10 augustus 2000

Bijlage 1 Oudkomers  (deel 2)
 


naar agenda


naar deel 1

 

4c. Trajecten binnen de volwasseneneducatie voor specifieke groepen oudkomers

De huidige deelname aan volwasseneneducatie (VE) trajecten ziet er als volgt uit:

Cursisten volwasseneneducatie naar geslacht op 1 oktober 1999

schooltype/geslacht

indexcijfers (1998=100)

aantal cursisten 1999

1994

1995

1996

1997

1998

1999

mannen

NT2 laag

-

-

-

-

100

78

146

NT2 hoog

70

105

133

105

100

147

188

MAVO

55

84

120

105

100

81

52

HAVO**

229

371

586

600

100

71

5

VWO*

125

263

75

100

-

-

-

totaal

39

61

76

65

100

101

391

vrouwen

NT2 laag

-

-

-

-

100

80

219

NT2 hoog

39

77

92

94

100

122

229

MAVO

63

97

96

76

100

62

86

HAVO**

271

329

436

507

100

136

19

VWO*

150

194

122

100

-

-

-

totaal

61

97

105

100

165

149

553

mannen + vrouwen

NT2 laag

-

-

-

-

100

79

365

NT2 hoog

52

88

109

99

100

132

417

MAVO

61

93

103

85

100

68

138

HAVO**

257

343

486

538

100

114

24

VWO*

142

215

108

100

-

-

-

totaal

38

60

68

62

100

94

944

bron: Reynevelt College (t/m 1997/98) en Taalplus Educatie (vanaf 1998/99)

*

de opleiding VWO is gestopt na schooljaar 1997/98, in dat jaar volgden 8 mannen enen 18 vrouwen deze opleiding; indexcijfers (1997=100)

** de HAVO opleiding is beperkt tot cursussen Engels en Nederlands op HAVO niveau

 

Taalstages, werkstages en cursus Nederlands op de werkvloer

Zoals in hoofdstuk 1 al naar voren komt maakt educatie al een belangrijk onderdeel uit van inburgeringstrajecten en activeringstrajecten. De nadruk ligt hierbij op Nederlands als tweede taal in combinatie met cursussen op het gebied van maatschappelijke zelfredzaamheid. Zowel vanuit TaalPlus Educatie (onderdeel TRE-groep / ROC) als vanuit de traject-bemiddeling Project Uitstroomverbetering is geconstateerd dat voor een groot aantal cursisten ‘binnenschoolsleren’ haar beperkingen heeft. Deze cursisten komen niet meer verder en zijn gebaat bij andere lesvormen. De pilot taalstages is daar een succesvol antwoord op. De taalstage is een vorm van praktijkleren in een werkomgeving, die ingebouwd is in een onderwijsprogramma (NT2) en gericht is op het vergroten van de taalvaardigheid. Een taalstage is gericht op het oefenen van taalvaardigheid en sociale vaardigheden. Het op school geleerde wordt tijdens de taalstage in de praktijk gebracht. De nadruk bij de taalstage ligt meer op het in de praktijk brengen van het Nederlands dan om het soort werk dat verricht wordt.

De pilot taalstages is afgesloten met een positief evaluatierapport. Gelet op de bevindingen vanuit dit rapport en dit instrument in relatie tot de toekomstige ontwikkelingen binnen volwasseneneducatie (combineren van NT2-trajecten met beroepsgerichte activiteiten; duale leerroutes = werken en leren combineren; sluitende aanpak) verdient het de voorkeur om extra geld te reserveren om het project taalstages om te bouwen naar een structurele voorziening binnen de educatie, welke onlosmakelijk verbonden is aan een totaal programma, zowel voor nieuwkomers als voor de groep oudkomers (kosten huidige taalstages bedragen momenteel ƒ 3000,- per cursist in combinatie met NT2).

Na een taalstage-traject moet er een diagnose gesteld worden met betrekking tot een vervolgtraject. Is de deelnemer in staat via een vervolgtraject toegeleid te worden naar werk of is (voorlopig) sociale activering de aangewezen route.?

