|
1. Inleiding
Doel van deze nota is het college van B&W
te informeren over de stand van zaken van het project 100 Delftsblauwe
Daken ten einde een besluit te nemen over het vervolg van het project.
Het college wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorstel uit hoofdstuk 4
van deze nota.
In deze nota komen achtereenvolgens aan de
orde: de geschiedenis en de actuele stand van zaken van het project 100
Delftsblauwe Daken (hoofdstuk 2), de verschillende opties voor het
vervolg van het project en de financiële en organisatorische gevolgen
daarvan (hoofdstuk 3) en het voorstel aan het college van B&W (hoofdstuk
4).
2. Historie
Aanleiding
Op 10 december 1997 werd door KODO een
symposium over energiebeleid georganiseerd. Het symposium bestond uit vier
(deel)workshops, waarvan er een ging over zonnecellen voor de opwekking van
elektriciteit (photo-voltaïsche cellen, kortweg PV-cellen). De uitkomsten
van deze workshop mondden uit in het idee voor een project met de naam 100
Delftsblauwe Daken.
Opdrachtverlening
Op 15 mei 1998 diende CE (Centrum voor
Energiebesparing en Schone Technologie) een projectidee in bij het
projectbureau Delft Kennisstad voor de realisatie van 100 Delftsblauwe
Daken.
In de bijbehorende offerte werd onderstaande
planning voorgesteld:
fase 1: workshop ter introductie (gehouden
in dec. 1997)
fase 2: opstellen planschets
fase 3: opstellen en sluiten
samenwerkingsovereenkomsten
fase 4: ontwerp van een financieringsplan
fase 5: gedetailleerd uitvoeringsplan +
contracten
fase 6: start realisering.
De offerte van CE had betrekking op fase 2 en
3. Afronding van fase 3 zou volgens de offerte mogelijk zijn in oktober
1998.
Het college van B&W heeft per brief van
16 juni 1998 aan CE opdracht verleend voor het uitvoeren van fase 2 en 3.
Door CE werd het bureau Dialogos betrokken bij het project voor het
uitvoeren van procesmatige en communicatieve werkzaamheden.
Doel van het project
Als in de Nederlandse energiebehoefte voor
een substantieel deel moet worden voorzien door duurzame bronnen, is
aandacht voor het opwekken van duurzame energie in de bestaande bouw
noodzakelijk. Doel van het project 100 Delftsblauwe Daken is daarom te
demonstreren hoe PV-cellen in de bestaande bouw toegepast kunnen worden.
Nevendoel is Delft te profileren als een proeftuin voor innovaties in het
algemeen en voor PV in dit specifieke geval, waarmee een belangrijke
bijdrage wordt geleverd aan een snellere introductie van PV in de
Nederlandse bestaande gebouwde omgeving.
Resultaten
Het project 100 Delftsblauwe Daken
bestaat uit tien deelprojecten, te weten:
Poptahof-Zuid (renovatie van flat tot
seniorenwoningen);
Huurwoningen Vestia aan de Estelistraat;
Die Delfgaauwse Weije (renovatie voormalige
zorgflat);
De Witte Roos (kantoorgebouw van het IIUE);
DIOC Winning en Conversie (testopstelling
t.b.v. educatie);
De Porceleyne Fles (fabriek voor
Delftsblauw aardewerk);
Een openbare basisschool;
Een project in de openbare ruimte (bijv.
theater de Veste);
Particuliere woningeigenaren (via
Solaris-project van Greenpeace);
De nieuwe wachtruimte op het Stationsplein.
Een actuele stand van zaken per deelproject
is te vinden in bijlage III. Het totale project omvat 700 m2 PV.
Ter afsluiting van fase 2 en 3 zijn op 13
december 1999 intentieverklaringen getekend voor de projecten 1 t/m 6 en 8.
Verder is er een eindrapportage opgesteld waarin per deelproject het
volgende beschreven is: de globale situatie, de specifieke kenmerken, de
betrokken partijen, de omvang en (de verdeling van) de kosten, de benodigde
organisatie en werkzaamheden, aanvullende voorwaarden/eisen.
Voor de uitvoering van fase 2 en 3 heeft
CE/Dialogos 51.931,00 in rekening gebracht. Een subsidie van Novem
voorzag in 37% van deze kosten ( 19.214,00). De netto projectkosten voor
de fase 2 en 3 bedroegen daarmee 32.717,00. Deze kosten zijn gedekt uit
het milieutechnologiefonds.
