30 March 2000

Nota - Educatieplan 1999


naar agenda



EDUCATIEPLAN 1999

Inleiding

Voor u ligt het educatieplan voor volwassenen van de gemeente Delft. Het educatieplan 1999 is tot stand gekomen door een gezamenlijke inzet van de diensten Dienst Maatschappelijke Zorg (DMZ) , Beheer & Milieu (B & M) en Welzijn, Onderwijs en Cultuur (WOC) , in overleg met Arbeidsvoorziening. Op basis van het -goedgekeurde-educatieplan 1999 worden er scholingsovereenkomsten met de uitvoerende instellingen afgesloten. Hierdoor is er sprake van een tweezijdige inkoop-/verkooprelatie in plaats van een eenzijdige planningsfunctie. In de scholingsovereenkomsten worden de afspraken vastgelegd over de inhoud en de aard van de scholing, het aantal cursisten, de intensiteit, de beoogde uitstroom (naar werk en/of vervolgopleiding) en de wijze waarop cursisten worden gevolgd .

Drie maanden na afloop van de cursus volgt een evaluatie op de hiervoor genoemde outputindicatoren. Het evaluatieverslag met beleidsaanbevelingen wordt ter kennisname gestuurd naar de commissie Werk, zorg en onderwijs.

 1. Handelingskader

1.1. Collegeprogramma 1998-2002

Het collegeprogramma ‘ grensoverschrijdend ‘ vormt uitgangspunt voor het opstellen van het educatieplan 1999. Het college geeft in het programma aan dat zij iedereen de kans wil geven zich zo ruim mogelijk te ontplooien en actief deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Zij ziet het als kerntaak van de overheid ervoor te zorgen dat niemand buiten de boot valt. De aandacht van het college gaat daarom uit naar het verwerven en scheppen van extra banen en het begeleiden van (langdurig) werklozen naar scholing en werk.

Een goed werkende lokale en regionale arbeidsvoorziening, onderwijs en gerichte scholing moeten ervoor zorgen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar aansluiten. Binnen dat beleid wil het college veel aandacht geven aan mensen met een lagere opleiding.Delft telt 2.200 langdurig werklozen. Het is zaak mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt met behulp van individuele trajectbegeleiding op een spoor van oriëntatie, scholing, vrijwilligerswerk en betaald werk te krijgen. Voor de groep mensen die (nog) niet in een dergelijk traject past, is een sociaal activeringsbeleid nodig.

Visie

Delftenaren krijgen door educatie die kennis en vaardigheden aangereikt waardoor er een goede kans van slagen is in werk, vervolgopleiding of maatschappelijk functioneren.
Educatie is gericht op zowel maatschappelijke als/op professionele redzaamheid. Maatschappelijke redzaamheid als perspectief voor groepen die door persoonlijke omstandigheden de stap naar de arbeidsmarkt (nog) niet kunnen maken. Tegelijkertijd is educatie een middel om op langere termijn mensen voor te bereiden op weg naar verdere scholing, gericht op betaald werk.

Samenvattend vervult de educatie dus twee functies:
- Sociale/maatschappelijke redzaamheid gericht op het (leren) participeren in de samenleving
- Professionele redzaamheid gericht op het (leren) participeren op de arbeidsmarkt

De educatieve functies zijn geen gescheiden functies. Beide zijn onlosmakelijk onderdeel van het gemeentelijk beleid dat gericht is op activering en participatie. De gemeentelijke verantwoordelijkheid beperkt zich tot de bekostiging van de educatie . Het gaat hierbij om brede, algemene oriëntatie en schakeltrajecten die gericht zijn op langdurig werklozen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt.

1.2 Ontwikkelingen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE)

1.2.1 Wet Educatie en Beroepsonderwijs

Sinds 1 januari 1997 is de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB ) van kracht. De WEB is ontworpen om meer samenhang te brengen in de verschillende vormen van onderwijs binnen de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE). Door de WEB is de verhouding tussen gemeente en onderwijsinstelling veranderd van een financieringsrelatie naar een inkooprelatie.