Werkstages zijn dan een vervolgmogelijkheid op taalstagetrajecten. Bij een werkstage ligt de nadruk op de capaciteiten die een cursist bezit voor bepaalde soorten werk. Een werkstage verstrekt inzicht in de kwaliteiten die een cursist heeft voor het werk dat hij gaat doen. In tegenstelling tot de taalstage is er bij een werkstage wel een koppeling naar een betaalde baan (en/of vakopleiding) na afloop van de werkstage. Een cursist leert daarnaast de vaktaal die voor het werk van belang is. Het traject kan afgesloten worden met een baan in combinatie met Nederlands op de werkvloer, waarbij de inhoud van dit scholings-programma gericht is op het verbeteren van de taal in dagelijkse werksituaties. Afhankelijk van de uitkomst van de doelgroepanalyse van de oudkomers kunnen deze drie instrumenten verder ontwikkeld worden en op elkaar afgestemd worden in relatie tot sluitende leerroutes en individuele trajectplannen. Vanuit de Leerwerkbank kan zeker ook lesmateriaal ontwikkeld worden om taal, beroepstraining en werk op elkaar aan te laten sluiten. Een nadere uitwerking hiervan, hangt nauw samen met de individuele vraag van de oudkomer.

De Leerwerkbank is een Delftse onderwijsvoorziening (gestart in 1993 als samenwerkings-project van de gemeente Delft, Arbeidsvoorziening Haaglanden en het Regionaal Opleidingscentrum Zuid-Holland, later is de coördinatie overgedragen aan de Onderwijs-Groep Haaglanden, per 1 januari 2000 is het ondergebracht bij de TRE-contractgroep). Het is een onderwijsvoorziening waar langdurig werklozen in praktijklokalen beroepsvaardigheden leren en vaardigheden om in een organisatie te kunnen werken (werkritme etc.).


Begeleiding 16-23 jarigen:

Zowel binnen de opvang voor vroegtijdig schoolverlaters als binnen het "JOS" project (jongeren op straat) wordt onderkend dat er een grote groep allochtonen onder deze jongeren is, waaronder ongetwijfeld ook AMA’s.

(Van de groep "risico leerlingen" tussen 16-23 die 250 leerlingen telt is 35% allochtoon. Binnen het Regionaal Centrum Voortijdig Schoolverlaten worden op jaarbasis 50 leerlingen opgevangen, waarvan 50% allochtoon.)

Aan deze jongeren wordt geprobeerd toch begeleiding, scholing en toeleiding naar werk aan te bieden. Het is echter een groep waarvoor veel inzet en ook samenwerking tussen de diverse hulpverlenende instanties nodig is. In onderlinge samenwerking tussen JOS, volwasseneducatie en het vakteam activering en inburgering in het kader van de RMC functie (regionaal meldpunt en coördinatie), wordt getracht begeleiding aan deze groep te bieden.

De inzet die tot op heden mogelijk is, schiet nog steeds duidelijk tekort. Een verdubbeling van de Delftse inzet binnen het regionale verband van de spijbelopvang en de begeleiding is hard nodig. Daartoe wordt gedacht het budget met ƒ75.000 te verhogen.

 

Aktiviteit

aantal deelnemers

door wie

kosten

6

taalstages , werkstages nederlands op werkvloer

40

vele plaatsen uitgezet door vakteam activering en inburgering

100.000

7

casebegeleiding van school- en trajectuitvallers van 16-23

15 tot 25

RMC, vakteam Activering en inburgering, afd.onderwijs en JOS

75000

4d. Randvoorwaarden leverend beleid: bijdragen aan de inburgering van oudkomers

Samenhangend begeleidingspakket:

De groep oudkomers in Delft bestaat voor een deel uit oudkomers die relatief nog niet zo lang in Nederland wonen (3 tot 5 jaar) ten opzichte van traditionele migranten die gemiddeld 10 jaar in Nederland wonen.

Uit gegevens uit het cliëntenbestand van de Stichting Vluchtelingenwerk Delft (SVD) is gebleken dat circa de helft van de personen die als nieuwkomer van de SVD maatschappelijke begeleiding hebben ontvangen, na twee jaar nog niet in staat is om geheel zelfstandig in de Delftse maatschappij de weg te vinden naar instanties en om een bestaan in Delft op te bouwen. Dat betekent dat nieuwkomers die in 1998 in Delft kwamen wonen nu individuele hulp vragen. Naar verwachting zijn dat in het jaar 2000: 170 personen. Voor de jaren van 2001 t/m 2005 wordt verwacht dat dat aantal tussen de 100 en 150 zal zijn.

