Nota: Realisatie culturele voorzieningen Zuidpoort | ||
![]() naar agenda |
Onderwerp 1. Inleiding In de gemeentelijke strategienota (1996) is het startsein
gegeven voor een discussie over één stedelijke voorziening op bibliotheekgebied. Het
bibliotheekbestuur heeft hierop een toekomstvisie gebaseerd en aan het college
gepresenteerd. Het gemeentelijk besluitvormingsproces daarover, gekoppeld aan de
realisatie van een bezuiniging van fl 150.000,=, wordt begeleid door een nota
Toekomstvisie bibliotheek, die gelijktijdig met onderhavige nota in procedure wordt
gebracht. Uiteraard dient dat zowel beleidsmatig, als materieel en
financieel te passen. En over deze voorwaarden gaat deze nota. Het onderwerp centrale huisvesting bibliotheek staat niet voor het eerst op de agenda. In de afgelopen jaren is door de gemeenteraad al richting gegeven aan de invulling van het Zuidpoortgebied met een op cultuur gericht plein. Daarbij is expliciet uitgesproken dat de vestiging van de centrale bibliotheek aan de Zuiderstraat wordt nagestreefd. Enerzijds is de achtergrond hiervan dat verbetering van de huisvesting van de centrale bibliotheek door alle partijen noodzakelijk wordt geacht. Anderzijds is het een direct gevolg van die visie op het cultureel aanbod in de stad. De gemeente vindt een bibliotheekvoorziening een belangrijk onderdeel van het culturele aanbod in de stad vormen en het is essentieel dat de samenhang in dit aanbod zichtbaar gemaakt wordt. Dat kan door de realisatie van een cultuurplein op Zuidpoort, rondom het theater. Er is voordeel te behalen door het bij elkaar plaatsen van culturele functies. Culturele functies versterken elkaar, zowel in bezoek en aantrekkingskracht als in de totstandkoming van samenwerkingsverbanden. Op termijn moet het mogelijk zijn om vanuit dit centrum een brug te slaan naar de te herontwikkelen TU-wijk en kan er een Delftse cultuurboulevard ontstaan. De verbinding tussen cultuur en kennis wordt zo niet alleen verbeeld maar ook fysiek zichtbaar. Er zijn mogelijkheden genoeg om een mooie mix van kennis, publieke functies en cultuur te verenigen. Het college ondersteunt de toekomstvisie van de bibliotheek, waarbij naar een grotere en andere centrale vestiging wordt gestreefd met ruimte voor de uitoefening van de informatiefunctie (mediatheek). De functie van de filialen wordt daarbij ondergebracht in de centrale vestiging, aangevuld met te ontwikkelen decentrale servicepunten. Deze servicepunten zijn feitelijk ontmoetingsruimten in wijkvoorzieningen, zoals schoolgebouwen, bejaardenhuizen, buurthuizen en dergelijke. De invulling kan voor doelgroepen als schooljeugd en ouderen een combinatie zijn van reeds bestaande bibliotheken met boeken ter plaatse aangevuld met een servicecomputer/besteldienst. In andere gevallen blijven de boekenkasten achterwege en is er naast de servicecomputer bijvoorbeeld alleen een leestafel. Afleveren van boeken aan huis zoals bij postorderbedrijven is ook denkbaar. Over het tempo en de omvang van deze ontwikkeling zal het bibliotheekbestuur met een voorstel komen. Daarbij is het gemeentelijk uitgangspunt dat de ontwikkeling van servicepunten deel uitmaakt van de exploitatie van de bibliotheek. In het huidige bibliotheekgebouw aan de Kruisstraat zijn tevens een CD-uitleen en kunstuitleen gevestigd als zelfstandige organisaties. Ook hiervoor dient een adequate oplossing gevonden te worden. Zowel bibliotheek als gemeente zijn het erover eens dat de functies bibliotheek en