30 augustus 2001

Nota - 100 Delftsblauwe Daken

 


naar agenda

 

1. Inleiding

Doel van deze nota is het college van B&W te informeren over de stand van zaken van het project ‘100 Delftsblauwe Daken’ ten einde een besluit te nemen over het vervolg van het project. Het college wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorstel uit hoofdstuk 4 van deze nota.

In deze nota komen achtereenvolgens aan de orde: de geschiedenis en de actuele stand van zaken van het project ‘100 Delftsblauwe Daken’ (hoofdstuk 2), de verschillende opties voor het vervolg van het project en de financiële en organisatorische gevolgen daarvan (hoofdstuk 3) en het voorstel aan het college van B&W (hoofdstuk 4).

 

2. Historie

Aanleiding

Op 10 december 1997 werd door KODO een symposium over energiebeleid georganiseerd. Het symposium bestond uit vier (deel)workshops, waarvan er een ging over zonnecellen voor de opwekking van elektriciteit (photo-voltaïsche cellen, kortweg PV-cellen). De uitkomsten van deze workshop mondden uit in het idee voor een project met de naam ‘100 Delftsblauwe Daken’.

Opdrachtverlening

Op 15 mei 1998 diende CE (Centrum voor Energiebesparing en Schone Technologie) een projectidee in bij het projectbureau Delft Kennisstad voor de realisatie van 100 Delftsblauwe Daken.

In de bijbehorende offerte werd onderstaande planning voorgesteld:

fase 1: workshop ter introductie (gehouden in dec. 1997)

fase 2: opstellen planschets

fase 3: opstellen en sluiten samenwerkingsovereenkomsten

fase 4: ontwerp van een financieringsplan

fase 5: gedetailleerd uitvoeringsplan + contracten

fase 6: start realisering.

De offerte van CE had betrekking op fase 2 en 3. Afronding van fase 3 zou volgens de offerte mogelijk zijn in oktober 1998.

Het college van B&W heeft per brief van 16 juni 1998 aan CE opdracht verleend voor het uitvoeren van fase 2 en 3. Door CE werd het bureau Dialogos betrokken bij het project voor het uitvoeren van procesmatige en communicatieve werkzaamheden.

Doel van het project

Als in de Nederlandse energiebehoefte voor een substantieel deel moet worden voorzien door duurzame bronnen, is aandacht voor het opwekken van duurzame energie in de bestaande bouw noodzakelijk. Doel van het project ‘100 Delftsblauwe Daken’ is daarom te demonstreren hoe PV-cellen in de bestaande bouw toegepast kunnen worden. Nevendoel is Delft te profileren als een proeftuin voor innovaties in het algemeen en voor PV in dit specifieke geval, waarmee een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan een snellere introductie van PV in de Nederlandse bestaande gebouwde omgeving.

Resultaten

Het project ‘100 Delftsblauwe Daken’ bestaat uit tien deelprojecten, te weten:

Poptahof-Zuid (renovatie van flat tot seniorenwoningen);

Huurwoningen Vestia aan de Estelistraat;

Die Delfgaauwse Weije (renovatie voormalige zorgflat);

De Witte Roos (kantoorgebouw van het IIUE);

DIOC Winning en Conversie (testopstelling t.b.v. educatie);

De Porceleyne Fles (fabriek voor Delftsblauw aardewerk);

Een openbare basisschool;

Een project in de openbare ruimte (bijv. theater de Veste);

Particuliere woningeigenaren (via Solaris-project van Greenpeace);

De nieuwe wachtruimte op het Stationsplein.

Een actuele stand van zaken per deelproject is te vinden in bijlage III. Het totale project omvat 700 m2 PV.

Ter afsluiting van fase 2 en 3 zijn op 13 december 1999 intentieverklaringen getekend voor de projecten 1 t/m 6 en 8. Verder is er een eindrapportage opgesteld waarin per deelproject het volgende beschreven is: de globale situatie, de specifieke kenmerken, de betrokken partijen, de omvang en (de verdeling van) de kosten, de benodigde organisatie en werkzaamheden, aanvullende voorwaarden/eisen.

Voor de uitvoering van fase 2 en 3 heeft CE/Dialogos ƒ 51.931,00 in rekening gebracht. Een subsidie van Novem voorzag in 37% van deze kosten (ƒ 19.214,00). De netto projectkosten voor de fase 2 en 3 bedroegen daarmee ƒ 32.717,00. Deze kosten zijn gedekt uit het milieutechnologiefonds.

