Handelingen raadsvergadering - 28 juni 1997 deel 2 uit 4
150. Overhandiging van een cadeau door wethouder A.J. van der Hout.
De heer VAN DER HOUT: Voorzitter. Wie denkt dat ik mij laat beperken door dit onderdeel van de agenda en dat ik alleen een cadeau zal overhandigen, heeft het mis. Ik zal ervoor zorgen dat ik nog even aan het woord blijf.
Beste Huib. Driemaal is scheepsrecht. Dat durf ik wel te zeggen in een stad die een van de VOC-steden is geweest. Bij de VVV is in dat kader ook een prachtige route beschikbaar. Dit is namelijk de derde keer dat je mij in de afgelopen drie dagen meemaakt. De goede waarnemers hebben kunnen ontdekken dat ik elke keer een ander jasje aan had. Ik heb vandaag bewust een vrolijk jasje aangetrokken. Straks zult u begrijpen waarom.
Afgelopen donderdag had ik een groen jasje aan. Toen heb ik, evenals gisteren en vandaag, een eigenschap getoond, waarbij ik even wil stilstaan. Het was donderdag een groen jasje, omdat ik toen groen van woede was tijdens een vergadering van de gemeenteraad. Ik hoop dat de verslaggeving in de krant niet overeenkomt met de notulen. Afgelopen vrijdag, gisteren, had ik een zwart jasje aan. Ik heb toen voor het eerst in 39 jaar zingend op de planken gestaan. Ik heb je toen toegezongen.
Vandaag leer je een nieuwe eigenschap van mij kennen. Ik moet voor deze zaal bekennen dat hier in wezen een ongelooflijk lui mens staat. Ik moest voor vandaag een verhaal voorbereiden, maar daar had ik geen zin in. Ik heb dus maar een groot aantal brieven verstuurd met de vraag of mensen mij wilden helpen om vandaag een toespraak te houden. Er is massaal gereageerd!
Wij nemen er met elkaar nu ook maar even de tijd voor, want ik citeer een aantal bijdragen. Ik ga van verleden, via heden naar toekomst en, wat men misschien niet verwacht, van positief naar negatief.
Beste Huib. Ik draag nu voor uit andermans werk. Ik kon het mij vandaag niet gemakkelijker maken!
"Iedereen was doodstil in de zaal. Huib ging wat voorover staan, keek de zaal in en zei met zachte stem, overtuigd:
'Als gemeentebestuurders bij elkaar zijn we niet in staat om dit gruwelijke geweld te stoppen, maar er komt een einde aan, dat moet. Dan kunnen we werken aan de opbouw van het land en aan verdraagzaamheid en tolerantie. Dat beeld van Zadkine uit mijn jeugd, op de Coolsingel was heel belangrijk - belangrijk voor mij en ook voor heel veel mensen in die verwoeste stad Rotterdam. Dat stimuleerde ons om hard te werken aan de wederopbouw van de stad. Daarom moet er in het centrum van Sarajevo, in het hart van de stad, tussen de marktkramen van de dagmarkt, aan de rand van de Bazarcia, een standbeeld komen. En dat standbeeld moet een afbeelding zijn van Mujo en Hasso.' Deze twee, schijnbaar wat dommige lieden zijn de Bosnische Sam en Moos of om daar dichter bij huis te blijven: de Tsjechische soldaat Schwejk.