Zorg en aandacht voor deze problemen bij oudkomers is noodzakelijk zodat belemmeringen worden opgeheven die het leren van de Nederlandse taal, de toeleiding naar de arbeidsmarkt en het opbouwen van een stabiele gezinssituatie in de weg staan. Voor veel mensen is het ‘op orde hebben’ van het eigen leven een voorwaarde om open te staan voor de nieuwe samenleving en daarin te kunnen integreren.

Meer of minder specifieke problemen waar oudkomers mee te maken hebben zijn:

  • problemen in onderlinge verhouding in het gezin, bijvoorbeeld vanwege hernieuwde gezinshereniging,
  • psycho-sociale problemen bij het verwerken van het vluchtelingverleden waaraan men in de 1e twee jaar niet is toegekomen van het settelen in de nieuwe samenleving,
  • psycho-sociale problemen door heimwee en het ontbreken van een sociaal netwerk,
  • knelpunten in de huisvestingssituatie vanwege gezinshereniging,
  • onbekendheid met de mogelijkheden van de (zorg)instellingen.

Een samenhangend begeleidingspakket stelt deze groep in staat een stabiele(re) gezinssituatie op te bouwen. De diversiteit van de situaties vraagt om verschillende vormen van laagdrempelig hulp-aanbod, zodat oplossingen op maat kunnen worden geboden. Een aantal voorzieningen werkt daarin aanvullend op elkaar (Stichting Vluchtelingenwerk Delft, en Migrantenopbouwwerk en de bijstandmaatschappelijkwerkers en andere gemeentelijke loketten). Van hieruit worden mensen geadviseerd over het oplossen van eenvoudige problemen en wordt zo nodig doorverwezen en begeleid naar organisaties als het Algemeen Maatschappelijk Werk, het Opvoedbureau of het Riagg. Daarnaast worden activiteiten aangeboden, zoals (multiculturele) conversatie-groepen, gezondheidsvoorlichting en -opvoeding en sociaal-culturele activiteiten.

Uit gegevens van Bureau Werkplan is gebleken dat 60% van de fase 4 cliënten werkloze allochtone cliënten zijn die al langer in Delft wonen en hinder ondervinden bij het aanvaarden van een betaalde baan of een scholingstraject door psycho-sociale problemen. Daarom wordt in de loop van het jaar 2000 een zorgnetwerk ingesteld voor allochtone cliënten die aan een bemiddelingstraject naar een betaalde baan deelnemen. Het zorgnetwerk zal bestaan uit hulpverlenende organisaties (Riagg, AMW, huisartsen en 1e-lijnspsychologen) die samenwerken en die onderling kennis uitwisselen over hulpverlening aan allochtone cliënten. Het Algemeen Maatschappelijk Werk zal hierbij een centrale rol spelen. Doel is om voor allochtone cliënten die deelnemen aan een bemiddelingstraject met voorrang zorg in te kunnen kopen. Hiertoe dient het AMW versterkt te worden op het gebied van hulpverlening aan allochtone cliënten. Daarvoor zal een ontwikkelingstraject worden ingezet.

In 1999 is in Delft een ‘Bezoekvrouwenproject’ gestart. Dit houdt in dat drie (en binnenkort vier) bezoekvrouwen huisbezoeken afleggen, bijvoorkeur bij vrouwen met dezelfde taal-/cultuurachtergrond. Langs deze weg wordt getracht op een structurele manier sociaal isolement te doorbreken, c.q. te voorkomen. Indien nodig wordt er doorverwezen naar hulpverlenende instanties. Daarnaast wordt toeleiding verzorgt naar activiteiten.

Samenwerking voor training en methodiekontwikkeling van de bezoekvrouwen (Instroom/Doorstroom-functies, voorheen Melkertbanen) met die voor de eerdergenoemde contactpersonen ligt voor de hand. De Stichting Vluchtelingenwerk Delft is het aanspreekpunt en het centrale coördinatiepunt. Om ook de samenhang in deze activiteiten zo optimaal mogelijk te laten zijn, worden de activiteiten ingekocht bij de diverse instellingen vanuit het centrale coördinatiepunt oudkomers.

