nu toe geweest van de verlengde selectieprocedure? Wat gaat
het definitieve ontwerp kosten? Hoe ziet het er ten aanzien van de definitieve
tekeningen uit? Wij zijn niet overtuigd door het memootje dat wij vanavond
hebben gehad. Daar worden wat onderwerpen in genoemd maar weer niet de kosten.
De kosten van de architect bedragen 750.000 euro en de proceskosten 150.000
euro. Het blijft allemaal een beetje vaag. Vanwege deze kosten en de manier
waarop de wethouder daar tot nu toe mee omgaat, stemmen wij niet in met dit
voorstel.
De
heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik had in de commissie al gezegd dat ik, als ik
niet tegen het stadskantoor was geweest, toch tegen het voorbereidingskrediet
was geweest omdat de onderbouwing daarvan niet goed is. De wethouder heeft een
poging gedaan om een onderbouwing daarvan te geven. Ik heb nog niet goed kunnen
beoordelen of dat voldoende is. Ik hoop dat de onderbouwing de volgende keer
bij het stuk zit. Mijn fractie stemt nu tegen omdat zij tegen het stadskantoor
is.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. Ik maak één korte opmerking. Het voorlopig
ontwerp kent een kostenraming van de bouwkosten. Ik heb de wethouder gevraagd
of het mogelijk is om een begin van de exploitatiekosten mee te nemen in dat
verhaal. Bouwkosten is één, maar het gaat toch vooral om de exploitatiekosten.
Wethouder
VUIJK: Voorzitter. Er is een aantal opmerkingen gemaakt over de onderbouwing.
Ik heb daar in de commissie al opmerkingen over gemaakt en toezeggingen gedaan.
Daaraan is in eerste aanleg door de heer Van Tongeren gememoreerd. Ik sta daar
nog steeds achter.
Ik
heb een memootje op tafel laten leggen waarin een onderscheid wordt gemaakt
tussen verschillende kosten. Daarover is op dit moment niet veel nauwkeuriger
iets te zeggen. Onder het kopje van de kosten architect is nog wel een keer
aangegeven wat voor dat geld wordt verkregen. Het is mogelijk om daar na afloop
van het proces samen nog eens goed naar te kijken. Het gaat om een set concrete
producten, die straks te bekijken en te beoordelen is.
De
heer De Wit merkte op dat de verhouding met allerlei andere zaken onduidelijk
is. De raad ontvangt binnenkort de investeringsbegroting. Daarin zal ook iets
staan over de exploitatie. De raad krijgt deze in september onder ogen. Dit
voorstel gaat om het voorlopig ontwerp. Er komt nog een definitief ontwerp,
waarna er nog een bestek en bestektekeningen moeten worden gemaakt. Aansluitend
daarop worden werktekeningen gemaakt. Dit is de volgorde van allerlei
werkzaamheden die van de architecten worden gevraagd. Deze worden in aparte
fases in opdrachten opgenomen en afgerekend.
Ik
heb hiermee ook gereageerd op de vraag van de heer De Wit hoe het zit met al
die verschillende vormen. Voorafgaand aan het voorlopig ontwerp wordt de
selectieprocedure gevolgd die inmiddels praktisch is afgerond.
De
heer Harpe vraagt naar de exploitatiekosten. Dat punt past eigenlijk niet goed
in de bespreking van het voorliggende stuk. Over de exploitatie kan uitgebreid
gesproken worden bij de investeringsbegroting, waaraan exploitatiebegrotingen
zijn toegevoegd.
De
heer HARPE (VVD): Voorzitter. Ik geef graag een korte reactie op het antwoord
van de wethouder. Kan in september dan gezegd worden dat een bepaald voorlopig
ontwerp wellicht aantrekkelijk is wat de bouwkosten betreft maar op basis van
de exploitatiekosten niet aantrekkelijk is? Welke ruimte is er in dat geval nog
om te praten over de link tussen ontwerp en exploitatiekosten?
Wethouder
VUIJK: Voorzitter. Als de heer Harpe vraagt of het dan nog mogelijk is om van
architect te veranderen, moet ik daarop "nee" antwoorden. In de
bespreking in september zal er geen directe relatie zijn tussen het ontwerp dat
door de architect is aangereikt en de exploitatiebegroting. Er wordt dan
gepraat over kengetallen, dus over genormeerde bedragen. In de maanden daarna
zal naar aanleiding van het voorlopig ontwerp specifieker gesproken worden over
de exploitatie. Dan gaan wij met elkaar de discussie aan over de specifieke
hoogte van de exploitatie en hoe een en ander doorwerkt.
