Nota Commissie Leefbaarheid - 3 december 1998 | ||||
![]() naar agenda |
Startnotitie Integraal Jongerenbeleid 1.1 Aanleiding De gemeente Delft heeft de ambitie om de ontwikkeling en uitvoering van haar beleid vraaggericht uit te voeren. Zij streeft ernaar de bevolking van Delft te betrekken bij de ontwikkeling van haar beleid en als afgeleide daarvan de producten en diensten die geleverd worden. Zo ook bij het ontwikkelen van integraal beleid voor jongeren. In het collegeprogramma 1998-2002, genaamd grensoverschrijdend, wordt ten aanzien van de doelgroep jongeren het volgende opgemerkt: " Wij gaan uit van een integraal jeugd- en jongerenbeleid. Ons streven is voor elke jongere óf scholing óf werk te garanderen. Door daarnaast op alle facetten van het dagelijks leven van studenten en jongeren in te spelen, kunnen we een voor elke jongere prettige leefomgeving creëren en inspelen op specifieke problemen". De aanleiding tot het formuleren van deze intentie is mede gelegen in een aantal maatschappelijke ontwikkelingen waarop de gemeente met dit beleid wil anticiperen.
De gemeente Delft wil jongerenbeleid volgens een integrale methode van werken gestalte geven. Dit houdt in dat er samenhang moet komen tussen de diverse diensten en producten voor jongeren teneinde overlappingen tegen te gaan en hiaten op te sporen en indien gewenst op te vullen. De keuze voor een integrale aanpak is ook ingegeven door het besef dat geen van de participanten in het beleidsproces het primaat van de oplossing heeft. Daar komt bij dat als er al een oplossing gevonden is geen der participanten het gewenste resultaat alleen kan bereiken. Samenwerking en afstemming zijn dus noodzakelijk. De gemeentelijke organisatie dient dus zodanig ingericht te zijn dat zij aansluit op de integrale werkwijze van het project. Voorzieningen en regelingen moeten aansluiten op wensen en behoeften van jongeren. Jongeren moeten betrokken worden bij de beleidsvorming op een voor hen begrijpelijke en aanvaardbare wijze. De beleidsontwikkeling richt zich daarbij op alle jongeren, woonachtig, werkend of studerend in Delft tussen de 12 en 24 jaar; het gaat hier niet om probleemgestuurde beleidsontwikkeling maar om algemeen jongerenbeleid. Teneinde tot een dergelijke beleidsontwikkeling te komen is het project integraal jongerenbeleid op 1 september 1998 op initiatief van de dienst WOC van start gegaan. Een project heeft als kenmerk dat het beperkt is in tijd. Integraal jongerenbeleid veronderstelt echter een permanente opdracht. Het is een keuze voor een generatie die meerdere collegeperiodes overstijgt. In 1998 is gekozen voor de projectvorm om het ontwikkelen van jongerenbeleid een forse impuls te geven ten einde te komen tot een beleidsproces waarin een blijvende samenhang tussen regelingen en voorzieningen en een invulling van de regiefunctie van de overheid gestalte krijgt. 1.2 Visie De gemeente Delft hanteert bij de vormgeving van integraal jongerenbeleid de eigentijdse begrippen Ruimte, Respect en Rechten voor Jongeren. Jongeren zijn uitstekend in staat om aan te geven wat zij willen en zij verdienen de fysieke en sociale ruimte om dat kenbaar te maken. De gemeente Delft zoekt daarom de dialoog met de jongeren om samen met hen vorm te geven aan het integraal jongerenbeleid. De gemeente Delft neemt jongeren serieus en wil samen met hen als volwaardige partners invulling geven aan de uitwerking van het jongerenbeleid. Hierbij gaat de gemeente Delft uit van wederzijds respect voor elkaar. Jongeren hebben recht op informatie, vrijheid van meningsuiting en dus recht om mee te praten over alles wat de jongere aangaat. De gemeente Delft spreekt jongeren vanuit bovenstaande gedachten aan om samen met hen verantwoordelijkheid te nemen niet alleen voor heden maar ook voor hun toekomst. 1.3 Missie De Gemeente Delft wil samen met jongeren en organisaties bouwen aan de toekomst voor jongeren. Zij doet dat door:
1.4 Doelstelling van het project Samen met instellingen en jongeren ontwikkelen van een samenhangend patroon van voorzieningen en regelingen voor jongeren, dat afgestemd is op hun wensen, behoeften, mogelijkheden en problemen en dat voor hen optimaal toegankelijk is. Het gaat hierbij niet om een eenmalige actie maar om het tot stand brengen van een permanente betrokkenheid van jongeren bij het ontwikkelen van samenhangend jongerenbeleid. Werkdoelen:
1.5 Toelichting van de gehanteerde begrippen in deze doelstelling. 1.5.1 Samenhangend Aan het begrip samenhangend worden hier meerdere dimensies toegekend. De verschillende dimensies van samenhangend die hier bedoeld worden zijn:
1.5.2 Jongeren Hoewel in het collegeprogramma 1998-2002, genaamd grensoverschrijdend gesproken wordt over een jeugd- en jongerenbeleid is voor een beperkte projectaanpak gekozen. De beperking voor dit project bestaat uit het hanteren van een ondergrens voor wat betreft leeftijd van de doelgroep. De ondergrens voor de leeftijd wordt voor dit project bepaald op 12 jaar. Dit heeft zowel een organisatorische als een inhoudelijke reden:
