Mevrouw Nieuwhof (coördinator van de Stichting Vluchtelingenwerk Delft) meldt zich aan als inspreekster bij het agendapunt 7. Mevrouw van den Boogaard (voorzitter van de Organisatie voor Gehandicapten Delft) meldt zich aan als inspreekster bij agendapunt 8 en 10. De heer Klein-Breteler (directeur van het Verpleeghuis De Bieslandhof en e-voorzitter van de Regionale Commissie voor de Gezondheidszorg) meldt zich aan als inspreker bij agendapunt 9.

De heer de Graaff (VVD) acht de notulen ten aanzien van de agendapunten 6 en 8 te beknopt. Hij erkent dat de commissie akkoord is gegaan met het voorstel van Combiwerk, meerdere fracties hebben zijn inziens echter benadrukt dat er geen verdringing mag optreden en dat er gewaakt moet worden voor para-commercialisering.

Bij agendapunt 8, de presentatie over het Centrum Werk en Inkomen (CWI), hebben meerder fracties de zorg uitgesproken over de mogelijke financiële consequenties voor de gemeente. De voorzitter antwoordt dat de opmerking betreffende het CWI meegenomen kan worden naar een later moment. Over het CWI zal verder gesproken worden naar aanleiding van het jaarverslag CWI 1998 en het Werkplan 1999.

De commissie gaat verder akkoord met de besluitenlijst.

De heer de Koning (Stadsbelangen) merkt op met betrekking tot het informatieboekje van de Dienst Maatschappelijke Zorg dat het lettertype zeer klein is en dat de tekst die afgedrukt is op oranje papier ook moeilijk leesbaar is.

De heer de Graaff (VVD) meldt met betrekking tot het voorstel tot deelneming in de Stichting ter voorbereiding van een Onderwijs Techno Centrum (OTC), dat de procedure weinig gelegenheid biedt om het voorstel in de fractie te bespreken. De Raadsvergadering vindt immers twee dagen na de commissievergadering plaats. Op dit moment acht hij de financiële consequenties voor de gemeente Delft onduidelijk.

De voorzitter antwoordt dat het hier vooralsnog niet meer omvat dan de mogelijkheid tot deelname in het bestuur van het OTC. Wanneer er een financiële vraag op tafel komt, zal die te zijner tijd aan de Raad voorgelegd worden.

De voorzitter zegt toe dat de plangrens van ofwel 4 ofwel 8 jaar ter discussie gesteld zal worden bij de bespreking van het Plan OALT.

De VVD spreekt de voorkeur uit voor variant 3, OALT als taalondersteuning in de groepen 1 tot en met 4 en daarna als cultuurbeleid, maar eerst zullen de resultaten van de behoeftenpeiling beoordeeld worden.

D66 wil OALT bij voorkeur als taalondersteuning buiten schooltijd aanbieden.

De voorzitter antwoordt dat bij het vaststellen van het Plan OALT beoordeeld zal moeten worden of met de invulling van het plan maximaal recht gedaan wordt aan de bestuurlijke uitgangspunten en de behoeften zoals die uit de peiling zijn voortgekomen.

De VVD verzoekt om mogelijkheden tot regionale samenwerking te onderzoeken, in het bijzonder tot het werkgeverschap. In dit kader wil de VVD tevens financiële ruimte te laten om eventuele latere financiële consequenties op te kunnen vangen.

De voorzitter zegt toe de mogelijkheid tot regionale samenwerking te onderzoeken.

Tot slot zegt de voorzitter toe na te gaan of er eerder rapporten over de effectiviteit van OALT zijn verschenen.

De commissie gaat verder akkoord met het voorstel.

7.

Mevrouw Nieuwhof (coördinator van de SVD) wil op een aantal knelpunten wijzen. De SVD werkt op basis van de vraag die bestaat bij vluchtelingen. In de praktijk blijkt de toegankelijkheid van de gemeentelijke instellingen voor vluchtelingen niet eenvoudig. Op deze wijze zijn bij de SVD projecten gestart op het gebied van schuldhulpverlening, plaatsing op scholen, begeleiding van 18-jarigen en het taalproject. De SVD levert een belangrijke bijdrage aan het creëren van draagvlak in de gemeente middels het grote aantal betrokken vrijwilligers dat er werkzaam is. Financiële middelen zijn belangrijk om deze continuïteit te behouden.

