Hoofdstuk 1 Inleiding
De Kadernota welke thans voor u ligt heeft een beperkte opzet. U vindt er geen beleidsinhoudelijke bespiegelingen in over de gebruikelijke werksporen als hoofdlijnen van beleid, bezuinigingen en de voortgang van lopende projecten. Deze Kadernota is uitsluitend financieel getint. Dat moet gezien worden in het licht van de periode waarin hij tot stand gekomen is. Immers, op 4 maart 1998 worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden, terwijl deze Kadernota vlak daarvoor, op 26 februari, in de Raad wordt besproken. De maanden februari tot en met april worden in beslag genomen door de voorbereidingen op deze verkiezingen en de daaropvolgende college-onderhandelingen.
In deze fase eigent een zittend college zich over het algemeen een terughoudende rol toe als het gaat om vraagstukken die liggen op het beleidsinhoudelijke vlak en strategische planning. Er mogen dan geen richtinggevende besluiten verwacht worden teneinde ruimte te laten voor een nieuw college en een nieuw collegeprogramma. Ook wij hebben het bestaande beleid voor deze kadernota als richtsnoer genomen; de volgende hoofdstukken maken dat duidelijk. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een financieel totaalbeeld dat voor de komende periode als vertrekpunt kan dienen.
Het perspectief voor de gemeente voor de komende periode vergt aandacht, zeker de eerste jaren. In die jaren geeft de stand nog een tekort van 4,2 en 3,7 miljoen aan. Het gemeentefonds levert waarschijnlijk een groot deel van de dekking. Wij geven oplossingsrichtingen aan om een eventueel resterend financieel gat te overbrugggen. De schommeling in het meerjarenbeeld van de gewone dienst wordt vooral bepaald door het financierings- of treasuryresultaat. Dat wordt op zijn beurt weer beïnvloed door het niveau en tempo van investeren. Wel staat hier een versterking in dezelfde mate van de gemeentelijke reservepositie tegenover. Wij gaan daar afzonderlijk op in. Voor de latere jaren is het begrotingsbeeld overigens op orde. Wel is een goede beoordeling slechts mogelijk indien ook de aangeroerde risicos in aanmerking worden genomen.
De besluiten uit deze Kadernota zullen uiteindelijk in de Concernbegroting 1999-2002 belanden. Voorzover besluiten ook financiële gevolgen hebben voor het lopende dienstjaar 1998 zijn deze vastgelegd in een begrotingswijziging welke gelijktijdig met deze Kadernota zal worden vastgesteld.