A C H T S T E
V E R G A D E R I N G
op donderdag 27 september 2007 om 18.00 uur.
Overzicht van de verhandelende
punten
|
|
Stuknr. |
|
|
|
|
|
183. |
Opening |
|
|
184. |
Verslag van de commissie onderzoek geloofsbrieven /
voorstel tot toelating van het nieuw benoemde raadslid, de heer J. van Pagée
tot lid van de raad van de gemeente Delft |
167 |
|
185. |
Installatie en beëdiging van de heer J. van Pagée |
|
|
186. |
Notulen |
|
|
187. |
van anderen ingekomen stukken |
|
|
188. |
Voorstel tot vaststelling van het jaarverslag en
jaarrekening 2006 Grotius College |
148 |
|
189. |
Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening 2006 van de Stichting
Librijn Openbaar Onderwijs |
147 |
|
190. |
Voorstel inzake sporthal Tanthof |
158 |
|
191. |
Voorstel inzake de verkoop Camerlingstraat 2 /
vaststelling van de 59e wijziging van de gemeentebegroting voor
het dienstjaar 2007 |
158 |
|
192. |
Voorstel inzake voortgangsrapportage bezuinigingsprogramma
2004-2008 / vaststelling van de 96e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
181 |
|
193. |
Voorstel tot vaststelling van de 3e Algemene
Raads Begrotingswijziging 2007 en de 70e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
146 |
|
194. |
Voorstel inzake bestedingsvoorstel EZH-gelden
“Armoedebestrijding en verkleinen instroom WAO” en vaststelling van de 99e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007. |
156 |
|
195. |
Voorstel tot vaststelling van de 4e Algemene
Raads Begrotingswijziging 2007 en de 95e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
160 |
|
196. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een
voorbereidingskrediet in het kader van het haalbaarheidsonderzoek van
nieuwbouw voor Combiwerk / vaststelling van de 93e wijziging van
de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
180 |
|
197. |
Voorstel inzake Rekenkamerrapport Verbonden partijen |
170 |
|
198. |
Voorstel inzake de energiestudie Spoorzone / vaststelling
van de 91e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
2007 |
173 |
|
199. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een bijdrage voor
het zuiveringsconcept Renier de Graaf ziekenhuis / vaststelling van de 90e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
174 |
|
200. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een bijdrage voor
duurzame technologie tour AfricAlive / vaststelling van de 89e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007. |
176 |
|
201. |
Voorstel inzake aanplant dikkere bomen in het landschapsplan
rondom Ikea / vaststelling van de 88e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
175 |
|
202. |
Voorstel tot wijziging van hoofdstuk 4 van de verordening
Stadsvernieuwing: te noemen de Subsidie Bedrijven Stedelijke Vernieuwing (SBS) 2006 |
179 |
|
203. |
Voorstel inzake Europese financiering waterplan Zuidpolder
van Delfgauw / vaststelling van de 84e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
178 |
|
204. |
Voorstel tot vaststelling van de gemeenschappelijke
regeling |
|
|
205. |
Voorstel tot instemming met de aanvraag
Vervolgsubsidieregeling BANS klimaatconvenant 2007 en het creëren van een voorziening
voor de te ontvangen subsidie en daartoe vast te stellen de 109e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
159 |
|
206. |
Voorstel inzake reactie op voorlopig ontwerp Regionaal
Milieuplan Haaglanden 2008 tot en met 2012 |
149 |
|
207. |
Voorstel tot vaststelling van een bijdrage uit de reserve
grote projecten Vastgoed voor het beheerplan Kunstwerken Delft 2007-2010 /
vaststelling van de 85e wijziging van de gemeentebegroting voor
het dienstjaar 2007 |
145 |
|
208. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor
de primaire ontsluiting Hoornse Zoom / vaststelling van de 19e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
143 |
|
209. |
Voorstel tot instelling van een reserve onderhoud openbare
ruimte: verlichting |
154 |
|
210. |
Voorstel inzake bestedingsvoorstel LVVP budget,
infrastructuur TU-Noord / vaststelling van de 30e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
168 |
|
211. |
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend
krediet ten behoeve van de realisatie van een watertaxi / vaststelling van de
102e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007 |
155 |
|
212. |
Initiatiefvoorstel PvdA en VVD: Delft maakt werk van water |
172 |
|
213. |
Benoeming van een bestuurlijke vertegenwoordiging in de
gemeenschappelijke regeling Avalex |
142 |
|
214. |
Voorstel ontheffing te verlenen aan/het benoemen van
(plaatsvervangend) leden in de commissies Wijk, Verkeer & Beheer, Wonen,
Integratie, Jeugd, Zorg & Onderwijs, Economie, Milieu, Cultuur &
recreatie en in de Rekeningencommissie |
171 |
|
215. |
Interpellatieverzoek van de fracties van de PvdA,
Stadsbelangen, ChristenUnie/SGP, Leefbaar Delft, SP en D66 inzake het
Vermeercentrum |
|
|
216. |
Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting
2008-2011 en door middel van deze vaststelling:
|
157 |
|
217. |
Benoeming van een bestuurlijke vertegenwoordiging in de
gemeenschappelijke regeling Avalex |
142 |
|
218. |
Voorstel ontheffing te verlenen aan/het benoemen van
(plaatsvervangend) leden in de commissies Wijk, Verkeer & Beheer, Wonen,
Integratie, Jeugd, Zorg & Onderwijs, Economie, Milieu, Cultuur &
recreatie en in de Rekeningencommissie |
171 |
|
219. |
Voorstel inzake parkeerregulering op zondag en
vaststelling van de 107e wijziging van de gemeentebegroting voor
het dienstjaar 2007 |
165 |
|
220. |
Voorstel tot vaststelling van het ontwikkelingsplan
Sporthal Buitenhof en omgeving |
150 |
|
221. |
Voorstel inzake evaluatie bomenbeleid |
144 |
|
222. |
Voorstel tot vaststelling van het voorbereidingsbesluit
Surinamestraat 1 |
169 |
|
223. |
Voorstel inzake investeringsbegroting nieuwe stadskantoor |
153 |
|
224. |
Interpellatie inzake het Vermeercentrum |
|
|
225. |
Sluiting |
|
|
Voorzitter: de heer mr. drs. G.A.A.
Verkerk, burgemeester.
Aanwezig zijn: de heren De Bie, Blinker, Bot, Clason, Damen,
Van Doeveren, mevrouw Van Empel, de heren Guldemond en Harpe, mevrouw Van der
Hoek, mevrouw Van Holst, mevrouw De Jong, mevrouw Junius, de heren Keuvelaar,
Kiela, De Koning, Kroon, Van Leeuwen, Meuleman en Mousavi Gourabi, mevrouw
Norbruis, de heren Van Pagée, De Prez, mevrouw Van Rossum, de heer Sipkema,
mevrouw Steffen, de heer Stoelinga, mevrouw Stolker, de heren Stoop, Tas, Van
Til, mevrouw Thoolen, de heren Van Tongeren en Vokurka, mevrouw Van der Werf,
de heren De Wit en Witsenboer.
Raadsgriffier: mevrouw Y. van
Delft
183. De VOORZITTER: Ik open de
vergadering.
Eventuele hoofdelijke stemmingen
beginnen vandaag bij nr. 7, mevrouw Van Rossum.
Met kennisgeving afwezig is
mevrouw Dekker, maar daar gaan wij straks vervanging voor plegen.
Vanavond zijn uitgereikt: een
definitieve bespreekagenda, een definitieve hamerstukkenagenda, een definitieve
lijst ingekomen stukken, een definitieve lijst stukken in leesmap, een memo van
wethouder Koning inzake kosten gratis maken Laan van Vollering, behorend bij
stuk 165 (parkeerregulering op zondag), een gewijzigd stuk 165 I en II
(parkeerregulering op zondag), een gewijzigde 107e
begrotingswijziging behorend bij stuk 165 (parkeerregulering op zondag).
Ik benoem tot leden van het
stembureau de heer De Bie (voorzitter), mevrouw Norbruis en de heren Keuvelaar
en De Koning.
Met betrekking tot de agenda wil
ik, ook ten behoeve van de mensen op de publieke tribune, iets zeggen over de behandeling
van het interpellatieverzoek over het Vermeercentrum. Wij denken dat daar
publieke belangstelling voor is. Ik denk dat u een beetje wilt weten wanneer
dat aan de orde komt. De fractievoorzitters vinden het belangrijk dat de
interpellatie vanavond aan bod komt. Het reglement zegt dat een interpellatie
achteraan in de agenda moet, maar wij weten niet zeker of wij het vandaag
halen. Daarom stel ik voor dat wij om 22.30 uur het agendapunt dat dan
behandeld wordt, afwerken en dat de interpellatie onmiddellijk daarna komt.
Iedereen die belangstelling heeft de interpellatie, kan dan om 22.30 uur
terugkeren. Dan maken wij het agendapunt af waarmee wij op dat moment bezig
zijn en dan komt de interpellatie. Dan kunt u intussen iets moois gaan doen
voor Delft.
Daartoe wordt besloten.
184. Verslag van de commissie
onderzoek geloofsbrieven/voorstel tot toelating van het nieuw benoemde
raadslid, de heer J. van Pagée tot lid van de raad van de gemeente Delft.
(167
– 20329288)
De VOORZITTER: Stemt de raad in met
de rapportage van de commissie onderzoek geloofsbrieven?
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Voorzitter. Ik wil een korte stemverklaring afleggen. Met deze beëdiging gaan
nu direct twee raadsvergoedingen van de gemeente Delft naar de partijkas van de
SP. Dat is niet de bedoeling van de regeling. Ik vind dat de SP dan profiteert
van het feit dat …
De VOORZITTER: Mijnheer De Wit,
dit punt heeft geen betrekking op de geloofsbrieven. Dit is een ander
agendapunt. U bent dus buiten de orde.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Welk agendapunt is dat dan?
De VOORZITTER: Als u iets wilt
zeggen over de geloofsbrieven, moet u dat doen, maar wij gaan niet praten over
zaken aangaande de administratieve verwerking van de raadsvergoedingen. Dat is
een ander agendapunt; dat moet u op een ander moment doen.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Ik heb een stemverklaring bij de benoeming van een nieuw SP-raadslid dat een
ziek SP-raadslid vervangt.
De VOORZITTER: Die stemverklaring
is niet van de orde.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Ik heb een brief van de VNG, waaruit blijkt dat ik het recht heb om mijn mening
te geven.
De VOORZITTER: Mijnheer De Wit,
het spijt me, maar u bent buiten de orde. Anders ga ik dat ordeverzoek aan de
raad voorleggen.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Leg dat verzoek maar aan de raad voor. Ik wil een korte stemverklaring
afleggen.
De VOORZITTER: Vindt de raad dat
wij over dit soort dingen kunnen praten?
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik
had eigenlijk gehoopt dat het niet nodig zou zijn, maar als ik de heer De Wit
ermee gerust stel, wil ik zeggen dat wij het geld, dat wij niet kunnen weigeren
…
De VOORZITTER: Wij gaan niet over
de raadsvergoedingen praten. Is de raad het daarmee eens? Wie is daartegen? Dat
is geen meerderheid.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Wat is er nou in stemming? Ik weet niet wat uw voorstel is.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen):
Voorzitter. De heer De Wit wees op een verordening. Ik ben dus wel nieuwsgierig
wat daarin staat. Ik ken die verordening niet en ik zou het vervelend vinden
als ik nu ergens tegen stem waar de heer De Wit wellicht wel recht op zou
hebben. Ik zou u dus toch willen verzoeken om te onderzoeken wat de heer De Wit
bedoelt, voordat wij hier een besluit nemen waarna later blijkt dat hij dit wel
had mogen doen.
De VOORZITTER: Het spijt mij,
mijnheer Meuleman, maar ook dat is buiten de orde. Wij praten gewoon over
geloofsbrieven. De heer De Wit wil een stemverklaring afleggen die niet over
geloofsbrieven gaat. Dat is dus niet aan de orde. Ik verzoek de heer De Wit dus
om dat niet te doen.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Niet alleen de geloofsbrieven zijn aan de orde, maar ook de beëdiging en de
installatie.
De VOORZITTER: Nee, het spijt me.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Het is een voorstel aan de raad. Ik vind daarom dat ik dit recht heb. De heer
Sipkema wil daar ook op reageren.
De VOORZITTER: Nee, het is een
juridisch gebonden besluit. Het gaat uitsluitend over de geloofsbrieven en niet
over andere zaken. U moet uw punt op een ander moment maken, misschien bij de
algemene beschouwingen, maar niet nu. Zullen wij afspreken dat u dat op een
ander moment doet?
De heer DE WIT (Leefbaar Delft):
Ik zie wel wat ik verder doe. Ik weet het nog niet, maar ik laat het hierbij.
De VOORZITTER: Goed, dank voor uw
medewerking. Het komt echt goed. Ik stel vast dat de raad akkoord gaat met de
rapportage van de commissie onderzoek geloofsbrieven. Wij kunnen de procedure
voor de benoeming nu dus vervolgen.
185. Installatie en beëdiging van
de heer J. van Pagée.
De VOORZITTER: Ik verzoek de bode
om de heer Van Pagée binnen te geleiden en ik verzoek iedereen om te gaan staan
voor de beëdiging. De heer Van Pagée legt de verklaring en belofte af. De
verklaring en belofte luidt:
“Ik verklaar dat ik, om tot lid
van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk onder welke naam of
voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik verklaar en beloof dat ik, om iets
in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of
enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik beloof dat ik getrouw zal zijn
aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid
van de raad naar eer en geweten zal vervullen.”
Hierna legt in handen van de
voorzitter de heer Van Pagée de verklaring en belofte af.
De VOORZITTER: U bent nu lid van
de raad. Van harte gefeliciteerd! Maak er wat moois van. Het is tijdelijk. Het
is dus een bijzondere situatie. Wij hebben begrepen dat Ingrid Dekker zo goed
als dat kan probeert beter te worden. Ik heb begrepen dat dat een zwaar gevecht
is. De griffier is op ziekenbezoek geweest. Vanaf deze plaats wensen wij Ingrid
Dekker heel veel sterkte en beterschap. Intussen weet ik dat u, mijnheer Van
Pagée, haar plek buitengewoon gemotiveerd zult innemen, zodat het werk van uw
fractie niet tekort wordt gedaan. Heel veel succes! Ook al is het tijdelijk,
het is toch ook een mooie stage!
186. Handelingen van de gemeenteraadsvergadering
van 28 juni 2007 + erratum en 12 juli 2007 + erratum.
De Handelingen worden ongewijzigd
vastgesteld.
187. Vaststelling van de wijze van
afdoening van ingekomen stukken.
NR |
DATUM |
AFZENDER |
ONDERWERP |
AFDOENINGSVOORSTEL |
85 |
Juli 2007 |
Ministerie van Binnenlandse ZakenHollaZZZlachtofferhulp NEderland |
Uitspraak Raad van State m.b.t. onafhankelijkheid
Rekenkamer(commissie) |
Voor kennisgeving aannemen |
86 |
11 juli 2007 |
Stadsgewest Haaglanden |
Faciliterende rol van Stadsgewest Haaglanden bij invoering
gratis OV |
Agenderen in vakcommissie (WVB) |
87 |
17 juli 2007 |
Stichting Vrije Recreatie |
Problematiek grootschalige recreatie afwentelen op
kleinschalige recreatie |
Voor kennisgeving aannemen (brief eveneens aan college
gezonden) |
88 |
13 juli 2007 |
Evenementen-commissie |
Afschrift brief aan wethouder Merkx over ongenoegen gang
van zaken evenementen-beleid |
Betrekken bij de vaststelling van het evenementenbeleid |
89 |
15 juli 2007 |
Stichting Taalverdediging |
Andere, Nederlandse, benaming voor inzamelingsproject
plastic flessen i.p.v. de voorgestelde Engelse |
Agenderen in vakcommissie (EMCR) |
90 |
18 juli 2007 |
Stadsgewest Haaglanden |
Mededeling dat het Stadsgewest geen opmerkingen heeft bij
bestemmingsplan Zuidwest 2 |
Voor kennisgeving aannemen |
91 |
15 augustus 2007 |
Gemeente Leidschendam-Voorburg |
Discussienotitie Middenbestuur |
Voor kennisgeving aannemen |
92 |
30 juli 2007 |
Sportfondsen-Delft BV |
Jaarverslag 2006 |
Voor kennisgeving aannemen |
93 |
20 juli 2007 |
College van B en W |
Afschrift brief aan KNNV over poel Zuidplantsoen |
Agenderen in vakcommissie (RO) |
94 |
Juli 2007 |
Stadsgewest Haaglanden |
PR jaarverslag 2006 Burgers in beeld |
Voor kennisgeving aannemen |
95 |
1 augustus 2007 |
Ministerie van VROM |
Brochure “inzicht in antennebeleid” |
Voor kennisgeving aannemen |
96 |
31 juli 2007 |
Stichting Platform Keelbos |
Voorbereidings-verkeersbesluit Rijksstraatweg / HOP Ruyven |
Voor kennisgeving aannemen (brief eveneens aan college
gezonden) |
97 |
|
Aantal: 6 |
Reacties bestemmingsplan Zuidwest deelgebied 2 |
T.z.t. betrekken bij raadsvoorstel terzake |
98 |
8 augustus 2007 |
Platform Detailhandel Nederland |
Herhaald verzoek om in de APV het “rooftas”- artikel op te
nemen |
Agenderen in vakcommissie (WVB). Betrekken bij jaarlijkse
update APV. |
99 |
20 juli 2007 |
J.L.T. Groneman |
Reactie op antwoord gemeente inzake pand Van
Leeuwenhoeksingel 5 |
Voor kennisgeving aannemen Reactie gemeente is ter
kennisname aan de cie RO gezonden |
100 |
17 augustus 2007 |
Actiegroep “Delft zegt nee tegen bovengronds 380 kV” |
Verzoek om financiële bijdrage ondergrondse aanleg 380 kV
verbinding |
Agenderen in vakcommissie (RO) Brief is door afzender eveneens separaat aan raadsleden
gezonden |
101 |
21 augustus 2007 |
Provincie Zuid Holland |
Verzoek om geïnformeerd te worden over beperking
financiële risico’s m.b.t. lening aan Parking Delft BV |
Doorverwijzen naar college van B en W |
102 |
7 augustus 2007 |
Provincie Zuid Holland |
Reactie op jaarrekening 2006 |
Doorverwijzen naar college van B en W |
103 |
27 juli 2007 |
Raad van State |
Informatieverzoek m.b.t. voortgang proces |
Doorverwijzen naar college van B en W |
104 |
6 juli 2007 |
Brandweer Haaglanden |
Bestuurlijk Informatiebulletin |
Voor kennisgeving aannemen |
105 |
7 september 2007 |
M. den Boer, omwonenden zeepfabriek Bousquet |
Toekomst autovrije Hoefijzersteeg |
Voor kennisgeving aannemen (betreft afschrift brief aan B
en W) |
106 |
11 september 2007 |
Raad van State |
Informatieverzoek m.b.t. voortgang proces |
Doorverwijzen naar college van B en W |
107 |
29 augustus 2007 |
Gemeenteraad Den Haag |
Verzoek tot het reageren op de profielschets voor de
nieuwe burgemeester van Den Haag |
Doorverwijzen naar Delftse delegatie Haaglanden |
108 |
4 september 2007 |
Familie Camijn, Hotel de Kok |
Brief over voortzetting Hotel de Kok |
Reeds betrokken in de rondvraag van de commissie RO van 6
september jl. |
109 |
10 september 2007 |
Raad van State |
Informatieverzoek m.b.t. voortgang proces |
Doorverwijzen naar college van B en W |
110 |
9 september 2007 |
Inspectie Werk en Inkomen |
Rapport “Vallen en Opstaan” |
Voor kennisgeving aannemen |
111 |
18 september 2007 |
Raad van State |
Informatieverzoek m.b.t. voortgang proces |
Doorverwijzen naar college van B en W |
112 |
19 september 2007 |
VNO-NCW West |
Brief over referendumverordening |
Reeds betrokken bij commissie Extern op 25 september 2007 |
113 |
14 september 2007 |
Stadsgewest Haaglanden |
Afschrift brief m.b.t. aanbesteding busnet Haaglanden |
Voor kennisgeving aannemen |
114 |
4 september 2007 |
Politie Haaglanden |
Conceptbegroting 2008 |
Voor kennisgeving aannemen |
115 |
21 september 2007 |
mevrouw H. van de Gevel |
Afschrift brief aan wethouder Rensen |
Doorverwijzen naar college van B en W |
116 |
17 september 2007 |
Mevr. R. van Groningen |
Klacht uitvoering Wmo, indicatiestelling CIZ |
Doorverwijzen naar college van B en W |
117 |
23 september 2007 |
Belangenvereniging Onze Indische Buurt |
Reactie op raadsvoorstel Voorbereidingsbesluit
Surinamestraat 1 |
Betrekken bij de behandeling van agendapunt 5 |
118 |
25 september 2007 |
Stichting Vrienden van Vermeer |
Brief m.b.t. positie van het Vermeercentrum |
Betrekken bij het interpellatiedebat terzake |
De heer HARPE (VVD): Voorzitter.
Stuk 102 betreft een reactie van de provincie op onze jaarrekening 2006. Daar
zijn wij wel nieuwsgierig naar. Mijn verzoek is om die reactie van de provincie
naar de commissie Bestuur en Werk te zenden.
De VOORZITTER: De
commissievoorzitter knikt. Dat is dus goed, mijnheer Harpe.
Mevrouw JUNIUS (CDA): Voorzitter.
Stuk 88 is een brief van de evenementencommissie. Ik zou graag willen dat die brief
behandeld wordt in de commissie EMCR.
De VOORZITTER: De
commissievoorzitter vindt dat goed. Dat doen we.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Voorzitter.
Ik vraag aandacht voor de omschrijving van de inhoud van de ingekomen stukken.
De omschrijving van de stukken 106 en 109 is bijvoorbeeld hetzelfde, maar de
stukken zijn beslist verschillend. Ik zou dus heel graag willen dat er voortaan
iets meer van de inhoud wordt vermeld.
De VOORZITTER: Wij nemen dat mee.
Wij zullen het ook nog wel even neerleggen in het Presidium.
Met inachtneming van het gestelde over de stukken 88 en 102
wordt overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
Vaststelling hamerstukkenagenda.
188. Voorstel tot vaststelling van
het jaarverslag en jaarrekening 2006 Grotius College.
(Stuk
148 – 20308888).
189. Voorstel tot vaststelling van
de jaarrekening 2006 van de Stichting Librijn Openbaar Onderwijs.
(Stuk
147 – 20308884)
190. Voorstel inzake sporthal Tanthof.
(Stuk 158
– 20319943).
191. Voorstel inzake de verkoop
Camerlingstraat 2 / vaststelling van de 59e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
151 – 20280456).
192. Voorstel inzake
voortgangsrapportage bezuinigingsprogramma 2004-2008 / vaststelling van de 96e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
181 – 20306739).
193. Voorstel tot vaststelling van
de 3e Algemene Raads Begrotingswijziging 2007 en de 70e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
146 – 20306646).
194. Voorstel inzake
bestedingsvoorstel EZH-gelden “Armoede bestrijding en verkleinen instroom WAO”
en vaststelling van de 99e wijziging van de gemeentebegroting voor
het dienstjaar 2007.
(Stuk
156 – 20308828).
195. Voorstel tot vaststelling van
de 4e Algemene Raads Begrotingswijziging 2007 en de 95e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
160 – 20321435).
196. Voorstel tot het beschikbaar
stellen van een voorbereidingskrediet in het kader van het
haalbaarheidsonderzoek van nieuwbouw voor Combiwerk / vaststelling van de 93e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
180 – 20301594).
197. Voorstel inzake
Rekenkamerrapport Verbonden partijen.
(Stuk
170 - 20290797).
198. Voorstel inzake de
energiestudie Spoorzone / vaststelling van de 91e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
173 – 20297457).
199. Voorstel tot het beschikbaar
stellen van een bijdrage voor het zuiveringsconcept Reinier de Graaf ziekenhuis
/ vaststelling van de 90e wijziging van de gemeentebegroting voor
het dienstjaar 2007.
(Stuk
174 – 20300939).
200. Voorstel tot het beschikbaar
stellen van een bijdrage voor duurzame technologie tour AfricAlive /
vaststelling van de 89e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk
176 – 20300941).
201. Voorstel inzake aanplant dikkere bomen in het
landschapsplan rondom Ikea / vaststelling van de 88e wijziging van
de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 175
– 20297018).
202. Voorstel tot wijziging van hoofdstuk 4 van de
verordening Stadsvernieuwing: te noemen de Subsidie Bedrijven Stedelijke
Vernieuwing (SBS) 2006.
(Stuk 179
– 20292244).
203. Voorstel inzake Europese financiering waterplan
Zuidpolder van Delfgauw / vaststelling van de 84e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 178
– 20295909).
204. Voorstel tot vaststelling van de gemeenschappelijke
regeling archeologie Westland / vaststelling van de 83e wijziging
van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 177
- 20296618).
205. Voorstel tot instemming met de aanvraag
Vervolgsubsidieregeling BANS klimaatconvenant 2007 en het creëren van een
voorziening voor de te ontvangen subsidie en daartoe vast te stellen de 109e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 159
– 20321753).
206. Voorstel inzake reactie op voorlopig ontwerp Regionaal
Milieuplan Haaglanden 2008 tot en met 2012.
(Stuk 149
– 20309790).
207. Voorstel tot vaststelling van een bijdrage uit de
reserve grote projecten Vastgoed voor het beheerplan Kunstwerken Delft
2007-2010 / vaststelling van de 85e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 145
– 20306202).
208. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor
de primaire ontsluiting Hoornse Zoom / vaststelling van de 19e
wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 143
– 20300192).
209. Voorstel tot instelling van een Reserve onderhoud
openbare ruimte: verlichting.
(Stuk 154
– 20294600).
210. Voorstel inzake bestedingsvoorstel LVVP budget,
infrastructuur TU-Noord / vaststelling van de 30e wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 168
– 20251966).
211. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend
krediet ten behoeve van de realisatie van een watertaxi / vaststelling van de
102e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar 2007.
(Stuk 155
– 20301871).
Deze voorstellen worden
achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid
voor het afleggen van stemverklaringen.
Mevrouw STOLKER (PvdA):
Voorzitter. De PvdA-fractie zal stuk 5, de voortgangsrapportage
bezuinigingsprogramma 2004-2008, betrekken bij de discussie die wij voeren over
de bezuinigingen.
Mevrouw JUNIUS (CDA): Voorzitter.
Wij hebben een stemverklaring bij stuk 13, het beschikbaar stellen van een
bijdrage voor de tour AfricAlive. Wij vinden de beschikking een goede, maar wij
hebben in de commissie ook aangegeven dat wij het heel kwalijk vinden dat de
beschikking pas in de afgelopen commissievergadering aan de orde is geweest,
terwijl de desbetreffende mensen al op 6 juni vertrokken. Wij hebben de
wethouder dus met klem gevraagd om van tevoren beschikkingen te vragen. Daarom
zijn wij tegen dit voorstel.
212. Initiatiefvoorstel PvdA en VVD: Delft maakt
werk van water.
(Stuk
172)
De VOORZITTER: Volgens het reglement van orde
moeten wij dit initiatiefvoorstel gaan behandelen. Ik stel voor om dat op het
eind van de agenda te doen. Als wij dat vandaag halen, is dat mooi. Anders gaat
het anders.
Daartoe wordt besloten.
213. Benoeming van een
bestuurlijke vertegenwoordiging in de gemeenschappelijke regeling Avalex.
(Stuk
142 – 20300074)
214. Voorstel ontheffing te verlenen aan/het benoemen
van (plaatsvervangend) leden in de commissies Wijk, Verkeer en Beheer, Wonen,
Integratie, Jeugd, Zorg en Onderwijs, Economie, Milieu, Cultuur en Recreatie en
in de Rekeningencommissie.
(Stuk
171)
De VOORZITTER: De stembriefjes worden uitgereikt.
Ik stel voor om door te vergaderen gedurende de stemprocedure.
De behandeling van dit agendapunt wordt geschorst.
215. Interpellatieverzoek van de fracties van de
PvdA, Stadsbelangen, ChristenUnie/SGP, Leefbaar Delft, de SP, de VVD en D66
inzake het Vermeercentrum.
De VOORZITTER: Hier hebben wij het al over gehad.
De interpellatie komt na afhandeling van het om 22.30 uur aanhangige punt aan
de orde.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik
verzoek u om even te wachten totdat de stemmen zijn geteld, zodat ook de leden
van het stembureau terug zijn in de raadszaal voordat wij beginnen met de
behandeling van de Programmabegroting. Dat lijkt mij wel zo handig.
De VOORZITTER: De leden van het stembureau tellen
de stemmen in de raadzaal. Zij kunnen het debat dus meemaken. Dat lijkt mij dus
geen bezwaar.
216. Voorstel tot vaststelling van de
Programmabegroting 2008-2011 en door middel van deze vaststelling :
a. te bekrachtigen, dat de Programmabegroting
2008-2011 gehanteerd wordt als leidraad voor het uit te voeren beleid;
b. in te stemmen met het in 2008 ter uitvoering
brengen van de in de Programmabegroting 2008-2011 opgenomen
uitbreidingsinvesteringen voor de eerste jaarschijf;
c. in te stemmen met de (verdere) voorbereiding van
de in de Programmabegroting opgenomen grote projecten;
d. de risico’s zoals vermeld in de
Programmabegroting 2008-2011 te bevestigen.
(Stuk
157 – 20323128)
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Voorzitter, geacht
college, raadsleden, dames en heren. Voor ons ligt de Programmabegroting van
het college, een lijvig boekwerk, totdat je het doorleest. Dan blijkt het te
weinig om het lijf te hebben. Armoedig, vindt mijn fractie het. Ik mis durf,
leiderschap en daadkracht. Waarom? Er is geen visie.
Wij spreken, geachte raadsleden, van falen als de
schulden niet langer gedragen worden door het vermogen om ze in te lossen. Wij
en het college hebben een openstaande schuld of beter: een verplichting aan
alle Delftenaren. Hebben wij én het college het vermogen om ze in te lossen? Is
er richting aan dit beleid? Zien wij durf en daadkracht in de uitvoering? Durf,
daadkracht en visie vindt het CDA nauwelijks in uw begroting terug. Durft het
college eigenlijk wel voluit te gaan? Het trekt 2,3 miljoen euro voor nieuw
beleid uit; maar besteedt dat aan allerlei kleine postjes: 10.000 euro hier en
25.000 euro daar. Dat is geen beleid; dat zijn lapmiddelen. Lapmiddelen die
vooral gericht zijn op het oplossen van knelpunten in de eigen organisatie. Wat
hele en halve fte’s worden geplust en zo naait het college een lappendeken bij
elkaar. Krijgt Delft het warm van dit soort halfwassen beleidsvoering? Ik vind
dat u ons in de kou laat staan. Waarom durft u de invulling van het nieuwe
beleid niet aan de raad over te laten?
Nee, geachte raadsleden, dit is het niet. Ik geef
een paar voorbeeldjes. Grote bouwprojecten stagneren en de kosten dreigen de
pan uit te rijzen. Het groenbeleid snijdt geen hout; nog nooit zijn er zoveel
bomen gekapt als nu. De economische visie slaat de bal mis. De cultuurnota zegt
met veel woorden niets en doet nog minder.
Het gebrek aan daadkracht wordt pijnlijk duidelijk
bij de cruciale ontwikkelingsprojecten die nu lopen. Of eigenlijk: niet lopen.
Vijf van de zes grote projecten stagneren. De problemen zijn zo groot geworden
dat wij de oplossing niet meer volledig in eigen hand hebben. De herinrichting
van de simpele Ruys de Beerenbrouckstraat blijft maar aansleuren. De Spoorzone
lukt alleen goed als het Rijk bereid is om bij te springen. Bij de ontwikkeling
van Technopolis hebben wij de hulp van de Zuidvleugel nodig. Tramlijn 19 is ook
afhankelijk van Technopolis, waarvoor nog nauwelijks iets is uitgegeven. De
Koepoortgarage is vooral een studieobject voor ingenieurs en advocaten. Hoelang
moeten de bewoners nog met het gat bij de Koepoortbrug blijven zitten?
Natuurlijk zijn er juridische complicaties, maar waarom slaat het college niet
gewoon eens met de vuist op tafel? Een gemeente moet toch daadwerkelijk opkomen
voor haar bewoners en ondernemers? Wij hebben het gevoel dat het college vooral
kijkt naar de eigen risico’s, maar zwijgt over de risico’s van de gedupeerden.
Wij wilden die garage en daarom moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen. De
CDA-fractie stelt daarom een simpele schaderegeling voor die de omwonenden écht
helpt, zoals in Middelburg.
Dan is er de uitvoering van een complex project
zoals de Spoorzone. Ook dat spoort nog onvoldoende. Eén jaar vertraging en u
hebt nu nog maar nét de architect van het stadskantoor gekozen. Blijkbaar moet
u zich nog in de sector van de creatieve economie inwerken. Het CDA maakt zich
zorgen. Er is 540 miljoen euro beschikbaar en dat is inclusief de extra 20
miljoen euro van het Rijk. Wat als het niet lukt om die tunnel daarvoor te
bouwen? Dan zit Delft in een put van vele miljoenen. Zo duwt u de stad naar de
rand. Hoe denkt het college deze schuld in te lossen? Wat nu? Duimen dat het
Rijk toch met meer geld over de brug komt? De CDA-fractie zet zich daar graag
voor in, want wij vinden zo’n spoortunnel van het grootste belang voor Delft.
Ik wou dat ik hier kon stoppen, maar ook bij het
groen- en milieubeleid blijft het bestuurlijk akelig stil, nota bene mét
GroenLinks in het college! Gelukkig maken de burgers nog lawaai. Na een
referendum en protesten tegen de rücksichtsloze kap en de trieste herplant kan
een bomenbeleid plots wel, maar durf de bomen daarbij ongemoeid te laten en er
langs te graven! Natuurlijk kost dat meer, maar dan kies je en geef je als
college invulling aan het groenbeleid. Wij zullen dat ondersteunen door een
motie, want ook de burger gaat daarvoor en dan staan wij gewoon voor iets.
Waar staat u nu voor? Zelfs in het hoofdstuk
"economie" ontbreekt het aan durf en visie. Goed, de overheid kan de plaatselijke
economie niet voor 100% sturen, maar zij kan wel invloed uitoefenen met
beleidsinstrumenten, zoals bedrijventerreinen bouwen, de woningmarkt meer
differentiëren en met een gedegen armoedebeleid de sociaal zwakkeren omhoog
stuwen. Hadden wij dat armoedebeleid vorig jaar al niet een beetje
uitgestippeld? Wij wachten in spanning op de armoedenota, die wel in de
begroting is aangekondigd maar er nog altijd niet is. Vooruit, de schouders
eronder!
Maar dan lees ik dat het college voorrang geeft aan
de creatieve economie, terwijl onze stad wijd en zijd bekend staat om haar
technologische kennis. Gaat u echt die troeven van Delft naast u neerleggen? Er
moeten natuurlijk kansen worden gegeven aan de creatieve economie, maar waarom
zouden wij ons voluit profileren als creatieve dienstverlener? Dan lopen wij
als hele kleine achter Amsterdam en Rotterdam aan, die dit ook als een
speerpunt hebben benoemd. Die profileren zich al sinds 1995 op dit terrein.
Zo’n koerswijziging heeft op zich vrij weinig effect: per vestiging ongeveer
vier of vijf banen. Waarom durft het college niet voluit te kiezen voor
technologie en toerisme? Dat is onze kracht. Koester die! Delft is er nu al
groot in. Met een innoverende visie en een goede uitvoering kunnen wij daarin
nog verder groeien. Neem een bedrijf als Mapper Lithography met 150 werknemers.
Dat ontwikkelt zich op dit moment tot een wereldspeler van chipsfabricage,
overigens zonder hulp van de gemeente. Of spits je kenniseconomie toe op de
nanotechnologie; wij zien in dat verband publicaties over nieuwe vleugels. Dan
kan Delft daarbij aanhaken en groot worden vanuit haar kleine specialisme. Dan
maak je vooruitziende keuzes.
Zo wil het CDA nu al de mogelijke toekomstige
problemen in Voorhof aanpakken. Nú al een beleid uitstippelen om die wijk
straks veilig en leefbaar te houden. Nú denken over de ontwikkelmogelijkheden
van het oostelijke DSM-terrein. Wij zien hier een interessante woon- en
werklocatie, direct aan de binnenstad. Daar willen wij nu best al een budget
voor uittrekken. Alleen dan kom je de verplichting na die je aan de inwoners
van Delft hebt. Nee, geachte raadsleden, mijn fractie is niet enthousiast over
deze Programmabegroting. Het college beloofde Delft een beleid, maar slaagt er
onvoldoende in om dat hard te formuleren, laat staan er vertrouwen voor te
winnen en het door te duwen.
Kijk bijvoorbeeld ook eens naar uw cultuurnota
"Delft, meer dan blauw". Ik heb de begroting gelezen en daarin staat
nergens een concreet actieplan. Het is mij echt niet duidelijk wat het college
nu gaat doen. En dan hebt u het over de aanjaagfunctie van iedereen en met name
de TU. U legt de bal dus gewoon bij anderen. Hebben wij de TU dan aan een
touwtje? Heeft die niet heel andere belangen en prioriteiten dan de gemeente?
U praat en praat, eigenlijk twee jaar lang al.
Achter die overvloed aan woorden schuilt armoede. Want nu gaat u – lees ik –
"de zaak verder intern bekijken". Het cultuurbeleid wordt
verbureaucratiseerd en ligt op zijn gat. Een beetje zoals - jammer genoeg - het
Vermeercentrum.
Nu wij het toch over de schilder Vermeer hebben: ik
denk dat hij heel goed kan functioneren als een voorbeeld van wat het CDA wel
van een bestuur verwacht. Wat maakte Vermeers schilderijen zo uniek? De visie
die de man had. Hij hield het eenvoudig. Waar anderen opgingen in de barokke
stijl van de tijd, met veel dramatiek en tierelantijntjes, ging hij
vereenvoudigen. Hij schrapte detail na detail. Wat overbleef was het
wezenlijke. Een visie die wel perfect werd uitgevoerd.
De VOORZITTER: Mijnheer Van Doeveren, u moet
afronden.
De heer VAN DOEVEREN: Dank u; ik ben bijna aan het
eind.
En waren zijn schilderijen klein? Ja, zij zijn niet
zo groot. Toch geven zij de indruk van grootsheid. Waarom? Door de visie en de
perfecte uitvoering.
Het CDA wil meer doen dan "boe" roepen.
Daarom dienen wij een aantal moties en amendementen in die ons inziens kunnen
inspireren tot visie, durf en actie: meer structuur in het groenbeleid, een
scherper stadsprofiel met de nadruk op historie en technologie en meer actie en
regie in de grote projecten, met daadwerkelijke steun voor mensen die gedupeerd
worden. Dat vinden wij essentieel om het vertrouwen van de Delftse burger te
herwinnen. Ik dien zeven moties en vijf amendementen in.
De VOORZITTER: Door de CDA-fractie worden de
volgende moties (M7-2, M9-2, M10-6, M11-6, M12-1, M12-2 en M13-3) ingediend:
M7-2
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
in overweging nemende dat:
- in het programma Milieu en Duurzame
ontwikkeling de al jaren geldende ambitie wordt neergelegd om Delft te
ontwikkelen tot de meest duurzame stad, waarvoor eerst in 2008 daartoe nieuw
beleid wordt geformuleerd;
- andere
gemeenten al verder zijn met hun beleid in dit opzicht;
- Delft ernaar zou moeten streven om in
2010 als de groenste stad van Nederland bekend te staan (nu is dat Amersfoort);
- Delft
dus een inhaalslag moet gaan maken;
verzoekt het college van Burgemeester en
Wethouders, een concept van de duurzaamheidsvisie (pagina 97 van de
Programmabegroting) vóór juni 2008 aan de raad voor te leggen. Daarin zouden
onder andere de volgende elementen worden vervat. Het geeft een integrale visie
op de groene en blauwe structuur en formuleert gewenste ontwikkelingen voor
natuur, water, recreatie en cultuurhistorie. De visie zal dienen als
toetsingskader voor herstructureringsprojecten, infrastructurele projecten,
structuurvisies, bestemmingsplannen etc. Het zal bevatten een zo concreet
mogelijk uitvoeringsprogramma (met navenante doelstellingen) alsmede een
voorstel voor financiering en fasering. De visie zal gaan over de groene en
blauwe structuur van de stad zelf en de relaties met haar buitengebieden zoals
Midden-Delfland en Delftse Hout, die beiden geschikt zijn voor ecologische
ontwikkeling en recreatie. Daarnaast zal aandacht kunnen worden gegeven aan
onder andere de combinatie tussen de oude en de nieuwe wijken, onderwijs over
groen aan kinderen en jongeren, onderhoud, speelplekken voor de jeugd,
voorlichting en duurzaam bouwen,
en gaat over tot de orde van de dag."
M9-2
" De raad van de gemeente Delft, in
vergadering bijeen op 27 september en 8 november 2007,
in overweging nemende dat:
- reeds een aantal jaren de
(imago)focus van Delft 'Delft kennisstad' was, welke focus meer specifiek kan;
- nu ingezet wordt op de focus
'creatieve stad', wat gezien verscheidene publicaties en de inzet van andere
gemeenten (zoals Amsterdam) ook weinig specifiek is;
- er sprake is van een grote
aanwezigheid van instellingen en bedrijven in Delft met een technologisch
profiel, wat specifieker is dan zowel kennisstad als creatieve stad;
verzoekt het college, de focus op creatieve stad
bij te stellen naar technologie,
en gaat over tot de orde van de dag."
M10-6
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
draagt het college op, een regeling te onderzoeken
naar de mogelijkheden voor het vergoeden van de schade van omwonenden van de
bouwput van de Koepoortgarage. De regeling heeft de volgende opzet:
·
Bewoners dragen hun claims (rechten en plichten)
over aan de gemeente;
·
De gemeente vergoedt de geleden schade rechtstreeks
aan de omwonenden;
·
De gemeente verhaalt de schade op aansprakelijk te
stellen partijen.
Een vergelijkbare regeling is bij vergelijkbare
schade toegepast door de gemeente Middelburg,
en gaat over tot de orde van de dag."
M11-6
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
overwegende dat:
·
DSM de bedrijfsactiviteiten mogelijk zal
concentreren op het bedrijventerrein ten westen van de spoorlijn;
·
hiermee mogelijk een terrein direct grenzend aan de
binnenstad beschikbaar kan komen voor herontwikkeling;
·
dit gebied zich leent voor een hoogwaardig stedelijk
woon- en werkmilieu;
·
het aanwezige water in dit gebied zou kunnen worden
aangesloten op de nieuw aan te leggen singelgracht in het Spoorzonegebied;
verzoekt het college om een verkennende notitie op
te stellen, waarin de mogelijkheden voor herontwikkeling van het terrein
DSM-Oost worden geïnventariseerd en deze te bespreken in de commissie
Ruimtelijke Ordening,
en gaat over tot de orde van de dag."
M12-1
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
in overweging nemende dat:
- in Enschede en Almere met eigen
opdrachtgeverschap goede resultaten worden geboekt;
- daarbij
een veelvormiger woonomgeving ontstaat;
verzoekt het college om de mogelijkheden voor Delft
om in eigen opdrachtgeverschap te gaan bouwen te onderzoeken en daarover in de
relevante commissie te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag."
M12-2
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
overwegende dat het wenselijk is om in de nabije
toekomst in te spelen op een herstructurering van de wijk Voorhof;
besluit om ten laste van de post nieuw beleid voor
het Voorhof een bedrag van € 500.000 te reserveren. Het college kan zelf
beoordelen welke posten van het nieuw beleid het daarvoor wenst te schrappen,
en gaat over tot de orde van de dag."
M13-3
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
in overweging nemende dat:
- reeds een aantal jaren over de
Programmabegroting breed gedragen opmerkingen worden gemaakt over de
concreetheid van de doelstellingen;
- op dit terrein nog een slag te maken
valt, waarmee de inzichtelijkheid van de Programmabegroting kan worden
vergroot;
- een
andere instantie zoals de rekenkamer hierbij kan helpen;
- het nadrukkelijk niet de bedoeling is
dat nader wordt bekeken het proces van totstandkoming van de begroting en wat
van de begroting politiek inhoudelijk moet worden gevonden. Het gaat om de
Programmabegroting uitsluitend als product;
verzoekt de rekenkamer van Delft om de
Programmabegroting van 2008-2010 te onderzoeken met als centrale vraag 'in
hoeverre geeft de Programmabegroting 2008-2010 ten opzichte van die van
2007-2009 (meer) mogelijkheden tot sturing door de gemeenteraad?'. Van deze
hoofdvraag kunnen de volgende deelvragen worden afgeleid:
- Is de beschrijving van de relatie
tussen doelen, activiteiten en kosten verduidelijkt of duidelijk genoeg?
