30 March 2000

Bijlage 2   (S99006734)
 


naar agenda


INLEIDING EN TOELICHTING

In samenwerking met de 6 Delftse woningcorporaties en de Woonkoepel heeft de gemeente Delft de nota Wonen in Delft opgesteld. Deel I daarvan, de Visie, komt wat de uiteindelijke inhoud betreft volledig voor rekening van de gemeente. Beide andere partijen zijn daarbij als adviseurs opgetreden. Tijdens het overleg over de Visie hebben zich gezamenlijke afspraken uitgekristalliseerd. Deze zijn in dit deel II, Afspraken, opgenomen. Bij deze afspraken passen de volgende kanttekeningen:

In beginsel gaat het om afspraken tussen de gemeente en de 6 corporaties. Hoewel de Woonkoepel in het verband van het Besluit Beheer Sociale Huursector hierbij geen partij is, heeft zij wel volledig geparticipeerd in de totstandkoming en onderschrijft zij de afspraken.

De afspraken vormen de basis voor de te maken prestatie-afspraken voor het jaar 2000 tussen gemeente en corporaties. Veel afspraken zijn daarbij onverkort over te nemen. Een aantal echter zal nog nader gepreciseerd en/of gekwantificeerd moeten worden. Daarvoor is nog tijd tot 1 december 1999. Het is immers de bedoeling de prestatie-afspraken zoveel mogelijk S(peciek)M(eetbaar)A(cceptabel) R(ealistisch) T(ijdsgebonden) te maken.

De afspraken zijn geordend volgens de indeling van deel I. Bij elke afspraak wordt verwezen naar de paragraaf uit deel I waar een en ander nader verwoord en onderbouwd wordt.

 

RUBRIEK

AFSPRAKEN 1999

 

PARA-

GRAAF

DE MENSEN

   

Doelgroepen

1.

In het tweede kwartaal van 1999 ontwikkelen partijen minimaal 3 experimenten voor het opplussen van de bestaande voorraad op basis van de onderzoeken seniorenscore. Dit moet leiden tot 2000 opgepluste woningen in 4 jaar, waarvan 500 gereed op 1.4.2000

Dit leidt tot 500 opgepluste woningen vóór 1.10.2000. Op basis van deze experimenten worden op dit gebied vóór 1.10.2000 prestatieafspraken voor de volgende jaren gemaakt. Het streven is daarbij om in vier jaar 2000 woningen te hebben opgeplust.

2.

Voor 1.1.2000 ontwikkelen partijen gezamenlijk plannen voor de toevoeging van 150 woningen met zorgaanbod en collectieve voorzieningen voor senioren, waarvan 100 in de sociale huursector en 50 in de vrije sector.

3.

Partijen voeren in de eerste helft van 1999 een woningbehoefte-onderzoek uit onder jongeren en studenten. Dit wordt voor 1.1.2000 gezamenlijk verwerkt tot concrete plannen en activiteiten.

4.

Voor1oktober 1999 1 juni 2000 maken partijen (in overleg met TUD) afspraken over een huisvestingsgarantie voor eerstejaarsstudenten.

5.

Partijen onderzoeken voor 1.10.1999 1.1.2000 de mogelijkheid tot het stimuleren van het keurmerk voor (goede) particuliere kamerverhuurders.

6.

Voor 1.10.1999 1.1.2000 maken partijen afspraken naar aanleiding van de uitkomsten van de werkgroep heroverweging WVG.

7.

In de komende 4 jaar worden, binnen de mogelijkheden van de huursubsidiewet, 5 grote woningen (6 kamers en méér)per jaar gerealiseerd aangeboden aan grote huishoudens (8 personen en méér) die tot de doelgroep behoren. Dit aanbod komt tot stand door of huurverlaging toe te passen op bestaande grote woningen of door verbouw danwel nieuwbouw.

8.

Partijen spreken af dat maximaal minimaal 50% van de eengezinswoningen wordt toegewezen aan huishoudens met kinderen beneden de leeftijd van12 jaar.

9.

Partijen stellen in 1999 voor 1 juli 2000 een plan op voor de gezamenlijke aanpak van de opvang en de integratie van

statushouders

 

 

 

6.2

 

 

 

6.2

 

 

 

 

6.2

 

 

6.2

 

 

6.2

 

 

 

6.2

 

 

6.2

 

 

 

6.2

 

 

6.2

 

 

6.2

 

 

 

6.2

 

RUBRIEK

AFSPRAKEN 1999

PARA-

GRAAF

DE WONINGEN

   

Nieuwbouw

10.

De gemeente draagt voor 1.10.1999 1 juli 2000 het eigendom van woonwagenstandplaatsen over aan de woningcorporaties.

11.