Per 1 augustus 1997 is een begin gemaakt met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur. De doorstroom van educatie naar beroepsonderwijs kan hierdoor worden verbeterd, zodat deelnemers sneller in de juiste trajecten terecht komen. Het uiteindelijke doel is dat iedere deelnemer met minimaal een startkwalificatie de arbeidsmarkt betreedt. De opleidingen worden uitgevoerd door de Regionale Opleidingen Centra (ROC).

In Delft hebben we tot op heden te maken met twee ROC’s; de TRE-onderwijsgroep en Onderwijsgroep Haaglanden. De TRE-onderwijsgroep, waarvan het Reynevelt College en Centrum TaalPlus deel uitmaken, is in Delft de enige aanbieder van educatie. Het beroepsonderwijs wordt door beide ROC’s in Delft aangeboden. De plannen om te fuseren tot één ROC zijn in een vergevorderd stadium, de bestuurlijke fusie zal dan ook per 1 januari 1999 plaats vinden.

Het beleidsterrein educatie is volledig gedecentraliseerd naar de gemeente.Voor de bekostiging van het onderdeel educatie ontvangt de gemeente jaarlijks een rijksbijdrage. De reguliere rijksbijdrage heeft betrekking op het totaal aan middelen die voorheen voor de basiseducatie (be) en het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) beschikbaar zijn gesteld.

Binnen het onderdeel educatie worden de volgende opleidingen aangeboden:

  • opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren, voorbereiding op een vavo-opleiding dan wel een richting binnen het beroepsonderwijs.
  • Nederlands als tweede taal.
  • Vavo (In Delft bestaat het aanbod uit mavo en havo nederlands en engels)
  • opleidingen gericht op sociale redzaamheid.

De WEB schrijft voor dat de gemeente de rijksbijdrage educatie aan het belanghebbende ROC toekent op basis van privaatrechtelijke contracten. De contracten dienen volgens de WEB te beschrijven: de aard van de activiteiten, het aantal deelnemers (zoveel mogelijk naar doelgroep), de periode, de omvang van het bedrag en de wijze van verantwoording naar de gemeente. Op grond hiervan formuleert de gemeente duidelijk aan de instellingen welk scholingsaanbod ontwikkeld moet worden. Daaraan vooraf gaat de vraag voor welke doelgroepen de gemeente het geld wil inzetten.

1.2.2. Vavo

Vanwege het aantal teruglopende aanmeldingen voor het havo en vwo-aanbod in Delft is met ingang van het nieuwe schooljaar ervoor gekozen om het vwo aanbod in Delft af te bouwen en het havo aanbod te beperken tot de vakken nederlands en engels. De hierdoor vrijgekomen middelen worden ingezet ten behoeve van het Nederlands als tweede taal- onderwijs (NT-2). Voor Delftenaren die aangewezen zijn op havo- en vwo als tweede kans onderwijs is het mogelijk op basis van een machtiging van de gemeente Delft gebruik te maken van het havo- en vwo aanbod in Den Haag. Voor de bekostiging hiervan kan een beroep gedaan worden op het eenmalig toegevoegde bedrag van ƒ 45.000,- aan het educatieplan en van het nog beschikbare bedrag van ƒ 97.500,- in het Max Zomerdijkfonds .

1.2.3. OnderwijsInfrastructuur

Ook voor 1999 heeft de gemeente Delft als uitgangspunt het handhaven van voorzieningenniveau ten behoeve van een zo breed mogelijk aanbod BVE. De veranderende regelgeving ten gevolge van de WEB en de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) , de fusie van beide ROC’s maken het noodzakelijk om de scholingsinfrastructuur binnen Delft verder te optimaliseren. In 1999 zal onderzocht worden hoe binnen deze ontwikkelingen het Centraal Informatiepunt Volwasseneneducatie (CIP) en de Leerwerkbank gepositioneerd worden. Naast de genoemde ontwikkelingen is de gemeente Delft bestuurlijk betrokken bij de opzet van een Onderwijs Techno Centrum in de regio Haaglanden.