- Zijn de doelstellingen in voldoende
mate meer specifiek, meetbaar, realistisch en tijdgebonden (SMRT) geformuleerd?
Graag eventuele suggesties ten aanzien van
voormelde vragen,
en gaat over tot de orde van de dag."
De VOORZITTER: Door de CDA-fractie worden de volgende
amendementen (A10-1, A10-2, A10-3, A10-4 en A14-1) ingediend:
A10-1
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
in overweging nemende dat hierbij incidenteel
EZH-geld structureel wordt gemaakt wat niet de bedoeling was;
besluit stuk 157 II zodanig aan te passen dat het
nieuw beleid Programmering Bacinol Expo komt te vervallen,
en gaat over tot de orde van de dag."
A10-2
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
besluit pagina 131 onder het kopje 'mutaties van
baten en lasten in het programma' van Stuk 157 II zodanig aan te passen dat het
nieuw beleid Aanjaagfunctie Cultuurvisie alleen geldt voor 2008,
en gaat over tot de orde van de dag."
A10-3
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
in overweging nemende dat:
·
geld voor nieuw beleid wordt vrijgemaakt als er
plannen zijn gemaakt;
·
er tot nu toe ten aanzien van het cultuurjaar geen plannen
zijn gepresenteerd;
·
het dus logischer is om eerst die plannen af te
wachten, voordat er geld voor wordt gereserveerd;
besluit het programma Cultuur en Binnenstad van
Stuk 157 II zodanig aan te passen dat het nieuw beleid Cultuurjaar komt te
vervallen,
en gaat over tot de orde van de dag."
A10-4
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
besluit pagina 134 de eerste alinea van stuk 157 II
zodanig aan te passen dat het merkbeeld van Delft wordt samengevat in ‘historie
en technologie’: historie wordt vertegenwoordigd in de drie kernwaarden:
Vermeer, Oranje en Delfts blauw. Technologie wordt vertegenwoordigd in de
kernwaarden: technologie en innovatie,
en gaat over tot de orde van de dag."
A14-1
"De raad van de gemeente Delft, in vergadering
bijeen op 27 september en 8 november 2007,
besluit pagina 217 van Stuk 157 II zodanig aan te
passen dat het project Spoorzone wordt geclassificeerd als een project met de
risicoscore 'hoog',
en gaat over tot de orde van de dag."
Mevrouw STOLKER (PvdA): Voorzitter, leden van de
raad en college en aanwezigen op de publieke tribune. Er waait weer een linkse
wind door Nederland. Het is een sociale wind die waait. Generaal pardon,
stevige aanpak van probleemwijken, grenzen aan marktwerking in de zorg en de
laagste huurstijging in 25 jaar. Een kabinet dat onze lokale ambities
ondersteunt. De PvdA heeft heldere ambities over duurzame leefomgeving,
duurzame zorg en duurzame arbeidsmarkt. Duurzaamheid is voor de Partij van de
Arbeid in Delft: doen wat goed is voor nu en voor de toekomst. Zo is de aanleg
van de spoortunnel een flinke ingreep voor de stad. Dat kost veel geld en
brengt risico's met zich mee, maar op de langere termijn biedt het kansen.
Tegelijkertijd moeten wij zorgvuldig met geld omgaan. En dat allemaal voor nu
en voor straks.
De PvdA wil dat de leefomgeving duurzaam is. Dat
gaat veel verder dan mooie en goede huizen. De openbare ruimte tussen de
gebouwen bepaalt in hoge mate de duurzaamheid van wijken. Onze inwoners
waarderen een goede leefomgeving en wij verwachten dat het college hier stevig
op inzet bij nieuwe bouwprojecten. De PvdA kiest ervoor om ook voor de toekomst
woonwijken aantrekkelijk te maken en te houden. Dat kan soms betekenen dat er
ingrijpende maatregelen genomen moeten worden. Reacties van bewoners op
bestemmingsplannen hebben vaak betrekking op groen en invulling van de ruimte.
Het college steekt al extra geld in bomen, planten, plantsoenen en speeltuinen.
Dat is een goed plan, maar het groen in Delft is te versnipperd. Wij willen
graag dat het groen van de stad met elkaar verbonden wordt. Zo ontstaan groene
routes die dwars door de stad heen gaan. Deze routes moeten aansluiten op het
groen buiten onze stad.
Ook vindt de PvdA het belangrijk dat met
architectuurbeleid wordt gestart. Net als STIP willen wij graag het belang van
architectuur voor een hoogwaardige openbare ruimte onderstrepen. Met de
wethouder willen wij architectuurbeleid voor Delft, met meer samenhang tussen
architectuur en stedenbouw ter wille van een goede openbare ruimte. Er is meer
nodig dan een commissie voor Welstand en Monumenten, bijvoorbeeld een
stadsarchitect of een adviescommissie voor architectuur en stedenbouw.
De Delftse woningmarkt is nog steeds eenzijdig en telt
relatief veel goedkope huur en duurdere koopwoningen. Wij moeten dan ook
doorgaan met het differentiëren van de woningvoorraad. Randvoorwaarden zijn
daarbij het behoud van een behoorlijke basisvoorraad van goedkope huurwoningen
en het realiseren van voldoende betaalbare koopwoningen voor starters. De
bouwproductie blijft op dit moment achter. In de begroting wordt voorgesteld om
een aanjaagteam in te stellen. Wij verwachten dat het aanjaagteam voldoende
mandaat krijgt om de bouwproductie te halen. De PvdA weet dat de gemeente in
gesprek is met de corporaties om tot een duurzame volkshuisvesting te komen.
Wij willen in de Woonvisie naast intenties voor duurzaam energie- en
materiaalgebruik ook maatregelen terugvinden om te komen tot een duurzame
leefomgeving. In de krant is de afgelopen maanden het beeld gewekt dat
woningbouwcorporaties onvoldoende bereid zijn om bij te dragen om de omgeving
schoon, heel en veilig te houden. Dit is niet het beeld dat wij hebben van onze
Delftse corporaties. Onze corporaties investeren flink in Delft, zowel in het
cement tussen stenen als in het sociale cement tussen bewoners. De
ontwikkelingen in de Poptahof maar ook projecten zoals buurtbemiddeling en
begeleid wonen voor jongeren zijn hier sprekende voorbeelden van.
De toename van de mobiliteit is op zich geen
probleem, maar de toename van de automobiliteit wel. Daarom stimuleren wij het
gebruik van de benenwagen, de fiets en het openbaar vervoer. De PvdA wil dan
ook dat het openbaar vervoer duurzamer wordt. Zo willen wij dat tramlijn 37
naar Wateringseveld wordt aangelegd en niet het alternatief: een busverbinding.
Het is goed dat het college voortvarend bezig is met energiezuinige bussen. Het
verbaast de PvdA wel dat er nog steeds geen milieuzone is ingesteld om vervuilend
vrachtverkeer te weren uit de binnenstad en mogelijkheden te onderzoeken van
andere bevoorradingssystemen. Hiermee zou de gemeente een bijdrage kunnen
leveren aan een beter woonklimaat in de stad.
Milieu is hot, ook bij dit kabinet. Het lijkt erop
dat wij van de regering de subsidie voor zonnepanelen terug krijgen. De PvdA is
daar zeer verheugd over. Wij verwachten van het college dat het, als die
subsidie weer beschikbaar komt, dit volop onder de aandacht van de Delftse
burger brengt en dat het bij nieuwe bouwprojecten actief stuurt op de
toepassing van zonne-energie.
De vraag naar zorg neemt toe. Dat komt onder andere
door de vergrijzing, maar het wordt ook merkbaar dat buren, scholen, huisartsen
en attente inwoners steeds meer oog en oor krijgen voor wie ondersteuning en
zorg nodig heeft. De WMO, de Wet maatschappelijke ondersteuning, legt veel
verantwoordelijkheid voor zorg en ondersteuning bij de gemeente. Jammer genoeg
kunnen wij niet rekenen op 100% vergoeding van het Rijk voor alle zorg die wij
onze inwoners moeten en willen bieden. Daar moet geld bij en dat betekent
keuzes maken: welke zorg bieden wij de inwoners voor welke prijs? Wij letten
daarbij niet alleen op de prijs: kwaliteit is voor ons minstens even
belangrijk.
Zorg valt of staat met de mensen die de zorg
verlenen. Wij moeten zuinig zijn op het personeel in de zorg, op jongeren die
belangstelling hebben om te werken in de zorg, op vrijwilligers en
mantelzorgers en op de samenwerkingsverbanden die in de stad ontstaan zijn.
Jongeren zonder startkwalificatie worden door het college gestimuleerd om naar
school of aan het werk te gaan. De inspanningen van het college om jongeren ook
voor werk in de zorg te interesseren, zoals het JAZO-project, waarderen wij
zeer. Wij verwachten van het college ook in Haaglandenverband inspanningen om
meer jongeren voor werk in de zorg te interesseren, met name op mbo-plus en
hbo-niveau. Dat is hard nodig. Een schrijnend voorbeeld is de jeugdzorg: er is
wel geld om jongeren met problemen te helpen, maar er is onvoldoende personeel
om tijdig die hulp te verlenen. Waardering heeft de PvdA voor de vrijwilligers
en mantelzorgers. Initiatieven zoals Burenhulpprojecten en de vrijwilligerspool
juichen wij toe.
Een duurzame arbeidsmarkt begint al op de
basisschool. Het gekozen opleidingsniveau en de gekozen richting is bepalend
voor je toekomst. Deze keuzes worden in sterke mate bepaald door het gezin en
de etniciteit. De consequentie daarvan kan zijn dat kinderen niet op de school
terechtkomen die past bij hun talenten. Dit probleem is niet makkelijk
oplosbaar maar wordt wel aangepakt door middel van “schakelklassen” en
“ouderparticipatie”. Bij een duurzame arbeidsmarkt hoort ook een duidelijk
economisch profiel. Delft moet zich onderscheiden van andere steden om zich nationaal
en internationaal te kunnen positioneren. De toekomst van Delft ligt in het
water. Samen met andere partijen hebben wij het initiatiefvoorstel "Delft
maakt werk van water" ingediend. Dit is het goede moment, vanwege de grote
aandacht voor waterbeheersing in de hele wereld en het feit dat Delft hierin al
een zeer prominente rol speelt. Uitvoering van het voorstel betekent dat water
een rode draad wordt van het Delftse profiel. Het voorstel bevat veel concrete
acties die hieraan moeten bijdragen. De PvdA verwacht aan het eind van dit jaar
een plan van aanpak. De eerste resultaten moeten al in 2008 zichtbaar zijn.
Kortom, de PvdA geeft prioriteit aan leefomgeving,
zorg en arbeidsmarkt. In de Programmabegroting zijn deze ambities, soms
versnipperd, terug te vinden. Wat ontbreekt, zijn heldere keuzes. Waar liggen
voor dit college het komende jaar de prioriteiten? Dit college lijkt alles te
willen en dat is nobel, maar dat lukt zelden. In de Kadernota kreeg de raad
heldere thema's voorgelegd waar voor het college de prioriteiten liggen. Deze
thema's kon de PvdA niet goed terugvinden in de begroting. Ook mist de PvdA de
invulling van de bezuiniging. Vorig jaar heeft de PvdA meerdere malen gevraagd
om opheldering over bezuinigingen voor 2007 die niet werden gehaald of
ingevuld. In het coalitieakkoord hebben wij gezegd dat wij ruimte willen maken
voor nieuw beleid door oud beleid in te leveren. Nu zijn wij 1,5 jaar verder en
het college stelt het maken van dit soort lastige keuzes voor de tweede keer
uit. Geld voor nieuw beleid wordt gevonden in verwachte meevallers uit het
Gemeentefonds. De PvdA wil liever een discussie voeren over welke initiatieven
wij prioriteit geven. Stel het maken van keuzes niet langer uit. De PvdA is
tegen bezuinigingen bij instellingen waar veel vrijwilligers werken. Ook
initiatieven die niet voldoen aan de vooraf gestelde doelstellingen, zouden
tegen het licht gehouden moeten worden: willen wij daarmee doorgaan of niet?
Dat is keuzes maken. Wij willen immers een gezonde gemeenteportemonnee, voor nu
en voor straks.
Het kabinet heeft veertig wijken bestempeld als
krachtwijken waar extra geld heen moet om de wijk om te vormen tot krachtwijk.
Delft ligt tussen negen van deze krachtwijken maar Delft zelf heeft er geen.
Dat is de kracht van Delft, want wij kijken vooruit, investeren in
leefomgeving, zorg en arbeidsmarkt. En dat doen wij samen: college, raad,
ondernemers, instellingen en vooral ook de inwoners van onze stad.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Voorzitter en geachte
aanwezigen. De VVD wil nog meer kwaliteit en daadkracht bij de ambitie van deze
coalitie! Ambitieus is het college. Er staat weer een fors deel van het
coalitieakkoord op het programma en er is een gezonde financiële huishouding
met ook nog rijksgeld in het verschiet.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Mag ik een
verduidelijkende vraag stellen?
De VOORZITTER: Nu al?
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Mevrouw Steffen begon
met een heel interessante opening.
De VOORZITTER: Toe maar.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Zij zei dat zij meer
kwaliteit in het college wil. Wat bedoelt zij daarmee?
Mevrouw STEFFEN (VVD): Nee, meer kwaliteit bij de
ambitie van de coalitie. U moet luisteren naar wat ik zeg, want dat scheelt een
hoop tijd.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Ik vroeg het mij af en ik
dacht: ik vraag het even.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Ik zal het straks nog een
keer zeggen; dan blijft het misschien hangen.
De VVD-fractie is best tevreden. Hierbij moet wel
worden opgemerkt dat de beroemde "bolletjeslijst" uit de vorige
collegeperiode node wordt gemist. Aan de hand van die lijst was snel te
controleren of werd voldaan aan de verwachtingen. Nu moet er goed gezocht
worden. De opstelling en de tekst van de begroting zijn hier debet aan. Nog
steeds is niet de systematiek van dit jaar die van het vorige. Nog steeds is
één op één vergelijken niet mogelijk. De uitleg was dermate onduidelijk dat een
fors aantal vragen door ons zijn gesteld. Dat was niet de bedoeling, maar een
stuk dat je niet begrijpt, kun je niet vaststellen. Wij vragen dus aandacht
voor leesbaarheid, vergelijkbaarheid en meetbaarheid van de begroting, met goed
leesbare tabellen met de cijfers en beoogde resultaten van dit jaar versus het
vorige begrotingsjaar. Nog te vaak is het voorgenomen beleid niet
kwantificeerbaar en meetbaar. Voorbeeld: hoeveel woningen realiseert u boven
winkels? Hoeveel meter straat wordt geasfalteerd? Ook zitten wij niet te
wachten op mededelingen dat een team actief is en het afgelopen jaar - let wel
- een site heeft geproduceerd.
Zoals gezegd: de VVD-fractie is tevreden, maar dit
wil niet zeggen dat er geen wensen meer zijn. Die zijn er wel degelijk en die
hebben vooral te maken met kwaliteit, ten eerste de kwaliteit van de openbare
ruimte. Delft wil aantrekkelijk zijn voor toeristen, bezoekers en de Delftenaren
zelf. Zorg voor mooie looproutes en verblijfsgebieden met voldoende bankjes en
prullenbakken. Laat een Delftse ontwerper eens iets verrassends verzinnen. Een
schone stad maakt onderdeel uit van de kwaliteit die wij willen uitstralen.
Schoonmaken is dan vanzelfsprekend. De VVD wil dat in het weekend en op
feestdagen een veegploeg beschikbaar komt die onder andere tussentijds
afvalbakken leegt en druk bezochte plekken veegt, in ieder geval voor de
binnenstad. Let wel: wat je in het weekend weghaalt, hoeft op maandag niet meer
te worden gedaan. Zoveel hoeft dit dus niet te kosten. Wij moeten het wel
willen; dat wel.
Graffiti kan kunst zijn, maar de Irenetunnel - onze
legale graffitiplaats - is geen visitekaartje voor de stad. De plannen om in
iedere wijk een plaats aan te wijzen waar kan worden "geoefend",
gecombineerd met de mogelijkheid bij bouwprojecten, ondersteunen wij. Blijft
staan het voorkomen van onbedoelde besmeuringen elders in de stad. Schoonmaken,
het liefst snel, is dan het devies. Wij pleiten voor een gezamenlijk abonnement
van bewoners, ondernemers en gemeente op een schoonmaakdienst die iedere week
en zo nodig op afroep ogenblikkelijk optreedt. Andere steden kennen dit
fenomeen al en het werkt!
Groen is belangrijk, maar soms lijkt in deze stad
niets anders aan de orde. Zorgvuldigheid bij en goede uitleg over voorgenomen
kap of verplaatsing kan veel onrust voorkomen. Vorig jaar kondigde de VVD aan
dat wij "de beuk erin willen". Dit wil zeggen: zoveel mogelijk groen
behouden en waar mogelijk bijplanten. Bomen zijn niet alleen aangenaam en mooi
om naar te kijken; zij zijn onze partners bij bestrijding van luchtvervuiling.
Een jonge boom kan niet direct een oude vervangen, zeker niet in dit opzicht.
Dan de kwaliteit van het woningaanbod. De VVD wil
in dit kader een evenwichtiger woningaanbod. Bouwplannen zullen worden
beoordeeld op voldoende woonmogelijkheden voor jongeren - en dan alle jongeren
- en aanwezigheid van duurdere huur- en koopwoningen. De op termijn vrijkomende
locatie De Staal leent zich prima voor een ambitieus en kwalitatief
aantrekkelijk hoogbouwproject in het luxe tot zeer luxe segment. De binnenstad
moet zoveel mogelijk door particulieren worden bewoond. Voorkom te veel
splitsing van grote panden in studentenwooneenheden.
Dit heeft alles te maken met de kwaliteit van de
binnenstad. De VVD roept het college ertoe op om een meer pro-actieve en
initiërende rol te spelen bij het verbeteren van die kwaliteit van de
binnenstad, in het bijzonder als het gaat om particuliere woningverbetering en
het realiseren en op peil houden van een afwisselend en kwalitatief hoogstaand
winkelaanbod. Niet nog meer winkelpanden gebruiken voor uitzendbureaus,
hypotheekshops of tandartsen. Met betrekking tot de
VastgoedOntwikkelingsMaatschappij zien wij graag meer tempo en zichtbare
resultaten. Een aanscherping van het FunctieLimiteringsSysteem is hard nodig.
Wij kunnen wat leren van Breda!
De VVD is blij met de versterking van de afdeling
economische zaken. Er kan nu extra aandacht uitgaan naar de kwaliteit van
ondernemen in de zo gewenste economische stadsvisie en het intensiveren van
contacten met in Delft gevestigde bedrijven en instellingen. Aantrekken van
nieuwe ondernemers is van belang, maar mag niet ten koste gaan van de aandacht
voor reeds in Delft gevestigde organisaties. Technopolis – inclusief Aquapolis
– moet voortvarend van de grond komen. De aanloop heeft lang genoeg geduurd.
Bijzondere aandacht verdient het verder opplussen van de buurtwinkelcentra.
Hierbij noem ik in het bijzonder de Van Foreestweg. Met de Harnaschpolder in
ontwikkeling is snelle aanpak gewenst.
Delft heeft onmiskenbaar een regiofunctie. Die
vereist een goede bereikbaarheid voor voetganger tot en met vrachtwagen,
kwaliteit van bereikbaarheid dus. De inzet om nog meer met de fiets naar de
binnenstad te komen, mondt uit in een woud van kriskras geplaatste fietsen, dit
tot groot ongenoegen van veel Delftenaren. Evenals de auto ware dit blik beter
onder de grond geparkeerd. De geplande graafwerkzaamheden bij de Nieuwe Kerk
geven hier eenvoudig gelegenheid toe. Combineren dus en neem gelijk de
terugkomst van de gracht aldaar mee. Een andere mogelijkheid is onder eventuele
nieuwbouw op de locatie van het oude postkantoor aan de Hippolytusbuurt.
Nu wij het toch over parkeren hebben: het summiere
onderzoekje van het college naar de haalbaarheid van een Noordgarage vermag
toch niet hét onderzoek te zijn? Bewoners, ondernemers en bezoekers van de
binnenstad smeken letterlijk al jaren om een oplossing aan de noordkant van het
centrum. Of die nu op de kop van het Noordeinde of op de Paardenmarkt moet
komen, dat hangt boven de markt. Er is bereidheid tot koop van een
parkeerplaats in deze garage. Ga eens na hoeveel belangstelling er voor deze
variant is en neem dan ook de mogelijkheid van ondergrondse garageboxen mee.
Ook bij de invoering van de WMO is voor de VVD
kwaliteit het leidende principe. Dit begint met de participatie. Wij stellen
een nieuwe, breed samengestelde raad van Delftenaren voor die zonder last of
ruggespraak met kennis van zaken over het brede WMO-veld gaat adviseren.
Creatief, innovatief en met gevoel voor een verantwoordelijke samenleving.
Binnen de WMO zal adequaat welzijnswerk een belangrijke rol spelen,
welzijnswerk gebaseerd op de vraag vanuit de doelgroepen en dus niet gebaseerd
op de maatschappijvisie van de opbouwwerker.
De vrijwilligers en mantelzorgers verdienen ons
respect, maar zeker ook onze steun. Een fatsoenlijke onkostenvergoeding en
eventuele training moeten tot de mogelijkheden behoren. En wat werk is, moet
als werk betaald worden. Het kan toch niet zo zijn dat je afhankelijk bent van
liefdadigheid als je senior bent of in je functies beperkt bent? Kwaliteit in
de zorg dus. Respijtzorg moet nu oplossing brengen om de overbelaste
mantelzorger te ontlasten. Actieve benadering van hen die zich niet melden is
nodig, waarbij wij jonge allochtonen speciaal noemen. Het kan toch niet zo zijn
dat hun schoolcarrière lijdt onder het automatisme van het geven van
mantelzorg?
Water en alles wat daarmee te maken heeft, hebben
grote aandacht van de VVD. Wij komen daar later op de avond nog over te
spreken. Op dit moment zeg ik dat de VVD een snelle ontwikkeling wil van de
verbreding van de Nieuwe Haven: een onderzoek naar de mogelijkheden voor een
hotel en een busparkeerplaats aldaar, alsmede vervoer van die plaats over het
water naar de binnenstad. Bij de ontwikkeling van Aquapolis, een onderdeel van
Technopolis, mag een oefenroeibaan nu eindelijk wel eens worden meegenomen.
En dan ons troetelkindje: het theater en de
kwaliteit van het gebouw. In het coalitieakkoord is een onderzoek aangekondigd.
Vooralsnog zijn nog geen resultaten bekend. Alvast een voorschotje: de VVD wil
geen lapmiddelen voor Theater de Veste om een kleine zaal van de grond te
krijgen. De VVD wil een ambitieuze aanpak om te komen tot een cluster van een
theater met een echt grote en kleine zaal alias congrescentrum en een
(congres)hotel, met een popcentrum alias discotheek eronder. Dat is prima te
combineren met een vaste plaats voor het TOP en het architectuurcentrum kan er
ook nog bij. De plaats die wij al jaren voor ogen hebben, is aan het
Stationsplein. Geen apart gebouw, maar geïntegreerd in de bebouwing die er nog
moet komen. Vergelijk het maar met de Beatrixzaal in Utrecht. Het is een
prachtige plek met alle openbaar vervoer in de directe nabijheid en ook nog een
parkeergarage. Dit is geen A-locatie maar een triple-A! Voor de ontwikkeling
zijn beslist marktpartijen te vinden. De gemeente kan afspraken maken over
gebruik; dit kan zelfs via huur. Het enige wat gevraagd wordt, is breed bekend
maken dat een dergelijk plan in Delft positief wordt ontvangen. En benadert u
eens mensen zoals Joop van den Ende. In Maastricht heeft men goede zaken
gedaan.
De VVD vraagt graag aandacht voor de kwaliteit van
het beleid, maar ook voor de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie. Wij
realiseren ons dat wensen van de raad kunnen leiden tot inzet van extra
ambtelijke capaciteit, maar wij vragen ons af of dit niet vaker opgevangen kan
worden door verschuiving van prioriteiten, waardoor uitbreiding voorkomen kan
worden. Er is toch ook wel eens een project klaar? Tevens willen wij graag een
discussie over de vraag welke kennis in huis moet zijn en welke activiteiten
door derden kunnen dan wel moeten worden uitgevoerd. In dit kader willen wij
graag een vergelijkend onderzoek naar de omvang van de organisatie van een
aantal gemeenten met ongeveer dezelfde omvang als Delft met vermelding van de
taken die in eigen beheer worden uitgevoerd en wat wordt uitbesteed.
De VOORZITTER: Mevrouw Steffen, u moet afronden.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Daar ben ik net aan toe; wij
zijn het eens met elkaar.
Het college presenteert een begroting die door de
VVD-fractie positief wordt ontvangen. Als er nog iets te wensen is, is het
duidelijkheid naar de burgers wanneer een besluit nu echt is genomen en door
wie. In de media is vaak berichtgeving te lezen die aangeeft dat een voorstel
al definitief is, terwijl dat nog door de raad moet worden besproken en terwijl
de besluitvorming dus nog moet plaatsvinden. Graag bijzondere aandacht
hiervoor. Verder zal het duidelijk zijn dat wij de focus richten op kwaliteit.
Dit betekent extra aandacht voor de komende projecten. Dit kán betekenen dat
projecten extra geld kosten, maar dat is niet altijd het geval.
Mijnheer Van Doeveren, kort gezegd wil de VVD: nog
meer kwaliteit en daadkracht bij de ambitie van deze coalitie!
Dan nu nog het toetje. Vorig jaar heeft de
VVD-fractie een motie ingediend met als onderwerp de opdracht voor een nieuw
stadslied. Wethouder Merkx meldde toen dat de motie overbodig was, omdat er al
een nieuw stadslied aankwam.
De VOORZITTER: U moet nu heel snel afronden.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Dat doe ik. Tot nu toe heeft
ons niets bereikt. Om te herinneren aan deze toezegging dienen wij opnieuw een
motie in, maar van een totaal andere strekking dan vorig jaar. De wethouder
wordt verzocht om het oude stadslied, als bijlage aangehecht en voor de
wethouder ingelijst, op een goed zichtbare plaats in haar kantoor op te hangen
en daar te laten hangen totdat er een nieuw stadslied is ontstaan. Inclusief
deze motie dienen wij vier moties in.
De VOORZITTER: Door de VVD-fractie worden de
volgende moties (M6-1, M6-2, M10-1 en M10-4) ingediend:
M6-1
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op 27 september 2007,
constaterende dat:
- illegale
graffiti veel panden ontsiert;
- het voor particulieren en ondernemers
nauwelijks doenbaar is om regelmatige schoonmaak persoonlijk in te huren;
overwegende dat:
- snelle verwijdering van illegale
graffiti de beste remedie is om deze ontsieringen tegen te gaan;
- de gemeente regelmatig illegale
graffiti laat verwijderen, maar dat de tijdspanne tussen de schoonmaakbeurten
te groot is om effectief te zijn;
- het verwijderen van illegale graffiti
het beste door particulieren, ondernemers en gemeente gezamenlijk kan worden
aangepakt;
draagt het college van Burgemeester en Wethouders
op om na te gaan of een gezamenlijk abonnement op een schoonmaakdienst, die
iedere week en zo nodig op afroep ogenblikkelijk optreedt, tot de mogelijkheden
behoort,
en gaat over tot de orde van de dag."
M6-2
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op 27 september 2007,
constaterende dat:
- een quick scan heeft plaatsgevonden
naar de mogelijkheden van de bouw van een parkeergarage voor de noordelijke
binnenstad;
- het uitgangspunt voor de mogelijke
realisatie en exploitatie van deze garage is dat de benodigde financiën niet
door de gemeente Delft worden verstrekt;
- de quick scan als uitkomst heeft dat
zonder gemeentelijke financiën de bouw van de garage niet mogelijk is;
- bij de quick scan niet is nagegaan of
bewoners plaatsen in de te bouwen garage willen kopen;
- bewoners, ondernemers en bezoekers
van de binnenstad (noordelijk + centrum) blijvend aangeven deze zogenaamde
Noordgarage te missen;
overwegende dat:
- door de aanwezigheid van een
Noordgarage de noordelijke binnenstad beter en meer direct kan worden bereikt;
- de
ondernemingen in de noordelijke binnenstad deze impuls goed kunnen gebruiken;
- bewoners van de noordelijke
binnenstad en het centrum uitzien naar de mogelijkheid om hun auto dicht bij
huis overdekt te kunnen parkeren, waarbij zij hebben aangegeven dat het kopen
van een parkeerplaats in een garage gewenst is;
- bij de besluitvorming rond de quick
scan sprake is geweest van het nagaan van financiering door particulieren, maar
dat dit verzuimd is na te gaan;
- mogelijk
door het parkeren in de garage auto’s van straat kunnen verdwijnen;
draagt het college van Burgemeester en Wethouders
op:
- na te gaan of er bereidheid is tot
koop van een parkeerplaats in een Noordgarage en voor welke plek in de
noordelijke binnenstad de meeste interesse is;
- na te gaan of deze bereidheid tot
koop vergroot wordt bij het realiseren van garageboxen in de parkeergarage;
- na te gaan of door het betrekken van
de mogelijkheid van koop van plaatsen het uitgangspunt van financiële
neutraliteit voor de gemeente haalbaar is,
en gaat over tot de orde van de dag."
M10-1
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op 27 september 2007,
constaterende dat:
- in het Coalitieakkoord 2006-2010
sprake is van een onderzoek naar de behoefte aan podia, waarbij het gehele
beschikbare aanbod in de stad wordt betrokken;
- al een paar jaar wordt onderzocht of
een tweede zogenaamde kleine zaal voor Theater de Veste tot de mogelijkheden
behoort;
- tot
nu toe dit niet tot resultaten heeft geleid;
- ook
al jaren sprake is van wenselijkheid van een discotheek;
- ook
al jaren sprake is van de wenselijkheid van een congrescentrum en congreshotel;
- de
roep om een Popcentrum steeds groter wordt;
- aandacht
wordt gevraagd voor een architectuurmuseum;
- op
termijn het TOP een nieuw onderkomen moet vinden;
overwegende dat:
- in het te ontwikkelen Spoorzonegebied
ruimte is om een complex van voorzieningen te realiseren;
- dit
ingepast in andere bebouwing kan gebeuren;
- de zuidkant van het zogenaamde
Stationsplein een uitmuntende locatie is om deze voorziening te (doen)
ontwikkelen;
- marktpartijen
heel wel geïnteresseerd zullen zijn in dit project;
draagt het college van Burgemeester en Wethouders
op om door middel van directe benadering van mogelijke gegadigden en (landelijke)
advertenties na te gaan of bij het aanbod van gemeentelijke medewerking er
interesse is voor de realisatie van de cluster Theater (minimaal grote + kleine
zaal), Congrescentrum, Congreshotel, Discotheek/Popcentrum, Architectuurmuseum
+ TOP of delen ervan,
en gaat over tot de orde van de dag."
M10-4
" De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op 27 september 2007,
constaterende dat:
- bij de behandeling van de begroting
2006-2009 door de VVD een motie is ingediend om te komen tot een opdracht voor
een nieuw stadslied voor Delft;
- het
college reageerde met de mededeling dat al een nieuw stadslied werd verzorgd;
- tot
nu toe een dergelijk nieuw stadslied ons niet heeft bereikt;
overwegende dat:
- in
het algemeen de overtuiging is dat het goed is trots te zijn op de eigen stad;
- het
hebben van een eigen en eigentijds stadslied hiertoe behoort;
- de
opdracht voor een nieuw stadslied alsnog moet worden gerealiseerd;
draagt het college van Burgemeester en Wethouders
op:
- erop toe te zien dat de wethouder
voor o.m. cultuur een ingelijste versie van het oude stadslied op een goed
zichtbare plaats in haar kantoor ophangt en het daar laat hangen, totdat een
nieuw stadslied is ontstaan;
- de
raad van het gereedkomen van een dergelijk nieuw stadslied in kennis te
stellen,
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter,
collega-raadsleden en beste aanwezigen. Moessonregens in Azië, overstromingen in
Afrika, de smeltende Noordpool en veranderingen in Europa: elke dag zien wij
dat het niet goed gaat met het klimaat. Sinds Al Gore staan het klimaat en het
milieu hoog op de politieke wereldagenda. Gisteren was het nieuws dat het
klimaat op dit moment het onderwerp is waarover de Nederlanders zich de meeste
zorgen maken. Het nieuwe Nederlandse kabinet wil veel meer doen dan het vorige,
al wil mijn partij uiteraard nog veel meer en stelde zij een eigen
klimaatbegroting op. Delft lijkt jammer genoeg tegen deze trend in te gaan. In
1998 liepen wij voorop door ambitieuze doelstellingen op het gebied van lokaal
klimaatbeleid te formuleren. Inmiddels lijkt het college last te krijgen van de
wet van de remmende voorsprong. De schwung is eruit. In de Programmabegroting
schrijft u dat u wilt vasthouden aan de doelstellingen - jaarlijks 33.500 ton
minder CO2-uitstoot - maar u
schuift maar liefst de helft van het gereserveerde investeringsbedrag, 2,6
miljoen euro, over de planperiode heen. GroenLinks vindt dat wij dat niet
kunnen maken. Wij vragen dan ook een harde toezegging van het college om binnen
een half jaar uitgewerkte plannen voor de volgende fase van het klimaatbeleid
voor te leggen. Denk daarbij alleen maar aan het energiezuinig maken van de
bestaande woningvoorraad. Dan kunnen wij de middelen in de volgende begroting
weer naar voren schuiven in de planning. Nú vertragen is namelijk echt een fout
politiek signaal!
Gelukkig zijn wij over de begroting als geheel een
stuk positiever. Het college begint op stoom te komen. Er is een substantieel
bedrag voor nieuw beleid gevonden, zodat over de hele linie gewerkt kan worden
aan de wensen uit het coalitieakkoord. Wij krijgen meer en meer zicht op de
armoede en gaan daar over de volle breedte meer tegen doen, samen met zestig
maatschappelijke partners die het pact tegen de armoede vorige week hebben
ondertekend. De norm voor de bijzondere bijstand gaat omhoog naar 130%. Mensen
mogen nu zelf het reïntegratiebureau uitkiezen waarbij zij een traject gaan
volgen. Ondanks de aanvankelijke scepsis in de stad en in de raad ligt er nu
een beleidsplan WMO waarmee wij prima voor de dag kunnen komen, met een
volwaardig persoonsgebonden budget voor de huishoudelijke zorg. Wij gaan
terecht meer doen aan jongerenparticipatie. Voor de speeldernis in
Wippolder/TU-Noord en nog een tweede bewaakte speeltuin is geld gereserveerd.
Ruimte voor kinderen staat hoger op de agenda dan ooit. Het bomenbeleid wordt
ingrijpend verbeterd, zodat wij de vermindering van het aantal bomen kunnen
stoppen. Er komt een integrale visie op het gebied van groen en openbare
ruimte, een visie waar wij bij motie vorig jaar om hebben gevraagd.
Er ligt ook een heel mooie, ambitieuze
cultuurvisie. GroenLinks is daar hartstikke enthousiast over. Van ons had u de
ambities daarin nu al mogen concretiseren door geld op te nemen voor de
proeftuinontwikkeling op de Schieoevers en voor het versterken van de podia.
Wij vonden de "ja, maar"-reactie van een aantal fracties op de
cultuurvisie teleurstellend. Daaruit blijkt een onderschatting van de enorme
dynamiek die de laatste jaren bij culturele en creatieve partners in de stad op
gang is gekomen. Diezelfde onderschatting en gebrek aan ambitie zien wij ook -
het spijt ons om dat te moeten zeggen - bij de botte reacties van een aantal
fracties op het faillissement van het Vermeercentrum. Zij reageren een beetje
zoals Zeeuw Meisje, zo zuunig: geen cent te veel hoor! GroenLinks vindt dat wij
samen met de andere geldschieters juist alles op alles moeten zetten om een
doorstart mogelijk te maken. Als wij als stad niets doen met Vermeer, maken wij
onszelf immers ronduit belachelijk. Wij stellen voor dat er vanuit alle
partijen die het centrum mogelijk hebben gemaakt, een commissie van wijze
mannen en vrouwen komt die de mogelijkheden op een rijtje zet. Ik sluit daarmee
ook aan op de brief die wij vanmiddag hebben gekregen van een aantal partijen
uit de stad.
De cultuurvisie is voor ons een mooi, zelfbewust en
ambitieus onderdeel van de stadsvisie als geheel. Gelukkig gaan wij daar binnenkort
eindelijk mee aan de slag. Bij de behandeling van de Kadernota hebben wij al
gezegd dat wij de oproep van commissaris Franssen serieus willen nemen: Delft
moet zijn ambities duidelijk maken, want anders vissen wij achter het net. Een
paar specifieke invalshoeken die wij daarbij graag willen noemen, zijn:
meervoudig grondgebruik, onder meer door ondergronds parkeren en slimme
ondertunneling of overkapping van de grote verkeersaders A13, Kruithuisweg en
Provincialeweg, meervoudig gebouwgebruik, innovatie in en een
werkgelegenheidsplan voor de zorgsector, zodat die niet bezwijkt onder een
toekomstig personeelstekort - dat punt is ook door de PvdA-fractie genoemd - en
groen in de compacte stad, waar ik straks op terugkom.
Een ambitieuze nieuwe stadsvisie wordt door anderen
alleen serieus genomen als wij de strategische projecten voor de stad,
allereerst de Spoorzone, voortvarend kunnen realiseren, zonder onszelf voorbij
te rennen. Voortdurend bijstellen en faseren, ook van deelfases, is nodig: niet
alleen om de begroting op orde te houden, maar vooral ook om voldoende
prioriteit in aansturing en uitvoering te kunnen geven aan de grote projecten
die voor Delft van doorslaggevend belang zijn.
Op enkele onderwerpen willen wij verder inzoomen.
Dat leidt uiteindelijk tot een motie, een initiatiefvoorstel en twee
amendementen. Wij zien een enorme uitdaging om te komen tot een aanscherping
van onze visie op de compacte stad en de rol van groen en speelruimte daarin.
Wij hebben daar het afgelopen jaar veel discussies over gehad, in de raad, met
het college en met bewoners. Denk alleen al aan TU-Noord, Voorhof-Zuidwest, de
Hammenpoort en het bomenbeleid. Wij gaven wethouder Koning en het college
zojuist complimenten met een serie prima voorstellen. Wij denken graag verder
mee in die richting. Uit de evaluatie van het bomenbeleid blijkt dat wij de
afgelopen tien jaar te maken hebben gehad met een forse afname van het aantal
bomen. Dat valt niet te ontkennen. Wij moeten, zoals mevrouw Steffen al zei,
nadenken over de vraag waar wij mogelijkheden zien om bomen te planten en/of
het groen te versterken. Daarbij gaat het niet alleen om recreatief groen, maar
ook om ecologisch groen. Wij hebben twijfels of de uitvoering van het
ecologieplan wel bevredigend is en zullen daar binnenkort op terugkomen.
Concreet doen wij vanavond twee voorstellen. Wij willen een ecoloog op een
rijtje laten zetten waar in de stad meer bomen en groen mogelijk zijn. Daartoe
dienen wij een amendement in. Verder hebben wij een idee om onze eerder uitgesproken
wens van een stadspark in de binnenstad te realiseren. Wie heeft tijdens het
werkbezoek aan Breda niet genoten van de groene hofjes die als oases van rust
opduiken in de drukke binnenstad? Voor het oude bibliotheekpand is er nog geen
invulling. Wat ons betreft, maken wij daar een stadspark in combinatie met
woningbouw. Wij dienen hierbij samen met STIP een motie in om te onderzoeken
wat de mogelijkheden zijn. In de bijlage staan een aantal inspirerende en
innovatieve voorbeelden om duidelijk te maken in welke richting wij denken. Ik
hoop dat andere fracties daarop willen ingaan.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Ik volg u helemaal,
want ik ben het in dat opzicht behoorlijk met u eens. Ook ik heb daar immers
voor gepleit, zij het wat kritischer. Wij zouden gewoon de ambitie willen
hebben dat wij gaan voor "de groenste stad van Nederland". De
groenste stad van Nederland - zelfs van Europa - was Amersfoort. Dat hangt niet
zozeer samen met het aantal bomen. Het gaat om een beleidsmatige, integrale
beoordeling waarbij is gekeken naar de omgeving, de parken, het bomenbeleid,
het onderzoek enzovoort. Daar pleit ik met name voor. Ik begrijp dat u daar ook
voor pleit. Misschien kunnen wij onze moties dus in elkaar schuiven.
De heer BOT (GroenLinks): Ik wil uw motie graag
eerst even zien. Dan kunnen wij daar altijd naar kijken, maar ik wil er ook op
wijzen dat ik in het begin al heb gezegd dat het college heeft aangekondigd dat
het met een integrale visie op groen en openbare ruimte zal komen. Wat dat
betreft, kunnen die moties misschien meteen met de Programmabegroting
samengevoegd worden, als u dat een goed idee vindt.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Ik sluit een beetje aan
bij de ambitie die men heeft voor de duurzaamste stad, maar dat hoor ik al
jaren.
De heer BOT (GroenLinks): Van mij hoort u dat ook
al jaren, maar wij kennen elkaar natuurlijk ook al jaren.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Het gebeurt steeds maar
niet; dat is mijn probleem.
De heer BOT (GroenLinks): De echte discussie die
wij hier voeren, gaat over de vraag hoe wij onze andere ambities om Delft als
compacte stad verder te ontwikkelen, op een duurzame manier vorm kunnen geven.
Dat is inderdaad niet de allereenvoudigste opgave.
Bij de ruimtelijke en stedelijke
ontwikkelingsplannen hebben wij ook intensief te maken gehad met
bewonersorganisaties. Uit hun reacties blijkt een grote, al lang bestaande
onvrede over hun betrokkenheid bij het opstellen van ontwikkelingsplannen en
bestemmingsplannen. Terecht of niet, die onvrede moeten wij serieus nemen en moet
ons aan het denken zetten. Natuurlijk organiseert de gemeente avonden voor
bewoners en houdt zij zich netjes aan de procedures in de Wet op de Ruimtelijke
Ordening, maar bewoners hebben en houden toch vaak het idee dat de plannen voor
een belangrijk deel al bepaald zijn door gemeente en ontwikkelaars en dat de
inspraak een wassen neus is. Wij willen de betrokkenheid van bewoners bij
stedelijke ontwikkelingsplannen in een eerder stadium handen en voeten geven.
In Etten-Leur zijn bewoners vanaf het begin van de planontwikkeling verplicht
in een werkgroep of klankbordgroep betrokken. Als de deelnemers daarvan het
niet eens worden over de kaders, volgt daarover eerst politieke besluitvorming
in de gemeenteraad. Het bekijken van een dergelijk model lijkt ons ook voor
Delft de moeite waard. Graag horen wij daarop de reactie van het college, maar
ook van de andere fracties. Wij zijn van plan om een initiatiefvoorstel op te
stellen en verzoeken andere fracties om daaraan mee te doen.
Tenslotte valt ons op dat de fietsvoorzieningen bij
winkelcentra en supermarkten in de wijken in Delft fietsstad vaak onder de maat
zijn: veel te weinig klemmen en bovendien vaak van slechte kwaliteit. Waarom
moeten fietsers buiten de binnenstad hun fiets zetten in klemmen die je voorwiel
beschadigen en waar je bovendien je fiets niet aan vast kunt zetten? Wie wil
bereiken dat nog meer mensen op de fiets boodschappen doen, moet ervoor zorgen
dat je je fiets goed en comfortabel kunt stallen. Wij dienen dan ook een
amendement in om in de hele stad een forse inhaalslag te kunnen maken.
