TRM/da/n00.15
DOORSTART
INVOERING EURO
INHOUDSOPGAVE
0. Inleiding
1. Het
eurotijdpad
2. Aandacht euro bij management
en bestuur
3. Bestuurlijke uitgangspunten
invoering euro
4. Aanpak op verschillende
terreinen
4.1. juridische
en fiscale consequenties van de invoering van de euro
4.2. euro
raakt de begrotingscyclus en alle (deel)administraties
4.3. automatisering
4.4. treasury
4.5. communicatie
5. Aanpak invoering euro
5.1. aanstellen
(extern) projectleider
. taken
. taakopdracht
.
verantwoording/aansturing
5.2. Kosten:
raamkrediet 4,5 mio
5.3. Fasering
en tijdpad (voorgestelde normplanning Delft)
Inleiding
Nederland gaat een belangrijk
symbool verliezen; de gulden verdwijnt per 29 januari 2002 definitief en wordt
vervangen door de euro.
Per 1 januari 1999 is de euro als
giraal betaalmiddel ingevoerd. Hierdoor heeft de treasury van de gemeente al de eerste ervaringen
opgedaan met de euro nu dit de standaardmunt is op de internationale geld- en
kapitaalmarkt. Voorlopig zal de munt alleen bestaan in girale vorm, maar vanaf
het jaar 2002 krijgt iedereen nieuwe munten en biljetten.
Vanaf dat jaar moeten contracten,
verordeningen, begrotingen, software (informatie-systemen) en hardware
(apparatuur, kassas, etc.) alsmede formulieren, voorlichtings-materiaal en
overige informatiestromen aangepast zijn aan de euro, zowel wat betreft het
euroteken als de eurowaarden.
De komst van de euro stelt de
gemeente voor strategische en praktische vragen.
Deze notitie is enerzijds bedoeld
om inzicht te geven in de praktische gevolgen van de invoering van de euro voor
de Delftse gemeentelijke organisatie in haar relatie met de burgers en
anderzijds om de aanpak te akkorderen voor feitelijke inbedding van de euro
binnen de gemeentelijke organisatie bij de invoering per 01-01-2002.
Reeds vanaf 1998 is een ambtelijke
kwartiermakersgroep bezig geweest met de voorbereiding van de euro-invoering.
Deze kwartiermakersgroep bestaande uit de voormalige hoofden treasury, JZ,
Administratie en Informatisering heeft een verkenning gemaakt naar de zwaarte
van het eurovraagstuk. Deze notitie vormt de weerslag van hun bevindingen.
Nu het millenniumproject succesvol
is afgerond en de nieuwe organisatie feitelijk is ingesteld, is er thans een
natuurlijk moment gekomen om op meer systematische wijze de euro-problematiek
aan te pakken.
1. Het euro tijdpad
Op algemeen niveau zijn vijf data
van belang:
· MEI 1998
besluit
deelnemende landen
· 1 JANUARI 1999
start
EMU
invoering
girale euro
· 1
JULI 2001
dubbel
prijzen door detailhandel
· 1
JANUARI 2002
euro-day
invoering chartale euro
· 28
JANUARI 2002
(ten laatste) gulden niet
langer
wettig betaalmiddel
2. Aandacht euro bij
management en bestuur
Voor de europroblematiek moet
gemeentebreed aandacht worden verkregen van bestuurders en management. Deze
aandacht moet ook worden vastgehouden. In juli 1998 is er een grootschalige
voorlichtingsbijeenkomst gehouden voor de interne organisatie met als doel
informatie te verstrekken over de op handen zijnde veranderingen alsmede
bewustwording te creëeren voor de consequenties van de invoering van de euro.
Thans is er een inventarisatie nodig
wat de omschakeling naar de euro voor de diverse gemeentelijke
organisatieonderdelen zou kunnen betekenen. Daarna moeten in de
implementatiefase de feitelijke aanpassingen worden doorgevoerd.
Instelling van een
projectorganisatie met europrojectleider ligt voor de hand. Bestuurlijke
verankering van deze projectleider is noodzakelijk.
Daarnaast moet er voor de
invoering van de euro een intern referentiekader komen, waarop de komende jaren
niet alleen kan worden teruggegrepen maar dat ook de basis vormt om regelmatig
de voortgang van het Europroject te kunnen beoordelen.