1.3 Ontwikkelingen activering en inschakeling naar Werk

Op gemeentelijk niveau zijn de mogelijkheden voor het voeren van een beleid gericht op participatie, activering en inschakeling naar werk in de achterliggende jaren sterk toegenomen. Door decentralisatie van verantwoordelijkheden en veranderende regelgeving krijgt de gemeente steeds meer de rol van opdrachtgever. Deze beweging is zichtbaar in bijvoorbeeld de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en de Wet Reïntegratie Abeidsgehandicapten (Wrea).

De WIW, die per 1 januari 1998 van kracht is, omvat naast de instrumenten detachering en werkervaringsplaatsen ook activering en scholing. Educatie vormt dus een belangrijk instrument voor activering en inschakeling naar werk.
Het blijkt dat de goede resultaten die zijn bereikt op het gebied van de individuele trajectbegeleiding (ITB), dat in samenwerking met arbeidsvoorziening wordt uitgevoerd, als neveneffect een afroming van de doelgroep tot gevolg heeft. De doelgroep voor de WIW blijkt ondanks de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt, steeds moeilijker direct plaatsbaar in een traject gericht op professionele redzaamheid. Voor 1999 wordt ook in Delft een toenemende druk voorzien op activiteiten voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Verwacht wordt dat de gemeentelijke inspanningen zich in de komende periode nog meer zullen concentreren op mensen waarvan bemiddeling naar arbeid niet binnen afzienbare termijn bereikbaar is . Deze inspanningen komen tot uitdrukking in het project Sociale Activering en het Project Uitstroom Verbetering.

Daarnaast blijven ook in 1999 de instrumenten detachering en werkervaring bestaan en is hierin ruimte voor groei. De Wet REA vult de mogelijkheden voor arbeidsgehandicapten verder aan. In 1999 zal tevens aandacht uitgaan naar beleidsontwikkeling gericht op een sluitende aanpak voor langdurig werklozen.

1.4 Arbeidsvoorziening

Op het gebied van werk en scholing is er sprake van een nauwe samenwerking tussen de gemeente en arbeidsvoorziening. Deze relatie komt tot uitdrukking binnen de WIW, waarbij Bureau Werkplan en arbeidsvoorziening samenwerken bij de toeleiding van langdurig werklozen en jongeren naar de arbeidsmarkt. Maar ook het project Samenwerking Werk en Inkomen (SWI), de trajectbemiddeling van Bureau Werkplan en het uitgevoerde pilotproject Assessment zijn hiervan goede voorbeelden. Tijdens de voorbereiding van het scholingsplan 1999 heeft er regelmatig afstemming plaats gevonden met arbeidsvoorziening over de voorgenomen scholingsactiviteiten. Uitgangspunt daarbij is dat arbeidsvoorziening scholing alleen inzet als onderdeel van een bemiddelingsplan voor werkloze werkzoekenden die op kort termijn inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt . Brede, algemene oriëntatie en schakeltrajecten die geen onderdeel uitmaken van een bemiddelingsplan, of die gericht zijn op werkloze werkzoekenden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt behoren tot de verantwoordelijkheid van de gemeente.

 1.5 Doelgroepbepaling

Er is een grote maatschappelijke vraag naar educatie. Al jarenlang wordt de beschikbare capaciteit vrijwel volledig benut. Aangezien de financiële middelen niet toereikend zijn om in alle scholingsbehoeften te voorzien is het van belang voor het vaststellen van het scholingsplan 1999 vooraf te bepalen welke doelgroepen prioriteit hebben binnen het gemeentelijk scholingsbeleid. Binnen het hiervoor geschetste handelingskader is duidelijk dat educatie bedoeld is voor personen met een lage en/of afgebroken opleiding die scholing nodig hebben in het kader van maatschappelijke redzaamheid of in het kader van werk. Het gaat hierbij om de volgende doelgroepen ;

  • langdurig werklozen ( = langer dan 1 jaar zonder werk)
  • werkloze jongeren tot 23 jaar
  • mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt
  • mensen ingedeeld in fase 4
  • allochtonen
  • nieuwkomers

Voor het bepalen van het scholingsaanbod voor deze doelgroepen is het van belang inzicht te hebben in de omvang van de doelgroepen zodat vast te stellen is in welke omvang scholing wenselijk is in het kader van professionele of maatschappelijke redzaamheid. In de hiernavolgende hoofdstukken 2 en 3 is dit verder uitgewerkt.