De VOORZITTER: Door de fracties van GroenLinks en
STIP wordt de volgende motie (M9-5) ingediend:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op 27 september 2007,
constaterende dat:
- in de binnenstad weinig openbare groene ruimte is
waar bewoners gebruik van kunnen maken;
- aanzienlijke verdichting in de binnenstad heeft
plaatsgevonden en nog steeds plaatsvindt;
- het college voornemens is om in alle
bouwprojecten de beschikbare grond intensief te gebruiken om extra ruimte te
maken voor openbaar groen;
- het college zichtbaar wil maken wat Delft
Kennisstad voor de stad betekent;
overwegende dat:
- ten gevolge van de verdichting meer bewoners in
de binnenstad zullen wonen en ruimte in de binnenstad schaars is;
- door innovatieve concepten van meervoudig
ruimtegebruik groene openbare ruimte goed samen kan gaan met andere functies;
- in het meerjarenprogramma vastgoed staat dat een
globale haalbaarheidsstudie plaatsvindt naar zowel de herontwikkeling van de
locatie Brouwerpand (voormalig bibliotheekgedeelte) als de naastgelegen
winkelstrip;
verzoekt het college:
- in deze haalbaarheidsstudie te onderzoeken hoe
door middel van meervoudig ruimtegebruik openbaar groen op, in of tussen andere
functies een plaats kan krijgen;
- te stimuleren dat dit gebeurt op een innovatieve
manier waarmee de stad Delft kan laten zien wat Delft Kennisstad betekent voor
de stad en haar bewoners;
- dit te doen voor de locatie van het huidige
Brouwerpand, de naastgelegen winkelstrip en omgeving,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bijlage: Innovatieve oplossingen t.b.v.
groenrealisatie in stedelijke gebieden."
De VOORZITTER: Door de fractie van GroenLinks
worden de volgende amendementen (A7-1 en A9-1) ingediend:
A7-1
"Toevoegen aan nieuw beleid Milieu en Duurzame
Ontwikkeling:
25.000 euro voor het inventariseren van locaties in
Delft door de stadsecoloog waar bomen toegevoegd en groen versterkt kan worden;
te dekken door het schrappen van 25.000 euro investeringen
voor rookvoorzieningen welzijnsaccommodaties in 2008 in het programma Wonen,
Zorg en Welzijn.
Toelichting:
Uit de recente evaluatie van het bomenbeleid blijkt
dat we de afgelopen jaren te maken hebben gehad met een forse afname van het
aantal bomen in Delft. Binnen de compacte stad staat groen onder druk en is de
aandacht voor groen van essentieel belang. Daarom moet er worden nagedacht over
de vraag waar mogelijkheden zijn om extra bomen te planten en/of het groen te
versterken. Met het bedrag kan de stadsecoloog deze mogelijkheden in kaart
brengen.
Het realiseren en financieren van afdakjes bij de
welzijnsaccommodaties waaronder rokende bezoekers droog buiten kunnen staan, is
in strijd met het niet-rokenbeleid in de welzijnsaccommodaties. Het faciliteren
van roken is immers geen taak van de gemeente en strookt ook niet met het
landelijke beleid. Daarom wordt deze post geschrapt."
A9-1
"Toevoegen aan nieuw beleid kennisstad en
economie:
125.000 euro voor het realiseren van meer en
kwalitatief goede fietsparkeervoorzieningen bij winkelcentra/supermarkten;
te dekken door het schrappen van 125.000 euro
investeringen voor camera’s in de binnenstad in 2008 in het programma
veiligheid.
Toelichting:
Delft is een fietsstad en wil het fietsen stimuleren.
Het maken van autoritten op de korte afstand dient ontmoedigd te worden, omdat
juist deze ritten een belangrijk deel van de milieuvervuiling voor hun rekening
nemen. Het valt ons op dat bij veel winkelcentra en/of supermarkten in de
wijken de fietsparkeervoorzieningen volstrekt onder de maat zijn. Er zijn te
weinig plekken, die kwalitatief ver onder de maat zijn en achterblijven bij de
tulips en nietjes in de binnenstad. Goede en voldoende plekken om je fiets weg
te zetten bij het boodschappen doen stimuleren mensen om op de fiets te komen.
Met het bedrag kan samen met de winkelcentra/supermarkten gekeken worden op
welke plekken uitbreiding en verbetering nodig is en gerealiseerd kan worden.
Omdat het investeren in camera’s in de binnenstad
in 2008 vooruitloopt op de aangekondigde evaluatie en de politieke discussie
wordt deze post geschrapt."
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Voorzitter,
raad en overige aanwezigen. Ook dit jaar ligt er weer een prachtig boekwerk
voor ons. Zoals ieder jaar heb ik mij erdoorheen geworsteld en ben ik tot de
ontdekking gekomen dat je cum laude afgestudeerd moet zijn om iets van het
boekwerk te begrijpen. Bij de 360ste afkorting ben ik gestopt met
tellen, want ik zag door de hoeveelheid afkortingen het B.O.S. niet meer. Hoe
gaan wij dit vertalen naar de burgers als wij als raadsleden al met dit
probleem worstelen? Onze fractie vraagt zich af wat onze inwoners er dan van
begrijpen. Heeft u een EKD (een elektronisch kinddossier) of misschien een DKD
(een digitaal klantendossier)? Bent u contactgestoord? Meld u zich dan bij het
KCC (klantcontactcentrum). Valt de groep ouders van kinderen met een
SM-indicatie (sociaal-medisch) buiten de WK? Kunnen deze kids dan niet
voetballen? Ook het college zet op bladzijde 48 immers vraagtekens bij deze
afkorting. In elk geval kunnen wij de kinderen van de Wip (Wippolder) en de
Buit (Buitenhof) blij maken met de TBSNS (twee bewaakte speeltuinen nieuwe
stijl). Voor het FLO (functioneel leeftijdsontslag) trekt de gemeente 7 ton uit
de la. Wij zeggen dan: go with the FLO! Als wij de REN (reserve
energiebesparende maatregelen) zetten op het MTF (milieutechnologiefonds), komt
het helemaal goed met Delft. Als ik in dit lijvige boekwerk op bladzijde 174
lees dat de doelstelling van dit bestuur is het waarborgen van een democratisch
bestuur dat effectief, doelmatig, transparant en betrouwbaar functioneert, is
onze eerste vraag aan het college of het onze mening deelt dat deze
Programmabegroting daarin tekortschiet. Hoe kunnen wij met onze inwoners een
oordeel vormen over de eerlijkheid en doelmatigheid van dit college?
Wat ik mis - het MIS, het Martin Informatie Systeem
- zijn de blamages van dit college in het afgelopen jaar. De Koepoortgarage
veroorzaakt een SOZ (stadsopenluchtzwembad). Het stadskantoor; het
Vermeercentrum (5 ton plus boedelkrediet; later meer hierover); het vertrek van
Serpo (pech); de TS (de troostsubsidie voor de camping Delftse Hout van 1 ton);
hotel Kok valt tussen de wal en het schip; de dagopvang aan de Surinamestraat;
de regiotaxi; het geflopte OV op zaterdag (4 ton); het boetekleed van wethouder
Bolten in verband met haar subsidie aan Octopus; de grote zorg van het Lijm
& Cultuurcentrum (ik weet zeker dat de burgers de rekening daarvan zullen
betalen) en tot slot de O&V (ondeugende oud-wethouder plus Verkerk).
Als onafhankelijke partij zijn wij het overigens
roerend eens met de doelstelling van dit bestuur: waarborgen van een
democratisch bestuur dat effectief, doelmatig, transparant en betrouwbaar
functioneert. Omdat wij vinden dat de betrouwbaarheid van het gemeentelijke
bestuur boven elke twijfel verheven moet zijn, heb ik het college onlangs per
brief verzocht om een nieuw intern onderzoek in te stellen, nu uit de
rechtbankzitting is gebleken dat het interne onderzoek destijds te snel is
uitgevoerd. Aan de hand van de DVD, waarop niet één lid van Leefbaar Delft als
filmster te zien is, het rapport van het OM met vijf onder ede afgelegde
verklaringen en het niet horen van raadsleden en betrokken ambtenaren is een
nieuw onderzoek naar onze mening op zijn plaats. Elke schijn van
belangenverstrengeling moet immers worden weggenomen. Wij hopen dan ook op
korte termijn een excuus te ontvangen van de toenmalige raadsleden en
wethouders ten tijde van de extra vergadering van 24 mei 2005. Ik verwijs naar
artikel 15, lid 3 van de Gemeentewet en de gedragscode van deze raad. Ik ben
zeer benieuwd naar de reactie van het college op dit verzoek. Later meer, om
dit verzoek kracht bij te zetten.
De begroting gaat over het uitgeven van andermans
geld. Ik weet allang - zeker sinds ik in de gemeenteraad zit - dat het lekker
is om sinterklaas te spelen met andermans belastingcenten. Ik weet ook al heel
lang dat bestuurders die rechtvaardig zijn en op tijd ingrijpen bij misstanden,
vaak in de problemen komen, terwijl bestuurders die alles met de mantel der
liefde bedekken en dus vaak sinterklaas spelen, niets doen en daardoor
aanzienlijk minder risico lopen. Ik weet ook al heel lang dat met gemeenschapsgeld
smijten, mits je er maar een juist etiket op plakt, vaak als daadkrachtig wordt
gezien. Dat doet dit college met de plannen voor de bouw van een nieuw
stadskantoor, naar schatting met 80 miljoen euro. En dat voor een gemeente met
nauwelijks 100.000 inwoners, onder wie relatief veel studenten. Ik lees op
bladzijde 184 dat het doel van het deelprogramma stadskantoor is: het
huisvesten van alle gemeentelijke ambtenaren om te komen tot een betere
dienstverlening aan het publiek en ondersteuning van het bestuur en de
organisatie. Steeds meer dienstverleningen worden toch via internet geregeld?
Hoeveel bedraagt de investering per werkplek eigenlijk, nog afgezien van de
vraag of wij te veel ambtenaren hebben? Leefbaar Delft verzoekt het college
daarom om een kosten- en batenanalyse aan de raad te overleggen, zodat de
doelmatigheid van deze investeringen kan worden beoordeeld.
Ook op het grootste bouwproject ooit voor Delft, de
aanleg van de spoortunnel, plakt het college een mooi etiket. Want wat lees ik
op bladzijde 217? "Het project Spoorzone wordt in opdracht en voor risico
van de gemeente Delft gerealiseerd door het Ontwikkelingsbedrijf Spoorzone
Delft BV. Daarbij maken de kosten en opbrengsten voor de aanleg voor de
spoorinfrastructuur en het bouw- en woonrijp maken deel uit van de door de
betrokken partijen goedgekeurde business case." Wat is een "business
case" in dit geval eigenlijk? Hoe groot de risico's voor onze gemeente
zijn, kan ik nergens uit de Programmabegroting halen. Wel lees ik op bladzijde
248 dat het financiële toekomstperspectief van alle lopende grondexploitaties
negatief is. Voor de verliesgevende projecten is dan ook een voorziening
gevormd. De omvang van deze voorzieningen bedraagt ultimo 2006 31,6 miljoen
euro. Als de gemeente Delft al niet in staat blijkt om een relatief eenvoudig
bouwwerk zoals de Koepoortgarage niet te laten ontsporen, want hangt ons en de
burgers dan boven het hoofd bij de bouw van de Spoorzone? De negatieve
uitkomsten van de grondexploitaties zijn als donkere wolken die in de verte al
op ons afkomen. Ik heb mijn fractie ertoe aangespoord om ons extra in te zetten
om andere fracties ervan te overtuigen dat de gemeenteraad dit college tot de
orde moet roepen om een financieel debacle te kunnen voorkomen. Ik ben benieuwd
of wij daarin slagen of misschien enigszins slagen. Ik dank u voor uw aandacht.
Mevrouw VAN ROSSUM (SP): Voorzitter. Wij hebben
niets te klagen. Wij leven in een land waar de minister van Financiën de
topinkomens wil aanpakken, waar je de minister-president met Harry Potter mag
vergelijken én waar de SP de derde partij is. Ook in Delft hebben wij niets te
klagen. Wij hebben een college dat de armoede aanpakt, dat cultuur en milieu
belangrijk vindt, dat druk bezig is om de zorg zo goed mogelijk te laten verlopen
en dat openbaar vervoer en minder auto’s hoog in het vaandel heeft.
Toch is de SP niet tevreden. Omdat wij gewoon
overal tegen zijn? Omdat wij niet weten wat te doen als wij niets te klagen
hebben? Nee. Waar gaat het dan mis? Bij het stellen van prioriteiten. Bij het
verschil tussen hoe een plan er op papier uit ziet en hoe het in de praktijk
van alledag werkt. Mooie woorden tegenover echte problemen. Het is tijd dat het
college de praktijk onder ogen ziet.
Delft heeft net de "week van de armoede"
gehad, maar vanwege een tekort aan mankracht en geld krijgt lang niet iedereen
die het nodig heeft, goede budgethulp. Delft wil graag gedifferentieerde
woningbouw, maar sloopt de laatste betaalbare woningen. Delft draagt cultuur
een warm hart toe, maar laat een kunstenaarscollectief dat draait op
vrijwilligers, in de kou staan. Wij kunnen de eigen bijdrage in de zorg niet
afschaffen, maar wel een enorm stadskantoor bouwen. Het college wil een
autoluwe binnenstad, maar verwijdert fietsen en wil geen gratis openbaar
vervoer voor ouderen. Delft is sociaal, maar staat nu al een jaar toe dat onze
ouderen en gehandicapten veel te laat, niet of onveilig vervoerd worden. En zo
zou ik nog wel even door kunnen gaan.
De SP wil vanavond voorstellen doen die weer met de
praktijk te maken hebben, voorstellen die mooie woorden koppelen aan daden.
Laat ik beginnen met de woningbouw. In de visie van het college heeft Delft te
veel goedkope woningen en te weinig dure, maar wat is te veel? Delft heeft
inderdaad relatief veel sociale huurwoningen, maar dat is niet gek in een
studentenstad. Delft heeft er ook nog altijd minder dan bijvoorbeeld Rotterdam.
Het is ook zeker niet makkelijk om een sociale huurwoning te vinden in Delft.
Je moet daar over het algemeen jaren op wachten. De visie van het college lijkt
eerder gebaseerd op de wens om bewoners met hogere inkomens aan de stad te
binden dan op gedegen onderzoek naar de behoeften van huishoudens. Daarom moet
allereerst de woonbehoefte duidelijk in kaart gebracht worden en moet in beeld
zijn wat mensen kúnnen betalen aan een woning. Gelet op de discussies in de
raad over dit onderwerp en het feit dat hier landelijk geen onderzoek naar
wordt gedaan, is daar nu totaal geen zicht op. Ik denk dus dat alle partijen
kunnen instemmen met onze motie over onderzoek naar woonbehoeften. Zolang die
woonbehoeften niet bekend zijn, moet vastgehouden worden aan de norm om bij
nieuwbouw minimaal 30% sociale woningbouw te realiseren. Deze norm heeft
natuurlijk weinig zin als bij herstructurering grote hoeveelheden goedkope
woningen blijven verdwijnen. Dit is bijvoorbeeld in de Bomenwijk aan de hand:
het aantal sociale huurwoningen gaat terug van ruim 600 naar 200. Als op die
manier met de bestaande voorraad wordt omgegaan, hebben wij binnenkort een
groot probleem. Als er sociale huurwoningen gesloopt worden, moeten wij die bij
nieuwbouw namelijk compenseren. Diezelfde Bomenwijk is ook een slecht voorbeeld
als het alleen om het totale aantal woningen gaat. Om het tekort op de
woningmarkt op te lossen, moeten wij gewoon meer bouwen. Dat betekent voor
Delft dat wij zullen moeten verdichten. Dit college heeft het echter alleen
over verdichten als er opnieuw groen moet verdwijnen en dat terwijl je door
verdichting juist ruimte voor groen kunt behouden.
Ook aan het groen moet meer gedacht worden, onder
andere door behoud van het aantal bomen in Delft. Ook het aantal speelplekken
voor kinderen wordt schaars. Eén op de vijf kinderen speelt niet meer op
straat. Dat komt niet alleen door de televisie en de computer, maar ook doordat
het vaak niet meer mogelijk is. Het is niet alleen belangrijk dat er genoeg
speelruimte voor kinderen in de stad is; ook vlakbij huis moet er speelruimte
zijn. Dat is momenteel in Delft niet altijd het geval. Wij dienen daarom een motie
in om in elke wijk minstens 3% speelruimte te realiseren.
Ik noemde de week van de armoede al. Het college
wil graag armoede tegengaan. Dat is volkomen terecht, maar ook hier heeft
alleen praten helemaal geen zin. De budgetwinkel heeft de wachtlijst weggewerkt,
maar vooral op papier. Veel klanten worden niet geholpen omdat zij niet
“saneringsrijp” zijn. Degenen die wél in aanmerking komen, moeten na een eerste
gesprek ongeveer een halfjaar wachten voordat zij echt geholpen worden. In de
nota Aanpak Schuldhulpverlening 2007–2010 wordt van alles beloofd: een
integrale aanpak, investering in preventie en nazorg en de schuldhulpverlening
wordt beschikbaar voor meer mensen. Dat is goed nieuws, maar de vraag is of
daar iets van terechtkomt, want het aantal klanten bij de Budgetwinkel en STOED
ligt in Delft ver onder het Nederlandse gemiddelde. Alleen als er voldoende
capaciteit is, kunnen de mensen die nu niet bij de Budgetwinkel terecht kunnen,
weer geholpen worden. Wij willen dat het college de capaciteit van de gehele
schuldhulpverlening bekijkt en waar nodig aanvult. Dat heeft wat ons betreft
prioriteit boven de methodiekontwikkeling zoals die nu in de Programmabegroting
staat. Wij kunnen wel blijven praten over nieuw beleid, maar wij kunnen nu
beter écht iets doen tegen de armoede. Wij dienen daarom een motie in om de
capaciteit in de schuldhulpverlening uit te breiden.
Behalve mensen met schulden te helpen, is het
natuurlijk ook belangrijk om schulden te voorkomen. Vorig jaar al is de grens
voor de bijzondere bijstand opgetrokken naar 120% van de bijstandsnorm. Dat was
een goed idee. Dit jaar stelt het college voor om deze grens te verhogen naar
130%. Dat is een nog beter idee, maar deze mensen komen dan nog niet in
aanmerking voor het sportfonds of kwijtschelding van de gemeentelijke
belastingen. Dat zijn ook inkomensondersteunende regelingen die noodzakelijk
kunnen zijn. Ik hoor dan ook graag van het college of het wil onderzoeken of de
grens om in aanmerking te komen voor deze regelingen, ook omhoog zou kunnen.
De heer BOT (GroenLinks): Volgens mij is het bij de
gemeentelijke belastingen helemaal niet toegestaan om daar ruimere normen voor
te hanteren.
Mevrouw VAN ROSSUM (SP): Daarop hoor ik dan graag
een reactie van het college, maar voor het sportfonds is de norm in ieder geval
nog niet naar 130% gegaan. Dat zou wel kunnen.
De heer BOT (GroenLinks): Ik neem aan dat dat wel
gaat gebeuren.
Mevrouw VAN ROSSUM (SP): Dat hoor ik graag. Dat
staat niet in de begroting.
Ook op andere plekken mag er wel eens wat geld bij,
in het geval van de WMO bijvoorbeeld. De SP is geen voorstander van de WMO, die
feitelijk een bezuinigingsmaatregel is. Goede zorg kost namelijk geld. De SP
heeft dat er ook voor over. Mensen moeten professionele maar ook betaalbare
zorg kunnen krijgen. Mensen moeten zoveel mogelijk hun eigen keuzes kunnen
maken en mee kunnen doen in de maatschappij. Als wij mensen in Delft deze zorg
willen geven, moeten wij daar meer geld voor over hebben, zodat geen eigen
bijdrage gevraagd hoeft te worden, logeerfaciliteiten aangelegd kunnen worden,
PGB-houders goede zorg kunnen inkopen, de keuzevrijheid gegarandeerd blijft en
het papierwerk voor mensen tot een minimum wordt beperkt. Wij vinden de eigen
bijdrage hierin het meest urgent. Mensen kiezen er niet voor om zorg nodig te
hebben. Het heffen van een eigen bijdrage is daarom onterecht. Daarnaast kan
het gevolg zijn dat mensen dan maar geen zorg aanvragen die zij wel nodig
hebben. Daarom dienen wij een motie in om extra geld te reserveren voor het afschaffen
van de eigen bijdrage in Delft.
Het gaat om het stellen van prioriteiten. Het
vervoer in Delft is een goed voorbeeld van hoe dat fout kan gaan. De binnenstad
moet autoluw zijn. Dat is een goed streven, maar vervolgens worden fietsers
gepest omdat zij hun fiets kwijt kunnen raken als zij die niet helemaal goed
parkeren bij het station. De proef met gratis openbaar vervoer op zaterdag is
zogenaamd "mislukt" omdat er te weinig mensen aan meededen.
Betaalbaar of gratis openbaar vervoer is echter niet alleen een manier om
ervoor te zorgen dat mensen gaan winkelen of de auto laten staan. Zeker voor
mensen met een krappe beurs of een handicap of voor ouderen is het een manier
om aan de samenleving deel te kunnen nemen. Goedlopend vervoer is een
voorwaarde voor een sociale gemeente.
De huidige uitvoering van de RegioTaxi heeft
helemaal niets meer met fatsoen te maken. De cijfers zeggen dat het nu
misschien wat beter gaat, maar de praktijk is anders. De SP krijgt nog
dagelijks verschrikkelijke verhalen te horen over taxi’s die niet komen, soms
onbeschoft personeel, onveilige situaties en ga zo maar door. Het college heeft
zich blijkbaar in een contract gewurmd waar het niet meer onderuit kan. Anders
dan de gemeente Westland, die waarschijnlijk stopt en op een andere manier van
vervoer overgaat, blijft Delft het braafste jongetje van de klas en doet zij
alles om zich aan het contract te houden.
Tot slot wil ik het over de binnenstad en cultuur
hebben. Het verheugt de SP dat naar aanleiding van onze motie van vorig jaar
inmiddels geld is gereserveerd voor het gratis opstellen van de gemeentemusea,
maar daarnaast is vorig jaar een motie met algemene stemmen aangenomen om
kunstenaarscollectief De Sigarenfabriek “actief te ondersteunen bij het vinden
van een passende en betaalbare oplossing met betrekking tot een nieuwe
locatie”. Het college heeft geen voorstel gedaan dat betaalbaar was voor De
Sigarenfabriek en heeft daarmee volgens ons de motie niet uitgevoerd. Daarop
krijg ik graag een reactie.
De SP is geen voorstander van cameratoezicht.
Camera’s verplaatsen het probleem eerder dan dat zij het oplossen. Als de
veiligheid in de binnenstad te wensen overlaat, moeten er meer agenten komen.
Camera’s moeten pas ingezet worden als het echt niet anders kan. Heeft het
college geprobeerd om meer agenten in de binnenstad neer te zetten?
Dit zijn ónze prioriteiten. Dit zijn de onderwerpen
waarmee wij Delft kunnen verbeteren, zodat de praktijk gaat lijken op de
theorie. Dat kost geld, ja. Maar kijk eens naar de sluipende besluitvorming
over het stadskantoor. Het principebesluit is genomen op een moment waarop de
consequenties in de verste verte nog niet waren te overzien.
De VOORZITTER: Mevrouw Van Rossum, u moet afronden.
Mevrouw VAN ROSSUM (SP): Ik heb nog drie zinnen.
Nu wordt duidelijk dat wij, als de raad “ja“ zegt
tegen dit prestigeproject, een enorme hoeveelheid geld over de balk smijten. In
de begroting die nu voorligt, is er nog relatief weinig van te zien, maar dat
is alleen omdat het college het probleem voor zich uitschuift. Het nieuwe
stadskantoor betekent dat wij over de komende 40 tot 50 jaar ruim 80 miljoen
euro moeten inleveren. Dat geeft aan waar de prioriteiten van dit college
liggen. Die liggen blijkbaar niet bij armoedebestrijding of
schuldhulpverlening, bij betaalbare woningen of bij fatsoenlijk vervoer en
zorg.
De VOORZITTER: Door de SP-fractie worden de
volgende moties (M2-1, M2-2, M8-1 en M11-7) ingediend:
M2-1
"De gemeenteraad van Delft, bijeen op 27
september 2007,
overwegende dat:
·
er vanuit het Rijk te weinig financiële middelen
zijn vrijgemaakt voor een goede uitvoering van de WMO;
·
het college hierdoor van mening is dat er een eigen
bijdrage gevraagd moet worden, wat ertoe kan leiden dat mensen afzien van zorg;
·
het heffen van een eigen bijdrage een vorm van
regulering is die totaal overbodig is omdat er al een indicatiestelling heeft
plaatsgevonden;
draagt het college op om geen eigen bijdrage te
heffen voor de voorzieningen genoemd in de WMO en de kosten hiervoor (circa
€1,6 miljoen) te dekken uit de algemene reserve,
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting: de geschatte hoogte van de eigen
bijdrage per jaar is €1.596.000 per jaar (zie de startnotitie 'Van discussie,
naar visie, naar WMO-beleid')."
M2-2
"De gemeenteraad van Delft, bijeen op 27
september 2007,
overwegende dat:
·
de huidige beleidsgrenzen voor sociale woningbouw
volstrekt arbitrair zijn;
·
een goed woningbouwbeleid gefundeerd is op
onderzoek naar de wensen van de huishoudens in de regio;
·
beleid dat afgesproken is, ook uitgevoerd moet
worden;
draagt het college op:
·
de woonbehoefte in kaart te brengen door te
onderzoeken wat mensen kunnen betalen aan een woning;
·
zolang die woonbehoeften niet bekend zijn bij
nieuwbouw ten minste 30% sociale woningbouw te realiseren, waarvan minimaal
tweederde in de huursector1;
·
naast deze nieuwbouw het verlies aan sociale
huurwoningen door herstructurering te compenseren2;
·
bij te houden wat er in elke sector gebouwd en
gesloopt wordt en de raad hierover jaarlijks te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting: in het voorlopig ontwerp 'Regionaal
Structuurplan Haaglanden 2020' staat dat bewust (is) gekozen om niet uit te
gaan van de uitkomsten van onderzoek' omdat men na bestuderen van de uitkomsten
van het kwalitatieve vooronderzoek WoON tot de conclusie is gekomen dat 'de
toekomstige woonwensen van de bevolking nauwelijks te voorspellen zijn'. Het
ligt meer voor de hand dat het verkeerde onderzoek is gedaan en/of dat het
stadsgewest zich niet kan vinden in de uitkomsten. Anders dan het stadsgewest,
dat kennelijk in het wilde weg wil gaan bouwen, moet volgens ons de bouw
afgestemd worden op de woonlasten (woonquote maximaal 30%) en moet het
onderzoek dat daarvoor nodig is, worden uitgevoerd.
1 Conform Regionale Woonvisie Haaglanden 2000-2015
2 Met andere woorden: de totale hoeveelheid sociale
huurwoningen moet ten minste gelijk blijven aan de huidige voorraad + 30% van
de totale nieuwbouw."
M8-1
"De gemeenteraad van Delft, bijeen op 27 september
2007,
overwegende dat:
·
steeds meer mensen te maken hebben met
problematische schulden;
·
uit onderzoek1
en het aantal achterblijvende klanten blijkt dat deze mensen in Delft vaak
slecht of helemaal niet worden geholpen;
·
het onwaarschijnlijk is dat het slechte
functioneren van de schuldhulpverlening zonder capaciteitsuitbreiding is op te
lossen;
draagt het college op:
·
de capaciteit van de gehele schuldhulpverlening te
bekijken en aan te vullen waar nodig;
·
vanaf 2008 deel te nemen aan de Benchmark
Schuldhulpverlening,
en gaat over tot de orde van de dag.
1 Volgens het rapport van de Delftse rekenkamer
'Evaluatie van het armoedebeleid van de gemeente Delft' kan worden
geconcludeerd 'dat de doelmatigheid en effectiviteit van de schuldhulpverlening
in de gemeente Delft op het moment onvoldoende is, zowel algemeen als specifiek
voor de doelgroep jongeren'."
M11-7
"De gemeenteraad van Delft, bijeen op 27
september 2007,
overwegende dat:
·
veilige speelruimte voor kinderen essentieel is
voor hun ontwikkeling;
·
1 op de 5 kinderen niet meer buiten speelt;
·
het aantal kinderen met overgewicht toeneemt;
·
de hoeveelheid openbaar groen afneemt;
draagt het college op om bij toekomstige
bestemmingsplannen een norm van drie procent buitenspeelruimte te hanteren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting: Buiten spelen is niet alleen leuk voor
kinderen, uit verschillende onderzoeken blijkt dat het ook belangrijk is voor
hun gezondheid en ontwikkeling, zowel fysiek als sociaal-emotioneel. Buiten
spelen kan een belangrijke rol spelen bij het terugdringen van overgewicht bij
kinderen. Het belang van buiten spelen raakt niet alleen het individuele kind,
het is ook van invloed op het gezin en de leefbaarheid van de buurt. Bovendien
leidt het op langere termijn tot lagere gezondheidskosten en minder vandalisme.
Eén op de vijf kinderen speelt niet meer op straat.
Dit komt niet alleen door de toegenomen concurrentie met televisie, computer,
sportclubs en andere hobby's, maar voor een belangrijk deel door de afname van
de mogelijkheden daartoe, de beperking van beschikbare ruimte en de toename van
de onveiligheid op straat.
De in deze motie voorgestelde norm van 3%
buitenspeelruimte is ontwikkeld door de NUSO, de landelijke organisatie voor
speeltuinwerk en jeugdrecreatie en het Nationaal Jeugdfonds Jantje Beton. Deze
twee organisaties hebben in december 1999 in het Handboek Speelruimtebeleid
gemeenten geadviseerd de voorgestelde norm te hanteren voor een goed
speelruimtebeleid."
De heer GULDEMOND (STIP): Geachte aanwezigen,
college en collega-raadsleden, ouders, vrienden en huisgenoten.
De heer BOT (GroenLinks): Hebt u nu alle aanwezigen
gehad, mijnheer Guldemond?
De heer GULDEMOND (STIP): Nou,
"aanwezigen" is heel breed; ik denk dus dat ik een heel eind ben.
Maar goed, ik wilde er een paar apart noemen.
Ik wil het college, de ambtenaren en in het
bijzonder de wethouder financiën complimenteren met deze Programmabegroting.
Voor het eerst is inzichtelijk gemaakt hoeveel beleidsvrijheid er binnen de
programma’s is. Dat maakt voor ons de begroting een stuk inzichtelijker en ik
hoop dat de raad deze vrijheid ook benut.
In 1993 namen een aantal studenten de vrijheid om
zich te bemoeien met de gemeentepolitiek: STIP werd opgericht. Hoofdreden voor
de oprichting was de onvrede met de toen bestaande politiek, die te weinig
rekening hield met de Delftse studenten en jongeren én de slechte samenwerking
tussen de Technische Universiteit en de gemeente. Sinds die tijd is er in
politiek Delft veel veranderd. Jaar na jaar is er meer aandacht gekomen voor
studenten. Jaar na jaar is er ook meer aandacht gekomen voor jongeren. Ook deze
collegeperiode zie ik weer meer aandacht voor beide groepen.
Ik wil beginnen met de studenten en de
onderwijsinstellingen. De banden met de TU worden aangehaald. Ik hoop trouwens,
mijnheer Stoelinga, dat u het niet erg vindt dat ik "Technische
Universiteit" afkort tot "TU"; anders wordt het een lang verhaal
en loop ik uit de tijd. Een goed voorbeeld vind ik de nieuwe cultuurvisie waarin
wordt voorgesteld om Delft te gebruiken als proeftuin van de TU. Volgens STIP
worden de kennis en creativiteit van de TU te weinig benut voor onze stad. Het
delen van elkaars ervaringen werkt op twee manieren positief. Aan de ene kant
kan Delft de technische kennis van de TU gebruiken om lokale problemen op te
lossen, aan de andere kant heeft de TU in de gemeente een betrouwbare partner
en een lokale proeftuin.
De samenwerking met de TU gaat wat mij betreft
verder dan cultuur. Ook op het gebied van duurzaamheid bijvoorbeeld kan Delft
als proeftuin dienen. Ik heb hier een concrete suggestie voor. De Botanische
Tuin heeft een revolutionaire vondst gedaan: er is een systeem ontwikkeld dat
fijnstof kan aantrekken uit de lucht. Met behulp van naaldbomen, elektriciteit
en een scherm is het gelukt om de hoeveelheid fijnstof in de lucht met 60% te
laten afnemen! Het klinkt nu misschien als een slechte scène uit The A-team,
maar ik zal straks testresultaten uitdelen waarin u kunt zien dat het echt
werkt. Het TU-Noordgebied kent een aantal zeer vervuilde straten waar deze
toepassing heel bruikbaar is. We kunnen dus Delftse kennis gebruiken om een
lokaal probleem op te lossen. Ik dien hiertoe een motie in.
Met de toenadering tussen de gemeente Delft en de
Technische Universiteit moeten wij wel oppassen dat wij de andere
kennisinstellingen niet uit het oog verliezen. Over twee jaar openen Hogeschool
INHOLLAND én de Technische Hogeschool Rijswijk hun deuren in het Mekelpark. Dat
betekent dat de Delftse onderwijscampus wordt uitgebreid met duizenden
studenten. De komst van deze instellingen betekent weer kansen voor de gemeente
om samen te werken.
Natuurlijk moeten wij voor deze grote groep nieuwe
studenten ook woningen realiseren. STIP voorziet op korte termijn grote
problemen met studentenhuisvesting. Huizen in de Spoorzone verdwijnen, de
nieuwbouw in TU-Noord loopt vertraging op en het aantal Delftse studenten
groeit explosief. De eerste tekenen van de grote tekorten zijn zichtbaar.
Momenteel reist een groep van 80 internationale studenten dagelijks heen en
weer tussen Haarlem en Delft, omdat er geen huisvesting in Delft beschikbaar
is. De beslissing om de Hammenpoort te bouwen (240 studentenwoningen) was dan
ook hoogst noodzakelijk. Ik wil voor dit voorstel mijn complimenten uitspreken
voor het sociaal-democratische wethoudersduo. Wij moeten echter niet vergeten
om ook aan de korte termijn te denken. Ik denk daarbij aan meer creatieve
maatregelen. In Maastricht bijvoorbeeld heeft het project Wonen boven Winkels
veel extra studentenwoningen opgeleverd. Ik ben blij dat wij ook in Delft geld
beschikbaar stellen voor dit project. Ook ben ik tevreden met het aanstellen
van het aanjaagteam woningbouwproductie. Het is de verantwoordelijkheid van de
gemeente om alle nieuwbouwplannen zo snel mogelijk te realiseren. Elke dag
vertraging is er een te veel.
STIP heeft niet alleen bijzondere aandacht voor de
Delftse studenten, maar ook voor de Delftse jongeren. Als het in de politiek over
jongeren gaat, gaat het vaak over problemen. Afgelopen jaar hebben wij die
allemaal gezien: alcoholmisbruik, schooluitval, hangjongeren en ga zo maar
door. Ik kan mij zelfs nog een discussie herinneren waarin werd voorgesteld om
prikstruiken in plantenbakken te zetten om hangjongeren te weren. STIP heeft
zich in die debatten vaak fel opgesteld. Dat is niet omdat wij de problemen van
jongeren niet erkennen, integendeel. Maar ik vind wel dat, als er problemen
zijn, wij moeten kiezen voor goede en haalbare oplossingen die het probleem ook
echt oplossen.
Neem bijvoorbeeld de alcoholproblematiek. Wij
hebben in Delft de dubieuze primeur om een alcoholkliniek voor jongeren te
hebben. Te vaak komen wij de naam van dokter van der Lely tegen in de krant en
dat is niet persoonlijk bedoeld. De heer Clason heeft een goed voorstel
ingediend om dit probleem aan te pakken. STIP heeft dat gesteund. Ik werd
echter een maand geleden verrast door een proefballonnetje van het college. Het
voorstel om binnen de gemeentegrenzen de leeftijd waarop alcohol mag worden
gekocht van 16 naar 18 jaar te verhogen, vinden wij onzinnig. De leeftijd
waarop alcohol kan worden gekocht, is nou typisch iets wat door het Rijk moet
worden geregeld. Het kan toch niet zo zijn dat je straks in Delft 18 jaar moet
zijn om een biertje te kopen, terwijl je verderop in Den Hoorn op je zestiende
hetzelfde biertje kunt kopen? STIP is een groot voorstander van toerisme, maar
het alcoholtoerisme laten wij toch liever aan ons voorbij gaan. In de discussie
over de nota Jeugd komen wij hierop terug.
Ik kom bij een ander aspect van jongeren en hun
gezondheid, de SOA-problematiek. Uit gesprekken met jongeren blijkt dat
condooms voor veel jongeren duur zijn. Een aantal jaren geleden is daarom een
non-profitorganisatie opgericht die zich bezighoudt met het goedkoop verkopen
van condooms: Stichting Jippy. De Jippy-condooms zijn op steeds meer plekken in
Nederland te koop voor slechts €0,10 per stuk. Op initiatief van STIP had Delft
recent een primeur: in juli werd de eerste Jippy-condoomautomaat van Nederland
onthuld bij jongerenvereniging de Koornbeurs. Een aantal van u was daar
trouwens bij en heeft ook enthousiast meegedaan aan de aanschaf van de
Jippy-condooms. Dat is hartstikke mooi. Ik zal geen namen noemen. Die kunt u na
afloop tegen betaling bij mij achterhalen; ook steun voor onze moties is
welkom. STIP wil dat niet alleen jongeren en raadsleden die de Koornbeurs
bezoeken, goedkoop aan condooms kunnen komen, maar dat elke Delftse jongere
goedkoop veilig kan vrijen. Ik ben dan ook erg benieuwd naar de uitkomsten van
het GGD-onderzoek om condooms op middelbare scholen te verkopen. Voor STIP
geldt het credo: geen wippie zonder Jippy!
In de laatste jaren heeft STIP veel aandacht
geschonken aan een heel ander thema: ondernemerschap. Delft heeft dit jaar weer
grote successen geboekt op dit gebied, variërend van de innovatieprijs voor de
C1000 Zuidpoort Delft tot de Baby Tycoon Award voor de technostarter QuinTech.
Het laatstgenoemde bedrijf komt voort uit de incubator YES!Delft. Vorig jaar
diende mijn collega Riphagen een motie in om de activiteiten van YES!Delft
verder uit te breiden, zodat ook starters met een niet-technologisch concept
aan de slag kunnen. Het verheugt mij dan ook dat dit voorstel nu in de Programmabegroting
is opgenomen.
STIP diende vorig jaar ook een motie in om Delftse
starters te betrekken bij de inkoop van de gemeente. Een goed voorstel, maar
helaas hebben wij nog geen concrete resultaten gezien. Ik wil daarom een
suggestie doen. Mijn oog is gevallen op een andere succesvolle technostarter
van YES!Delft, namelijk Senz Umbrellas. Het product van Senz Umbrellas heeft
afgelopen jaar ongelofelijk veel media-aandacht gehad. Ik heb er voor de
zekerheid eentje meegenomen. Het is een stormvaste paraplu. Met dit innovatieve
product heeft het bedrijf niet alleen het NOS journaal, maar zelfs het ABC News
in Amerika gehaald. Senz heeft daarmee al een fantastische ambassadeursrol voor
Delft Creatieve stad vervuld. De gemeente kan nu gebruikmaken van dit succes.
Regelmatig geeft de gemeente relatiegeschenken cadeau. In deze begroting wordt
daar zelfs extra geld voor gereserveerd. Wat zou het mooi zijn als de gemeente
aan haar relaties laat zien waar zij voor staat: voor creativiteit,
innovativiteit én een mooie vormgeving. De Senz-paraplu heeft het allemaal in
zich. Ik dien dan ook een motie in om de Senz-paraplu als relatiegeschenk van
de gemeente Delft te introduceren.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Zit u misschien
in dat bedrijf? Is dit geen belangenverstrengeling?
De heer GULDEMOND (STIP): Als dat zo zou zijn, was
het zeker belangenverstrengeling, maar ik heb niets te maken met dit bedrijf.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Oké, dat wou ik
graag horen.
De heer GULDEMOND (STIP): Een van de meest gehoorde
problemen van startende ondernemingen in Delft is het vinden van geschikte
bedrijfsruimte. Ik vind het dan ook noodzakelijk dat de gemeente blijft
investeren in bedrijfsverzamelgebouwen. De verhuizing van Bacinol naar Hooikade
13 is het minimale wat wij kunnen doen. Wij zijn blij dat in de begroting geld
wordt gereserveerd om de activiteiten van Bacinol Expo door te zetten. Onze
complimenten aan de wethouder cultuur hiervoor. Als het aan STIP ligt, wordt
het resterende geld uit de reserve Bacinol gebruikt om op andere locaties het
concept Bacinol uit te breiden. Het gebied Schieoevers leent zich hier
uitstekend voor.
Een andere optie om bedrijfsruimte beter te
benutten, is het gebruik van leegstaande panden. Recent hoorde ik dat een
aantal panden in de Kromstraat gebruikt gaan worden als creatieve
antikraaklocatie. STIP juicht dit toe. Het mes snijdt hier aan twee kanten:
leegstaande panden krijgen een zinvolle invulling én enthousiaste mensen
krijgen letterlijk en figuurlijk de ruimte om hun activiteiten uit te voeren.
Een andere manier om ondernemerschap te stimuleren,
is het verlagen van de regeldruk. In West-Brabant heeft de Kamer van Koophandel
een interessante pilot uitgevoerd. Hieruit zijn twaalf best practises gerold
die helpen bij het reduceren van administratieve lasten van bedrijven. Het
voorstel heeft de veelzeggende titel "Van denken naar doen". De best
practises zijn heel praktische voorstellen die in elke gemeente eenvoudig
kunnen worden ingevoerd. Ik daag de wethouder economische zaken ertoe uit om
elke maand één van deze best practises in Delft in te voeren. Ik dien hiertoe
samen met de VVD, Stadsbelangen en D66 de motie vermindering regeldruk in.
Ik kom bij mijn laatste thema: architectuur. Dat
thema is ook al genoemd door mevrouw Stolker. STIP heeft daar de afgelopen
jaren veel aandacht voor gevraagd. Wij kunnen nog veel leren van andere steden.
Bij het laatste raadsuitje naar Breda werden wij gewezen op de commissie van
wijzen in die stad.
De VOORZITTER: U moet afronden.
De heer GULDEMOND (STIP): Dan ga ik heel snel door.
STIP ziet daar wel wat in. Wij vinden dit een belangrijk thema in de discussie
over het nieuwe architectuurbeleid. De fractie van GroenLinks heeft samen met
onze fractie een motie over innovatieve bouwmethoden ingediend, waarbij ook een
bijlage zal worden uitgedeeld. Die motie heet "groen in innovatie" en
die titel zegt eigenlijk al genoeg.
Alle zaken die ik in mijn algemene beschouwingen
naar voren heb gebracht, zie ik in de toekomst samenkomen in het gebied Schieoevers.
Het gebied Schieoevers kan symbool gaan staan voor wat STIP met Delft wil. In
dit gebied gaat uiteindelijk een grote groep Delftenaren wonen, werken en
recreëren. De architectuur van de nieuwe gebouwen zal van hoge kwaliteit zijn.
Aan de overzijde van de Schie zal een schitterende onderwijscampus met een
kennisintensief bedrijvenpark liggen. Er is ook ruimte voor
bedrijfsverzamelgebouwen waar iedereen de ruimte krijgt om te experimenteren.
En de lang verwachte discotheek wordt gebouwd, zodat jongeren binnen de
stadsgrenzen kunnen uitgaan. STIP zal erop blijven hameren dat het voor de
Delftenaren in het toekomstige Schieoevers en alle andere gebieden van Delft
nog leuker wordt om te wonen, werken en recreëren.