Het belangrijkste basisuitgangspunt bij de omschakeling naar
de euro is, dat elk overheidslichaam zelf verantwoordelijk is voor opstelling
en uitvoering van het eigen overgangsscenario. Het ministerie van financiën
heeft hierbij een coördinerende en faciliterende rol.
Daarnaast zijn er een aantal min of meer verplichte uitgangspunten
geformuleerd:
* alle
communicatie geschiedt tot 1 januari 2002 in guldens en vanaf 2002 in
euros;
* om derden in een vroeg
stadium vertrouwd te maken met de euro wordt
zoveel
mogelijk gestreefd naar het
geven van eurogewenningsinformatie (dit is in de
communicatie vermelden van
sleutel- en/of eindbedragen in zowel gulden als euro),
waarbij
geadviseerd wordt:
* de eurogewenningsinformatie
gefaseerd te verstrekken met ingang van 1 juli 2000 in
elk
geval in brochures en voorlichtingsmateriaal, waarna de intensiteit toeneemt;
* vanaf 1 juli 2001 wordt
als regel altijd gewenningsinformatie gegeven indien relevant
en
doelmatig;
* vanaf 1 juli 2001 tot
uiterlijk 28 januari 2002 wordt bij de loketfuncties dubbele prijs-
aanduiding gehanteerd.
3. Bestuurlijke
uitgangspunten invoering euro
Hieronder wordt een mogelijk
Delfts kader gepresenteerd.
De eerste zeven punten zijn
vertalingen van Europese en nationale regelgeving en richtlijnen. De laatste
drie zaken komen voort uit de vrije beleidskeuze van de gemeente.
Met name ten aanzien van de
laatste drie punten is het van belang dat de gemeenteraad akkoord gaat. De
gemeente neemt op deze punten immers duidelijk zelf stelling.
Algemene beleidsuitgangspunten:
1. De gulden blijft
rekeneenheid tot en met 31 december 2001
.
Rapportages blijven tot en met 31 december 2001 in guldens (wel wordt waar
mogelijk een aantal guldensbedragen aangevuld met de tegenwaarde in euro);
.
de omschakeling naar de euro vindt plaats om 00.00 uur op 1 januari 2002;
2. De euro wordt in de overgangsperiode
(tot en met 31 december 2001) alleen
daar gebruikt waar het
wenselijk is.
. dit betreft de euro als
giraal betaalmiddel;
3. De begroting van het
jaar 2002 zal in euro worden opgemaakt.
Het
gaat dan over de volledige begrotingscyclus. Hoewel de begroting voor het jaar 2002 in het jaar 2001 wordt
opgemaakt en ook de autorisatie in dat jaar plaatsvindt, zal de begroting geheel in euro
luiden.
4. Informatie-uitwisseling
over de jaren tot en met 2001 verloopt in guldens, ongeacht het tijdstip waarop deze informatie-uitwisseling
plaatsvindt.
Dit
betekent dat alle informatie-uitwisseling (mondeling, schriftelijk en
electronisch) over de jaren
tot en met 2001 in guldens zal plaatsvinden. Een bezwaarprocedure met betrekking tot een milieuheffing over
het jaar 2001 zal volledig in guldens worden gevoerd.
Alleen het te betalen of te ontvangen bedrag zal uiteindelijk in euro luiden.
5. Er wordt zo min mogelijk
omgerekend. Indien dit wel gebeurt, zijn de afrondingsregels
van de Europese verordening van toepassing.
In deze verordening is geregeld
dat met ingang van 1 januari 2002 alle gulden-bedragen in contracten en wet- en
regelgeving van rechtswege worden omgezet naar eurobedragen.
De guldenbedragen worden hierbij omgerekend naar eurobedragen volgens de
conversiekoers met zes significante cijfers, waarna de uitkomst wordt afgerond
naar de dichtstbijzijnde eurocent.
Bij de afronding van eurobedragen als gevolg van de conversie van gulden en
euros worden drie situaties onderscheiden:
a. afronding op hele
eurocenten;
b. afronding op hele euro;
c. afronding op mooie ronde
eurobedragen.
Hiervoor zal later een beleidsmatige keuze voor worden gemaakt.
6. De gemeente werkt mee
aan een soepele overgang naar de euro van die bedrijven
en instellingen waarvoor zij hetzij bestuurlijk hetzij financieel verantwoordelijk is.
Hierbij
wordt gedacht aan gemeenschappelijke regelingen en zelfstandige bedrijfsonderdelen.