Dat geldt ook voor de activiteiten die de Stichting Vluchtelingenwerk Delft uitvoert voor oudkomers vluchtelingen. Zij kennen een problematiek die maakt dat ze ook na hun begeleiding in de nieuwkomers tijd nog aankloppen bij de SVD.

Die biedt hen een aantal activiteiten die het voor hen toch mogelijk maken deel te nemen aan trajecten op het gebied van taalkennis en werktoeleiding. Naast deelname in het samenhangende pakket gaat het om Ontspannende activiteiten om het gevoel van veiligheid te vergroten waarbij toeleiding naar reguliere ontmoetings- en ontspanningsmogelijkheden in Delft voorop staat en belangenbehartiging van Oudkomers op stedelijk niveau waarbij de specifieke vluchtelingenproblematiek onder de aandacht wordt gebracht bij organisaties en instellingen in Delft zodat de Delftse samenleving wordt ingesteld op allochtone burgers die extra zorg nodig hebben. (Bijlage 5, concept uitvoeringsovereenkomst)

Intensieve begeleiding schuldenaars

In het kader van het ontwikkelen van het samenhangende integratiebeleid is schuldhulpverlening als taak van de budgetwinkel aangewezen. Tot vorig jaar is de Stichting Vluchtelingenwerk Delft ingesprongen in de leemte die er op dit gebied bestond.

Onder de vreemdelingen in Delft, vooral in de Somalische gemeenschap bestaan veel schulden en weinig affiniteit hier adequaat mee om te gaan. De hulpverlening op dit terrein vereist dan ook een veel grotere inzet dan de budgetwinkel normaal gesproken kan bieden.

Ook bij het wijk- en opbouwwerk werd dit probleem geconstateerd. In overleg (Stichting Welzijn Delft, gemeente, woningbouwvereniging, Stichting Maatzorg, Instituut Sociaal Raadslieden, en de Budgetwinkel ) is een plan ontstaan wat nu in dit kader vorm gegeven kan worden.

Duidelijk is dat vanwege taalproblemen en cultuurverschillen een intensieve trajectbegeleiding vereist is. Het voorstel is om doelgroepgericht huisbezoeken te organiseren en te verrichten door een tweetal personen. Eén persoon die geheel ingeburgerd of autochtoon is en een tweede persoon die uit de doelgroep komt. Daartoe wordt bij de budgetwinkel een extra consulent aangesteld met deze specifieke opdracht en zullen een aantal contactpersonen getraind worden op deze deskundigheid.

De ervaring die de SVD in afgelopen jaren heeft opgedaan met deze hulpverlening zal uiteraard worden benut in dit kader.

Het plan is om de methodiek en de samenwerking eerst kleinschalig uit te testen en vervolgens uit breiden naar een aanzienlijke groep schuldenaars. (streven is 100)

 

Conversatiegroepen:

Sinds 1996 worden er conversatiegroepen voor allochtonen/nieuwkomers georganiseerd.

De doelstelling van deze conversatiegroepen is tweeledig. Enerzijds kunnen cursisten, op een niet-schoolse manier, binnen een sociaal-culturele instelling waar activiteiten op allerlei gebied worden aangeboden, hun vaardigheid in het Nederlands verder ontwikkelen. Anderzijds krijgen de deelnemers aan deze groepen impulsen tot sociale activering en wordt hun isolement doorbroken.

Er draaien nu ongeveer vijf groepen per week op diverse locaties. De deelnemers hebben een verschillende taal- en culturele achtergrond, waardoor het Nederlands spreken met elkaar gestimuleerd wordt. Het aantal deelnemers varieert tussen de vier en twaalf deelnemers. Er zijn op dit moment ongeveer vijftien vrijwilligers actief bij het begeleiden van deze groepen. Taalplus biedt de vrijwilligers ondersteuning op het vlak van deskundigheid.

De werkzaamheden die behoren bij het organiseren en uitvoeren van de conversatiegroepen zijn de volgende:

  • centrale coördinatie;
  • werving deelnemers;
  • bespreken locaties en tijden;
  • bewaking kwaliteit en voortgang;
  • werving begeleiders;
  • deskundigheidsbevordering begeleiders.

