1.
In het tweede kwartaal van 1999
ontwikkelen partijen minimaal 3 experimenten voor het opplussen van
de bestaande voorraad op basis van de onderzoeken seniorenscore. Dit
moet leiden tot 2000 opgepluste woningen in 4 jaar, waarvan 500
gereed op 1.4.2000
Dit leidt tot 500 opgepluste woningen
vóór 1.10.2000. Op basis van deze experimenten worden op dit
gebied vóór 1.10.2000 prestatieafspraken voor de volgende jaren
gemaakt. Het streven is daarbij om in vier jaar 2000 woningen te
hebben opgeplust.
2.
Voor 1.1.2000 ontwikkelen partijen
gezamenlijk plannen voor de toevoeging van 150 woningen met
zorgaanbod en collectieve voorzieningen voor senioren, waarvan 100
in de sociale huursector en 50 in de vrije sector.
3.
Partijen voeren in de eerste helft
van 1999 een woningbehoefte-onderzoek uit onder jongeren en
studenten. Dit wordt voor 1.1.2000 gezamenlijk verwerkt tot concrete
plannen en activiteiten.
4.
Voor1oktober 1999 1
juni 2000 maken partijen (in overleg met TUD) afspraken over een
huisvestingsgarantie voor eerstejaarsstudenten.
5.
Partijen onderzoeken voor 1.10.1999
1.1.2000 de mogelijkheid tot het stimuleren van het keurmerk voor
(goede) particuliere kamerverhuurders.
6.
Voor 1.10.1999
1.1.2000 maken partijen afspraken naar aanleiding van de uitkomsten
van de werkgroep heroverweging WVG.
7.
In de komende 4 jaar worden, binnen
de mogelijkheden van de huursubsidiewet, 5 grote woningen (6 kamers
en méér)per jaar gerealiseerd aangeboden aan
grote huishoudens (8 personen en méér) die tot de doelgroep
behoren. Dit aanbod komt tot stand door of huurverlaging toe te
passen op bestaande grote woningen of door verbouw danwel nieuwbouw.
8.
Partijen spreken af dat maximaal
minimaal 50% van de eengezinswoningen wordt toegewezen aan
huishoudens met kinderen beneden de leeftijd van12 jaar.
9.
Partijen stellen in 1999
voor 1 juli 2000 een plan op voor de gezamenlijke aanpak van de
opvang en de integratie van
statushouders |