7. De gemeente zal voor
zover mogelijk actief bijdragen aan een soepele chartale invoering van de euro.
Ook
de gemeente zal een rol kunnen spelen om de periode waarin zowel de euro als de gulden in chartale vorm in omloop zijn
zo kort mogelijk te houden. Door er bijvoorbeeld
voor te zorgen dat alle muntautomaten (parkeerautomaten, zwembadkledingkastjes etc.) per 28
januari 2002 alleen nog euromunten zullen accepteren.
Ook kan worden overgestapt op de chipkaart. Daarnaast kan de gemeente het gebruik van de euro
stimuleren door bij alle punten waar contant afgerekend
kan worden vanaf 1 januari 2002 bij alle betalingen (gulden ofwel euro) het wisselgeld terug te geven in euro.
8. Het gemeentelijke
betalingsverkeer zal hoofdzakelijk in guldens plaatsvinden tot en met 31 december 2001.
.
Dit met uitzondering van het zakelijk betalingsverkeer dat voortkomt uit
treasury- activiteiten.
.
En met uitzondering van het zakelijk betalingsverkeer dat plaatsvindt met een tegenpartij die vroegtijdig op de euro is
overgeschakeld. Een eurofactuur wordt in euro betaald. De gemeente zal zelf geen
facturen in euro uitschrijven.
9. De communicatie en
voorlichting moet complementair zijn aan landelijke
acties.
Het
gaat erom zoveel mogelijk complementair beleid te formuleren. Dat wil zeggen voorlichting over de euro en de OZB,
de euro en de uitkeringen, etc.
Extra
aandacht is nodig voor allochtone medeburgers en burgers die tot een sociaal- economische achterstandsgroep
gerekend kunnen worden.
10. Vanaf 1 januari 1999
wordt waar nodig al in euro geleend.
Van belang
is dat de geld- en kapitaalmarkt per 1 januari 1999 is overgeschakeld op
de euro en het Rijk vanaf die datum verhandelbare schuld in euro uitgeeft en
uitstaande schuld omwaardeert in euros. De gemeente Delft is met ingang van
die datum, waar nodig, gaan lenen in euros.
De hierboven genoemde algemene beleidsuitgangspunten zijn vertaald naar
concrete afspraken per type bedrijfsproces. Een overzicht van deze interne en
externe bedrijfs-processen alsmede de concreteafspraken voor Delft per
bedrijfsproces, treft u aan in bijlage A bij deze notitie.
4. Aanpak op verschillende terreinen
In de
vorige hoofdstukken is aangegeven dat voor de invoering van de euro
aanpassingen nodig zijn bij de verschillende aspecten van de gemeentelijke
bedrijfsvoering.
De aanpassingen op de
verschillende terreinen hebben een wisselwerking op
elkaar.
De volgende terreinen zijn onderscheiden:
1. Juridische zaken;
2. Administratie en organisatie;
3. Automatisering;
4. Treasury (incl. betalingsverkeer);
5. Communicatie
In dit hoofdstuk worden de consequenties van de euro vanuit deze vijf
gezichtspunten behandeld.
4.1. Juridische en fiscale
consequenties van de invoering
van de euro
4.1.1. Gemeente als
maker van overeenkomsten en verordeningen
Er zijn zowel voor overeenkomsten
als verordeningen drie momenten van belang:
a.
de situatie per 1 januari 2002;
b.
de periode 1 januari 2002 tot en met 28 januari 2002;
c.
de situatie per 29 januari 2002.
Per 1 januari 2002 worden alle
bedragen in zowel lopende overeenkomsten (voorzover beheerst door het recht van
een EU-lidstaat) als bestaande verordeningen die nog in guldens luiden, van
rechtswege omgezet in (gelezen moet worden als) euro, dat wil zeggen, dat de
betreffende bedragen gelezen moeten worden in euro.
Vanaf 29 januari 2002 moeten nieuw
aan te gane overeenkomsten en nieuw vast te stellen verordeningen
vanzelfsprekend luiden in euro. De gulden is vanaf dat tijdstip geen wettig
betaalmiddel meer. Er mag alleen nog gewerkt worden in woord en geschrift met
euro.