De laatste twee taken kunnen bij de Vrijwilligerscentrale van de Stichting Welzijn Delft neergelegd worden, waarbij het de deskundigheidsbevordering in samenwerking met de onderwijsinstelling Taalplus in Delft kan worden gedaan.

De overige taken dienen nu in het kader van het totale oudkomersbeleid bij de centrale coördinatie te worden neergelegd, maar in kader zal hiervan veel worden uitbesteed aan het vakteam wijkbeheer die de know how bezitten om aan te geven waar deze groepen zo vruchtbaar mogelijk kunnen functioneren. Deze conversatiegroepen bieden een grote kans om mensen op locatie in de buurt, in contact te brengen met vele voor hen belangrijke sociale netwerken en maatschappelijke activiteiten. Daar waar geconstateerd wordt dat ouders wel taalles / oefening nodig hebben, maar een locatie buitenshuis niet zonder hulp kunnen bereiken, zal bezien moeten worden of hier een oplossing voor te vinden is.

 

Aktiviteit

aantal deelnemers

door wie

kosten

8

inkopen van sociaal psychische onder-steuning bij de traject-begeleiding en de zorgverlening

30 tot 50

inkoop door vakteam activering en inburgering bij Maatzorg, Riagg,huisartsen e.a.

50.000

9

maatsch. begeleiding / opvang van oud-komers-vluchtelingen

170

Stichting Vluchtelingenwerk Delft

113.000

10

uitbreiding aantal conversatiegroepen

120

vrijwilligerscentrale , Taalplus gecoördineerd voor plaats en tijd door vakteam wijkbeheer

25000

11

intensieve schuldhulp

80 tot 100

budgetwinkel e.a.

50.000

12

laagdrempelige opvang en doorverwijzing

minimaal 200

SVD, bezoekvrouwen, Bijstand maatsch.werk, Soc.Raadslieden enz.

bestaand

 

5 De volgende jaren:

In het kader van het totale integratiebeleid zullen ook plannen vorm krijgen ten aanzien van flexibilisering van de kinderopvang.

Op dit moment wordt er al aan gewerkt om het mogelijk te maken dat cursisten van de inburgeringstrajecten en de activeringstrajecten kinderopvang op maat van hun cursussen kunnen krijgen. Een speciale kinderopvangplek (of kleinschalig op meerdere plekken binnen de brede school opzet) die in voorschoolse taalstimulering kan voorzien moet nog worden ontwikkeld.

De inzet van schoolmaatschappelijk werk, samenwerking tussen schoolartsen en consultatiebureau’s is ook ter sprake geweest.

Voor oudere migranten is extra ondersteuning bij de inburgering van hen die uiteindelijk niet terugkeerden naar hun geboorteland ook erg belangrijk. De Stichting Ouderenwerk Delft is bezig met een onderzoek op dit gebied. Hierbij kan worden aangesloten.

De inbedding van de nu omschreven plannen en projecten binnen het totale beleid zal zeker nog verder worden ontwikkeld.

 

6 Beknopte uitwerking in projecten, resultaten en kosten

nr

project

verantwoordelijk

wat

kosten

1

team oudkomers

vakteam activering/
inburgering

uitbreiding team met

1,5 fte coördinator/ trajectbegeleider

150.000

2

contact-
personen

vakteam activering/
inburgering

aanstelling contactpersonen en

trainingen en

75.000

 

3

in kaart brengen van de processen, producten en hun samenhang

en daarbij passende monitoring

Vrijbaan of andere deskundige, in opdracht van projectteam integratiebeleid

beschrijving van de te lopen trajecten in opvolging en samenhang van verschillende groepen cliëntvolgsysteem en productmonitoring

100.000

 

 

 

 

4.

moedercursus peuters

GOA

straks vensterschool

taalcursus voor vrouwen en opvang van hun kinderen met taalgevoelig-
heidstraining

in alle wijken

120.000

5

divers aanbod cursussen en spreekuur opvoed- en advieswerkaan ouders van kinderen

basisonderwijs

GOA e.a.

c.q. vensterschool

opvoedingsvoorlichting voor ouders met kinderen gezondheid, taal en onderwijssysteem, betrokkenheid van de ouders vergroten,

145.000

 