Voor 1.10.1999 1 juli 2000 maken partijen (in samenwerking met zorginstellingen) afspraken over de inpassing van personen als gevolg van extramuralisering (omvorming onzelfstandig naar zelfstandig wonen).

12.

Partijen spreken af dat in gebieden waar herstructurering plaats-vindt de corporaties een preferente positie hebben bij het opdracht-geverschap voor nieuwbouw, ook van koopwoningen (tussen f 2,5 en f 3,5 ton). Daartoe dient het Delfts Ontwikkelingsprogramma vóór 1.1.2000 beschikbaar te zijn. In het geval partijen, na redelijk overleg, niet tot een akkoord komen zijn partijen niet meer aan deze afspraak gehouden.

13.

Partijen spreken af dat de corporaties buiten de herstructurerings-gebieden onder dezelfde voorwaarden als commerciële ontwikke-laars mee mogen kunnen dingen naar het opdrachtgeverschap bij nieuwbouw van woningen buiten de sociale huursector. De gemeente geeft hiertoe steeds tijdig inzicht in de plannen die hiervoor in aanmerking komen.

 

 

7.6

 

 

 

 

7.6

 

 

 

7.6

 

 

 

 

 

 

 

7.6

Woning-

differentiatie

14.

Delft moet een aantrekkelijker woonplaats worden voor huishoudens met midden- en hogere inkomens. Dit vereist een grotere differentiatie van woningen.

15.

Door gebrek aan uitbreidingslokaties zal vergroting van differentiatie moeten plaatsvinden in de bestaande stad. Méér differentiatie is ook gewenst om de vitaliteit en het toekomst- perspectief van wijken en buurten te vergroten.

16.

Partijen spreken af dat het aanpassen van de woningdifferentiatie per wijk of buurt maatwerk moet zijn en in overleg met eigenaren, bewoners en gebruikers in de wijk moet plaatsvinden.

 

7.2

 

 

7.2

 

 

7.2

Kernvoorraad

 

17.

Partijen kiezen er in beginsel voor om de statische benadering van de kernvoorraad te verlaten en overwegen deze te vervangen door een meer dynamische benadering in de vorm van een

 

 

RUBRIEK

AFSPRAKEN 1999

PARA-

GRAAF

Kernvoorraad

(vervolg)

slaagkanssysteem. Voorwaarde is wel dat door corporaties een bodemgarantie wordt afgegeven voor het aantal woningen met een basishuur tot f. 738.- die jaarlijks aan de aandachtsgroep beschikbaar wordt gesteld.

Om een goed inzicht te verkrijgen in de gevolgen van dit systeem voor de woningzoekenden, organiseren de corporaties vóór 1 juli 1999 een studiebijeenkomst. Partijen spreken af om daarna, maar uiterlijk vóór 1 oktober 1999, te komen tot een andere afspraak over de kernvoorraad.

Partijen onderzoeken de mogelijkheid om de bestaande afspraak over de (statische) kernvoorraad te vervangen door een afspraak over een meer dynamisch systeem van slaagkans. Dit onderzoek vindt plaats in de vorm van een experiment. Onderdeel van dit experiment is de labeling van specifieke groepen (zoals jongeren) om deze eerder voor woonruimte in aanmerking te laten komen. Deelname van de SEV aan dit experiment achten partijen wenselijk. Voordat met het experiment wordt gestart is regionale afstemming noodzakelijk. Vóór 1.1.2000 wordt aan partijen een plan van aanpak voorgelegd over de inhoud van het experiment.

 

 

 

 

 

7.3

 

 

 

 

 

Huurbeleid en

huursubsidie

 

 

18.

Partijen spreken af dat voor woningen die worden bewoond door huishoudens die huursubsidie ontvangen en waarvan de maximale huurprijsgrens voor de huursubsidie wordt overschreden, dat op die woningen een inflatie volgend huurbeleid van toepassing is.

19.

Partijen bevestigen de regionale afspraak dat flexibiliteit kan worden toegepast in de verhouding huur/inkomen bij woningtoewijzing. Deze mogelijkheid zal vooral worden ingezet in herstructurerings-gebieden.

 

7.4

 

 


7.4

Herstructure-ring

20.

Partijen onderschrijven dat een belangrijke doelstelling van herstructurering de bestrijding is van ongewenste segregatie. Zij delen de opvatting dat bestrijding van segregatie integraal moet zijn. Dus inclusief de sociaal-economische problematiek. De wijksgewijze aanpak is hiervoor het meest geëigend.

21.

De flexibiliteit in huur/inkomensverhouding bij toewijzing zal vooral worden ingezet in herstructureringsgebieden (zie boven).

22.

Partijen spreken af dat de herstructureringsaanpak van de wijken Voorhof en Buitenhof voorrang geniet.

 

6.3.

 

 

 

7.4

 

7.5

 

 

 

RUBRIEK

AFSPRAKEN 1999

 

PARA

GRAAF

Herstructure-ring

(vervolg)

23.

Partijen spreken af dat voor de wijk Voorhof een wijkplan wordt ontwikkeld dat in 1999 gereed is. Voor de wijk Buitenhof is dit in 2000 het geval.

24.

Partijen zijn het er over eens dat de aanpak van de herstructurering een zaak is van gemeente, corporaties, bewoners, gebruikers en andere belanghebbenden.

 

7.5

 

 

 

7.5

 

Verkoop

corporatie- woningen

25.

Woningen met een huurprijs tot ƒ 937.- (prijspeil 01.07.1999) en eengezinswoningen met een huurprijs tussen ƒ 937.- en ƒ 1.200.- worden niet verkocht, tenzij passend in een integrale aanpak van herstructurering. De overige woningen kunnen worden verkocht, behoudens grote 6 kamerwoningen die (conform Afspraak 7) geschikt zijn voor huishoudens van 8 personen en méér. Het precieze aantal grote woningen wordt (met adres) vóór 1.1.2000 aan de gemeente doorgegeven.

 

 

 

 

7.6

Particuliere woning-verbetering

26.

Particuliere woningverbetering zal deel uitmaken van het op te stellen ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing en wordt alleen nog gesubsidieerd bij een integrale aanpak van een wijk of buurt.

 

 

7.7

Duurzaamheid

27.

Partijen spreken uit te willen komen tot een convenant Duurzaam Bouwen waarin afspraken zijn opgenomen over toepassing van duurzame materialen, energiebesparing ern duurzame energie.

28.

Mogelijkheden voor vorming van een gezamenlijk energiefonds worden nog in 1999 onderzocht.

 

 

7.8

 

 

7.8

Investerings-visie

29.

De gemeente stelt in 1999 een investeringsvisie op in het kader van het ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing.

30.

Belangrijke bouwsteen hiervoor is de beleidsvisie Wonen in Delft.

 

7.9

 

 

7.9

Woonruimte-

verdeling

31.

Partijen ontwikkelen voor medio 1999 2000 voorstellen voor efficiency-verbetering van de woonruimteverdeling.

32.

Voor medio 1999 2000 doen partijen voorstellen over een éénduidig volorde criterium voor starters en doorstromers.

33.

Particuliere huurwoningen worden vooralsnog niet in het systeem opgenomen.

 

8

 

 

8

 

 

8

 

RUBRIEK

AFSPRAKEN 1999

PARA-

GRAAF

Woonruimte-verdeling

34.

De afspraken over de verruiming van de huur/inkomensverhouding in herstructureringsgebieden worden voor 1.1.2000 aangevuld met afspraken over verruiming van de bezettingsnorm.

35.

Vóór 1.10.1999 2000 maken partijen een voorstel over de overheveling van gemeentelijke woonruimteverdelingstaken naar de corporaties.

 

8

 

 

 

8

Rol van partijen

(vervolg)

36.

Partijen onderschrijven de rol van de woonconsumenten,

corporaties en gemeente zoals die is vastgelegd in de nota beleidsvisie Wonen in Delft.

37.

Het driehoeksoverleg op stedelijk niveau tussen gemeente , corporaties en Woonkoepel wordt voortgezet en van een duidelijker structuur en inhoud voorzien. Partijen overwegen uitbreiding met de marktsector. Een en ander is vóór 1 december 1999 vastgelegd.

38.

Partijen spreken af dat bewonersvertegenwoordigers een duidelijke plaats krijgen in het maken van wijkplannen.

39.

Partijen spreken af dat de corporaties plannen voor investeringen pas na overleg met huurdersorganisaties aan de gemeente voorleggen. Het resultaat van dat overleg wordt aan de gemeente bekend gemaakt.

40.

Op stedelijk niveau wordt de Woonkoepel in staat gesteld haar taak als belangenbehartiger goed uit te voeren. De gemeente faciliteert daartoe de Woonkoepel. De corporaties leveren daaraan een indirecte bijdrage via de facilitering van huurdersraden. In een convenant tussen Woonkoepel, gemeente en corporaties worden vóór 1 december 1999 nadere afspraken gemaakt over de financiële grondslag van de stedelijke belangenbehartiging.

 

 

4

 

 

 

4

 

 

 

4

 

 

 

 

 

 

 

Monitoring

41.

Er vindt een jaarlijkse evaluatie van de afspraken plaats. Op grond daarvan vindt waar nodig bijstelling plaats tot een nieuwe set afspraken.

 

 

Delft, juli 1999

 

terug naar boven