14 augustus 2006

Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-45

 


overzicht schriftelijke vragen


antwoord college

 

 

                                      STIP

                                      Fractiekamer

                                      Markt 87
                                      2611 GS  Delft
                                      Tel.: 015-2602820
                                                                               Fax: 015-2602756
                                                                               stip@delft.nl
                                                                               www.stipdelft.nl

Aan

College van Burgemeester en Wethouders

Van

STIP

Afschrift

Delftse media

Owee bestuur

Bestuur Sint Jansbrug

 

 

Schriftelijke vragen ex art. 36 RvO

 

 

 

 

 

Sint Jansbrug OWee

 

 

Geacht College van Burgemeester en Wethouders, 

Binnenkort worden er in het Delftse verscheidene evenementen georganiseerd in het kader van de OntvangstWeek van eerstejaars (OWee). Deze evenementen bieden Delft de mogelijkheid om zich te profileren als initiatiefrijke, creatieve en leukste studentenstad van Nederland. Natuurlijk is er regelgeving nodig om dit soort evenementen in goede banen te leiden en de veiligheid van de bezoekers te garanderen.

Het besluit van de Gemeente om geen ontheffing te verlenen voor het plaatsen van een tijdelijke brug voor de sociëteit van studentenvereniging Sint Jansbrug wekte bij STIP veel verbazing. Met betrekking tot deze weigering hebben wij een aantal verhelderende vragen aan het college. 
1.  Is het college met STIP van mening dat creatieve, sympathieke en ludieke
     initiatieven uit de stad aangemoedigd en welwillend tegemoet getreden dienen te
     worden?
2. Bent u met ons van mening dat dit initiatief een initiatief is dat een dergelijke
     welwillende houding verdient?

Wij beseffen dat ondanks sympathie voor een initiatief, er gegronde redenen kunnen zijn deze te weigeren. Consultatie van de behandelend ambtenaar heeft onze fractie geleerd dat de weigering gebaseerd is op een aantal overwegingen van verschillende aard. Deze overwegingen leiden bij ons tot een aantal onduidelijkheden met betrekking tot de achterliggende berekeningen en redeneringen. Hierover de volgende vragen:
De Gemeente verwacht dat zes tot acht parkeerplaatsen verloren gaan. De vereniging heeft ons echter gegarandeerd dat maar twee parkeerplaatsen verloren gaan, omdat aan de andere kant van de Oude Delft fietsenrekken voor Jansbrug staan.
3.  Kan het college motiveren waarom zij denkt dat zes tot acht parkeerplaatsen
     verloren gaan?

Daarnaast zou het plaatsen van de brug mogelijk kunnen leiden tot gevaar voor de openbare orde en veiligheid. Er zou bijvoorbeeld alcoholnuttiging kunnen plaatsvinden wat zou kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. Wij hebben over deze afweging de volgende vragen:
4.  Is, in het kader van een zorgvuldige afweging, over dit potentieel veiligheidsrisico
    advies ingewonnen bij de politie? Zo nee, waarom niet?

Al eerder heeft op de beoogde plek voor de vereniging tijdens verschillende OWees een brug gelegen. Dit was de Nieuwe Sint Jansbrug, welke bezit was van de Gemeente Delft en later naar Knus in de Delftse Hout verplaatst is.
5.  Zijn, uit de OWees dat deze brug voor de vereniging lag, bij de politie of Gemeente
     klachten of incidenten bekend die zich niet voorgedaan zouden hebben bij
     afwezigheid van de brug? 

STIP vindt dat procedures omtrent vergunningverlening helder moeten zijn en duidelijk gescheiden.
6. Is het college met STIP van mening dat een overweging betreffende alcoholnuttiging
     niet thuishoort bij het verlenen van een ontheffing voor het aanleggen van een
     civieltechnisch bouwwerk maar bij het verlenen van de vergunning met betrekking tot
     alcohol?
7.  Kan het college aangeven welke onveilige situaties kunnen optreden die
     fundamenteel verschillend zijn van situaties die kunnen optreden op bijvoorbeeld een
     terrasboot, waarvan er zich vele voor horecagelegenheden in de Delftse grachten
     bevinden? 

Tot slot geeft de Gemeente aan bang te zijn voor precedentwerking. Precedentwerking, aldus van Dale, is het feit dat men een uitzondering maakt voor iemand of iets, en dat anderen zich bij latere soortgelijke gevallen daarop beroepen. Een terechte angst voor precedentwerking vereist dus een reële kans dat soortgelijke gevallen zich in de toekomst voordoen, waarbij tevens de wens zou bestaan deze op dat moment niet toe te staan.
8. Heeft het College concrete aanwijzingen dat andere maatschappelijke organisaties
     het voornemen hebben of kunnen hebben een Delftse gracht met een dergelijke
     constructie te overspannen?
9.  Kunt u aangeven welke, buiten de reeds genoemde, redenen het College zou
     kunnen hebben om soortgelijke gevallen niet te willen toestaan?

Zoals al eerder gememoreerd heeft op deze plek al eerder een brug gelegen. De vereniging kreeg in 1997 toestemming om tijdelijk een brug te plaatsen om de festiviteiten ter ere van haar tiende lustrum luister bij te zetten. Toestaan zou naar de mening van STIP geen precedent scheppen, maar juist aansluiten bij besluiten uit het verleden.
10. Kan het College aangeven waarom zij van mening is dat hier geen sprake is van
     een voor de ontheffingsverlening soortgelijk geval?
 

STIP heeft meerdere malen contact gehad met de verantwoordelijke vanuit studentenvereniging Sint Jansbrug. De vereniging is bereid tegemoet te komen aan de gemeente op de volgende punten:

  • De breedte van de brug kan worden teruggebracht van tien naar vier meter.

  • Er wordt tapijt over de gehele brug gelegd om gladheid te voorkomen.

  • De oplegging op de kade wordt uitgevoerd in hardhout om beschadiging van zowel de kades als de boomkransen te voorkomen.

STIP vindt dat studentenvereniging Sint Jansbrug met deze tegemoetkomingen goede wil heeft getoond om aan de bezwaren van de gemeente tegemoet te komen. Het zou het college sieren om deze handreiking met beide handen aan te pakken en in gesprek te treden met de vereniging.
11. Is het college bereid om de tafel te gaan zitten met de vertegenwoordiger van Sint
     Jansbrug om dit initiatief uit de stad doorgang te laten vinden?

De OWee nadert met rasse schreden en daarom dringt onze fractie sterk aan op snelheid van handelen bij het college.

Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,
namens de fractie STIP,

 

 

David Riphagen