Nota - Educatieplan 1999 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() naar agenda |
EDUCATIEPLAN 1999 Voor u ligt het educatieplan voor volwassenen van de gemeente Delft. Het educatieplan 1999 is tot stand gekomen door een gezamenlijke inzet van de diensten Dienst Maatschappelijke Zorg (DMZ) , Beheer & Milieu (B & M) en Welzijn, Onderwijs en Cultuur (WOC) , in overleg met Arbeidsvoorziening. Op basis van het -goedgekeurde-educatieplan 1999 worden er scholingsovereenkomsten met de uitvoerende instellingen afgesloten. Hierdoor is er sprake van een tweezijdige inkoop-/verkooprelatie in plaats van een eenzijdige planningsfunctie. In de scholingsovereenkomsten worden de afspraken vastgelegd over de inhoud en de aard van de scholing, het aantal cursisten, de intensiteit, de beoogde uitstroom (naar werk en/of vervolgopleiding) en de wijze waarop cursisten worden gevolgd . Drie maanden na afloop van de cursus volgt een evaluatie op de hiervoor genoemde outputindicatoren. Het evaluatieverslag met beleidsaanbevelingen wordt ter kennisname gestuurd naar de commissie Werk, zorg en onderwijs. 1.1. Collegeprogramma 1998-2002 Het collegeprogramma grensoverschrijdend vormt uitgangspunt voor het opstellen van het educatieplan 1999. Het college geeft in het programma aan dat zij iedereen de kans wil geven zich zo ruim mogelijk te ontplooien en actief deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer. Zij ziet het als kerntaak van de overheid ervoor te zorgen dat niemand buiten de boot valt. De aandacht van het college gaat daarom uit naar het verwerven en scheppen van extra banen en het begeleiden van (langdurig) werklozen naar scholing en werk. Een goed werkende lokale en regionale arbeidsvoorziening, onderwijs en gerichte scholing moeten ervoor zorgen dat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar aansluiten. Binnen dat beleid wil het college veel aandacht geven aan mensen met een lagere opleiding.Delft telt 2.200 langdurig werklozen. Het is zaak mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt met behulp van individuele trajectbegeleiding op een spoor van oriëntatie, scholing, vrijwilligerswerk en betaald werk te krijgen. Voor de groep mensen die (nog) niet in een dergelijk traject past, is een sociaal activeringsbeleid nodig. Visie Delftenaren krijgen door educatie die kennis en
vaardigheden aangereikt waardoor er een goede kans van slagen is in werk, vervolgopleiding
of maatschappelijk functioneren. Samenvattend vervult de educatie dus twee functies: De educatieve functies zijn geen gescheiden functies. Beide zijn onlosmakelijk onderdeel van het gemeentelijk beleid dat gericht is op activering en participatie. De gemeentelijke verantwoordelijkheid beperkt zich tot de bekostiging van de educatie . Het gaat hierbij om brede, algemene oriëntatie en schakeltrajecten die gericht zijn op langdurig werklozen met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. 1.2 Ontwikkelingen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE) 1.2 .1 Wet Educatie en BeroepsonderwijsSinds 1 januari 1997 is de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB ) van kracht. De WEB is ontworpen om meer samenhang te brengen in de verschillende vormen van onderwijs binnen de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (BVE). Door de WEB is de verhouding tussen gemeente en onderwijsinstelling veranderd van een financieringsrelatie naar een inkooprelatie. Per 1 augustus 1997 is een begin gemaakt met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur. De doorstroom van educatie naar beroepsonderwijs kan hierdoor worden verbeterd, zodat deelnemers sneller in de juiste trajecten terecht komen. Het uiteindelijke doel is dat iedere deelnemer met minimaal