Wat ingewikkelder ligt het met de
zogeheten duale-periode, als hiervoor genoemd onder b. Tijdens deze fase is
er namelijk sprake van twee soorten wettig betaalmiddel, namelijk de euro en de
gulden, welke soorten naast elkaar kunnen worden gebruikt. Dat vergt dus keuzes
en een duidelijke regie waar het betreft bijvoorbeeld het door burgers voldoen
aan bepaalde legesverplichtingen die (om praktische redenen als hiervoor
uiteengezet) al in euro luiden. Met name geldt één en ander ook voor tijdens
deze periode nieuw aan te gane overeenkomsten.
Kortom: het eenvoudige juridische
mechanisme (omzetting van rechtswege) naast een zinvol geachte
praktijkbenadering (toch reeds aanpassen verordeningen voorafgaand aan
1 januari 2002) verdienen
nadrukkelijk aandacht.
4.1.2. Gemeente als
onderdeel van de publieke sector
Als onderdeel van de totale
publieke sector zijn gemeenten gebonden aan de regelgeving van het Rijk en de
provincie. Deze regelgeving zal door de komst van de euro van hogerhand worden
aangepast.
Regelgeving Rijk
Zoals al eerder is aangegeven
zullen van rechtswege alle guldensbedragen uiterlijk 1 januari 2002 automatisch
worden omgezet in eurobedragen. Het Rijk zal guldensbedragen in wet- en
regelgeving vervangen door nieuwe ronde eurobedragen.
Dit betekent dat op dit punt ook
de voor gemeenten belangrijke wet- en regelgeving zal worden aangepast.
Gemeentewet en Financiële-verhoudingswet
Onder meer de Gemeentewet en de
Financiële-verhoudingswet zullen worden gescreend op ronde guldensbedragen
waarvan het wenselijk is dat die ook na invoering van de euro ronde bedragen
blijven. Duidelijk is dat er tussen bedragen vaak een grote onderlinge
samenhang bestaat.
Comptabiliteitsvoorschriften
De invoering van de euro heeft
geen grote gevolgen voor de comptabiliteitsvoorschriften als zodanig. Wel zal
de gemeente op enig moment (medio 2001) de begroting voor 2002 in euro moeten
gaan opstellen.
Wet FIDO
De invoering van de euro vormt op
zich geen directe aanleiding om de Wet financiering decentrale overheden (fido)
aan te passen.
Sinds de wet filo ongeveer tien
jaar geleden is opgesteld zijn de omstandigheden wel dusdanig veranderd dat
heroverweging noodzakelijk is. Met de totstandkoming van de EMU is de
financieel economische omgeving in een hoog tempo verder veranderd. De nieuwe
(thans ontwerp)Wet fido zal vermoedelijk per 01-01-2001 van kracht worden.
4.1.3. Gemeente en
belastingen
De gemeente heeft een bijzondere
positie als het om belastingen gaat. Enerzijds kan zij voor belastingen die
door het Rijk worden geheven belastingplichtig zijn. Anderzijds bezit zij zelf
de bevoegdheid om een aantal belastingen en rechten te heffen.
De gemeente wordt als
belastingplichtige geconfronteerd met bijvoorbeeld de heffing van
omzetbelasting (btw). Als werkgever is zij inhoudingsplichtig voor
loonbelasting en voor premies werknemersverzekeringen. Daarnaast moet zij een
aantal werkgeverslasten voldoen. Deze heffingswetten zijn wetten in formele
zin. Invoering van de euro zal er dus toe moeten leiden dat deze wetten in
formele zin op onderdelen aangepast worden.
Vanaf het fiscaal jaar 2002 zal de
belasting in euro worden geheven. De belastingdienst biedt al vanaf 1999
faciliteiten (aan bedrijven en particulieren) om ook in euro aangifte te doen.
Uitgaande van het gegeven dat gemeenten net als het Rijk tot het jaar 2002 de
gulden als rekeneenheid zullen hanteren, wordt niet eerder dan over het fiscaal
jaar 2002 belasting in euro voldaan.
4.1.4. Gemeente als
regelgevende, heffende en uitkerende instantie
Van rechtswege zullen alle guldensbedragen
automatisch worden omgezet in eurobedragen. Dit betekent dat ronde
guldensbedragen onafgeronde eurobedragen worden met twee cijfers achter de
komma.
Om welke heffingen gaat het?
Zo gaat het onder meer om
onroerende zaakbelastingen, toeristenbelasting, parkeerbelastingen,
reclamebelasting, precariobelasting en rechten (of leges).
