Jaarprogramma Maatschappelijke Activiteiten 1999 - deel 1 uit 5 | ||
Inleiding In 1997 is het Veranderplan subsidies uitgebracht en als hoofdstuk opgenomen in het Jaarprogramma 1998. In dit veranderplan zijn definities gegeven van de mogelijke subsidievormen voor maatschappelijke activiteiten. De gemeente wil het subsidie-instrument op vier manieren inzetten:
De hoofdlijn van de gewenste verandering is dat subsidies meer worden gekoppeld aan concrete doelen en resultaten; dus prestatie-afspraken of projecten. Daarvoor is veel en regelmatig overleg nodig. Enerzijds tussen ambtenaren en politiek, over de gewenste doelen. Anderzijds tussen ambtenaren en instellingen, over de te maken afspraken. Overleg tussen instellingen en politiek is daarnaast essentieel, voor het op elkaar afstemmen van verwachtingen. Deze ontwikkeling wordt voortgezet en per beleidsveld uitgewerkt. Het tempo daarvan wordt mede bepaald door de voortgang van de gemeentelijke organisatieontwikkeling. De ontwikkelingsrichting staat vast en wordt langs drie lijnen aangepakt:
Ad 1. De interne procedures Het verbeteren van de werkprocessen is een lopend project dat behoort tot een van de 14 projecten in het kader van de gemeentelijke organisatieverandering. Hiervoor zijn ook extra financiële middelen vrijgemaakt. Het doel is dat de aanvragen en verwerking daarvan eenvoudiger worden. De service van de gemeente gaat omhoog. Ad 2. Prestatie-afspraken Prestatie-afspraken met gesubsidieerde instellingen wordt uitgewerkt afhankelijk van de fase waarin de beleidsvelden zich bevinden. Twijnsta Gudde onderscheidt de cyclus: beleidsperspectief é beleidsvaststelling é beleidsafspraak é uitvoering (é evaluatie). Waar geen duidelijke beleidsvaststelling heeft plaatsgevonden kan ook geen (prestatie)afspraak worden gemaakt. Thans wordt aan beleidsvaststelling vooral gewerkt op de beleidsvelden welzijn en cultuur. Met besturen van buurtorganisaties en jongerenorganisaties worden prestatieafspraken voor 1999 voorbereid. Veel aandacht gaat uit naar het ontwikkelen van een methodiek en werkwijze. Aangezien de komende jaren nog veel in ontwikkeling is op het gebied van (nieuw)bouwtrajecten en verandering van verhoudingen tussen besturen onderling, wordt dit proces stapsgewijs aangepakt. De subsidieverdeling buurt- en wijkwerk en jongerenwerk vindt los van dit Jaarprogramma plaats, via een eigen besluitvormingstraject. In het subsidiebeleid emancipatie is een ontwikkeling zichtbaar naar ondersteuning van activiteiten voor vrouwen in een zwakke positie en van vrijwilligers(besturen) die tot nu toe onvoldoende in staat zijn een eigen organisatie op te zetten of draaiende te houden. Bij cultuur is de Cultuur- en kunstnota van Delft 1998 - 2001 "Van c-klein tot C-groot" richtinggevend. Op basis hiervan worden stedelijk evenementenbeleid, beeldende kunstbeleid en stedelijk museumbeleid vormgegeven. In het jaar 2000 zal dit op subsidieniveau zichtbaar moeten worden. Bij de amateurkunst is de huisvestings/accommodatieproblematiek het hoofdthema voor 1999. Voor de culturele instellingen Theater, bibliotheek en kunstcentrum is de inzet om te komen tot meerjarensubsidieovereenkomsten. Voor Kunstcentrum en Theater De Veste zullen daar evaluaties aan vooraf gaan. Voor de bibliotheek zal eerst de toekomstvisie op de bibliotheek worden vastgesteld. De sector sociaal beheer richt zich in 1999 op de instellingen voor maatschappelijke opvang (opvang van dak- en thuislozen en vrouwenopvang) en voor de opvang van vluchtelingen in de regio; hier zal meerjarige prestatiesubsidie worden ingevoerd. Voor het Samenwerkingsverband sociale zekerheid Delft en de Stichting Werklozenkomitee Delft kan de invoering van cliëntenparticipatie gevolgen hebben voor de wijze van subsidiëring. Bij het Delfts Platform voor mensen met een handicap zal in 1999 een verdere professionalisering en herstructurering van de organisatie centraal staan. Voor het beleidsveld sport wordt in samenspraak met de Delftse sportwereld een project sportvisie uitgevoerd. In 2000 kan dit leiden tot wijzigingen in de sport(stimulerings)subsidies. Ad 3. Kwaliteitszorg In de subsidierelatie met grote instellingen is het van belang dat er wederzijds professioneel wordt gewerkt. Daarbij hoort dat voortdurend wordt nagegaan in hoeverre het geleverd product blijft aansluiten bij de verwachtingen van de klanten. Als instellingen daarvoor een afgesproken systematiek hanteren, kan er langzamerhand een betere rolverdeling en een beter samenspel tussen gemeente en instelling ontstaan. Het voornemen om al in 1998 met een of meer instellingen te experimenteren met (zelf)evaluatie- en informatiesystemen is in de tijd opgeschoven. Hiervoor is een gemeentebreed draagvlak gewenst, dat de komende jaren tot ontwikkeling kan worden gebracht. In het gemeentelijk organisatieontwikkelingsproces is "kwaliteitsnormering " een afzonderlijk project. Het is belangrijk dat de gemeentelijke onderdelen ook zelf doen wat zij van een instelling vragen. Verandering van het Jaarprogramma 2000 Al met al zijn er in 1997/1998 onomkeerbare processen in gang gezet, die elkaar steeds meer zullen kunnen versterken. In het Jaarprogramma zijn deze nog niet zichtbaar. Veelal noodzaakt een vernieuwing tot aparte besluitvorming, die niet parallel loopt met de procedure van het Jaarprogramma. Het Jaarprogramma Maatchappelijke Activiteiten bevat daardoor uitsluitend het bestaande, onveranderde beleid en niet het veranderingsproces. Ook daagt het Jaarprogramma niet uit tot evaluatie en verbetervoorstellen. Dit is een ongewenste situatie, die met ingang van het Jaarprogramma 2000 wordt omgebogen. Dat wordt gedaan door een andere systematiek van beschrijven te introduceren, aansluitend bij het voornemen uit het collegeprogramma om beleidscyclus-documenten meer resultaatgericht te maken, met meetbare doelstellingen. In de eerste helft van 1999 wordt dat voorbereid en zullen ook de gesubsidieerde instellingen hier bij betrokken worden. Het voorliggende Jaarprogramma 1999 is het laatste product op oude leest geschoeid. Desalniettemin als verdelingsoverzicht accuraat. College van B en W Leeswijzer: In de samenstelling van het Jaarprogramma 1999 is gekozen voor een driedeling: Ieder deel heeft een eigen paginanummering. I Inleiding II Financiële samenvatting III Beleidsvelden. De genummerde paragrafen van dit hoofdstuk lopen parallel aan de financiële samenvatting. Niet alle financiële paragrafen worden toegelicht. |
||
![]() |
![]() |