CD-uitleen zo dicht tegen elkaar aan liggen dat het voor de hand ligt ook de CD-uitleen in het nieuwe bibliotheekpand onder te brengen; beide functionaliteiten passen bij elkaar. De kunstuitleen kan vervolgens niet in een geïsoleerde positie blijven zitten. Deze kunstuitleen heeft ook een etalagefunctie die de aantrekkingskracht van het Zuidpoortgebied zowel in cultureel als in commercieel opzicht vergroot. Dit pleit ervoor het Kunstcentrum mee te verhuizen naar het cultuurplein en te plaatsen in de nabijheid van de nieuwe bibliotheekvestiging. Overigens zijn ook andere combinaties van tentoonstellingsfuncties mogelijk, waarin het kunstcentrum een plaats zou kunnen hebben. Dergelijke opties hebben echter vergelijkbare financiële consequenties. Hoe dan ook, het kunstcentrum dient opnieuw te worden gehuisvest, al dan niet in zelfstandige vorm. De streefdatum van 1 januari 2003 voor deze verhuizingsoperatie heeft een directe relatie met de bouw van Zuidpoort. Eerst zal de parkeergarage moeten worden gebouwd. Vervolgens kan de C-1000 verhuizen en daarna kunnen andere voorzieningen worden gehuisvest in het dan verlaten pand. Deze bouwvolgorde vergt het genoemde aantal jaren. Uitgangspunt b. De gemeente schept fysieke ruimte voor een centrale bibliotheek - met inbegrip van de CD-uitleen - van maximaal 3900 m2, met de Zuiderstraat als eerste optie. De bibliotheek heeft een programma van eisen voor een centrale bibliotheek van 4300 m2 opgezet. Dit is onderbouwd met in het landelijk bibliotheekwerk gangbare normen. Het programma van eisen heeft een gemeentelijke toets doorstaan. De gewenste optie is een toegankelijk bibliotheekgebouw dat vooral van binnen modern en goed is uitgerust voor zijn huidige functies en de nieuwe functie van informatiecentrum. De bibliotheek heeft in gesprekken met de gemeente haar beleidsuitgangspunten verder geexpliciteerd. De twee hoofdlijnen zijn:
In deze hoofdlijn past een bibliotheekbeleid waarin
Het programma van eisen voor een nieuwe centrale bibliotheek kan vanuit dit perspectief als volgt worden onderbouwd:
Dit alles opgeteld leidt tot een gewenst bruto vloeroppervlak van 4300 m2. Het nieuwe pand aan de Zuiderstraat (3900 m2 beschikbaar) biedt de mogelijkheid om tot een efficiëntere inrichting te komen dan aan de Kruisstraat. Daarmee kan ruimte worden gewonnen, zodat herhuisvesting en programma van eisen met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht. Bovendien kan de CD-uitleen worden ingepast. De gemeentelijke toets van het programma van eisen leidt tot de conclusie dat:
Het laatste punt kan als volgt worden gemotiveerd:
3. Financiële uitgangspunten Uitgangspunt c. De gewenste omvang van de bibliotheekvoorziening voor heel Delft wordt vooralsnog gesteld op 3900 m2. De structurele gemeentelijke financiering wordt in principe gemaximeerd op het afgesproken niveau, met inbegrip van de taakstelling voor de bezuiniging (zie de nota Toekomstvisie). Uitzondering hierop vormen enkele specifieke kostenstijging-veroorzakende factoren, zoals huurstijging. In de nota Toekomstvisie bibliotheek is het subsidie voor de periode 1999 2002 vastgesteld: fl 150.000 lager dan de afgelopen jaren. Die verlaging is mogelijk door centralisatie van het bibliotheekwerk. Hier is sprake van een verschuiving, niet van een vermeerdering of vermindering. Het subsidie aan de bibliotheek bedraagt fl 3.198.930 (basis 1999; dit is inclusief een vergoeding voor de huur); de gemeente handhaaft dat bedrag. De bibliotheek beschikt thans over 3900 m2 ruimte in Delft, verdeeld over een centrale van 2900 m2 en twee filialen van ieder 500 m2. De beide filialen zijn tot stand gekomen met een investeringssubsidie van de gemeente van respectievelijk fl 965.000 voor Buitenhof en fl 750.000 voor Tanthof. Voor deze filialen zal herbestemming moeten worden gezocht. Ten aanzien van de in het uitgangspunt genoemde eventueel