Op onnavolgbare wijze zijn Mujo en Hasso steeds in staat alle ellende en bureaucratie te omzeilen. Het zijn twee mensen, die altijd de klappen krijgen en ze zijn in hun verhalen een goede thermometer van de stand van zaken in hun samenleving. Zeker tijdens het oude communistische regime waren hun ervaringen een perfecte uitlaatklep in het dagelijkse leven. Iedereen vertelde aan elkaar de witzen over dit tweetal - in heel voormalig Joegoslavië. En ook op de dag van vandaag. 'Laat dit beeld het symbool zijn dat Sarajevo weer een leefbare stad wordt' - zo beëindigde Huib zijn speech. Het was doodstil in de zaal. Op de vertrokken gezichten, vaak ontroerd, was de betrokkenheid bij deze gruwelijke oorlog voelbaar. Daarna barstte een groot, instemmend applaus los ter ondersteuning van de gedachten en van dit initiatief. Veel kranten en weekbladen, zowel aan de Bosnische, Kroatische en Servische kant, maar ook de Macedonische en de Griekse televisie, schonken aandacht aan deze bijdrage van Huib aan de conferentie." (John van den Kerkhof)
"Een burger komt de burgemeester 's ochtends vroeg tegen en zegt: 'U bent er ook vroeg bij!'. De burger krijgt geen duidelijk antwoord. De reden: Huib was bij een studentenfeest geweest en had het laat gemaakt. We zullen hem missen omdat hij een echte "burgervader" is en omdat hij een voortreffelijk ambassadeur is." (Ulco Sijtema)
"De burgemeester is in een gemeente veelal ook portefeuille-houder van de brandweer, maar eigenlijk is het meer dan dat. In artikel 222 van de gemeentewet staat: "De burgemeester heeft het opperbevel bij brand, alsmede bij ongevallen anders dan bij brand voor zover de brandweer daarbij een taak heeft". De commandant van de brandweer heeft slechts het bevel. Verschil moet er zijn en terecht. Zo heeft iedere gemeente onafhankelijk van de grootte tenminste één beroepsmedewerker bij de brandweer, namelijk de burgemeester. (Jan Bron)
"Huib aan het begin van een B&W-vergadering: "We kunnen beginnen, want we zijn er allemaal." Vervolgens, vergeefs in zijn koffertje gravend: "Alleen ík ben er niet, want ik heb m'n stukken niet bij me. Die ga ik nú halen!"" (Daan van Doorninck)
"Date: Mon, 14 Apr 2007 16:47:15
To: lasort@euronet.nl
From: Huib van Walsum@euronet.nl
Ha Dirk, prettig weer eens iets van je te horen. Het bevalt me hier inderdaad goed in Bosnië. Goed klimaat, echte natuur en aardige mensen. Delft mis ik niet. Die stad was er al eeuwen voor ik er burgervader was en die zal er nog wel eeuwen blijven. Een geruststellend idee. Niet iets waar je dus steeds naar toe moet om te kijken of het er nog is. Zuidpoort heb ik nog niet gezien. Wie weet komt het er nog eens van. Voorlopig heb ik het hier te druk met o.a. mijn toneelgroepje. We spelen zelfs Shakespeare. Ook Greetje amuseert zich hier prima. Ze leidt een literatuurclubje en geeft een aantal dames les in de schone duitse taal. Laat nog eens wat van je horen. Groet, Huib." (Dirk Monsma)
Date: Mon, 14 Mei 2007 17:30:23
To: lasort@euronet.nl
From: Huib van Walsum@euronet.nl
Hallo Dirk, je vroeg pas naar mijn fiets. Ja, die heb ik nog. Ik gebruik hem nog regelmatig om wat boodschappen te doen. En als mijn kleinkinderen er zijn, maken we ook nog al eens een tochtje. Die kleinkinders geven me veel plezier. Toen mijn kleindochter een jaar was leerde ik haar al onze studentenliederen, zoals Io Vivat. Dat kent ze nog. Hoe is het met jouw kinders? Ook al de deur uit? Loop je nog steeds hard? Jij bent toch ook al achter in de vijftig? Binnenkort komt koning Willem Alexander met zijn gemalin op bezoek. Alles staat al in de steigers. Ik kijk het op een afstandje aan. Wel zo rustig. Toch wel wat Nederlandse gevoelens op zo'n moment. Probeer ik zo kort mogelijk te houden. Ik woon nu hier. Groet, Huib.