De
heer HARPE (VVD): Als wij niet meer van architect kunnen wisselen, wijs ik erop
dat er veel voorbeelden te geven zijn van goede ontwerpen die passen binnen het
bouwbudget maar exploitatietechnisch zeer slecht hebben uitgepakt. Ik zou het
daar in de discussie met de architect toch eens over hebben.
In
stemming komt het voorstel.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij zijn niet tegen het voorlopig
ontwerp maar wij vinden de transparantie in deze zaak, waarin het college tot
nu toe echt aan het blunderen is, heel belangrijk. Dit stuk voldoet daar niet
aan en daarom stemmen wij tegen.
Het
voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van Leefbaar
Delft en de SP tegen het voorstel hebben gestemd.
166.
Voorstel inzake nota uitbreiden fietsparkeren station/vaststelling van de 71e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007
(Stuk 111 -- 20281870)
De
heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. STIP vindt dat wij goed bezig zijn in het
stationsgebied. Eerder is besloten om 400 extra stallingen te realiseren en dat
gebeurt nu weer. Er worden ruim 400 stallingen gerealiseerd en daar komt ook
nog eens de weesfietsactie bij, een idee van STIP dat een groot succes is. Het
is goed dat het vaker gebeurt, maar laat het niet worden gedaan in de
TU-vakanties.
Mijn
collega Van der Poel heeft een nieuw initiatief gelanceerd, namelijk het
dubbellaags fietsparkeren in de nieuwe kelder van het station. Dat is een heel
goed idee en het is positief dat de wethouder daarover enthousiast is. Wij zijn
benieuwd naar de uitwerking die samenhangt met het laatste puntje in de motie
dat nog moet worden uitgevoerd, namelijk het onderzoek naar de capaciteit van
de nieuwe kelder. Het dubbellaags parkeren kan daarin mooi worden meegenomen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Onze inbreng kan worden beschouwd
als een stemverklaring. Wij hebben in de commissie al aangegeven tegen dit stuk
te stemmen. Wij zijn niet tegen de maatregelen die ten aanzien van het
stationsgebied worden voorgesteld, maar wij vinden het bezwaarlijk dat de
wethouder op geen enkele wijze een alternatief aandraagt voor de 30
parkeerplaatsen die worden opgeheven. Om die reden stemmen wij tegen dit stuk.
De
heer KIELA (PvdA): Voorzitter. Ik houd het ook bij een stemverklaring. Mijn
fractie stemt voor dit stuk. Zij vindt het een goed voorstel. Er is netjes
uitgezocht hoe de buurt erover denkt, er zijn alternatieven voor de
parkeerplaatsen aangedragen en het is belangrijk dat er fietsen kunnen komen.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Ook onze inbreng heeft min of meer het
karakter van een stemverklaring. In eerdere fasen ging onze voorkeur uit naar
het handhaven van de parkeerplaatsen maar wij hebben bezettingscijfers gezien
waaruit blijkt dat die plaatsen maar zeer beperkt gebruikt worden. Wij geven de
voorkeur aan een efficiënter gebruik en stemmen dus in met het inzetten ervan
voor uitbreiding van de capaciteit voor het fietsparkeren.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik sluit mij aan bij het betoog van de heer
Guldemond.
De
heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Bij het aanvaarden van autoluw fase 4 is
afgesproken dat niet nog meer autoparkeerplaatsen verwijderd zouden worden. Nu
wordt echter toch voorgesteld om er een aantal weg te halen. Wij zijn
daartegen. Het argument dat automobilisten wel kunnen lopen vanaf de Laan van
Vollering, vind ik onzin. Fietsers kunnen ook lopen. Het is bovendien vreemd
dat auto's steeds verder weg moeten staan en steeds meer moeten betalen terwijl
fietsers steeds dichterbij en gratis kunnen parkeren. Fietsen mogen bijna op
het perron geplaatst worden terwijl auto's steeds verder weg moeten worden
geparkeerd. Wij zijn daar volledig tegen.
Het
plan van STIP om dubbellaags fietsparkeren in de kelders te realiseren, lijkt
ons heel mooi. Daar kunnen wij mee instemmen.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Uit tellingen blijkt dat er helemaal geen
tekort aan parkeerplaatsen ontstaat. Ik snap het probleem dus niet.
