Stuk 138 Delft, 17 september 1996.
Onderwerp: overeenkomst "gevonden zaken".
Aan de gemeenteraad.
Geachte dames en heren,
In de Delftse APV-1992 staat nog steeds een bepaling inzake gevonden voorwerpen (artikel 138). Hierin wordt onder meer bepaald dat de vinder van een gevonden voorwerp de vondst binnen 48 uur moet melden aan een ambtenaar van de politie. Op 1 januari 1992 is met de inwerkingtreding van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (titel 2 van Boek 5) een nieuwe wettelijke regeling van kracht geworden over gevonden zaken (niet meer: "voorwerpen"), waardoor het APV-artikel van rechtswege is vervallen.
De nieuwe regeling komt er in het kort op neer, dat de vinder van een onbeheerde zaak van die vondst aangifte moet doen bij een daartoe aangewezen ambtenaar van de gemeente. De vinder is te allen tijde bevoegd de zaak in bewaring te geven aan de gemeente.
Verder worden de burgemeester enkele wettelijke bevoegdheden gegeven (onder andere verkoop van de zaak indien deze niet binnen een bepaalde termijn is afgehaald). De politie wordt in de gehele regeling niet meer genoemd.
Evenals in andere gemeenten in Nederland is het in Delft reeds jarenlang de gewoonte dat zowel de vinder als degene die iets verloren heeft zich bij de plaatselijke politie vervoegt; dit wijkt af van de wettelijke regeling. Hier komt nog bij, dat als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Politiewet per 1 april 1994 de politie uit de gemeentelijke organisatie is getreden ("ontvlechting").
Om de bestaande praktijk toch te kunnen blijven voortzetten - hetgeen wij in het belang achten van zowel degene die iets verliest als van de vinder - is het noodzakelijk dat hieromtrent een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten met de politieregio Haaglanden. Deze kan niet in werking treden met terugwerkende kracht, maar de financiële consequenties kunnen wél terugwerken, evenals de vrijwaring.
In de overeenkomst wordt de politieregio bevoegd verklaard met betrekking tot alle uitvoeringswerkzaamheden als bedoeld in titel 2 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.
Tevens wordt de gemeente gevrijwaard van aansprakelijkheid die het gevolg is van de uitvoering van werkzaamheden inzake gevonden zaken.
Aan deze overeenkomst zijn geen kosten voor de gemeente verbonden. De eventuele opbrengst van verkoop van niet-afgehaalde zaken komt toe aan de politieregio.
De politieregio verklaart zich bereid, jaarlijks verantwoording af te leggen over de wijze waarop zij van de overgedragen bevoegdheden en verplichtingen gebruik heeft gemaakt.
Onder voorbehoud van gunstig advies van de commissie veiligheid stellen wij u voor akkoord te gaan met de voor u ter inzage gelegde overeenkomst.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Delft,
H.V. van Walsum ,burgemeester.
U. Sijtema ,secretaris.