De gemeentelijke
belastingverordeningen op basis waarvan de gemeentelijke belastingen worden
geheven en de legesverordening op basis waarvan leges wordt geheven zullen
hiervoor tijdig moeten worden aangepast.
4.2. Euro raakt de
begrotingscyclus en alle (deel)
administraties
De gemeentelijke administratie als
geheel en al haar onderdelen krijgen met de invoering van de euro te maken.
Alle guldens in de diverse administraties moeten worden omgerekend naar euros.
Uiterlijk 1 januari 2002 moet dat allemaal gebeurd zijn. Ook rapportages als de
begrotingen (ook de meerjarige!), de rekening, de MARAPs en de bestuurlijke
rapportages zoals de Zomernota, moeten worden aangepast.
De financiële consequenties van de
omrekening naar de euro moeten worden berekend en worden verwerkt in de
begroting en de rekening.
De voor de omrekening te gebruiken
koers is per 1 januari 1999 vastgesteld. Deze is bepaald op: 1 euro = 2.20371.
De regels voor de omrekening en afronding zijn op Europees niveau vastgelegd.
De omrekening vindt plaats tegen de conversiekoers. Bij betaling of boeking
vindt afronding plaats tot twee cijfers achter de komma.
Ook gemeenten moeten aansluiten
bij de regels die algemeen voor de overheid gelden. De gulden blijft tot en met
31 december 2001 rekeneenheid. Tot en met het jaar 2001 zullen de begroting, de
rekening en andere rapportages dus in guldens luiden. De euro wordt in de
tussenliggende periode alleen gebruikt daar waar het wenselijk is (zgn.
gewenningsfase).
Omrekenen
Alle bedragen in de diverse
administraties moeten per ultimo 2001 in euro zijn omgerekend. Voor een nadere
uitwerking van de Europese regels zijn door de Juridische Interdepartementale
Werkgroep eurovuistregels opgesteld.
Administraties van de diverse
sectoren/afdelingen zullen omgerekend moeten worden. Naast de financiële
administratie kan hierbij worden gedacht aan:
*
salarisadministratie
*
debiteurenadministratie
*
crediteurenadministratie
*
voorraadadministratie
*
geldleningenadministratie
*
belastingadministratie
*
parkeervergunningenadministratie
*
uitkeringenadministratie
*
kassa-administratie
*
overige koppelingen met de financiële administratie
Begroting, jaarrekening en rapportages
Voor wat betreft de valutasoort
die in de informatie-uitwisseling binnen de overheid wordt gehanteerd, is voor
de tijdstipbenadering gekozen. Dit houdt in dat tot en met het jaar 2001
verslaggeving plaatsvindt in guldens. De begroting van 2001 en de meerjarencijfers
luiden dus nog in guldens.
De verslaggeving vanaf het jaar
2002 zal in euro worden opgesteld. In de begroting van 2002 moeten bijvoorbeeld
de bijbehorende begrotingsgegevens van 2001, de rekening van 2000 en de
meerjarencijfers in euro worden vermeld.
Ten behoeve van het
gewenningsproces binnen de gemeente kunnen in diverse rapportages (bijv.
begroting) reeds vóór 1 januari 2002 bedragen in euro toegevoegd worden aan de
gegevens in guldens.
De omrekening van gulden naar euro
betreft met name de volgende rapportages:
*
begroting
*
meerjarenraming
*
deelbudgetten
*
managementrapportages
*
jaarrekening, kengetallen, vergelijkende cijfers.
Het betreft echter ook de
informatie over langlopende projecten zoals:
*
bestekken voor omvangrijke investeringen (inclusief lopende grondexploitaties)
*
plannen voor groot onderhoud van wegen (inclusief parkeervoorzieningen), gebouwen (inclusief gedecentraliseerde
onderwijshuisvesting), riolering, e.d.
*
financiële ramingen in de grondexploitatie
Tarieven
Tot slot zullen de tarieven binnen de gemeenten moeten worden omgerekend. Vanaf
de begroting voor het jaar 2002 moet gewerkt worden met de tariefbedragen en
grenswaarden in euro. De tarieven zullen moeten worden omgerekend naar euro.
Vuistregel is dat er zoveel mogelijk naar zal worden gestreefd om de afronding
budgettair neutraal te laten verlopen. Dat geldt dan ook voor de uitwerking
richting burger.