De
heer VAN LEEUWEN (VVD): Er mag gewoon geen enkele parkeerplaats meer
verdwijnen. Klaar.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Dat is een opmerkelijk standpunt.
De
heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Wij zijn voor dit voorstel. Het is goed dat er
iets gedaan wordt om de situatie bij het station te verbeteren. Ik maak nog wel
een opmerking over het handhaven. Het college heeft om het probleem bij het
station op te lossen vooral ingezet op handhaven. Het gaat dan om het weghalen
van fietsen die naast de rekken staan. Dat is geen oplossing en is ook niet in
lijn met de eerder gedane toezegging dat dat pas zou gebeuren als er voldoende
stallingen zijn. De 444 en 294 eerdere extra plaatsen bij het station zijn een
reactie op tellingen van de SP, waaruit bleek dat er een enorm tekort aan
fietsenstalling was bij het station.
De
heer GULDEMOND (STIP): Volgens mij is het een reactie op een motie die is
ingediend door de fracties van STIP en GroenLinks.
De
heer SIPKEMA (SP): Die 294 plaatsen zijn eerder gerealiseerd, naar aanleiding
van een motie die door de SP-fractie is ingediend en in reactie op tellingen
die door mijn fractie zijn gedaan. Het oorspronkelijke voorstel van het college
voorzag niet in extra stalling bij het station. De motie om extra
fietsenstalling te realiseren, is ingediend door de SP-fractie, eind vorig
jaar. Met de extra plaatsen wordt enerzijds een aanzienlijke verbetering
bereikt en anderzijds aangetoond dat er lange tijd een structureel tekort was
van honderden plaatsen. In de motie van de fracties van GroenLinks en STIP,
waaraan de heer Guldemond refereerde, werd dat ontkend. In die motie werd het
college overigens ook opgedragen om door te gaan met het handhaven, terwijl er
zelfs na het plaatsen van ruim 700 extra stallingen waarschijnlijk nog sprake
is van een tekort. In dat licht vind ik het vreemd dat het normaal wordt
gevonden om fietsen weg te halen. De SP-fractie is steeds tegen het weghalen
van naast de rekken staande fietsen geweest zolang daarvoor geen plaats is in
de rekken. Mensen worden anders gedwongen om op een andere manier dan met de
fiets naar het station te komen. Als mensen te weinig ruimte wordt geboden en
als vervolgens wordt gezegd dat fietsen worden weggehaald als zij naast de
rekken worden geplaatst, hebben zij geen andere keuze dan met de voet te gaan
of de auto te nemen in plaats van de trein.
Mijn
fractie vindt dat de extra plaatsen betaald moeten worden uit de reserve
Parkeren. Ik dien daartoe een amendement in.
De
VOORZITTER: Door de fractie van de SP wordt het volgende amendement (A-5)
ingediend:
"De
gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op donderdag 28 juni 2007,
besluit
in stuk 111 II bij het voorstel Uitbreiden fietsparkeren op het station onder
punt D, de deking te wijzigen van "de voorziening Openbaar Vervoer"
naar "de reserve Parkeren",
en
gaat over tot de orde van de dag."
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. De fractie van GroenLinks vindt het voorstel
een goed uitvloeisel van de motie die zij heeft ingediend met de fractie van
STIP. De uitbreiding van het aantal fietsparkeerplaatsen is positief; daarmee
zijn in korte tijd ruim 1000 fietsparkeerplaatsen extra gerealiseerd. Dat is
een mooi resultaat.
De
heer SIPKEMA (SP): In de motie die volgens u heeft geleid tot de extra
plaatsen, staat dat de fietsparkeerplaatsen op piekmomenten vrijwel volledig
bezet zijn. Daarmee wordt dus gezegd dat deze op piekmomenten niet allemaal
bezet zijn. Wij hebben de plaatsen geteld en geconstateerd dat er een tekort is
van honderden plaatsen. In de motie wordt ontkend dat sprake is van een
structureel tekort en vervolgens gezegd dat door moet worden gegaan met het
weghalen van fietsen die naast de rekken staan.
De
heer GULDEMOND (STIP): Ik stel graag een vraag aan de heer Sipkema. Is hij van
plan om elke twee maanden de discussie over fietsparkeren opnieuw te voeren of
komt hij een keer met voorstellen die daadwerkelijk iets opleveren? Dat zou hem
sieren.
