Raadsvoorstel Stuk 138 (B99005588) afvalstoffenheffing en reinigingsrechten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stuk 138 X Bestuursdienst B99005588 De raad der gemeente Delft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 1999; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de:
artikel 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Krachtens deze verordening worden geheven:
In deze verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing artikel 3 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
artikel 5 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING De belasting wordt geheven naar de maatstaven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
artikel 6 TARIEVEN De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
artikel 7 BELASTINGJAAR Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
artikel 8 WIJZE VAN HEFFING De afvalstoffenheffing wordt bij wege van aanslag geheven. Belastingaanslagen van minder dan f 20,-- worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag.
artikel 9 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD De afvalstoffenheffing is verschuldigd bij aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de afvalstoffenheffing verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien verstande, dat indien de belastingplicht aanvangt op de eerste dag van de maand deze maand als volle kalendermaand wordt aangemerkt. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat deze teruggave minder bedraagt dan f 20,--. Indien blijkt dat belastingplichtige bij de aanvang van het belastingjaar of indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht een eenpersoonshuishouden voert, wordt op aanvraag van de belastingplichtige het tarief van een éénpersoonshuishouden gehanteerd en teruggave verleend van het te veel betaalde bedrag, tenzij blijkt dat het te veel betaalde bedrag minder bedraagt dan f 20,--. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt. artikel 10 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN De afvalstoffenheffing moet worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan 200,00 doch minder is dan 5000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 (nagenoeg) gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Hoofdstuk 3 Reinigingsrechten
artikel 11 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
artikel 12 BELASTINGPLICHT De reinigingsrechten worden geheven van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
artikel 13 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven, opgenomen bij deze verordening behorende tarieventabel.
artikel 14 TARIEVEN 1. De reinigingsrechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de reinigingsrechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend. 3. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aangemerkt als een belaste prestatie. artikel 15 BELASTINGJAAR
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden
geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag, met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd. De reinigingsrechten bedoeld in hoofdstuk 3, 4 en 5 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen, een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. artikel 17 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD 1. De reinigingsrechten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, met dien verstande, dat indien de belastingplicht op de eerste dag van de maand aanvangt deze maand als volle kalendermaand wordt aangemerkt. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt teruggaaf verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat deze teruggave minder bedraagt dan f 20,--. 4. Indien blijkt dat belastingplichtige bij de aanvang van het belastingjaar of indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht een eenpersoonshuishouden voert, wordt op aanvraag van de belastingplichtige het tarief van een éénpersoonshuishouden gehanteerd en teruggave verleend van het te veel betaalde bedrag, tenzij blijkt dat het te veel betaalde bedrag minder bedraagt dan f 20,--.
artikel 18 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN De reinigingsrechten moeten worden betaald binnen een maand na dagtekening van de aanslag of schriftelijke kennisgeving. De reinigingsrechten moeten worden betaald, ingeval de schriftelijke kennisgeving in persoon wordt uitgereikt, op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen Artikel 19 NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen.
artikel 20 CITEERTITEL Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Delft 2000".
artikel 21 INWERKINGTREDING De verordening reinigingsrechten Delft 1999 vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 1998, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 17 december 1998, wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van de Verordening reinigingsheffing Delft 1999, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. De verordening reinigingsheffingen Delft 1999 vastgesteld bij raadsbesluit van 28 januari 1999 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2000. 5. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het tweede lid genoemde verordeningen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de reinigingsheffingen in die periode plaatsvindt. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 november 1999.
,burgemeester.
,secretaris.
INHOUD TARIEVENTABEL, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING REINIGINGSRECHTEN DELFT 2000 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
Stuk 138 X pag. 7.
Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 25 november 1999 tot vaststelling van de verordening reinigingsheffingen 2000.
,burgemeester. ,secretaris.
TOELICHTING OP DE VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN DELFT 2000 I. INHOUD
Artikel 10 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN - Het tweede lid Het aantal betalingstermijnen is gewijzigd van 8 naar 10. Deze wijziging komt overeen met de vaststelling van de Nota betreffende automatische incasso bij B&W-besluit van 10-11-1999.
Artikel 10 en 18 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN - Het derde lid Dit lid vervalt in beide artikelen. Uit de landelijke praktijk blijkt dat het veelal niet zinvol is een termijn voor het betalen van een boete in de belastingverordening op te nemen. (Advies VNG).
II. TARIEVEN
Hoofdstuk 5 Ontsmetten of zuiveren 5.1.1. (oud) is doorgenummerd tot 5.1.2. (nieuw). 5.1.1. (nieuw) bevat een apart tarief voor een "wespennest". Werkzaamheden ten aanzien van een wespennest is een relatieve kleine actie. Het is de burger direct duidelijk wat het tarief is. Overige werkzaamheden betreffen grotere acties en gebeuren op verzoek van woningbouwverenigingen. Hier is meer sprake van regiewerk.
De tarieven van de reinigingsheffingen zijn conform het B&W-besluit (M99008166) verhoogd met 7% (inclusief het prijsstijgingspercentage van 3,1%)
Kosten/opbrengsten reinigingsheffingen conform begroting 1999.
Afvalstoffenheffing 2000
reinigingsrechten 2000
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() naar index |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |