naar agenda
Geacht College,
In haar vergadering van 2 december j.l. heeft de Midden-Delflandraad ingestemd met de beleidsspeerpunten in het te ontwikkelen schapsplan voor Midden-Delfland. Voornaamste aanleiding voor het opstellen van een schapsplan was de discussie in het kader van het landelijke project "Recreatie op Eigen Benen" (ROEB). In Delft is aan dit onderwerp op 20 oktober 1997 een afzonderlijke conferentie gewijd die resulteerde in het opstellen van een aantal slotconclusies. Deze zijn kort daarna ter kennis gebracht van de toenmalige commissie welzijn en aan het bestuur van het recreatieschap Midden-Delfland kenbaar gemaakt. Tijdens de werkconferentie van het recreatieschap op 31 oktober 1997 over het zelfde onderwerp vormde dit de basis voor de Delftse inbreng in de discussie op die dag.
Voor alle duidelijkheid heeft uw College de uitkomsten van de Delftse ROEB-discussie nogmaals onder de aandacht van het schapsbestuur gebracht (brief d.d. 2-7-1998).
De uitkomsten van de werkconferentie van het recreatieschap Midden-Delfland zijn vervolgens vertaald in eerdergenoemde beleidsspeerpunten en het te ontwikkelen schapsplan. In grote lijnen zijn daarin de ideeën van Delft terug te vinden. Punt van discussie in het recreatieschap vormde vooral de mate van commercialisering in het gebied. Op dit punt botsten de meningen van de rijksvertegenwoordiger en het merendeel van de gemeentelijke vertegenwoordigers. Het Rijk ziet een grote mate van commercialisering in Midden-Delfland doorgevoerd (in het kader van het project ROEB), terwijl de gemeenlijke vertegenwoordigers dit willen beoordeling tegen de achtergrond van de recreatieve functies van het gebied. Dit betekent een grote mate van terughoudendheid betrachten bij commercialisering.
Vooralsnog kiest een meerderheid in het DB-bestuur voor het laatste.
Tijdens een ingelaste vergadering van de Middendelflandraad op 10 februari a.s. worden de beleidsspeerpunten en het schapsplan vastgesteld. Daarna zal in de vorm van een symposium het schapsplan verder worden behandeld. De Delftse vertegenwoordigers in de Middendelflandraad hebben aangedrongen op een meningsvormende gedachtenwisseling in de commissie leefbaarheid om te kunnen polsen of de beleidsspeerpunten van het recreatieschap en in het verlengde daarvan het te ontwikkelen schapsplan op Delftse steun kan rekenen. Gezien de korte tijd van voorbereiding stel ik voor tijdens de komende commissievergadering leefbaarheid van 14 januari 1999 een korte presentatie te laten verzorgen door een vertegenwoordiger van het recreatieschap, gevolgd door een meningsvormend rondje in de commissie. Te uwer informatie zijn de betreffende stukken bij deze nota gevoegd, waarbij ik aanteken dat door middel van inzage-legging van de vergaderstukken van de Middendelflandraad de Delftse gemeenteraadsleden kennis hebben kunnen nemen van de voortgang van de besluitvorming over dit onderwerp.
Hoogachtend,
Hans Kluver
beleidsmedewerker sport en recreatie