P.S. Hoe is het eigenlijk met je oud collega's? Zie jij ze nog weleens? Waarom is Ton Doppenberg nu al met pensioen? Is die al 65 dan?" (Dirk Monsma)
"De nieuwe site van het Delfts Aardewerk Museum, op 15 oktober 2007 in gebruik genomen, is in de eerste week door ruim 300.000 virtuele bezoekers geraadpleegd. De beslissing om naast Frans, Duits, Engels, Spaans en Italiaans ook een Japanse vertaling te maken is van groot belang. Ruim 75.000 Japanners hebben zich niet alleen gemeld bij de museumsite maar surften nog even 'door' naar de Porceleyne Fles en Delftzicht." (Daniëlle Lokin)
"In zijn openingsspeech schetste Van Walsum deze museale ontwikkeling van de afgelopen twintig jaar. Vanuit zijn schitterend gelegen penthouse op de locatie waar vroeger de faculteit vliegtuigbouw van de Technische Universiteit gevestigd was, is zijn speech, als altijd geestig en overtuigend, ingestraald en op het net gezet. Uiteraard kon Huib, recent gepromoveerd op de problematiek rondom copyrights en beeldrechten op de digitale snelweg, het niet laten de nieuwste ontwikkelingen op het virtuele museale gebied te vergelijken met de traditionele openingen, die hij verrichtte dan wel bijwoonde in de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw. Vooral het feit dat er een direct visueel contact was met de tentoongestelde objecten maakte het bezoeken van de exposities een waar genoegen. Vaak kwam hij dan al tijdens de opbouw even een kijkje nemen om op voorhand een indruk te hebben van de expositie; altijd in grote haast. Het even kunnen aanraken van een object voordat de vitrine gesloten werd, was voor hem altijd weer een hoogtepunt." (Daniëlle Lokin)
Beste Huib. Zo kan ik nog uren doorgaan. Maar ik heb wat anders gedaan. Ik heb gevraagd of alle bijdragen in een boekje gebundeld konden worden. Ik wil je graag namens al je vrienden en kennissen die een bijdrage hebben geleverd dit Liber Amicorum overhandigen.
De heer Van der Hout overhandigt het Liber Amicorum aan burgemeester Van Walsum.
(Applaus)
De VOORZITTER: Ik ben blij dat ik u niet overgeslagen heb. Het woord is aan mevrouw Boogaard, nestor van de raad.
151. Toespraak van mevrouw E. Boogaard-Kreszner, nestor van de raad.
Mevrouw BOOGAARD: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Walsum, kinderen Van Walsum, dames en heren. Allereerst wil ik de voorzitter gelukwensen met het verkrijgen van de Delftse stadspenning. Wij gunnen u die van harte en menen dat geen betere die had kunnen krijgen. Ik ben heel vereerd dat ik als nestor hier namens de raad een woordje mag spreken. Op vele plekken zijn vele vriendelijke woorden over u gesproken en vele herinneringen opgehaald. Ik vroeg me af: wat moet ik nog? Ik zal proberen, een persoonlijk portret van u te schilderen.
In het algemeen is Huib een mens met oog voor de kleine dingen waar het om draait. Indien je ergens door gegrepen bent, dan ga je er ook voor. Je bent een vastbijter. Dat hebben de bedrijven gemerkt toen er sponsorgelden moesten worden verzameld voor 750 jaar Delft Cultuurstad en de Mooi Weer-spelen. Je bent ook dapper. In Delft, zo zegt de volksmond, moet alles voor de helft. Toen je hier kwam, waren er al lange tijd bezuinigingen ingevoerd, waardoor er geen kabinet van de burgemeester meer was en de budgetten voor representatie zeer klein waren geworden. Maar jij pakte dit alles manmoedig op en oefende op een fatsoenlijke manier je taken uit.
Je bent heel sterk in het relativeren, maar ook sociaal bewogen. Je hebt je hart op de goede plaats. Je bent heel toegankelijk, van burger in de stad tot Clinton die een paar weken geleden voor ons letterlijk en figuurlijk geheel onverwacht uit de lucht kwam vallen. Je bent ook een getraind fietser, met de ketting in de jaszak. Hoewel enige deftigheid je niet ontzegd kan worden, ben je mede hierdoor dicht bij alle mensen en daardoor ook heel geliefd.
Hoe opereer je als voorzitter van de raad? Als jij achter de tafel zit, zie je de raad tegenover je zitten en je ziet daar alle politieke kleuren in vertegenwoordigd. Van schallend rood via diepblauw, paars en groen tot diepzwart. Toch zie je kans om, ondanks interrupties, een gematigde sfeer te creëren. En dat is het gevolg van je soepele wijze van voorzitten. Deze soepelheid maakt dat wij allen de ruimte krijgen om ons zegje te doen, totdat je er genoeg van krijgt en ingrijpt. En wij allen accepteren dat. De afronding van de discussie volgt dan door een ferme klap met de voorzittershamer, zoals we dat daarnet ook al mochten ervaren.