exogene kostenstijgende componenten wordt verwezen naar de vertrouwelijke bijlage. Op de locatieKruisstraat drukt nog een behoorlijke boekwaarde: fl 3.062.229,= . Deze heeft geen rechtstreekse relatie met de herhuisvesting van de bibliotheek in Zuidpoort. Zowel de mogelijke opbrengst van het gebouw c.q. de locatie
als de kosten (boekwaarde) blijven ten laste van een op te stellen grondexploitatie
"locatie Kruisstraat". Zo nodig zal apart een risicoreserve voor de
herontwikkeling van deze locatie in het leven worden geroepen. Het KCD heeft thans 371 m2 netto in de Kruisstraat. Bij zelfstandige huisvesting moet daar volgens vaste normen 35% worden bijgeteld voor verkeerscirculatie en constructies. Dit leidt tot 501 m2 bvo. Bij gecombineerde bouw worden dus efficiencyvoordelen behaald en vormt het huidige oppervlak uitgangspunt. De keuze voor herhuisvesting van het Kunstcentrum aan het cultuurplein is op dit moment de meest realistische optie. Andere opties, zoals die mogelijk kunnen ontstaan uit het lopende haalbaarheidsonderzoek naar een eventuele stadshal, worden hiermee nog niet onmogelijk gemaakt. Duidelijk is dat andere opties vergelijkbare financiële consequenties hebben. Het subsidie aan het Kunstcentrum bedraagt fl 70.000. Het KCD huurt nu van de bibliotheek, na aftrek van het huurbedrag (inclusief energielasten) resteert fl 15.000 budgetsubsidie. In de nieuwe situatie dient de gemeente (eveneens) de hogere huur- en energielasten te compenseren. Wellicht ten overvloede: bij de herhuisvesting van het Kunstcentrum gaat het om m2 buiten de 3900 m2 voor de bibliotheek. Het instandhoudingssubsidie aan het Kunstcentrum is ontoereikend. In 1993 is het subsidie aan het KCD fors verminderd (van fl 160.000 naar fl 60.000). Op basis van een bedrijfsplan 1993 - 1996 (Management Advies Centrum) is een nieuwe uitdaging aan het KCD gegeven, vanuit een marktgerichter benadering. Over deze drie jaar is een incidentele bijdrage van fl 104.000 verstrekt. De evaluatie van de gestelde doelen wijst uit dat een deel hiervan niet kon worden gerealiseerd. De conclusie luidt dat een gezond KCD:
De evaluatie wordt separaat ter besluitvorming aangeboden. De CD-uitleen huurt zowel in de huidige als in de nieuwe
situatie (vergelijkbare) ruimte van de bibliotheek. De CD-uitleen is na een
herstartsubsidie van de gemeente in staat om met een sluitende exploitatie te draaien. De
gemeente streeft ernaar deze situatie te handhaven. De boekwaarde van de Kruisstraat ad fl 3.062.229 blijft op de locatie staan; evenals de boekwaarde van filiaal Tanthof ad fl 699.199 en de boekwaarde van filiaal Buitenhof ad fl 941.786. De totale extra (gekapitaliseerde) lasten van de gehele operatie komt uit op fl 12.000.000. Hiervan heeft fl 1.375.000 betrekking op de Kunstuitleen. Voor de opbouw van deze kostenposten wordt verwezen naar de vertrouwelijke bijlage. De inventarisatie van de risicos geeft het volgende beeld:
5. Voorstellen
Tezijnertijd hiertoe afzonderlijke kredietvoorstellen aan de raad voor te leggen.
afdeling cultuur, welzijn, recreatie, sport |
|
![]() |
![]() |