 

nr

 

 

project

 

 

verantwoordelijk

 

 

wat

 

 

kosten

6

uitbreiding van het aantal taalstages, werkstages en cursus Nederlands op de werkvloer

middels inkoopbudget

coördinatiepunt Oudkomers

van een aantal taalstages en werkstages met taalcursus als experiment groeien naar een gedegen aanpak van de NT2 cursussen met ingebouwde op maat gesneden stages

3000 per cursist, te financieren uit VE gelden met aanvulling van

100.000

7

begeleiding 16-23 jarigen / vroegtijdig schoolverlaters

vakteam Onderwijs RMC

casebegeleiding van allochtone jongeren die vroegtijdig de school verlaten en extra begeleiding nodig hebben, dan wel binnen opvang, dan wel "op straat".

Bijdrage van

75.000

8

inkoopbudget t.b.v. inkoop van sociaal psychische ondersteuning

vakteam activering en inburgering, coördinatiepunt oudkomers

realiseren van zorg- en hulpverlenings-
netwerk aan allochtonen om sociaal-. psychische moeilijkheden die barriere zijn voor het doorlopen van een traject te helpen oplossen

50.000

9

activiteiten SVD voor oudkomers

SVD

opvang/verwijsfunctie

ontspanning en doorverwijzing

belangen-
behartiging

113.000

10

conver-
satiegroepen

in buurthuizen en andere laagdrempelige plaatsen

SWD/vrijwilligers

centrale en vakteam wijkbeheer

met inzet van vrijwilligers conversatiegroepen organiseren om de basis van de taallessen verder uit te bouwen en op peil te houden

25.000

11

maatschappelijke begeleiding en schuld-
hulpverlening

Budgetwinkel met de contactpersonen en deskundigheids-
bevordering

onder de groepen vreemdelingen bestaan schulden.

Andere culturen maken begrip voor onze gedragsregels erg moeilijk

extra consulent bij de budgetwinkel met de contactpersonen. trajecten met intensieve begeleiding

50.000

12

laagdrempelige opvang en doorverwijzing

diverse bestaande loketten

bijstandsmaatsch. werk, soc.raadslieden etc. kunnen ook doorverwijzen

bestaand

13

diverse projectkosten

 

onkosten bij organisatie en voorbereiding

100.000

 

totaal 1999 + 2000

   

1.103000

14

latere aanvullingen

 

bijv. Kinderopvang en activiteiten voor ouderen

 

De voorbereidings- en organisatiekosten die met al deze activiteiten gemoeid zijn zullen door de projectgroep integratiebeleid in beeld worden gebracht en in de definitieve verdeelstaat en begrotingswijziging worden opgenomen.

Meerjarig:

 

1999

2000

2001

1

 

150.000

150.000

2

 

75.000

75.000

3

100.000

 

50.000

4

 

120.000

120.000

5

 

145.000

145.000

6

 

100.000

100.000

7

 

50.000

50.000

8

 

75 000

75.000

9

 

113.000

113.000

10

 

25.000

25.000

11

 

50.000

50.000

12

     

13

100.000

 

50.000

14

   

p.m.

       

tot.

200.000

903.000

1.003.000

 

Voorstel:

  • Dit plan goedkeuren ter indiening bij ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
  • In afwachting van goedkeuring starten met voorbereidingen van de uitvoering en daartoe de bijdrage die in 1999 in de reserve integratiebeleid is gestort aanwenden.
  • Het plan ter advisering aanbieden aan de leden van de raadscommissie Werk, Zorg en Onderwijs.
  • Het plan behandelen in de raadscommissie WZO van 14 maart 2000.
  • Na goedkeuring minister opstellen definitief plan en de bijbehorende begrotingswijziging.

Bijlagen:

  • Quick scan vreemdelingen in Delft, rapport van bureau Regioplan;
  • Vragenlijst zoals nu wordt gebruikt in het onderzoek naar inburgering van vreemdelingen in Delft;
  • Statistische gegevens over vreemdelingen in Delft;
  • Nota Vensterschoolprogramma in Delft;.
  • Concept subsidie overeenkomst met Stichting Vluchtelingenwerk Delft.
  • Voorlopig overzicht van te behalen resultaten / producten.

 

terug naar boven