Het gaat onder meer om de volgende
tarieven:
*
burgerlijke stand
*
haven- en kadegelden
*
parkeertarieven
*
inzameling van afvalstoffen
*
riool- en reinigingsrechten
*
afgifte van milieuvergunningen
*
precariorecht
*
belastingen zoals inning/afdracht btw, onroerende zaakbelasting,
toeristenbelasting.
Administratieve Organisatie en Interne Controle
De administratieve organisatie en
interne controle (AO/IC) dient te zijn gericht op beheersbaarheid van de
risicos die ontstaan als gevolg van de invoering van de euro en op
controleerbaarheid van de overgang van de euro.
De aan te brengen wijzigingen in
de AO/IC gelden met name voor de overgangsperiode van de gulden naar de euro.
Na volledige invoering van de euro zal de administratieve organisatie per saldo
slechts in geringe mate zijn aangepast.
4.3. Automatisering
De invoering van de euro heeft
grote gevolgen voor de gemeentelijke automatisering. Geen wonder, want de
(financiële) administratie en informatievoorziening zijn grotendeels
afhankelijk van geautomatiseerde systemen. En dan gaat het niet alleen om de
diverse financiële applicaties of de applicaties voor de sociale dienst, de
OZB, de salarisadministratie of de grondexploitatie, maar ook om allerhande
automaten en kasregisters van de gemeente. In iedere applicatie moeten gulden
door euros worden vervangen.
Automatiseerders zijn het
afgelopen jaar druk bezig geweest met de millennium-problematiek. Als gevolg
van gemaakte keuzes is de europroefheid van de gemeentelijke geautomatiseerde
systemen niet met voorrang onderzocht of uitgewerkt. Dit moet dit jaar alsnog
gebeuren. Wel zijn afspraken gemaakt over onderhoud en aanpassing van de
applicaties. Als gevolg van ingewikkelde (ook nog vaak last minute)
wijzigingen in wet- en regelgeving zijn de leveranciers die op de gemeentelijke
markt werken, behoorlijk druk bezet. Oplevering van adequaat geteste en goed
werkende updates is niet bepaald de gewoonste zaak van de wereld. Inmiddels
is de inventarisatie omtrent de euro gehouden.
Relatie millenniumproblematiek / euro
De millenniumproblematiek is
vooral een technische zaak geweest: datavelden en afgeleiden daarvan in
applicaties moesten worden beoordeeld en/of gewijzigd.
Het toetsingskader van die
beoordeling was vooral functioneel bepaald. De invoering van de euro is vóór
alles een organisatorische zaak waarvan de automatisering een afgeleide is. Wel
kan/zal gebruik gemaakt worden van de ervaringen van het millenniumproject.
Het belang van de automatisering
bij de invoering van de euro moet overigens niet worden onderschat! Zonder
europroof-automatisering kan de gemeente niet functioneren.
4.4. Treasury (incl.
betalingsverkeer)
Financiering
en beleggingen
Per 1 januari 1999 heeft de
gemeente, als het om treasuryactiviteiten gaat, al te maken gekregen met de
euro.
Op de terreinen van financiering
en beleggingen is (zijn) immers per die datum
* de
Europese financieringsmarkt in euro;
* de
nationale centrale banken, in het Europese
Stelsel van Centrale Banken (ESCB)
opgegaan, dat onder leiding
staat van de Europese Centrale Bank
(ECB);
* verhandelbare
overheidsschuld in euro uitgegeven;
* informatie
over geld- en kapitaalmarkttransacties in euro uitgedrukt;
* korte- en langlopende leningen
waar mogelijk in euro afgesloten.
Het chartaal betalingsverkeer nader beschouwd
De gemeente heeft te maken met
kassen waarin bankpapier en/of munten in en uit gaan. Het begrip kassen dient
hier breed te worden opgevat. Het gaat niet alleen om bijvoorbeeld de kas van
de afdeling Burgerzaken, maar ook om de kas bij het gemeentelijk zwembad, de
koffieautomaat of de parkeermeters/-automaten.
Alle kassen die onder het beheer
van een gemeente vallen zullen vóór 1 januari 2002 geschikt gemaakt moeten
worden voor de chartale euro. De maand januari 2002 zal zowel de euro als de
gulden als betaalmiddel geldig zijn, wat mogelijk tijdelijk zal leiden tot
dubbele kassas.
Het giraal betalingsverkeer nader bekeken
Ingaande 1 januari 1999 is het
zakelijk betalingsverkeer zowel in euro als in guldens.
