Bijlage 2 Buitenschoolse Opvang | ||
![]() naar nota |
Kinderopvang: De Buitenschoolse Opvang Inleiding In februari 1998 is een nota vastgesteld ten aanzien van de
stimuleringsmaatregel buitenschoolse opvang. Recent is de regelgeving voor deze soort
opvang door het Ministerie van VWS veranderd. Dit houdt in dat de procedure voor dit
onderdeel aangepast moet worden. De aanpassing van deze procedure is het doel van deze
nota. De stimuleringsmaatregel bepaalde dat de gemeente voor de periode 1997 tot en met 2000 van het Ministerie van VWS een bijdrage van ± 1.400.000,- voor de uitbreiding van 150 BSO-plaatsen zou ontvangen. Voor de uitvoering van deze stimuleringsmaatregel is het 'Plan van aanpak stimulering buitenschoolse opvang' in februari 1998 door de gemeenteraad vastgesteld. In maart 1998 is gestart met de uitvoer van het plan van aanpak. Doel van het plan was het realiseren van 108,7 kindplaatsen voor 1 januari 2001 (door uitbreiding van de stimuleringsmaatregel is dit aantal inmiddels gestegen naar 142,9). De beoordelingscriteria bepaalden bovendien samenwerking tussen organisaties in de kinderopvang, onderwijs, sport, welzijn en cultuur. Vernieuwing van buitenschoolse opvang, met name voor de kinderen van 8-12 jaar, staat voorop. Op basis van voornoemd plan van aanpak is op 21 april 1998
een grote groep potentiële kandidaten voor het indienen van een subsidieaanvraag in het
kader van de maatregel geïnformeerd over de randvoorwaarden waaraan een subsidie aanvraag
moest voldoen. De inzendtermijn was gesteld op 1 augustus 1998. De periode april tot en
met augustus is vooral gebruikt om instellingen/organisaties met elkaar in contact te
brengen en te begeleiden bij het opzetten van en informeren over subsidieaanvragen.
Centraal in deze voorlichting stond de tijdelijkheid van deze maatregel; de subsidie naar
de gemeente was toegezegd tot 31 december 1998. In het Plan van aanpak werd uitgegaan van een tijdelijke
stimuleringsmaatregel. Op basis van deze informatie hebben 10 organisaties een aanvraag
voor subsidie ingediend. Al snel na de formatie van het nieuwe kabinet Kok werd bekend
gemaakt dat er grote kans was op het omzetten van de stimuleringsmaatregel in een
structurele maatregel. De wijzigingen die hiervoor zijn weergegeven maken een extra informatieverstrekking door de Gemeente Delft wenselijk. Immers reeds ingediende aanvragen zijn gebaseerd op informatie die inmiddels gewijzigd is. Het vermoeden bestaat dat vernieuwde initiatieven nu niet zijn ingediend op grond van de tijdelijke financiering Bij de tijdelijke stimuleringsmaatregel gold een subsidie van 3.500,- per kindplaats. De verwachting is dat dit ook gaat gelden voor de structurele maatregel. Zekerheid is daarover nog niet en kan dus ook niet gegeven worden naar de organisaties. Het huidige subsidiebedrag geldt in ieder geval tot en met 2000. In de berichtgeving over de wijziging wordt duidelijk gecommuniceerd dat de concrete invulling met betrekking tot subsidievoorwaarden nog niet vastgelegd is. Daarnaast moeten ook instellingen die wellicht op grond van het incidentele karakter hebben afgezien van een subsidieaanvraag in staat worden gesteld op basis van de nieuwe subsidieregeling een structureel verzoek in te dienen (gelijkheidsbeginsel). De aanvragen die al ingediend zijn, worden gewoon meegenomen in de verlengde procedure. De organisaties zijn hierover bericht. Daarom wordt voorgesteld januari 1999 te gebruiken voor een
nieuwe informatieronde en de indieningstermijn te verlengen tot 1 maart 1999. Week 1 behandeling notitie in B&W 14 januari 1999 behandeling raadscommissie Week 3-4 schriftelijke voorlichting aan instellingen 21 januari artikel Stadskrant week 4 artikel in Delftsche Courant 1 februari sluiting indieningstermijn 15 februari voorstel aan college van B&W toekennen subsidie Maart bekendmaking toekenning subsidie April
afhandelen bezwaarschriften Carry Roozemond |
|
![]() |
![]() |