Wat opviel, was vooral dat je een woordkunstenaar bent. Op cabareteske wijze kon je zaken verduidelijken en aandragen. We hebben je bij veel gelegenheden meegemaakt en we zagen dat je beheerst doch enigszins gespannen je beurt afwachtte om jouw verhaal te houden. En wij dachten dan: wat kun je nog over zo'n bijeenkomst zeggen? Maar dit was geen probleem voor Huib, want hij had een goede greep op de kern van de gebeurtenis. Die kern werd dan door hem op een plechtstatige en feestelijke sfeer duidelijk gemaakt. Wij keken elkaar dan vol verbazing aan en zeiden: waarachtig, hij heeft het weer gefikst. Subliem! De toegesprokene voelde zich op dat moment de belangrijkste persoon van de bijeenkomst en daar ging het om.
Nog iets. Je hebt met ons als raadsleden toneel gespeeld. We hebben enige malen ter ere van de dodenherdenking op 4 mei toneel opgevoerd. De repetities waren tussen 5 en 7 uur. Wij dachten: een tijd waarop de werktijd is afgelopen en de avondvergaderingen nog niet begonnen zijn. Maar ja, de volle agenda van Huib -- Huib die altijd 24 uur paraat stond -- liet dat eigenlijk niet toe. Hij was dus zeer beperkt aanwezig. Hij kwam laat en zei dan dat hij gauw weer wegging. Dat was wel eens lastig. Wij dachten dan: o, jé, wat moet dat worden? Maar de regisseur maakte dan weer een speciale afspraak voor hem, zodat er repetities speciaal voor hem werden geregeld en dan kwam het goed. Hij droeg de voorstelling en het publiek was dankbaar. De mensen stelden het zeer op prijs dat de burgemeester ter ere van de gevallenen die wij op 4 mei herdenken zijn tijd en energie had gegeven om een toneelstuk mee te helpen opvoeren.
Onlangs was er een VNG-congres waar hij de prijs der gemeenten, onder andere voor de internationale profilering van de VNG mocht ontvangen. Maar denk niet dat zijn belangstelling voor de internationale relaties zich beperkte tot de VNG. Neen, ook de Delftse internationale betrekkingen hadden geheel zijn hart. Hij ontving delegaties, hij maakte ze wegwijs, hij was hun gastheer, hij dacht mee over projecten en hij bemiddelde als bepaalde onderhandelingen stroef waren verlopen.
Huib, dank je wel. We wuiven je uit en bedanken je voor je inzet. Het ga jou, Greetje en je gezin goed in de toekomst. Dank je wel. Dag Huib. (applaus)
De VOORZITTER: Ik dank de nestor en geef het woord aan de heer Sijtema, secretaris.
152. Toespraak van de heer U. Sijtema, secretaris.
De heer SIJTEMA: Geachte aanwezigen, familie Van Walsum, voorzitter, beste Huib. Vraag aan mensen die Huib van Walsum voldoende meemaken om aan hem een vrije associatie te verbinden en je kunt er donder op zeggen dat ze komen met begrippen als: charmante doordouwer, iemand die impulsiviteit als ordeningskader hanteert, een warm mens, zichzelf. Uiteraard is dit geen uitputtende opsomming, maar de vele kwaliteiten van Huib geven stuk voor stuk duidelijk aan in welke richting zijn meerwaarde ligt. Huib vervult bij uitstek een verbindende, ik wil bijna zeggen een overbruggende, functie. Niet zozeer omdat hij burgemeester is, maar eerder ondanks het feit dat hij er is.
Als eerste burger van Delft is hij erin geslaagd, zichzelf te gedragen en neer te zetten als van ons allemaal. Namens de ambtenaren onder ons sta ik hier nu. Uiteraard kan ik ze niet allemaal aan het woord laten. Ze passen niet eens in de zaal. Ik heb geen steekproef nodig gehad om te weten welke gevoelens en beelden er leven omtrent Huib. Een aantal van die kwalificaties heb ik al aangegeven.
Ik voeg daaraan toe: geïnteresseerd in mensen en details, oprecht betrokken, attent, hoffelijk -- waar kom je dat vandaag nog tegen -- zorgzaam, en nog is het beeld van Huib niet compleet. Ik ben er niet op uit of toe in staat om dat beeld te completeren.
Wat opvalt in al die beeldenassociaties is een gemeenschappelijk kenmerk dat Huib zo karakteristiek maakt en typeert. Dat kenmerk is zijn natuurlijkheid, zijn echtheid. Dit is in essentie zijn grootste kracht. Huib is nooit uitgeweest op de buitenkant van zijn ambt, hij functioneert letterlijk natuurlijk als de mens, die in zijn diepste wezen is en niets weerhoudt hem om zo te opereren en niet zozeer als ambtsdrager. Hij blijft onder alle omstandigheden zichzelf. Daar zijn een krachtige persoonlijkheid en een warm mens voor nodig. En zij zijn beide synoniem voor Huib. Dat maakt hem bij uitstek geschikt als bruggenbouwer voor wie geen kloof te breed of te diep is. Dat is vaak gebleken.
Over zijn menselijke benadering zijn talloze verhalen, anekdotes en zelfs mythen in omloop. Ik beperk me tot wat typerende beelden als illustratie van Huib als mens tussen de mensen, op welk niveau en onder welke omstandigheden dan ook. Huib is oprecht betrokkenheid bij de leefbaarheid en veiligheid in de stad. Hij heeft daar veel voor gedaan. Zijn betrokkenheid gaat zo ver dat hij na afloop van de commissie veiligheid de vrouwelijke secretaris naar de auto begeleidde. Als het nodig was, maakte hij de auto sneeuwvrij. Het liefst zou hij bij het wegrijden controleren of de lichten brandden, maar zijn praktische inslag verhinderde dat. Want na afloop stapte hij meestal bij de secretaris in de auto en liet zich thuisbrengen. En, zoals u weet, vanuit een rijdende auto kun je moeilijk controleren of alle lichten het doen!
Over zijn menselijke benadering zijn talloze voorbeelden te geven. Laat ik het samenvatten door te zeggen dat hij altijd tussen de mensen stond, op welk niveau dan ook. Daarnaast was hij nooit te beroerd om zelf koffie rond te brengen, in een BenW-conferentie de managementproblemen van het hotel waar we zaten op te lossen, en zo is er nog veel meer te bedenken. De menselijke kant kwam ook goed tot uitdrukking in zijn manier van werken. Hij betrok iedereen altijd bij de problemen waar hij mee bezig was. Het probleem was soms echter wel dat hij sneller het antwoord had dan de ambtenaar en alvast tot uitvoering overging. Als secretaris moest ik daar bij raadsvergaderingen wel aan wennen. Hij vroeg mij soms iets, wachtte het antwoord niet af en had op zijn eigen charmante wijze het probleem al opgelost voor ik antwoord kon geven.
Oppervlakkig gezien gaf het opereren van Huib zoals ik dat hier schetste wel eens een chaotisch beeld. Hier past een nadere beschouwing die recht doet aan de positie van Delft Kennisstad. Ik maak een uitstapje naar de chaostheorie. Deze is ontstaan in de natuurkunde. Zij staat voor die verschijnselen waarvoor op het eerste gezicht geen gangbare, herkenbare patronen waarneembaar lijken, maar die over langere tijd en in veel breder verband toch een verrassende samenhang vertonen. Deze ontdekking blijkt ook op te gaan voor andere wetenschappen en ook voor de organisatietheorie. Deze theorie leidt tot de constatering dat volledige orde en beheersbaarheid niet alleen fundamenteel onmogelijk, maar zelfs onwenselijk zijn.
Besturing, het managen van organisaties, komt hiermee in een volstrekt ander daglicht te staan. Het management moet in die theorie afleren alles te willen beheersen en te sturen, zich aanleren een zekere graad van chaos als productieve factor te hanteren en soorten chaos te onderkennen en daar gebruik van te maken.
Terug naar Huib. Huib kun je terecht betitelen als een intuïtieve meester in het toepassen van deze theorie, misschien zelfs avant la lettre. Ook in die zin heeft hij op de stad, op mensen en de organisatie een bijzondere invloed gehad.
Huib, om dit alles zullen we je node missen. We zullen je zeker niet uit het oog verliezen. Greetje, bedankt dat je deze fantastische mens de rust, de ruimte en steun hebt gegeven. (applaus)
De heer Sijtema overhandigt de voorzitter een geschenk.