Het particuliere betalingsverkeer
zal tot 1 januari 2002 in guldens blijven. Dat betekent dat PIN- en
chipkaartbetalingen, salarisbetalingen, machtigingen en acceptgiros tot die
datum in guldens worden uitgevoerd en niet in euro.
4.5. Communicatie
Omdat de rijksoverheid (Postbus 51) de algemene publieksvoorlichting verzorgt,
kan de gemeente hier in haar voorlichting voor een groot deel meeliften. Maar
de gemeente heeft ook een eigen taak.
Aanvullende informatie (in folders, brochures, mailingen, etc.) zal verstrekt
moeten worden aan (groepen) burgers die gebruik maken van gemeentelijke
diensten.
Speciale aandacht vraagt de communicatie met allochtone medeburgers.
Burgers zullen allerlei vragen gaan opwerpen: wat de euro voor de OZB betekent,
hoe lang ze nog met guldens kunnen betalen, of de euro invloed heeft op de
hoogte van de uitkering, etc.
Adequate informatieverstrekking, voorlichting en communicatie zullen
gestructureerd naar de buitenwereld moeten plaatsvinden. Het is evident dat
goede interne communicatie nodig is voor zowel het vergroten van het draagvlak
als voor het succesvol laten verlopen van de overschakeling op de euro.
5. Aanpak
invoering euro
Het lijkt simpel: vervang overal
het guldenteken in het euroteken, maak een omrekenprogramma en Klaar is Kees.
Helaas, de invoering van de euro is een ingrijpend proces. Binnen de gehele
gemeentelijke organisatie zullen wijzigingen moeten worden doorgevoerd: van
betalingsopdracht tot subsidieverlening, van salarissstrook tot
belastingaanslag, van begroting tot parkeermeters, kassas, betaalautomaten en
al het folder- en voorlichtingsmateriaal.
Ter voorbereiding van de
euro-invoering heeft een ambtelijke kwartiermakersgroep de zwaarte van het
eurovraagstuk verkend. Deze nota vormt de weerslag van de bevindingen van de
kwartiermakersgroep. Uit bevindingen van deze groep (bestaande uit de
voormalige hoofden CA, TM, JZ, I&A), blijkt dat de invoering van de euro
met name gevolgen heeft voor in hoofdstuk 4 al eerder beschreven onderdelen van
de gemeentelijke bedrijfsvoering.
Nu het millenniumproject succesvol
is afgerond en de nieuwe organisatie per 1 maart jl. feitelijk is ingesteld, is
er thans een natuurlijk moment gekomen om een doorstart van het europroject te
maken. Omschakeling naar de euro is een klus die binnen vastomlijnde termijnen
geklaard moet worden en waarbij deskundigen vanuit diverse disciplines
betrokken moeten worden. Een projectmatige aanpak met voldoende bestuurlijke
betrokkenheid ligt voor de hand.
5.1.
Aanstellen extern projectleider
Het advies van de ambtelijke kwartiermakersgroep is
daarbij om een (extern) projectleider aan te stellen die met interne
ondersteuning het proces van daadwerkelijke omschakeling naar de euro moet
voltooien.
Taken (extern) projectleider
Tot de belangrijkste taken van de (externe) europrojectleider behoren:
- verdere bewustwording binnen de organisatie creëeren;
- interne informatieverstrekking/communicatie over de europroblematiek;
- samenstelling van subteams [1];
- inventarisatie van activiteiten die door de euro worden
geraakt en verdere verfijning van de
inschatting van de kosten;
- de te nemen acties in tijd en prioriteit als uitvloeisel van de vastgestelde
normplanning;
- bewaken eurobudget ad 4,5 mio en voortgang normplanning in nauw overleg met
ambtelijk
verantwoordelijke (direkteur Centrale
Staf);
- samen met ambtelijk verantwoordelijke (direkteur Centrale Staf) verzorgen van
verslag-
legging /verantwoording richting
GMT/coördinerend wethouder financiën.
Taakopdracht
Het project zou als volgt kunnen
worden gedefinieerd:
De (externe) projectleider is
verantwoordelijk om aan de hand van de vastgestelde norm-planning (zie
hieronder) de gemeentebrede invoering van de euro te concretiseren voor alle
interne en externe beleidsprocessen met inachtneming van de beleidsuitgangspunten
(zie
hiervoor hoofdstuk 3 en bijlage A) zoals vastgesteld door het college van
b&w en de gemeenteraad.