De VOORZITTER: Door de STIP-fractie worden de
volgende moties (M7-1, M9-6 en M13-1) ingediend:
M7-1
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op donderdag 27 september 2007,
constaterende dat:
·
uit het luchtkwaliteitplan blijkt dat het
TU-Noordgebied enkele straten bevat die de planwaarde van het
luchtkwaliteitplan nog steeds overschrijden;
·
uit een rapportage van Milieudefensie (2007) blijkt
dat deze straten tot de 400 meest vervuilde straten van Nederland behoren;
·
de afdeling Botanische Tuin van de TU Delft werkt
aan duurzame oplossingen om de luchtkwaliteit te verbeteren;
·
deze oplossingen op korte termijn geschikt zijn
voor commercieel gebruik;
overwegende dat:
·
een van de concrete projecten van de TU Delft en de
Botanische Tuin een 'fijnstofmagneet' is die fijnstof aantrekt en door bomen
laat verwerken;
·
de TU Delft bewezen heeft dat deze magneet de
hoeveelheid fijnstof met 60% vermindert;
·
deze fijnstofmagneet aansluit bij het beleid van de
gemeente om Delft als proeftuin van technologische ontwikkelingen (van onder
andere de TU Delft, zie de Programmabegroting) te laten fungeren;
draagt het college op, in samenwerking met de
Botanische Tuin met een haalbaar voorstel richting de raad te komen om een
opstelling van de fijnstofmagneet in TU-Noord te realiseren op een locatie die
volgens het college hiervoor het beste in aanmerking komt,
en gaat over tot de orde van de dag."
M9-6
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op donderdag 27 september 2007,
constaterende dat:
·
de huidige stemcomputers volgens de
commissie-Korthals Altes niet voldoen;
·
de TU Delft een faculteit Elektrotechniek, Wiskunde
en Informatiekunde (EWI) heeft;
overwegende dat:
·
handmatig stemmen nadelen met zich meebrengt;
·
een elektronische vorm van stemmen mogelijk is,
mits aan de voorwaarden van de commissie-Korthals Altes wordt voldaan;
draagt het college op, in samenwerking met de TU
een ontwerpwedstrijd uit te schrijven voor een nieuw type stemcomputer dat
voldoet aan de eisen van de commissie-Korthals Altes,
en gaat over tot de orde van de dag."
M13-1
" De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op donderdag 27 september 2007,
constaterende dat:
·
in de Programmabegroting 2008-2011 voor het jaar
2008 €25.000 staat gereserveerd voor het ontwikkelen en aanschaffen van
relatiegeschenken;
·
de Delftse technostarter Senz Umbrellas een
innovatieve stormvaste paraplu heeft ontwikkeld;
·
de raad op 7 november 2006 een motie heeft
aangenomen om innovatieve oplossingen van starters expliciet aandacht te geven
bij het inkoopbeleid van de gemeente;
overwegende dat:
·
een relatiegeschenk van de gemeente Delft de
bijzondere eigenschappen van de stad moet representeren;
·
de Senz Umbrella technologie en design combineert;
·
deze paraplu internationale bekendheid geniet en
designwedstrijden heeft gewonnen;
draagt het college op om de Senz-paraplu een
relatiegeschenk van de gemeente Delft te maken,
en gaat over tot de orde van de dag."
De VOORZITTER: Door de fracties van STIP, GroenLinks,
Stadsbelangen en de VVD wordt de volgende motie (M13-2) ingediend:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering
bijeen op donderdag 27 september 2007,
constaterende dat:
·
per gemeente 15 tot 25 vergunningen voor bedrijven
kunnen worden vereenvoudigd of afgeschaft zonder afbreuk te doen aan de
bestuurskracht van de gemeenten;
·
een project van de Kamer van Koophandel in
West-Brabant bij de gemeenten aldaar dermate succesvol is gebleken dat de
bevindingen gepubliceerd zijn in een aanpak 12 Best Practices voor het
reduceren van administratieve lasten bij bedrijven;
overwegende dat:
·
de KvK deze aanpak landelijk wil uitrollen;
·
de gemeente Delft de administratieve lasten voor
zowel gemeente als bedrijven met deze aanpak kan verminderen;
draagt het college op:
·
binnen drie maanden met een plan van aanpak te
komen om de 12 Best Practices uit Eindhoven samen met de KvK Haaglanden ook in
Delft te implementeren;
·
hierbij te streven naar de implementatie van één
best practice per maand,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bijlage: '12 Best Practices voor het reduceren van
gemeentelijke Administratieve Lasten voor bedrijven’."
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter, leden
van de raad en aanwezigen op de publieke tribune. Voor u staat een fractievoorzitter
die geweldig trots is op Delft. Niet omdat één van de wethouders recentelijk
een oproep deed om vooral trots op Delft te zijn; ik ben dat al m’n hele leven.
Ik ben trots op deze mooie stad en gelukkig zijn vele inwoners dat met mij.
De fractie van Stadsbelangen is minder trots op dit
college. Wij adviseren het college dan ook om te overwegen op te stappen, zodat
ruimte kan worden gemaakt voor een nieuwe collegeploeg. Dat ligt volgens ons
helemaal in de lijn van de titel van het collegeprogramma “ruimte zien en
ruimte maken”. Stadbelangen ziet die ruimte en wij vragen het college om te
overwegen om die ruimte nu te maken. Het is voor iedereen immers zichtbaar dat
dit college geen hechte ploeg is. Er is geen verbindend vermogen aanwezig binnen
deze ploeg en het ontbreekt dit college vooral aan daadkracht. De onderlinge
klik is er gewoonweg niet. Als de één de koffie niet lekker vindt, vindt de
ander de koffie wel lekker. Als de één de hele avond zit te wachten om een
vraag van de commissie te kunnen beantwoorden, doet de ander dat ineens
ongevraagd. Het zijn simpele, maar veelzeggende voorbeelden. Een ploeg die niet
hecht kan samenwerken, is slecht voor de toekomst van onze stad; vandaar onze
oproep. Onze fractie heeft ook sterk de indruk dat de huidige collegeleden op
een aantal terreinen grote moeite hebben met het uitvoering geven aan het
beleid dat door hun voorgangers in gang werd gezet, maar ook met zaken zoals
het realiseren van een boekenmarkt heeft dit college grote moeite. Wij noemen verder
de problematiek rond de Koepoortgarage. Bewoners verkeren nog steeds in
onzekerheid over de vraag of de schade wel of niet volledig wordt vergoed. Wij
noemen de gang van zaken rond het Koepoorthotel. Datzelfde geldt voor de
problematiek rond de bewoners en ondernemers aan de Nieuwe Langendijk en het
noordelijk winkelgebied. Wij noemen de knullige amateuristisch bedachte
oplossing inzake verkeersveiligheidsmaatregelen aan de Maria Duystlaan. Die
zijn inmiddels weer verwijderd; er is dus onnodig geld uitgegeven. Wij noemen
de soap rond de architectenkeuze. Het college zal ongetwijfeld gaan roepen dat
dit probleem nu naar tevredenheid is opgelost, maar dat doet ons meer denken
aan de directeur die zijn manager een groot compliment gaf omdat hij het probleem
zo goed had opgelost. De directeur voegde daar echter wel aan toe dat hij moest
vaststellen dat diezelfde manager het probleem had veroorzaakt.
Het afgelopen jaar hebben wij ook gezien dat het
college steeds vaker onder de noemer “collegebevoegdheid” politiek gevoelige
kwesties doordrukt en achteraf met de raad bespreekt. Wij noemen de gang van
zaken rond de architectenkeuze van het stadskantoor, Hooikade 13, het toekennen
op eigen houtje van 112.000 euro voor kinderopvang en nu weer het Vermeercentrum.
Dat mag dan allemaal wel het gevolg zijn van het dualisme, maar wij kunnen het
onze inwoners niet meer uitleggen. Stadsbelangen vindt dat een zorgelijke
ontwikkeling en vindt dat er alle aanleiding is om de bevoegdheden van het
college nog eens zorgvuldig onder de loep te nemen. Daar waar het kan, moet de
raad nog strakkere kaders aan de bevoegdheden van het college meegeven. Wij
zullen daartoe een motie indienen.
De hele gang van zaken rond de RegioTaxi ligt ons
nog vers in het geheugen en geeft ons een bittere smaak in de mond. Ook wij
ontvangen nog steeds negatieve signalen en wij moeten dat als raad maar
accepteren omwille van … Omwille van wat eigenlijk?
Over het Vermeercentrum komen wij later nog te
spreken, maar het moet ons van het hart dat wij gisteren in de Delftse Post in
een advertentie de naam van wethouder Vuijk zagen staan met in feite een oproep
aan de raad om een doorstart mogelijk te maken oftewel geld beschikbaar te
stellen. Wij vinden dat zeer ongepast. De raad heeft met het college over dit
onderwerp nog niet gesproken. Wethouder Vuijk roept hierdoor het beeld op lak
te hebben aan de gemeenteraad.
U schrijft in de Programmabegroting dat de
financiële positie van de gemeente gezond is. Stadsbelangen stelt: voor de
korte termijn wel, maar aan de enorme financiële risico’s die Delft in de
komende jaren zal lopen, gaat het college, zo lijkt het, voorbij. Regelmatig
worden wij geconfronteerd met projecten die weer duurder uitvallen dan eerst
begroot of die qua kosten niet volledig aan de raad waren gepresenteerd bij de
besluitvorming. Natuurlijk horen risico’s bij het leven, ook financiële
risico’s, maar als wij niet oppassen, kan Delft binnen 10 jaar haar
faillissement aanvragen.
Wij missen in deze Programmabegroting een serieuze
poging om te werken aan afslanking van de ambtelijke organisatie. Delft zit
zeer ruim in het jasje. Een kleinere organisatie betekent minder overhead,
minder werkplekkosten en voor onze inwoners vooral lagere leges. De landelijke
norm is gemiddeld 7 ambtenaren op 1.000 inwoners. Afgaande op de informatie uit
het Statistisch Jaarboek 2006 had Delft in juni 2006 13,6 fte per 1.000
inwoners. Zelfs steden met meer inwoners dan Delft halen het Delftse gemiddelde
nog niet eens. Ook hierover zullen wij een motie indienen.
Het college stelt onze inwoners nadrukkelijker te
willen betrekken bij zaken die spelen in onze stad. Daar zijn wij het mee eens
en wij denken dat dit voor de bewoners van het Bastiaanplein en de
Korvezeestraat als muziek in de oren klinkt. Voorwaarde is wel dat wij dan af
moeten van oubollige methoden die nog steeds worden gehanteerd. Te vaak lezen
wij nog in stukken, bijvoorbeeld bij betaald zondagparkeren: “We hebben overleg
gehad met de klankbordgroep” om er dan vervolgens achter te komen dat belangrijke
spelers uit de binnenstad, bijvoorbeeld bewonersverenigingen, simpel zijn
overgeslagen. De heer Bot vindt ons dus aan zijn zijde als hij daar
daadwerkelijk iets aan wil gaan doen, maar dan moeten wij dat ook echt gaan
doen. De heer De Bie van de PvdA schreef laatst, met dank aan Loesje: “Het
klimaat verandert snel, nu de politici nog”. Wij bevelen deze kreet standaard
aan boven uitnodigingen voor elke college- en gemeenteraadsvergadering.
In de Programmabegroting streeft het college naar
een kindvriendelijke stad. Daar zijn wij niet op tegen, maar met dit thema
vergeet het college dat ook Delft in de toekomst met de vergrijzing te maken
krijgt. Of denkt het college dat Delft daarbij wordt overgeslagen?
Stadsbelangen kiest voor een mensvriendelijke stad waarin iedereen zich thuis
kan voelen en respectvol met elkaar omgaat.
In het kader van de sport zien wij dat een aantal
voetbalverenigingen aan de Brasserskade volgend jaar in aanmerking komen voor
kunstgrasvelden, terwijl deze verenigingen in het verleden al waren bediend met
wetravelden. Wij vinden dat positief, maar graag willen wij ons sterk maken
voor voetbalverengingen aan de andere kant van onze stad. Ik noem bijvoorbeeld
Full Speed en Delfia. Die clubs willen ook een kunstgrasveld. Graag horen wij van
het college wanneer die verenigingen kunnen beschikken over een dergelijk veld.
Dat brengt ons bij het buurt- en wijkwerk en de rol
van de dure BWD, een geldverslindend apparaat. Er gaat enorm veel geld naar het
buurt- en wijkwerk. Wij vragen ons af of dit nog wel in relatie staat tot het
resultaat. Enkele jaren geleden werd een splinternieuw jeugdhonk in de
Wippolder geopend. Binnen enkele jaren is dit honk een krot geworden dat grote
delen van de week niet wordt gebruikt. Wij lezen in de Programmabegroting dat
wij jongeren toch vooral moeten prikkelen om mee te doen aan buurtactiviteiten.
Het feit dat wij dat moeten doen, geeft al te denken. Wij zien liever een
college dat zich actief inzet om onze inwoners, oud en jong, aansluiting te
laten zoeken bij verenigingen. Dat kan op allerlei gebied zijn. Wij zien veel
meer in een bloeiend verenigingsleven in onze stad dan in de organisatie van
buurtactiviteiten waaraan, afgezet tegen het aantal bewoners per wijk, maar een
beperkt aantal mensen meedoet en die Delft ontzettend veel geld kosten.
Dat brengt ons bij een grote ergernis van onze
inwoners, namelijk de illegale graffiti door de hele stad heen; mevrouw Steffen
had het daar al over. Aan deze ergernis doet het college te weinig. Wij hebben
deze week gelezen dat Groningen een zeer adequaat beleid heeft bij de aanpak
van illegale graffiti door middel van een antigraffitisysteem. Degene die
gepakt wordt, krijgt direct de rekening gepresenteerd van alle schade die hij
of zij in zijn of haar carrière in de stad heeft veroorzaakt. Dat is volgens
ons een goede aanpak. Wij willen dat u in overleg gaat met de gemeente
Groningen om te bezien of een dergelijk beleid ook voor onze stad te realiseren
zou zijn.
Verschillende gemeenten zijn bezig om het starters
gemakkelijker te maken om een woning te kunnen kopen. Daarmee wordt een poging
gedaan om te voorkomen dat starters uit de stad wegtrekken. Een mooi voorbeeld
is de gemeente Breda, die dat in samenwerking met de woningcorporaties doet.
Via de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN)
worden startersleningen verstrekt voor nieuwbouwwoningen. Wij vragen u in een
motie om te onderzoeken of een dergelijk beleid ook voor Delft kan worden
ingezet.
De VOORZITTER: Mijnheer Meuleman, u moet afronden.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Tot slot: wij
beseffen dat wij forse kritiek hebben geuit richting uw college, maar wij
vinden dat het college dat verdient. Wij vragen u om zich de komende periode
als een hechte ploeg te gaan gedragen en, als u dat niet kunt, gehoor te geven
aan onze oproep om te overwegen om op te stappen, in het belang van onze stad.
Ik verzeker u dat Delft in beide gevallen trots zal zijn op u.
De VOORZITTER: Door de fractie van Stadsbelangen worden
de volgende moties (M2-4, M5-1, M13-6 en M13-7) ingediend:
M2-4
" De gemeenteraad van Delft, bijeen op
donderdag 27 september 2007,
overwegende dat:
·
het voor starters in Delft moeilijk is om een
woning te kopen gezien de hoge prijzen;
·
inwoners hierdoor onze stad verlaten;
·
diverse gemeenten een beleid voeren om het starters
gemakkelijker te maken om een woning te kunnen kopen;
·
Breda in samenwerking met de woningcorporaties via
de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN)
startersleningen verstrekt voor nieuwbouwwoningen, met als doel te voorkomen
dat starters noodgedwongen de stad moeten verlaten;
draagt het college op:
·
te onderzoeken of het invoeren van een
starterslening in Delft via de SNV tot de mogelijkheden behoort;
·
de gemeenteraad hierover voor de zomer 2008 te
rapporteren dan wel hiertoe een voorstel te doen,
en gaat over tot de orde van de dag."
M5-1
" De gemeenteraad van Delft, bijeen op
donderdag 27 september 2007,
overwegende dat:
·
illegale graffiti de stad ontsiert;
·
inwoners zich mateloos ergeren aan deze vorm van
vervuiling;
·
de gemeente Groningen een succesvol
antigraffitibeleid voert, waarbij daders de rekening gepresenteerd krijgen van
de door hen aangebrachte schade;
draagt het college op:
·
te onderzoeken of een dergelijk antigraffitibeleid
ook in Delft gerealiseerd kan worden;
·
de gemeenteraad hierover te rapporteren dan wel
hiertoe, uiterlijk in 2008, een voorstel te doen toekomen,
en gaat over tot de orde van de dag."
M13-6
" De gemeenteraad van Delft, bijeen op
donderdag 27 september 2007,
overwegende dat:
·
gebleken is dat het college diverse malen bij
politiek gevoelige kwesties gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid zonder
hierbij de gemeenteraad vooraf te betrekken dan wel te informeren;
·
hierdoor aanleiding bestaat de bevoegdheden van het
college kritisch te bezien;
besluit:
·
een werkgroep vanuit de gemeenteraad in te stellen
om te onderzoeken of aan de bevoegdheden van het college extra kaders kunnen
worden meegeven, waarbij het college wordt verplicht politiek gevoelige
kwesties vooraf te bespreken met de gemeenteraad ondanks zijn bevoegdheden;
·
de uitkomsten van het onderzoek door middel van een
voorstel voor de zomer 2008 aan de gemeenteraad ter besluitvorming voor te
leggen,
en gaat over tot de orde van de dag."
M13-7
" De gemeenteraad van Delft, bijeen op
donderdag 27 september 2007,
overwegende dat:
·
als landelijke norm voor het aantal ambtenaren per
gemeente geldt gemiddeld 7 fte op 1.000 inwoners;
·
de gemeente Delft in juni 2006 13,6 fte op 1.000
inwoners had;
·
dit ver boven het landelijke gemiddelde ligt;
draagt het college op, in het kader van de
organisatieontwikkeling de omvang van de organisatie af te slanken, waarbij als
taakstelling wordt meegegeven het aantal fte’s zoveel mogelijk terug te brengen
naar het landelijke gemiddelde (voor vergelijkbare gemeenten), waarbij rekening
wordt gehouden met extra benodigde capaciteit ten behoeve van grote projecten
(Spoorzone),
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter, leden van de
raad, geachte aanwezigen. Wat hebben de proef met het gratis openbaar vervoer
en het Vermeercentrum met elkaar gemeen? Dat zijn zomaar twee voorbeelden uit
de Delftse politiek van de afgelopen tijd. De overeenkomsten zijn: negatieve
publiciteit voor onze mooie stad, verspilling van gemeenschapsgeld, continue
noodzaak tot ingrijpen door de gemeenteraad en, misschien nog wel het ergste,
onduidelijkheid voor de inwoners en bezoekers van Delft. D66 betreurt dit. Het
begint er steeds meer op te lijken dat dit college een politiek van geloof en
hoop bedrijft. Er zijn ideeën genoeg, maar het ontbreekt aan duidelijke keuzes,
focus en doorzettingskracht. Ik zal dit even uitleggen; laten wij de
voorbeelden nog even langslopen.
Gratis openbaar vervoer klinkt groen, dus doen, zo
lijkt de gedachte. Reizigers willen echter beter en meer openbaar vervoer. Nu
wordt de proef stopgezet, is vier ton verloren en heeft het OV aan kwaliteit
niets gewonnen.
Het Vermeercentrum. De stadsmarketing wordt
grotendeels opgehangen aan dit private initiatief, waaraan de gemeente
bovendien een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd. Dit terwijl je voor twee
kwartjes minder 8 kilometer verderop de echte kunstwerken kunt zien. De zaak is
failliet, het geld is weg en Delft staat voor schut. Later meer hierover.
Nog een voorbeeld: het referendum over de Delftse
Hout, een democratisch hoogtepunt in de Delftse politieke geschiedenis. Het
college heeft hier nooit negatief tegenover gestaan, maar nu de
referendumverordening geen papieren tijger blijkt en de uitkomst slecht
uitkomt, wil hetzelfde college het referendum aan banden leggen. De Delftenaar
wordt gestraft voor zijn betrokkenheid. Wij rekenen in dezen op de raad.
Het komt op onze partij allemaal nogal chaotisch en
wispelturig over. De overheid moet een betrouwbare partner zijn die slechts
zaken op hoofdlijnen verandert en die kiest voor een beperkt aantal speerpunten
om in te investeren. Ik moet ook denken aan wat Alexander Pechtold in zijn
algemene beschouwing zei: "U hebt oplossingen voor de kleine ergernissen
van mensen maar lost de grote problemen niet op." In lijn met mijn
partijleider wil ik dit college er dan ook toe oproepen om dat wat goed is,
niet te veranderen en om dat wat goed lijkt, niet altijd te doen. Kortom: meer
analyse, meer focus op langetermijnbeleid en daar ook aan vasthouden.
Ik moet toegeven dat er ook veel goed gaat. Ik denk
dan aan de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de
armoedebestrijding, het oplossen van het studentenhuisvestingsprobleem en de
veiligheid. Ook wordt duidelijk gekozen voor een profiel voor de stad naar
buiten toe: Delft maakt werk van water. D66 wil echter meer duidelijkheid. Wij
zullen daar dan ook een aantal voorstellen voor doen.
Delft moet geen uitzonderingspositie willen innemen
op het punt van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop. Wij waren zeer verbaasd
toen wij via de media vernamen dat wethouder Rensen die grens wil opschroeven
naar 18 jaar. We hebben in deze raad op voorspraak van de heer Clason, waarvoor
dank, een plan vastgesteld tegen alcoholmisbruik door jongeren. D66 staat daar
pal achter en ziet meer in voorlichting en handhaving. Wij willen dat het
college zijn uitspraken op dit punt intrekt en jongeren van 16 niet betuttelt.
Ik denk dat de heer Guldemond mijn motie gaat steunen en dat hij zich bij de
nota over de jeugdzorg op de echt belangrijke dingen kan richten.
Dan helaas wéér het DOK. Wij hadden gehoopt dat het
college het signaal dat een jaar geleden in deze raad is afgegeven, onder
andere door de fractie van GroenLinks en mijn fractie, serieus had opgepakt en
het budget voor het DOK fors naar boven had bijgesteld richting het niveau van
vergelijkbare steden. Wij zijn blij met de extra ruimte in de Programmabegroting,
maar het is gewoon niet genoeg. Daarom een motie van onze kant om het voor dit
jaar te regelen en een structurele oplossing te zoeken. Zo zorgen wij voor
duidelijkheid voor het DOK en zijn gebruikers.
Ook de digitale communicatie van de gemeente
ontbeert duidelijkheid. Het is niet uit te leggen dat informatie over politiek
en bestuur over meerdere websites is versnipperd. Wij willen, in aanvulling op
het budget voor gemeentedelft.info en het gedegen communicatieplan van de
griffie, één website voor de hele gemeente inclusief gemeenteraad.
Dan een project waar de hele stad naar kijkt. Wij
willen snel duidelijkheid voor de omwonenden van de Koepoortgarage en vragen
het college per motie om nog in 2007 met een onderbouwd voorstel te komen voor
het wel of niet opkopen van beschadigde huizen.
Ook willen we duidelijkheid voor ondernemers met
een goed initiatief. Het budgethotel verdient een eerlijke kans. Tot op heden
heeft de toezegging van het college om met de initiatiefnemers actief op zoek
te gaan naar een geschikte locatie, nergens toe geleid. Dat is geen goede zaak
voor het toerisme in Delft. Wij roepen u er dan maar per motie toe op om dit
alsnog te regelen.
Verder zijn wij blij dat het Technologisch
Innovatief Compex (TIC) zo prominent in het Regionaal Structuurplan is
opgenomen. Een compliment voor de portefeuillehouder in Haaglanden, mijnheer de
voorzitter.
De VOORZITTER: Ik zal het doorgeven.
De heer VOKURKA (D66): Dank u wel. Ik denk dat hij
daar blij mee is. Maar D66 wil nu doorpakken. Wij moeten ervoor zorgen dat het
niet bij papier blijft, maar dat dit begrip concreet wordt ingevuld zodat
Delftse inwoners en bedrijven én dit kabinet eindelijk zien en meemaken waar
Delft Kennisstad, naast de paraplu van de heer Guldemond, voor staat. Daarom
een motie daartoe.
Dan iets anders: D66 wil absoluut geen
gemeenschapsgeld besteden aan Youth for Christ. De harde scheiding tussen kerk
en staat moet te allen tijde worden gehandhaafd. Wij stellen voor om dit budget
te besteden aan voorlichting over homoseksualiteit voor jongeren.
D66 lanceert vanavond ook het project Pimp My Park.
Wij hebben al veel gesproken over parken. De ambitie van de heer Van Doeveren
om van Delft de groenste stad van Nederland te maken, steunen wij. Wij pleiten
voor een eenmalige aanzienlijke investering om alle parken in Delft een
kwaliteitsimpuls te geven, ofwel: te pimpen. De ambities van Delft op het
gebied van groen en recreatie matchen ons inziens onvoldoende met de
beschikbare budgetten. Wij moeten de groenste stad van Nederland worden.
Ik ben klaar. Wij willen meer daadkracht,
duidelijkheid en democratie en zien uit naar de verdere behandeling van de
Programmabegroting.
De VOORZITTER: Door de D66-fractie worden de
volgende moties (M2-3, M3-1, M9-3, M9-4, M10-2, M10-3, M10-7, M13-4 en M13-5)
ingediend:
M2-3
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 oktober 2007,
constaterende dat:
- de
wet jongeren tot 16 jaar verbiedt alcoholische dranken te kopen;
- wethouder Rensen in de media
uitspraken heeft gedaan over het verhogen van de wettelijke leeftijd tot 18
jaar;
overwegende dat:
- jongeren
vanaf 16 jaar in staat zijn tot het maken van weloverwogen keuzes;
- het
verhogen van de minimumleeftijd een schijnmaatregel is;
- de essentie van het tegengaan van
alcoholmisbruik onder jongeren wordt gediend door strenge handhaving van de
huidige regelgeving en het voorzien in voorlichting over alcoholmisbruik;
draagt het college op om af te zien van maatregelen
welke leiden tot verhogen van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar voor de
verkoop van alcoholische dranken en daarover ook geen uitspraken meer te doen,
en gaat over tot de orde van de dag."
M3-1
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat:
- het college 15.000 euro vrijmaakt
voor jongerenactiviteiten uit te voeren door ‘Youth for Christ’;
- ‘Youth
for Christ’ een sterk kerkelijke signatuur kent;
overwegende dat de scheiding tussen kerk en staat
bij wet is vastgelegd en te allen tijde moet worden gewaarborgd;
voorts constaterende dat homodiscriminatie onder
jongeren toeneemt;
overwegende dat extra voorlichting op scholen dit
tij kan keren;
draagt het college op om de bijdrage van 15.000
euro aan ‘Youth for Christ’ te wijzigen in extra voorlichting voor jongeren
over homoseksualiteit,
en gaat over tot de orde van de dag."
M9-3
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat het Technologisch Innovatief
Complex een speerpunt van beleid is binnen het nieuwe Regionaal Structuurplan
Haaglanden;
overwegende dat:
- het Technologisch Innovatief Complex
concrete kansen biedt voor invulling van Delft Kennisstad;
- het Technologisch Innovatief Complex
bijdraagt aan de positionering van Delft als Kennisstad op regionaal, nationaal
en internationaal niveau;
- concrete invulling van het
Technologisch Innovatief Complex vraagt om een strategie vanuit het college;
draagt het college op om te komen tot een plan van
actie Technologisch Innovatief Complex,
en gaat over tot de orde van de dag."
M9-4
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat Delft en haar omgeving in
toenemende verstedelijken;
overwegende dat:
- stadsparken
sterk bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de woonomgeving;
- stadsparken
bijdragen aan een gezonde levensstijl;
- een kwaliteitsimpuls in de Delftse
parken sterk bijdraagt aan de genoemde aantrekkelijkheid;
draagt het college op om een project te starten om
de Delftse parken een kwaliteitsimpuls te geven en hiertoe dekking te vinden
binnen de middelen nota Stadshal Bacinol (275.000 x 2 euro),
en gaat over tot de orde van de dag."
M10-2
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat:
- er
in Delft een gebrek is aan goedkope overnachtingsmogelijkheden;
- er
een initiatief onder Delftse ondernemers leeft om een budgethotel te starten;
- er een toezegging is gedaan door het
college om op zoek te gaan naar een locatie voor een budgethotel;
overwegende dat:
- Delft
verblijfstoerisme wil stimuleren;
- Delft
meer toeristen met een klein budget wil aantrekken;
- de
gemeente Delft initiatieven van ondernemers waar mogelijk dient te faciliteren;
draagt het college op om in samenspraak met de
initiatiefnemers van het budgethotel op zoek te gaan een geschikte locatie voor
een budgethotel en de raad hierover nog in 2007 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag."
M10-3
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat:
- de bewoners rondom de Koepoortgarage
langdurige hinder ondervinden en in onzekerheid verkeren over de waarde van hun
huis;
- er onduidelijkheid heerst over de
bewoonbaarheid van de woningen na realisatie van de Koepoortgarage;
- de situatie rondom de Koepoortgarage
nadelig is voor het stadsbeeld aan de oostelijke binnenstad;
overwegende dat:
- het onwenselijk is dat bewoners rondom
de Koepoortgarage nog veel langer in onzekerheid leven;
- totale
vernieuwing van dit stadsdeel een impuls geeft aan de oostelijke binnenstad;
draagt het college op om binnen zes weken met een
plan te komen waarin de mogelijkheid wordt onderzocht om tot aankoop over te
gaan van de woningen rondom de Koepoortgarage en eventueel de bewoners een
terugkeergarantie te bieden,
en gaat over tot de orde van de dag."
M10-7
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 oktober 2007,
constaterende dat:
- het
DOK structureel kampt met financiële tekorten;
- de gemeentelijke bijdrage per inwoner
aan het DOK ver onder het landelijk gemiddelde ligt, ook wanneer de extra
subsidie in de Programmabegroting in ogenschouw wordt genomen;
- de raad middels de motie Vokurka/Bot
opgeroepen heeft om de bijdrage per inwoner nadrukkelijk mee te nemen bij het
opstellen van de Programmabegroting;
overwegende dat:
- het DOK in Delft een sleutelpositie
inneemt in algemene ontwikkeling en culturele vorming;
- de
ambitie is dat het DOK de modernste bibliotheek van de wereld is en blijft;
draagt het college op om de bijdrage per inwoner
structureel te verhogen tot een minimum van 20 euro en de dekking voor dit jaar
daarvoor te halen uit het gereserveerde bedrag van 382.000 euro uit de post
Bijdrage Vermeercentrum,
en gaat over tot de orde van de dag."
M13-4
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat de gemeente Delft een wildgroei kent
van gemeentelijke informatiestromen die verdeeld zijn over verschillende
websites;
overwegende dat de wildgroei van informatiestromen
niet bijdraagt aan duidelijkheid en participatie van de burger aan
overheidsdiensten;
draagt het college op om alle gemeentelijke
websites om te vormen tot één duidelijke en toegankelijke website van de
gemeente Delft, en dit budgetneutraal uit te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag."
M13-5
"De gemeenteraad, bijeen op 27 september 2007
en 8 november 2007,
constaterende dat:
- in de gemeente Leiden onlangs is
gestart met het project ‘Dwangsom’ waarbij burgers worden gecompenseerd bij
overschrijdingen van wettelijke termijnen voor aanvragen, vergunningen etc.;
- de afhandelingstermijnen genoemd in
de algemene wet bestuursrecht in Delft regelmatig worden overschreden,
bijvoorbeeld bij bezwaarschriften;
overwegende dat:
- het
project ‘Dwangsom’ de gemeente stimuleert termijnen te halen;
- burgers
worden gecompenseerd wanneer termijnen worden overschreden;
draagt het college op om het in Leiden opgezette
project ‘Dwangsom’ op korte termijn in Delft in te voeren,
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Onze
prachtige stad heeft veel dat hoop geeft en vertrouwen, om maar eens een voor
de hand liggende variatie op de troonrede te maken. Delft is een prachtige
historische stad. Wij hebben bijna 100.000 inwoners met ieder zijn eigen
talenten. Wij hebben de TU en de onderzoeksinstituten, en economisch gaat het
momenteel goed. Om deze hoop en dit vertrouwen niet te beschamen, is het van
belang dat de gemeente op een goede wijze invulling geeft aan haar taken. In
dit betoog zal ik u laten weten in hoeverre de Programmabegroting 2008-2011 dit
volgens onze fractie doet.
Ik spreek als eerste over het milieu, want het milieu is
weer in. Het is een goede zaak dat de gemeente ambitieus is op dit terrein. Wij
zien veel goede dingen gebeuren. Als voorbeelden noem ik voorlichting over het
milieu aan schoolkinderen en het maken van vergaande afspraken met
projectontwikkelaars over de energiezuinigheid van nieuwe gebouwen. Wij missen
echter maatregelen die burgers op het praktische en financiële vlak
ondersteunen. Ik geef ter illustratie twee voorbeelden. Wij hebben in januari
gevraagd om Delft aan te sluiten op het Energieloket Zuid-Holland. Het gaat om
een website waarop een energiescan kan worden uitgevoerd. Deze scan maakt in
vijf minuten duidelijk welke maatregelen een woning energiezuiniger kunnen
maken. Vervolgens wordt de eigenaar direct in contact gebracht met bedrijven
die de maatregelen kunnen uitvoeren. Met dit idee is tot nog toe niets gedaan.
Omdat het nieuwe kabinet zonnepanelen weer gaat subsidiëren, zou een snelle
aansluiting op het Energieloket goed zijn.
Ik geef een tweede voorbeeld. Het is voor mensen niet
eenvoudig om gevaarlijk afval in te leveren. Dit kan slechts vier keer per jaar
tussen 17.00 uur en 19.30 uur bij een chemokar of het hele jaar door bij de
Staal. Een systeem met vaste inzamelpunten, vergelijkbaar met de
glascontainers, zou veel praktischer zijn. Hopelijk biedt het op te stellen
plan van aanpak gescheiden inzameling voor deze kwestie een laagdrempelige
oplossing.
Op het gebied van milieu heeft het warmtebedrijf onze
nadrukkelijke aandacht. Dit project moet een zeer grote bijdrage gaan leveren
aan de CO2-doelstellingen van de gemeente. Wij maken ons zorgen over
dit project. Oorspronkelijk zou de business case in juni 2005 gereed zijn. Dat
is inmiddels november 2007 geworden. Verder hebben wij nog nooit op papier
gezien wat de uitval van DSM als warmtebron betekent voor het halen van de
milieudoelstellingen. Het verbaast ons dat ondanks deze perikelen, in de
begroting zonder enig voorbehoud wordt uitgegaan van de oprichting van het
warmtebedrijf. Omdat het allemaal langer duurt dan gepland, kunnen wij wellicht
van de nood een deugd maken. De extra tijd kan mooi gebruikt worden om het
begrip "TDI" te verbreden zodat het niet alleen staat voor Toepassing
Delftse Industriewarmte maar ook voor Toepassing Delftse Industriestank. Er
moet toch een Delftenaar te vinden zijn die voor stank een nuttige toepassing
kan ontwikkelen.
Van stank is de sprong naar zorg en welzijn snel gemaakt.
Wij staan volledig achter het speerpunt "meedoen". Iedereen heeft
talenten gekregen en het is belangrijk dat de samenleving iedereen de
mogelijkheid biedt om deze talenten verder te ontwikkelen en in te zetten voor
de samenleving. Een plan van aanpak dakloosheid en een uitbreiding van de
voorzieningen voor beschermd wonen kunnen dan ook op onze steun rekenen. Het
doet ons deugd dat het WMO-beleid goed in de steigers is gezet. Het nieuwe
beleid is in goed overleg met de vele betrokkenen tot stand gekomen en de
eerste aanzetten van het beleid konden daarom op brede steun rekenen. Ook wordt
hard gewerkt aan de continue verbetering van het armoedebeleid, bijvoorbeeld
door het drempelbedrag voor bijzondere bijstand te verhogen en door de
doelgroep voor bijzondere bijstand actief op te zoeken.
Op het gebied van woningbouw heeft de gemeente stevige
doelstellingen aan haar broek. Wij staan dan ook achter het voorstel om een
aanjaagteam in te stellen dat de voortgang moet bespoedigen. De gemeente wil
niet alleen woningen bouwen maar streeft ook naar meer groen en speelplekken.
Je hoeft geen planologie gestudeerd te hebben om te begrijpen dat dit wringt.
Met de huidige werkwijze blijkt het niet eenvoudig te zijn om de juiste balans
tussen deze twee zaken te vinden en te bewaken. Bij het bestemmingsplan
TU-Noord is gebleken dat een ontwikkelingsplan voor meerdere interpretaties
vatbaar is en dat eenmaal ingezette ontwikkelingen moeilijk te stoppen zijn.
Onze fractie wil daarom graag een procedure waarbij over een uitgewerkt plan
kan worden beslist zonder dreiging van juridische claims. Wellicht biedt de
oplossing van de GroenLinks-fractie hierin soelaas.
Onze fractie is van mening dat wijk- en jongerencentra een
nuttige functie vervullen. In de wijkcentra worden in overleg met de bewoners
veel leuke en educatieve activiteiten georganiseerd. Het zijn bovendien
plaatsen van ontmoeting. Hetzelfde geldt voor de jongerencentra. Wij vinden het
jammer dat de subsidie voor jongerencentrum The Mall naar beneden is
bijgesteld. The Mall is een jongerencentrum in de Voorhof dat door Youth for
Christ is opgericht. Er worden in overleg met de doelgroep diverse activiteiten
georganiseerd zoals het spelen in een brassband en pannavoetbal. Tevens worden
jongeren geholpen bij problemen thuis, op school of met justitie. The Mall
wordt goed bezocht door jongens en meiden met verschillende etnische
achtergronden en functioneert in goede samenwerking met netwerkpartners zoals
de bewonersvereniging, SkateJam en de BWD. Speciaal voor de heer Vokurka merk
ik op dat Youth for Christ een christelijke achtergrond heeft waaruit de
organisatie ook motivatie put. In The Mall vinden echter zeker geen religieuze
activiteiten plaats. In dat geval waren wij ook tegen subsidieverstrekking,
want wij vinden niet dat religieuze activiteiten door de gemeente gesteund
moeten worden.
De heer VOKURKA (D66): De christelijke signatuur die u
schetst, is voor ons reden genoeg om ertegen te zijn.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Dan weten wij waar u
staat.
Ik kom te spreken over Cultuur. In het afgelopen jaar is het
nieuwe DOK opengegaan, een grote aanwinst voor de stad. Belangrijke
aandachtspunten op het gebied van cultuur voor de komende jaren zijn wat ons
betreft de evenementen en de podiumkunst. Ten aanzien van de evenementen
verwijs ik naar de nota Fluiten voor een cent die op initiatief van de
VVD-fractie tot stand is gekomen en waarin zinnige uitspraken zijn gedaan over
onder meer selectiecriteria voor subsidieverlening en de spreiding van
evenementen.
De podiumkunst verdient onze nadrukkelijke aandacht.
Podiumkunst is belangrijk voor een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat.
Dit is zeker het geval voor een stad als Delft die zich richt op de
kenniseconomie en de creatieve industrie. De begroting is naar onze mening te
eenzijdig gericht op het poppodiumbeleid. Ik wijs in dit verband nogmaals op
het coalitieakkoord waarin de collegepartijen blijk geven van een bredere blik.
Daarin staat namelijk dat er een onderzoek komt naar de behoefte aan podia en
zalen in het algemeen.
Ik maak nog een laatste opmerking over cultuur. De achterban
van mijn fractie geeft de voorkeur aan gratis openstelling van musea op
zaterdag in plaats van zondag.
Op economisch terrein heeft de gemeente Delft ervoor gekozen
om zich te profileren op het gebied van techniek en creativiteit. Daarnaast
lijkt er een breed draagvlak te zijn om de associaties met water beter te
benutten. De extra inspanningen die op dit gebied zijn verricht, hebben nog
niet direct geleid tot een toename van het aantal arbeidsplaatsen. Wel zijn er
positieve ontwikkelingen te melden zoals de komst van Deltares. Het is nu zaak
om de gekozen lijn vast te houden; daarbij moet kritisch gekeken worden naar de
partners waarmee de strategie gerealiseerd wordt.
Ik kom op de centjes. De uitspraak dat verdere versterking
van de weerstandscapaciteit niet nodig is, neemt mijn fractie niet voor haar
rekening. De uitgevoerde risicoanalyse is namelijk niet volledig. Het risico
van het project Spoorzone is niet gekwantificeerd. Dit is een project van
enkele honderden miljoenen dat in opdracht van en voor risico van de gemeente
Delft wordt gerealiseerd. Ook staat in de risicoanalyse niets over het nieuwe
stadskantoor.
Mijn fractie vindt het verder opmerkelijk dat voor de
dekking van het beleid per saldo 4 miljoen euro wordt onttrokken aan de
reserves. Dat lijkt geen verstandige keuze met een aantal grote projecten zoals
de Spoorzone en het nieuwe stadskantoor voor de boeg.
Wij staan achter de
grote projecten omdat wij van mening zijn dat zij bijdragen aan de verdere ontwikkeling
van de stad. Dit betekent echter dat onze stad de komende jaren flink op zijn
kop gaat. Dit brengt veel overlast met zich mee en meer dan overlast; er zijn
ook mensen die hierdoor zwaar worden getroffen. De meest bekende zijn de
familie Camijn van hotel De Kok en de bewoners van de Van Renswoudestraat en de
Genestetstraat. Wij benadrukken dat wij het belangrijk vinden dat de gemeente
naast deze burgers gaat staan en er alles aan doet om de problemen snel en
adequaat op te lossen. Dat is niet alleen
fair naar deze mensen toe maar ook van belang voor draagvlak en vertrouwen bij
de komende projecten.
Ter afsluiting wens ik u als gemeentebestuur Gods zegen toe.
Ik dank u hartelijk voor uw aandacht.
De VOORZITTER: Hiermee is de eerste termijn afgerond. Wij
liggen één minuut voor op het schema. Dat is een goede prestatie waarvoor ik de
raad dank. In de nu volgende schorsing kan ook het stembureau zijn werk doen.
De vergadering wordt van 19.59 uur tot en met 20.15 uur
geschorst.
De VOORZITTER: Het college zal reageren op de inbreng in
eerste termijn. Als voorzitter van het college merk ik op dat veel vragen en
discussiepunten hun weerslag vinden in de begroting. Daarin zijn al veel
beleidsuitgangspunten terug te vinden. Ook kan in de commissie nog gediscussieerd
worden over zaken. Het college beperkt zich daarom nu tot de hoofdlijnen en wat
saillante punten. Het denkt dat in twintig minuten te kunnen doen.
Mijnheer Meuleman, het college gaat hierbij uit van de
gedachte: één team, één taak. Het hanteert een bestuursstijl waarbij de leden
van het college elkaar ondersteunen. Die eenheid is beslist aanwezig.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Het is heel mooi dat die
gedachte bij het college bestaat, maar het straalt die gedachte niet uit. Ik
ben niet de enige die dat ziet. U kunt het wel zeggen, maar u moet het ook nog
in de praktijk brengen.
De VOORZITTER: Dan moet het aan uw waarneming liggen.
Misschien moet u wel een andere bril kopen. Ik geef het woord aan de wethouder
Financiën voor de financiële beschouwingen. Vervolgens komt de rest van het
college aan het woord in volgorde van loco-schap.
Wethouder BOLTEN: Voorzitter. De begroting stoelt op de
Kadernota. In de begroting is dus integraal beleid gepubliceerd. Er is over
programmagrenzen heen gekeken naar de vraagstukken die opgelost moeten worden
in plaats van gefocust op wie de portefeuillehouder is of bij welk programma
een onderwerp hoort. In de Kadernota was dat uitgangspunt al aangekondigd. Voor
sommigen is daarmee de leesbaarheid van de begroting bemoeilijkt. Vorig jaar
was begonnen met nieuwe programma’s en dit jaar is geprobeerd om een verdere
verbeterslag aan te brengen in de inhoud. Omdat dat in drie weken na het
verschijnen van de Kadernota moest gebeuren, is dat misschien de leesbaarheid
niet steeds ten goede gekomen. Het college heeft een slag willen maken maar het
kan beter en het zal ook beter gaan in de komende tijd. Ik ben overigens blij
met de opmerking van de heer Guldemond van de STIP-fractie dat het college een
belangrijk instrument aan de raad heeft gegeven met het inzicht in de
beleidsvrijheid van de raad.
Een aantal fracties heeft bij moties gevraagd om diverse
onderzoeken. Onderzoeken kosten echter tijd en geld. In de conceptbegroting is
daar nog geen ruimte voor ingeboekt. Het college zal daarom waarschijnlijk
terughoudend zijn in het doen van beloften in de komende weken. Als de raad erg
graag een bepaald onderzoek wil laten uitvoeren, is mijn advies om daar
middelen bij te zoeken. Dan kan het college bezien of het kan worden
uitgevoerd.
Sommige vragen betreffen details. Om ons allen tijd te
besparen, zal ik daarop ingaan in de vergadering van de commissie Bestuur en
Werk van 15 oktober.