De voorzitter antwoordt dat de gemeente met dit voorstel beoogd heeft om, wanneer de instroom van vluchtelingen in Delft de taakstelling van het Rijk overschrijdt, de mogelijkheid te scheppen de subsidie aan te passen. Met betrekking tot de toegangankelijkheid van de instellingen is het uitdrukkelijk de keuze van het college om de verantwoordelijkheid te laten liggen bij de instellingen. De beleidskeuzen die in dit kader gemaakt zullen moeten worden, zullen door de projectgroep Integratiebeleid in kaart worden gebracht. De SVD is vertegenwoordigd in die projectgroep.

De voorzitter zegt toe dat de reservering van FL.168.000,- voor de 2e helft van het jaar als basisbedrag vastgesteld zal worden. In mei zal de projectopzet integratiebeleid aan de commissie voorgelegd worden. In die opzet zullen de schuldhulpverlening en de begeleiding van ama’s nader bekeken worden. Tot slot zal het rijk gewezen worden op de problematische wijze van financieren. De nabetalingen van rijkswege zouden veel sneller moeten verlopen.

De heer Kleine (Stip) stelt voor om gezien de tijd, de agendapunten 8 en 10 door te schuiven naar de volgende vergadering.

De voorzitter neemt het ordevoorstel over.

De heer Klein-Breteler (directeur van het verpleeghuis De Bieslandhof en vice-voorzitter van de Regionale Commissie voor de Gezondheidszorg (RCG)) uit namens de zorgaanbieders in Delft zijn zorgen over de relatie tussen de gemeente Delft en de verzekeraar DSW. Hij wijst op de belangrijke functie die DSW als huisverzekeraar in de regio vervult.

De voorzitter antwoordt dat de dienst Maatschappelijke Zorg en hijzelf contact onderhouden met DSW. Ook de wethouder zit in het RCG-bestuur en streeft naar een goede samenwerking in de regio.

De voorzitter zegt toe dat op 15 juni de plussen en minnen bij de mogelijke pakketten en de meerjarige premie-effecten van de verschillende offertes aan de commissie voorgelegd zullen worden.

De commissie gaat akkoord met het voorstel met uitzondering van het CDA. Het CDA wil de samenwerking binnen de regio en de rol die de DSW daarin vervult als toetsingscriterium in het pakket van eisen opnemen.

De commissie gaat akkoord met het voorstel. De VVD en de RPF/GPV/SGP maken een voorbehoud in afwachting van de begroting inzake de ICT –investeringen. Mede op verzoek van de heer Kleine (Stip) zegt de voorzitter toe de investeringsbegroting rond te sturen.

Vanuit de gemeente en de VNG wordt er bij het rijk druk uitgeoefend om de rijksbijdrage voor de begroting 2000 te vergroten.

Mevrouw Vlekke (PvdA) vraagt naar de stand van zaken rond de afhandeling van de WVG-bezwaarschriften. Zullen de termijnen, zoals vastgelegd in de algemene wet bestuursrecht, gehaald worden? Beroepschriften-procedures brengen immers hoge kosten met zich mee voor de gemeente.

Mevrouw Edwards (PvdA) vraagt naar de voortgang inzake de verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs.

De heer van den Doel (RPF/GPV/SGP) vraagt naar het overleg dat met Deltax gepleegd zou worden over de taxivergoedingen. Voorts vraagt hij naar de rol van de gemeente met betrekking tot de wachtlijsten voor de thuiszorg die bij Maatzorg zijn ontstaan.

De heer van Tongeren (CDA) meldt voor de verslaglegging dat de wethouder op de bijeenkomst van de OGD over de WVG-uitvoering op 5 maart jl., heeft aangegeven dat de combinatie stadstax en scootmbiel zeker tot de mogelijkheden behoort.

De voorzitter antwoordt dat de gemeenten binnen het RCG samen met de zorgaanbieders kijken naar het beheer van het zorgaanbod. Langs deze weg wordt ook onderzocht worden, daar waar wachtlijsten ontstaan, of er next-best oplossingen gevonden kunnen worden.

De voorzitter deelt mede dat het gesprek met Deltax heeft plaatsgevonden, het resultaat zal nagezocht worden.

Voorts zegt de voorzitter toe dat op een volgende vergadering de voortgang van het verzelfstandigingsproces binnen het openbaar basisonderwijs toegelicht zal worden.

Tot slot wordt meegedeeld dat kamer II haar uiterste best zal doen om de termijnen te halen. Wanneer de termijn van zes weken niet gehaald zal worden, zal de klant daarover geïnformeerd worden.

De voorzitter sluit de vergadering om 23:55 uur.