Verantwoording/aansturing
De (externe) projectleider opereert hierarchisch onder de direkteur Centrale
Staf en rapporteert in overleg met hem aan GMT en aan de coördinerend wethouder
financiën, als eind-verantwoordelijk bestuurder.
5.2 Kosten: raamkrediet 4,5 mio
De implementatie van de euro valt
buiten de normale bedrijfsvoering van
de sektoren/clusters. De sektoren/clusters zullen de bovenmatige kosten van
ambtelijke inzet van de omschakeling van de gulden naar de euro in principe
kunnen declareren.
Voor de kosten van de
projectorganisatie (projectleider + secretariaat) alsmede de buiten de normale
bedrijfsvoering vallende extra kosten (aanpassingen software, hardware,
kassas/registers, betaalautomaten, brochures, voorlichtingsmateriaal, etc.)
zal een kredietruimte nodig zijn van f 4,5 mio (raamkrediet). Dekking ten laste
van de algemene middelen.
Dit bedrag is vooralsnog gerelateerd
aan de kosten van het millenniumvraagstuk, omdat extern vergelijkingsmateriaal
met betrekking tot de kosten van de invoering van de euro nauwelijks voorhanden
is [2].
De gemeente zal via het Gemeentefonds een compensatie krijgen van naar
verwachting f 600.000,= voor de te maken conversiekosten. Voor de
omschakelingskosten is een raamkrediet nodig ad ¦ 4,5
miljoen. Het gevraagde raamkrediet betreft slechts een zeer ruwe schatting. Een
deel van de te maken kosten zal bovendien wellicht gedekt worden uit reguliere
budgetten. Een nadere onderbouwing van het bedrag zal na de eerste fase (ca. 1
juli 2000) pas gegeven kunnen worden. Tussentijdse verantwoording over het
uitgavenverloop zal gegeven worden bij de reguliere rapportages.
5.3.
Fasering en tijdpad
(voorgestelde normplanning Delft)
De komende (bijna) twee jaar is het noodzaak om volgens een strak en
realistisch schema te werken om alles op tijd voor elkaar te hebben.
Terwijl de rijksoverheid werkt met een bindende normplanning voor de departementen
is een normplanning voor gemeenten vooral een hulpmiddel en intern
referentiekader.
Het millenniumvraagstuk en de
kanteling van de organisatie per 1 maart jl. hebben er toe geleid dat nu pas
een zinvolle normplanning voor gefaseerde en tijdige omschakeling naar euro
gemaakt kan worden.
Het is evident dat daardoor de voorgenomen Delftse
normplanning in de beginfase afwijkt van de normplanning zoals wordt aanbevolen
door het LEGO (Landelijk Euro Gemeenten Overleg). Het gevolg is dat er een
sterke wissel wordt getrokken op de eerste fase.
Voorgestelde normplanning Delft
1. Inventarisatiefase 1 juli 2000
annex planning- en analysefase
·
Inventarisatie en verdere verfijning van de inschatting van de kosten van de
aan te passen objecten (systemen,
tarieven, procedures,
formulieren, etc.)
· Opstellen
draaiboek met daarin gekozen oplossingsrichting voor elk van de aan te passen
objecten
(incl. benodigde inspanning
in tijd, capaciteit en kosten)
2. Realisatiefase 1 april 2001
·Concept-eindproduct van de
aan te passen objecten (systemen, tarieven, procedures, formulieren, etc.)
die aan testen kunnen worden
onderworpen
3. Testfase 1 oktober 2001
·Testrapporten of -verslagen
waaruit blijkt dat de aanpassing van het object succesvol is verlopen
4. Implementatie- en conversiefase 1 januari 2002
·Ingebruikstelling
van de aangepaste objecten europroof.
[1] Voor de samenstelling van de subteams moet enerzijds
gedacht worden aan functionarissen/functionele overleggen met voldoende
inhoudelijke kennis (functioneel bepaald); anderzijds aan functionarissen uit
de organisatie die een overall beeld hebben van de gemeentelijke administratie
en organisatie.
[2] Overigens heeft een recent onderzoek van KPMG
uitgewezen dat de euroconversie drie- tot vijfmaal zoveel investeringen
vergt als het millenniumprobleem dat
in Nederland 20 mrd kostte. Eerste indicaties voor gemeenten gaan er overigens
van uit
dat de kosten niet meer zullen
bedragen dan voor het millenniumvraagstuk nodig bleken.