Schriftelijke vragen ingevolge art. 36 Reglement van Orde Gemeenteraad - SV-53 |
||
Aan het College van Burgemeester en
Wethouders Betreft: Schriftelijke vragen m.b.t. oppompen
grondwater door DSM Geacht College van Burgemeester &
Wethouders van de gemeente Delft, 1. Bent u op de hoogte van het standpunt welke door de Provincie Zuid-Holland is ingenomen ten opzichte van DSM Delft, m.b.t. het verplichten van het oppompen van het grondwater door DSM? 2. Deelt u het standpunt van de Provincie Zuid-Holland om DSM Delft te verplichten nog 10 jaar door te gaan met het oppompen van grondwater? De rechter heeft in een eerder stadium bepaald dat DSM Delft niet verplicht is aan het oppompen van grondwater. De Provincie Zuid-Holland lijkt nu over deze gerechtelijke uitspraak heen te lopen. 3. Staat u als College van Burgemeester &
Wethouders achter de uitspraak, welke in eerder stadium door de rechter is
gedaan? 4. Is het vermoeden van locatiedirecteur H.
Balder juist, als hij stelt dat de aanleg van de spoortunnel in Delft een
grote rol speelt in dezen? 4a. Wat zijn precies de consequenties voor de aanleg van de tunnel? 4b. Kunt u exact aangeven wat de (extra) financiële risico’s zijn waar de gemeente Delft mee te maken zal krijgen? Locatiedirecteur de heer Balder heeft aangegeven dat de gemeente Delft er belang bij heeft dat de spoortunnel in "droge bodem" wordt aangelegd. Eventueel zou de gemeente Delft de controle kunnen verkrijgen over de betreffende pomp. 5. Bent u bereid te
onderhandelen met DSM over het feit dat de gemeente Delft de pomp kan huren,
kopen of DSM een bedrag te betalen om de pomp in werking te houden? 5a. Bent u bereid om, ons als Raad, op de hoogte te houden van de onderhandelingen die u aangaat met DSM Delft? Wij zien de beantwoording van onze vragen met belangstelling tegemoet. In afwachting van Uw reactie, verblijf ik, fractie Onafhankelijk Delft
|
||