een startkwalificatie de arbeidsmarkt betreedt. De opleidingen worden uitgevoerd door de Regionale Opleidingen Centra (ROC). In Delft hebben we tot op heden te maken met twee ROCs; de TRE-onderwijsgroep en Onderwijsgroep Haaglanden. De TRE-onderwijsgroep, waarvan het Reynevelt College en Centrum TaalPlus deel uitmaken, is in Delft de enige aanbieder van educatie. Het beroepsonderwijs wordt door beide ROCs in Delft aangeboden. De plannen om te fuseren tot één ROC zijn in een vergevorderd stadium, de bestuurlijke fusie zal dan ook per 1 januari 1999 plaats vinden. Het beleidsterrein educatie is volledig gedecentraliseerd naar de gemeente.Voor de bekostiging van het onderdeel educatie ontvangt de gemeente jaarlijks een rijksbijdrage. De reguliere rijksbijdrage heeft betrekking op het totaal aan middelen die voorheen voor de basiseducatie (be) en het voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (vavo) beschikbaar zijn gesteld. Binnen het onderdeel educatie worden de volgende opleidingen aangeboden:
De WEB schrijft voor dat de gemeente de rijksbijdrage educatie aan het belanghebbende ROC toekent op basis van privaatrechtelijke contracten. De contracten dienen volgens de WEB te beschrijven: de aard van de activiteiten, het aantal deelnemers (zoveel mogelijk naar doelgroep), de periode, de omvang van het bedrag en de wijze van verantwoording naar de gemeente. Op grond hiervan formuleert de gemeente duidelijk aan de instellingen welk scholingsaanbod ontwikkeld moet worden. Daaraan vooraf gaat de vraag voor welke doelgroepen de gemeente het geld wil inzetten. 1.2.2. Vavo Vanwege het aantal teruglopende aanmeldingen voor het havo en vwo-aanbod in Delft is met ingang van het nieuwe schooljaar ervoor gekozen om het vwo aanbod in Delft af te bouwen en het havo aanbod te beperken tot de vakken nederlands en engels. De hierdoor vrijgekomen middelen worden ingezet ten behoeve van het Nederlands als tweede taal- onderwijs (NT-2). Voor Delftenaren die aangewezen zijn op havo- en vwo als tweede kans onderwijs is het mogelijk op basis van een machtiging van de gemeente Delft gebruik te maken van het havo- en vwo aanbod in Den Haag. Voor de bekostiging hiervan kan een beroep gedaan worden op het eenmalig toegevoegde bedrag van 45.000,- aan het educatieplan en van het nog beschikbare bedrag van 97.500,- in het Max Zomerdijkfonds . 1.2.3. OnderwijsInfrastructuur Ook voor 1999 heeft de gemeente Delft als uitgangspunt het handhaven van voorzieningenniveau ten behoeve van een zo breed mogelijk aanbod BVE. De veranderende regelgeving ten gevolge van de WEB en de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) , de fusie van beide ROCs maken het noodzakelijk om de scholingsinfrastructuur binnen Delft verder te optimaliseren. In 1999 zal onderzocht worden hoe binnen deze ontwikkelingen het Centraal Informatiepunt Volwasseneneducatie (CIP) en de Leerwerkbank gepositioneerd worden. Naast de genoemde ontwikkelingen is de gemeente Delft bestuurlijk betrokken bij de opzet van een Onderwijs Techno Centrum in de regio Haaglanden. 1.3 Ontwikkelingen activering en inschakeling naar Werk Op gemeentelijk niveau zijn de mogelijkheden voor het voeren van een beleid gericht op participatie, activering en inschakeling naar werk in de achterliggende jaren sterk toegenomen. Door decentralisatie van verantwoordelijkheden en veranderende regelgeving krijgt de gemeente steeds meer de rol van opdrachtgever. Deze beweging is zichtbaar in bijvoorbeeld de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) en de Wet Reïntegratie Abeidsgehandicapten (Wrea). De WIW, die per 1 januari 1998 van kracht is, omvat naast
de instrumenten detachering en werkervaringsplaatsen ook activering en scholing. Educatie
