Bouwplan Doelengebied fase 2 en 3
(S99001792) Insprekers:
Dhr. Ravesloot (bewoner Doelenstraat)
De heer Ravesloot is huurder van een tuintje achter zijn
huis. De projectontwikkelaar wil de tuintjes nu verkopen aan de huurders. Hij geeft aan
dat hij nu twee opties heeft. Eén is de tuin te kopen voor een prijs van 1000,- per
vierkante meter, maar dat voegt niets toe aan de waarde van zijn huis. Optie twee is niet
kopen. Dat houdt in dat iemand anders zijn achtertuintje kan kopen. De bewoners zijn niet
gekend bij de overeenkomsten tussen gemeente en projectontwikkelaar en kunnen nu alleen
maar bezwaar maken bij de formele procedures. Dat levert vertraging op. Hij wil een
redelijke prijs. De gemeente moet daarvoor zorgen. Daarnaast geeft de heer Ravesloot aan
dat de bezonning onduidelijk is, evenals de hoogte van de parkeergarage ten opzichte van
de huizen.
Dhr. Schreurs, namens de bewonersvereniging
binnenstad-noord
De heer Schreurs heeft een drietal opmerkingen.
1. Het visnet (speeltoestel) zou verplaatst worden. Hij
pleit daar nogmaals voor.
2. De grondwatereffecten door de bouw zijn erg groot. Een
onderzoek is toegezegd. Hij vraagt zich af of de resultaten van het onderzoek bekend zijn
als het voorstel ter visie wordt gelegd.
3. Er is een parkeerprobleem en dat is groot ten tijde van
de bouw. Er moet tijdens de bouwperiode iets gedaan worden.
Dhr. Kolmas (bewoner Doelenstraat)
Door het vergroten van de parkeergarage in noordelijke
richting ontstaat er achter de huizen een terras. Bomen kunnen niet op het dak van de
parkeergarage staan, dus die verdwijnen. Hij pleit voor een zorgvuldige, sociaal veilige
invulling en een groene invulling van het achterpad.
In reactie op dhr Ravesloot geeft de voorzitter aan dat in
de overeenkomst van de gemeente met de TU een "redelijke prijs" staat vermeld
voor de tuingrond. Duizend gulden is een te hoog bedrag voor onbebouwbare grond.
Voorts zegt de voorzitter toe een bezonningsdiagram op
korte termijn te laten opstellen, speeltoestellen achter de Engbertschool terug te
plaatsen en te willen kijken naar een groene en sociaal veilige invulling van het
achterpad.
Het onderzoek naar de effecten van de bouw op het
grondwaterpeil is uitgezet. Het resultaat ervan zal bekend zijn voordat het plan ter
inzage wordt gelegd. Het zal ook voor de commissie ter inzage worden gelegd.
De voorzitter is bereid om de gedachten en interpretatie
over de afspraken over de tuingrond in een brief kenbaar te maken aan de
projectontwikkelaar. Een afschrift hiervan zal aan de bewoners en de commissie worden
gezonden.
Na discussie met de commissie geeft de voorzitter aan dat
de gemeente niet financieel zal bijdragen aan de tuinen. De gemeente zal niet meewerken
aan bestemmingswijziging. Deze is en blijft "tuin".
De commissie stemt in met het voorstel. |