Wethouder RENSEN: Voorzitter. Ik begin graag bij onze
teamcoach, de heer Meuleman. Mij viel op dat hij na een wat uitgebreide aanloop
een aantal interessante zaken inhoudelijk op de agenda zette. Zo hoor ik hem
ook graag. Ik denk aan het verhaal van de kunstgrasvelden en de verhouding
tussen het sociaal-cultureel werk en het verenigingsleven. Op dat laatste punt
zitten wij overigens dicht bij elkaar in de buurt en zullen wij elkaar hard
nodig hebben, zeker in het kader van een mens- en kindvriendelijke stad. Ik zou
daar graag op een ander moment nog eens uitgebreid over willen doorpraten. Misschien
moet de heer Meuleman een keer op Torenhove komen en anders komen wij wel naar
buiten in het kader van Koffie zien en koffie maken.
De heer Van Doeveren zei dat hij de beleidspeerpunten uit de
Kadernota niet kan terugvinden in de begroting. De aarzeling bekroop mij en ik
heb daarom nog even gekeken naar wat bijvoorbeeld rond het thema Jeugd in deze
begroting is opgenomen. Er wordt daar voor 700.000 euro aan beleidsmiddelen
voor ingezet, op verschillende manieren. Dat geldt idem dito voor het thema Meedoen;
daarbij gaat het om ruim 850.000 euro. Volgens mij gaat hetzelfde op voor de
andere thema’s in de Kadernota. Het beeld van de Kadernota komt dan ook op een
voortreffelijke manier terug in de Programmabegroting.
Ik maak nog een paar losse opmerkingen, die een vervolg
zullen krijgen in de commissie. Ik ben blij met de complimenten over de stand
van zaken in het WMO-dossier. Die zijn ook op hun plek, zeker voor de
ambtelijke medewerkers en de wijkteams in de stad die daar hun energie in
hebben gestopt. Ik ben het eens met de PvdA-fractie op het punt van aandacht
voor personeel in de zorg. Ook ben ik het erg eens met de VVD-fractie, die
heeft gezegd dat als het echt werk is, zaken als werk moeten worden betaald en
een baan moeten kunnen opleveren. Wij moeten allen goed in de gaten houden dat
wij vrijwilligers koesteren maar ook ervoor zorgen dat zodra vrijwilligerswerk
werk wordt, dat ook als zodanig wordt vertaald in een reguliere baan.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter, ik heb het
routeschema van de begrotingsbehandeling en daarin staat dat het college
schriftelijk zal reageren. De afsluiting van de eerste termijn zou om acht uur
plaatsvinden. Als nu alle wethouders aan het woord komen, lopen wij heel erg
uit. Daar hadden wij niet op gerekend.
De VOORZITTER: Laat u het over aan de voorzitter, dan komt
het goed. Ik begrijp uw zorgen, maar ook deze interventie kost een minuut.
Laten wij wethouder Rensen uitspreken.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Zo kunt u alles wel afdoen
natuurlijk.
De VOORZITTER: De wethouder zet zijn betoog voort.
Wethouder RENSEN: Voorzitter. Ik kijk uit naar de discussie
over de Woonvisie, zeker naar de discussie daarover met de fractie van de
Socialistische Partij. In de richting van de STIP-fractie merk ik op dat er
veel aandacht is voor allerlei zaken die te maken hebben met de aanwas van
studenten en de woonruimteproblematiek. Daar wordt hard aan gewerkt. Ik ben het
verder eens met de PvdA-fractie, die pleit voor aandacht voor de combinatie van
wonen en leefomgeving. Het college zal dit waarmaken vanuit verschillende
portefeuilles, want het betreft een echt samenwerkingsproject.
Het onderwerp Regiotaxi blijft een aanhoudende bron van zorg
voor het college. Het is daar nog steeds intensief mee bezig in de verhoudingen
die bekend zijn. Het zou onterecht zijn om te doen alsof de gemeente dat aan
een lijntje heeft. De gemeente waarop ik doelde, was overigens niet de gemeente
Westland maar de gemeente Midden-Delfland. Delft heeft zich achter de brief van
de gemeente Midden-Delfland aan Haaglanden geschaard. Op korte termijn wil
Delft dus over de klachten graag weer een bestuurlijk overleg voeren.
Ik maak tot slot nog twee opmerkingen. Ten aanzien van
alcohol merk ik op richting de STIP-fractie dat het college in samenwerking met
de botanische tuin een project in voorbereiding heeft waarbij een plant wordt
gekweekt die dronken achttienjarigen met een roodgele stropdas van de fiets
rukt en opvreet.
De heer GULDEMOND (STIP): Achttienjarigen? Dan ben ik
veilig.
Wethouder RENSEN: Ten aanzien van STIP en Jippy merk ik op
dat het de raad en de aanwezigen zeer veel deugd doet te weten wat er klinkt
aan het einde van een succesvolle gemeenschap van een STIPaan.
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Vuijk.
Wethouder VUIJK: Voorzitter. Ook ik begin met een opmerking
aan de heer Meuleman over de teamgeest in dit college. Dit is een robuust
college en een robuuste coalitie. Ik werd aangesproken over de smaak van de
koffie nadat collega Rensen daar vernietigende kritiek op had uitgeoefend. Dat
stuk zit in mijn portefeuille en ik kan u zeggen dat ik bang was voor een breuk
in de coalitie op dit punt, met grote ruzie. Die is er niet gekomen. Ik denk
dat daaruit mag worden afgeleid dat het college ook wat dat betreft stevig in elkaar
zit. In de commissie kunnen wij daar nog verder over te spreken.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Daarop kan ik maar met één
kreet reageren: Jippy.
Wethouder VUIJK: Voorzitter. Er is een opmerking gemaakt
over regeldruk en strijdige regels. Daar is ook een motie over ingediend. Ik
sta op zich positief tegenover allerlei zaken die te maken hebben met strijdige
regels. Wij hebben daarover ook een samenwerkingsafspraak met het ministerie
gemaakt. Als iemand bij mij komt met allerlei voorstellen en ideeën om
regeldruk nog verder terug te brengen, neem ik daar graag kennis van.
Er zijn opmerkingen gemaakt over de Koepoort. In de
commissie kunnen wij dieper ingaan op de verschillende aspecten. Ik ga graag in
op een ander punt. Een half jaar geleden dachten wij dat wij aan het begin van
een heel vervelende situatie stonden met de Koepoort. De aannemer ging
failliet, de hoofdaannemer ging failliet en wij leken af te stevenen op
stilliggende werkzaamheden en een bouwput waar niets meer zou gebeuren. Er wordt
echter op dit moment nog steeds gewerkt; de werkzaamheden gaan voort. Dat vind
ik heel positief.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): U kunt dat positief vinden, maar
wij worden dagelijks bestookt met mailtjes van verontruste bewoners. Ik heb
daarom de handreiking gedaan om voor een model à la Middelburg te kiezen.
Misschien moet u daar nog even over nadenken.
Wethouder VUIJK: Dat is zo en ik doe dat graag samen met u
in de commissie.
Ik breng graag het project Harnaschpolder onder de aandacht.
Ik verwijs ook in dit verband naar de Kadernota, waarin staat dat vanuit het
economisch beleid verwezen wordt naar het deelterrein Bedrijfsterreinen. Ik
noem er drie: de Harnaschpolder, waar is gestart met de eerste uitgifte van
terreinen, de Schieoevers, waar de aandacht zich verbreedt van de wal naar de
Schie zelf, en Technopolis, waar ook daadwerkelijke uitgifte van terrein
plaatsvindt. De mooiste ontwikkeling die ik op dat laatste gebied signaleer,
betreft Delft Hydraulics waar het instituut Deltares wordt gevestigd. Ook daar
kijk ik positief tegenaan. De samenwerking met de TU wordt op dit moment
grondig geëvalueerd. Het is mijn stellige verwachting dat die samenwerking
aanzienlijk verbeterd wordt in het komende jaar.
Ik rond af met een laatste opmerking. Delft is een
historische stad met een wereldberoemde universiteit. In de richting van STIP
merk ik op dat die Senz-umbrella prima past bij dat beeldmerk.
Wethouder BOLTEN: Voorzitter. Ik zit hier met de
portefeuille Werk en Inkomen in mijn achterhoofd. Daar zijn althans de meeste
opmerkingen over gemaakt. Ik dank overigens iedereen voor de bijdragen die zijn
geleverd aan de Week tegen de armoede. Vrijwel alle fracties hebben zich op één
of meer van de evenementen laten zien. Dat heeft mensen die daaraan deelnamen
in de stad goed gedaan. Wij hebben met z'n allen meer gedaan dan alleen maar
praten. Wij hebben beleid uitgezet, ontwikkeld en uitgevoerd. Er zijn veel
contacten gelegd tussen onderwijsinstellingen en mensen die niet kunnen lezen
en schrijven. Ook zijn veel contacten gelegd tussen mensen met een grote
afstand tot de arbeidsmarkt en tal van re-integratiebureaus. Verder hebben er
veel spreekuren, budgetlessen en activiteiten op het gebied van
schuldhulpverlening plaatsgevonden.
Ik kom daarmee op de bijdrage van de SP-fractie. Ik heb de
motie nog niet gelezen maar ik heb net gehoord dat daarin wordt gepleit voor
een uitbreiding van de formatie in de budgetwinkel. Dat zou mij als muziek in
de oren moeten klinken als wethouder die zich bezighoudt met
schuldhulpverlening en -sanering. Het lijkt mij echter beter om de nota
Schuldhulpverlening, die de raad in februari heeft vastgesteld en nog gaat
evalueren, uit te voeren. Vervolgens kan bezien worden of de doelstellingen van
minder mensen in de schulden en lagere schulden worden gehaald. Het resultaat
moet gericht zijn op de doelstelling, niet op het aantal formatieplaatsen in de
budgetwinkel.
Mevrouw VAN ROSSUM (SP): Onze motie gaat niet alleen over de
budgetwinkel en de capaciteit daarvan maar over het hele terrein van
schuldhulpverlening. Wij willen graag dat het college eens goed bekijkt of er
niet alleen beleidsinvulling moet worden gegeven maar dat er ook mensen en geld
naartoe moeten.
Wethouder BOLTEN: Ik zal de motie met zeer veel
belangstelling lezen. Voorlopig vat ik die op als een ondersteuning van mijn
beleid. Als er nog meer aansporingen instaan, zal het college die graag
omarmen. Ik meen echter dat wat op dit moment in de begroting staat en
afgelopen februari van de raad is meegekregen, voorlopig de inzet moet zijn
waarmee het probleem te lijf wordt gegaan.
De SP-fractie heeft verder aandacht gevraagd voor de 130% en
gepleit voor verhoging van de kwijtscheldingennorm van de gemeentelijke
heffingen en het belastingtarief tot 130%. De heer Bot heeft daarop een
interruptie geplaatst. Ik benadruk dat het wettelijk verboden is om deze
tarieven kwijt te schelden voor mensen die een inkomen hebben van 130% van het
minimuminkomen. De kwijtschelding is vastgesteld voor 100% van het
minimuminkomen; 130% mag niet. Als mij wordt gevraagd wat ik als lokale
wethouder doe tegen de landelijke overheid, kan ik zeggen dat ik over dat
onderwerp en andere onderwerpen die mij op dit punt irriteren, in gesprek ben.
Één van de resultaten van veel wethouders sociale zaken is dat in de
rijksbegroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is
aangekondigd dat de lasten op arbeid voor werkgevers en werknemers worden
verlaagd, waardoor er een verruiming komt op het gebied van de werkgelegenheid.
Op die manier wordt voortdurend door meerdere wethouders op zowel financieel
als sociaal gebied aandacht gevraagd van de rijksoverheid voor de positie van
gemeenten zoals Delft: te klein voor het tafellaken en te groot voor het
servet, net geen 100.000 inwoners, maar wel forse problemen waardoor de
gemeente relatief duur is.
Wethouder KONING: Voorzitter. In de Kadernota is een vijftal
thema's benoemd waarvan het college zich voorstelt, bekrachtigd door de raad,
meer uitvoering te geven in de Programmabegroting. Meedoen in Delft, ook wel
"samenwerken aan de samenleving" genoemd, Openbare ruimte en
duurzaamheid, Arbeidsmarkt, economie en inkomen, Kinderen en jongeren en de
Creatieve stad. Het college werkt daar in gezamenlijkheid aan waarbij bepaalde
onderdelen uiteraard verdeeld zijn over portefeuillehouders. Geen enkele van
deze onderwerpen kan echter door één portefeuillehouder in zijn eentje worden
ingevuld.
Mijn rol in dit geheel betreft het werken aan een goede
openbare ruimte waarin ruimte is voor groen en kinderen. Dat werd door veel
fracties ondersteund. Ik begrijp dat vanuit de fractie van Stadsbelangen nog
een discussie wordt gestart over de vraag of een kindvriendelijke inrichting
ook vriendelijk is voor ouderen. Al eerder is aangegeven dat een kindvriendelijke
stad vriendelijk is voor iedereen. Als een buggy goed de stoep op en af kan,
kan een rollator dat ook. Het college zet ook in op beter speelplekkenbeleid.
Over het overige is kort al wat gezegd. Met het oog op de tijd laat ik het
hierbij.
Wethouder MERKX: Voorzitter. Ik heb inhoudelijk een en ander
toe te voegen aan wat mijn collega's hebben gezegd en ik maak een paar algemene
opmerkingen. Ik heb vanavond gehoord dat er hier en daar te weinig ambities van
dit college naar voren lijken te komen. Dat komt mij wat vreemd voor. Toen in
de commissie EMCR over de Cultuurvisie werd gesproken, werd er juist gezegd dat
hier en daar te veel ambitie werd getoond. Het college heeft zeker niet minder
ambitie, maar zorgt er wel voor dat die ambitie breed gedragen wordt. Soms
duren processen wat langer omdat steun uit de stad nodig is. Het college
reageert daarmee op de dynamiek in de samenleving en probeert die te
faciliteren. Dat is al gebeurd in het kader van de duurzaamheidsvisie en dat
zal zeker gebeuren bij het Klimaatplan. Het college hoeft dus niet gewaarschuwd
te worden voor te veel ambitie. Het heeft genoeg ambitie en zal dat waar kunnen
maken.
In de komende jaren wordt een en ander geconcretiseerd. Een
visie is niet een concreet plan; dat volgt daarop. Deze discussie is bij de
Cultuurvisie ook gevoerd. In het komende jaar zullen in dat kader een aantal
concrete plannen worden gepresenteerd waarover wij naar hartelust met elkaar
kunnen discussiëren. Ik noem evenementen, stadsmarketing en een algemeen kunst-
en cultuurplan. In de debatten daarover zullen initiatieven uit de raad worden
meegenomen.
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Nu zegt u het weer: de komende
tijd wordt er veel gepraat. Dat is niet het verwijt. Het verwijt dat tamelijk
breed klinkt is dat er te weinig gedaan wordt.
Wethouder MERKX: Ik vermoed dat u eerst met mij wilt praten
voordat ik wat doe!
De heer VAN DOEVEREN (CDA): Onderhand zijn wij uitgepraat.
Wethouder MERKX: De ideeën van het college faciliteren de dynamiek.
Het gaat daarbij om duurzaamheid en cultuur. Het college benadrukt de
integraliteit van deze punten door de verschillende portefeuilles heen, in de
aanpak naar de stad. De TU is een van de belangrijkste partners in de stad. In
het kader van de Cultuurvisie heeft de raad hierover kunnen spreken. In het
nieuwe duurzaamheids- c.q. klimaatplan zullen wij waarschijnlijk eenzelfde
soort gesprek voeren waarbij ook andere partners in de stad worden betrokken.
Zoveel ambitie heeft het college dus; het wil samen met de partners een gedegen
beleid neerzetten en nieuwe ambities verwoorden.
In de binnenstad wordt hetzelfde gedaan. In de komende tijd
zal daarover veel informatie komen. Zowel de CDA- als de VVD-fractie heeft
daarom gevraagd. In de noordelijke binnenstad is inmiddels een werkgroep van
gemeente, bewoners en ondernemers opgericht die concreet met projecten aan de
gang gaat om de vragen die daar leven, te benoemen en daarvoor een aanpak te
formuleren.
In alle thema’s is de manier waarop de gemeente naar buiten
treedt het belangrijkst. Het gaat om communicatie. Over natuur- en
milieucommunicatie is al een en ander naar buiten gebracht. De heer Van Til
refereerde aan het energieloket. Daar wordt aan gewerkt, hetgeen in mei of juni
al is meegedeeld. In het Energieagentschap wordt bezien op welke manier een
fysiek loket kan worden gerealiseerd. Ook de Museumnacht is een
communicatiemiddel; mensen worden het museum binnengehaald zodat zij kunnen
zien wat er is.
Ik zou nog een reactie willen geven op een aantal punten,
zoals de proeftuinontwikkeling.
De VOORZITTER: Misschien kan dat beter in de commissie?
Wethouder MERKX: Ja, ik ben bijna klaar. Er is nog gevraagd
om twee reacties. De motie over fijnstof zal het college zeker in overweging
nemen. Een discussie over de afname van de Delftse energiestank moet naar mijn
mening apart worden gevoerd. Over de sigarenfabriek komen wij in de commissie
te spreken.
De VOORZITTER: Vanuit mijn portefeuille Veiligheid proef ik
ondersteuning voor het gevoerde beleid en voor de accenten die in de Kadernota
zijn gelegd. Over graffitybeleid en cameratoezicht spreken wij al een paar
jaar. Er zijn believers en non-believers. Wij gaan in de commissie de zesde
ronde in. Ik baseer die discussie graag op de Veiligheidsnota.
Het relatiegeschenkaanbod van STIP betrek ik graag in de
beschouwing van de besteding van het relatiebudget. Ik dank die fractie voor de
tip.
Wij komen hiermee aan het einde van de termijn van het
college. Als voorzitter van de raad meld ik dat morgen de moties in genummerde
volgorde beschikbaar komen. Aan de hand van die nummering kan de procedure in
de komende weken worden afgewerkt. In elk geval is daarmee een eerste ordening
gemaakt.
De behandeling van dit agendapunt wordt geschorst.
217. Benoeming van een bestuurlijke vertegenwoordiging in de
gemeenschappelijke regeling Avalex.
(Stuk 142
– 20300074)
218. Voorstel ontheffing te verlenen aan/het benoemen van
(plv.) leden in de commissies Wijk, Verkeer & Beheer, Wonen, Integratie,
Jeugd, Zorg en Onderwijs, Economie, Milieu, Cultuur en Recreatie en in de
Rekeningencommissie.
(Stuk 171)
De heer DE BIE (PvdA): Voorzitter. Alle 37 uitgereikte
stembiljetten zijn terug ontvangen. Ten aanzien van de benoeming van een
bestuurlijke vertegenwoordiging in Avalex zijn de volgende stemmen uitgebracht:
Mevrouw Bolten:35 voor, 2 tegen.
Mevrouw Koning: 35 voor, 2 tegen.
De heer Verkerk: 35 voor, 2 tegen.
Mevrouw Merkx: 35 voor, 2 tegen.
Ten aanzien van de benoeming van (plv.) leden in de commissie
Wijk, Verkeer en Beheer zijn de volgende stemmen uitgebracht:
De heer Van Pagée: 36 voor.
Mevrouw Jansen: 36 voor.
Ten aanzien van de benoeming van een lid in de commissie
Wonen, Integratie, Jeugd, Zorg en Onderwijs zijn de volgende stemmen uitgebracht:
De heer Bolsenbroek: 36 voor.
Ten aanzien van de benoeming van (plv.) leden in de
commissie Economie, Milieu, Cultuur en Recreatie zijn de volgende stemmen
uitgebracht:
De heer Van Leeuwen: 36 voor.
De heer Harpe: 36 voor.
Ten aanzien van de benoeming van (plv.) leden in de
Rekeningencommissie zijn de volgende stemmen uitgebracht:
De heer Sipkema: 37 voor.
Mevrouw Dekker: 37 voor.
De VOORZITTER: Daarmee zijn alle kandidaten benoemd. Ik wens
hun veel spelvreugde in het bestuur.
219. Voorstel inzake parkeerregulering op zondag en
vaststelling van de 107e wijziging van de gemeentebegroting voor het dienstjaar
2007
(Stuk 165
– 20321543)
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik houd het
bij een stemverklaring. In de commissie heeft mijn fractie al aangegeven niet
akkoord te kunnen gaan met dit voorstel. In het voorstel wordt op geen enkele
wijze rekening gehouden met de consequenties van invoering van zondagparkeren
voor de wijken om de binnenstad. Mijn fractie vindt dat dat breder getrokken moet
worden. Bovendien is Stadsbelangen daar gewoon tegen.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. De D66-fractie heeft het
voorstel mee teruggenomen naar de fractie en gaat daarmee akkoord. Ik dien wel
een amendement in om ervoor te zorgen dat alle dagen van de week aan beide
zijden van de spoortunnel hetzelfde tarief geldt. In de nota staat per ongeluk
dat op alle andere dagen van de week een verschil bestaat, maar dat is al een
tijdlang niet meer het geval. Met het amendement komen wij uit op het oorspronkelijke
collegevoorstel: ook betaald parkeren op zondag aan de Spoorsingelzijde.
De VOORZITTER: Door de D66-fractie wordt het volgende
amendement ingediend (A-1):
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 27
september 2007,
besluit om aan de zin 'Deze uitbreiding c.q. wijziging ook
door te voeren in het gemeenschappelijk deel B + C aan de Houttuinen, het
stationsplein, Laantje van Mater en Van Leeuwenhoeksingel' in het besluit toe
te voegen: ', alsmede de parkeerplaatsen onder het spoorviaduct aan de
Spoorsingelzijde.',
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting
Op maandag tot en met zaterdag kennen de beide zijden van
het spoorviaduct reeds hetzelfde parkeerregime, in tegenstelling tot wat in de
nota is vermeld. De scheiding tussen beide zijden is enkele jaren geleden
verwijderd. Dit past ook bij de logica van de parkerende bezoeker, die immers
weinig met parkeervergunninggebieden te maken heeft. Het doortrekken van dit
regime naar de zondag vereenvoudigt de regelgeving en sluit aan bij deze
logica."
De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. De winkels in de
binnenstad kunnen elke zondag geopend zijn, hetgeen tot extra drukte op de
parkeerplaatsen in het centrum leidt omdat die op zondag gratis zijn. De
winkelopening op zondag is niet onze keuze maar wij hebben wel te maken met de
consequenties van die keuze. In de praktijk kunnen binnenstadsbewoners
moeilijker een parkeerplek vinden omdat bezoekers gebruik kunnen maken van de
plaatsen van vergunninghouders. Vanuit die achtergrond is het begrijpelijk dat
het college voorstelt om ook op zondag betaald parkeren in te voeren.
Geredeneerd vanuit de openingstijden van de winkels, de invalshoek van dit
voorstel, is het tijdvak van 14.00 uur tot 20.00 uur echter wat ruim. Wij stellen
voor om dat tijdvak te reduceren naar 18.00 uur als eindtijd.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Er zijn toch ook horecabedrijven
die ’s avonds open zijn? Veel mensen gaan daar eten en willen een plek in de
binnenstad.
De heer VAN TONGEREN (CDA): Het is ook niet verboden om te
komen eten in de binnenstad.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Maar ook in de avonduren willen
bewoners graag hun auto kwijt.
De heer VAN TONGEREN (CDA): De insteek van het voorstel is
dat de openingstelling op zondag ertoe leidt dat er meer mensen naar de
binnenstad komen. Wij zeggen daarom: reguleer het parkeren op de tijden van die
openstelling en neem niet 20.00 uur maar 18.00 uur als eindtijd. De kosten voor
het toezicht nemen daarmee af, waardoor het risico minder groot is dat de kosten
voor de vergunning op den duur stijgen. Wij dienen daartoe een amendement in.
De VOORZITTER: Door de CDA-fractie wordt het volgende
amendement (A-2) ingediend:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 27
september 2007,
besluit in stuk 165 II het tijdvak 14.00 – 20.00 uur te
wijzigen in 14.00 -18.00 uur,
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Wij vinden regulering
van het parkeren in de binnenstad hard nodig; bewoners kunnen dan eindelijk
eens hun auto kwijt. Het besluit in het amendement over de parkeerplaatsen
onder het viaduct zou ik eigenlijk willen omdraaien zodat het gedeelte onder
het viaduct wordt betrokken bij gebied C en mensen daar gratis kunnen parkeren.
De heer VOKURKA (D66): Ik neem aan dat u met een
amendementje komt?
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Daar is het te laat voor, hoewel
ik dat eigenlijk moet doen.
De heer VOKURKA (D66): Te laat? Het kan nog hoor. Het is
niet zo moeilijk. U pakt mijn amendement en dat verandert u een beetje.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Dat red ik toch niet en daar is
geen meerderheid voor in de raad.
Ik zie graag dat de boel na een halfjaar geëvalueerd wordt,
zodat wij kunnen zien of het allemaal goed loopt.
De heer DAMEN (PvdA): Voorzitter. Ik kan het niet laten om
te reageren maar ik houd het wel kort. Ik zou graag willen dat de
verkeersregulering gerelateerd blijft aan de zone-indeling in de stad: niet in
het ene geval het gebied erbij betrekken en in het andere geval het gebied
erbuiten laten. De zone-indeling ligt in alle gevallen onder het hart van het
spoor en ik stel voor dat dat zo blijft. Ik steun het amendement van D66 niet.
De heer VOKURKA (D66): De bezoeker snapt dat niet.
Wethouder KONING: Voorzitter. Ik ga ervan uit dat het
amendement erg lijkt op het collegevoorstel dat door de raad veranderd is. Ik
hoor de heer Vokurka alleen net iets anders zeggen. Omdat ik al bang was voor
deze discussie, heb ik bij hoge uitzondering kaartjes van het gebied
meegenomen. Het wordt anders erg verwarrend waar wij het over hebben. Ik vraag
de griffier om de kaarten te laten uitdelen.
Het voorstel dat na de behandeling in Wijk, Verkeer en
Beheer is aangepast, is scenario 2 genoemd. Ik heb het amendement van de
D66-fractie nog niet gelezen, maar als dat het amendement is dat mij al ter
kennisname is gestuurd, betreft dat scenario 1. Een uitbreiding naar het gehele
gebied aan beide zijden van de Spoorsingel behoort tot scenario 3. Overigens
geeft de PvdA-fractie al aan dat de grens van gebied B gelijk is aan de grens
van het parkeren op zondag. Dat is een uitermate eenvoudig en helder standpunt
dat is neergelegd in scenario 2.
Ik ga graag nog even terug in de tijd, zodat de raad de tijd
heeft om de kaartjes te bekijken. Overigens is het wat mij betreft ook prima
als alleen de woordvoerders kennis nemen van die kaarten. Ik ga graag in op de
insteek van het voorstel. De heer Van Tongeren veronderstelt dat die insteek
was dat er nu veel meer winkels zijn. Ik heb in de commissie al gezegd dat
vanuit de belangenverenigingen in de binnenstad, dus ook door bewoners, is
aangegeven dat zij op zondag de auto niet meer kwijt kunnen. Zij vonden het
raar dat in de garages op zondag moet worden betaald terwijl in de openbare
ruimte het parkeren vrij is. Bewoners en ondernemers kunnen hun auto op zondag
niet kwijt; er zijn zoveel auto's geparkeerd dat zij continu naar een plek
moeten zoeken. Op die manier ontstaat onnodig zoekverkeer, hetgeen de
verkeersonveiligheid in de hand werkt en slecht is voor het milieu. Geluiden
hierover waren ook binnengekomen bij verschillende raadsfracties, die het
college daarom vorig jaar al vroegen of de berichten te staven waren met
cijfermateriaal. Die insteek is dus anders dan wat de heer Van Tongeren
veronderstelt en de heer Meuleman aangeeft. In deze situatie was een politieke
vraag gesteld: als blijkt dat de signalen van binnenstadsbewoners te staven
zijn en de parkeerdruk hoog is, vindt het college dan niet dat betaald parkeren
moet worden ingevoerd op zondag in de binnenstad? Dat was de insteek van de
notitie. Omdat de tellingen inderdaad aanwijzen dat de parkeerdruk zo hoog is
dat, als het om een geheel nieuwe situatie was gegaan, gereguleerd parkeren
direct was voorgesteld, wordt de raad nu een voorstel voorgelegd om betalen
voor parkeren op zondag te introduceren.
De meerderheid van de raadscommissie achtte het van belang
om een zo eenduidig mogelijk gebied na te streven. Over wat die eenduidigheid
inhoudt, kan getwist worden. De VVD-fractie vindt het duidelijk als het gebied
na de zijde van de Phoenixstraat begint. Een klein stukje van gebied B valt
daarmee buiten de zondagsregulering. De VVD-fractie legt zich er overigens bij
neer dat zij de enige is die die mening is toegedaan. Zij acht het onnodig om
een amendement in te dienen omdat dat toch niet wordt aangenomen. De
D66-fractie pleit voor een verruiming omdat onder het viaduct net de scheiding
tussen B en C loopt hetgeen tot verwarring leidt. Extra lastig is dat aan de
andere zijde van de Spoorsingel, niet onder het viaduct maar meer naar het
westen, ook een gebied C ligt met de tijden van gebied B. Het gaat nu om de
inschatting van de raad van wat de burgers het meest logisch en eenduidig
vinden.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Hebt u nog het idee dat
iemand begrijpt wat hier allemaal gebeurt?
Wethouder KONING: Het discussiëren over de gebiedsgrenzen
kan leiden tot verwarring. Ik hoop met de kaarten helderheid te scheppen. Als
mij dat niet gelukt is bij u, spijt mij dat zeer.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Mijn collega naast mij
begrijpt het ook niet. Ik ben dus niet de enige.
Wethouder KONING: Ik denk ook niet dat het aan u ligt dat u
het niet begrijpt.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Mag ik de wethouder erop
attenderen dat ik het ook niet begrijp?
De VOORZITTER: Wij hebben ons best gedaan. De wethouder
vervolgt haar betoog.
Wethouder KONING: Het spijt mij dat het mij niet gelukt is
om helderheid te scheppen. Ik begrijp dat de discussie over de grens van het gebied
best lastig kan zijn. Ik zal niet proberen om de kaarten toe te lichten. Er is
gewoon een gebied dat gebied C heet maar waarin ook de tijden van gebied B
gelden. Daardoor ontstaat verwarring. Het is aan de raad om te bepalen wat de
beste oplossing is: het gebied erbij trekken of het erbuiten laten. Misschien
heeft de heer Van Leeuwen de slimste opmerking gemaakt: een keuze kan men
altijd weer veranderen. Als het misgaat, komt het punt vanzelf wel weer terug
in de raad.
Door de CDA-fractie is een opmerking gemaakt over de tijden.
In plaats van 14.00 uur tot 20.00 uur, van 14.00 uur tot 18.00 uur. De heer Van
Tongeren vergeet dat de parkeerdruk met name in de noordelijke binnenstad, waar
veel horecagelegenheden zitten, in de avonduren significant is. Daardoor is de
verlenging van het tijdvak tot 20.00 uur voor de bewoners in dat stukje van de
stad echt van toegevoegde waarde.
Het spijt mij dat de kaarten niet tot inzicht hebben geleid.
Ik begrijp namelijk goed dat deze discussie verwarrend is. De volgende keer
gebruik ik een andere methode in de hoop dat die wel werkt.
De heer VAN PAGÉE (SP): Voorzitter. Volgens mij begrijp ik
het nog wel. Ik ben voor het voorstel, dus voor scenario 2. Ik vind het wel
jammer dat er geen nulmeting wordt uitgevoerd. Daarover hebben wij in de
commissie gesproken. Mijn fractie steunt geen van de amendementen.
De VOORZITTER: Dat was een heel korte en krachtige
maidenspeech. Houd die lijn vast, zou ik zeggen.
De heer DAMEN (PvdA): Voorzitter. Ik begrijp de kaartjes
ook, maar ik zal geen poging doen om anderen uit te leggen hoe het werkt.
Vanwege mijn kennis over de situatie ter plaatse weet ik dat de verwarring
alleen maar groter wordt als wij iets anders doen dan scenario 2. Ik blijf er
daarom bij dat wij voor scenario 2 moeten kiezen, waarbij de grenzen van de
zones gelijk blijven aan de grenzen van de zondagsregulering.
De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Het standpunt van de
heer Damen is gelijk aan wat wij in de commissie hebben ondersteund. Gelet op
hetgeen vanavond verder is uitgedeeld en gezegd, zien wij geen reden om van
standpunt te veranderen. Wij steunen het voorliggende voorstel.
Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ook wij steunen het
voorstel zoals dat voorligt, dus zonder de amendementen.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Ik begrijp de
kaartjes ook, want zo moeilijk zijn die niet. Laten wij de gebiedsgrenzen
tussen B en C maar aanhouden en dan over een half jaar evalueren. Als er
problemen ontstaan, kunnen wij de situatie altijd veranderen. Ik steun geen van
de amendementen.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik praat uit
ervaring, want dat is het gemakkelijkste. Ik zou het onder het spoor laten
zoals het is, want dat betekent kassa voor de gemeente. Zodra er daar een
toerist parkeert die de borden niet kent, springen vijf of zes parkeerwachters
tevoorschijn. Zeker op regenachtige dagen lopen zij in groepjes bij elkaar,
want het is altijd prijs daar. Ik zou het dus gewoon lekker zo laten, want dat
is goed voor de gemeente. Bedankt, namens de toerist.
Wethouder KONING: Voorzitter. Ik twijfel of ik op die
laatste woorden van de heer Stoelinga moet ingaan. De toerist als kassa
gebruiken, is geen onderdeel van het collegebeleid. Dat is ook niet de reden
waarom de raad nu lijkt te kiezen voor scenario 2. Het is juist de insteek van
veel fracties om de helderheid te respecteren en de toerist niet als kassa te
gebruiken.
Ik zeg nu niet toe na een half jaar een evaluatie te doen.
Collega Bolten heeft bij de behandeling van de Programmabegroting al gezegd dat
elk onderzoek geld kost. Wij moeten een beetje op de centjes letten. Als er
echter klachten komen -- bijvoorbeeld via de raad -- is het altijd mogelijk om
het gebied weer bij te stellen. Dat was de strekking van mijn opmerking.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Ik wil ook geen uitgebreide
evaluatie met allerlei berekeningen waar ambtenaren lange tijd mee bezig moeten
zijn. Als wij echter zien dat het fout loopt, en dat kan iedereen gemakkelijk
merken, kunnen wij het beleid bijstellen.
Wethouder KONING: De raad is als volksvertegenwoordiger
natuurlijk ervaringsdeskundige. Als dat aan de orde komt, vinden wij elkaar
ongetwijfeld en attenderen wij elkaar tijdig op de situatie.
In stemming komt amendement A-1.
Amendement A-1 wordt bij handopsteken verworpen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de D66-fractie voor dit amendement heeft
gestemd.
In stemming komt amendement A-2.
Amendement A-2 wordt bij handopsteken verworpen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
CDA-fractie voor dit amendement hebben gestemd.
In stemming komt het voorstel.
Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
fracties van Stadsbelangen, het CDA en Leefbaar Delft tegen het voorstel hebben
gestemd.
220. Voorstel tot vaststelling van het ontwikkelingsplan
Sporthal Buitenhof en omgeving
(Stuk 150
- 20311057)
Mevrouw VAN HOLST (PvdA): Voorzitter. In de commissie hadden
wij zo onze bedenkingen over de plek van de grote toren op de hoek van de
Martinus Nijhofflaan en de Buitenhofdreef. Nadere bestudering en bespreking
hebben opgeleverd dat wij nog steeds niet heel blij zijn, maar het verplaatsen
van de toren zou te veel schaduw op een ander punt tot gevolg hebben. Laat de
toren dus staan maar stel hoge eisen aan de architectonische uitvoering van de
woningen die gepland zijn op dat punt.
Wij zijn voor het overige enthousiast over het plan.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. De D66-fractie gaat akkoord
met het ontwikkelingsplan. Het college relateert de milieueisen aan de
nieuwbouw echter aan het bouwbesluit van 2003 en zegt daar 15% tot 20% onder te
zitten. Het nieuwe bouwbesluit van 2006 zit echter al 20% onder het bouwbesluit
van 2003. Ik dien daarom een amendement in waarmee het jaar 2003 in 2006 wordt
veranderd.
De VOORZITTER: Door de D66-fractie wordt het volgende amendement (A-3)
ingediend:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 27
september 2007,
besluit aan de zin 'Wij stellen u voor het ontwikkelingsplan
Sporthal Buitenhof en omgeving vast te stellen.' toe te voegen: ', waarbij de
energieprestatie-eisen gelden ten opzicht van het Bouwbesluit van 2006 (en niet
van 2003, zoals vermeld bij het eerste gedachtestreepje van paragraaf 3.3.9 op
bladzijde 23 van het ontwikkelingsplan)',
en gaat over tot de orde van de dag.
Toelichting
Het nieuwe Bouwbesluit dat sinds kort van kracht is, heeft
de landelijke energieprestatie-eisen (EPC) reeds 20% naar beneden geschroefd.
Een Delftse norm van 15% tot 20% onder de eisen van het verouderde Bouwbesluit
van 2003 is daarmee minder ambitieus dan het landelijke beleid. Een EPC van 20%
onder de norm van het Bouwbesluit uit 2006 is mogelijk, wenselijk en getuigt
van ambities ten aanzien van duurzaam bouwen."
De heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Zoals aangegeven in de
commissie was de CDA-fractie er niet erg over te spreken dat ten opzichte van
de eerdere ontwikkelingsvisie verder verdicht is in het ontwikkelingsplan. Om
die reden heb ik het ontwikkelingsplan mee teruggenomen naar de fractie. Anders
dan het college vermoedelijk doet, streeft mijn fractie niet per se naar een
bevolkingsgroei voor Delft. De ruimte in de stad is ons erg dierbaar.
In dit plan vindt de verdichting echter op een zorgvuldige
manier plaats. Langs de Martinus Nijhofflaan zijn daar ook argumenten voor te
geven. Er is sprake van dubbel ruimtegebruik en ruimtelijk wordt de Martinus
Nijhofflaan meer een eenheid. Dat voor de verdergaande verdichting geen
compensatie wordt gevonden in plangebied A, het gebied waar de ecologische zone
langs loopt, vindt mijn fractie jammer. Het is wel goed dat in gebied A in elk
geval flink wat grondgebonden woningen komen met een tuin op de garages.
Mijn fractie maakt zich zorgen over de parkeerdruk bij
evenementen in de sporthal. Is de wethouder bereid om daar nog eens kritisch
naar te kijken en zo mogelijk daarvoor een oplossing te zoeken?
De CDA-fractie gaat akkoord met het ontwikkelingsplan. De
genoemde nadelen wegen absoluut niet op tegen de grote, kwalitatieve
verbetering die het terrein als geheel ondergaat.
Ik maak nog één opmerking. In de commissie deed de wethouder
de uitspraak dat de extra verdichting kan betekenen dat in een ander gebied
verdund kan worden. Bij latere ontwikkelingsplannen herinnert mijn fractie haar
daar graag aan.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Wij hebben het
voorstel ook mee teruggenomen naar de fractie. Naar het voorbeeld van Breda
zien wij meer in ruimtelijke bouw waarbij op de begane grond het groen wordt
gehandhaafd en flats daarboven worden gerealiseerd. Wij vinden het bouwplan erg
massaal; of men kiest voor het volbouwen van het oppervlak of men kiest voor de
realisatie van een hoge flat. Die laatste optie heeft onze voorkeur. De
voorgestelde flat van 60 meter vinden wij eigenlijk te laag. Daar kunnen nog
bouwlagen aan toegevoegd worden waarin sociale huurwoningen worden
gerealiseerd. Als de wethouder echt haar linkse gezicht had laten zien, had zij
daarvoor gekozen.
Wij zijn niet enthousiast over het voorliggende plan.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. In de
commissie zijn wij al grotendeels akkoord gegaan met het plan. Eén
aandachtspunt hadden wij nog wel. Wij vinden namelijk dat de verbreding aan de
Glenn Millerstraat moet worden gerealiseerd voordat verder wordt gegaan met het
plan. Wij horen daar graag nog wat over van de wethouder. In principe gaan wij
akkoord met het plan. Ik had overigens niet durven dromen dat mijn oproep aan
het college om als een hechte ploeg te gaan werken zo snel succes zou hebben.
Ik zie nu zelfs al wethouders op elkaars stoel zitten. Dat is hoopgevend.
Wethouder KONING: Voorzitter. Ik zal allereerst antwoord
geven en indien nodig kan collega Rensen daarop een aanvulling geven. De PvdA-fractie
geeft aan dat zij de architectonische uitwerking meeweegt. Het college verwacht
een positieve reactie op het beeldkwaliteitsplan dat wordt voorbereid. Daaruit
is af te leiden dat de ambities die de PvdA-fractie nastreeft, door deze twee
wethouders worden gedeeld.
Mevrouw VAN HOLST (PvdA): Papier is geduldig en nu de
praktijk nog. Ik heb er vertrouwen in maar ik wilde het nog even extra
onderstrepen.
Wethouder KONING: Het college is ook erg blij met die
onderstreping, want het gaat om een project waar het erg trots op is wat
betreft de uiterlijke vormgeving. Overigens is het er ook trots op in verband
met andere aspecten. De CDA-fractie sprak al over de tuinen op de parkeerlagen.
Het college streeft naar dergelijke innovatieve toepassingen. Het op een goede
manier vorm geven aan de woonruimte in deze stad vergt dergelijke oplossingen.
Dat wordt samen met de markt opgepakt.
Ik neem aan dat de vraag van de CDA-fractie over evenementen
in de sporthal de parkeerplaatsen betreft. De aandacht daarvoor is gelijk aan
de aandacht voor het punt elders in de stad. Als daaraan niet snel genoeg
aandacht wordt besteed, zal de raad het college daaraan vast weten te
herinneren.
De opmerking waarnaar de heer Keuvelaar verwees, kan ik mij
niet herinneren. Maar goed, daar zijn geluidsopnames voor en als de heer
Keuvelaar het nodig vindt dat een dergelijke opmerking alleen in zijn geheugen
blijft, is dat alleen maar positief.
In de commissievergadering heb ik al aangegeven dat de
aanpassing die in het amendement van D66 staat, geen materiële verscherping
betekent van de eisen die reeds zijn opgenomen in het voorstel. De eis die
daarna genoemd wordt, heeft namelijk een verstrekkender gevolg. Het college
heeft dan ook geen bezwaar tegen het amendement, want materieel brengt dat geen
verandering tot stand. Het is alleen netjes omdat het om 2006 gaat in plaats
van 2003. Als de raad daaraan hecht, kan de raad dat met dit amendement
veranderen.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik heb nog een vraag
gesteld over de Glenn Millerstraat.
Wethouder KONING: Ik heb in de commissievergadering al
gezegd dat het college dat gegeven deelt en daar zoveel mogelijk aan tegemoet
wil komen. Uw streven is ook het streven van het college.
In stemming komt amendement A-3.
Amendement A-3 wordt bij handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat het amendement met algemene
stemmen is aangenomen.
In stemming komt het voorstel.
De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van
stemverklaringen.
Mevrouw VAN ROSSUM (SP): Voorzitter. Wij zijn het niet eens
met de werkwijze bij dit plan waarbij de bouw van de sporthal geruild wordt
tegen een vrije hand in het soort te bouwen woningen. Omdat het in dit geval
goed uitpakt en een groot aantal jongerenwoningen wordt gerealiseerd, zijn wij
positief.
De heer DE WIT (SP): Voorzitter. Wij zijn tegen het plan
omdat er te weinig ruimte is voorzien voor kinderspeelplaatsen.
Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie
van Leefbaar Delft tegen het voorstel hebben gestemd.
221. Voorstel inzake evaluatie bomenbeleid
(Stuk 144
– 20301560)
De heer VAN PAGÉE (SP): Voorzitter. De herplantplicht klonk
goed maar blijkt niet te werken; slechts 40% van de gekapte bomen wordt
teruggeplaatst. In de afgelopen drie jaar zijn dus bijna 2000 bomen uit het
straatbeeld verdwenen. Ik spreek dan alleen nog over de bomen die een
kapvergunning nodig hebben. Er wordt in de evaluatie wel een aantal goede
aanbevelingen gedaan, maar die zijn nog niet verder uitgewerkt en
geconcretiseerd. Dat moet later nog gebeuren.