1.5.3 Voorzieningen en regelingen Richtinggevend in het ontwikkelen van een samenhangend patroon van voorzieningen en regelingen is de leefwereld van de jongere tussen de 12 en 24 jaar. In wisselende samenstelling en intentie komen jongeren met verschillende leefgebieden in aanraking. Dan zitten ze op school, dan weer op een
sportvereniging of zijn ze op straat te vinden. En soms hebben ze extra hulp nodig om op
te groeien. Een jongere kan dus en scholier en lid van een vereniging zijn en deel
uitmaken van een straatvriendenclub en cliënt zijn van de hulpverlening. Maar het is wel
steeds dezelfde persoon. Daarom bepalen de navolgende leefgebieden het kader van dit
project:
Bij het tot stand brengen van integraal jongerenbeleid wordt gebruik gemaakt van de navolgende onderverdeling:
ad. 1. Voorwaardenscheppend beleid is het beleid dat zich richt op het in stand houden van algemene voorzieningen, waarvan in principe alle jongeren gebruik (kunnen) maken. Hieronder vallen voorzieningen op het gebied van de woonomgeving, onderwijs, welzijnswerk, werkgelegenheid, vrije tijdsbesteding, etc. ad. 2. Aanvullend beleid richt zich op het aanbieden van voorzieningen en functies voor die jongeren, die voor een evenwichtige ontwikkeling onvoldoende gebruik kunnen maken van algemene voorzieningen. Hierbij valt te denken aan speciaal onderwijs, (jeugd)hulpverlening, opvoedingsondersteuning, e.d. of individuele aanvullende (financiële) middelen. ad. 3. Specifiek beleid richt zich op kansarmen en achterstandsgroepen, veelal in de vorm van op de doelgroep toegespitste projecten.
2.1 Belangrijke activiteiten in de afgelopen periode. Integraal jongerenbeleid veronderstelt onder andere dat er samenhang plaats vindt tussen de activiteiten die er voor jongeren op dit moment en in de toekomst plaats vinden. In die zin is het goed om enkele relevante ontwikkelingen in het kader van integraal jongerenbeleid van het afgelopen jaar te noemen:
2.2 Nieuwe voorstellen in het kader van nieuw beleid t.b.v. jongeren. In het kader van het ontwikkelen van nieuw beleid zijn de volgende voorstellen ten behoeve van jongeren geformuleerd:
(zie toelichting nieuw beleid)
3 Opbouw van integraal jongerenbeleid. De opbouw van het integrale jongerenbeleid kent de volgende fasen:
3.1 De initiatief- of voorfase.
Planning november /december 1999 3.2 De orientatiefase: Bij de oriëntatiefase is er sprake van zowel een interne als een externe oriëntatie. In deze fase van het project gaat het om het in kaart brengen van de stand van zaken omtrent:
Planning april/ mei 1999
3.3 De diagnosefase In deze fase bestaan de kernactiviteiten uit het bij elkaar brengen van relevante partijen in het kader van jongerenbeleid om de ontbrekende gegevens te inventariseren. Tevens zullen de betrokkenen zich moeten uitspreken omtrent de in de startnotitie geformuleerde visie en het streefbeeld. Relevante betrokkenen zijn:
De jongeren zullen in deze fase geraadpleegd en geïnformeerd worden. De uitkomsten van de verschillende overleggen zullen dienen als werkmateriaal voor een bijstelling van de startnotitie. Daarnaast wordt een knelpunten analyse gemaakt met voorstellen wat er moet gebeuren om de afstemming en samenwerking te bevorderen. Het resultaat van deze fase is dat naast politieke steun voor ontwikkeling van integraal jongerenbeleid tevens de andere actoren, het veld en de ambtenaren commitment hebben met het streefbeeld en bereid zijn actief deel te nemen aan het proces van afstemming. planning juli/ augustus1999
3.4 De actieplanning De kernactiviteiten in deze fase zijn het bepalen van concrete doelen in samenwerking met de verschillende partners in het proces. Jongeren hebben in deze fase medezeggenschap omtrent de concrete actieplannen. De gemeente als regisseur geeft richting aan dit proces door coördinatie, voortgangscontrole en prioritering van de doelen. Daarbij is een zorgvuldige afweging welke partijen wel of niet aan het overleg deelnemen. Het resultaat van deze fase is een overzicht van afspraken waarin actieplannen, convenanten vermeld zijn. Partijen verklaren daarbij dat zij zich in zullen zetten voor het bereiken van de gestelde doelen en wie verantwoordelijk is voor organisatie en uitvoering. planning september /oktober 1999 3.5 De uitvoering en implementatie In deze fase is het de taak van de lokale overheid om actief en structureel de contacten met de betrokkenen te onderhouden en met de doelgroep. Jongeren zijn mede uitvoerders van de actieplannen. Hierdoor wordt het draagvlak behouden en worden nieuwe netwerken gecreëerd. Deze stimulerende activiteit dient de samenwerking tussen partijen en moet stagnatie voorkomen. Daarnaast kan op deze wijze materiaal verzameld worden dat nodig is bij het afleggen van de verantwoording en om te komen tot nieuwe initiatieven ten behoeve van jongeren. planning 2000 en verder Sjoerd Rotmans, |
|||
![]() |
![]() |