2. Professionele redzaamheid / activering richting arbeidsmarkt

2.1 Definitie

Scholing als instrument om mensen te activeren naar de arbeidsmarkt. Het vergroten van kennis, inzicht, vaardigheden en houding van Delftse inwoners om de kansen op werk te vergroten en beter te functioneren op de arbeidsmarkt .

2.2 Ontwikkelingen die van invloed zijn op het scholingsaanbod richting arbeidsmarkt

2.2.1 Werkgelegenheid

De werkgelegenheid in de regio Haaglanden onderscheidt zich door relatief veel overheid en (inter) nationale dienstverlening, kennis en technologie, agribusiness (met name tuinbouw ),

  • toerisme en recreatie en relatief weinig bouw en industrie.
  • Internationale dienstverlening, overheid, kennis en technologie zorgen voor een hoge graad van kennisintensiteit.

Door de economische groei vindt er een afroming plaats van de relatief beter bemiddelbare personen uit het bestand en nemen de kwalitatieve discrepanties op de arbeidsmarkt toe. De groep die overblijft combineert vaak twee of meer beperkende factoren, zoals hogere leeftijd, lage opleiding, beperkte taalbeheersing en/of medische beperkingen. Dat vraagt om intensieve trajecten richting arbeidsmarkt.Figuur 1 geeft inzicht in het opleidingsniveau van werkzoekenden in de regio Haaglanden en in de gemeente Delft . Uit de tabel blijkt dat 61% (BO/VBO) van de ingeschreven Delftse werklozen niet beschikt over een startkwalificatie.

 

Gemeente Ingeschreven werklozen naar opleidingsniveau Totaal
BO/VBO MBO HBO UNIV. % aantal
Delft 2.498 791 328 457 100 4.074
Totaal Haag-

landen

33.120 7.108 2.803 2.002 100 45.033

figuur 1: opleidingsniveau werkzoekenden

bron: Stand van zaken arbeidsmarktinformatie regio Haaglanden, juni 1998.

regionale groeisectoren werkgelegenheid

De werkgelegenheid groeide in 1997 in de marktsector , met name in het midden- en kleinbedrijf. De collectieve sector is in de groei dusdanig achtergebleven dat de totale werkgelegenheidsgroei daalde.

Voor 1999 verwacht arbeidsvoorziening groei in de volgende sectoren ;

  • Groothandel ; een lichte stijging van de vacaturemarkt .
  • Detailhandel ; Het aantal voltijdbanen in de detailhandel neemt af en het aantal deeltijdbanen groeit sterk. De totale werkgelegenheid neemt in uren licht toe. Het werken op afroepbasis neemt in de detailhandel sterk toe.
  • Zakelijke dienstverlening : de snelst groeiende sector in de regio.
  • Onderwijs ; In het onderwijs wordt een toenemende vraag verwacht naar onderwijsondersteunend personeel, conciërges en pleinwachters met opvoedkundige taken.
  • Gezondheidszorg ; in deze sector neemt de werkgelegenheid toe. De vraag naar gediplomeerde verpleegkundigen, ziekenverzorgenden en bejaardenverzorgenden blijft achter bij het aanbod. Het maatschappelijk werk richt zich meer op allochtone doelgroepen, waardoor aanvullende eisen gesteld worden, zoals taalvaardigheid en cultuurkennis.
  • Overige dienstverlening ; Hierin vindt een groei plaats. In de sector Bewakings en Beveiligingsdiensten wordt steeds meer gebruik gemaakt van flexcontracten.