Ik heb het collegeprogramma erbij gepakt. Daarin stonden
zowaar goede dingen over de bomen en het groen: "De gemeente maakt zich
sterk voor het kwalitatief en kwantitatief verbeteren van groen, ruimte en
water in en om de stad. Zo worden er meer bomen geplant". Ook staat in het
collegeprogramma: "Waar mogelijk komen meer bomen en bloeiende
planten." Dat klinkt goed maar valt niet te rijmen met het feit dat het
aantal bomen steeds verder afneemt. Ik dien daarom namens mijn fractie een
motie in om het aantal bomen dat er nog is, te behouden en zeker niet te laten
afnemen. Gelet op de opmerkingen van de fracties van het CDA en Groenlinks
("de vermindering van het aantal bomen moet stoppen") verwacht ik
steun voor de motie.
De VOORZITTER: Door de fractie van de SP wordt de volgende
motie (M-3) ingediend:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 27
september 2007,
constaterende dat:
draagt het college op:
·
er door herplant voor te zorgen dat het aantal kapvergunningplichtige
bomen niet verder afneemt;
·
de gemeenteraad jaarlijks te informeren over de gekapte en
herplante bomen,
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. De bewoners van
Delft hechten veel waarde aan het groen in hun omgeving. Zij zijn daar enorm
bij betrokken. Als er bomen zonder goede reden gekapt worden, voelt dat voor
hen alsof een deel van hun woonomgeving wordt geamputeerd. Dat is de manier
waarop zij daarover tegen ons praten. Wij hebben daar in de afgelopen jaren
veel voorbeelden van gezien, met de niet uit te leggen bomenkap aan de Willem
de Zwijgerlaan als schrijnendste voorbeeld.
In de nota staat dat in Delft gemiddeld 1100 bomen per jaar worden
gekapt. Dat zijn alleen nog de bomen waarbij voor de kap een vergunning nodig
is. Het lijkt wel alsof onze gemeente een soort stedelijk productiebos is.
Delft wil zich wel een groene stad noemen maar maakt dat in de praktijk
eigenlijk helemaal niet waar. De bewoners lezen wel allemaal mooie verhalen
over groen in de stad maar zien in de praktijk eigenlijk alleen maar groen uit
hun omgeving verdwijnen. Kaalslag in plaats van groen.
Na veel protesten wil het college het bomenbeleid aanpassen
en dat vinden wij een verstandig besluit. Wij beschouwen de nota als een eerste
stap; op veel punten is deze nog niet uitgewerkt en zeker niet compleet. Zo
stelt de nota een boomeffectanalyse voor. Dat kan een nuttig instrument zijn
maar het wordt totaal niet duidelijk wat vervolgens met dat instrument gebeurt.
Er is een analyse, maar wat dan? Daar wordt in de nota over gezwegen. Wellicht
kan de wethouder daar toch nog wat over zeggen.
Voor het aanscherpen van het bomenbeleid en de verdere
uitwerking en discussie geven wij een aantal uitgangspunten mee. Wij zouden het
verstandig vinden als bij te planten bomen rekening wordt gehouden met een
behoorlijke levensduur; in elk geval meer dan de genoemde 20 à 25 jaar, liever
40 à 50 jaar. Bij de herplant van bomen vinden wij het uitgangspunt van een
omtrek van 20 à 25 cm. aan de magere kant. Die bomen moeten ten minste een
omtrek van 35 cm. hebben. Wij zijn er bovendien voorstander van om de kap van
bomen binnen 5 meter van een gevel vergunningplichtig te maken. Ook moet in de
verdere planontwikkeling meer ruimte zijn voor de inbreng van
natuurorganisaties en bewoners. Dat zijn ook de punten waarop mijn fractie de
uitwerking verder zal toetsen. Ook moet uiteraard zichtbaar zijn of het beleid
effect heeft.
De heer KIELA (PvdA): Voorzitter. De PvdA-fractie is erg
blij met de evaluatie en de aanzetten tot verbeteringen die het college
voorstelt. Ik houd het daarom kort. Mijn fractie juicht de nota toe. In
tegenstelling tot de CDA-fractie wacht mijn fractie met vertrouwen de vervolgvoorstellen
af.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Ik houd het nog korter.
Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Kiela.
Wethouder KONING: Voorzitter. In de nota staat inderdaad dat
niet in alle gevallen waarin kapvergunningen zijn afgegeven, herplant heeft
plaatsgevonden. Termen als "kaalslag" gaan mij echter wat ver, want
dan moet een vergelijking worden gemaakt met het aantal geplante bomen. Wij
zijn het echter met elkaar eens dat er iets aan de hand is. Ik ben blij dat de
raad de eerste aanzet tot verbeteringen omarmt. Een aantal fracties geeft aan
kritisch te kijken of die aanzet het beoogde resultaat bereikt. Dat lijkt mij
ook niet meer dan normaal. Het college wil graag aan de slag en ik hoop daarom
dat de raad het voorstel aanneemt.
Het streven om er met herplant voor te zorgen dat het aantal
kapvergunningplichtige bomen niet verder afneemt, staat in het
collegeprogramma. Als dat wordt opgedragen aan het college, zou het
onmiddellijk een kwalijke zaak zijn als het niet lukt. Één van de punten in de
nota is dat samen met bewoners wordt onderzocht waar bomen kunnen worden
toegevoegd. Als mensen bomen planten in de eigen tuin, wordt het bomenareaal in
Delft daarmee vergroot. Het gaat echter ook om bomen in de openbare ruimte. Met
bewoners wordt bezien waar extra bomen kunnen worden geplant. Ik vind de
opdracht in de motie wat te stellig, hoewel het college het streven deelt.
De heer VAN PAGÉE (SP): Ik betreur dat, juist omdat in de
motie de ultieme uitvoering is neergelegd van de herplantplicht. Er bestaat
anders een herplantplicht die eigenlijk niet nodig is. Die redenering kan ik
niet volgen.
Wethouder KONING: Ik zal het nog één keer proberen. Het
college streeft naar een herplantplicht. Het zou echter geen opmerking over de
financiële herplantplicht hebben opgenomen als het ervan uitging dat elke
kapvergunningplichtige boom die gekapt werd, moest leiden tot nieuwe aanplant.
Het college kiest voor de zekerheid van een financiële herplantplicht omdat het
in sommige gevallen naar verwachting inderdaad onmogelijk zal blijken om nieuwe
bomenplant te realiseren. Ik hoop dat ik hiermee duidelijk maak dat het
vasthouden aan herplant betekent dat niet wordt gekozen voor de financiële
herplantplicht.
De heer VAN PAGÉE (SP): In de commissie heb ik aangegeven
dat ik die financiële herplantplicht niet helemaal snap. Het belang van die
bomen is dat zij gewoon blijven bestaan. Aan die herplantplicht wordt op deze
manier geen goede uitvoering gegeven.
Wethouder KONING: Het gaat natuurlijk om het belang van de
bomen maar ook om het belang van de mensen. Dat is wat is toegevoegd aan deze
nota. De evaluatie van het beleid leidt ertoe dat het belang van de mensen
wordt meegewogen. Het is uw goed recht om te stellen dat een omgekapte boom
altijd moet worden vervangen door een boom.
De VOORZITTER: Wij ontraden in formele zin het aannemen van
de motie. Met de toelichting van de wethouder wordt ongeveer gedaan wat de heer
Van Pagée wil.
De heer VAN PAGÉE (SP): Ik blijf zelf uiteraard achter de
motie staan. Ik hoor daar graag een reactie op van andere fracties.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Wij zijn het eens met
de uitleg van de wethouder. Wij vinden de motie overbodig en zullen haar niet
steunen. Met de nota zijn wij al akkoord gegaan in de commissie. Wij steunen
die.
De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Wij lezen niet dat
de motie strijdig is met het punt van de financiële compensatie; een boom zou
eventueel op een andere plek terugkomen. Wij zien die strijdigheid niet zo en daarom
steunen wij de motie.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Ik steun de
intentie van de heer Van Pagée. Ik kan mij echter voorstellen dat het in
bepaalde situaties praktisch gezien onmogelijk is om een boom te herplanten. Om
die reden steunt mijn fractie de motie niet.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Met de uitleg van de
wethouder is de motie overbodig. Mijn fractie steunt die niet.
De heer KIELA (PvdA): Voorzitter. Ik doe het dit keer
omgekeerd. Ik steun de heer Vokurka in zijn opmerking.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik steun de
heer Kiela in zijn opmerking.
Mevrouw NORBRUIS (GroenLinks): Voorzitter. Op stadsniveau
kan de motie gesteund worden. Wij steunen de motie.
In stemming komt motie M-1.
De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van
stemverklaringen.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. De fractie van
Leefbaar Delft steunt deze motie omdat de wethouder daarmee wordt vastgepind op
de informatieplicht. Informatie hierover had zij dit jaar en vorig jaar al
moeten geven. Mijn fractie is heel blij dat veel partijen in de raad dit
belangrijke punt inzien.
Mevrouw VAN HOLST (PvdA): Voorzitter. De heer De Wit beweert
dat wij niet geïnformeerd zijn, maar dat zijn wij wel hoor.
De VOORZITTER: Dank u voor deze stemverklaring.
De motie wordt bij handopsteken verworpen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
fracties van de SP, het CDA, Leefbaar Delft en GroenLinks voor de motie hebben
gestemd.
In stemming komt het voorstel.
Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat het voorstel met algemene
stemmen is aangenomen. Dat is mooi voor de stad.
222. Voorstel tot vaststelling van het voorbereidingsbesluit
Surinamestraat 1
(Stuk 169
– 20325478)
De heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Dit stuk roept bij de
CDA-fractie aardig wat vragen op. Hoe is het mogelijk dat de termijn is
overschreden terwijl bekend was dat een verklaring van geen bezwaar geldig was
tot 1 januari? Klopt het dat de advocaten van de bedrijven tijdens de
hoorzitting in het najaar van 2006 de gemeente hebben gewezen op het feit dat
zij die datum van 1 januari 2007 niet zouden gaan halen? Welke stappen zijn
genomen om de procedure te versnellen of om een andere procedure op te starten?
In een brief stelt de belangenvereniging Onze Indische Buurt
dat het voorbereidingsbesluit "geenszins bedoeld is om oneigenlijke
bestemmingen die de gemeente graag wil verwezenlijken, door te drukken".
Klopt deze uitspraak? In dat geval is namelijk sprake van een
"détournement de pouvoir", het gebruiken van bestuursbevoegdheden
voor een ander doel dan dat waarvoor zij gegeven zijn. Dat maakt een procedure
voor de rechter bij voorbaat kansloos. Heeft het college op dit punt juridisch
advies ingewonnen? Wat was de strekking daarvan?
Wat zijn de argumenten om in plaats van een artikel
19.2-procedure een artikel 19.1-procedure te volgen? Hangt dat uitsluitend
samen met het feit dat de andere procedure niet meer mogelijk was? Zitten aan
het gebruik van beide procedures achter elkaar op hetzelfde plan nog juridische
aspecten die de zaak kunnen bemoeilijken?
Ten slotte stel ik nog een vraag in het kader van de actieve
informatieplicht. Wanneer en hoe heeft de wethouder de gemeenteraad ingelicht
over het feit dat de procedure voor de rechter al op 18 juli verloren is? Ik
ben heel benieuwd naar de antwoorden van de wethouder op deze vragen.
De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. De eerste zin in
de Programmabegroting luidt: "Delft wil tot de beste behoren op het gebied
van dienstverlening". Als de gemeenteraad positief adviseert over het
voorbereidingsbesluit, komen er een paar burgers bij die niet tevreden zijn.
Het gaat er niet om of wij tevreden zijn maar of de burgers tevreden zijn. Het
gaat dus om hoe met burgers wordt omgegaan.
Vanavond staat de dagopvang op de agenda. De raad moet
akkoord gaan met het voorgenomen voorbereidingsbesluit. De gemeente had
namelijk niet goed in de gaten dat de zaak op 1 januari 2007 verliep. De
wethouder gaf in de commissie al aan dat zowel de gemeente als de advocaat dit
over het hoofd heeft gezien. De rechter attendeerde hen daarop en kwam tot de
ontdekking dat een ernstige overschrijding had plaatsgevonden. Dit gebeurde al
in juli. Wij praten dus over zeven maanden overschrijding. Men heeft zitten
slapen.
Wij horen vaak van het college dat wij niet moeten zeuren en
dat wij gewoon akkoord moeten gaan. Ook in dit geval moeten wij gewoon
instemmen met de artikel 19-procedure, zodat verder kan worden gegaan. Voor de
gemeente moet het allemaal dik in orde komen. De leden van Leefbaar Delft
hebben daar echter heel grote moeite mee. Ook anderen in de gemeenteraad hebben
daar moeite mee. Ik refereer in dit kader aan de zaak Hammenpoort. Een aantal
partijen riep toen dat het risico bestond dat het gemeentebestuur telkens
geconfronteerd zou worden met gebruik van het artikel. Onder anderen de heer
Harpe heeft dat zowel in de commissie- als de raadsvergadering scherp verwoord.
De raad is in het geval van de Hammenpoort met veel gesputter akkoord gegaan.
Ik kan mij zelfs herinneren dat de komst van de heer Vokurka moest worden
afgewacht omdat met hem de meerderheid zeker werd gesteld.
De heer VOKURKA (D66): Daar hebt u vanavond geen last van.
De heer STOOP (Leefbaar Delft): Ik hoor inderdaad af en toe
dat u er bent. Daar mankeert niets aan.
Het ergste is nog wel dat die dagopvang een zeer gevoelig
punt betreft in de Delftse samenleving, zowel bij de politiek als de burgers.
Het gaat nu niet om de vraag of die dagopvang daar gerealiseerd moet worden,
want daarover zijn de meningen bekend. De vraag is of het college de procedures
heeft gevolgd. Ik leg de schuld voor het feit dat wij nu toch weer over die
dagopvang zitten te praten daarom volledig bij het college. Het college heeft
iets over het hoofd gezien, wat als een ernstige nalatigheid kan worden
beschouwd. Door deze nalatigheid is de belangenvereniging Onze Indische Buurt
in het gelijk gesteld door de rechtbank, hetgeen blijkt uit de brief die wij
allemaal hebben ontvangen. Ik weet niet of wat in die brief staat waar is, maar
ik maak eruit op dat de gemeente in het ongelijk is gesteld.
De gemeenteraad kan nu bepalen dat gewoon die artikel
19-procedure gevolgd moet worden hoewel dat het jammer is voor de mensen. Net
zoals bij de Hammenpoort hebben dan de burgers c.q. de bezwaarmakers het
nakijken.
De VOORZITTER: Kunt u afronden?
De heer STOOP (Leefbaar Delft): Ik ben nog niet klaar,
mijnheer Verkerk. Er staat nog één alineaatje op mijn papier. Ik vind dit een
dusdanig ernstige zaak dat ik daar rustig het woord over moet kunnen voeren.
Het irriteert mij namelijk.
De VOORZITTER: Dan gaan wij maar gauw verder.
De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voor ons speelt nog mee dat
een aantal bedrijven en burgers nog aan het procederen is tegen de dagopvang en
nu in het gelijk gesteld is door de rechter. Wij vragen ons af of de
gemeenteraad nog wel kan zeggen: het is jammer van de kosten en de gedane
moeite, maar ga vooral door. Wij zouden naar de burgers moeten luisteren als
tenminste het beleid van de gemeente wordt gevolgd.
Ik heb wat informatie ingewonnen en naar aanleiding daarvan
stel ik de wethouder een vraag. Hoe zit het met bezwaar maken als de
gemeenteraad akkoord gaat met het voorbereidingsbesluit?
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Dit is toch
wel een wat rare situatie. Naar onze beleving wordt een voorbereidingsbesluit
voorgelegd aan de raad om te voorkomen dat zich in een bepaald gebied een
ontwikkeling voordoet die in strijd is met de plannen die de gemeente heeft
voor dat gebied. Om die reden wordt een voorbereidingsbesluit voorgelegd aan de
raad. Kennelijk heeft het college om een verklaring van geen bezwaar te
verkrijgen een procedure op basis van artikel 19.2 gevolgd. Wij kunnen niet
anders dan constateren dat het college de verklaring van geen bezwaar van GS
heeft laten verlopen. Dat is verwijtbaar maar dat kan gebeuren. Wij vinden
echter niet dat het college vervolgens via een truc alsnog de verklaring van
geen bezwaar moet proberen binnen te halen. Als een bewoner zich niet houdt aan
een bepaalde deadline, krijgt hij vrolijk van de gemeente te horen dat hij pech
heeft. In dat licht moet de lokale overheid het voorbeeld geven en haar verlies
pakken. Het college heeft de verklaring van geen bezwaar laten verlopen en zal
daarom opnieuw de geldende procedure moeten doorlopen. Dat brengt een nadeel
met zich mee, maar dat moet het college als spontaan verliezer incasseren.
Wethouder KONING: Voorzitter. Ik wil allereerst de
gemeenteraad bedanken voor het feit dat dit voorstel behandeld kon worden in
deze raadsvergadering zonder voorafgaande behandeling in de commissies, hetgeen
gebruikelijk is. Dit leidt misschien tot wat meer vragen in deze
raadsbehandeling, maar anders had de behandeling een maand uitgesteld moeten
worden en dat was uiteindelijk veel erger geweest.
Er wordt gesproken over de mensen in de buurt van de
Surinamestraat maar de raad heeft bij instemming met het voorstel
waarschijnlijk ook de mensen in de buurt van de Oostsingel in het achterhoofd gehad.
Als het nodig is, zal collega Rensen daar ongetwijfeld meer over zeggen. Ik ben
blij dat de raad het mogelijk heeft gemaakt om hierover vanavond te spreken.
Aan mij de schone eer om dit keer zonder kaartje de
WRO-techniek te verhelderen. De provincie heeft beleid opgesteld waarbij voor
een aantal artikel 19.2-procedures vrijstelling zonder inmenging van de
provincie mogelijk is gemaakt. De provincie stelde in feite dat voor dat type
plannen geen inmenging noodzakelijk was. Voor die plannen mochten gewoon de
vrijstellingen worden vastgesteld. Die procedure heeft al een aantal keren de
rechterlijke toets doorstaan maar is met de uitspraak van de Raad van State
onderuit gehaald. De provincie moet dat nu gaan herstellen. Dat kost tijd; wij
weten allemaal dat tijd gemoeid is met het herstellen van beleid. Ten aanzien
van de verplaatsing van de Surinamestraat is er echter geen tijd over. Een
andere mogelijkheid is vrijstelling op grond van artikel 19.1. Een dergelijke
vrijstellingsprocedure kan alleen gevolgd worden voor een gebied waarin het
bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar en alleen als een voorbereidingsbesluit is
genomen. De heer Meuleman heeft dus gelijk dat een voorbereidingsbesluit
eigenlijk betekent dat een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is. Er zijn
echter ook andere aspecten. Als het voorbereidingsbesluit niet getroffen is
voor de gebieden waarin het bestemmingsplan ouder is dan tien jaar, kan er geen
artikel 19.1-procedure worden gevolgd. Die procedure is noodzakelijk om de
vormfout - wij hebben dus niet verloren voor de rechter - te herstellen.
De gemeenteraad heeft in het verleden uitvoerig
gediscussieerd over deze verhuizing. Daarbij is geen enkel signaal gegeven dat
kaders werden teruggedraaid. Het college wil dus het kader handhaven dat de
raad heeft meegegeven voor de verhuizing. Burgers hebben van de wetgever het
recht gekregen om via de rechter te toetsen of een en ander goed gebeurt. In
dit geval is daarbij een vormfout gebleken. Overigens was dat voor ons een
totale verrassing, want de rechter had eerder de procedure van artikel 19.2
toegestaan. Het is jammer dat de advocaat in de beroepsprocedure iets over het
hoofd heeft gezien. Dat had eerder opgepikt kunnen worden. Dan hadden wij nu
niet vanwege een vormfout iets hoeven te herstellen.
Als de raad ermee instemt, kunnen wij met de voorgestelde
procedure de voorgenomen verhuizing toch realiseren.
De heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Ik mis een antwoord op
misschien wel de belangrijkste vraag. Die is volgens mij ook door de heer Meuleman
gesteld. Het voorbereidingsbesluit is bedoeld om een ongewenste bestemming
tegen te gaan. Dat hebben wij in elk geval zo begrepen. De gemeente gebruikt
het voorbereidingsbesluit nu echter voor een ander doel. Dat is in strijd met
artikel 3.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Wethouder KONING: Bij mijn weten dient een
voorbereidingsbesluit meerdere doelen. Een voorbereidingsbesluit is in dit
geval nodig om de vrijstelling conform artikel 19.1 te verstrekken. Die is
nodig om het kader dat de raad geeft voor de verhuizing te hanteren. In het
voorbereidingsbesluit staat natuurlijk dat een nieuw bestemmingsplan wordt
voorbereid. Dat betekent dat ingediende bouwvergunningen in de ijskast worden
gezet gedurende de periode van het voorbereidingsbesluit, maar dat is niet het
oorspronkelijke doel. Het doel is aan te kondigen dat een nieuw bestemmingsplan
wordt opgesteld. Daaraan kleeft het gevolg van ingediende bouwvergunningen die
de ijskast in gaan en het gevolg van vrijstelling conform artikel 19.1. Ik vind
de techniek zelf ook wat lastig, maar ik heb een en ander zonder kaartje
verhelderd.
Wethouder RENSEN: Voorzitter. Ik heb zeer weinig toe te
voegen aan de zeer uitgebreide uitleg. De heer Stoop vroeg waar wij zitten in
de procedure. Er wordt opnieuw een grondslag gemaakt voor het
heroverwegingsbesluit van het college in de bezwaarprocedure. Als op die manier
een juridisch correct heroverwegingsbesluit is genomen, kan vervolgens de
beroepszaak waaruit dit is voortgekomen bij de rechtbank worden voortgezet. Ik
benadruk dat geen sprake is geweest van een verloren rechtszaak. De rechter
heeft de zaak formeel teruggewezen naar de vorige procedure omdat hij of zij
als eerste in de gaten had dat de verklaring van geen bezwaar was verlopen. Dat
geeft weer wat vertrouwen in de rechterlijke macht. Hoewel dat hier niet goed
uitkomt, is het belangrijk dat het is gesignaleerd. Het punt was anders later
in de procedure ontdekt en dan had het proces twee procedures terug gemoeten.
De heer Meuleman vraagt waarom het college zijn verlies niet
gewoon wil pakken en waarom het kiest voor een haastklus via de
raadsvergadering. Met bewoners aan de Oostsingel zijn afspraken gemaakt en er
zijn verwachtingen gewekt. Als gevolg van een lange bezwaarprocedure door het
lange peinzen van de bezwaarcommissie en de daarna nog te voeren gesprekken,
zit de gemeente ruim in de gedoogtermijn. Die begint af te lopen. Zeer
binnenkort wordt het pand opgeleverd. In combinatie met het
voorbereidingsbesluit en het aflopen van het gedoogbesluit blijft alles
redelijk keurig binnen de formele lijntjes.
De heer KEUVELAAR (CDA): Voorzitter. Wij hadden zorgen over
de juridische houdbaarheid van deze procedure in verband met het gebruiken van
bestuursbevoegdheden voor een ander doel dan waarvoor zij gegeven zijn. Ook
vanaf de ambtelijke tribune is duidelijk aangegeven dat daarvan geen sprake is.
Daarmee valt het belangrijkste bezwaar weg. Nu de juridische bezwaren weg zijn,
steunen wij het voorstel.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik begrijp
zeer wel de uitleg van wethouder Rensen en ik heb daar ook wel sympathie voor
maar voor mijn fractie blijft gelden dat de lokale overheid iets niet correct
in de gaten heeft gehouden. Als dat een inwoner was overkomen, was hij door
dezelfde lokale overheid wel aan de regels gehouden. Dat geeft mijn fractie een
vervelend gevoel. Ondanks de sympathieke uitleg van wethouder Rensen steunen
wij het voorstel daarom niet.
De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. De mening van
Leefbaar Delft is algemeen bekend. Met de verkorte procedure van artikel 19 mag
het college bepalen wat het al dan niet doet. Het college zegt nu opnieuw dat
er niets aan de hand is met die verkorte procedure terwijl in de brief van de
belangenvereniging staat dat de gemeente voor de rechter geen schijn van kans
maakt. Wie moet je geloven? Ik ben geen jurist.
Ik hoop dat goed gebruik wordt gemaakt van de zes punten die
in de artikel 19-procedure aan de orde komen. Het eerste punt is: binnen acht weken
na ontvangst van de aanvraag om vrijstelling aangeven of de aanvraag wel of
niet wordt toegewezen. Dat wordt ook een collegebesluit.
Ik hoop dat het college de raad goed informeert over de
stand van zaken met betrekking tot de procedures van de dagopvang. Mijn fractie
moet steeds via een brief of een toevallige voorbijganger horen wat er allemaal
speelt terwijl in de commissie toch ook vaak genoeg tussendoor wordt gevraagd
hoe het staat met de dagopvang, de procedures en de bezwaarschriften. Nu ook weer
krijgen wij een brief en moeten wij dingen achteraf lezen. Wij horen dingen
heel vaak achteraf en dat kan heel vervelend zijn. Dat is in dit geval ook zo.
Wij stemmen in ieder geval tegen het voorstel.
In stemming komt het voorstel.
De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid tot het afleggen van
stemverklaringen.
De heer STOOP (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik kan niet
nalaten op te merken dat het mij opvalt dat de collegepartijen weer lekker
achterover zitten. Bij Hammenpoort werden de kelen schor geschreeuwd toen
vooral maar die studentenwoningen moesten worden gerealiseerd aan de hand van
hetzelfde artikel 19. Maar in dit geval, met wat ondernemertjes die een
bezwaarprocedure hebben aangespannen, vraagt men zich af: waar heeft hij het
over?
De VOORZITTER: Ik denk dat veel fracties dat niet met u eens
zijn. Daar laten wij het bij.
De heer STOOP (Leefbaar Delft): U hoeft niet voor uw fractie
te praten, mijnheer Verkerk. Dat kunnen uw fractie zelf ook.
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. De procedure had beter
gekund maar het besluit waarvan dit een gevolg is, is in de raad uitgebreid
besproken. De vergelijking met de procedure rond de Hammenpoort gaat dan ook
niet op. Mijn fractie zal het college op dit punt weer steunen.
Het voorstel wordt bij handopsteken aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
fracties van Leefbaar Delft en Stadsbelangen tegen het voorstel hebben gestemd.
223. Voorstel inzake investeringsbegroting nieuwe
stadskantoor.
(Stuk 153
– 20279135)
De heer HARPE (VVD): Voorzitter. Naar aanleiding van de
discussie in de commissie Ruimtelijke Ordening heeft wethouder Vuijk ons een
aanvullende notitie gestuurd. Die notitie geeft meer duidelijkheid maar
overtuigt niet echt. De VVD-fractie is er niet van overtuigd dat haar standpunt
dat de huisvestingslasten in de nieuwe situatie niet hoger mogen zijn dan de
huidige huisvestingslasten, inclusief een stukje investering, niet haalbaar is.
In de komende jaren worden nog tal van besluiten genomen die van invloed zijn
op de investeringskosten en de daaruit voortvloeiende exploitatielasten. De
VVD-fractie wil daarop invloed kunnen uitoefenen en actief meewerken aan het
binnen de gestelde kaders blijven van de huisvestingslasten van de
gemeentelijke organisatie.
De VVD-fractie vindt ook dat het college moet kunnen
doorgaan met het project. Dat is mogelijk op voorwaarde dat de raad periodiek
wordt geïnformeerd over de voortschrijdende investerings- en exploitatiekosten.
De raad moet daar ook over kunnen spreken met het college. Door de inrichting
van een tijdelijke subcommissie van de raad
zou daarin voorzien kunnen worden. Voorgenomen besluiten die significant
van invloed zijn op de investeringskosten en de exploitatielasten, kunnen dan
worden besproken.
De heer VOKURKA (D66): Wat is bij zo’n groot bedrag
"significant"? Gaat het dan over miljoenen? Ik snap waar u naartoe
wilt en dat is sympathiek, ook in het licht van de onduidelijkheid die er nog
heerst.
De heer HARPE (VVD): Ik maak even mijn verhaaltje af, want
daar zit het antwoord op die vraag in. De effecten van die significante
bedragen kunnen worden getoetst aan het financiële kader waaraan vervolgens
vastgehouden kan worden of waarvan, onderbouwd en weloverwogen, afgeweken kan
worden. Voor de VVD-fractie staat het gestelde financiële kader nog steeds
overeind. Zij roept het college op om er bij de verdere uitwerking van het
ontwerp alles aan te doen om binnen dat kader te blijven. Als dat kader in
gevaar komt, moet met de wetenschap van dat moment een keuze worden gemaakt.
Dan moet worden bepaald of iets de moeite waard is en dat de verhoging
geaccepteerd moet worden of dan moet worden bepaald dat zaken anders moeten
gaan. Ik kan niet aangeven of het daarbij gaat om de aanschaf van een nieuwe
koffiezetmachine.
De heer VOKURKA (D66): Ik ken mensen die daarvoor zijn.
De heer HARPE (VVD): Ik ook.
Met de fracties van de PvdA, het CDA en de ChristenUnie/SGP
dient de fractie van de VVD een motie in die enerzijds de voortgang van het
project waarborgt en anderzijds een flinke financiële vinger aan de pols houdt.
Dat moet de stad behoeden voor onevenredig hoge huisvestingslasten van de
gemeentelijke organisatie.
De VOORZITTER: Door de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA
en de ChristenUnie/SGP wordt de volgende motie (M-2) ingediend:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 27
september 2007,
gehoord de behandeling van de nota Investeringsbegroting
nieuwe stadskantoor in de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening
d.d. 6 september 2007;
gelezen de notitie Toelichting op de investerings- en
exploitatiekosten van HNK d.d. 20 september 2007;
constaterende dat:
·
uit de genormeerde investeringsbegroting blijkt dat de
jaarlijkse kosten voor het nieuwe stadskantoor hoger zijn dan de jaarlijkse
kosten van de huidige huisvesting;
·
in de komende jaren nog besluiten genomen moeten worden die
van invloed zijn op de hoogte van de investering en de daaruit voortvloeiende
exploitatielasten;
·
dat het nemen van een besluit over het investeringsbedrag in
de raadsvergadering van 27 september 2007 noodzakelijk en gewenst is;
overwegende dat het de wens van de raad is dat de
gemeentelijke huisvestingslasten na het betrekken van het nieuwe stadskantoor
niet hoger uitvallen dan de huidige kosten van huisvesting (prijspeil 2007);
verzoekt het college:
·
de inrichting van een tijdelijke subcommissie van de raad
voor te bereiden voor de voortschrijdende investerings- en exploitatiekosten
Stadskantoor en het voorstel daarover nog dit jaar aan de raad aan te bieden;
·
de hierin opgenomen fractievertegenwoordigers periodiek te
betrekken (om de zes tot acht weken) bij het ontwikkelproces, de verdere
uitwerking van het ontwerp en de daaruit voortvloeiende investeringskosten en
exploitatielasten;
·
bij de verdere uitwerking van het ontwerp er alles aan te
doen om de uiteindelijke huisvestingskosten niet hoger te laten zijn dan de
huidige, met indexpercentage gecorrigeerde, huisvestingskosten,
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Leefbaar Delft
hanteert het standpunt: zonder spoortunnel geen stadskantoor. Het stadskantoor
staat op de spoortunnel. Ik lees in de krant allemaal berichten dat de
spoortunnel in grote financiële moeilijkheden zit in verband met de
viersporigheid. Minister Eurlings van het CDA heeft 20 miljoen euro extra
gegeven, maar die zijn bedoeld voor extra werken bij het Kampveld.
Door de PvdA-fractie en de ChristenUnie-fractie in de Tweede
Kamer zijn vragen gesteld waarin staat dat er een deadline is van 31 augustus
met betrekking tot de aanbesteding van de spoortunnel. Die deadline is al
overschreden. Ik wil graag duidelijkheid van het college over de vraag of de
spoortunnel wel doorgaat voordat überhaupt over de financiering van een nieuw
stadskantoor wordt gepraat. Misschien duurt dat nog wel jaren. Het zou mooi
zijn als het college kan aangeven of de aanbesteding nog dit jaar plaatsvindt
of volgend jaar. De fractie van Leefbaar Delft wil pas daarna praten over het
stadskantoor en de financiering daarvan.
De wethouder schrijft in zijn laatste stuk dat het
stadskantoor voor een deel bijdraagt aan de financiering van de spoortunnel.
Dat is een vreemd gegeven. Waarschijnlijk doelt de wethouder daarbij op de
ondergrondse parkeergarage en de fietsenstalling. Die kosten ongeveer 15
miljoen euro. Met de kosten van het stadskantoor, 80 miljoen euro, praten wij
dan dus al over 95 miljoen euro. De wethouder geeft zelf aan dat er sprake is
van een directe koppeling.
Ik vind dat wij nu geen geld meer moeten besteden aan een verdere
uitwerking door architecten. De wethouder stelt dat de architecten verder
moeten maar ik zeg: stop daarmee. Misschien wordt het wel een tweesporige
tunnel. Dat zou ook van invloed zijn op de bovengrondse ontwikkeling.
Ik vind dat de dingen veel te snel gaan en in de verkeerde
volgorde. De volgorde is precies verkeerd om.
De heer KROON (PvdA): Voorzitter. Ik houd het bij het
stadskantoor en begin niet opnieuw over de tunnel. In de commissie is
uitgebreid stilgestaan bij de kosten voor het stadskantoor. Daarbij zijn
genormeerde bedragen vergeleken met andere bedragen. Ik dank de wethouders voor
de toegestuurde uitgebreide uiteenzetting. Die gaf meer duidelijkheid en meer
handvatten. Mijn fractie deelt de zorg over de investering die op de gemeente afkomt
en de bedragen die daarmee gemoeid zijn. Om die reden heeft de PvdA-fractie de
motie van de VVD-fractie meeondertekend.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Onze fractie
heeft in de commissie al aangegeven dat sprake is van een forse investering.
Uit ervaring weten wij dat het bedrag dat nu wordt genoemd, niet gelijk is aan
de uiteindelijke kosten. Daar komt nog een en ander bij. Wij vrezen dat die
kosten uit de portemonnee van de inwoners betaald moeten worden.
Wethouder Vuijk heeft de raad inderdaad een aanvullend stuk
doen toekomen. Onze indruk is dat de wethouder om een positief beeld te
schetsen bij de huidige huisvestingskosten de in de nabije toekomst te
verwachten renovatiekosten optelt van de nu in gebruik zijnde panden. Hij heeft
daarbij zelfs de huurpanden betrokken en dat is ook nog eens gebeurd op basis
van nattevingerwerk naar onze indruk. De kosten per werkplek lijken ons
redelijk en gebruikelijk voor de nieuwbouw. Het zou echter aardig zijn om te
onderzoeken welke effectiviteitswinst mogelijk is door te werken vanuit één
kantoor. Wij kunnen ons voorstellen dat dan zoveel effectiever gewerkt kan
worden dat een behoorlijk aantal werkplekken komt te vervallen. Wellicht kan
dan op termijn zelfs de landelijke norm van zeven ambtenaren op 1000 inwoners
worden benaderd.
Wij zijn dus erg kritisch. In de commissie hebben wij al
aangegeven dat de wethouder naar onze mening moet uitgaan van wat een en ander
op dit moment kost, in 2007, met de indexering in de komende jaren. Het bedrag waarop
de wethouder dan uitkomt, zou de investering mogen zijn in het nieuwe kantoor.
In de motie van de VVD, de PvdA, het CDA en de ChristenUnie/SGP wordt daar ook
van uitgegaan. Als de motie wordt aangenomen, is de kans groot dat onze fractie
het voorstel steunt.
De heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. De raad heeft in 2001
besloten dat verschillende gemeenteonderdelen in een nieuw gebouw onder één dak
zouden worden gebracht. Dit besluit staat voor mijn fractie niet ter discussie.
Het gaat nu om het op een acceptabel niveau houden van de kosten van het nieuwe
stadskantoor. De GroenLinks-fractie denkt dat het nieuwe stadskantoor kansen
biedt voor besparingen. Hoewel moet worden opgepast voor het ontstaan van een
schaduwraad, vindt mijn fractie het een goed idee om een subcommissie uit de
raad in het leven te roepen. Die kan met het college meedenken om al het
mogelijke te doen om de exploitatiekosten op het niveau van 2007 te houden. Het
gaat tenslotte om een groot bedrag. Het is daarom goed dat de raad via een
subcommissie dichtbij zit. De GroenLinks-fractie steunt de ingediende motie en
het voorstel van het college.
Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Ik dank de wethouders
voor het verduidelijkende memo. Mijn fractie gaat akkoord met het voorstel. Ik
kan mij voorstellen dat de behandeling van het voorstel haast heeft in verband
met de aanstaande aanbesteding.
Ik vind het een interessant idee om een tijdelijke
subcommissie vanuit de raad in het leven te roepen. Die commissie kan
aansturen, zodat binnen de kaders wordt gebleven. Onder het derde puntje staat
dat de huisvestingskosten op de nieuwe locatie absoluut niet hoger mogen worden
dan de huidige huisvestingskosten. Ik vind dat erg stellig en ik vraag mij af
hoe dat punt eruit ziet in de uitwerking. Ik hoor daarop graag een reactie van
de wethouder.
Wethouder VUIJK: Kunt u die laatste zin herhalen? Ik heb die
gemist.
Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Hoe ziet u de uitwerking van dat
derde punt: de huisvestingskosten op de nieuwe locatie niet hoger laten zijn dan
de huidige huisvestingskosten?
Wethouder VUIJK: Dat is meer een vraag aan de indieners van
de motie.
Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Ik ben benieuwd hoe u daar
tegenover staat.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Ook de
fractie van de ChristenUnie/SGP vindt dat het nieuwe stadskantoor niet duurder
mag zijn in de exploitatie dan de huidige panden. De manier waarop het verschil
wordt weggewerkt, is niet sterk. Mijn fractie verwacht niet dat de gemeente
financieel voordeel kan halen bij projectfinanciering. Voor langlopende
leningen moet momenteel 4,8% tot 4,9% worden betaald. De rente volgt bovendien
in de laatste jaren een stijgende lijn. Rekenen met 5%, zoals de gemeente tot
nog toe steeds heeft gedaan, is daarom het meest plausibel.
De tweede oplossing van 7 miljoen euro beschouwen als
onrendabele top houdt niet in dat de exploitatie goedkoper wordt. Het enige wat
daarmee wordt gedaan, is een deel van de kosten naar voren halen. Een ander
punt betreft het bezuinigen op de gebruikerslasten. Dat idee is nog niet
uitgewerkt. De laatste uitwerkingsrichting, het opbouwen van het benodigde
begrotingsbudget, houdt in dat de extra kosten voor een deel worden
geaccepteerd. Daar is mijn fractie het, zoals eerder betoogd, niet mee eens. De
nagestuurde memo vindt mijn fractie net als de VVD-fractie weinig overtuigend.
Gelet op de samenhang met het Spoorzoneproject is het naar
de mening van mijn fractie echter onverantwoord om de bouw van het nieuwe
stadskantoor op dit moment af te wijzen. De fractie van de ChristenUnie/SGP
stemt daarom met tegenzin voor het voorstel, mits de VVD-motie om een extra
vinger aan de pols te houden wordt aangenomen.
De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Toen wij het
voorstel in de commissie behandelden, bleek er een groot verschil te zijn in de
exploitatiekosten tussen het nieuwe stadskantoor en het oude. Het nieuwe
stadskantoor was een stuk duurder, hetgeen op veel bezwaren stuitte bij de
meeste partijen. Er is nu een aanvullende memo van het college ontvangen. Nu
blijkt de verhouding net omgekeerd te zijn. Wij zijn het eens met de fractie
van de ChristenUnie/SGP dat dat een vrij dun verhaaltje is. Wij kunnen ons niet
geheel aan de indruk onttrekken dat er een beetje naar de uitkomsten is
toegerekend.
Er zijn allerlei posten genoemd waarvan men zich kan
afvragen of die op die manier moeten worden opgevoerd. Het college maakt een
vergelijking tussen de huisvestingskosten van de huidige gebouwen en de nieuwe
gebouwen. Het stelt dat voor het upgraden van de huidige gebouwen tussen 25
miljoen euro en 38 miljoen euro nodig is. De gebouwen aan de Phoenixstraat en
Barbarasteeg zijn 20 respectievelijk 15 jaar oud. Wij vinden het ongekend dat
aan die gebouwen nu al tussen de 25 miljoen euro en 38 miljoen euro zou moeten
worden verspijkerd. Bovendien is het gebouw aan de Barbarasteeg een huurpand.
Op zijn minst een deel van de investeringen zou voor rekening van de verhuurder
moeten komen, niet voor rekening van de huurder. Daarnaast wordt een
bandbreedte aangegeven van 25 miljoen euro tot 38 miljoen euro, waaruit blijkt
dat sprake is van enorme onzekerheden. Een vergelijkbare bandbreedte geldt ook
bij de gemiddelde kosten per werkplek. Er worden daar ook allerlei referenties
aan gegeven. Die bandbreedte is eigenlijk zo groot dat daar nauwelijks
conclusies aan kunnen worden verbonden.
Alles bij elkaar is er een magere basis om te besluiten om
ten minste 80 miljoen euro te investeren in een stadskantoor. Die basis is te
mager om de nek uit te steken voor een jaarlijks exploitatiebedrag van ongeveer
10% van dat bedrag. Het besluit gaat om de uitgave van ongeveer 80 miljoen euro
en om 7,5 miljoen euro tot 8 miljoen euro per jaar aan exploitatiekosten. Als
het kostenbeeld binnen twee weken kan veranderen van duurder naar goedkoper,
kan dat net zo gemakkelijk de andere kant opgaan. Die cijfers geven niet het
vertrouwen dat de hele zaak onder controle is. Ook mist mijn fractie heel
basale gegevens. Hoeveel werkplekken worden bijvoorbeeld gerealiseerd? Ik kan
wel terugrekenen vanuit de exploitatiekosten - uitgaande van een werkplek van
7500 euro wordt schijnbaar van 1000 werkplekken uitgegaan - maar het is jammer
dat dat nergens in het stuk is te lezen. Verder wordt gerekend met genormeerde
bedragen, dus met aannames. Uiteindelijk worden wij geconfronteerd met
werkelijke bedragen en met echte kosten. Die kunnen enorm afwijken, zowel naar
boven als naar beneden.
Wij zijn niet tegen het stadskantoor op deze plek maar wij
hebben ook niet het gevoel dat de zaak lekker onder controle is. Om die reden
sluiten wij ons graag aan bij de motie die door de VVD, de PvdA en de
ChristenUnie is ingediend. De raad moet het gevoel krijgen dat er een proces
gaande is dat onder controle is. Het voorstel kan daaraan bijdragen.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Er is al veel gezegd. Ik
kom kort terug op de commissievergadering, waarin mijn fractie ook heeft gezegd
dat de exploitatielasten gelijk moeten blijven. Ik waardeer de motie van de
heer Harpe zeer. De raad blijft op deze manier aan de knoppen zitten en zo
hoort het ook.
De punten die de heer Van Tongeren noemde, worden volgens
mij via de motie afgevangen. Met het aannemen van de motie kan mijn fractie
akkoord gaan met het voorstel.
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ten aanzien van het
stadskantoor is sprake van sluipende besluitvorming. Er wordt besloten dat er
een stadskantoor moet komen terwijl nog helemaal niet duidelijk is wat er
precies komt en wat dat gaat kosten. De wethouder levert nu een begroting aan,
niet omdat hij zelf wilde weten wat het kost, maar omdat hij op dit moment geld
aan de raad moet vragen en omdat dat op basis van een stuk moet gebeuren. Het
stuk ademt ook uit dat er kennelijk geen belang bij is om precies te weten wat
het kost. Op het moment dat de raad vindt dat er grote verschillen zijn tussen
de kosten van de huidige huisvesting en de kosten van het stadskantoor, wordt
een memo geleverd waarin die verschillen worden weggewerkt. Dat is heel
sympathiek, maar ik geloof niet dat die verschillen in de praktijk ook als
sneeuw voor de zon verdwijnen. Net als de CDA-fractie denkt mijn fractie dat er
misschien een beetje naartoe is gerekend. Dan nog scheelt het 40 miljoen euro.
Van de totale kosten is de helft weggecijferd, maar het stadskantoor is nog steeds
40 miljoen euro duurder over een periode van 40 tot 50 jaar. Daar kunnen veel
andere leuke dingen voor worden gedaan.