Evaluatie

Fase 2 en 3 van het project zijn uiteindelijk in december 1999 voltooid. De realisatie is daarmee met 14 maanden vertraagd. Daarnaast is vanuit de gemeente Delft, in de persoon van Margreet de Wit (afdeling Milieu) en Martijn Iping (projectbureau Delft Kennisstad) een stevige bijdrage aan het project geleverd. Een aantal malen heeft de gemeente het initiatief voor de voortgang van het project moeten nemen, omdat CE/Dialogos op dat moment een passieve houding aannam.

 

3. Vervolg

Opties voor het vervolg

Het project waarvoor het college van B&W medio 1998 opdracht gaf (fase 2 en 3), is feitelijk afgerond. Voor het vervolg staan twee belangrijke vragen open:

Levert de gemeente Delft een bijdrage in de hardware-kosten?

Levert de gemeente Delft een bijdrage in de proceskosten?

Hardware-kosten

Bijlage I geeft een overzicht van de kosten (hardware) per deelproject en de manier waarop deze gedekt kunnen worden. Voor sommige projecten is hierbij een schatting gemaakt van de kosten. Voor de projecten die niet reeds voor 100% gedekt zijn, kan subsidie worden aangevraagd bij Novem. In geval van subsidieverlening, zal de hoogte van deze subsidie liggen tussen 40 en 25%. Energie Delfland is bereid een subsidie te verstrekken gelijk aan de subside van Novem. Hiermee komt het uiteindelijke subsidiebedrag te liggen tussen de 80% (variant 1) en 50% (variant 2). Voorts zal ook de betrokken partij een deel van de kosten op zich nemen. Ervan uitgaande dat de Novem subsidieert, zal het resterende bedrag liggen tussen ƒ 80.000,00 (in geval van een hoge Novem-subsidie) tot ƒ 350.000,00 (in geval van een lage Novem-subsidie).

Bijdrage gemeente

De hardware-kosten in de deelprojecten "De Witte Roos", "DIOC Winning en Conversie" en het project in de openbare ruimte worden geheel gedekt door subsidie en de bijdrage van externe partijen. Een bijdrage aan de hardware-kosten vanuit de gemeente is voor deze deelprojecten niet aan de orde.

Voor de deelprojecten "Basisschool" en "Wachtruimte op het Stationsplein" is de gemeente de eigenaar. Voorgesteld wordt om voor deze projecten het bedrag dat resteert na subsidieverlening te betalen uit het Energiefonds. Het gaat om een bedrag van maximaal ƒ 23.000,00.

Het deelproject "Particuliere woningeigenaren" staat los van subisidie. Het gaat om een gemeentelijke uitkering. Voorgesteld wordt om per huishouden maximaal ƒ 250,00 ter beschikking te stellen en maximaal aan 80 huishoudens subsidie te verstrekken. De totale kosten voor dit deelproject komen daarmee op ƒ 20.000,00. Voorgesteld wordt deze kosten te betalen uit het Energiefonds.

Voor de deelprojecten "Seniorenflat Poptahof-Zuid", "Huurwoningen Vestia Estelistraat", "Voormalige zorgflat Die Delfgaauwse Weije" en "De Porceleyne Fles" hangt het resterende bedrag sterk af van de hoogte van de subsidie van Novem en Energie Delfland. Voorgesteld wordt om voor deze projecten het bedrag dat resteert na subsidieverlening en de eigen bijdrage van de betrokken partijen, te betalen uit het Energiefonds. Het gaat om een bedrag van maximaal ƒ 310.500,00.

De bijdrage vanuit de gemeente aan de hardware-kosten bedraagt in bovengenoemd voorstel maximaal ƒ 353.500,00 te betalen uit het Energiefonds.

Proceskosten

Naast de hardware-kosten zal realisatie van het project ook proceskosten (w.o. projectleiding) met zich meebrengen. Voor de begeleiding van het realisatieproces is een capaciteit noodzakelijk van 750 uur (zie bijlage II), verspreid over de totale duur van het proces (naar schatting ongeveer twee jaar). Voor wat betreft de inrichting van een eventuele procesondersteuning (w.o. projectleiding) door de gemeente Delft zijn er twee scenario’s mogelijk:

De gemeente voert de procesondersteuning geheel in eigen beheer uit. De gemeente levert een projectleider voor alle deelprojecten en een inhoudelijke bijdrage. De benodigde capaciteit is 750 uur. Een dergelijke inzet is niet te dekken door de huidige formatie bij het vakteam Milieu.