De gemeente en arbeidsvoorziening streven ernaar het scholingsaanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De genoemde groeisectoren gezondheidszorg, detailhandel en zakelijke dienstverlening hebben daarbij extra aandacht. Een uitwerking van hiervan is terug te vinden in het bijgevoegde scholingsplan (zie o.a. het onderwijsaanbod van de leerwerkbank) .

2.3 Scholingsaanbod richting arbeidsmarkt

Het aantal ingeschreven werklozen verdeeld naar opleidingsniveau (figuur 1) en de profilering van het cliëntenbestand van de DMZ (figuur 2) geven belangrijke richtlijnen voor het vaststellen van het noodzakelijke scholingsaanbod richting arbeidsmarkt of maatschappelijke redzaamheid. 

Aantal cliënten DMZ fase 1 fase 2 fase 3 fase 4
juli 1998 530 101 693 1090
procentueel 22 % 4 % 28 % 45 %

figuur 2 : totaal aantal werkloos werkzoekenden met een uitkering van de DMZ. ; bron: PGI bestand arbeidsvoorziening, overgenomen uit de tussentijdse evaluatie van het assessment project, juli 1998.

32 % van het bestand ( ± 794 mensen) zijn potentiële afnemers van het scholingsaanbod richting arbeidsmarkt. Voor 1999 is de verwachting dat er 200 nieuwkomers zijn waarvan er
± 50% scholing richting arbeidsmarkt nodig hebben en zich dus binnen de groep fase 2 en 3 bevinden. Voor deze groep is het van belang scholing te organiseren richting de genoemde groeisectoren detailhandel, zakelijke diensten, gezondheidszorg en overige dienstverlening.
Daarnaast is het voor een deel van deze groep eerst noodzakelijk om educatie te volgen die voorbereidt op deelname aan een kwalificerende scholing. Dit geldt met name voor nieuwkomers en allochtonen die de Nederlandse taal op minimaal cito niveau 3 moeten beheersen om in aanmerking te komen voor werk of een beroepskwalificerende opleiding.

Het aanbod van de Leerwerkbank , de projecten Schakel naar werk en beroepenoriëntatie zijn voorbeelden van opleidingen richting arbeidsmarkt.

2.4 Actiepunten 1999

Het scholingsaanbod wordt jaarlijks geëvalueerd en op grond van deze gegevens bijgesteld. Bij de planning en organisatie van het scholingsaanbod 1999 is rekening gehouden met de ervaringsgegevens van de afgelopen jaren;

De actiepunten voor 1999 zijn als volgt ;

  • Het aanbod richting arbeidsmarkt moet burgers in staat stellen minimaal een startkwalificatie te behalen, de gemeente zal bij het ROC aandringen op een verdere invoering van de kwalificatiestructuur educatie.
  • Minimaal 70 % van de deelnemers moet uitstromen naar werk en/of een kwalificerende opleiding. In de af te sluiten scholingscontracten worden hierover afspraken gemaakt met de uitvoerende instellingen.
  • Het scholingsaanbod van de gemeente en arbeidsvoorziening moeten zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zijn zodat doorlopende leerroutes richting arbeidsmarkt gerealiseerd kunnen worden. De genoemde groeisectoren gezondheidszorg, detailhandel en zakelijke diensten hebben daarbij extra aandacht.
  • In 1999 zal onderzocht worden hoe Het Centraal Informatiepunt Volwasseneneducatie (CIP) anders gepositioneerd kan worden. Daarbij worden de ontwikkelingen binnen de gemeente Delft (reorganisatie,1 publieksdienst) alsmede ontwikkelingen binnen het ROC

en arbeidsvoorziening ( Samenwerking werk en inkomen) meegenomen .

  • Binnen Delft is alleen nog een mavo aanbod (9 vakken) en een havo aanbod engels en nederlands. Voor Delftenaren die aangewezen zijn op havo- en vwo als tweede kans onderwijs is het mogelijk op basis van een machtiging van de gemeente Delft gebruik te maken van het havo- en vwo aanbod in den Haag. Voor de bekostiging hiervan zal gebruik worden gemaakt van het eenmalig toegevoegde bedrag van ƒ 45.000,- aan het educatieplan en het beschikbare bedrag van ƒ 97.500,- in het Max Zomerdijkfonds.
  • De fusie van OGH en TRE-onderwijsgroep, de veranderende verhouding tussen overheid en instellingen (inkooprelatie ipv financieringsrelatie) maken het eveneens noodzakelijk om de Leerwerkbank anders te positioneren. In 1999 zal, gezamenlijk met arbeidsvoorziening,

een wenselijke positionering onderzocht worden.

3. Maatschappelijke redzaamheid / sociale activering

3.1. Definitie

Maatschappelijke redzaamheid is gericht op :

De bevordering van de persoonlijke ontwikkeling ten dienste van het maatschappelijk functioneren van volwassenen door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houding.

3.2. Doelgroep maatschappelijke redzaamheid en educatieve behoefte

Binnen de gemeente Delft zijn er groepen burgers die, mede als gevolg van een educatieve achterstand, in een maatschappelijke achterstandssituatie en/of maatschappelijk isolement dreigen te raken.
Voor deze doelgroep is de gemeente in 1997 gestart met het Project Sociale activering. Het project is gericht op mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die met verschillende instrumenten gestimuleerd worden om een zinvolle invulling aan hun bestaan te geven waardoor zij kunnen participeren in de maatschappij.
Daarnaast is in mei 1998 het Project Uitstroom Verbetering gestart om nader onderzoek te doen naar de samenstelling van het fase-4 bestand (mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt). In totaal zijn 1065 dossiers onderzocht. Opvallende conclusies zijn:

  • De gemeente Delft is op de harde kern van de langdurig werkzoekenden gestuit.
  • Binnen de onderzochte dossiers komen drie omvangrijke doelgroepen naar voren:

1. ouders met kinderen onder de 12 jaar

  • allochtonen tot cito niveau 3
  • personen met medische, psychische en sociale problematiek
  • Mensen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt zijn niet per definitie klanten voor sociale activering. Ook instrumenten als ITB, hulpverlening en gesubsidieerde arbeid behoren tot de mogelijkheden.

Het Project Uitstroom Verbetering is erop gericht voor bovengenoemde groepen een sluitende aanpak te ontwikkelen die leidt tot activering of uitstroom.

3.3. Scholingsaanbod richting maatschappelijke redzaamheid

De potentiële doelgroep waarvoor als tussenstap en/of einddoel een scholingsaanbod richting maatschappelijke redzaamheid nodig is omvat ± 2000 personen.

Het aanbod voor deze doelgroep is in eerste instantie gericht op het doorbreken van het isolement en op maatschappelijke activering zoals b.v. vrijwilligerswerk en waar mogelijk naar kwalificerende scholing of werk .

3.4 Actiepunten 1999

Eind 1998 zijn het experiment Sociale Activering en het Project Uitstroom Verbetering samengevoegd. Daarnaast wordt het project Uitstroom Verbetering verlengd tot 1 juli 1999 met als doel inzicht te verkrijgen in de benodigde instrumentarium voor een drietal aandachtsgroepen:

  • allochtonen tot Cito niveau 3
  • personen met kortdurende medische, psychische of psychosociale problemen;
  • ouders met kinderen onder de 12 jaar

1. Uit de voorgestelde werkwijze dient medio 1999 een beeld te ontstaan van de benodigde activiteiten om te komen tot een geïntegreerd sociaal activeringsbeleid. Hieruit dienen productspecificaties te ontstaan die instellingen helderheid verschaft over de door de gemeente in het kader van haar beleid gewenste producten. Op basis van het beleid in de eerste helft van 1999 wordt medio juli een voorstel geformuleerd voor het gemeentelijk activeringsbeleid voor 1999 en verder.

2. Gezien de groeiende aandeel van deze doelgroep in het uitkeringsgerechtigdenbestand is meer aandacht voor deze doelgroep wenselijk.