Evaluatie
Fase 2 en 3 van het project zijn uiteindelijk
in december 1999 voltooid. De realisatie is daarmee met 14 maanden
vertraagd. Daarnaast is vanuit de gemeente Delft, in de persoon van Margreet
de Wit (afdeling Milieu) en Martijn Iping (projectbureau Delft Kennisstad)
een stevige bijdrage aan het project geleverd. Een aantal malen heeft de
gemeente het initiatief voor de voortgang van het project moeten nemen,
omdat CE/Dialogos op dat moment een passieve houding aannam.
3. Vervolg
Opties voor het vervolg
Het project waarvoor het college van B&W
medio 1998 opdracht gaf (fase 2 en 3), is feitelijk afgerond. Voor het
vervolg staan twee belangrijke vragen open:
Levert de gemeente Delft een bijdrage in de
hardware-kosten?
Levert de gemeente Delft een bijdrage in de
proceskosten?
Hardware-kosten
Bijlage I geeft een overzicht van de kosten
(hardware) per deelproject en de manier waarop deze gedekt kunnen worden.
Voor sommige projecten is hierbij een schatting gemaakt van de kosten. Voor
de projecten die niet reeds voor 100% gedekt zijn, kan subsidie worden
aangevraagd bij Novem. In geval van subsidieverlening, zal de hoogte van
deze subsidie liggen tussen 40 en 25%. Energie Delfland is bereid een
subsidie te verstrekken gelijk aan de subside van Novem. Hiermee komt het
uiteindelijke subsidiebedrag te liggen tussen de 80% (variant 1) en 50%
(variant 2). Voorts zal ook de betrokken partij een deel van de kosten op
zich nemen. Ervan uitgaande dat de Novem subsidieert, zal het resterende
bedrag liggen tussen 80.000,00 (in geval van een hoge Novem-subsidie) tot
350.000,00 (in geval van een lage Novem-subsidie).
Bijdrage gemeente
De hardware-kosten in de deelprojecten
"De Witte Roos", "DIOC Winning en Conversie" en het
project in de openbare ruimte worden geheel gedekt door subsidie en de
bijdrage van externe partijen. Een bijdrage aan de hardware-kosten vanuit de
gemeente is voor deze deelprojecten niet aan de orde.
Voor de deelprojecten "Basisschool"
en "Wachtruimte op het Stationsplein" is de gemeente de eigenaar.
Voorgesteld wordt om voor deze projecten het bedrag dat resteert na
subsidieverlening te betalen uit het Energiefonds. Het gaat om een bedrag
van maximaal 23.000,00.
Het deelproject "Particuliere
woningeigenaren" staat los van subisidie. Het gaat om een gemeentelijke
uitkering. Voorgesteld wordt om per huishouden maximaal 250,00 ter
beschikking te stellen en maximaal aan 80 huishoudens subsidie te
verstrekken. De totale kosten voor dit deelproject komen daarmee op
20.000,00. Voorgesteld wordt deze kosten te betalen uit het Energiefonds.
Voor de deelprojecten "Seniorenflat
Poptahof-Zuid", "Huurwoningen Vestia Estelistraat",
"Voormalige zorgflat Die Delfgaauwse Weije" en "De Porceleyne
Fles" hangt het resterende bedrag sterk af van de hoogte van de
subsidie van Novem en Energie Delfland. Voorgesteld wordt om voor deze
projecten het bedrag dat resteert na subsidieverlening en de eigen bijdrage
van de betrokken partijen, te betalen uit het Energiefonds. Het gaat om een
bedrag van maximaal 310.500,00.
De bijdrage vanuit de gemeente aan de
hardware-kosten bedraagt in bovengenoemd voorstel maximaal 353.500,00 te
betalen uit het Energiefonds.
Proceskosten
Naast de hardware-kosten zal realisatie van
het project ook proceskosten (w.o. projectleiding) met zich meebrengen. Voor
de begeleiding van het realisatieproces is een capaciteit noodzakelijk van
750 uur (zie bijlage II), verspreid over de totale duur van het proces (naar
schatting ongeveer twee jaar). Voor wat betreft de inrichting van een
eventuele procesondersteuning (w.o. projectleiding) door de gemeente Delft
zijn er twee scenarios mogelijk:
De gemeente voert de procesondersteuning
geheel in eigen beheer uit. De gemeente levert een projectleider voor alle
deelprojecten en een inhoudelijke bijdrage. De benodigde capaciteit is 750
uur. Een dergelijke inzet is niet te dekken door de huidige formatie bij
het vakteam Milieu.
