Stuk 56 I Delft, 16 april 1996.
Onderwerp: uitbreiding competentiekamer IV - Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
1. Inleiding.
1.1. In Delft bestaat een Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften. Volgens de taakomschrijving in de betreffende verordening adviseert deze commissie bestuurs- organen inzake de te nemen beslissing ten aanzien van bij die bestuursorganen op grond van de Algemene wet bestuursrecht of enig andere wettelijke regeling ingediende beroep- of bezwaarschriften. De commissie bestaat uit vier kamers. Kamer IV is belast met de behandeling van personeelszaken. Echter niet alle personeelszaken. Kamer IV behandelt bijvoorbeeld geen bezwaarschriften betrek- king hebbend op de rechtspositie van personen met een aanstelling op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening (verder te noemen WSW) dan wel op de toelating tot de personenkring als bedoeld in die wet. Deze bezwaarschriften zijn in de verordening expliciet van behandeling door kamer IV uitgezonderd. Er bestaat aanleiding deze uitzondering te doen vervallen.
1.2. Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat ook rechtspositionele zaken op het terrein van het openbaar onderwijs niet onder de competentie van kamer IV vallen, maar bezwaarschriften op dit punt komen zo weinig voor dat voorshands afgezien wordt van onderbrenging van deze zaken bij kamer IV.
2. Gevolgen competentie-uitbreiding kamer IV CBB.
2.1. De behandeling van bezwaarschriften op het gebied van de WSW was ingevolge die wet tot 1 januari 1994 opgedragen aan de Sociale Werkvoorzieningscommissie. Met de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op 1 januari 1994 zijn de bepalingen over bezwaar en beroep in de WSW vervallen en behoort de behandeling van de bezwaarschriften niet meer tot de taak van de hiervoor genoemde commissie.
2.2. Bij besluiten ingevolge de WSW wordt momenteel op lokaal niveau de volgende procedure gevolgd: het indienen van een bezwaarschrift bij burgemeester en wethouders, het houden van een hoorzitting door de verantwoordelijke wethouder en een ambtenaar van Combiwerk en tenslotte het nemen van een heroverwegings- besluit. Genoemde werkwijze legt een (te) groot beslag op de betrokken wethouder zowel uit een oogpunt van tijd als gelet op de vereiste specialistische kennis.
2.3. Gelet op het voorgaande wordt nu dan ook voorgesteld de hier bedoelde WSW- zaken eveneens onder de competentie te brengen van kamer IV van de CBB en de betreffende uitzondering in de verordening te doen vervallen.
2.4. Het zal naar schatting om ongeveer 30 zaken per jaar gaan. Dit heeft zowel kwantitatief als kwalitatief vanzelfsprekend gevolgen voor het huidige zakenbe- stand van kamer IV. Per jaar behandelt kamer IV ongeveer 8 zaken. Daar komen er in het kader van de WSW zo'n 30 per jaar bij. Daarnaast betekent het voor- gaande dat ook het karakter van kamer IV wijzigt. Ligt op dit moment het accent op personeelszaken in de sfeer van het ambtenarenrecht, bij een competentie- uitbreiding als nu beoogd komt de nadruk te liggen op WSW-zaken. Dit wordt evenwel door ons, alsmede door de voorzitter van kamer IV, niet als een bezwaar gezien. Specialistische kennis is in voldoende mate aanwezig.
3. Financiële aspecten.
3.1. Het aantal zittingen zal ten gevolge van een competentie-uitbreiding toenemen, hetgeen financiële gevolgen heeft voor de door de gemeente verschuldigde presentiegelden. Benodigd zal zijn een extra bedrag van ongeveer ƒ 2.800,-- op jaarbasis, uitgaande van 7 extra zittingen. Dit bedrag ware ten laste te brengen van de algemene middelen.
3.2. Op het punt van secretariële ondersteuning zal uitbreiding nodig zijn. Naar schatting zou vooralsnog volstaan kunnen worden met een uitbreiding van het huidige secretariaat (= 4 uur per week) met 10 uur per week. Uitgaande van schaal 10 voor een functie van dit niveau vergt dat een financiële voorziening van ongeveer ƒ 24.000,-- op jaarbasis. Voorgesteld wordt ook dit bedrag ten laste te brengen van de algemene middelen. Dit is ook enkele jaren geleden gebeurd bij de uitbreiding van de secretariaten van kamer I en II van de CBB (herstructurering rechtbescherming), zoals verzorgd door respectievelijk de diensten SO en DMZ. Eenzelfde gedragslijn werd gevolgd bij het instellen van kamer IV in 1995. Aanwijzen van een secretaris is een bevoegdheid van ons college.
4. Slot.
Het voorgaande overziende stellen wij uw raad, onder voorbehoud van instemming door de commissie middelen, het volgende voor:
1. De uitzondering als genoemd in artikel 2, lid 2, onderdeel e van de Veror- dening commissie voor de beroep- en bezwaarschriften gedeeltelijk te doen vervallen, zodat kamer IV van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaar- schriften (CBB) voortaan ook bevoegd is ten aanzien van WSW-zaken. Een concept-raadsbesluit is bijgevoegd.
2. Vanaf het moment dat kamer IV op basis van de voorgestelde competentie- uitbreiding in dat opzicht feitelijk functioneert, structureel een bedrag ter beschikking te stellen van ƒ 26.800,-- op jaarbasis in verband met presen- tiegelden en uitbreiding van het secretariaat van de CBB/kamer IV en dit bedrag ten laste brengen van de algemene middelen. Een daartoe strekkend- voorstel is verwerkt in de kadernota onder punt 7.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.V. van Walsum ,burgemeester.
U. Sijtema ,secretaris.
Stuk 56 II
De raad der gemeente Delft;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 1996;
gelet op het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het bepaalde in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende
wijziging van de Verordening commissie voor de beroep- en bezwaarschriften (4e wijziging);
in artikel 2, lid 2, onderdeel e vervalt de zinsnede "op de rechtspositie van personen met een aanstelling op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening dan wel op de toelating tot de personenkring als bedoeld in de Wet Sociale Werkvoorziening, alsmede".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 april 1996.
,burgemeester.
,secretaris.
Stuk 56 III
De raad der gemeente Delft;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 1996;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;
b e s l u i t :
I. structureel - vanaf het moment dat kamer IV op basis van de competentie-uitbrei- ding ten aanzien van WSW-zaken in dat opzicht feitelijk functioneert - een bedrag van ƒ 26.800,-- op jaarbasis ter beschikking te stellen in verband met presentiegel- den en uitbreiding van het secretariaat van de CBB/kamer IV;
II. in te stemmen met de voorgestelde wijze van financiering.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 april 1996.
,burgemeester.
,secretaris.