3. Een sluitende aanpak van langdurig werklozen;

4. Financieel overzicht 1999

KOSTEN

DEKKING KOSTEN

Naam Project

Fcl. Nummer

Totale kosten

Rijksbijdrage

ESF

Bijdrage gemeente

WIW 1999

RBA bijdrage/

iInkomsten derden

1

Centraal Informatiepunt volwassenen educatie

482010

211.920

   

59.920

60.000

60.0005

32.000

2

Assessment

               

3

Sociale activering

482114

150.000

   

100.000

50.000

   

4

Leerwerkbank :

482101

1.096.700

 

450.000

66.000

200.700

350.000

30.000

5

Beroepen-oriëntatie lang en kort

482109

110.000

 

60.000

 

50.000

   

6

Educatie

482000

2.830.000

2.600.000

 

80.000

150.000

   

Ned.moedertaal (NT1)

               

Alfabet autochtonen

               

Alfabet allochtonen

               

Elementair rekenen

               

Informatica

               

NT2 laag

               

NT2 hoog

               

VAVO

               

7

NT2 inburgerings-
trajecten

620130

1.350.570

1.350.570

         

8

Schakel naar werk

482102

737.500

 

320.000

 

237.500

180.000

 

9

Witgoed reparatie

482117

120.000

 

60.000

 

30.000

30.000

 

10

Bijdrage VAVO buiten Delft

482118

142.500

   

142.500

     

Totaal

 

6.749.190

3.950.570

890.000

448.420

778.200

620.000

62.000

Toelichting financiën

De educatieve vraag zal inhoudelijk in de eerste periode van 1999 nog grotendeels gelijk blijven met het voorgaande jaar. Vanuit het werkfonds wordt daartoe een substantiële bijdrage geleverd aan de financiering van het educatieplan. Deze bijdrage staat overigens als gevolg van de samenstelling van het Werkfonds onder druk. Dit heeft voor 1999 geleid tot een bezuiniging van ƒ 70.000,- bovenop de nog uit te voeren bezuiniging van ƒ 50.000,- die voortvloeit uit de strategienota Delft Kennisstad. In de loop van 1999 zal worden bezien welke mogelijkheden er zijn om de financiële middelen en de instrumenten nog in te zetten voor de WIW doelgroep. Een instrument daartoe is een meer trajectmatige aanpak van alle deelnemers aan, de in het kader van de WIW gefinancieerde, scholingstrajecten.

De volgende bezuinigingen zijn verwerkt:
1. Op het CIP wordt ƒ 20.000,- bezuinigd, geprobeerd wordt om via derden dit bedrag weer binnen te krijgen.

2. In 1998 was er vanuit de WIW een bedrag van ƒ 468.200,- beschikbaar, waaruit de cursussen sociale activering, activering jongeren tot 23 jaar, beroepenoriëntatie lang en kort , schakel naar werk en training on the job zijn bekostigd. In 1999 wordt hierop een bedrag van
ƒ 50.000,- bezuinigd, dit wordt gerealiseerd door de cursussen activering jongeren tot 23 jaar en de cursus training on the job in te bedden in het bestaande aanbod van de Leerwerkbank. Het beschikbare bedrag voor 1999 van ƒ 418.200,- is terug te vinden bij de WIW bijdrage aan de Leerwerkbank (ƒ 50.700,- )(+ ƒ 150.000,- als aparte post binnen de WIW financiering genoemd), Schakel naar werk (ƒ 237.500,-), Beroepenoriëntatie (ƒ 50.000,-), Sociale activering (ƒ 50.000,-) en Witgoedreparatie (ƒ 30.000,-) (zie onderstaand overzicht)

3. In het kader van de strategienota Delft kennisstad moet nog een bedrag van ƒ 50.000,- bezuinigd worden. Deze bezuiniging wordt gerealiseerd door de WIW bijdrage met ƒ 50.000,- te verminderen op de posten NT-2 hoog en NT-2 laag. De compensatie hiervoor wordt gevonden door ƒ 50.000,- van het reguliere rijksbudget vavo in te zetten op NT-2 hoog en NT-2 laag. Dit is mogelijk doordat de gemeente Delft geen volledig havo- en vwo aanbod meer bekostigd. Voor Delftenaren die aangewezen zijn op havo- en vwo als tweede kans onderwijs is het mogelijk op basis van een machtiging van de gemeente Delft gebruik te maken van het havo- en vwo aanbod in Den Haag.