vormt dus een belangrijk instrument voor activering en inschakeling naar werk. Daarnaast blijven ook in 1999 de instrumenten detachering en werkervaring bestaan en is hierin ruimte voor groei. De Wet REA vult de mogelijkheden voor arbeidsgehandicapten verder aan. In 1999 zal tevens aandacht uitgaan naar beleidsontwikkeling gericht op een sluitende aanpak voor langdurig werklozen. 1.4 Arbeidsvoorziening Op het gebied van werk en scholing is er sprake van een nauwe samenwerking tussen de gemeente en arbeidsvoorziening. Deze relatie komt tot uitdrukking binnen de WIW, waarbij Bureau Werkplan en arbeidsvoorziening samenwerken bij de toeleiding van langdurig werklozen en jongeren naar de arbeidsmarkt. Maar ook het project Samenwerking Werk en Inkomen (SWI), de trajectbemiddeling van Bureau Werkplan en het uitgevoerde pilotproject Assessment zijn hiervan goede voorbeelden. Tijdens de voorbereiding van het scholingsplan 1999 heeft er regelmatig afstemming plaats gevonden met arbeidsvoorziening over de voorgenomen scholingsactiviteiten. Uitgangspunt daarbij is dat arbeidsvoorziening scholing alleen inzet als onderdeel van een bemiddelingsplan voor werkloze werkzoekenden die op kort termijn inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt . Brede, algemene oriëntatie en schakeltrajecten die geen onderdeel uitmaken van een bemiddelingsplan, of die gericht zijn op werkloze werkzoekenden met een lange afstand tot de arbeidsmarkt behoren tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. 1.5 Doelgroepbepaling Er is een grote maatschappelijke vraag naar educatie. Al jarenlang wordt de beschikbare capaciteit vrijwel volledig benut. Aangezien de financiële middelen niet toereikend zijn om in alle scholingsbehoeften te voorzien is het van belang voor het vaststellen van het scholingsplan 1999 vooraf te bepalen welke doelgroepen prioriteit hebben binnen het gemeentelijk scholingsbeleid. Binnen het hiervoor geschetste handelingskader is duidelijk dat educatie bedoeld is voor personen met een lage en/of afgebroken opleiding die scholing nodig hebben in het kader van maatschappelijke redzaamheid of in het kader van werk. Het gaat hierbij om de volgende doelgroepen ;
Voor het bepalen van het scholingsaanbod voor deze doelgroepen is het van belang inzicht te hebben in de omvang van de doelgroepen zodat vast te stellen is in welke omvang scholing wenselijk is in het kader van professionele of maatschappelijke redzaamheid. In de hiernavolgende hoofdstukken 2 en 3 is dit verder uitgewerkt. 2. Professionele redzaamheid / activering richting arbeidsmarkt Scholing als instrument om mensen te activeren naar de arbeidsmarkt. Het vergroten van kennis, inzicht, vaardigheden en houding van Delftse inwoners om de kansen op werk te vergroten en beter te functioneren op de arbeidsmarkt . 2.2 Ontwikkelingen die van invloed zijn op het scholingsaanbod richting arbeidsmarkt 2.2.1 Werkgelegenheid De werkgelegenheid in de regio Haaglanden onderscheidt zich door relatief veel overheid en (inter) nationale dienstverlening, kennis en technologie, agribusiness (met name tuinbouw ),
Door de economische groei vindt er een afroming plaats van de relatief beter bemiddelbare personen uit het bestand en nemen de kwalitatieve discrepanties op de arbeidsmarkt toe. De groep die overblijft combineert vaak twee of meer beperkende factoren, zoals hogere leeftijd, lage opleiding, beperkte taalbeheersing en/of medische beperkingen. Dat vraagt om intensieve trajecten richting arbeidsmarkt.Figuur 1 geeft inzicht in het opleidingsniveau van werkzoekenden in de regio Haaglanden en in de gemeente Delft . Uit de tabel blijkt dat 61% (BO/VBO) van de ingeschreven Delftse werklozen niet beschikt over een startkwalificatie.