Mijn fractie vindt dat het stadskantoor er op deze manier
gewoon niet moet komen. De SP-fractie kan alleen maar zeggen: wij zijn tegen en
kom maar met een nieuw, fatsoenlijk voorstel. Het feit dat het traject al ver
gevorderd is, is vooral het college te verwijten. Dat komt zo laat met
getallen.
De SP-fractie kan de motie van de VVD-fractie steunen. Het
is maar een halve maatregel maar dat is altijd nog beter dan geen maatregel.
Veel fracties willen dat de exploitatiekosten gelijk blijven, maar zelfs uit
die halfbakken begroting blijkt al dat dat onmogelijk is. Hoe beter naar die
begroting wordt gekeken, hoe meer kosten eruit naar voren komen. Daar is niets
vanaf te snoepen. Het is onmogelijk om ook maar in de buurt te komen van de
kosten van de huidige huisvesting, zelfs als wordt uitgegaan van het behoorlijk
hoog berekende onderhoud van de panden. Mijn fractie zal dus tegen het voorstel
stemmen.
Wethouder VUIJK: Voorzitter. Ik ben buitengewoon ingenomen
met de reacties vanuit de raad. De atmosfeer is totaal anders dan in de
commissie.
Ik begin met een paar algemene opmerkingen. Een veel
gehoorde opmerking in de commissie was dat het stadskantoor te duur zou zijn.
Ik heb met de aanvullende memo willen laten zien dat je veel van het nieuwe
stadskantoor kunt vinden, maar niet dat het te duur is. Ik maak ook een
algemene opmerking in de richting van degenen die daarbij een vergelijking maken
met de huidige huisvestingslasten, die vervolgens zijn gecorrigeerd. Dat is
onder meer gedaan op basis van allerlei rapportages, ook van Vastgoed, die al
waren gemaakt voordat die vraag er kwam. De reden waarom die onderbouwing niet
zo degelijk is als sommigen zouden willen - sommigen gebruikten de term
"nattevingerwerk", maar die zou ik niet willen gebruiken - is dat de
lijn van de besluitvorming teruggaat tot 1999, toen begonnen werd met de
operatie NEON. Op een gegeven moment is toen al gezegd dat alles in één kantoor
moet. Vervolgens zijn er een aantal momenten geweest waarop wij zijn
voortgeschreden. Op een gegeven moment is er vervolgens voor gekozen dat het
nieuwe kantoor in de Spoorzone moest komen. In daarop volgende besluitvorming
is een plek aangewezen en is gezegd dat het in combinatie moest met het
station. Vanuit die constellatie mocht niet meer van het college worden
verwacht dat het ook nog eens nadrukkelijk zou uitrekenen wat het zou kosten om
niet te verhuizen. Wat ons betreft, was die weg immers simpelweg afgesloten.
Wij hebben dat wel gedaan. Het is ook heel snel gedaan. Daarvoor was nauwelijks
anderhalf week de tijd, omdat het memo toen al op de post moest. Als sommigen
constateren dat er wat snel is gewerkt, dan is dat zo, maar dat heeft dus
nadrukkelijk een reden.
Daarnaast zijn heel veel vragen gesteld over zaken van
technische aard. Op sommige van die punten gaat ook de motie in. Voordat ik
reageer op de motie, die nogal verstrekkend is en die ook nogal wat betekent
ten aanzien van het voorstel en de verhouding tussen het college en de raad,
zou ik echter eerst willen vragen om een schorsing.
De VOORZITTER: Dat lijkt mij goed.
De vergadering wordt van 22.08 uur tot 22.40 uur geschorst.
Wethouder VUIJK: Voorzitter. Wij hadden even tijd nodig om
ons te beraden op de motie. Dat leidt tot enkele opmerkingen, allereerst ten
aanzien van de tekst. In de motie staat: "overwegende dat het de wens van
de raad is dat de gemeentelijke huisvestingslasten na het betrekken van het
nieuwe stadskantoor niet hoger uitvallen dan de huidige kosten van de
huisvesting". Dan staat er een prijspeil genoemd. Ik raad aan om daar
"prijspeil 2006" van te maken, omdat alle getallen in alle stukken
uitgaan van het prijspeil 2006.
Ik heb ook een opmerking ten aanzien van het tweede
gedachtestreepje. Daar wordt een frequentie genoemd van zes tot acht weken. Dat
zou leiden tot drie keer in het voorjaar en twee keer in het najaar. De
gedachte van het college is dat die frequentie wat aan de hoge kant is en dat
in de gedachtebepaling van de raad en de raadscommissie beter kan worden
uitgegaan van een iets lagere frequentie. Ik zou denken aan twee à drie keer
per jaar, maar dat geef ik slechts in overweging, omdat de subcommissie straks
haar eigen werkwijze gaat vaststellen.
Ook over het derde gedachtestreepje heeft het college enkele
opmerkingen. Het college heeft op zich geen heel zwaarwegende opmerkingen over
de tekst, maar heeft wel moeite met de opmerking over de huisvestingskosten.
Het college is van mening dat het helemaal terugbrengen van de
huisvestingskosten in de nieuwbouw naar de huidige huisvestingskosten niet
helemaal realistisch is. Gelet op de in het memo beschreven onderhoudssituatie
van de huidige huisvesting, de situatie ten aanzien van de klimaatbeheersing en
de daarmee samenhangende arbo-eisen, voorzien wij dat de kosten in ieder geval
hoger zullen uitkomen. Daarnaast lopen er nog wat risico's waarvan wij in ieder
geval opgemerkt willen hebben dat die er zijn.
Verder ontraadt het college de aanneming van de motie niet.
De heer BOT (GroenLinks): Met of zonder de aantallen?
Wethouder VUIJK: Ik zou de raad willen vragen om de motie in
die zin aan te passen.
De heer BOT (GroenLinks): En anders?
Wethouder VUIJK: Dan gaan wij weer schorsen, denk ik. U mag
hieruit in ieder geval afleiden dat het college niet onwelwillend ten opzichte
van deze motie staat.
De heer HARPE (VVD): Voorzitter. De wethouder heeft ons in
de commissievergadering nadrukkelijk uitgenodigd om hem een kader mee te geven.
Wij hebben daar lang op gewacht en dit was het moment. De wethouder wordt
vanavond op zijn wenken bediend. Ik kan het herhalen: dat kader wordt gevormd
door de huidige huisvestingslasten, gecorrigeerd voor de index. Hoeveel jaar
dat wordt, weten wij niet, maar dat komt erbij. De oproep is om er alles aan te
doen om daarbinnen te blijven. De kern van mijn betoog is geweest dat wij op
dit moment onvoldoende zicht hebben op de toegevoegde waarde van een aantal extra
investeringen die wellicht leiden tot hogere huisvestingslasten voor de
gemeente Delft. Dat is precies waarom wij pleiten voor een platform of
commissie waarin die argumenten gewisseld worden, waarin de wethouder die
toegevoegde waarde transparant kan maken en waarmee wij als
volksvertegenwoordigers de stad kunnen vertellen waarom het zo logisch is dat
die investeringen gedaan worden en leiden tot hogere huisvestingslasten. Dat
kan zijn omdat in de oude huisvestingslasten gaten vielen door gebrek aan groot
onderhoud. Dat kan ook zijn omdat de gemeente als werkgever wordt verplicht tot
nieuwe eisen op het gebied van arbo of het milieu. Maar dan hebben wij op dat
moment argumenten; die hebben wij op dit moment onvoldoende om dat kader op te
rekken. Ik denk dat het project belangrijk genoeg is om het kader redelijk
strak te stellen, maar het college ziet ook in de motie dat teksten zoals
"er alles aan doen" en dergelijke toch nog ruimte bieden voor
discussie. Dat is in ieder geval de intentie van de partijen die de motie
hebben ondertekend.
In de eerste termijn is gesproken over "duur" en
dergelijke. Van die discussie wil in ieder geval de VVD-fractie verre blijven.
Wij stellen ons deze politieke vraag: willen wij straks meer uitgeven aan de
huisvesting van de gemeentelijke organisatie? De stelling die wij op dit moment
hebben betrokken, is helder. Het is veel meer een kwestie van " wat wil je
uitgeven aan welke activiteit?" dan de vraag of iets wel of niet duur is.
De subcommissie waarover wij het hebben, mag wat mij betreft
worden vergeleken met de commissie grote projecten zoals de Tweede Kamer die
ook kent. Als het parlement een project bestempelt tot "groot
project", gaat een zwaarder regime gelden voor de regering en zal er een
actievere en zwaardere verantwoordingsplicht zijn van de regering aan het
parlement, in onze situatie van het college aan de raad. Wij denken dat dit
project, maar in de toekomst wellicht - als het werken met deze commissie ons
allen bevalt - ook andere grote projecten daarbij ingebracht kunnen worden. Wij
horen in de raad immers de behoefte om ons ermee te bemoeien en wij vragen het
college het hemd van het lijf. Als dat zo is, moeten wij ook kleur durven te
bekennen en onze verantwoordelijkheid nemen als volksvertegenwoordigers om in
zo'n commissie mee te denken, mee te praten en mee te verdedigen als daar goede
argumenten voor zijn.
Mevrouw Van Empel heeft in de eerste termijn gevraagd hoe je
de kosten kunt drukken. Het klinkt wat tegenstrijdig, maar dat kan bijvoorbeeld
door meer uit te geven in de investeringsfase. Soms levert het uitgeven van een
euro meer in de bouw twee euro per jaar op in de exploitatie. Een ander
voorbeeld: door te kiezen voor een flexibel werkplekconcept. Daar zijn nu nog
geen plannen voor, maar ook daarmee kun je meters en dus kosten besparen. En
wat dacht u van de oekaze dat ambtenaren niet allemaal op vrijdag vrij zijn,
zodat wij op vrijdag wat meer bezetting zien? Dat is overigens niet alleen bij
gemeentelijke organisaties een probleem. Daarmee kun je het aantal meters
reduceren. Laten wij eerlijk zijn: het zijn op die locatie kostbare meters.
Tot slot een formeel punt. Ik ben benieuwd wat de wethouder
daarvan vindt. Wij hebben het college in de motie gevraagd om een commissie in
te richten, maar ik heb begrepen dat de raad in feite zelf gaat over de
oprichting van commissies. Dan zou het dus zo zijn dat de raad besluit tot de
inrichting van een tijdelijke commissie. De laatste twee zinsneden zouden dan
beginnen met: "draagt het college op …" Ik ben even benieuwd of dat
voor de wethouder bezwaarlijk is of dat het juist voordelen heeft om het
college voorbereidend werk te laten verrichten.
De heer BOT (GroenLinks): Het is mij niet duidelijk of u nu
ingaat op de wens van de wethouder om wijzigingen in de motie aan te brengen.
De heer HARPE (VVD): U hebt gelijk. Als het gaat om het
prijspeil, heb ik geen bezwaar tegen de wijziging in “2006”. Wat de frequentie
betreft: als er niets te melden is, moeten wij niet bij elkaar komen, maar
vooralsnog zou ik in ieder geval “ten minste één keer per kwartaal” willen
aanhouden. Tot slot het belangrijkste: het kader wil ik op dit moment niet
oprekken. Als dat opgerekt wordt, is dat op basis van argumenten in de
subcommissie.
De heer BOT
(GroenLinks): Zegt u dit nu namens de vier fracties die de motie hebben
ingediend of alleen namens uzelf?
De heer HARPE (VVD): Ik heb het idee dat ik namens alle
indieners spreek, maar als u dat zeker wilt weten, moet ik vragen om een
schorsing.
De heer BOT (GroenLinks): Dan vraag ik om een schorsing.
De vergadering wordt van 22.50 uur tot 22.55 uur geschorst.
De VOORZITTER: Ik wil eerst een mededeling van orde doen. De
griffier en ik hebben even gekeken naar de overige agendapunten. Wij beginnen
straks nog aan de interpellatie over het Vermeercentrum. Wij denken dat de
andere agendapunten kunnen worden doorgeschoven naar de volgende maand. Dat
heeft als voordeel dat wij maandag niet hoeven terug te komen. Het
initiatiefvoorstel zou ook volgende maand kunnen. Ik ga ervan uit dat de
indieners daarmee instemmen. O, is dat niet het geval? Dan gaan wij nog even
ons best doen om ook dat vanavond nog te behandelen.
Het woord is aan de heer Bot.
De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Ik zou van de
initiatiefnemers van de motie willen vernemen of hun overleg nog geleid heeft
tot aanpassing van met name het laatste streepje in de motie.
De heer HARPE (VVD): Ik heb begrepen dat de heer Kroon iets
wil zeggen.
De heer KROON (PvdA): Voorzitter. Wij hebben de discussie
gevolgd. Ik moet zeggen dat het een prima discussie is, omdat het gaat om een
gigantische investering in onze stad. Ik ben blij dat er sprake is van zoveel
interesse in en discussie over het stadskantoor. Dat is het immers waard, wat
het ook wordt. Ik wil wel zeggen dat wij bij het laatste aandachtsstreepje de
tekst nemen zoals die zojuist door de heer Vuijk is gemeld en dat onder het
“indexpercentage” dus ook de arbotechnische uitgaven en achterstallig onderhoud
vallen.
De VOORZITTER: U geeft dus een interpretatie van het woordje
“index”. Dat is heel mooi.
De heer VOKURKA (D66): Nou ben ik benieuwd wat de heer Harpe
daar weer van vindt.
De heer HARPE (VVD): Kijkend naar de strekking van het
verhaal, is mij in de eerste termijn duidelijk geworden dat wethouder Vuijk zou
kunnen leven met de tekst zoals die hier staat, met de mondelinge toelichting
en de uitleg die ik in de tweede termijn heb gegeven. De punten die de heer
Kroon nu noemt, komen ongetwijfeld in die commissie aan de orde. Ik beschouw
het toevoegen daarvan als een verdere verbijzondering. Als mensen daar blijer
van worden, moeten wij dat niet nalaten, maar volgens mij doet dat niets af aan
de door ons bedoelde strekking. De VVD-fractie zal zich uiteindelijk dus niet
verzetten tegen die toevoeging.
De heer BOT (GroenLinks): Wat staat er dan nu?
De VOORZITTER: Een index met daarachter een aanvulling.
De heer BOT (GroenLinks): Welke aanvulling?
De VOORZITTER: Mijnheer Kroon, kunt u het nog eens zeggen?
De heer KROON (PvdA): Dat onder “indexpercentage” ook vallen
arbotechnische achterstand en achterstallig onderhoud.
De VOORZITTER: Motie M-2 is in die zin gewijzigd dat zij
thans luidt:
"De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op 27
september 2007,
gehoord de behandeling van de nota Investeringsbegroting
nieuwe stadskantoor in de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening
d.d. 6 september 2007;
gelezen de notitie Toelichting op de investerings- en
exploitatiekosten van HNK" d.d. 20 september 2007;
constaterende dat:
-
uit de genormeerde investeringsbegroting blijkt dat de
jaarlijkse kosten voor het nieuwe stadskantoor hoger zijn dan de jaarlijkse
kosten van de huidige huisvesting;
-
in de komende jaren nog besluiten genomen moeten worden die
van invloed zijn op de hoogte van de investering en de daaruit voortvloeiende
exploitatielasten;
-
het nemen van een besluit over het investeringsbedrag in de
raadsvergadering van 27 september 2007 noodzakelijk en gewenst is;
overwegende dat het de wens van de raad is dat de
gemeentelijke huisvestingslasten na het betrekken van het nieuwe stadskantoor
niet hoger uitvallen dan de huidige kosten van huisvesting (prijspeil 2006);
verzoekt het college
-
de inrichting van een tijdelijke subcommissie van de raad
voor te bereiden voor de voortschrijdende investerings- en exploitatiekosten
stadskantoor en het voorstel daarover nog dit jaar aan de raad aan te bieden;
-
de hierin opgenomen fractievertegenwoordigers periodiek te
betrekken (ten minste één keer per kwartaal) bij het ontwikkelproces, de
verdere uitwerking van het ontwerp en de daaruit voortvloeiende
investeringskosten en exploitatielasten;
-
bij de verdere uitwerking van het ontwerp er alles aan te
doen om de uiteindelijke huisvestingskosten niet hoger te laten zijn dan de
huidige, met indexpercentage (waaronder ook arbotechnische achterstand en
achterstallig onderhoud vallen) gecorrigeerde, huisvestingskosten,
en gaat over tot de orde van de dag."
De heer BOT (GroenLinks): Ik weet genoeg om mijn
woordvoerder te adviseren over wat wij in de tweede termijn gaan doen. Ik voer
het woord niet.
De heer TAS (GroenLinks): Voorzitter. Gehoord de discussie
en met de laatste aanpassingen zullen wij de motie steunen.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. Wij zullen de
motie niet steunen, want wij stonden volledig achter de tekst bij het derde
aandachtsstreepje zoals die was. Ik herinner eraan dat de wethouder gemakshalve
ook huurpanden betrokken heeft bij de notitie die ons is toegezonden; daar is
de wethouder niet op ingegaan. Dat schroeft de zaken ook allemaal op. Wij
zouden de motie hebben gesteund zoals die luidde en wij zouden akkoord kunnen
gaan met overleg één keer per kwartaal, maar wij zijn het niet eens met de door
de PvdA-fractie voorgestelde aanvulling. Nu die als zodanig in de motie staat,
zullen wij de motie niet steunen. Wij zullen vermoedelijk ook het voorstel niet
steunen.
De heer HARPE (VVD): Ik begrijp het zo dat de toevoeging van
de tekst niet betekent dat een blanco cheque wordt uitgeschreven waardoor alles
wat onder het label “achterstallig onderhoud en arbo” valt, klakkeloos wordt
opgevoerd. Ik ga er dus van uit dat met de toevoeging van deze woorden nog
steeds discussie en acceptatie (of geen acceptatie) kunnen plaatsvinden van
datgene waarover wij het hebben. Als u daar dezelfde uitleg aan geeft, hebben
wij het toch over hetzelfde?
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik heb u zojuist een vurig
pleidooi horen houden voor absoluut geen oprekking van het laatste
aandachtsstreepje. Daar kon ik mij goed in vinden. Volgens mij komt u daar nu
toch een klein beetje op terug. Dan kan onze fractie zich er niet meer in
vinden.
De heer HARPE (VVD): Dat vind ik jammer, want ik zei al dat
ik het gewoon zie als onderwerpen waar met name naar gekeken wordt. Daarmee is
dus geen sprake van een blanco cheque en van een automatische oprekking van het
kader.
De VOORZITTER: Volgens mij is dit punt doorgenomen.
De heer VAN TONGEREN (CDA): Voorzitter. Er valt natuurlijke
een hoop interpretatie aan toe te voegen. Wij zien het zo dat de in het memo
genoemde cijfers geen onderdeel uitmaken van het besluit dat wij vanavond
nemen. Er zitten heel grote onzekerheden in, bijvoorbeeld de bandbreedte van
het upgraden van bestaande gebouwen. Er wordt aangegeven dat die bandbreedte
tussen 25 miljoen euro en 38 miljoen euro zal zijn. Ik ga er geen uitspraken
over doen welk van die twee bedragen het wordt. De subcommissie moet dus wel de
vrijheid hebben om daar verstandig mee om te gaan. Op die manier wil ik de
motie ook begrijpen. In die formulering en met die strekking is de motie wel
heel belangrijk, want de gepresenteerde stukken zijn eigenlijk niet voldoende
om een goed besluit te kunnen nemen. De kosten gaan eigenlijk alle kanten op.
Als je er op deze manier vanuit de gemeenteraad bovenop kunt gaan zitten, geeft
dat meer zekerheid dat wij bezig zijn met wat wij willen. Voor ons is de motie
dus essentieel om in dit traject door te kunnen gaan.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik heb in de
eerste termijn vragen gesteld over de spoortunnel, nu de deadline overschreden
is. Ik heb daarop geen enkele reactie gekregen van het college. Ik ga er dus
maar van uit dat er geen enkele duidelijkheid is en dat de aanbesteding nog
lang op zich zal laten wachten.
Wat de notitie betreft: wij hebben het idee dat die zo
geschreven is om de VVD over de drempel te trekken ten aanzien van de oude
afspraak dat de nieuwe exploitatie goedkoper moet zijn dan de oude. Dat klopt mooi,
want het is 2 miljoen euro of 3 miljoen euro per jaar. De VVD wordt dus op haar
wenken bediend om vanavond een uitvlucht te verzinnen uit de door haar gestelde
eis. Toch krijg ik het idee dat de VVD, maar ook de PvdA en andere partijen dit
niet vertrouwen. Daarom willen zij zelfs een subcommissie in het leven roepen
om dat te gaan controleren, omdat zij er niet op vertrouwen dat dit college de
juiste cijfers heeft. Ik vind dat een rare manier om de verantwoordelijkheid op
je te nemen. Wethouder Vuijk spreekt vanavond bewezen argumenten, bijvoorbeeld
over huurpanden, niet tegen. Ik ga er daarom van uit dat de notitie niet klopt
en dus terug zou moeten. Dat is mijn pleidooi. Er is helemaal geen haast met
het stadskantoor. Wij zouden opnieuw willen praten over het programma van
eisen. Wij vinden het huidige stadskantoor van minimaal 76 miljoen euro veel te
duur. In Rotterdam is bij de stationshal geen rekening gehouden met
bomaanslagen, terwijl Nederland nummer 1 staat op de lijst met bomaanslagen van
Al Qaida.
De VOORZITTER: Hebt u daar bewijzen van?
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Mag ik mijn verhaal
afmaken?
De VOORZITTER: U hebt een lijntje met Bin Laden, begrijp ik.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Al Qaida en Bin Laden is
volgens mij hetzelfde. Met het glazen gebouw zou het misschien ook wel 15
miljoen euro tot 30 miljoen euro extra kosten. Wij willen dus weer helemaal
terug, met de benen op de grond. De reiniging is afgestoten. De vraag is dus of
wij zo’n groot stadskantoor wel nodig hebben. Daarom willen wij wel opnieuw
betrokken worden bij het programma van eisen, maar wij gaan niet …
Wethouder VUIJK: Ik ben de draad van dit betoog volledig
kwijt. Ik heb geen idee meer waarover dit gaat.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Dat heb ik ook wel eens bij
u.
De VOORZITTER: Volgens mij is wel helder waar u staat in de
discussie.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Zie je wel? Dank u wel.
De VOORZITTER: Dat is het verschil tussen een burgemeester
en een wethouder; onthoud u dat maar.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Wij steunen de motie dus
niet, want de haarkloverij is vanavond alweer begonnen, over het derde
gedachtestreepje. Ik heb er geen zin in om ons medeverantwoordelijk te voelen
voor deze echt foute beslissing. Die is echt veel te prematuur.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. De
toevoegingen van de heer Kroon hoeven wat ons betreft niet in de motie, hoewel
wij er ook niets op tegen hebben. Ik had overigens de indruk dat het niet de
bedoeling was om die toevoegingen op te nemen in de motie, maar dat het meer
een kanttekening was over de positie van de PvdA.
De heer KROON (PvdA): Het was gewoon de door ons
voorgestelde tekstwijziging, omdat die meer recht doet aan de werkelijkheid.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Is de tekst nou gewijzigd
of niet?
De VOORZITTER: Ja, de tekstwijzigingen zijn aangebracht. Dat
was voor de heer Bot de reden om er mild over te gaan denken en adviseren. De
heer Harpe heeft de wijzigingen geaccordeerd. Zij zitten dus gewoon in de
tekst.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Oké, dan gaan wij
daarvan uit. Het verbaast mij overigens dat de heer Meuleman daar zoveel moeite
mee heeft. Als wij de oude en nieuwe situatie met elkaar vergelijken, lijkt het
mij eerlijk gezegd niet meer dan reëel dat je er daarbij rekening mee houdt dat
je in de oude situatie ook groot onderhoud aan je panden had moeten plegen.
Kortom, wij zullen de motie ook in de nieuwe vorm steunen.
Mevrouw VAN EMPEL (STIP): Voorzitter. Gelet op de
tekstwijziging van de motie, zullen wij zowel het voorstel als de motie
steunen.
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. De wethouder geeft aan dat
hij toch wat moeite heeft met het begrip "duur": wat zou te duur
zijn? Als een stadskantoor veel duurder is dan wat wij nu kwijt zijn, is dat een
goede definitie van "te duur", of dat nou 40 miljoen euro of 80
miljoen euro is. Ik denk eigenlijk dat allebei veel te duur is. Het principe
dat alles in één kantoor moet en dat het mag kosten wat het kost - zo begrijp
ik de lijn van het college - vind ik verkeerd. De VVD wil bekijken wat zij voor
het extra geld kan krijgen, maar ik verwacht van het college dat er ergens in
de besluitvorming naar de kosten wordt gekeken. Volgens mij moet dat aan het
begin, want anders heb je geen opties meer om nog iets te doen met de
uitkomsten. Om nu akkoord te gaan en te hopen dat het meevalt, is volgens mij
dus een halve maatregel. Wij zullen de motie van de VVD wel steunen. Baat zij
niet, dan schaadt zij ook niet, maar ik zeg daarbij dat wij met het steunen van
die motie op geen enkele manier verantwoordelijk zijn voor een te duur
stadskantoor, want daar zijn wij nu al tegen. Wij willen alleen nog proberen om
de ergste schade te beperken.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Volgens mij had de heer
Van Til de juiste lijn te pakken toen hij inging op de toevoeging van de heer
Kroon. Wij zullen de motie dan ook steunen.
Wethouder VUIJK: Voorzitter. De heer Harpe refereerde even
aan de situatie in de Tweede Kamer. Ik zou er zelf voor kiezen om iets dichter
bij huis te blijven. Ik zie een parallel met de commissie van de rekening, die
inmiddels ook als subcommissie van de raad fungeert en uitstekend werk
verricht. Ik verwacht zelf dat ook een subcommissie die gaat meekijken naar de
bouw van dit nieuwe stadskantoor, op die wijze haar werk zou kunnen verrichten.
Ik zie ook zeer uit naar een goede samenwerking met die commissie.
In de motie wordt het college verzocht om "er alles aan
te doen". De raad mag van mij aannemen dat het college er alles aan zal
doen om de kosten te beheersen op de in de motie beschreven manier. De raad mag
ook van het college verwachten dat wij zeer kostenbewust zullen zijn, onze
uiterste best zullen doen om binnen die kaders te blijven en samen in de
subcommissie zullen oplopen om dat doel zo te bereiken.
Daarnaast wil ik nog enkele algemene opmerkingen maken als
afronding van dit onderwerp. Er is veel werk verzet om deze begroting te maken.
Het is een genormeerde begroting. Er is geprobeerd om grip te krijgen op de
totale kosten van dit project. Ik denk dat dat goed gedaan is. Er is een
investeringsbegroting gemaakt, er zijn kostenramingen gemaakt en er is
ontzettend veel werk verzet. Dat heb ik van dichtbij mogen meemaken. Daarnaast
is in een heel korte tijd, waarin bijna dag en nacht is doorgewerkt, voor de
raad een aanvullende memo geschreven waarvoor nog veel zaken moesten worden
uitgezocht en uitgerekend. Vanuit de raad waren immers vragen gesteld waarop
het college niet hoefde te rekenen, omdat zij buiten de lijn lagen die al loopt
vanaf 1999. Ik ben erg blij dat wij op die wijze zijn ondersteund. Ik wil de
mensen die daarbij betrokken zijn, vanaf deze plek daarvoor bedanken.
Wij staan op het punt om een belangrijk besluit te nemen in
een hele reeks van besluiten die onafwendbaar al tot hier hebben geleid. Wij
gaan besluiten om een stadskantoor te gaan bouwen op een heel markante en
prachtige plek in de stad. Wij hebben inmiddels ook de architect gekozen. Dat
betekent heel wat. Wij zullen hier in de toekomst nog op terugkijken.
De VOORZITTER: Ik denk dat het goed is dat u het monumentale
karakter nog even neerzet, want er wordt nu werkelijk een stap gezet.
In stemming komt de gewijzigde motie M-2.
De VOORZITTER: Ik geef gelegenheid voor het afleggen van een
stemverklaringen.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Voorzitter. De wijziging
door de PvdA-fractie van de motie kwam tijdens deze laatste ronde. Ik wilde
niet opnieuw een schorsing aanvragen. Wij hebben daarom tijdens het debat nog
even de woorden van de heren Kroon, Harpe en ook Van Til tot ons laten
doordringen. Wij vinden het toch wel belangrijk dat er een subcommissie van de
raad komt over dit onderwerp. Dat is voor ons reden om de motie alsnog te
steunen.
De heer DE WIT (Leefbaar Delft): Voorzitter. De fractie van
Leefbaar Delft steunt de motie niet, omdat wij het idee hebben dat wij als raad
vanaf het begin zijn gepasseerd. Ook bij de architectenkeuze zijn wij
gepasseerd. Wij moeten nu aan het eind alleen het bedrag voteren. Uiteindelijk
mogen wij dan gaan zitten in een soort subcommissie die een advies gaat geven
aan de commissie. Wat wij toegezegd krijgen, is dus helemaal niets. De VVD
probeert de raad erin te trekken, zodat het college de handen straks in
onschuld kan wassen als het stadskantoor met grote overschrijdingen te maken
krijgt. Dan zegt het college: dan had de subcommissie maar beter moeten
opletten. Daarom steunen wij deze motie niet.
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik ben het in principe met
de heer De Wit eens, maar ik denk dat het bijna niets is. Daarom ga ik de motie
toch steunen.
De VOORZITTER: Hier zullen wij nog wel een keer op
terugkomen, mijnheer Sipkema.
De gewijzigde motie M-2 wordt bij zitten en opstaan
aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
fractie van Leefbaar Delft tegen de gewijzigde motie hebben gestemd.
In stemming komt het voorstel.
Het voorstel wordt bij zitten en opstaan aangenomen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de aanwezige leden van de
fracties van Leefbaar Delft en de SP tegen de motie hebben gestemd.
De heer KIELA (PvdA): Voorzitter. U deed net een poging om
een klein ordedebatje te voeren. Ik vraag nu om een minuut om dat echte
ordedebatje te voeren.
De VOORZITTER: Dat mag.
De heer KIELA (PvdA): U stelde net voor om de andere zaken
te verschuiven naar de volgende raad. Wij riepen toen "nee". Dat is
namelijk niet handig ten aanzien van het initiatiefvoorstel omdat in de
opdrachtformulering staat dat het college met een actieplan komt in de
vergadering van de commissie EMCR van december. Als het initiatiefvoorstel in
de volgende raadsvergadering wordt behandeld, heeft het college slechts 29
dagen de tijd om dat actieplan op te stellen. Als ik van het college de
toezegging krijg dat dat mogelijk is, gaat mijn fractie akkoord met het
uitstellen van de behandeling. Als het onmogelijk is, heeft mijn fractie liever
dat het voorstel vanavond wordt behandeld, eventueel als hamerstuk, voorzien
van stemverklaringen.
De VOORZITTER: Het college is bereid om als volgt te werk te
gaan. Het college is bereid om alvast te gaan werken aan de uitvoering van het
initiatiefvoorstel. Er is nog wel een knelpunt op het punt van het voorstel
over de parkeertarieven. Dat moet echt vanavond worden behandeld. Ik geef
mevrouw Bolten gelegenheid om de zaak zelf toe te lichten.
Wethouder BOLTEN: Voorzitter. Nadat de raad het voorstel
over de parkeertarieven heeft vastgesteld, vindt een aandeelhoudersvergadering
plaats. Dat is gewoon de jaarlijkse vergadering. Als de behandeling een maand
wordt uitgesteld, wordt dat lastig.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Er is wel enige tijd
voor nodig om dat voorstel te behandelen. Ik stel voor om op maandag verder te
vergaderen.
Wethouder KONING: Er is alleen een probleem op het punt van
de tarieven voor Parking Delft BV. De overige kunnen in het kader van de
verordening worden meegenomen in de volgende raadsvergadering, als de raad
liever niet terugkomt op maandag. In deze drukke tijd is daar begrip voor.
De VOORZITTER: Laten wij afwachten hoe vlot het debat verder
verloopt en of wij daarna nog zin hebben om door te gaan.
224. Interpellatie inzake het Vermeercentrum
De heer DE PREZ (PvdA): Voorzitter. Voor alle duidelijkheid:
na de beantwoording van het college op de door mij gestelde vragen volgt een gewone
termijn, waarna het debat wordt afgesloten met een slotverklaring.
Voorzitter. "Ik vermoed dat u eerst met mij wil praten
voordat ik wat ga doen", zei wethouder Merkx vanavond. Zij deed haar
uitspraak weliswaar bij een heel ander onderwerp, maar zij sloeg wel de spijker
op de kop. De fracties van de PvdA, Stadsbelangen, ChristenUnie/SGP, Leefbaar
Delft, de SP, de VVD en D66 hebben een interpellatiedebat aangevraagd omdat zij
met de wethouder willen praten over de gang van zaken rond het Vermeercentrum.
Inmiddels zijn daarover allerlei droevige berichten in de openbaarheid gekomen.
Het is de tweede keer dat daarover een interpellatiedebat plaatsvindt in de
raadsvergadering. Ik durf hieruit de conclusie te trekken dat de combinatie
tussen het college van burgemeester en wethouders in Delft en het
Vermeercentrum geen gelukkige combinatie is.
De raad heeft eerder heel duidelijk uitgesproken wat het
kader is ten aanzien van het Vermeercentrum. Er is een bedrag van 500.000 euro
aan subsidie toegekend en een bedrag van 100.000 euro aan SVN-lening. De
voorwaarde daarbij luidde: geen cent erbij. Wij waren namelijk allemaal bang
dat, als het mis zou gaan, de gemeentedeur de eerste deur zou zijn waarop zou
worden geklopt. Die angst is helaas bewaarheid. Vanavond spreken wij over het
besluit dat het college heeft genomen, de betekenis daarvan voor de verhouding
met de raad en de informatie over het Vermeercentrum op dit moment.
De vragen die de indieners van het interpellatiedebat willen
stellen, luiden als volgt. Hoe ziet het college de keuze voor verstrekken van
het krediet in relatie tot uitspraken die gedaan zijn in het raadsdebat van 3
november 2005 en in reactie op de schriftelijke vragen van Stadsbelangen van 28
april 2006? Op basis van welke bevoegdheid heeft het college besloten tot het
verstrekken van een boedelkrediet? Uit welk budget komt het verstrekte
boedelkrediet? Op basis van welke overwegingen heeft het college besloten om de
raad niet vooraf te betrekken bij deze besluitvorming? Wat is de stand van
zaken op dit moment? Wat is de omvang van de tekorten, de schuld en de
exploitatiekosten in verhouding tot de inkomsten? Wat zijn de materiële
consequenties voor de gemeente Delft van het faillissement? Wat is de mening
van het college over het verstrekken van een tweede tranche boedelkrediet?
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Merkx voor een
antwoord.
Wethouder MERKX: Voorzitter. De interpellatie is ingediend
bij het college. Dat zal hierbij antwoord geven op de gestelde vragen. Het
antwoord op de eerste vraag luidt als volgt. Op 6 september deed de
bewindvoerder van het Vermeercentrum het verzoek tot een boedelkrediet. Op 5
september, de dag ervoor, was surseillance van betaling verleend. Een
boedelkrediet is een lening om de noodzakelijke uitgaven van bedrijfsvoering
tijdens de periode van surseillance te dekken. Inkomsten uit de bedrijfsvoering
vloeien gedurende de looptijd van het boedelkrediet automatisch terug naar de
kredietverstrekker, in dit geval de gemeente Delft. Na een faillissement heeft
de kredietverstrekker na de fiscus en de bewindvoerder/curator de eerste
rechten op terugbetaling. Het financiële risico van het verstrekken van een
boedelkrediet is dus beperkt.
Het college beoogde met het boedelkrediet de bewindvoerder
in staat te stellen de periode van surseillance met een maand te verlengen. De
raad heeft op de eerder genoemde data besloten dat bovenop het subsidiebedrag
van 500.000 euro geen andere bijdragen aan het Vermeercentrum zouden worden
verstrekt. Om deze reden heeft het college verzoeken om extra financiële
bijdragen steeds afgewezen, ook dit keer. Met het boedelkrediet beoogde het
college de raad in de gelegenheid te stellen, zelf een oordeel te vormen over
de ontwikkelingen bij het Vermeercentrum. Gedurende de extra maand zou de
gemeente namelijk inzicht krijgen in de financiële en juridische positie van de
gemeente zelf en van de andere partijen in de stad. Dit inzicht is bovendien
nodig voor eventuele zekerstelling van eerder verstrekte gemeenschapsmiddelen.
Ook zou de extra maand gebruikt kunnen worden om de mogelijkheden van een
eventuele doorstart te onderzoeken en imagoschade voor de stad zoveel mogelijk
te beperken.
Samengevat had het college vier redenen voor het verstrekken
van het boedelkrediet. Het boedelkrediet stelt de raad in staat om zelf een
oordeel te vormen over de ontwikkelingen bij het Vermeercentrum. Met het
boedelkrediet werd tijd en ruimte gemaakt voor raad en college om de nieuwe
situatie te beoordelen. Het college acht het van belang om het imago van Delft
te beschermen. Uitstel van faillissement zou naar de inschatting van het
college voldoende rust geven om de haalbaarheid van een eventuele doorstart te
onderzoeken. Bovendien zouden toeristen in Delft dan niet met een gesloten deur
geconfronteerd worden. Zoals ik eerder zei, was het boedelkrediet ook bedoeld
om de financiële belangen van de gemeente Delft te beschermen. Het college
voelde het als zijn verantwoordelijkheid om zoveel mogelijk van de
maatschappelijke investeringen in het Vermeercentrum, in totaal 2 miljoen euro,
veilig te stellen. Deze investering is opgebracht door organisaties, bedrijven
en burgers van de stad Delft.
Ik kom op het antwoord op de tweede vraag: op basis van
welke bevoegdheid heeft het college besloten tot het verstrekken van het
boedelkrediet? In artikel 162 van de Gemeentewet staat dat het college
gerechtigd is tot het plegen van privaatrechtelijke rechtshandelingen. Hiertoe
behoort ook het verstrekken van geldleningen. Aanvullend is in de eigen
financiële verordening opgenomen dat bij het uitzetten van middelen het college
indien mogelijk zekerheden vestigt. Het gaat dus om het vestigen van zekerheden
ten behoeve van het eigen belang.
De derde vraag luidt: uit welk budget komt het verstrekte
boedelkrediet? Het boedelkrediet is een lening. Een lening komt niet uit een
budget maar wordt verstrekt via de gemeentelijke balansrekeningen. Alleen als
het krediet niet of niet volledig terugkomt naar de gemeente, ontstaan budgettaire
gevolgen waarvoor een passende dekking gevonden moet worden.
De vierde vraag is: op basis van welke overwegingen heeft
het college besloten om de raad niet vooraf te betrekken bij de besluitvorming?
Juist het verstrekken van het boedelkrediet zou de raad in staat stellen om wel
een oordeel te vormen over de ontwikkelingen bij het Vermeercentrum. Met het
boedelkrediet werd immers beoogd, tijd en ruimte te maken voor raad en college
om de nieuwe situatie te beoordelen.
Wat is de stand van zaken op dit moment ten aanzien van de
omvang van de tekorten, de schuld en de exploitatiekosten in verhouding tot de
inkomsten? Op 20 september jongstleden is het faillissement uitgesproken. De
curator is nu aan zet. De gemeente heeft zich bij de curator gemeld als
schuldeiser. Het college heeft bij de curator aangedrongen op een actief
onderzoek naar de mogelijkheden voor een doorstart. Het college merkt met
waardering op dat er in de stad veel draagvlak bestaat voor de doorstart van
het Vermeercentrum.
Wat zijn de materiële consequenties voor de gemeente Delft
bij een eventueel faillissement? In 2005 heeft een subsidietoekenning
plaatsgevonden. Op basis daarvan is een voorschot in twee tranches ter hoogte
van het subsidiebedrag van in totaal 500.000 euro verstrekt aan het
Vermeercentrum. De definitieve eindafrekening c.q. vaststelling van de subsidie
heeft nog niet plaatsgevonden. Als aan de voorwaarden van de subsidieverlening
niet wordt voldaan, bestaat volgens de vaste subsidiesystematiek de
mogelijkheid tot wijziging of intrekking van de subsidietoekenning. Het
niet-vastgestelde deel van de subsidie wordt in dat geval een schuld aan de
gemeente. De gemeente onderzoekt momenteel haar financiële en juridische
positie in dezen.
Wat is de mening van het college over het verstrekken van de
tweede tranche van het boedelkrediet? Omdat op donderdag 20 september 2007 het
faillissement is uitgesproken, is er geen sprake van een tweede tranche
boedelkrediet.
De heer DE PREZ (PvdA): Voorzitter. Ik verzoek u om een korte
schorsing.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik stel voorafgaand aan
die schorsing graag nog een vraag aan de wethouder. Het antwoord op die vraag
is van belang om mee te nemen in de schorsing. Wanneer was de wethouder op de
hoogte van het feit dat het Vermeercentrum financieel in slecht weer verkeerde?
Wanneer wist zij dat voor het eerst?
Wethouder MERKX: Op 1 augustus heeft een gesprek
plaatsgevonden met wethouder Bolten. Op 22 augustus ontving het college een
brief van de raad van toezicht van het Vermeercentrum. Daar zit een periode van
drie weken tussen. Op 28 augustus is een additionele brief ontvangen met
inzicht in de cijfers. Vervolgens heeft op 29 augustus een gesprek
plaatsgevonden.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Mag ik hieruit de conclusie
trekken dat het college op 1 augustus al wist van de slechte financiële
situatie van het Vermeercentrum?
Wethouder MERKX: Het college had toen geen inzicht in de
financiële gegevens van het
Vermeercentrum en het college was daar dus niet van op de hoogte.
De heer VOKURKA (D66): Waar ging het gesprek op 1 augustus
over?
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Ik mag toch aannemen dat
op 1 augustus niet met de wethouder gesproken is over het mooie weer buiten?
Wethouder BOLTEN: Ik weet niet meer de exacte datum, maar
begin augustus is een delegatie van het bestuur van het Vermeercentrum op mijn
spreekuur geweest. Dat was in de recesperiode. De delegatie legde uit dat de
situatie penibel was. Ik heb daarna als wethouder Financiën gekeken of er
mogelijkheden waren om bijvoorbeeld toch nog die SVN-lening te organiseren.
Financieel-technisch waren die mogelijkheden aanwezig. Ik wist dat de raad daar
kritisch over zou zijn, dus ik heb het dossier weer overgedragen aan wethouder
Merkx toen zij terugkeerde van haar vakantie. Daarbij heb ik de kritische
situatie geschetst ten aanzien van de mening van de raad en de technische
mogelijkheden om al dan niet een lening te verstrekken.
De vergadering wordt van 23.30 uur tot en met 23.40 uur
geschorst.
De heer DE PREZ (PvdA): Voorzitter. De twee belangrijkste
argumenten van het college draaien om de tijd en om de bevoegdheid. Het college
zegt: wij mochten dat, want het staat in de wet. Ik heb over beide argumenten
een mening. Ik ben het niet met het college eens. De wethouder heeft net
aangegeven dat het college begin augustus al wist van de financiële
problematiek van het Vermeercentrum. Zij kan mij niet wijs maken dat dan half
september opeens een tijdsklem ontstaat. Er is anderhalve maand de tijd geweest
om vooraf met de raad, in de zin van de fractievoorzitters of wat voor
delegatie ook, daarover te overleggen, temeer omdat de raad en het college zelf
duidelijk zijn geweest over de kaders die zijn gesteld voor de financiering van
het Vermeercentrum.
De wethouder stelt dat het college dat geld mocht uitgeven
omdat dat in de wet staat. Daar ben ik het ook niet mee eens. Volgens de
Gemeentewet mag het college overtollige middelen van de gemeente zo rendabel
mogelijk uitgeven. Me dunkt dat het uitgezette boedelkrediet niet renderend is.
Er ontstaat ook een wat rare situatie. Als het krediet was uitgezet in de
gedachte dat het renderend zou zijn, was het toch logisch om te verwachten dat
andere partijen ook geld hadden willen investeren in het Vermeercentrum.
Andersom geredeneerd, dus dat het krediet verstrekt is in de gedachte dat er
niet veel heil in zat, had het geld niet uitgegeven hoeven te worden. Het is
lood om oud ijzer.