De gemeente financieert de
procesondersteuning in zn geheel, maar besteedt de uitvoering ervan
zoveel als mogelijk uit.
De gemeente levert alleen de benodigde
inhoudelijke bijdrage die niet uitbesteed kan worden (250 uur; verspreid
over verschillende afdelingen) en huurt voor het overige externe
capaciteit in (500 uur). De kosten voor de externe proces(bege)leiding
bedragen naar schatting 200,00 per uur. Totale kosten voor externe
begeleiding bedragen daarmee 100.000,00. Voorgesteld wordt deze kosten
te dekken uit het Energiefonds.
Overige vragen
Naast een besluit over een eventuele bijdrage
aan de hardware- en proceskosten, is ook een besluit nodig over de volgende
vragen:
Komen alle particulieren in aanmerking voor
een subsidie in het kader van het project?
Het deelproject voor particuliere
woningeigenaren heeft zich tot op heden gericht op deelnemers aan het
Solaris-project van Greenpeace die in het centrum of in een wijk die
grenst aan het centrum wonen. Overwogen moet worden om alle particuliere
woningbezitters in Delft voor een subsidie in het kader van dit
deelproject in aanmerking te laten komen.
Kunnen andere partijen met nieuwe
deelprojecten aansluiten bij het project en op die manier aanspraak maken
op een eventuele bijdrage van de gemeente in de kosten?
Naar aanleiding van publiciteit over het
project hebben diverse andere partijen aangegeven zich te willen
aansluiten bij 100 Delftblauwe Daken. Uitbreiding van het project
met nieuwe deelprojecten geeft het project meer uitstraling en levert
wellicht extra schaalvoordelen op, maar leidt waarschijnlijk ook tot een
hogere bijdrage vanuit de gemeente Delft.
Aanbeveling
Gezien de doelstellingen t.a.v. duurzame
energie uit 3D (Duurzaamheidsplan Delft 2000-2003) is het wenselijk om het
gebruik van PV te stimuleren, c.q. de toepassing van PV (mede) te
financieren.
Novem heeft daarnaast in een gesprek de
volgende adviezen gegeven:
Stel een onafhankelijke, externe projectcoördinator
aan, welke het project op gang kan houden en een neutrale positie inneemt;
Stel een projectgroep in en laat Energie
Delfland en eventueel Novem daarin participeren;
Neem in een vroeg stadium van de
uitvoeringsfase van de deelprojecten contact op met Novem over
subsidie-verlening.
4. Voorstel aan B&W
Het vakteam Milieu stelt het college van
B&W voor akkoord te gaan met onderstaande punten:
De gemeente Delft neemt het deel van de
hardware-kosten voor haar rekening dat niet door een subsidie van Novem
en/of Energie Delfland of een bijdrage van de betrokken partij(en) wordt
gefinancieerd, met een maximum van 353.500,00, te dekken uit het
Energiefonds, te spreiden over twee jaar;
Voor wat betreft de procesbegeleiding
kiezen voor scenario 2: de procesbegeleiding voor 2/3 deel uitbesteden en
voor 1/3 deel binnen de gemeentelijke organisatie uitvoeren. Voor het uit
te besteden deel drie verschillende bureaus een offerte laten uitbrengen
en tevens de mogelijkheid bekijken om dit deel onder te brengen bij het
Energie-agentschap. Voor de externe begeleiding wordt 100.000,00 ter
beschikking gesteld, gedekt uit het Energiefonds over een periode van twee
jaar;
Een projectgroep instellen waarin tenminste
de externe projectleider, de specialist energie en duurzaam bouwen van het
vakteam Milieu, een vertegenwoordiger van Energie Delfland en een
vertegenwoordiger van Novem zitting hebben;
Deelname aan het deelproject Particuliere
woningeigenaren openstellen voor alle particuliere woningeigenaren in
Delft. Maximaal aan 80 huishoudens subsidie verlenen;
Uitbreiding van het project met nieuwe
deelprojecten per deelproject bekijken en laten afhangen van de financiële
en organisatorische consequenties. In het geval dat nieuwe deelprojecten
een gemeentelijke bijdrage vragen, dan wordt dit als aanvraag voor een
bijdrage uit het Energiefonds behandeld. Uitbreiding is vanuit het oogpunt
van uitstraling en mogelijke schaalvoordelen wel positief.
|