Overzicht bezuiniging WIW.

Naam project WIW 1998 WIW 1999 Bezuiniging Bezuiniging strategienota
Centraal informatie punt 80.000 60.000 20.000  
NT2-Hoog 100.000 75.000   25.000
NT2-laag 100.000 75.000   25.000
Activering jongeren en   Training on the job   binnen Leerwerkbank
binnen Leerwerkbank
50.000  

Lijst van afkortingen en uitleg termen

Alfabetisering Educatieve programma’s die tot doel hebben mensen te leren lezen en schrijven

AOB Adviesbureau voor Onderwijs en Beroep

Arbeidsvoorziening De arbeidsbureaus nieuwe stijl. In 1991 zijn er regionale bureaus arbeidsvoorziening ontstaan ( RBA ), met als taak bemiddelen naar werk voor werkzoekenden.

BE Basiseducatie

Beroepsonderwijs Al het als zodanig in de WEB benoemde, bij de crebo ingeschreven en door de rijksoverheid bekostigde onderwijs.

BIND Bureau Informatie Nieuwkomers Delft

B&M Dienst Beheer en Milieu

CIP Centraal Informatie Punt Volwasseneneducatie

CITO niveau-aanduiding voor Nederlands als tweede taal, gebaseerd op de leerdoelen zoals die zijn vastgesteld door het CITO - Centraal Instituut voor Toetsenontwikkeling

CVH Centrum Vakopleiding Haaglanden

DMZ Dienst Maatschappelijke Zorg

ESF Europees Sociaal Fonds

JWG Jeugdwerkgarantiewet

KSE Kwalificatie Structuur Educatie

Kwalificatiestructuur

Educatie Systematiek om de begin- en eindniveaus van educatieve trajecten te kunnen beschrijven en vaststellen.

LWB Leerwerkbank Delft

NT1 Nederlands als moedertaal

NT2 Nederlands als tweede taal

OC&W Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

OGH OnderwijsGroep Haaglanden

PAS Programma Additionele Scholing

Reguliere overheidsgelden Alle overheidsgelden die door de overheid op basis van in wetten en regels vastgesteld beleid aan instellingen wordt uitgekeerd

RBA Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening

ROB Regionale Onderneming voor Beroepskwalificatie

ROC Regionaal Opleidingen Centrum; er zijn er circa 45 in Nederland. De ROC’s zijn in 1996 ontstaan door fusie van de basiseducatie, de vavo, het mbo, de streekschool en het vormingswerk. Kerntaak van het ROC is het verzorgen van onderwijs aan (jong) volwassenen.

Startkwalificatie kwalificatie die noodzakelijk is om een vervolgopleiding te kunnen volgen en/of een baan te verwerven op de arbeidsmarkt.

SVE niveau-aanduiding voor Nederlands als moedertaal, gebaseerd op de Leerdoelen zoals die zijn vastgesteld door het SVE - Landelijke Studie-en Ontwikkelingscentrum voor de Volwasseneneducatie

TAC Trainings- en adviescentrum

TRE Regionaal Opleidingen Centrum Tinbergen Reynevelt Educatief CentrumTaalPlus/Reynevelt Educatie maakt deel uit van de ROC TRE-groep.

VAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs

VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs

WIW Wet Inschakeling Werkzoekenden

WOC Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur

Sociale/maatschappelijke redzaamheid Het leren functioneren in de Nederlandse samenleving

Professionele redzaamheid Het opdoen van studievaardigheden, gericht op het volgen van een kwalificerende opleiding richting werk.

terug naar boven