figuur 1: opleidingsniveau werkzoekenden bron: Stand van zaken arbeidsmarktinformatie regio Haaglanden, juni 1998. regionale groeisectoren werkgelegenheid De werkgelegenheid groeide in 1997 in de marktsector , met name in het midden- en kleinbedrijf. De collectieve sector is in de groei dusdanig achtergebleven dat de totale werkgelegenheidsgroei daalde. Voor 1999 verwacht arbeidsvoorziening groei in de volgende sectoren ;
De gemeente en arbeidsvoorziening streven ernaar het scholingsaanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. De genoemde groeisectoren gezondheidszorg, detailhandel en zakelijke dienstverlening hebben daarbij extra aandacht. Een uitwerking van hiervan is terug te vinden in het bijgevoegde scholingsplan (zie o.a. het onderwijsaanbod van de leerwerkbank) . 2.3 Scholingsaanbod richting arbeidsmarkt Het aantal ingeschreven werklozen verdeeld naar opleidingsniveau (figuur 1) en de profilering van het cliëntenbestand van de DMZ (figuur 2) geven belangrijke richtlijnen voor het vaststellen van het noodzakelijke scholingsaanbod richting arbeidsmarkt of maatschappelijke redzaamheid.
figuur 2 : totaal aantal werkloos werkzoekenden met een uitkering van de DMZ. ; bron: PGI bestand arbeidsvoorziening, overgenomen uit de tussentijdse evaluatie van het assessment project, juli 1998. 32 % van het bestand ( ± 794 mensen) zijn potentiële
afnemers van het scholingsaanbod richting arbeidsmarkt. Voor 1999 is de verwachting dat er
200 nieuwkomers zijn waarvan er Het aanbod van de Leerwerkbank , de projecten Schakel naar werk en beroepenoriëntatie zijn voorbeelden van opleidingen richting arbeidsmarkt. Het scholingsaanbod wordt jaarlijks geëvalueerd en op grond van deze gegevens bijgesteld. Bij de planning en organisatie van het scholingsaanbod 1999 is rekening gehouden met de ervaringsgegevens van de afgelopen jaren; De actiepunten voor 1999 zijn als volgt ;
en arbeidsvoorziening ( Samenwerking werk en inkomen) meegenomen .
een wenselijke positionering onderzocht worden. 3. Maatschappelijke redzaamheid / sociale activering Maatschappelijke redzaamheid is gericht op : De bevordering van de persoonlijke ontwikkeling ten dienste van het maatschappelijk functioneren van volwassenen door de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houding. 3.2. Doelgroep maatschappelijke redzaamheid en educatieve behoefte Binnen de gemeente Delft zijn er groepen burgers die, mede
als gevolg van een educatieve achterstand, in een maatschappelijke achterstandssituatie
en/of maatschappelijk isolement dreigen te raken.
1. ouders met kinderen onder de 12 jaar
Het Project Uitstroom Verbetering is erop gericht voor bovengenoemde groepen een sluitende aanpak te ontwikkelen die leidt tot activering of uitstroom. 3.3. Scholingsaanbod richting maatschappelijke redzaamheid De potentiële doelgroep waarvoor als tussenstap en/of einddoel een scholingsaanbod richting maatschappelijke redzaamheid nodig is omvat ± 2000 personen. Het aanbod voor deze doelgroep is in eerste instantie gericht op het doorbreken van het isolement en op maatschappelijke activering zoals b.v. vrijwilligerswerk en waar mogelijk naar kwalificerende scholing of werk . Eind 1998 zijn het experiment Sociale Activering en het Project Uitstroom Verbetering samengevoegd. Daarnaast wordt het project Uitstroom Verbetering verlengd tot 1 juli 1999 met als doel inzicht te verkrijgen in de benodigde instrumentarium voor een drietal aandachtsgroepen:
1. Uit de voorgestelde werkwijze dient medio 1999 een beeld te ontstaan van de benodigde activiteiten om te komen tot een geïntegreerd sociaal activeringsbeleid. Hieruit dienen productspecificaties te ontstaan die instellingen helderheid verschaft over de door de gemeente in het kader van haar beleid gewenste producten. Op basis van het beleid in de eerste helft van 1999 wordt medio juli een voorstel geformuleerd voor het gemeentelijk activeringsbeleid voor 1999 en verder. 2. Gezien de groeiende aandeel van deze doelgroep in het uitkeringsgerechtigdenbestand is meer aandacht voor deze doelgroep wenselijk. 3. Een sluitende aanpak van langdurig werklozen;
Toelichting financiën De educatieve vraag zal inhoudelijk in de eerste periode van 1999 nog grotendeels gelijk blijven met het voorgaande jaar. Vanuit het werkfonds wordt daartoe een substantiële bijdrage geleverd aan de financiering van het educatieplan. Deze bijdrage staat overigens als gevolg van de samenstelling van het Werkfonds onder druk. Dit heeft voor 1999 geleid tot een bezuiniging van 70.000,- bovenop de nog uit te voeren bezuiniging van 50.000,- die voortvloeit uit de strategienota Delft Kennisstad. In de loop van 1999 zal worden bezien welke mogelijkheden er zijn om de financiële middelen en de instrumenten nog in te zetten voor de WIW doelgroep. Een instrument daartoe is een meer trajectmatige aanpak van alle deelnemers aan, de in het kader van de WIW gefinancieerde, scholingstrajecten. De volgende bezuinigingen zijn verwerkt: Overzicht bezuiniging WIW.