De raad is duidelijk geweest over het kader. Binnen dat
kader had het college geen ruimte om dat geld uit te geven, ook niet onder het
mom van een tijdsklem. Die tijdsklem had door het eigen handelen van het
college voorkomen kunnen worden. Er is dus geld uitgegeven tegen de wens van de
raad, zonder kader. Als het hoofdargument is dat de raad op deze manier tijd
heeft om na te denken, ben ik daar niet bepaald van overtuigd. De vraag die nu
voorligt, is of het college voldoende heeft voldaan aan zijn actieve
informatieplicht richting de raad. Ik herhaal de woorden van de wethouder: “Ik vermoed
dat u eerst met mij wilt praten voordat ik wat ga doen”.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Voorzitter. Ik leg even
uit wat in het verleden is gebeurd en welke afspraken gemaakt zijn ten aanzien
van het Vermeercentrum. Het initiatief van de heer Van Leeuwen was fantastisch.
Ik heb dat vanaf het begin met overgave en inzet gesteund. Op het moment dat ik
met de heer Van Leeuwen een presentatie gaf, heb ik hem een originele ets
gegeven van het melkmeisje van Vermeer. Ik hoop dat die in de kamer hangt. Ik
was toen nog vast overtuigd van het potentiële succes van het Vermeercentrum.
Dat ben ik nog steeds.
Mijn vertrouwen in het ondernemerschap van dit college en
het vorige was echter niet van dien aard dat ik mijn steun aan het
Vermeercentrum kon geven. Ik heb duidelijk gezegd, en neergelegd in een motie,
dat mijn fractie voorstander was van realisatie van het Vermeercentrum in het
Prinsenhof. Dat is een gemeentelijke instelling en zo zoeken de gemeentelijke
instellingen het onderling wel uit. Het zou ook goed zijn geweest voor de
Prinsenhof omdat het Vermeercentrum meer publiek zou trekken. Uit onderzoeken
van de laatste tijd blijkt wel dat het Vermeercentrum publiek trekt. Het
Vermeercentrum hoort bij Delft. Het is van Delft. In de afgelopen 100 jaar is
daar echter niets of weinig mee gedaan. Vermeer heeft 37 schilderijen gemaakt
waarvan er twee dubieus zijn. Het lijkt wel op het lijf geschreven van deze
raad: 37 raadsleden, hoewel ik niet wil zeggen dat twee daarvan dubieus zijn.
Waar ik op hoopte, komt uit; mensen maken zich druk omdat zij misschien de
verkeerde Vermeer hebben.
Als Delftenaren hebben wij ervaring met de VVV en andere
ondernemingen waarmee het door tussenkomst van de gemeente niet goed is gegaan.
Ik kan geen bedragen noemen, want ik ben kandidaat-koper van het
Vermeercentrum. Ik heb mij bij de heer Vlijmen, de curator, aangemeld. Hij
heeft mij de algemene zwijgplicht opgelegd ten aanzien van getallen. Van mij is
bekend dat ik vaak getallen naar buiten breng. Ik zal dat nu niet doen.
De heer GULDEMOND (STIP): U vroeg mij tijdens de algemene
beschouwingen toen ik het over de mooie Senz-paraplu had of ik niet wat veel
betrokkenheid had bij dat bedrijf. In mijn geval was dat niet waar. Ik ben
echter op zijn zachtst gezegd verbaasd dat u het woord voert bij een agendapunt
waarbij u heel duidelijk betrokken bent. Ik denk niet dat dat is toegestaan in
deze raad.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Ik heb tot aan het
faillissement van het Vermeercentrum alles mogen zeggen van de heer Vlijmen. Na
het uitspreken van het faillissement heb ik de zwijgplicht opgelegd gekregen.
Ik kan wel vertellen over de geschiedenis voor die tijd, voor het
Vermeercentrum failliet ging.
De heer GULDEMOND (STIP): Er zijn in deze raad toch bepaalde
mores. Het is volgens mij niet de bedoeling dat de heer Stoelinga bij dit
onderwerp het woord voert.
De VOORZITTER: Achter de collegetafel denken wij hier ook
over na.
De heer BOT (GroenLinks): Ik wil de heer Stoelinga vragen of
hij zich nog de opstelling van de heer De Wit herinnert bij de debatten over de
BTR. Hij besloot om niet deel te nemen aan die discussies omdat hij zelf
chauffeur is bij een taxibedrijf. Daar zou de heer Stoelinga misschien een
voorbeeld aan kunnen nemen.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Ik doe niet mee aan het
stemmen. Laat ik daar duidelijk over zijn. Ik vraag slechts of de
onderhandelingen over het Vermeercentrum door de gemeente, het bestuur van de
stichting Vermeercentrum Delft en de belanghebbenden worden gevoerd. Ik ga
niets vertellen over bedragen. Ik vind het daarom wat merkwaardig dat sommige
raadsleden, terwijl wij heel sterk bezig zijn met het behoud van het
Vermeercentrum voor Delft, zeggen dat mijnheer Stoelinga zijn mond maar moet
houden. Wij hebben ons kandidaat gesteld als koper van het Vermeercentrum. De
rest zoeken jullie maar uit. Ik steun de stichting die is opgezet. Ik eindig
met een citaat uit een e-mail van de heer Van Leeuwen: “Mooi dat je dit bericht
stuurt, maar volgens mij ben je het Vermeercentrum naar zijn laatste rustplaats
aan het brengen. Onbegrijpelijk dat je niet naar mij komt maar op een
krantenbericht van Duparc reageert en meent dat de gemeente er een taak bij
moet hebben.” Dat wil ik juist niet. Om die reden heb ik toentertijd een motie
ingediend. Wij wilden het Vermeercentrum niet als particuliere onderneming zien
die te veel steun krijgt van de gemeente.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Voorzitter, ik ga nu toch echt
ingrijpen. Dit heeft toch niets met de interpellatie te maken?
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Ik dacht het wel.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Ik denk het niet.
De VOORZITTER: Het is goed dat u de raad hebt gemeld dat u
een betrokken partij bent bij de afwikkeling van het Vermeercentrum. De raad
waardeert dat. Met het oog op artikel 15 van de Gemeentewet lijkt het mij
echter verstandig dat u niet deelneemt aan de stemming vanwege uw
betrokkenheid.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Dat sowieso.
De VOORZITTER: Het is misschien ook beter om een ander het woord
te laten voeren.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Het moet toch duidelijk
zijn dat mijn onderneming het Vermeercentrum wil doorzetten? Wie bleef er
vanmiddag zitten bij de curator? Alleen ik.
Mevrouw VAN HOLST (PvdA): Spreekt u nu als raadslid of als
ondernemer? Ik begrijp er niets meer van.
De heer STOELINGA (Leefbaar Delft): Ik ben klaar. Ik hoop
dat wij gauw om de tafel kunnen gaan zitten en dat het Vermeercentrum behouden
blijft voor Delft.
De VOORZITTER: Het lijkt mij het beste dat u niet deelneemt
aan de stemming en de woordvoering binnen uw fractie overlaat aan een ander.
De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Voor de zekerheid zeg
ik vooraf dat ik niet aan tafel zit met de curator. Ik heb geen bod gedaan. De
fractie van GroenLinks heeft besloten om niet mede het initiatief te nemen tot
deze interpellatie omdat zij van mening is dat het college tot nu toe gewoon
verstandig heeft gehandeld. Mijn fractie is het eens met het verlenen van het
boedelkrediet. Sterker nog, ik had het het college bijzonder kwalijk genomen
als het het boedelkrediet niet had verleend. Volgens mij heeft wethouder Merkx
ook heel goed uitgelegd wat daarvan de consequenties waren geweest.
De heer VOKURKA (D66): Hoe relateert u dat in de tijd? Op 1
augustus is het college ervan op de hoogte gesteld dat de situatie penibel was.
Het had het college gesierd, en volgens mij bedoelt de heer De Prez dat ook,
als dit de raad kenbaar was gemaakt. Er was helemaal geen sprake van tijdsdruk.
Op 1 augustus was een en ander al bekend.
De heer BOT (GroenLinks): Volgens mij is een beeld geschetst
waarbij wethouder Bolten als eerste hoorde dat dingen niet goed gingen. Zij
heeft toen ook dingen in werking gesteld. Het was overigens midden in het
reces, toen er bijna geen wethouders en weinig raadsleden aanwezig waren. Dat
zijn allemaal heel goede redenen. Ik vind dat het de bestuurlijke
verantwoordelijkheid is van een college om op te treden als zich een
maatschappelijk probleem voordoet. Een boedelkrediet is van een totaal andere
orde dan een subsidie. Bij het besluit van de 500.000 euro ging het heel
duidelijk om een subsidie. Verder vind ik dat een portefeuillehouder of een
college bij een dergelijke situatie ruimte moet hebben om een oplossing te
zoeken. Die oplossing wordt niet sneller gevonden als allerlei mensen uit de
gemeenteraad in de pers maar wat gaan roepen. Daar hebben wij de zaak niet erg
mee geholpen. Voor mijn fractie staat één ding voorop. Als het Vermeercentrum
op deze manier uit Delft verdwijnt, is dat een blamage voor onze stad en voor
alle maatschappelijke partners die aan de totstandkoming van het centrum hebben
bijgedragen. Als Delft als stad niet in staat is om serieus bezig te zijn met
Vermeer, zijn wij geen knip voor de neus waard en maken wij onszelf
belachelijk. Dat is het standpunt van de GroenLinks-fractie.
Ik denk dat wij het aan onze partners verplicht zijn om de
mogelijkheden van een doorstart serieus en snel uit te zoeken. Ik noem de
belangrijkste partners nog maar even, want dat zijn niet de eerste de beste: de
provincie, de Rabobank, IKEA, het VSB-fonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds,
Fonds 1818 en ook de plaatselijke partners, zoals de Kamer van Koophandel en
Delft Marketing. Ik hoop dat alle partijen die hier in de raad zitten, zich
realiseren over welke rij partners wij het hebben.
De heer DE PREZ (PvdA): Ik krijg uit uw betoog de indruk dat
u vindt dat de gemeente meer verantwoordelijkheid draagt om het Vermeercentrum
verder te helpen dan andere partijen. Waarom vindt u dat?
De heer BOT (GroenLinks): Nee, dat vind ik juist niet. Ik
heb zojuist in mijn algemene beschouwing ook gezegd dat het goed zou zijn als
juist door die belangrijkste maatschappelijke partners, waaronder de gemeenten,
nu een commissie van wijze mannen of vrouwen wordt ingesteld. Alle partijen die
geld hebben gestoken in het Vermeercentrum, moeten zich probleemeigenaar voelen
van de verschrikkelijke situatie die nu is ontstaan en moeten proberen om samen
tot een constructie te komen waarin een serieuze doorstart mogelijk is. Ik vind
de gemeente daarin niet meer verantwoordelijk dan andere partners, maar ik denk
wel dat iedereen naar de gemeente kijkt voor een regierol als zoiets zich
voordoet. Dat vind ik eigenlijk ook niet meer dan logisch. Op een mogelijke
oplossing en welke financiële haken en ogen daaraan vastzitten, wil ik op dit
moment helemaal niet vooruitlopen. Het eerder door de raad gestelde financiële
kader blijft natuurlijk geldig totdat het besluit is herroepen door een
raadsbesluit. Dat is wel het standpunt van onze fractie.
De gebeurtenissen zoals die nu hebben plaatsgevonden, zeggen
- voor zover wij ons daarvan een beeld kunnen vormen - eigenlijk niet heel veel
over de formule en potentie van het centrum. Er zijn veel specifiekere oorzaken
voor de negatieve spiraal die zich in die paar maanden heeft voorgedaan.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Voorzitter. Het staat buiten kijf dat
het Vermeercentrum een aanwinst is voor Delft, maar wij moeten er nog eens over
nadenken of de gemeente de eerst aangewezene is om gelijk te roepen dat wij de
regie op ons nemen. Het Vermeercentrum staat op dit moment niet inhoudelijk op
de kaart, want wij hebben nog cijfers, een bedrijfsplan en varianten voor een
eventuele doorstart nodig. Daarna kunnen wij bekijken wat wij met het
Vermeercentrum kunnen doen. Wij hebben de interpellatie mede ingediend vanwege
de procedure. Voor ons staat alleen de procedure ter discussie en daar hebben
wij het nodige over te zeggen.
Het kader was: geen cent er meer bij. Ik heb de data gezien.
Op 28 augustus waren de cijfers bekend bij de wethouder, maar de commissie is
pas op 12 september geïnformeerd. Daar zit een hoop tijd tussen. Als er
financieel moet worden ingegrepen - de wethouder kan wel zeggen dat het er op
een andere manier in is gezet en dat er weinig risico was maar er was blijkbaar
genoeg risico, want wij zijn het geld nu kwijt - is het een kleine moeite voor
de wethouder om de fractievoorzitters even bij elkaar te roepen. Dan had zij kunnen
melden wat zij van plan was en dat zij meer geld in het Vermeercentrum zou
steken en misschien wel kwijt zou raken, maar dat het haar bedoeling was om
juist ruimte te scheppen. Dan was de wethouder van alles af geweest. Het
probleem is dat de wethouder op maandag een besluit nam dat zij op
woensdagavond in beslotenheid aan de commissie meedeelde, terwijl de surséance
al in de Staatscourant was gepubliceerd. Dan vragen wij ons af: hoe gaat de
wethouder nou met de raad om? Nogmaals: het is een kleine moeite om ons op het
juiste moment en op de juiste wijze te informeren. Als de wethouder bij ons was
gekomen met de boodschap "Ik moet hier echt geld voor vrijmaken, want dit
en dat zijn de risico's en ik neem ruimte om te bekijken of wij de boel niet hoeven
te sluiten", had zij toestemming gekregen en was er niets aan de hand
geweest. Het gaat om het moment van handelen door het college en van de melding
bij de commissie, waarbij bovendien eigenlijk werd aangegeven dat er een
wetsartikel was gevonden waarbij de raad niet nodig was. Dat is misschien wel
waar, maar de raad voelt zich dan gepasseerd, zo ook de VVD-fractie. Ik krijg
hier erg graag een reactie op.
De heer VOKURKA (D66): Voorzitter. Wij gaan het hier
vanavond niet inhoudelijk over het Vermeercentrum hebben. Voor het standpunt
van mijn fractie verwijs ik naar 2005, want daar is helemaal niets aan
veranderd. In navolging van mevrouw Steffen en de heer De Prez wil ook ik het
over het proces hebben. Op 1 augustus was bij het college bekend dat de situatie
penibel was. De wethouder heeft ons inderdaad tijdens de commissievergadering
in vertrouwen meegedeeld wat de situatie was en dat zij een boedelkrediet had
verstrekt, zonder ons daarover vooraf te informeren. Het was een mededeling. Zo
is zij ook aangekondigd. De wethouder heeft dus niets aan ons gevraagd. Met het
eerder door de raad geschapen kader - geen cent erbij - heeft de wethouder
daarmee in mijn optiek en volgens mijn fractie een belangrijke afspraak
geschonden. Dat nemen wij hoog op. In navolging van mevrouw Steffen hoor ik
graag van het college waarom er zo is gehandeld, terwijl de wethouder in
augustus al wist dat de situatie lastig ging worden. Waarom heeft zij geen
enkel signaal aan de raad, aan woordvoerders of fractievoorzitters - dat maakt
allemaal niet uit - gegeven? Waarom heeft zij dit zo gedaan en niet op een
ordentelijke wijze? Mijn fractie had hoe dan ook tegen wat voor krediet dan ook
gestemd, maar met het ook door de heer Bot aangegeven belang, denk ik dat er in
deze raad een meerderheid voor was geweest om dat te doen. Dat is niet gebeurd
en dat is betreurenswaardig en afkeurenswaardig.
Tot slot wil ik de heer Vuijk iets vragen. Je komt in
discussies terecht over "Was het de persoon Vuijk of was het wethouder
Vuijk?" Achter zijn steunbetuiging stond "(gemeente Delft)".
De VOORZITTER: Dat is de woonplaats.
De heer VOKURKA (D66): Wat zei u? Uw naam stond er niet
tussen. Dat had wellicht wel gekund. Mijnheer Vuijk, waarom hebt u dit zo
gedaan? Hebt u namens het college getekend of als de persoon Vuijk? Had er dan
misschien iets anders achter moeten staan? Ik vind het heel raar om, voordat de
raad een besluit neemt en over een politiek heet onderwerp een debat voert, als
bestuurder van deze stad steun te betuigen aan het Vermeercentrum, wetende wat
er aan de hand is en wat de politieke gevoeligheden zijn. Ik wil daar graag een
uitgebreide reactie op.
De heer DE KONING (Stadsbelangen): Voorzitter. Gelet op het
tijdstip, zal ik het kort houden. Wij kunnen ons volledig aansluiten bij wat tot
op heden is gezegd. Dat wil zeggen: niet bij de heer Bot, maar wel bij wat de
fracties van D66, de VVD en de PvdA hebben gemeld. Wij staan ook echt voor een
dilemma. De discussie over het Vermeercentrum is vanavond niet aan de orde. Wij
vinden het enorm jammer dat het faillissement is uitgesproken, maar wij hebben
het vanavond over de procedure. Wij hebben met het college en de gehele raad
uitvoerige discussies gehad over de exploitatie, de entreegelden en noem alles
maar op. En nu is het mis. Elke dag lezen wij iets in de krant. Er wordt elke
keer een tipje van de sluier opgelicht. Er is dus heel veel informatie waarover
wij nu niet beschikken. Er is in ieder geval meer informatie nodig om verder te
kunnen gaan in dit traject, maar ons standpunt is vooralsnog dat er geen euro
bij moet. Wij zijn ook reuze benieuwd naar het antwoord van de heer Vuijk.
De heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. De heer Bot heeft het
treffend geformuleerd: het college heeft gedaan wat ik van het college in deze
situatie had verwacht: het heeft aan een bepaald crisismanagement gedaan. Ik
zie het boedelkrediet als niets anders dan het inlassen van een verantwoorde
adempauze. Ik ben daar blij mee. Die adempauze was nodig om de raad een echte
keuze voor te leggen. Dat is waar het om gaat. Wij zitten hier om een
inhoudelijk debat te kunnen voeren over de toekomst van het Vermeercentrum.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): Dat hebt u mis. Het gaat
erom dat het, gelet op de politieke gevoeligheden en de in het verleden genomen
besluiten, het college gesierd had als het met de raad had overlegd vóór het
verstrekken van het boedelkrediet.
De heer GULDEMOND (STIP): Gelet op de politieke
gevoeligheden, is het nodig om hier een debat te voeren over de toekomst. Dat
debat kun je alleen goed voeren …
De heer VOKURKA (D66): Wat mijn fractie betreft, voeren wij
vanavond een debat over het proces.
De heer GULDEMOND (STIP): Dat is mij duidelijk en ik probeer
u te schetsen dat ik dat een onzinnig debat vind.
De heer VOKURKA (D66): Die adempauze hoeft ook geen
anderhalve maand te duren.
De heer GULDEMOND (STIP): Dat vind ik wel. Ik houd er
namelijk niet van om te speculeren. Ik houd er ook helemaal niet van als dat in
de krant gebeurt. Dat leidt alleen maar af van de uiteindelijke discussie die
wij moeten voeren. Het verstrekken van het boedelkrediet leidt ertoe dat wij
straks gegevens hebben over het Vermeercentrum en echt inzicht hebben in de
vraag of wij daar iets mee kunnen of niet. Dat is het debat dat ik hier wil
voeren.
De heer DE PREZ (PvdA): Het boedelkrediet heeft helemaal
geen effect gehad, want intussen is het Vermeercentrum toch failliet.
De heer GULDEMOND (STIP): Dat klopt. Het boedelkrediet heeft
geen enkel effect, maar de intentie was natuurlijk om ervoor te zorgen dat dat
wél zou gebeuren.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Dan was het toch niet zo moeilijk
geweest om dat even aan de fractievoorzitters voor te leggen en te vragen of
men door kon gaan?
De heer GULDEMOND (STIP): Waar ligt dan de grens?
Mevrouw STEFFEN (VVD): De grens is het kader van de raad.
De heer GULDEMOND (STIP): Het is een collegebevoegdheid.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Het kader van de raad was: geen cent
erbij.
De heer GULDEMOND (STIP): Ik ben het niet met u eens. Ik
vind dat wij deze ruimte aan het college moeten kunnen geven. Het is een
collegebevoegdheid. Het college heeft alleen zo gehandeld om een goed debat te
kunnen faciliteren. Dat blijft mijn belangrijkste punt.
De heer DE PREZ (PvdA): Het is geen collegebevoegdheid; dat
heb ik zojuist betoogd.
De heer GULDEMOND (STIP): Dat is uw interpretatie.
De heer BOT (GroenLinks): Mijnheer De Prez, dat gedeelte van
uw betoog blonk volgens mij niet uit door begrijpelijkheid, althans voor mij.
De heer DE PREZ (PvdA): Ik wil het nog wel een keertje uitleggen,
hoor.
De VOORZITTER: Wij gaan terug naar de woordvoering.
De heer GULDEMOND (STIP): Mijn belangrijkste punt is dat dit
alleen maar afleidt. Dit vertroebelt de discussie en ik wil het hier niet te
lang over hebben. Ik wil gewoon door met een inhoudelijke discussie over het
Vermeercentrum. Daar zouden wij het als raad over moeten hebben.
Mevrouw JUNIUS (CDA): Voorzitter. De CDA-fractie is het op
het punt van de procedure met de indieners eens. Ik denk overigens dat de
wethouder juridisch en privaatrechtelijk het wel zo kon doen, maar beleidsmatig
is het erg onjuist om de raad op deze manier te omzeilen. Er was, zoals anderen
al gezegd hebben, namelijk genoeg tijd om op allerlei manieren de raad in te
lichten over deze stap.
Er is gezegd dat het boedelkrediet uiteindelijk niets heeft
geholpen omdat het Vermeercentrum jammer genoeg failliet is gegaan. Wij hebben
een vraag over de rol van de gemeente inzake de beveiliging. Een van de reden
waarom het Vermeercentrum gesloten is, is dat er geen beveiliging was. Het idee
van het boedelkrediet was juist dat er inkomsten gegenereerd zouden worden om
iets terug te betalen en om tijd te kopen. Dat is daardoor nooit gelukt.
Wij hebben het vandaag over de procedure, maar de
CDA-fractie wil evenals de heer Bot benadrukken dat wij groot belang hechten
aan Vermeer als icoon in Delft. Het is geweldig hoeveel ondernemers en
vrijwilligers op de bres zijn gesprongen om duidelijk te maken wat het
Vermeercentrum en Vermeer voor Delft betekenen. Het kan wel zo zijn dat elders
echte schilderijen van Vermeer hangen, maar het echte verhaal van Vermeer moet
gewoon in Delft verteld worden. Daar zijn mensen naar op zoek. Een doorstart
van het Vermeercentrum willen wij dus heel graag onderzocht zien. Ik hoop dat
wij daar vandaag toch een uitspraak over krijgen. Misschien kunnen wij aan de
hand van de brief die wij van de Kamer van Koophandel hebben ontvangen, een
besluit nemen over een mogelijke commissie van wijze mannen. De tijd dringt
namelijk wel.
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Het is nu niet mogelijk om te beoordelen of
het zin heeft om door te gaan met het Vermeercentrum. Daar gaat het nu
eigenlijk ook niet om. Het is voor mij ook moeilijk te beoordelen of het
verstrekken van het boedelkrediet slim was. Het is nu wel makkelijk te
beoordelen dat het niet zo slim was, maar ik weet niet of het toen slim was.
Gelet op de informatie die naar de raad is gekomen, is echter in ieder geval
wel duidelijk dat de wethouder het blijkbaar weer eens niet nodig vond om de
raad op een normale manier genoeg en tijdige informatie te geven. Het was weer
te weinig, te laat en ook weer in het geheim, terwijl daar eigenlijk geen goede
reden voor was. Gelet op het eerder door de raad gestelde kader, was er alle
reden om de raad juist wel te informeren over dit onderwerp. Ik wil van de
wethouder weten waarom zij dat weer eens niet gedaan heeft.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. Allereerst
de handelwijze van het college: wij vinden dat het college buiten zijn kader is
gegaan. Die grens, de financiële grens, was gesteld en er was best gelegenheid
om raad of tenminste de fractievoorzitters te informeren. Ik zeg dit ondanks
het feit dat wij best begrip hebben voor het verstrekken van het krediet.
Wat de toekomst betreft: wij staan achter het idee van de
Kamer van Koophandel om een groep wijze vrouwen en mannen te formeren. Wat de
rol van de gemeente betreft: het gaat om een particuliere instantie en het ligt
dus niet voor de hand dat de gemeente nu de regie gaat voeren en zichzelf
verantwoordelijk gaat voelen voor het oplossen van het probleem. Wij zijn dus
gewoon voor een actieve participatie. Het is nu nog te vroeg om een uitspraak
te doen over wat de gemeente uiteindelijk gaat doen. Daarvoor hebben wij nog te
weinig informatie.
De VOORZITTER: Voordat ik het woord aan het college geef,
schors ik de vergadering.
De vergadering wordt van 00.10 uur tot en met 00.48 uur
geschorst.
Wethouder MERKX: Voorzitter. Het college is van mening dat
het zich consequent aan de kaders van de raad heeft gehouden. Het heeft dan
ook, tot de vraag van de bewindvoerder kwam om een boedelkrediet te verschaffen
-- naar aanleiding van de surseillance van betaling -- steeds gezegd dat er
geen financiële mogelijkheden waren bij de gemeente omdat dat het kader was dat
de raad had gesteld. Daarbij merk ik op dat de raad natuurlijk niet direct
wordt geïnformeerd op het moment dat een derde, externe, partij naar het
college komt met het bericht dat er financiële problemen zijn. Het college gaat
dan niet meteen naar de raad, zeker niet als het om een partij gaat die
daarover zelf niet of slechts heel terughoudend communiceert. Ook in dit geval
is het college daar heel voorzichtig mee omgegaan. Het heeft geen financiële
toezeggingen gedaan. De vraag om boedelkrediet te verschaffen, leverde het
college en de raad ruimte op om zicht op de financiële situatie van het centrum
te krijgen. Aangezien het besluit op 10 september is genomen, was het voor het
college logisch om op 12 september de raad te informeren. Op die datum was een
commissievergadering gepland.
Één van de grote vragen van de raad is de betrokkenheid van
de raad. De raad zou in het vervolg graag op het moment dat het besluit is
genomen, de brand is geblust en het acute probleem is aangepakt, direct
geïnformeerd worden. In de onderhavige situatie hadden wij dan op een
maandagmiddag direct de fractievoorzitters van de raad moeten bellen om te
vertellen dat wij een boedelkrediet hadden verschaft zodat er een periode
gecreëerd zou worden waarin inzicht kon worden verschaft in de financiële
cijfers en het belang van de gemeente veilig kon worden gesteld.
Er zijn nog wat losse vragen gesteld. Ik zal er op twee
ingaan. De CDA-fractie heeft een vraag gesteld over de beveiliging. Het college
heeft aangedrongen op het instellen van beveiliging nadat er problemen
ontstonden. Aangezien het boedelkrediet bedoeld is voor het openhouden van het
centrum, heeft het college aangedrongen op het inzetten van het krediet om dit
probleem op te lossen. Dat is echter niet gelukt. Het was uiteindelijk de
verantwoordelijkheid van de bewindvoerder om dat te doen.
Er is ook gevraagd naar het al dan niet doorstarten.
Daarover zijn ideeën geopperd die grotendeels overeenkomen met al bestaande
ideeën, ook naar aanleiding van de grote betrokkenheid van de stad. Het college
neemt die in overweging en komt daar zeker op terug.
Wethouder VUIJK: Voorzitter. Er is mij gevraagd waarom ik
een handtekening onder een stuk heb gezet. Maandagavond vond een bijeenkomst
plaats van mensen die het Vermeercentrum een warm hart toedragen. Die
bijeenkomst vond plaats pal voor het Vermeercentrum aan de Voldersgracht. Ik
was daar omdat ik intens betrokken ben geweest bij de totstandkoming van het
Vermeercentrum. Ik heb gezien en meegemaakt hoe velen in de stad met hart en
ziel geknokt hebben voor dat Vermeercentrum. Onder die knokkers bevonden zich
ook raadsleden en oud-wethouders. Ik heb in persoon getekend omdat ik als mens
vind dat het Vermeercentrum niet verloren mag gaan en een doorstart verdient.
Ik heb daarmee alle vrijwilligers een hart onder de riem willen steken. Het is
nooit mijn bedoeling geweest om besluitvorming in het college of de raad
oneigenlijk te beïnvloeden. Voor zover bij raadsleden die indruk is ontstaan,
bied ik mijn verontschuldigingen daarvoor aan.
De heer DE PREZ (PvdA): Voorzitter. Het college heeft
uitgelegd dat het zich zoveel mogelijk heeft gehouden aan het kader dat de raad
heeft geschetst. Bij het besluit over het boedelkrediet was het college echter
in een acute situatie terecht gekomen waarin het een besluit heeft genomen. Het
college erkent volgens mij dat het beter had gekund. Ook wethouder Vuijk heeft
net persoonlijk zijn excuses aangeboden voor het geval een verkeerde indruk is
gewekt.
De heer VOKURKA (D66): Ik stel u graag een vraag. Ik heb
goed naar uw eerste termijn geluisterd waarin u zei dat het proces u heel hoog
zit. U had vooraf geïnformeerd willen worden over het boedelkrediet. Nu zegt de
wethouder in haar reactie in eerste termijn dat zij heeft besloten om de raad
niet te informeren vanwege de gevoeligheid van de situatie. Volgens mij bestaat
er altijd nog zoiets als vertrouwelijkheid waarin wij het punt met elkaar
hadden kunnen bespreken. Verder zegt u dat het college vindt dat het allemaal
wel wat beter had gekund. Ik apprecieer de woorden van de heer Vuijk zeer. Dat
is prima. Dat kan gebeuren. Wethouder Merkx, en daarmee het college, zegt
echter feitelijk: als het weer zou gebeuren, zou ik het weer zo doen maar zou
ik de raad vlak daarna even een belletje geven. Dat is toch wat anders dan waar
u in eerste termijn om had gevraagd, of niet?
De heer DE PREZ (PvdA): Ik weet precies waar ik om gevraagd
heb. Ik vind dat het college het beter had kunnen doen en dat het dit anders
had moeten doen. Dat doet niets af aan mijn inbreng in eerste termijn. Het
proces verdient geen schoonheidsprijs. Ten aanzien van de definitieve
besluitvorming wacht ik af wat andere partijen inbrengen in de raad.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Voorzitter. Ik dank het college voor
de uitleg. Het is inderdaad onmogelijk om tussen de brand en het blussen de
raad te vragen of het blussen is toegestaan. Ogenblikkelijk erna melden wat er
is gedaan, was evenwel hoffelijk geweest. Dat de raad daar twee dagen op heeft
moeten wachten, is het gevolg van een verkeerde inschatting van hoe de raad
betrokken is bij het werk van het college. Ik ga ervan uit dat in goed
vertrouwen is gehandeld maar dat er gewoon een inschattingsfout is gemaakt. Het
had beter gekund en ik blijf het vervelend vinden. Ik had het graag anders
gezien maar het is nu eenmaal op deze manier gegaan. De reactie van de raad is
voor het college voldoende signaal om in een volgende soortgelijke situatie op
een andere manier te reageren. Ik bedoel daarmee niet “even een belletje” maar
het bij elkaar roepen van de raad. Het belletje is dus niet om de boodschap te
brengen maar om ons even bij elkaar te brengen. Dan kan de raad eventueel het
college nog wat vragen.
Mijn fractie verwacht nu snelle actie in de zin van de wijze
mannen en vrouwen op wie volgens mij de heer Bot doelde. Daar ziet de
VVD-fractie wel wat in. Als het college weer wat besluit, laat het dat dan niet
doen zonder eerst de raad te informeren en te vragen of het de goede kant
opgaat. Mijn fractie wil inzicht in de cijfers.
De heer VOKURKA (D66): Ik haak af. Mevrouw Steffen zegt twee
minuten geleden dat zij na het blussen van de brand direct geïnformeerd wil
worden. Nu zegt zij dat zij vooraf geïnformeerd wil worden. Wat wil zij nu?
Mevrouw STEFFEN (VVD): Er is nu geen brand meer. Wij gaan nu
rustig kijken of wij een pad kunnen vinden dat wij kunnen bewandelen om iets te
bereiken.
De heer VOKURKA (D66): Morgen gebeurt hetzelfde met een
andere instantie waarin de gemeente een belang heeft. Wilt u dan vooraf
geïnformeerd worden of na het blussen?
Mevrouw STEFFEN (VVD): Dat ligt eraan hoe groot de brand is.
Als er tijd is omdat het maar een klein fikkie is, kan de raad geïnformeerd
worden.
De heer VOKURKA (D66): Hoe groot was de brand?
Mevrouw STEFFEN (VVD): Nou, behoorlijk groot. De boel werd
gesloten en er was sprake van een hoop risico’s.
De heer VOKURKA (D66): Dus vooraf.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Nee, een grote brand moet toch snel
geblust worden? Ik ga niet over de brandweer; dat doet de voorzitter.
Ik kom even terug op beide varianten, waaronder die van een
doorstart. Daarin zie ik een rol voor de raad. Het college moet daar niet een
voorschotje op nemen door alvast medewerking van de gemeente toe te zeggen. Het
college moet eerst naar ons komen. Ik zou bijna zeggen: het college is
gewaarschuwd.
De heer BOT (GroenLinks): Voorzitter. Ik zeg in tweede
termijn graag iets over de verhouding tussen raad en college in dit proces. In
eerste termijn ben ik ingegaan op mijn opvatting over de bestuurlijke
verantwoordelijkheid die het college moet nemen en moet krijgen van de raad in
crisisachtige situaties. Ik vind die belangrijk, zeker gelet op de feiten. Het
is achteraf altijd heel gemakkelijk om te zeggen hoe een bestuur moet opereren.
Ik weet uit mijn ervaring en contacten met wethouders inmiddels dat processen
vaak grillig verlopen, dat informatie mondjesmaat binnenkomt en dat het
achteraf altijd veel gemakkelijker is om een mening te hebben dan wanneer het
proces nog gaande is. Dat is de ene kant, de bestuurlijke kant.
Aan de andere kant wil ik het college toch oproepen om in de
toekomst meer een politieke antenne te ontwikkelen, als team, ten aanzien van
de vraag wanneer het informeren van de raad nodig is. Laat het die politieke
betrokkenheid van de raad ook waarderen, want in dit soort discussies komen wij
geen stap verder door ons te beperken tot de vraag wat de juridische
bevoegdheden zijn. Het gaat om een politieke verhouding tussen raad en college
en het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om daar op een volwassen
manier vorm aan te geven.
De heer DE KONING (Stadsbelangen): Voorzitter. Ik geef de
heer Bot gelijk met het advies aan het college om een politieke antenne te
ontwikkelen. In de afgelopen raadsvergadering is regelmatig discussie geweest
over het tijdig informeren van de raad. Wethouder Merkx heeft al een keer
excuses moeten maken maar geeft in de beantwoording van vanavond desalniettemin
aan: ik begrijp dat de raad in het vervolg geïnformeerd moet worden. Volgens
mij had zij dat in augustus al tussen haar oren moeten hebben. Op het moment
dat de melding binnenkwam, hadden alle alarmbellen moeten gaan rinkelen. Zij
wist hoe de raad erover dacht en volgens mij was het dus logisch geweest, zeker
met de technieken die tegenwoordig voorhanden zijn, om elkaar als collega op de
hoogte te houden. Vervolgens kan iemand het initiatief nemen om de raad te
informeren. Volgens mij was er tijd zat om de raad voor het verstrekken van het
boedelkrediet bij elkaar te roepen.
De heer GULDEMOND (STIP): Voorzitter. Ik volg de lijn van
het college dat informatie achteraf sneller had kunnen worden verstrekt. Voor
het overige sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Bot over de politieke
antenne.
Mevrouw JUNIUS (CDA): Voorzitter. Ook de CDA-fractie sluit
zich aan bij het betoog van de heer Bot. Zij hoopt dat op korte termijn goed
gekeken gaat worden naar de mogelijkheid van een doorstart.
De heer SIPKEMA (SP): Voorzitter. Ik snap nog steeds niet
goed waarom het college de raad niet gewoon kan informeren. Ik hoor net
wethouder Merkx zeggen dat zij natuurlijk niet meteen naar de raad gaat als er
signalen van brand binnen komen. Misschien kan zij dat uitleggen, want ik snap
dat niet. Als er belangrijke informatie is, kan die toch gewoon naar de raad
worden gestuurd? Waarschijnlijk zitten wij hier binnenkort weer vanwege
eenzelfde soort incident, omdat er dan weer informatie niet is toegestuurd.
Waarschijnlijk is daar niets aan te doen.
De heer VAN TIL (ChristenUnie/SGP): Voorzitter. De fractie
van de ChristenUnie/SGP sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Steffen op
het punt van de inschattingsfout. Mijn fractie is erg benieuwd naar de
mogelijkheden en scenario’s voor een doorstart.
Wethouder MERKX: Voorzitter. Ik benadruk dat in het vervolg
de raad na het blussen van de brand wordt gebeld om deze bij elkaar te roepen.
Het college zal de raad echter niet van tevoren informeren over financiële
problemen van derden. Ik hoef dat volgens mij niet verder uit te leggen. Dat
lijkt mij duidelijk.
Een aantal partijen vraagt om een doorstart en om een
commissie van wijze mensen. Ik herhaal dat het college dat in overweging neemt
en daarover zo snel mogelijk terugkoppelt.
De heer MEULEMAN (Stadsbelangen): U hebt vanavond een
meerderheid van de raad horen pleiten voor informatie vooraf bij gevoelige
kwesties. Nu hoor ik u echter weer zeggen dat u de raad niet vooraf wilt gaan
informeren. Meent u dat nu echt?
De VOORZITTER: Ziet de wethouder nog aanknopingspunten voor
uitwerking van het antwoord?
De heer VOKURKA (D66): Volgens mij stelt de heer Meuleman
een heel concrete vraag. Daar kan met "ja" of "nee" op
worden geantwoord.
Wethouder MERKX: Het kan vóórkomen dat het college bij acute
situaties de raad informeert. Ten aanzien van de belangen van derden, die eraan
hechten dat het college niet over de zaak praat met externen, kan ik dat echter
niet toezeggen.
De heer VOKURKA (D66): Ik vind dat toch een vreemde
verwijzing: “belang van derden”. Het gaat hier heel vaak om het belang van
derden. Als daarover geen informatie naar buiten mag komen, kan daarover in
vertrouwen worden gesproken. Daar is een procedure voor. De heer Sipkema kan
daar van alles over vertellen. Wij hebben dat allemaal al een keer meegemaakt.
Ik snap werkelijk de standpunten van de VVD-fractie en de PvdA-fractie in dezen
niet. In eerste termijn wordt gezegd dat de raad vooraf geïnformeerd moet
worden. Het kader was glashelder. Het college wist in augustus wat er aan de
hand was. Ik heb uit de mond van mevrouw Merkx niets gehoord in de richting van
excuses voor het proces. Het enige wat zij zei, was dat de raad in een volgende
situatie op maandagavond wordt gebeld. Daar wordt mijn fractie niet vrolijk
van.
Mevrouw STEFFEN (VVD): Ik reageer hier graag even op. Ik heb de wethouder ook
horen zeggen, ik neem aan namens het college, dat pas op maandagochtend een
verzoek werd gedaan tot een boedelkrediet en dat een besluit daarover snel
genomen moest worden. Dat was de brand die geblust moet worden. Ik had alleen
maandagmiddag iets willen horen. Het college heeft toegezegd dat dat voortaan
gebeurt.
De heer VOKURKA (D66): Ik heb mevrouw Bolten ook horen
zeggen dat zij er op 1 augustus al zicht op kreeg dat de situatie penibel was.
Er was dus anderhalve maand om even naar de raad te komen. Dat had allemaal in
vertrouwen gekund en daarmee waren de belangen van derden niet geschaad.
Mevrouw STEFFEN (VVD): En dan hadden wij allemaal gezegd:
het is particulier initiatief, de raad heeft daar niets mee te maken en ze
zoeken het maar uit. Ik ben het daar ook mee eens. Toen echter om een
boedelkrediet werd gevraagd ...
De heer VOKURKA (D66): Een boedelkrediet is opeens geen
geld? Volgens mij wel.
Mevrouw STEFFEN (VVD): De wethouder heeft net de essentie
van een boedelkrediet uitgelegd en ik ga dat niet herhalen op dit ene punt na.
Het boedelkrediet was nodig om andere gelden zeker te stellen. Ik geloof dat.
De heer VOKURKA (D66): De wethouder zegt dat het
boedelkrediet is verstrekt om de raad bedenktijd te geven ten aanzien van het
Vermeercentrum. Het geld dat de gemeente erin heeft gestoken, is daaraan
gerelateerd, maar het college heeft de raad op dat punt op geen enkele manier
geconsulteerd.
De heer BOT (GroenLinks): Ik wil de handschoen van de heer
Vokurka ook wel opnemen. Over vooraf of achteraf informeren kan onmogelijk een
algemene uitspraak worden gedaan. Dit is precies het spanningsveld dat bestaat
tussen de bestuurlijke verantwoordelijkheid en de politieke antenne. Het
college moet van geval tot geval beoordelen of informatie het beste vooraf of
achteraf kan worden verstrekt.
De heer VOKURKA (D66): Van geval tot geval. Het college
heeft in 2005 bij monde van wethouder Vuijk gezegd: geen euro erbij. Hij
reageerde daarbij op de termijn van de heer Meuleman. Dat staat in de
Handelingen. Van geval tot geval, mijnheer Bot.
De heer BOT (GroenLinks): Ik heb in eerste termijn al
aangegeven wat mijn perceptie daarvan is.
De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij het debat afsluiten.
De heer SIPKEMA (SP): Ik heb toch nog een korte vraag, want
mij is iets niet helemaal duidelijk. Als ik de wethouder goed begrijp, kunnen
wij erop rekenen dat wij naar onze informatie kunnen fluiten zodra iets ook
maar enigszins met derden te maken heeft. Normaal is het college niet spaarzaam
met geheime mededelingen, maar dat was in dit geval blijkbaar niet mogelijk. Ik
wil duidelijkheid hebben over de vraag wanneer er wel informatie naar de raad
zou kunnen. Is er een situatie denkbaar waarbij wij een keer op tijd informatie
zouden kunnen krijgen, misschien zelfs niet geheim?
De VOORZITTER: Nu maakt u er echt een karikatuur van. Ik
denk dat de wethouder behoorlijk goed heeft aangegeven hoe zij erin zit en hoe
het in de toekomst zal gaan. Dat geldt voor het hele college.
De heer DE PREZ (PvdA): Voorzitter. Ik moet zeggen dat mijn
fractie hier niet zo eenduidig in zit als een hoop andere fracties. Wij hebben
liever als regel dat wij vooraf worden geïnformeerd. Het college zegt dat het
in dit geval echt niet anders kon. Daar scheiden ook zo'n beetje onze wegen. Ik
houd vast aan mijn eerste termijn, waarin ik heb gezegd dat het beter was
geweest als de raad vooraf was geïnformeerd. Het college stelt zich op het
standpunt dat het in dit geval echt niet anders kon. Er zijn al woorden gesproken
zoals "laatste waarschuwing" en "politieke antenne". Daar
sluit ik mij bij aan.
De VOORZITTER: Volgens mij zijn de gezichtspunten voldoende
gewisseld en is er voldoende gezegd. Ik stel voor om dit debat nu af te
sluiten. Ik constateer dat de raad daarmee instemt.
Het is nu na 0.00 uur. Als wij de parkeerverordening nu nog
behandelen, kunnen wij de rest van de agendapunten doorschuiven, maar ik weet
niet of u dat wilt.
De heer VAN LEEUWEN (VVD): Voorzitter. Ik vind het nu echt
wel genoeg. Wij zitten hier nu ruim zeven uur. Ik denk dat het nu echt
voldoende is en dat wij beter maandag kunnen doorgaan.
Mevrouw STOLKER (PvdA): Voorzitter. Wij hebben toch de
afspraak dat wij, als wij de raadsvergadering niet afkrijgen, maandag doorgaan?
Dat wil ik dus graag voorstellen.
De VOORZITTER: Goed, maar je kunt altijd nog even bekijken
hoe de orde eruit ziet. Ik begrijp dat u erg graag maandag wilt doorvergaderen.
Nou, dan gaan wij maandag doorvergaderen. Dank voor uw inbreng en wel thuis.
225. De vergadering wordt om 01.10 uur geschorst.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1
november 2007.
,voorzitter.
,griffier.