De
heer SIPKEMA (SP): Ik meen dat de stallingen die nu worden geplaatst,
voortvloeien uit het voorstel van de SP-fractie dat eind vorig jaar in een
motie is verwoord.
De
heer GULDEMOND (STIP): Dit is pertinent niet waar. Wij dienen al veel langer
dan de SP-fractie moties in voor extra ruimte. Dat hebben wij enige tijd
geleden weer gedaan. Die motie is niet ondersteund door de SP-fractie. Ik zou
echt graag zien dat de heer Sipkema eens met een oplossing komt en meedenkt in
plaats van alleen dingen te roepen en daar spandoeken over op te hangen.
De
heer SIPKEMA (SP): Ik constateer dat uw partij fietsen blijft weghalen terwijl
er onvoldoende stallingen zijn. Op die manier werd het college op geen enkele
wijze onder druk gezet om voldoende fietsparkeerplaatsen te realiseren. Ik
benadruk dat mijn fractie nooit tegen het weesfietsenplan of het bijplaatsen
van fietsen heeft gestemd.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Ik weet niet wat de leeftijd van deze
gemeenteraadsleden is, maar ik vind de discussie nogal kinderachtig.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Het lijkt mij nuttig om mij in mijn reactie te beperken tot
het ingediende amendement, ook al heb ik dat nog niet onder ogen gekregen. De
heer Sipkema heeft duidelijk gemaakt wat met dat amendement wordt beoogd. Het
college stelt voor om de dekking te halen uit de voorziening openbaar vervoer
aangezien het fietsparkeren een duidelijke relatie heeft met het toegenomen
gebruik van en het reizen naar het station. Door een aantal fracties in de raad
is meermalen gezegd dat de reserve Parkeren wel heel vaak wordt ingezet op
andere terreinen dan automobiliteit terwijl de reserve wel door automobilisten
gevuld wordt. Er zijn bijvoorbeeld bijdragen aan Bicyclette op die reserve
verhaald. Nu wij toch gratis zendtijd hebben, herinner ik er nog maar even aan
dat daar het eerste uur gratis en de rest van de dag voor €0,50 per uur kan
worden geparkeerd. Uit de discussie blijkt dat een groot aantal mensen
betrokken is bij het fietsparkeren in deze stad. Dat blijft mij verheugen.
De
VOORZITTER: Wilt u nog ingaan op het amendement?
Wethouder
KONING: Ik heb dat gedaan zonder de tekst van het amendement onder ogen te
hebben gezien. Ik heb die inmiddels voor mij liggen en ik ontraad nogmaals het
aannemen van dit amendement.
De
heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Wij zijn natuurlijk tegen het amendement.
Wij zijn juist blij dat een en ander uit het parkeerfonds gehaald is en zaken
een keer niet door de automobilist betaald hoeven te worden. Wij zijn dus
absoluut tegen deze motie. Met dankbaarheid constateren wij dat een keer
dekking is gevonden in een ander potje.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. De fractie van Leefbaar Delft steunt
het amendement van de SP-fractie, omdat zij altijd het idee heeft gehad dat met
het verwijderen van de auto uit de binnenstad, via het autoluwbeleid, het
fietsgebruik aldaar wordt bevorderd. De relatie tussen niet met de auto en wel
met de fiets wordt op die manier aangemoedigd. Ik heb altijd begrepen dat de
fractie van GroenLinks voorstander was van fietsgebruik. Het lijkt mij ook dat
de kosten worden verhaald op het Parkeerfonds. De automobilisten betalen via
accijnzen veel geld.
De
heer VAN LEEUWEN (VVD): En dit kan er dus ook wel bij? Moeten de automobilisten
gewoon alles betalen?
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Ik verschil daarin inderdaad van het standpunt
van de VVD-fractie. Mijn fractie steunt het amendement dus.
In
stemming komt amendement A-5.
Het
amendement wordt bij handopsteken verworpen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en
Leefbaar Delft voor het amendement hebben gestemd.
In
stemming komt het voorstel.
Het
voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van
Stadsbelangen en de VVD tegen het voorstel hebben gestemd.
167.
Voorstel inzake optimaliseren inrichting Bastiaanplein/vaststelling van de 72e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007
(Stuk 114 -- 20282434)
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ook bij dit onderwerp houd ik het
bij een stemverklaring. In de commissie heeft mijn fractie al aangegeven tegen
dit stuk te stemmen omdat de wethouder voorbij is gegaan aan wensen van
bewoners rond het Bastiaanplein. Zij zijn naar de mening van Stadsbelangen een
zeer belangrijke partij. Zij hebben vanaf het begin constructief meegedacht
over de opwaardering van het plein. Overigens is mijn fractie het daar wel mee
eens. Het college noemt in de Kadernota het voornemen om meer te maken van het
contact met de burger, maar in het onderhavige voorstel is dat onvoldoende
terug te zien. Om die reden stemt mijn fractie tegen.
De
heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Mijn fractie sluit zich aan bij de
bijdrage van Stadsbelangen. Ik voeg daaraan toe dat de overlastproblemen moeten
worden opgelost voordat nieuwe zit- en hanggelegenheden worden gecreëerd.
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter. Het plein is overduidelijk toe aan een herinrichting.
Het is wel jammer dat een deel van de bewoners niet is betrokken bij het
overleg. Ik ben blij met de toezegging dat er een evaluatiemoment komt. Ik
dacht althans dat die toezegging in de commissie is gedaan. Mijn fractie stemt
voor het voorstel.
De
heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. De VVD-fractie is voor het voorstel om de
uitstraling van het plein te verfraaien, de fietsparkeerplekken te verplaatsen
en er bomen neer te zetten. Uit de inspraak bleek echter dat veel mensen bang
zijn voor overlast van hangjongeren. Mijn fractie vindt dat de veiligheid van
de bewoners van het Bastiaanplein, en natuurlijk overal in de stad, hoog op de
prioriteitenlijst moet staan. Zitmogelijkheden voor het winkelend publiek,
onder wie bejaarden en gehandicapte bezoekers, zijn echter zeer gewenst.
Hiervoor is het Bastiaanplein ontzettend geschikt. Dat geldt natuurlijk tijdens
de openingstijden van de winkels. In de avonduren zal eveneens gebruik gemaakt
worden van de bankjes op het plein door het wandelend publiek en door jongeren.
De jongeren vermaken zich op het plein. Als er geen bankjes geplaatst worden,
gaan zij op de grond of op hun fiets zitten. De VVD-fractie verwacht niet dat
er meer jongeren op het plein komen omdat er bankjes staan. Het is trouwens
maar de vraag of de veiligheid op het plein verstoord wordt door de jongeren.
Zij maken weliswaar herrie en het kan bedreigend overkomen als een groep
jongeren voor de woning staat, maar als zij mensen lastig vallen, moet
onmiddellijk de politie worden gebeld en dan moet er gehandhaafd worden. Het
standpunt van de VVD-fractie luidt dan ook: plaats de bomen en de bankjes,
zodat het winkelend publiek gastvrij ontvangen wordt. Als de onveiligheid van
het plein hierdoor toeneemt en er sprake is van overlast, kunnen de bankjes
altijd nog verwijderd worden.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Ook de CDA-fractie vindt dat het
Bastiaanplein nog niet is wat het zou moeten zijn. Het is dan ook verstandig
dat maatregelen worden genomen om het plein beter in te richten. Het is echter
minder verstandig om bij de bomen bankjes te plaatsen. Dat heeft weliswaar
voordelen maar daaraan kleeft ook een aantal nadelen. Iedereen die de
binnenstad van Delft een beetje kent, weet dat er een aantal koffieshoproutes
doorheen loopt. Eén van die routes loopt van de halte van lijn 1 bij het
Centraal Station via de Barbarasteeg naar de Breestraat. Daar wordt het spul
aangeschaft, waarna op het Bastiaanplein de consumptie kan plaatsvinden.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): U kent die route wel heel erg goed.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Ik ken er nog veel meer. Ik nodig u uit om die een
keer met mij te lopen. Uitgerekend op het eindpunt van die route worden bankjes
geplaatst door het college. Bewoners maken daar terecht bezwaar tegen. Ik dien
daarom een wijzigingsvoorstel in om de bankjes niet te plaatsen.
De
heer VAN LEEUWEN (VVD): Denkt u echt dat als die bankjes er niet staan er geen
jongeren komen op dat plein?
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Je kunt het ze natuurlijk makkelijker of moeilijker
maken. Wij vinden dat het niet makkelijker moet worden gemaakt.
Mevrouw
DEKKER (SP): Bent u er dan voor om overal de bankjes weg te halen? Ik gun u ook
een rustpunt aan het eind van uw route, als u klaar bent met het langslopen van
al die koffieshops.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Ik maak daar geen gewoonte van.
De
VOORZITTER: Maar het komt voor.
Door
de fractie van het CDA wordt het volgende amendement (A-6) ingediend:
"De
gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 28 juni 2007,
besluit
stuk 114 II zodanig aan te passen dat de zitelementen bij de bomen komen te
vervallen,
en
gaat over tot de orde van de dag."
De
heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. Ik wil de discussie in de commissie niet overdoen.
Mijn fractie is erg positief over dit plan, maar heeft het stuk mee
teruggenomen vanuit de commissie, omdat er wat vraagtekens werden gezet bij de
financiering. Daarover heeft uitgebreid contact plaatsgevonden met Vastgoed en
de financieel raadadviseur. Het blijft een wat rare constructie, maar ergens
moet dekking worden gevonden. Gelet op de positieve houding van mijn fractie,
steunt zij dit voorstel.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Het Bastiaanplein verdient een impuls omdat
daar niet alleen winkels liggen; ook de modernste bibliotheek van de wereld is
in de buurt gevestigd. Daar hoort geen kaal en kil plein thuis. Ik kan mij
aansluiten bij de woorden van de heer Van Leeuwen. Laten wij het gewoon maar
gaan doen; dan kijken wij wel. Als inderdaad overlast wordt veroorzaakt, moet
harder worden gehandhaafd. De D66-fractie steunt het voorstel.
Mevrouw
NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. In de commissievergadering heeft mijn
fractie zich positief uitgelaten over het voorstel. Ons oordeel is nog steeds
positief. Het plein heeft duidelijk een facelift nodig. De GroenLinks-fractie
steunt het voorstel.
Ik
kom nog wel even terug op de aandacht voor de verlichting. De wethouder heeft
in de commissie de toezegging gedaan, verder te praten met de omwonenden om de
verlichting aan te pakken en te bekijken of er alternatieven zijn voor de
huidige verlichting.
De
heer DAMEN (PvdA): Voorzitter. Laten wij de discussie niet langer maken dan
nodig, want deze is al gevoerd in de commissie. Ik ben het niet met de heer
Meuleman eens dat met de bewoners niet gepraat is en dat met hen niet naar
oplossingen is gezocht. Volgens mij is dat wel gebeurd. Volgens mij heeft de
wethouder aangegeven dat bewoners en college het uiteindelijk niet met elkaar
eens geworden zijn over een oplossing. Om die reden is ervoor gekozen om na een
jaar nog eens te bekijken hoe groot de problemen daadwerkelijk zijn. Ik sluit
mij op dit punt kortheidshalve graag bij de woorden van de heer Van Leeuwen
aan. Ik moet nog maar zien dat de problemen groter, kleiner of anders worden,
want volgens mij worden die niet beïnvloed door bankjes rond bomen. Bovendien
heeft het college aangegeven dat deze weggehaald kunnen worden als zij
problemen opleveren. Mijn fractie steunt het voorstel.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Bankjes veroorzaken geen problemen. Problemen worden
veroorzaakt door mensen. Als mensen willen zitten, zeker jonge mensen, hebben
zij inderdaad helemaal geen bankjes nodig. De heer Van Leeuwen wist dat
beeldend naar voren te brengen. De heer Van Tongeren geeft aan dat er nu
bankjes worden geplaatst op het Bastiaanplein, maar er zijn al lang bankjes.
Deze staan nu alleen nog op andere plaatsen. Door een aantal bewoners is
aangegeven dat rond die plaatsen 's avonds soms overlast veroorzaakt wordt. In
reactie daarop heeft het college gezegd dat met de politie moet worden overlegd
over de inzet van andere middelen om ervoor te zorgen dat jongeren die nu
negatieve beelden en ervaringen oproepen bij mensen die langslopen, een ander
beeld gaan oproepen.
Ik
ben blij met de opmerking van sommige leden dat het plein verfraaiing kan
gebruiken. Daarmee wordt aangegeven dat het een goed idee is om die verfraaiing
aan te brengen.