Lijst van afkortingen en uitleg termen Alfabetisering Educatieve programmas die tot doel hebben mensen te leren lezen en schrijven AOB Adviesbureau voor Onderwijs en Beroep Arbeidsvoorziening De arbeidsbureaus nieuwe stijl. In 1991 zijn er regionale bureaus arbeidsvoorziening ontstaan ( RBA ), met als taak bemiddelen naar werk voor werkzoekenden. BE Basiseducatie Beroepsonderwijs Al het als zodanig in de WEB benoemde, bij de crebo ingeschreven en door de rijksoverheid bekostigde onderwijs. BIND Bureau Informatie Nieuwkomers Delft B&M Dienst Beheer en Milieu CIP Centraal Informatie Punt Volwasseneneducatie CITO niveau-aanduiding voor Nederlands als tweede taal, gebaseerd op de leerdoelen zoals die zijn vastgesteld door het CITO - Centraal Instituut voor Toetsenontwikkeling CVH Centrum Vakopleiding Haaglanden DMZ Dienst Maatschappelijke Zorg ESF Europees Sociaal Fonds JWG Jeugdwerkgarantiewet KSE Kwalificatie Structuur Educatie Kwalificatiestructuur Educatie Systematiek om de begin- en eindniveaus van educatieve trajecten te kunnen beschrijven en vaststellen. LWB Leerwerkbank Delft NT1 Nederlands als moedertaal NT2 Nederlands als tweede taal OC&W Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OGH OnderwijsGroep Haaglanden PAS Programma Additionele Scholing Reguliere overheidsgelden Alle overheidsgelden die door de overheid op basis van in wetten en regels vastgesteld beleid aan instellingen wordt uitgekeerd RBA Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening ROB Regionale Onderneming voor Beroepskwalificatie ROC Regionaal Opleidingen Centrum; er zijn er circa 45 in Nederland. De ROCs zijn in 1996 ontstaan door fusie van de basiseducatie, de vavo, het mbo, de streekschool en het vormingswerk. Kerntaak van het ROC is het verzorgen van onderwijs aan (jong) volwassenen. Startkwalificatie kwalificatie die noodzakelijk is om een vervolgopleiding te kunnen volgen en/of een baan te verwerven op de arbeidsmarkt. SVE niveau-aanduiding voor Nederlands als moedertaal, gebaseerd op de Leerdoelen zoals die zijn vastgesteld door het SVE - Landelijke Studie-en Ontwikkelingscentrum voor de Volwasseneneducatie TAC Trainings- en adviescentrum TRE Regionaal Opleidingen Centrum Tinbergen Reynevelt Educatief CentrumTaalPlus/Reynevelt Educatie maakt deel uit van de ROC TRE-groep. VAVO Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs WIW Wet Inschakeling Werkzoekenden WOC Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur Sociale/maatschappelijke redzaamheid Het leren functioneren in de Nederlandse samenleving Professionele redzaamheid Het opdoen van studievaardigheden, gericht op het volgen van een kwalificerende opleiding richting werk. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |