20 november 2006

Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-62

 


overzicht schriftelijke vragen


antwoord college

 

Van: PvdA-fractie
Aan: College van B&W
Betreft: Bomen in Delft

Delft 11-10-2006

Bomen in Delft

Aanleiding voor het stellen van vragen over bomenkap in Delft is de grote hoeveelheid voorgenomen kap en de reeds verleende vergunningen.

Wat opvalt is dat er niet of nauwelijks sprake is van herplant, noch dat bomen gemeld worden bij de zgn. bomenbank.

Ter illustratie: alleen al in de wijken Buitenhof en Voorhof is het voornemen tenminste 91 bomen te kappen waar een kapvergunning voor verplicht is (o.a Stadskrant 27-08 en 01-10-2006). Daar komen 12 bomen bij waar geen kapvergunning voor nodig is.

In totaal worden 15 bomen herplant.

Waar het zieke, dode of verbrande bomen betreft is kappen inderdaad de oplossing, maar nergens wordt aan gegeven dat er in dat geval ook herplant wordt.

Van veel bomen wordt gesteld dat zij te groot zijn geworden en daarom niet volledig kunnen uitgroeien.

Vaak is het volledig uitgroeien niet noodzakelijk. Bomen hebben naast hun intrinsieke waarde ook een betekenis voor de buitenruimte en vormen daarin waardevolle elementen. Ze bepalen mede het stedenbouwkundig beeld en hoeven daarvoor niet noodzakelijkerwijs tot maximale grootte te groeien. Zonder volledig uit te groeien kunnen ze een lange levensduur hebben.

Verder moeten bomen gekapt worden ivm dunning. Onduidelijk is wat de noodzaak voor deze dunning is in een aantal specifieke gevallen. Als het gaat om het mogelijk maken van maximale uitgroei geldt dat er ook in die gevallen gekeken moet worden naar het stedenbouwkundige beeld. Bovendien zou in bij dunning bezien moeten worden of er voldoende en geschikte bomen achterblijven die kunnen uitgroeien. Daar waar dat niet het geval is zou herplant aan de orde moeten zijn.

Bij het kappen van bomen die het plaveisel omhoog duwen zouden in principe nieuwe bomen moeten worden geplant, nadat de wortels zijn verwijderd en de bestrating is hersteld.

Er zijn bomen die staan binnen een zone waar een snelheidsbeperking tot 30 km per uur geldt en waar geen aanvullende maatregelen zijn genomen om de profielen van de straat te versmallen, waardoor er nog steeds te hard gereden kan worden. Het kappen van deze bomen zal het beeld van het straatprofiel verbreden, waardoor de gewenste snelheidsbeperking nog verder uit zicht raakt.

Het voornemen is bomen te kappen omdat die de groei van pas aangeplante bomen zouden belemmeren. Bij de nieuwe aanplant dient er rekening gehouden te worden met de aanwezige bomen en lijkt het niet logisch de bestaande bomen te kappen.

Bij nieuwe bouwprojecten of herinrichting van de buitenruimte is het soms onvermijdelijk bomen te kappen, wel dient er naar gestreefd te worden zoveel mogelijk bomen terug te plaatsen, op een andere plaats te planten (bomenbank) of nieuw aan te planten.

Gelet op het feit dat het kappen van bomen meestal niet bijdraagt aan een aantrekkelijke woonomgeving en het feit dat het kappen van bomen steeds meer op bezwaren van bewoners stuit, zou een evaluatie (van de uitvoering) van het groenbeheer op zijn plaats zijn.

  1. Is het college bereid de uitvoering van het groenbeheer te evalueren uitgaande van de beleidsuitgangspunten zoals die verwoord staan in de nota ‘ De juiste boom op de juiste Plaats’. Zo ja, kan het college in dat geval de uitkomsten van deze evaluatie aan de raad kenbaar maken? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het college bereid ook stedenbouwkundige en verkeerskundige aspecten van groen (waaronder bomen) te betrekken in het beleid en de evaluatie daarvan?
     Zo ja, hoe blijkt dat? Zo nee, waarom niet?
  3. Is het college bereid de nu voorgestelde kap van vele honderden bomen nog eens kritisch te bezien met in acht name van bovengenoemde argumenten? Zo ja, wat is daarvan het resultaat? Zo nee, waarom niet?

Namens de PvdA fractie,

Marjon van Holst.