Uit
mijn woorden kan worden opgemaakt dat het op dit moment wat vroeg is om te stellen
dat met het niet plaatsen van zitelementen problemen in de toekomst worden
voorkomen. Het is wat voorbarig om op die manier te redeneren. De commissie
heeft aangegeven serieus te willen bezien of het probleem verandert en
misschien zelfs vermindert, ondanks de verplaatsing van de bankjes. Om die
reden is ook aangegeven dat na een jaar de situatie wordt bezien. Het is dan
altijd nog mogelijk om de zitelementen te verwijderen. Als het college in de
tussentijd constateert dat er gigantische rampen ontstaan, wacht het natuurlijk
niet tot de raad de evaluatie heeft gezien. De betrokkenheid van het college
bij de stad is bekend.
De
verlichting is een element dat met elkaar wordt verkend.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Als het succes van een ontwerp zwaar leunt
op handhaving, moet het wellicht veranderd worden. Een ontwerp moet als het
ware zelfregulerend zijn.
De
heer DAMEN (PvdA): Dat zijn toch aannames die u niet kunt staven op basis van
ervaring? U weet toch helemaal niet of problemen hiermee in de hand worden
gewerkt? Dat is gewoon een onderbuikgevoelen.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Ik kan natuurlijk ook het tegenovergestelde tegen u
zeggen. Wij maken de keuze anders. Wij hebben gehoord wat de bewoners hiervan
vinden en zijn van mening dat het stuk zwaar leunt op handhaving. Naar onze
mening moet een dergelijk ontwerp zichzelf reguleren.
De
heer DAMEN (PvdA): U bent van mening dat het stuk zwaar leunt op handhaving. Of
het dat ook doet, is zeer de vraag. Ik ben er voorstander van om gewoon te
bekijken wat er gebeurt in plaats van te anticiperen op gevoelens.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik vind dat op die manier met de kop in het zand
naar dingen wordt gekeken. Er zijn wel degelijk voorbeelden te noemen van een
ruimtelijke inrichting waar bewoners uiteindelijk overlast van ondervinden,
zoals de speelplek bij het Dirk Costerplein. Van dat soort situaties moet
worden geleerd. Er wordt nu politiek gevoerd van "wij doen het gewoon en
dan zien wij wel". Als achteraf maatregelen nodig blijken, heeft het
ontzettend lang geduurd voordat dingen zijn recht gezet. Ik heb niet zoveel
vertrouwen in handhaving, want dat levert vaak ook allerlei problemen op. Het
is beter om wat voorzichtiger om te gaan met dit soort zaken. Dat heeft niets
met onderbuikgevoelens te maken; dat is gewoon een kwestie van realiteit.
De
heer DAMEN (PvdA): U zegt dat er dingen gerealiseerd zijn die tot problemen
hebben geleid, maar er zijn ook dingen gerealiseerd die niet tot problemen
hebben geleid. Ik zou het echt verkeerd vinden om bij alles te anticiperen op
mogelijke problemen. Volgens mij zijn er minstens zoveel voorbeelden te noemen,
misschien zelfs meer, van probleemloze plekken. Het gaat mij gewoon veel te ver
om daarop te anticiperen.
De
heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik denk dat de bewoners van het Bastiaanplein u
dankbaar zijn voor deze uitspraak.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. De posities zijn zo ongeveer ingenomen.
Die zullen niet veel meer veranderen. Ik houd het dus hierbij.
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter. Ik zeg nog graag tegen de heer Van Tongeren dat mensen
die alcohol gebruiken, of misbruiken, meer overlast veroorzaken dan mensen die
blowen. Zij zijn in elk geval een stuk luidruchtiger. Volgens mij heeft de
wethouder in de commissie toegezegd een gesprek aan te gaan met de C1000
aldaar. Het niet handhaven van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol aan
jongeren is naar mijn inschatting een groter probleem. Ik hoor graag van de
wethouder of dat gesprek inderdaad zal worden gevoerd.
Wethouder
KONING: Voorzitter. Ik vind het belangrijk voor de Handelingen om aan te geven
dat het college het onderwerp "overlast" serieus neemt. Op
bezorgdheid over overlast is op verschillende manieren gereageerd. Er wordt
bijvoorbeeld een gesprek gevoerd met de eigenaar van de C1000 en het toezicht
op het Bastiaanplein wordt versterkt. Daarnaast zijn er nog andere methodes,
maar die heb ik al aangegeven. Het college wil gevoelens niet wegwimpelen, ook
al denkt het college niet dat de situatie op het plein zal verslechteren met de
optimalisering van de inrichting. Anders had het college het voorstel niet
gedaan aan de raad.