De gemeente financieert de procesondersteuning in z’n geheel, maar besteedt de uitvoering ervan zoveel als mogelijk uit.

De gemeente levert alleen de benodigde inhoudelijke bijdrage die niet uitbesteed kan worden (250 uur; verspreid over verschillende afdelingen) en huurt voor het overige externe capaciteit in (500 uur). De kosten voor de externe proces(bege)leiding bedragen naar schatting ƒ 200,00 per uur. Totale kosten voor externe begeleiding bedragen daarmee ƒ 100.000,00. Voorgesteld wordt deze kosten te dekken uit het Energiefonds.

Overige vragen

Naast een besluit over een eventuele bijdrage aan de hardware- en proceskosten, is ook een besluit nodig over de volgende vragen:

Komen alle particulieren in aanmerking voor een subsidie in het kader van het project?

Het deelproject voor particuliere woningeigenaren heeft zich tot op heden gericht op deelnemers aan het Solaris-project van Greenpeace die in het centrum of in een wijk die grenst aan het centrum wonen. Overwogen moet worden om alle particuliere woningbezitters in Delft voor een subsidie in het kader van dit deelproject in aanmerking te laten komen.

Kunnen andere partijen met nieuwe deelprojecten aansluiten bij het project en op die manier aanspraak maken op een eventuele bijdrage van de gemeente in de kosten?

Naar aanleiding van publiciteit over het project hebben diverse andere partijen aangegeven zich te willen aansluiten bij ‘100 Delftblauwe Daken’. Uitbreiding van het project met nieuwe deelprojecten geeft het project meer uitstraling en levert wellicht extra schaalvoordelen op, maar leidt waarschijnlijk ook tot een hogere bijdrage vanuit de gemeente Delft.

Aanbeveling

Gezien de doelstellingen t.a.v. duurzame energie uit 3D (Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003) is het wenselijk om het gebruik van PV te stimuleren, c.q. de toepassing van PV (mede) te financieren.

Novem heeft daarnaast in een gesprek de volgende adviezen gegeven:

Stel een onafhankelijke, externe projectcoördinator aan, welke het project op gang kan houden en een neutrale positie inneemt;

Stel een projectgroep in en laat Energie Delfland en eventueel Novem daarin participeren;

Neem in een vroeg stadium van de uitvoeringsfase van de deelprojecten contact op met Novem over subsidie-verlening.

 

4. Voorstel aan B&W

Het vakteam Milieu stelt het college van B&W voor akkoord te gaan met onderstaande punten:

De gemeente Delft neemt het deel van de hardware-kosten voor haar rekening dat niet door een subsidie van Novem en/of Energie Delfland of een bijdrage van de betrokken partij(en) wordt gefinancieerd, met een maximum van ƒ 353.500,00, te dekken uit het Energiefonds, te spreiden over twee jaar;

Voor wat betreft de procesbegeleiding kiezen voor scenario 2: de procesbegeleiding voor 2/3 deel uitbesteden en voor 1/3 deel binnen de gemeentelijke organisatie uitvoeren. Voor het uit te besteden deel drie verschillende bureaus een offerte laten uitbrengen en tevens de mogelijkheid bekijken om dit deel onder te brengen bij het Energie-agentschap. Voor de externe begeleiding wordt ƒ 100.000,00 ter beschikking gesteld, gedekt uit het Energiefonds over een periode van twee jaar;

Een projectgroep instellen waarin tenminste de externe projectleider, de specialist energie en duurzaam bouwen van het vakteam Milieu, een vertegenwoordiger van Energie Delfland en een vertegenwoordiger van Novem zitting hebben;

Deelname aan het deelproject ‘Particuliere woningeigenaren’ openstellen voor alle particuliere woningeigenaren in Delft. Maximaal aan 80 huishoudens subsidie verlenen;

Uitbreiding van het project met nieuwe deelprojecten per deelproject bekijken en laten afhangen van de financiële en organisatorische consequenties. In het geval dat nieuwe deelprojecten een gemeentelijke bijdrage vragen, dan wordt dit als aanvraag voor een bijdrage uit het Energiefonds behandeld. Uitbreiding is vanuit het oogpunt van uitstraling en mogelijke schaalvoordelen wel positief.

terug naar boven