De
heer VAN TONGEREN (CDA): Ik vind het heel mooi dat het college gaat praten met
de C1000, maar de verwachtingen van mijn fractie zijn niet al te hoog
gespannen. De breezers worden waarschijnlijk niet uit de schappen gehaald na
dat gesprek.
In
stemming komt amendement A-6.
De
VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De
heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Angst is een slechte raadgever. Ik steun dit
amendement niet.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Leefbaar Delft is voor bomen; die
verhogen de leefbaarheid. Bankjes doen dat ook. Wij hebben ook gepleit voor
bankjes op de Markt en die hebben geen overlast veroorzaakt. Wij steunen daarom
niet dit amendement.
Het
amendement wordt bij handopsteken verworpen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA,
de ChristenUnie/SGP en Stadsbelangen voor het amendement hebben gestemd.
In
stemming komt het voorstel.
Het
voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA,
de ChristenUnie/SGP en Stadsbelangen tegen het voorstel hebben gestemd.
168.
Voorstel tot vaststelling van de wijziging verordening voorzieningen politieke
ambtsdragers.
(Stuk 95 – 20277684)
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb een amendement ingediend.
De
VOORZITTER: Ja, dat is onderweg.
De
heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dit is best wel een leuk puntje om af te sluiten,
want misschien haal ik hiermee iets binnen. De laatste tijd is sprake van
bedreigingen en een grotere kans op politiek molest, waarbij raadsleden in
elkaar worden geslagen en schade ondervinden die door geen enkele verzekering
wordt betaald. Ook je huis kan beklad worden. Het college heeft zich wel
verzekerd. Ik wil in de verordening laten opnemen dat ook raadsleden verzekerd
zijn tegen dit soort schade, want die kan best wel eens fors zijn, bijvoorbeeld
in het geval van brandschade. Wij hebben nu ook heel veel toestanden met
rechtszaken en wij zijn niet verzekerd wanneer een burger ons aanklaagt. Wij
hebben immers geen rechtsaansprakelijkheidsverzekering. Daar kom ik later op
terug, maar ik vind dit belangrijk, ook gelet op de beveiligingswagens die door
de stad rijden en de beveiliger op de tribune. In dat licht beveel ik de raad
aan om een verzekering af te sluiten.
De
VOORZITTER: Door de fractie van Leefbaar Delft is het volgende amendement (A-3)
ingediend:
"De
gemeenteraad van Delft, bijeen op 28 juni 2007,
besluit
in de Verordening voorzieningen politieke ambtsdragers" het onderstaande
artikel 11c toe te voegen aan Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden:
'Artikel
11c Secundaire voorziening
Leden
van de raad zijn verzekerd tegen politiek molest door een van gemeentewege
afgesloten verzekering',
en
gaat over tot de orde van de dag."
Mevrouw
DEKKER (SP): Voorzitter, ik wil het amendement even kunnen lezen.
De
vergadering wordt van 23.47 uur tot 23.50 uur geschorst.
De
VOORZITTER: Ik heb zojuist ambtelijk contact gehad over enkele aspecten met
betrekking tot het amendement. Mij is gemeld dat aannemen van het amendement
zou leiden tot een kostenpost van 25 euro per jaar per raadslid. Het is nog
niet helemaal helder of dit ook kan voor commissieleden. Het zijn dus
overzienbare kosten. De wethouder Financiën meldt mij dat dit zou moeten worden
gedekt uit het budget voor de raad. Ik vermoed dat daarin dekking te vinden is.
In financieel opzicht lijkt dit dus een overzienbaar amendement. De raad moet
maar even afwegen of de raad dit wil.
In
stemming komt amendement A-3.
Het
amendement wordt bij handopsteken aangenomen.
De
VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de SP-fractie tegen het
amendement hebben gestemd.
In
stemming komt het gewijzigde voorstel.
Het
gewijzigde voorstel wordt zonder stemming aangenomen.
De
VOORZITTER: Wij hebben hard gewerkt. De stad kan weer een poosje vooruit. Wij
zien elkaar op 12 juli.
169. De vergadering wordt om 23.52 uur gesloten.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27
september 2007.
, voorzitter.
, griffier.